Dossier bij Info Nr. 2| Februari 2004| 26ste jaargang
Protestantse Solidariteit
Commissie Kerk en Wereld
Zondag 21 maart 2004 Speciale Zondag WERELDDIACONAAT EN ONTWIKKELINGSHULP
Dossier bij info februari 2004
1
Evangelie en ontwikkeling Sommigen denken dat vragen verbonden aan ontwikkeling niet vallen binnen de opdracht van de Kerk. Haar voornaamste rol is immers het goede nieuws van Jezus Christus bekend te maken en alle volken tot zijn discipelen te maken (zie Matth. 28:19). Echter, men weet dat het Christendom een beslissende rol gespeeld heeft in de ontwikkeling van de moderne wereld: de hoop als karakteristiek element van het joods-christelijke denken, draagt de gedachte in zich van vooruitgang en ontwikkeling. “Hoop is niet alleen verwachting, hoop wil tevens de wereld veranderen, een wereld die nu nog onaf is.” (J.-C.Guillebaud, La Refondation du Monde, Parijs, Seuil, 1999, blz. 104). Wij zijn geroepen om van nu af aan bij te dragen aan de verwerkelijking van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, die wij verwachten (zie 2 Petr.3:13-14). De wereld veranderen om haar aldus te verbeteren, is een duidelijk bijbels begrip. Jezus Christus zelf wordt mens om deze aarde tot een leefbare aarde te maken. Het probleem van de armoede verwijst naar een theologisch of bijbels probleem.
Bijbels perspectief Het hele Oude Testament door maakt God zijn wil bekend om te komen tot een rechtvaardige en het leven eerbiedigende wereld. Zijn eis tot voortdurende vernieuwing van de Israëlitische samenleving is de verwerkelijking van deze wil tot gerechtigheid. In de voorschriften van het verbond, in de Psalmen en in de profetische geschriften, wordt de bescherming van de zwakken, het herstel van rechtvaardige verhoudingen in de samenleving ten gunste van elke Israëliet, duidelijk onderlijnd.
2
Dossier bij info februari 2004
Wat de Bijbel het Jubeljaar noemt, dat concreet wordt in de teruggave van land en de kwijtschelding van schuld, de bevrijding van slaven of families die in slavernij leefden, het verbod van lening met rente (zie Lev.25: 8vv; Deut.15:1-17), heeft alleen maar het delen van de middelen op het oog, die God de hele mensheid ten dienste stelt om te komen tot meer rechtvaardigheid. Ontwikkeling in de zin van welvaart en sociale gerechtigheid, leidt dus tot menswaardige levensomstandigheden. En dat past wonderwel bij God, die een wereld wil waarin iedereen tot zijn recht komt. In het Nieuwe Testament begint Jezus zijn optreden met de verkondiging van de bevrijding van allen die gebukt gaan onder allerlei vormen van slavernij. Hij vervult daarmee de beloften van het Oude Testament. Hij breidt die belofte echter uit tot alle volken en culturen. Hij begint zijn prediking in Nazareth door te zeggen dat Hij gezalfd werd en gezonden om het goede nieuws van bevrijding en genezing te verkondigen aan armen, gevangenen en verdrukten, en om blinden het zicht te geven (zie Lucas 4:18-19). Dat is de schepping die zich verzoend heeft met God en met zichzelf. Vrede, gerechtigheid, ontwikkeling voor allen (mannen, vrouwen en kinderen) zijn de zichtbare tekenen van de komst van het Rijk Gods. Gods Woord dat
Hij verkondigt, draagt de kiemen van een veranderde wereld en vernieuwde schepping in zich. Onrechtvaardige en onderdrukkende verhoudingen evenals levensomstandigheden getekend door armoede en gebrek, allemaal zo eigen aan onze huidige samenleving, gaan daardoor in tegen de wil van God. In Joh.10:10 onderlijnt Jezus nogmaals waartoe Hij gekomen is: opdat eenieder het leven hebbe en het leven in overvloed. In bijbels perspectief wordt het leven in holistische zin verstaan: geestelijk, psychisch, moreel, socio-politiek, enz. Zowel op individueel als op gemeenschappelijk vlak. Daarom leeft Jezus ook wat Hij predikt. Voortdurend bekommert Hij zich om zieken, armen, hongerigen. Hij gaat om met hen die leven aan de rand van de samenleving en geeft hen de hun ontnomen waardigheid terug.
