Aan de leden van Provinciale Staten
Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer Antwoord op Bijlage
: : : : : : :
Onderwerp
: Afspraken en beleidskeuzes 2008
28 februari 2008 2008-09200/8/A.23, CW 74136 I. Wiersema (050) 316 4110
Geachte dames en heren, In december 2007 heeft in Provinciale Staten een debat plaatsgevonden over de financiële positie van BJZ en de rol van de provincie hierin. Eén van de aanbevelingen uit het rapport was om voor 2008 in nauw overleg tussen BJZ en de provincie de beschikbare middelen af te zetten tegen de te leveren prestaties en daar waar nodig ook in nauw overleg expliciete keuzes in te maken. Deze keuzes dienen een zakelijke afweging te zijn en te worden vastgelegd. De documenten die tot deze zakelijke afweging moeten leiden zijn de subsidieaanvraag annex begroting van BJZ voor 2008 en de plannen van de provincie zoals verwoord in het uitvoeringsprogramma 2008. De resultaten hiervan zijn neergelegd in de subsidiebeschikking 2008. Wij verwijzen u dienaangaande naar de brief die u separaat van ons ontvangt. Geconstateerd is dat de door ons gewenste structurele activiteiten, zoals verwoord in het uitvoeringsprogramma 2008, niet op een verantwoorde manier kunnen worden uitgevoerd. Dit wordt veroorzaakt door een aantal incidentele en structurele knelpunten. Deze constatering heeft geleid tot een aantal bijeenkomsten tussen Bureau Jeugdzorg en de provincie met als doel de noodzakelijke te maken keuzes voor 2008 in beeld te brengen. De overleggen hebben inzicht gegeven in de mogelijkheden en onmogelijkheden en de keuzes die gemaakt moeten worden om met de voor 2008 beschikbare middelen reële prestaties te kunnen leveren. Wij hebben op grond van de uitkomsten van de twee bijeenkomsten van 29 november en 11 december 2007 in principe besloten aan BJZ incidenteel voor 2008 een bedrag toe te kennen van € 656.924. Dit bedrag brengen wij ten laste van de reserve jeugdhulpverlening. Het bedrag van € 656.924 is als volgt opgebouwd. Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) Eind 2006 was de wachtlijst van het AMK teruggebracht tot nul. Binnen het AMK zijn de wachtlijsten in 2007 toch weer opgelopen hetgeen eind 2007 resulteerde in een wachtlijst van 80 cliënten. Wij hebben BJZ meermalen te kennen gegeven dat wij een wachtlijst bij het AMK niet acceptabel vinden en dat onderzoeken door het
AMK binnen de hiervoor geldende termijnen moeten worden gestart en worden afgesloten. In het verleden heeft BJZ de wachtlijsten binnen het AMK teruggebracht tot nul door het tijdelijk intern verschuiven van personeel naar het AMK. Bureau Jeugdzorg zal, om de harde eis van de provincie (geen wachtlijst bij het AMK) structureel na te kunnen komen, nu inzicht moeten verkrijgen in de veroorzakende factoren. In 2007 hebben wij BJZ financiële ondersteuning verstrekt voor het realiseren van een veranderprogramma binnen BJZ. Voor het AMK heeft BJZ in het najaar van 2007 een interim manager aangesteld die voor het AMK een plan van aanpak heeft geschreven met hieraan gekoppeld een pakket aan maatregelen. In grote lijnen bestaat het voorstel uit interne verbeteringen van de werkprocessen, waaronder het inrichten van een interne flexpool en het uitbesteden van de huidige wachtlijst aan een externe organisatie. Evenals de andere afdelingen binnen BJZ zal ook het AMK onderdeel gaan uitmaken van de nog in te richten organisatiestructuur met een front-office en een back-office. Op basis van de bijeenkomsten in november en december 2007 maken wij voor 2008 voor het AMK met BJZ de volgende afspraken: 1. In het eerste half jaar van 2008 zijn de problemen bij het AMK structureel opgelost, hetgeen inhoudt dat er geen wachtlijsten meer mogen zijn. 2. Op 1 juni 2008 is de afdeling AMK dusdanig op orde dat de productie behaald wordt binnen de vastgestelde prijs en dat er proactief en flexibel gewerkt wordt door het inzetten van personeel uit een interne flexpool zodat fluctuaties in de instroom bij het AMK kunnen worden opgevangen en het AMK binnen de gestelde wettelijke doorlooptijden/ normen blijft werken. Het uitgangspunt hierbij is financiering op basis van p * q financiering en structurele aanwezigheid van een interne flexpool. 