Beeld schoon
Verkooptentoonstelling 2013
Beeld schoon Zaterdag 23 februari t/m zondag 10 maart Openingstijden tentoonstelling: dinsdag t/m zondag 11.00 - 17.00 uur (op maandag gesloten)
Mark Smit Kunsthandel, Ommen Omslag: Piet van der Hem (1885 - 1961) Een artieste in haar kleedkamer Olie op doek 72.5 x 51 cm, gesigneerd rechtsonder Voor beschrijving zie pag. 27
Voor informatie en prijzen kunt u contact opnemen met: Mr. Mark H.G. Smit Anna S.J. Smit-Loor Gecertificeerd Registertaxateur 0529 - 469 280 Lid Federatie TMV
[email protected] 0529 - 469 280
[email protected] Adreswijzigingen:
[email protected]
Binnenzijde omslag: Johan Bartold Jongkind (1819 - 1891) Winter in Holland Olie op doek 22 x 32.5 cm, gesigneerd rechtsonder en gedateerd 1871 Voor beschrijving zie pag. 63
Mark Smit Kunsthandel B.V. Markt 5 7731 DB Ommen T 0529 - 469 280 F 0529 - 469 282 www.marksmit.nl Buiten tentoonstelling geopend: woensdag t/m zaterdag van 11.00 - 17.00 uur en op afspraak
Jacobus Willem ‘Jacob’ van Rossum (1881 - 1963) BE Z OEK AAN EEN T e n t o o n s t e l l i n g Anna Smit-Loor en Mark Smit
Olie op doek op paneel 16.3 x 8.8 cm, gesigneerd rechtsonder
Beeld schoon
S
Schoonheid en schilderkunst. Deze woorden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Kunstenaars hebben door de eeuwen heen op verschillende manieren uiting gegeven aan schoonheidsidealen. Die idealen veranderden regel-
matig. Zo ging schoonheid in de klassieke schilderkunst over traditie, harmonie en symmetrie. De romantische schilderkunst bracht daar verandering in. In de eerste helft van de 19e eeuw schilderde BC Koekkoek imposante landschappen, Andries Schelfhout weidse ijslandschappen en Louis Meijer ruige zeegezichten. In de ‘grootsheid’, de ‘eeuwigheid’, het ‘ontembare’ van de natuur lag een bevrijdende schoonheid die de mens confronteerde met zijn nietigheid.
04 05
De meesters van de Haagse School trokken vanaf 1860 met hun schilderspullen de natuur in. Ongerepte polderlandschappen met koeien en windmolens werden met losse impressionistische penseelstreken vastgelegd. Het schone zat hem niet in details, maar in de weergave van lichteffecten en stemmingen op verschillende momenten van de dag. De Amsterdamse impressionisten vonden de schoonheid in de stad. Hun snelle, impulsieve manier van schilderen reflecteerde de
dynamiek van het stadse leven aan het einde van de 19e eeuw. Het schilderspalet was realistisch en soms ingetogen. De expressionisten daarentegen gebruikten felle en contrasterende kleuren om hun gevoelens uit te drukken. Na de Tweede Wereldoorlog experimenteerden de COBRA schilders er flink op los. De verf werd met grote gebaren op het doek gedrukt of gesmeten en de oude schoonheidsidealen werden definitief verworpen.
Uit het bovenstaande blijkt dat de opvattingen over wat aantrekkelijk en mooi is verschillen per persoon, tijd en plaats. Wij vinden het belangrijk dat de schilder een bepaalde emotie teweegbrengt, ook al is deze niet altijd onder woorden te brengen. In dat geval kun je ook van een verborgen schoonheid spreken. Uiteindelijk wil je geraakt worden door een kunstwerk en dat kan zowel met klassieke- als moderne kunst het geval zijn.
Met die gedachte hebben wij het afgelopen jaar kritisch gezocht naar mooie 19e en 20e eeuwse kunstwerken passend bij Beeldschoon, het thema van deze tentoonstelling. Daarbij past het zeer gedetailleerd geschilderde paardenschilderij van Wouter Verschuur of een sfeervol ijsgezicht van Andries Schelfhout. Maar ook een intrigerend meisjesportret van Jan Toorop en een kleurrijk landschap van Gerrit Benner. Het schilderij van een jonge vrouw die zich opmaakt van Piet van der
Hem vinden wij ook beeldschoon. De schilder legde haar vast met veel gevoel voor schoonheid. Daarom prijkt dit werk op de cover van onze catalogus. Het merendeel van onze aanwinsten is afkomstig uit buitenlands bezit. De globalisering gaat dus niet voorbij aan onze kunsthandel. Dankzij het internet verwelkomen we steeds meer buitenlandse klanten. De gehele collectie is online zien en de site wordt dagelijks bijgehouden. Ook op face-
book kunt u onze activiteiten volgen en ons ‘liken’. Maar het liefst ontvangen wij u persoonlijk in de kunsthandel. Er gaat tenslotte niets boven de totale beleving van een schilderij en dat kan alleen door er zelf voor te staan. Wij kijken er naar uit om u te mogen verwelkomen op onze tentoonstelling. Graag tot ziens in Ommen! Mark Smit
MODERN
Gerrit Benner (1897 - 1981) Meer met avondzon Ger Lataster (1920 - 2012)
Gouache 50 x 65 cm, gesigneerd rechtsonder met monogram en te dateren omstreeks 1966
Hemel en vuur
Literatuur: E. van Dooren e.a., Gerrit Benner, Harlingen 2005, afbeelding pag. 84/85.
Olie op doek 50.5 x 50 cm, gesigneerd linksonder en gedateerd ’57 Herkomst: Kunsthandel E.J. van Wisselingh & Co, Amsterdam; Galerie Paul Fachetti, Parijs. Literatuur: Tent. cat. Kunsthandel E.J. van Wisselingh & Co, Ger Lataster, Amsterdam 1961, cat. nr. 6. Tentoonstelling: Amsterdam, Kunsthandel E.J. van Wisselingh & Co, Ger Lataster, nov.-dec. 1961.
08 09 03
Lucebert (Lubertus Jacobus van Swaanswijk) (1924 - 1994) Dragers van meer licht
‘ Willem’ Frans Karel Hussem (1900 - 1974) Compositie
Gemengde techniek op papier 49.5 x 64.5 cm, gesigneerd rechtsonder en gedateerd mei ’63 Annotatie rechtsonder: ‘Lagrasse’.
Olie op doek 70 x 90 cm, gesigneerd linksonder met initialen en gedateerd ’64 Herkomst: Galerie Nouvelles Images, Den Haag.
Annotatie verso: ‘Dragers van meer licht’. , Herkomst: Kunsthandel Borzo, s-Hertogenbosch.
10 11
C
Corneille was een van de beroemdste kunstenaars van de befaamde Cobra-groep (een letterwoord naar de na-
Corneille tussen 1940 en 1950 in Amsterdam, waar hij bevriend raakte met Karel Appel. In 1950 verliet Corneille Nederland om zich definitief in Frankrijk te vestigen. Corneille stond aanvankelijk vooral onder invloed van Klee en Miro. Hij was ook een rusteloze reiziger, zowel door Europa als door Afrika, Azië en de beide Amerika’s. De land-
men van de drie hoofdsteden Copenhagen, Bruxelles en Amsterdam waar de oprichters vandaan kwamen). Afkomstig uit België woonde
schappen die hij zag hadden invloed op zijn werk. ‘In tegenstelling tot Karel [Appel] die alles eerst in kleur ziet, en dan pas de vormen
12 13
en lijnen, treft mij de vorm allereerst’, zegt hij van zijn werkmethode. Die vormen vult hij in met een passende kleur. Tussen 1961 en 1966 vertoefde Corneille veel op Mallorca of aan de Catalaanse kust in Cadaques. In die periode is dit schilderij gemaakt en ontstond bijvoorbeeld ook La fête Espagnol. Het ‘sarabande’ uit de titel verwijst ook naar Spanje: het is een dans die vanuit Midden-Amerika naar Spanje kwam en die
zich daarna over Europa verspreidde. ‘De blijdschap van de beweging’ – een van de dingen die Corneille wilde overbrengen – komt ook hier goed tot uitdrukking. Een andere Spaanse connectie is het kleurenpalet dat gebaseerd is op in Spanje voorkomende kleuren. In vogelvlucht kijk je neer op wat aanwezig is op de Spaanse aarde. De kronkelige vormpjes lijken gebaseerd op vormen van Miro, de Spaanse schilder die een van Corneille’s inspiratiebronnen is geweest.