Onderontwikkeling is levensbedreigend Heel wat bijbelteksten benadrukken de waardigheid en de fundamentele waarde van de mens. Onrechtvaardige economische systemen en onderdrukkende sociale structuren echter, houden de meeste mensen in de wereld in onderontwikkeling en vernietigen aldus hun leven. Vandaag gaan de landen van het zuiden
gebukt onder de schuldenlast tegenover economische machten en internationale financiële organisaties. Paradoxaal genoeg werden deze leningen dikwijls op een wat losse wijze toegekend aan corrupte politieke regimes, en dus nooit gebruikt voor het welzijn van de bevolking van deze landen. Erger nog, de markten van arme landen staan open voor de produkten van rijke landen, terwijl de markten van rijke landen ontoegankelijk zijn voor produkten uit het zuiden. Dat heeft tot gevolg dat deze landen gevangen blijven in een situatie van verpaupering en bijna voortdurende afhankelijkheid. Deze wereldhandel in eenrichtingsverkeer, en de minzaam neerbuigende houding van rijke ten opzichte van arme landen vernietigen evenzeer het leven als de sociale structuren, die armen uitsluiten. Het heil dat het Evangelie verkondigt, is individueel maar ook sociaal en gemeenschappelijk. Het blijft echter een vrome wens als het leven zich niet ontwikkelt in een gunstige omgeving. Als God zijn volk bevrijdt uit de Egyptische slavernij, doet Hij dat om het volk een bloeiende toe-
komst te geven. Als Hij door Jezus Christus de hele mensheid bevrijdt van zonde en schuld, doet Hij dat om haar een “kosmos oikos”, een leefbare wereld te schenken. Daarom moeten ook allen zonder enige uitzondering vruchten kunnen plukken – hier en nu – van deze bevrijding. Het engagement van de profeten en van Jezus voor sociale en economische gerechtigheid heeft alleen maar de eerbied voor het leven in al zijn vormen op het oog. Dat is het grote uitgangspunt van het Evangelie.
Onze trouw aan het Evangelie moet concreet zijn Onze taak vandaag ,als individu zowel als kerkelijke gemeente, is tweeërlei : 1) Onrechtvaardige systemen die de ontwikkeling van mensen en volken verhinderen ontmaskeren. Deze systemen bestaan op alle niveaus: lokaal, nationaal, internationaal. In de zuidelijke landen wordt de kloof tussen arm en rijk elke dag dieper. Structuren die sociale zekerheid bieden zijn onbestaande. De jeugd, die
de meerderheid uitmaakt van de bevolking van deze landen, heeft geen werk en heeft alle hoop in de toekomst verloren. Het aantal vluchtende personen blijft groeien. De situatie van weduwen en wezen in sommige van deze landen vormt een voortdurende uitdaging, die moeilijk is te verbeteren. Kortom, veel mensen leven in volkomen onzekerheid. In de noord-zuid-verhoudingen nemen de zuidelijke landen niet deel aan de besluitvorming, die juist hèn aangaat. Wat men vandaag “mondialisering” noemt, is niets anders dan de marginalisering van de arme landen. Het lijkt alsof zij achter een al rijdende trein aan hollen. Zullen ze die kunnen halen? Dat is de vraag die men zich vandaag moet stellen. 2) Dit punt aanstippen is echter niet voldoende. Er moet gehandeld worden en men moet solidair zijn met alle slachtoffers van dit onrecht. Reddende daden moeten gesteld worden. Dat is vandaag onze taak als kerk. Dat is ook onze trouw aan het Evangelie. Ons engagement ten gunste van het leven en het leven in overvloed voor alle mensen moet waarachtig zijn. Om te werken en om de ellende in de wereld te verminderen, heeft God geen andere ‘handen’ dan ons gestotter, onze daden, onze solidariteit, hoe klein ook.
Elisée MUSEMAKWELI, EPR, Kigali Hoogleraar aan de Universitaire Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid, Butare.
Dossier bij info februari 2004
3
Ik help een kind
De Rwandese wezen die beantwoorden aan de voorwaarden om te genieten van financiële hulp tijdens hun middelbare studies, hopen dat hun peters en meters hen willen blijven steunen, zodat ze hun schoolopleiding kunnen afmaken. De 164 leerlingen, die genieten van deze steun, zijn ingeschreven in de begroting van de EPR. Zij worden ondersteund door de actie “Ik help een kind”. Om de nood te kunnen lenigen hebben we tussen de 25.000 en 30.000 Euro nodig. Op 15 december 2003 hadden we nog maar 6.000 Euro...