Corneille (Cornelis Guillaume van Beverloo) (1922 - 2010) L a s a r a b a n d e d e l’ é t é / D e l a n g z a m e d a n s va n d e z o m e r Olie op doek 89.5 x 90 cm, gesigneerd linksonder en gedateerd ’66 Annotatie verso: ‘La sarabande de l’été Corneille ’66’.
Jan Cremer (geb. 1940) Compositie Gemengde techniek op doek 45 x 65 cm, gesigneerd rechtsonder en gedateerd ’59
Kees van Bohemen (1928 - 1985) Beweging 4 Olie op doek 150 x 44.5 cm, gesigneerd rechtsonder en gedateerd ’58
14 15
Joseph Antoon ‘Anton’ Rooskens (1906 - 1976) Uitvliegende vogels Olie op doek 65 x 81 cm, gesigneerd rechtsonder en gedateerd ’71
Dolf Breetvelt (1892 - 1975)
Annotatie verso: ‘No 442 Uitvliegen birds’.
Compositie Olie op doek 178 x 139 cm, gesigneerd rechtsonder Herkomst: Kunsthandel Borzo, ’s-Hertogenbosch.
16 17
KLASSIEK
MODERN
Jacoba ‘Jemmy’ van Hoboken (1900 - 1962) Wit paard Jan Boon (1882 - 1975) Olie op doek 42 x 75 cm, gesigneerd rechtsonder en gedateerd ’39
Stilleven met eieren, mes en blauw emaille pannetje
Annotatie verso op etiket: ‘Wit paard’.
Olie op doek 30 x 40 cm, gesigneerd rechtsonder en gedateerd 1944
20 21
J
Jan Altink was in 1918 een van de oprichters – en de naamgever – van De Ploeg, de befaamde schildersvereniging in Groningen die zoveel vooraanstaande Nederlandse expressionisten heeft voortgebracht. Na 1920 – Altink was toen al vijfen-
dertig en al lang werkzaam in de kunst en de creatieve vormgeving – bekeerde hij zich onder invloed van Ploeg-lid Jan Wiegers tot de stijl van de Duitse expressionisten, zij het in een gemiddeld genomen wat lichter kleurengamma. In de jaren twintig ging hij ook experimenteren met wasverf, een mengsel van olieverf, terpentine en bijenwas. Die droogde heel snel, waardoor de sfeer van een landschap op het moment zelf heel snel op het doek kon worden gepenseeld, indien nodig laag voor laag. Rond 1927
22 23
schilderde hij vaak met collega’s van De Ploeg in de openlucht langs het Reitdiep, een kronkelig riviertje dat van Groningen Stad stroomde naar Zoutkamp, gelegen aan de toenmalige Lauwerszee. Het sobere land op dit schilderij is een van de ‘summiere landschappen’, die Altink in het midden van de jaren twintig schilderde, dat wil zeggen landschappen waarin mensen, vogels en andere dieren waren weggelaten. De volle aandacht valt zo op kleuren en vormen
van het mooie Groninger platteland: op de vele tinten groen van de bochtige dijk en de weiden daarachter, het blauw en het grauw van het diep, het donkerder blauw van het boerderijdak en het wazige blauwgrijs in de verte, op het roodbruin van de knotwilgen en het geel van de rietkraag. Bijzonder van dit schilderij is ook de ongebruikelijke techniek: het is met wasverf geschilderd op markiezendoek, dat gewoonlijk voor zonwering wordt gebruikt. Ook dat tekent de experimenteerlust van Jan Altink.
Jan Altink (1885 - 1971) Gezicht op het Reitdiep ten noorden van Groningen Wasverf op markiezendoek 50 x 60 cm, gesigneerd rechtsonder en gedateerd ’27
Johannes ‘Johan’ Dijkstra (1896 - 1978) Z o m e r s l a n d s c h a p, Z w i t s e r l a n d Olie op doek 60 x 100 cm, gesigneerd linksonder
Jan Wiegers (1893 - 1959) Rozen in een vaas Olie op doek 55 x 45 cm, gesigneerd linksonder en gedateerd ’38
24 25
P
Piet van der Hem wordt vanaf ca. 1908 in één adem genoemd met modernisten als Leo Gestel (1881-1941) en Jan Sluijters (1881-1957). Met Leo Gestel trok Piet van der Hem geregeld op. Invloeden van het fauvisme zijn in beider werk aanwezig, al bleef Piet van der Hem dichter bij een realistische stijl en had hij niet de experimentele inslag
van Leo Gestel. Piet van der Hem schilderde en tekende aanvankelijk vooral theater- en straattaferelen in Amsterdam, Parijs, Rome en Madrid. In zijn tweede periode, vanaf ca. 1917 toen hij in Den Haag een minder bohemienachtig leven ging leiden, legde hij zich vooral toe op portretten van kunstenaars uit de theaterwereld naast staatsieportretten van leden van het koningshuis en van politici. Daarnaast heeft Van der Hem in deze tweede periode veel ontwerpen gemaakt en getekend: theateraffiches, reclameplaten, boekillustraties en –omslagen en spotprenten.
26 27
Dit schilderij van een jonge vrouw die zich opmaakt voor een theatervoorstelling is een van de charmantste werken van Piet van der Hem. Rechts zien we een staande spiegel, potjes voor make-up, doeken en een handtas. Links hangt een hesje dat bij haar roze broek en kousen hoort. De rieten mand op de voorgrond en de onderkant van de kaptafel zijn in het donker gehuld. Het lichte bovenstuk wordt gebroken door het zwarte haar van het meisje, het donkere vlak beneden door haar roze kousen. Maar wie is deze levenslustige jonge vrouw? Is zij zangeres in een operette of
een revue? Is ze een danseres in een show? Van tenminste één danseres is bekend dat ze goede betrekkingen onderhield met Piet van der Hem, namelijk Mata Hari, die hij in Parijs en Den Haag heeft gekend. Haar postuur en gezicht komen overeen met die van de vrouw op dit portret. De laatste portretten heeft hij van haar gemaakt in december 1914, toen ze 38 jaar was; andere portretten zijn spoorloos. Hij kende haar al eerder, toen ze in Parijs optrad als Oosterse naaktdanseres in het kader van de toen heersende mode van het oriëntalisme. Maar ze trad ook op als Spaanse danseres.
Piet van der Hem (1885 - 1961) Een artieste in haar kleedkamer Olie op doek 72.5 x 51 cm, gesigneerd rechtsonder
Johannes Carolus Bernardus ‘Jan’ Sluijters (1881 - 1957) Zittend naakt
Johannes Carolus Bernardus ‘Jan’ Sluijters (1881 - 1957)
Aquarel, inkt en potlood 28 x 21.5 cm, gesigneerd linksonder
Blauwe vaas met kleurrijke bloemen Olie op doek 80 x 70 cm, gesigneerd rechtsonder
28 29
E
Edgard Tytgat groeide op in Brugge, maar woonde zijn hele verdere leven in Brussel en de Brusselse rand, behalve tussen 1914 en 1920. Toen woonde hij in Londen vanwege de Eerste Wereldoorlog en de gevolgen daarvan voor België. Na zijn studie aan de Brus-
selse Académie des BeauxArts schilderde Tytgat eventjes in symbolistische stijl. Tussen 1907 en ca. 1912 deelde hij een atelier met zijn vriend Rik Wouters (18821916). In die tijd en nog lang daarna hanteert Tytgat een (neo)impressionistische stijl, maar ca. 1922 stapt hij over op een naïeve stijl, die veel ontleende aan volksprenten uit de achttiende en negentiende eeuw. Zijn favoriete onderwerpen werden naakten, dromen, circussen, kermissen en interieurs, alles met een verhalende inslag en een zweem van humor.