4
Dossier bij info februari 2004
In naam van al die kinderen : Wij richten dus EEN DRINGEND VERZOEK aan alle donateurs en aan alle gemeenten en sympathisanten hun milde gaven zo snel mogelijk te storten op het rekeningnummer 125-9302045-30 van Protestantse Solidariteit, Marsveldstraat 5, 1050 Brussel, onder vermelding van “Ik help een kind” (fiscaal attest vanaf 30 Euro). Die maakt het geld dan over aan de EPR.
hartelijk dank ! In een volgend bulletin zullen wij de namen vermelden van die leerlingen die hun dank betuigd hebben.
Jean LENDERS
Hoe ik contactpersoon zending en werelddiaconaat werd Juli 1991 : Vlucht Brussel-Kigali. Ik ben aan boord. Heel gewoon voor iemand die van avontuur houdt, van reizen en ontmoetingen, van contacten, van het onverwachte... Ik ga Daniel Roland bezoeken, ontwikkelingswerker in Kibogora en gemeentelid van Courcelles. Vóór mijn vertrek ontmoet ik de zendingscommissie van het district Oost-Henegouwen-Namen-Luxemburg. Ik ben aangesteld tot tussenpersoon tussen Gisenyi en het district. Ik ben beladen met geschenken en mijn opdracht luidt : het jumelage-comité ontmoeten, zoveel mogelijk foto’s maken van mensen, plaatsen, dagelijks leven, transport, markten ... Ik beleef tien onvergetelijke dagen in Gisenyi aan de oevers van het Kivu-meer, in het vakantiecentrum van de EPR. Na één maand Rwanda laat ik veel kennissen achter, veel vrienden en een beetje van mezelf : Rwanda verlaten is een beproeving en ik denk alweer aan terugkomen. Weer thuis schrijf ik mijn verslag voor de zendingscommissie (veel dia’s ondersteunen mijn uitspraken) en ik zal deze commissie niet meer verlaten.
Waarom? In Rwanda waren duizend kleine dingen te regelen, maar transportmiddelen en geld ontbreken. Schoolbanken zijn nodig, hakmessen om de akkers te bewerken, deuren, een dak voor een school ... Een kleine moeite van mijn district zou leiden tot een constructieve partnerschap (jumelage). Elk jaar organiseren wij een “zendingsdag”. Doel : zoveel mogelijk euro’s verza-
melen om één van de duizend projecten te realiseren. De collecte van de kerkdienst en de opbrengst van de middag (toneelopvoering met aansluitend vieruurtje) maakten het mogelijk om in 2003 een bedrag van 2.300 Euro aan Gisenyi over te maken voor de aankoop van 100 geiten. We hebben heel wat gespendeerd, we waren doodmoe die zondag, maar wat een resultaat ! Wat een solidariteit ! Meer dan 150 personen hadden geantwoord : “PRESENT” ! Zó beleef ik het Evangelie op een nuttige manier, kan ik mijn geloof in daden omzetten en kan ik liefhebben ... Zó kan ik de woorden “in zoverre gij dit aan één van deze mijn minste broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan” in praktijk brengen. Ik deel mijn tijd en ideeën met een ander, en ik doe mensen een plezier, ook al is het dan maar één druppel in het Kivu-meer. Annie DE VLIEGER Courcelles
Elke gemeente een contactpersoon Er zijn reeds 32 gemeenten van de VPKB die een contactpersoon zending en werelddiaconaat hebben benoemd. Deze contactpersonen werken nauw samen met de Coördinatie Kerk en Wereld en met Protestantse Solidariteit. Zij worden geïnformeerd en geven die informatie door binnen hun gemeente en mobiliseren belangstelling voor activiteiten op het gebied van zending, werelddiaconaat en ontwikkelingssamenwerking.