30 31
De stijl uit deze periode, die wel eens ‘schalks expressionisme’ is genoemd, is lineair en zonder perspectief. Tytgat maakte ook veel boekillustraties, boekbanden, houtsneden met tekst en ander grafisch werk. Dit onbezorgde zomerse tafereel stamt uit Tytgats neo-impressionistische periode. Een man met een rode puntbaard, een werkmanshoed en laarzen zit langs een jaagpad in het water te staren, misschien tijdens een pauze in het vissen. Onder een paraplu zit een
jongen achter hem met een strooien hoed in de hand. Op de voorgrond een vrouw met een zomers klokhoedje met brede blauwe band; zij wacht met gevouwen handen op de dingen die komen gaan. Dan is er nog een jonge man met op zijn hoofd een strooien hoed die staat te peinzen en zijn aandacht eveneens bij het water houdt. De vier personen zijn erg op zichzelf en hebben geen onderling contact. Ergens verderop wordt een sluiswachtershuis weerspiegeld in het rimpelloze water. Alles is bevroren in contemplatie.
Edgard Tytgat (1879 - 1957) Een zomers gezinsuitje Olie op doek 100 x 100 cm, gesigneerd rechtsonder en gedateerd 1913 Annotatie verso: ‘Peintre pêcheur Edgard Tytgat 1913’. Literatuur: A. Dasnoy, Edgard Tytgat, Brussel 1965, pag. 111, afbeelding pag. 171, nr. 49. Tentoonstelling: Brussel, Galerie Giroux, 1913, nr. 115; Brussel, Galerie Giroux, 1921, nr. 171; Brussel, La Centaure, 1923; Antwerpen, Kunstkring, 1923, nr. 46.
H
Het schilderen van naaktmodellen was voor Jan Sluijters een geliefde bezigheid (niet alleen hij, vele schilders waren hem voor en volgden hem). Al vanaf 1904, tijdens zijn verblijf in Rome tot aan
Johannes Carolus Bernardus ‘Jan’ Sluijters (1881 - 1957) het eind van zijn leven in de jaren vijftig van de 20e eeuw, kwam het naakt op zijn doeken tot leven. De dame in kwestie kleedde zich voor hem uit en vlijde zich bevallig op een divan. Soms hadden de modellen een doorschijnend hemdje aan of een lap dunne stof over zichzelf gedrapeerd. Dat maakte het geheel een tikkeltje spannender, erotisch zo u wilt. Het model kon de vrouw van de schilder zijn of een dame die ‘toevallig’
32 33
aan belde. Schildersmodellen kunnen immers zelf ook beroemd worden. Zijn ‘naakten’ werden destijds bekritiseerd: “Steeds werkt hij op effect…. Een blank-rose naakt geeft hij met blauwe contour tegen licht paulveronèsen [smaragdgroene] achtergrond.... Een naakt in een onkiesche houding…” etc. Maar intussen behoren deze schilderijen, samen met de grote portretten en de landschap-
pen, tot zijn meest geliefde onderwerpen. Deze dame ligt nakend op een sofa die bedekt is met een groot kleed. Vóór op het tafeltje een vaasje met bloemen en een boek. Best intrigerend dat boek; is het een roman en ligt zij nog eens na te genieten over het gelezene? Vandaar haar houding, nadenkend met de armen omhoog, de blik op het plafond gericht. En de schilder krijgt op deze manier precies wat hij wilde schilderen!
Liggend naakt op een sofa Olie op doek op schildersboard 32 x 38 cm, gesigneerd linksboven met initialen Herkomst: Kunsthandel M.L. de Boer, Amsterdam, nr. 6187.
Johannes Carolus Bernardus ‘Jan’ Sluijters (1881 - 1957) Landweg Aquarel en gouache 18.8 x 27.8 cm, gesigneerd linksboven
Leendert ‘Leo’ Gestel (1881 - 1941) Melktijd bij de boerderij Pastel 64 x 48 cm, met studiostempel linksonder en verso en te dateren 1927 Annotatie verso: ‘Vlaanderen 1927’. Herkomst: Veiling Paul Brandt, Amsterdam, 25-26 mei 1965. Literatuur: M. Estourgie-Beijer e.a., Leo Gestel - Schilder en tekenaar, Zwolle 1993, afbeelding pag. 83, nr. 73. Tentoonstelling: Dussen, Kasteel-Raadhuis Dussen, Leo Gestel, 21 dec. 1966-18 jan. 1967; Schiedam, Stedelijk Museum Schiedam, Een huis vol Gestels: Leo Gestel, 16 dec. 1970-11 jan. 1971, nr. 55; Laren, Singer Museum, Leo Gestel - Schilder en tekenaar, 28 nov. 1993-30 jan. 1994, nr. 136.
34 35
T
Toorop bezoekt Nijmegen voor het eerst in oktober 1908. In een brief gericht aan wijnhandelaar en mecenas Antony Nolet schrijft Toorop: “… Je moet weten, wij denken erover de wintermaanden in Nijmegen door te brengen, daar ik zelf zo verbazend slecht tegen de
Amsterdammer lucht kan. Ik heb dadelijk last van de lelijke atmosfeer, malariaachtig en voel me daar steeds zo naar en lusteloos om te arbeiden…”. Nijmegen blijkt voor Jan Toorop, zijn vrouw Annie Hall en hun dochter Charley, tussen 1908 tot 1916, een goede thuisbasis te zijn. Het is een katholieke ( Toorop heeft zich in 1905 bekeerd tot het katholicisme), welvarende en kunstlievende stad. Toorop tekent vele portretten in opdracht. Hij vraagt drietot vierhonderd gulden voor
36 37
een getekend schouderstuk, een portret met handen kost ongeveer zeshonderd gulden en een groot portret in kleur, kost tussen de duizend en twaalfhonderd gulden. Hij gebruikte potlood en zwart krijt, een moeilijk medium maar met het beste resultaat. Miek Janssen, zijn latere metgezel, vertelt dat Toorop het liefst begon met het tekenen van de ogen, ‘het brandpunt der ziel’. Daarna tekende hij het gezicht, de haren en een deel van de schouders. Toorop over zijn portretten: “… Bij portrettekenen heb ik soms het ge-
voel of ik onder de guillotine zit, met het zwaard op mijn nek. Ik word dan gedwongen zoo scherp psychisch te kijken als maar mogelijk is; vaak lijkt het dat de heele fantasie naar de bliksem is, maar ik houd vol alles van mij weg te bannen en alleen maar de psyche van de mens uit te beelden en de persoon te doorboren zodat niets voor mij verborgen blijft..”. De geportretteerden kijken direct naar de schilder, zonder dat het te strak is. Op deze manier laten zij iets (zichzelf?) zien aan de schilder.
Johannes Theodorus ‘Jan’ Toorop (1858 - 1928) Meisjesportret (Portret van Jo Vogel) Gekleurd krijt en potlood 32 x 24.5 cm, gesigneerd rechtsmidden en gedateerd 1910 Annotatie rechtsmidden: ‘Jo Vogel van JH Toorop Nijmegen 1910’.
IMPRESSIONISME
Hendrik Jan Wolter (1873 - 1952) Haventje bij de Buiksloterweg en de Tolhuisweg te Amsterdam
H
Hendrik Jan Wolter kreeg zijn opleiding tussen 1895 en 1899 aan indertijd befaamde kunsti nstellingen in Antwerpen. Zoals daar en toen
Olie op doek 42.3 x 81 cm, gesigneerd rechtsonder en te dateren omstreeks 1916
gebruikelijk begon hij met schilderijen in een realistische stijl die een verhaal vertelden. In Antwerpen maakte hij echter ook kennis met het post-impressionisme van Georges Seurat, Paul Signac en Theo van Rijsselberghe. Na enige tijd sloot hij zich aan bij deze nieuwe stijl, die ook gepaard ging met een lichter palet. De verworvenh eden van deze periode nam hij in zijn latere werk mee. Hij ging
40 41
zich toel eggen op schilderijen waarin water een (hoofd) rol speelde, water in en rond Amsterdam (waar hij van 1914 tot 1938 hoogl eraar was aan de Rijksakademie), maar ook het water aan Engelse en Italiaanse kusten. Dit schilderij geeft treffend de charme weer van het leven op het water in een kleine binnenhaven in AmsterdamNoord, vlak voor de sluizen
waar het Noord-Hollandsch kanaal van Amsterdam naar Den Helder begint. Voor in het haventje liggen allerlei woonbootjes zonder zeil, waarop soms de was hangt te drogen in de zon. Achter de sluizen komen enkele grotere schuiten met gehesen zeilen aangevaren. De gemoedelijke rommeligheid van het leven in dit haventje wordt door Wolter overtuigend uitgebeeld.
Hendrikus Matheus Horrix (1845 - 1923) In de Haagsche dierentuin Aquarel 35 x 50 cm, gesigneerd linksonder
Jean Louis Marcel Cosson (1878 - 1956) Bij de manicure Olie op schildersboard 65 x 54 cm, gesigneerd rechtsonder
42 43
E
Ernest Godfrinon ontving zijn opleiding aan de kunstacademies van Elsene (of Ixelles) en Brussel. Hij was lid van de Brusselse kunstenaarsvereniging Le Sillon. Deze vereniging werd in 1893 opgericht en hield tot 1910 jaarlijkse tentoonstel-
lingen in het Museum voor Moderne Kunst in Brussel. Veelal jonge leerlingen van de academies werden lid van Le Sillon. Deze onderscheidde zich van andere kunstenaarsverenigingen door haar ledenbeleid. Iedereen kon toetreden; geen jury die het werk zou beoordelen op kwaliteit. Gustave-Max Stevens, één van de oprichters, ontwierp het embleem van Le Sillon; een gestileerde Japanse lelie. Andere leden waren o.a. Willem Paerels, Louis Thevenet en Fernand Tous-
44 45
saint. Werk van Godfrinon is te vinden in het Charliermuseum in Sint-Joost-tenNode. Verzamelaar Henri van Cutsem (hij kocht als eerste in België werken van Vincent van Gogh en Claude Monet) liet in 1890 twee naast elkaar gelegen huizen samenvoegen door de toen al beroemde Art Nouveauarchitect Victor Horta. Na de dood van Van Cutsem in 1904 woonde en werkte de beeldhouwer Guillaume Charlier in het huis. In 1925 werden de collectie en het huis aan de gemeente
gegeven; onder voorwaarde dat hier een museum werd gevestigd. Het werk van Godfrinon is te benoemen als postimpressionistisch. Hij schilderde in zijn korte leven, veelal figuren, stillevens, interieurs en landschappen. Godfrinon schilderde dit zomertafereel van twee dames, zittend aan een tafel met heldere kleuren. De één borduurt een kleedje, de ander houdt haar parasol vast. Samen praten zij over het wel en wee in deze rustige tijd.
Ernest Jean Joseph Godfrinon (1878 - 1927) In de tuin Olie op doek 99 x 77 cm, gesigneerd rechtsonder en gedateerd 1913 Annotatie verso: ‘Ernest Godfrinon Bruxelles’.
Georges Stein (1870 - 1955) Bedrijvigheid op de Westminster Bridge met zicht op de Big Ben te Londen Olie op paneel 26.5 x 35.5 cm, gesigneerd linksonder Annotatie middenonder: ‘London Westminster Bridge’.
Jean Louis Marcel Cosson (1878 - 1956) AA n d e b a r Olie op schildersboard 60.5 x 50 cm, gesigneerd rechtsonder
46 47
‘Isaac’ Lazarus Israels (1865 - 1934)
I
Isaac Israels was de zoon van Jozef Israels, een van de beroemdste schilders van de Haagse School. Zelf werd Isaac één van de belangrijk-
Amazone in het Londense Hyde Park Olie op doek 71.5 x 95 cm, gesigneerd rechtsonder en te dateren omstreeks 1913/15
ste Nederlandse impressionisten. Waar zijn vader Jozef een thematische voorkeur had voor plattelanders en vissers met een droevige tragiek, legde Isaac zich toe op de zonzijde van het moderne, vaak modieuze en stadse, leven. Hij werkte veel in de openlucht waar hij dan in een schetsmatige stijl met snelle en krachtige streken en meestal in lichte kleuren de sfeer van het ogenblik pro-
48 49
beerde weer te geven. En met zijn technische bedrevenheid lukte hem dat ook goed. Dit schilderij is gemaakt in Londen, waar Isaac Israels in 1913-1914 een atelier had. Hij werkte vaak in Hyde Park, waar hij ruiters en wandelaars schilderde op de brede lanen waar geflaneerd werd. De amazone in het zwart lijkt voor Israels te poseren om hem de gele-
genheid te geven een goed ruiterportret te maken. Door zijn impressionistische stijl is haar identiteit echter niet goed herkenbaar. De vele ruiters die zich op de achter grond bewegen, zijn niet veel meer dan stoffage. De goed gesitueerde vrouw op het paard heeft een zelfbewuste uitstraling en gevoel voor status, typerend voor de gegoede klasse. Daar had Israels een scherp oog voor.
Herkomst: Kunsthandel F. Buffa, Amsterdam, 1915; Veiling Mak van Waay, 1933, nr. 72; Kunsthandel , Borzo, s-Hertogenbosch, 1975; Coll. L. Honsdrecht, Amsterdam. Literatuur: A. Wagner, Isaac Israels, Rotterdam, 1967, afbeelding pag. 90; Singer Museum Laren, Presentatie, Laren 1976, afbeelding pag. 69. Tentoonstelling: Laren, Singer Museum, Isaac Israels de Schilder, 1965, cat. nr. 55; Enschede, Rijksmuseum Twente, 1965, cat. nr. 53; Laren, Singer Museum, Presentatie, 1976, cat. nr. 82.
Conrad Kickert (1882 - 1965) Liggend naakt Olie op doek 33.8 x 44 cm, gesigneerd rechtsonder en gedateerd ’44
‘Johannes Evert’ Hendrik Akkeringa (1861 - 1942) Trosroosjes in een vaas Olie op paneel 31.7 x 25.5 cm, gesigneerd linksonder Annotatie verso op etiket: ‘Roosjes J. Akkeringa 1926’.
50 51
Daniel ‘Daan’ Muehlhaus (1907 - 1981) Sc h a a t s EN r i j d e r s o p d e W i j n h a v e n t e D o r d r e c h t Olie op doek 80 x 100 cm, gesigneerd rechtsonder en gedateerd ’29
Willem Dooijewaard (1892 - 1980) Tw e e b a l l e r i n a ’ s Olie op doek 62 x 40 cm, gesigneerd rechtsonder
52 53
Fernand Toussaint (1873 - 1956) Gemengd boeket in een glazen vaasje Olie op doek op schildersboard 37.5 x 46 cm, gesigneerd rechtsonder
Hermann Seeger (1857 - 1945) Meisjesportret Olie op doek 27.5 x 21 cm, gesigneerd rechtsboven
54 55
I
In 1904 ondernam Isaac Israels de reis naar Parijs. In de jaren daarvoor mocht hij in de ateliers en achter de schermen van modeatelier Hirsch & Co in Amsterdam tekenen en schilderen; essa-
yeuses die een japon voor pasten, naaisters die nog even een zoom vastzetten en jonge vrouwen die urenlang op een raamwerk prachtige motieven borduurden. Van de eigenaren van Hirsch ontving Israels introductiebrieven om ook in de ateliers van de Parijse modehuizen Paquin en Decroll te mogen schilderen. Isaac Israels schilderde regelmatig midinettes, jonge vrouwen die in de ateliers werkten of japonnen ver-
56 57
kochten aan de geachte clientèle. Op zijn schilderijen, pastellen en aquarellen zijn zij gekleed in een japon waarover heen een kort jasje of een blauwe lange rok, een witte blouse en een hoed op het opgestoken haar. Soms samen zittend op een bankje, of alleen met een doos met rollen stof naast zich. Ze wandelden in hun pauze naar het nabijgelegen Jardin de Tuileries, de Tuilerieën. Een wandeling van ongeveer tien minuten.