Indien uw gemeente nog geen contactpersoon heeft, zoek iemand die daarvoor belangstelling heeft en geef de naam door aan :
J. Houtman, Bleuckeveldlaan 49, 3080 Tervuren (tel.: 02-7677088; gsm: 0476-542.112; e-mail:
[email protected])
Dossier bij info februari 2004
5
Protestantse Solidariteit Het Belgisch beleid voor Ontwikkelingssamenwerking in 2004 In het kader van de discussies rond de begroting voor 2004, heeft de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Marc VERWILGHEN, op 29 oktober 2003 zijn beleidsnota voorgelegd aan de Kamer. Deze nota kunt u raadplegen op www.dgcd.be. Uit de 9 beleidspunten halen we enkele elementen naar voren: ⇒ Het expliciete engagement om de middelen voor ontwikkelingssamenwerking te verhogen om aldus het streefcijfer van 0,7% van het BNP in 2010 te bereiken (0,44% in 2003). ⇒ Vier hoofdelementen krijgen prioritair aandacht: voeding, drinkwater, opvoeding en vorming, en elementaire gezondheidszorg. ⇒ Zes strategische opties zijn vastgesteld: betere concentratie van de middelen (vermindering van het aantal partnerlanden van 25 naar 18), vereenvoudiging en versnelling van de procedures, versterking van de samenhang tussen de verschillende kanalen van samenwerking, grotere voorrang voor bilaterale samenwerking, HIV/Aids, en de Ontwikkelingsdoelstellingen van het Millennium als referentie
6
Dossier bij info februari 2004
voor de politiek. Deze millenniumdoelstellingen zijn in september 2000 aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties : onderwijs voor alle kinderen, uitroeiing van de extreme armoede, gelijkheid tussen mannen en vrouwen, vermindering van kinderen moedersterfte, bestrijding van aan armoede verbonden ziektes, duurzaam milieu, 0,7 % van het PNB voor ontwikkelingssamenwerking. ⇒ Deze zes opties worden toegepast op de drie pijlers van de Belgische samenwerking: Bilaterale samenwerking (samenwerking tussen 2 staten) met voorrang voor de landen van Centraal-Afrika. Multilaterale samenwerking (het grootste deel van het budget) met de verplichte bijdragen aan de Wereldbank (IDA) en het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) en de vrijwillige bijdragen aan 23 internationale organisaties zoals UNDP, UNICEF, WHO, FAO ... Indirecte samenwerking met de privé-actoren die de civiele samenleving vertegenwoordigen. Het zijn de NGO’s (niet-gouvernementele organisaties zoals Protestantse Solidariteit), universiteiten, wetenschappelijke instellingen, ...
De beleidsnota benadert deze indirecte samenwerking vanuit drie hoeken : 1. Betere samenhang: meer samenwerking met en aanvulling van de bilaterale en multilaterale programma’s. 2. Financiering van de programma’s met de verplichting om tot resultaten te komen: nadruk op professionalisme, betere beheerssystemen, versterking van methoden voor opvolging en van controlesystemen. 3. Bewustmaking van de Belgische en de Europese bevolking voor ontwikkelingsproblematiek: de organisatie moet meer doeltreffend worden, meer opbrengen en resultaatgericht zijn. ⇒ Vijf thema’s krijgen zeer bijzondere aandacht : HIV/Aids, malaria en andere aan armoede gebonden ziekten, rechten van het kind, gelijkheid van man en vrouw (gender) en drinkwater.
De beleidsnota, de verklaringen van de Minister en een grondige analyse van de begroting van 2004 hebben al heftige reacties opgeroepen in de wereld van de NGO’s :
Protestantse Solidariteit
de budgetaire opbouw voor 2004 lijkt een vermindering te “maskeren” van de begroting voor samenwerking NGO’s worden beschuldigd dat ze slecht georganiseerd zouden zijn, geen samenhang vertonen, ...