Het park was oorspronkelijk de tuin horende bij het paleis de Tuilerieën, gebouwd voor Catharina de Medici in 1553. Dit paleis stond tussen de lange armen van het Louvre; het is tijdens de opstand in 1871 in brand gestoken en vervolgens afgebroken. Ook de dame op dit schilderij is vermoedelijk aan het pauzeren in Jardin de Tuileries en leest rustig een krantje voordat zij richting de modehuizen aan de Rue de la Paix loopt.
‘Isaac’ Lazarus Israels (1865 - 1934) Lezende dame in Jardin de Tuileries, Parijs Aquarel 50 x 35 cm, gesigneerd rechtsonder en te dateren omstreeks 1906-1910 Literatuur: A. Wagner, Isaac Israels, Rotterdam 1967, afbeelding pag. 57, nr. 80; Jacob H. Reisel, Isaac Israels, portret van een Hollands impressionist, Amsterdam 1967, afbeelding pag. 158.
Pieter Florentius Nicolaas Jacobus ‘Floris’ Arntzenius (1864 - 1925) G e z i c h t o p d e B i e r k a d e t e D e n H a a g m e t v r a c h t s c h e p e n u i t U t r e c h t, A m s t e r d a m e n L e i d e n Aquarel, gouache en krijt 43.5 x 63 cm, gesigneerd rechtsonder Herkomst: Veiling Paul Brandt, Amsterdam, 11-14 dec. 1973, lot 884.
Pieter Florentius Nicolaas Jacobus ‘Floris’ Arntzenius (1864 - 1925) Figuren in de Spuistraat te Den Haag Olie op paneel 34.8 x 25 cm, gesigneerd rechtsonder Annotatie verso op etiket: ‘de Spuistraat bij regenweer te ’s-Gravenhage’. Herkomst: Kunsthandel R. Noortman, Hulsberg. Literatuur: Kunst & Antiek Revue, sep. 1978, afgebeeld op de cover; C.A. Schilp, Floris Arntzenius, Kunst & Antiek Revue, nov. 1979, afbeelding pag. 32.
58 59
Cornelis Vreedenburgh (1880 - 1946) Een afgemeerd zeilschip bij een boerderij
Hans von Bartels (1856 - 1913)
Olie op paneel 20.3 x 30.5 cm, gesigneerd rechtsonder en gedateerd 1928
Bollenvelden bij Haarlem Aquarel en gouache 32 x 45 cm, gesigneerd linksonder en gedateerd ’13 Annotatie linksonder: ‘Haarlem’.
60 61
D
Johan Bartold Jongkind (1819 - 1891)
De Nederlands-Franse schilder Jongkind wordt beschouwd als een voorloper van het impressionisme of zelfs als een vroege verte-
eerste opleiding kreeg Jongkind in Den Haag bij de romantische schilder Andreas Schelfhout (1787-1870), schilder van Hollandse wateren en luchten, van molens en schepen. Schelfhout bracht zijn talentvolle pupil in contact met de romantische Franse zeeschilder Louis Gabriel Eugène Isabey (1803-1886), die Jongkinds tweede leermeester zou worden. Een andere inspira-
Eugène Boudin (1824-1890) en de jongere schilders Alfred Sisley (1839-1899) en Claude Monet (1840-1926). Met een onderbreking tussen 1855 en 1860, toen hij in Rotterdam en omgeving verbleef, zou Jongkind van 1846 tot 1891 altijd in Frankrijk wonen en werken. In Frankrijk stond hij al bij leven in hoog aanzien; in Nederland kwam er pas waardering in de twintigste eeuw.
genwoordiger ervan. Maar anders dan veel impressionisten maakte Jongkind zijn schilderijen in het atelier, overigens op grond van wel in de openlucht gemaakte schetsen en aquarellen. Zijn
tiebron werd Camille Corot (1797-1875). Isabey nam Jongkind mee om te schilderen langs de Normandische kusten bij Le Havre. Jongkind zou daar nog vaak komen, samen met zijn vriend
Dit schilderijtje heeft een oer-Hollands thema. Het is een klein maar charmant wintergezicht in de trant van zijn eerste leermeester Schelfhout, maar het is in
62 63
1871 in Frankrijk geschilderd. In Frankrijk waren dergelijke Hollandse werken toen heel gewild. De compositie met de lage horizon en de schuine lijnen en verticale accenten, de stoffage met mensen en dieren is typisch voor Schelfhout en vele generaties Nederlandse landschapsschilders voor hem. Maar Jongkind is geen fijnschilder zoals zijn voorgangers. Hij is niet zo geïnteresseerd in een gedetailleerde en verfijnde weergave, veel meer belangstelling heeft hij voor de lichteffecten op een winterse dag die hij met een suggestieve en losse toets weergeeft.
Winter in Holland Olie op doek 22 x 32.5 cm, gesigneerd rechtsonder en gedateerd 1871 Herkomst: Galerie Allard, Parijs; Galerie Schmit, Parijs, 1966; Kunsthandel P.A. Scheen, Den Haag, 1977; Kunsthandel Noortman, Maastricht/Londen. Literatuur: Tent. cat. Jongkind, Galerie Schmit, Parijs 1966, pag. 53, afbeelding nr. 41; V. Hefting, Jongkind, Parijs 1975, afbeelding pag. 226, nr. 548; Tent. cat. Pieter A. Scheen Najaarstentoonstelling, afbeelding nr. 13; P.A. Scheen, Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars 1750-1880, Den Haag 1981, afbeelding nr. 780. Tentoonstelling: Galerie Schmit, Exposition Jongkind, 4 mei-4 jun. 1966; Kunsthandel Pieter A. Scheen, Najaarstentoonstelling, 25 nov.-3 dec. 1977. Dit schilderij zal worden opgenomen in de catalogue raisonné als cat. nr. H0412, op dit moment in voorbereiding door het Comité Jongkind, Parijs/Den Haag.
HAAGSE
S C HOOL
J
Johannes’ vader Solco Walle Tromp was in de koloniale tijd bestuursambtenaar op Java. De familienaam van zijn moeder was Zoetelief. Grootmoeder Zoetelief ontdekte dat Johannes doofstom was. Toen hij drie was, reisde ze met hem van Java naar
Europa, bezocht allerlei specialisten en bracht hem ten slotte onder in een doofstommeninrichting te Rotterdam. Daar leerde hij liplezen en gebarentaal. Pas in 1884 keerde hij met zijn oma naar Java terug. Daar veranderde hij in 1886 als dankbetuiging aan zijn oma zijn achternaam officieel in Zoetelief Tromp. Nog in 1886 keerde de hele familie terug naar Nederland. Daar werd Tromp leerling van de Amsterdamse Acade-
In 1899 trouwde hij met een dochter van de Haagse School-schilder Bernard Blommers, die een onmiskenbare invloed heeft gehad op de onderwerpskeuze en de stijl van Tromp. Na Den Haag woonde en werkte Zoetelief Tromp in Katwijk en Blaricum (Het Gooi). In 1928 vertrok hij voorgoed naar Breteuil, een dorpje in Haute Normandie waar zijn zoon een kippen-
mie. Na zijn afstuderen ging hij naar Den Haag en zocht hij aansluiting bij de schilders van de Haagse School.
Kinderen zijn een geliefd thema van de impressionistisch schilderende Zoetelief Tromp. Het oudste meisje in het
66 67
boerderij was begonnen.
blauw maakt met een schop het zandgat dicht waarin ze een Nederlandse vlaggetje heeft geplant. Het kleinste meisje in het wit zit voor een ligstoel en schept met een pollepel zand heen en weer. Op de achtergrond een wandelaar en een vrouw met twee kinderen. Alles simpel vermaak. Naar het voorbeeld van zijn schoonvader heeft Tromp de horizon hoog gehouden. De toets van Tromp is grover dan die van Blommers en nog meer dan die van Jozef Israels, die beiden hetzelfde thema schilderden, en zijn coloriet is lichter.
Johannes ‘Jan’ Zoetelief Tromp (1872 - 1947) Spelende meisjes op het strand Olie op doek 35 x 50 cm, gesigneerd linksonder
Pieter Florentius Nicolaas Jacobus ‘Floris’ Arntzenius (1864 - 1925) Stilleven van Oostindische kers in een glazen vaasje Hendrik Johannes Weissenbruch (1824 - 1903)
Olie op doek 37.5 x 44.5 cm, gesigneerd rechtsonder
Koeien bij een poldervaart Olie op doek op paneel 42.5 x 30.5 cm, gesigneerd rechtsonder
68 69
Emma Amalia Ekwall (1838 - 1925) Willem Bastiaan Tholen (1860 - 1931)
Kopje soep eten
Wandelaars op de Witte Brug te Den Haag in de winter Olie op doek 37.7 x 58.5 cm, gesigneerd rechtsonder , Literatuur: Mr.Dr. R.S. Bakels, W.B. Tholen, s-Gravenhage 1930, cat. nr. 65, met afbeelding; Ir.G. Knuttel, , W.B. Tholen, s-Gravenhage 1955, cat. nr. 32, met afbeelding; T. de Liefde-van Brakel, Schilderen en wonen op Scheveningen in de Belle Epoque, Scheveningen 2008, afbeelding pag. 66 en 67. Tentoonstelling: Scheveningen, Muzee Scheveningen, Schilderen en wonen op Scheveningen in de Belle Epoque, 4 jul.-28 sep. 2008.
70 71
Olie op doek 23 x 35.5 cm, gesigneerd linksboven
J
Johannes de Haas was gespecialiseerd in het schilderen van koeien. Hij was zo goed in het weergeven van de textuur en de houding van deze runderen dat hij vaak door landschapsschilders
als Willem Roelofs, Constant Gabriël e.a. werd gevraagd om zijn koeien in hun landschappen te schilderen. Hij was een leerling van de dierschilder Pieter Frederik van Os en vestigde zich na zijn leerjaren in Oosterbeek, het Nederlandse Barbizon aan de Veluwerand. Hij trouwde met een dochter van de daar woonachtige landschapsschilder J.W. Bilders (18111890). Vanaf 1857 woonde De Haas in het internationaal georiënteerde Brussel, maar hij kwam nog vaak voor stu-
72 73
die naar Gelderland. De Haas ontwikkelde een uitstekend Europees netwerk, woonde en werkte een tijdlang in Duitsland en werd internationaal bekend als schilder van koeien. Zoals vele schilders voor hem gebruikte De Haas door hemzelf in de natuur gemaakte schetsen (hij heeft er honderden gemaakt) als zetstuk voor de veestukken, die hij in zijn atelier maakte. De Haas schilderde het hiernaast afgebeelde werk op een paneel van groot formaat. De
dag is bewolkt en er staat een matig windje, afgaande op de rietstengels links. Drie roodbonte en twee zwartbonte koeien staan compositorisch verantwoord in de uiterwaarden van een rivier. Sommige koeien staren ons onverschillig aan zoals koeien dat kunnen, eentje graast. Ook aan de overkant van de rivier loopt een kudde runderen. Een zeilbootje komt voorbij en nog één. Alles ademt de charme van een rust zonder mechanische geluiden.
Johannes Hubertus Leonardus de Haas (1832 - 1908) Koeien bij zomer in de uiterwaarden van de ijssel Olie op paneel 96.5 x 130 cm, gesigneerd rechtsonder Literatuur: Max Rooses, Het Schildersboek, Nederlandse schilders der negentiende eeuw, Amsterdam 1895, afbeelding pag. 215.
(5207)
Johan Frederik Cornelis Scherrewitz (1868 - 1951) Vissers met trekpaarden op het strand Olie op doek 80.5 x 125.5 cm, gesigneerd rechtsonder Herkomst: Part. bezit, Schotland. Tentoonstelling: Kortenhoef, Stichting Kunst aan de Dijk, Man en Paard, 29 mei-20 jun. 2010.
Jozef Israels (1824 - 1911) Meisje in de branding Aquarel 32 x 22 cm, gesigneerd linksonder
74 75
C
Constant Gabriël werd in Amsterdam geboren als zoon van de beeldhouwer Paulus Joseph (‘Paul’) Gabriël. Constant maakte carrière als schilder, eerst van de Romantische en later van de Haagse School. Hij hanteerde echter niet het overwegend donkere – grijze en bruine – palet van andere
Haagse School-schilders. Volgens Gabriël was ons land ‘gekleurd, sappig, vet’ en was ‘ons land niet grijs, zelfs niet bij grijs weer’. Gabriël was bevriend met de dierschilder Johannes de Haas en de landschapsschilders Willem Roelofs en Anton Mauve. Hij specialiseerde zich in het schilderen van de polders rond Den Haag. Gabriël is weergaloos zowel in de weergave van waterpartijen en wolken als van weilanden en molens, die hij zo natuurlijk mogelijk probeerde over te brengen, bij verschillende weertypen en dus in verschillende belichting.
76 77
Het hiernaast afgebeelde landschap is vermoedelijk geschilderd op een vroege zomeravond in een polder bij Den Haag. De nauwelijks bewolkte hemel beslaat zoals in de Gouden Eeuw bijna tweederde van het schilderij en is van een teer blauw-wit. In het spiegelend water glijden de wolkjes ook voorbij. De waterplanten in de wetering zijn summier weergegeven, de eenden nauwelijks meer dan aangestipt. De stroken waterplanten herhalen de lijn van de horizon. Door de molens en de
hooiberg van de boerderij links worden er verticale accenten gelegd. Perspectief wordt gesuggereerd middels eeuwenoude methodes: de schuine weideranden lijken in de verte samen te komen en de horizon is nevelig en blauwig. Die horizon is laag en ligt op ongeveer een derde vanaf de onderkant van het schilderij, dat vermoedelijk is geschilderd tussen ca. 1884 en 1895, na het fijnschilderen in de romantische beginperiode van Gabriël maar voordat hij omstreeks 1895 begon met het hanteren van een grovere verfstreek.
Paul Joseph Constantin Gabriël (1828 - 1903) Hollands polderlandschap met een wetering, een Zuid-Hollandse watermolen en een wipwatermolen Olie op doek 30 x 46.5 cm, gesigneerd rechtsonder
Lodewijk Franciscus Hendrik ‘Louis’ Apol (1850 - 1936) Jan Willem van Borselen (1825 - 1892) Boer met paard en wagen in winters landschap Koeien bij het water Olie op doek 35 x 50 cm, gesigneerd linksonder Olie op paneel 30 x 43 cm, gesigneerd linksonder Herkomst: MacConnal-Mason, Londen; William Rodman & Co., Belfast.
78 79
ROMANTIEK
O
Otto Eerelman vormde met vader en zoon Verschuur de top van de Nederlandse paardenschilders in de negentiende eeuw. Eerelman schilderde paarden in allerlei situaties: paarden-
markten en paardenkeuringen, paarden die zijn aangespannen voor allerlei typen van rijtuigen en arren, ruiters te paard, portretten van paarden ten voeten uit, paarden bij officiële plechtigheden en voorstellingen met ‘indianen en cowboys’ uit de circussen van Buffalo Bill en Pawnee Bill. Deze aquarel-gouache geeft een harddraverij van amazones in een circustent weer: acht schrijlings gezeten
82 83
jockeydames galopperen in lange rokken over de renbaan voor een volgepakte tribune langs. De zit en kleding van de sportieve dames is door Eerelman met gevoel voor variatie uitgebeeld. En dat geldt ook voor de typen paarden: we menen voorop een bruin te zien, gevolgd door een moor met bles, een grauwschimmel en een witte schimmel en nog zo wat. Dat het hier om een circus gaat, wordt waarschijnlijk gemaakt door de constructie
van de ruimte en het podium boven de ‘artiesteningang’ waar de musici zitten, de vier hoornblazers in de binnenste cirkel, de merkwaardige reus in Chinese kledij rechts met zijn bediende en de drie heren met zwepen links. Voor een circus pleiten ook de brandende lichten; gewone paardenraces vinden gewoonlijk overdag plaats. Het is de charme van pretentieloos vermaak die Eerelman hier overtuigend in beeld brengt.