Protestantse Solidariteit geniet als erkende NGO van de financiering van de indirecte samenwerking : 1. Acties worden voor 75 % medegefinancierd (de andere 25% komt van giften van particulieren en van partner-organisaties zoals de Evangelische Leprazending, de Evangelische Zendings-alliantie, ADRA, de EED en de VEM in Duitsland...) 2. Heropbouwprogramma’s na rampen worden voor 100% gefinancierd. Eric JEHIN, Uitvoerend secretaris Protestantse Solidariteit
Lees het driemaandelijkse Bulletin van Protestantse Solidariteit over nieuwe en lopende projecten. Bezoek ook onze web-site: www.protestanet.be/protestantse solidariteit
Dossier bij info februari 2004
7
“Een stok, een touwtje en steentjes” (een overweging) En er zullen tekenen zijn aan zon en maan en sterren, en op de aarde radeloze angst onder de volken ... terwijl de mensen bezwijmen van vrees en angst voor de dingen ... Wanneer deze dingen beginnen te geschieden, richt u op en heft uw hoofden omhoog ... Lucas 21: 25-28 Deze tekenen van verslagenheid en vrees, zijn de beelden op ons TVscherm : hongersnood, oorlog, ziekten, onderontwikkeling, verwoestende aardbevingen. De statistieken liegen er niet om. Voor miljoenen mannen en vrouwen is de hemel verduisterd en lijkt de weg afgesloten. AIDS is vandaag de grootste gesel. Men schat het aantal besmette personen in de wereld, vooral in Afrika, op 40 miljoen. Deze miljoenencijfers moeten ons niet de bijzondere situaties van enkelingen verhullen: wezen die worden opgevoed door hun grootouders, jonge vrouwen besmet door het huwelijk met een seropositieve man, verkrachtingen in alle oorlogsgebieden, kinderen van moeders met aids, die vaak al vanaf hun geboorte zijn besmet. Lepra en TBC, twee zeer gevreesde ziekten, liggen nu ver achter bij de Aids-cijfers. Mensen hebben bij dergelijke epidemieën weinig mogelijkheden. Ook al beginnen er in ons land medicijnen te bestaan die de gevolgen van immunodeficiëntie vertragen, van Aids genezen kan nog niet. Vroeg of laat is Aids fataal. Voor de meest besmette landen zijn er geen geneesmiddelen. Ze zijn te duur en mensen sterven zonder behandeling. Een wanhopige strijd dus, die ons doet denken aan de zonsverduistering waarover Lucas spreekt of de grote pest-epidemieën in de Middeleeuwen. Misschien herinneren we ons tegenover deze gewelddadige en om zich heen grijpende ellende dat andere verhaal: David en Goliath. We kennen het allemaal: om zijn volk tegenover de Filistijnen te verdedi-
8
Dossier bij info februari 2004
medicijnen nodig, maar ook informatie. Met de hulp van de lokale bevolking moeten er projecten komen, werkplaatsen voor zieken, die geen bron van inkomsten hebben om hun familie te onderhouden. Er moet gebeden worden voor artsen en verzorgers. Gods liefde moet aangeroepen worden voor al die schepsels en Hem moet gevraagd worden om wijsheid om te onderscheiden waar en hoe eenieder zich kan engageren. Ook financiële middelen zijn nodig.
gen, aanvaardt Saul dat David zal vechten. David is nog een kind. Hij staat tegenover een reus. Goliath is niet alleen imposant door zijn gestalte, maar draagt een zwaard, een lans en een speer. David heeft alleen maar een stok, een touwtje en een paar steentjes die hij langs de weg heeft opgeraapt. Dat is niet veel. Maar God is met hem en David zal overwinnen. Kerken hebben iets meer dan een stok, een touwtje en steentjes. Kerken hebben commissies, organisaties, NGO’s en zending. Bovenal hebben ze Gods belofte die wil dat elke mens gelukkig is, maar ook verantwoordelijk, mannen en vrouwen die opgericht leven. De Kerken zijn rijk door het engagement van hun leden. Ze kunnen grote groepen, die afzonderlijk niet veel macht hebben, mobiliseren. Door hun aantal worden ze efficiënt. Om onderontwikkeling, honger en epidemieën te overwinnen, zijn er
Er zijn zoveel mogelijkheden om deel te nemen aan de strijd. Soms zijn het eenvoudige daden, zo eenvoudig als de steentjes die David langs de weg opraapte. Deze mogelijkheden zullen doeltreffend blijken als ze vermenigvuldigd worden door de duizenden mensen die in onze kerken komen. Nu is het de tijd om naar Lucas’ woorden te luisteren : “wanneer deze dingen geschieden, deze tijden van droefheid en moeilijkheden komen, richt u op en heft uw hoofden omhoog.” Dit is het moment van de strijd, de strijd van de jonge David, vol geloof en vertrouwen, tegen de zware en machtige gewapende en geharnaste Goliath. Maar God staat aan de kant van David, zoals Hij ook staat aan de kant van de Kerken in hun strijd voor een beter leven voor alle schepselen. Ds. Jeanne SOMER-GOTTELAND