Otto Eerelman (1839 - 1926) De harddraverij van de amazones (Hippodrome, Parijs) Aquarel en gouache 51 x 73 cm, gesigneerd linksonder
Everardus Benedictus Gregorius Pagano Mirani (1810 - 1881)
Andreas ‘Andries’ Schelfhout (1787 - 1870) IJ s g e z i c h t m e t h o u t s p r o k k e l a a r e n s c h a a t s e r s
Winters bosgezicht met houtsprokkelaars Olie op paneel 42.5 x 54 cm, gesigneerd rechtsonder en gedateerd ’52
84 85
Olie op paneel 16.7 x 22.4 cm, gesigneerd rechtsonder en gedateerd ’52
S
Springer begon zijn loopbaan als schilder van geheel of gedeeltelijk gefantaseerde stadsgezichten. Maar vanaf ca. 1855 kwamen zijn schilderijen uitsluitend tot stand op basis van studies naar de werkelijke situatie ter plekke, al maakte hij de details soms wel wat
mooier. Kenmerkend voor hem is ook het spel met licht en schaduw. Springer legde zich toe op het uitbeelden van architectuur uit de zestiende en zeventiende eeuw. Classicistische gebouwen uit de achttiende of neostijlen uit de negentiende eeuw komen op zijn schilderijen niet voor. Springer is zijn romantisch-realistische stijl tot zijn dood trouw gebleven; hij stierf een jaar na tijdgenoot Vincent van Gogh, die juist een van de aartsvaders werd van het modernisme.
86 87
Op dit schilderij laden linksvoor twee sterke mannen een vrachtslede in of uit. Een jongen met een draagblad aan een zeel hoopt iets te verkopen. Aan de wallekant komen twee zeventiendeeeuwse heren aangelopen, vergezeld van een eveneens deftig geklede jongen en een zelfb ewust hondje. Een kajuitsloep wordt van de wal geduwd en zet koers naar de Herengracht, waar net een half-afgetuigd schip voorbijvaart. Over de brug kraakt een huifkar. De compositie lijkt onnadrukkelijk, maar is volgens een bepaald schema
tot stand gekomen. De verticale lijn van de vier bomen deelt het schilderij in tweeën: links de aarde en haar huizen, rechts het water en zijn schepen. De horizon wordt afgesloten door de huizen aan de overkant van de Herengracht en de daarmee parallel lopende brug. De schuine lijnen links suggereren diepte. Het licht komt van rechts en zet de huizen links in het zonnetje; het is rond het middaguur en de sfeer lijkt rustig en vredig. Knap om een zo architectonisch opgezet schilderij het aanzien te geven van een charmante zomermiddag.
Cornelis Springer (1817 - 1891) Gezicht op den Leidschegracht naar de Heerengracht omstreeks het jaar 1670 Olie op paneel 48 x 63 cm, gesigneerd linksonder en gedateerd 1884 Annotatie verso op etiket: ‘De ondergeteekende verklaard dat deze schilderij, voorstellende Gezicht op den Leidschegracht naar de Heerengracht te Amsterdams omstreeks het jaar 1670 door hem is vervaardigd 1884 C. Springer’. Literatuur: Zal worden opgenomen in het supplement op de oeuvrecatalogus van Cornelis Springer door Willem Laanstra als cat. nr. 84-4.
Johannes ‘Jan’ Weissenbruch (1822 - 1880) De Waalkade met de kraan, Nijmegen Olie op paneel 9.4 x 14.3 cm, gesigneerd rechtsonder Schilderij op ware grootte afgebeeld
Conradijn Cunaeus (1828 - 1895) Paardrijden op het strand Olie op paneel 51.5 x 70.5 cm, gesigneerd rechtsonder
88 89
Henriëtte Ronner-Knip (1821 - 1909) Drie jonge poesjes Olie op paneel 18.7 x 24.5 cm, gesigneerd linksonder en gedateerd ’95
Petrus Renier Hubertus Knarren (1826 - 1869) & David de Noter (1825 - 1875) Interieur met elegante dame Olie op paneel 78 x 63 cm, gesigneerd rechtsonder
90 91
M
Mari ten Kate kreeg al vroeg schilderles van zijn oudere broer Herman (1822-1891), een schilder die veel militairen in zeventiende-eeuwse kroegen en andere historische taferelen schilderde. Mari zelf was evenmin afkerig van een historieschilderij (De plundering van Geertruidenberg door de Fransen in 1795 bijvoorbeeld), maar
hij werd specialist in het uitbeelden van ‘kinder lief en leed’. Mogelijk werd hij in dat opzicht geïnspireerd door zijn oudste broer, de dominee-dichter J.J.L. ten Kate (1819-1899) en diens collega’s, die veel ‘innige’ poëzie schreven, ook over kinderen. Zowel de poëzie van de dominee-dichters als het werk van Mari ten Kate kunnen gerekend worden tot de Romantische stroming van de Biedermeier. De schilderijen van Ten Kate belichten meestal de positieve kanten van het gezinsleven maar vooral de charme van de onbekommerdheid en onbedorven-
92 93
heid van de jeugdjaren. Allerlei aan die levensperiode gebonden situaties worden licht sentimenteel en/of met een vleugje humor in beeld gebracht. Zijn doeken staan model voor de prenten van beroemde illustratoren als Cornelis Jetses (1873-1955) en J.H. Isings (1884-1977) en hebben een sfeer die men ook aantreft in de kinderb oeken van W.G. van de Hulst (1879-1963). Op de achtergrond van het hiernaast afgebeelde schilderij ligt een kleine boerderij met een hooiberg en een schuur, omringd door bomen en struiken. Het graan ervoor
is goudgeel, het is zomer. Op het voorplan woeste grond en een beekje met een simpel planken bruggetje, waarop een klein meisje, blootsvoets. Ze kijkt naar haar oudere broertje dat probeert een in het water gevallen mutsje van het hondje aan te pakken. Haar oudere zusje straalt naar de kleine uit dat alles weer goed komt. De interactie tussen de vier levende wezens is heel natuurlijk in beeld gebracht. Let ook op de gedetailleerde weergave van de planten op de voorgrond, van het mandje met de doek en de kruik water en de klompjes ernaast. Het is prachtig geschilderd.
Johan ‘Mari’ Henri ten Kate (1831 - 1910) Drie kinderen en een hondje met een mutsje dat in het water dreef Olie op doek 68 x 95 cm, gesigneerd linksonder
Adriana Johanna Haanen (1814 - 1895) Stilleven met fruit
Adrianus Eversen (1818 - 1897)
Olie op paneel 24.7 x 38.5 cm, gesigneerd linksonder
Gezicht op de Kolksluis in Spaarndam Olie op doek 37 x 46.5 cm, gesigneerd rechtsonder Annotatie linksonder: ‘Spaarndam’. Herkomst: W.H. Patterson Gallery, Londen, 1998. Literatuur: P. Overduin, Adrianus Eversen, Schilder van stads- en dorpsgezichten, Wijk en Aalburg 2010, afbeelding pag. 229, cat. nr. 37-4.
94 95
W Wouterus Verschuur is een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de late Nederlandse Romantiek. Hij was gespecialiseerd in het schilderen van paarden en andere boerderijdieren. Meestal waren het stilstaande paarden die hij
schilderde, in stallen en op pleisterplaatsen, in de stad en op het platteland. Hij stoffeerde de voorstelling vaak met honden, kippen en geiten en met ruiters of stalknechten. Verschuur was weliswaar geboren in de grote stad Amsterdam, maar schilderde bij voorkeur paarden in Brabant of in Gelderland, in welke laatste provincie hij ook is gestor-
In het middelpunt van dit schilderij staat een wit-grijze schimmel die zijn hoofd naar de toeschouwer heeft gedraaid, zodat er een direct contact wordt gesuggereerd tussen het dier en de kijker. Het paard is wel uitgespannen, maar niet afgetuigd. Het gareeltuig met het halsjuk maar ook zijn postuur wijzen erop dat het om een trekpaard gaat. De schim-
ven. Zijn grote voorbeeld was Philips Wouwerman (1619 – 1668), de paardenschilder bij uitstek van de Gouden Eeuw.
mel deelt zijn verblijf in een vervallen stal met twee peuzelende geiten links en een snuffelend hondje rechts. Links op de achtergrond een
96 97
voederbak met een ruif voor het hooi. Het licht valt op het paard als het stralende middelpunt van het schilderij; hij is helder afgetekend tegen een veel donkerder omgeving. Andere lichtaccenten vallen op de beide geiten en de snuit van het hondje. Het paard is niet alleen goed belicht maar ook gedetailleerd weergegeven met alle eigenaardigheden van zijn huid en een bijna menselijke blik. De charme van dit voor de Nederlandse economie zo belangrijke dier is door Verschuur heel goed getroffen.
Wouterus Verschuur (1812 - 1874) Sc h i m m e l i n e e n s t a l Olie op paneel 45 x 60 cm, gesigneerd linksonder
BEELDS C HOON & aantrekkelijk geprijsD
Petrus Gerardus Vertin (1819 - 1893) De vismarkt in Utrecht Olie op paneel 23.9 x 19.6 cm, gesigneerd rechtsonder en gedateerd ’88
Robert Völcker (1854 - 1924) Lezend dame op een sofa Olie op paneel 23 x 31.8 cm, gesigneerd rechtsboven en gedateerd 1911
Jan Voerman Jr. (1890 - 1976) Roze roosjes Olie op doek op paneel 21 x 17 cm, gesigneerd rechtsonder
Evert Moll (1878 - 1955) rotterdams Havengezicht Olie op doek op paneel 14.2 x 18.2 cm,
Gerard Victor Alphons Röling (1904 - 1981)
gesigneerd linksonder
Aardbeien in een schaal Olie op schildersboard 18.3 x 26.5 cm, gesigneerd rechtsboven met initialen en gesigneerd linksonder en gedateerd ’42
98 99
BEELDS C HOON & aantrekkelijk geprijsD
Albert Ludovici II (1852 - 1932) Pianoles Olie op paneel 12.3 x 16.7 cm, gesigneerd linksonder en gedateerd 1883
Arthur ‘Gerald’ Ackermann (1876 - 1960) Lathyrus (pronkerwt) in een glazen vaasje Aquarel 24.5 x 22 cm, gesigneerd rechtsonder
Evert Pieters (1856 - 1932) Sc h e l p e n v i s s e r s i n d e b r a n d i n g Olie op schildersboard 34.5 x 24.5 cm, gesigneerd rechtsonder
Antonius Bernardus ‘Anton’ Dirckx (1878 - 1927)
Heinrich Pützhofen-Esters (1872 - 1957)
Kleurrijke bollenvelden
Bedrijvigheid in Amsterdams straatje
Olie op doek 30.3 x 40 cm,
Tempera op papier 48.5 x 59.5 cm,
gesigneerd linksonder
gesigneerd rechtsonder
100 101
BEELDS C HOON & aantrekkelijk geprijsD
‘Harm’ Henrick Kamerlingh Onnes (1893 - 1985) Een ritje met paard en wagen Aquarel 17 x 24 cm, gesigneerd linksonder met initialen en gedateerd ’72
‘Jan’ Gerrit Jordens (1883 - 1962) Compositie Olie op schildersboard 25 x 30 cm
Johannes Carolus Bernardus ‘Jan’ Sluijters (1881 - 1957) Dansen Aquarel 18.3 x 9 cm, gesigneerd linksonder
Bernhard Anton ‘Anton’ Funke (1869 - 1955) V l i e g e n zw a m m e n Aquarel 22 x 12.5 cm, gesigneerd rechtsonder
102 103
Jan van der Zee (1898 - 1988) IJ s s e l l a n d s c h a p Gouache 48.5 x 63 cm, gesigneerd rechtsonder
INDE X
Ackermann, A.G. . .......................................................101 Akkeringa, J.E.H. ........................................................51 Altink, J. . .....................................................................23 Apol, L.F.H. .................................................................78 Arntzenius, P.F.N.J. ...........................................58, 59, 68 Bartels, H. von ............................................................61 Benner, G. . ....................................................................9 Bohemen, K. van .........................................................15 Boon, J. .......................................................................21 Borselen, J.W. van .......................................................79 Breetvelt, D. ................................................................17 Cremer, J. ...................................................................14 Corneille . ....................................................................12 Cosson, J.L.M. .......................................................43, 47 Cunaeus, C. ................................................................89 Dijkstra, J. ..................................................................25 Dirckx, A. ..................................................................100 Dooijewaard, W. ..........................................................53 Eerelman, O. ...............................................................83 Ekwall, E.A. ................................................................71 Eversen, A. .................................................................94 Funke, B.A. ...............................................................102 Gabriël, P.J.C. .............................................................77 Gestel, L. ....................................................................35 Godfrinon, E.J.J. .........................................................45 Haanen, A.J. ...............................................................95 Haas, J.H.L. de ...........................................................73 Hem, P. van der ..........................................................27 Hoboken, J. van ..........................................................20 Horrix, H.M. ...............................................................42 Hussem, W.F.K. ...........................................................11 Israels, I.L. ...........................................................49, 57 Israels, J. ....................................................................75 Jongkind, J.B. .............................................................63 Jordens, J.G. .............................................................103 Kamerlingh Onnes, H. ..............................................102
C OLOFON
Kate, J.M.H. ten ..........................................................93 Kickert, C. ..................................................................50 Knarren, P.R.H. ...........................................................90 Lataster, G. ..................................................................8 Lucebert ....................................................................10 Ludovici, A. II ..........................................................100 Mirani, E.B.G.P. ..........................................................84 Moll, E. ......................................................................99 Muelhaus, D. ..............................................................52 Noter, D. de ................................................................90 Pieters, E. ................................................................101 Pützhofen-Esters, H. .................................................101 Röling, G.V.A. .............................................................98 Ronner-Knip, H. .........................................................91 Rooskens, J.A. ............................................................16 Schelfhout, A. ............................................................85 Scherrewitz, J.F.C. ......................................................74 Seeger, H. ...................................................................54 Sluijters, J.C.B. ....................................28, 29, 33, 34, 103 Springer, C. ................................................................87 Stein, G. .....................................................................46 Tholen, W.B. ...............................................................70 Toorop, J.T. ................................................................37 Toussaint, F. ...............................................................55 Tytgat, E. ....................................................................31 Verschuur, W. .............................................................97 Vertin, P.G. .................................................................98 Voerman, J. Junior ......................................................99 Völcker, R. ..................................................................99 Vreedenburgh, C. .......................................................60 Weissenbruch, H.J. .....................................................69 Weissenbruch, J. ........................................................88 Wiegers, J. ..................................................................24 Wolter, H.J. ................................................................41 Zee, J. van der ..........................................................103 Zoetelief Tromp, J. .....................................................67
Samenstelling: Anna Smit-Loor Kunsthistorisch onderzoek: Arie Bakker Teksten: Willemien de Vlieger (pagina 32, 36, 44, 56) en Murk Salverda Fotografie interieur: Hans Westerink, Zwolle Vormgeving & dtp: FIZZ marketing + communicatie, Meppel Fotografie, lithografie en druk: Èpos | press, Zwolle
Met dank aan: Miluska van ’t Lam, Hanneke Loor-Salverda en Katy Smit-Schulting
M a r k S m i t K u n s t h a n d e l B . V. | M a r k t 5 7 7 3 1 D B O m m e n | T 0 5 2 9 4 6 9 2 8 0 | w w w. m a r k s m i t . n l