3. De bestaande wachtlijst AMK wordt weggewerkt door het incidenteel inzetten van een externe uitvoeringsorganisatie. AMK-wachtenden worden hiermee niet weggewerkt door eigen personeel van BJZ maar door inzet van derden. Wij hebben besloten BJZ hiervoor incidenteel een bedrag beschikbaar te stellen van € 211.200 incl. BTW. 4. Wij worden maandelijks door BJZ geïnformeerd over het aantal wachtenden dat langer dan 5 dagen op start onderzoek wacht. Wij vinden dat we met het uitbesteden van de wachtlijst AMK aan een externe organisatie het personeel op het AMK de mogelijkheid bieden zich volledig te kunnen richten op de instroom van nieuwe cliënten en de onderzoeken voor deze nieuwe cliënten binnen de wettelijke termijnen kunnen starten en afsluiten. Daarnaast kunnen ze zich zonder de last van een wachtlijst richten op de invoering van een front- en backoffice structuur. De kindertelefoon De kindertelefoon wordt financieel gedragen door de provincies Groningen en Drenthe. In 2007 zijn de kosten, volgens afspraak, verdeeld op basis van het aantal gewogen jeugdigen per provincie. Voor 2008 werd in eerste instantie een begrotingstekort geconstateerd bij de kindertelefoon. De oorzaak hiervan werd grotendeels veroorzaakt door het wegvallen van inkomsten vanuit de provincie Drenthe. Wij zijn als provincie Groningen hierover in overleg getreden met de provincie Drenthe. Het overleg met de provincie Drenthe heeft geleid tot afspraken over de financiering, waarbij we ook voor 2008 de afspraak hebben gemaakt op basis van het aantal gewogen jeugdigen per provincie samen de financiering te dragen voor de kindertelefoon. Vanuit Bureau Jeugdzorg Drenthe ontvangt BJZ Groningen voor 2008 een totaal bedrag van € 113.813. De bijdrage van de
2
provincie Groningen komt hiermee uit op € 155.187. In onze brief van 18 februari 2008 over de maximale subsidie 2008 hebben wij BJZ voor de kindertelefoon een bedrag toegekend van € 129.463. Wij zullen deze bijdrage voor 2008 aanvullen met een bedrag van € 25.724 waardoor de bijdragen van Groningen en Drenthe op basis van gewogen jeugdigen gelijkwaardig zijn verdeeld. De kindertelefoon is een onderdeel van BJZ waarbinnen in 2008 ook inhoudelijke ontwikkelingen op het programma staan (project Gouden Oor). Daarnaast zijn de kosten van de kindertelefoon relatief hoog afgezet tegen het aantal gewogen jeugdigen. Het is van belang dat in 2008 voor de kindertelefoon een levensvatbaar plan wordt ontwikkeld voor de komende jaren. Hiervoor is het belangrijk samenwerking met de bureaus jeugdzorg van de omliggende provincies te zoeken. Casemanagement Bureau Jeugdzorg kent een drietal soorten casemanagement: 1. Casemanagement voor geïndiceerde zorg 2. Casemanagement voor niet geïndiceerde zorg 3. Casemanagement voor cliënten met een indicatiebesluit die wachten op zorg (wachtlijstbeheer). Het casemanagement voor de geïndiceerde zorg kent een basisvariant en een intensieve ondersteuningsvariant. Voor 2008 hebben we in gezamenlijkheid met BJZ het doel gesteld om het aantal cliënten dat in aanmerking komt voor de intensieve variant terug te dringen naar 25%. In 2007 werd deze vorm aan 33% van de cliënten geboden. Om dit te kunnen realiseren moet aan twee voorwaarden worden voldaan: 1. Er worden sluitende afspraken gemaakt tussen BJZ, de zorgaanbieders en de provincie over de rol en taken die de zorgaanbieders vervullen in de basisvariant casemanagement. Wij zullen het initiatief nemen tot het organiseren van dit driehoeksoverleg. 2. De medewerkers van BJZ moeten middels instructie en opleiding in staat zijn om cliënten 'los' te laten, zodat casemanagement een meer zakelijke relatievorm krijgt. Het betreft hier een verandering van handelen bij het personeel. Het casemanagement voor niet geïndiceerde zorg heeft te maken met taken in het kader van de beschermingstaak van Bureau Jeugdzorg en klantvriendelijkheid. De doelstelling voor 2008 is om deze vorm van casemanagement in 2008 te registreren en te volgen, zodat wij eind 2008 afspraken met BJZ kunnen maken om deze vorm van casemanagement in 2009 verder af te bouwen. Het casemanagement voor cliënten met een indicatiebesluit die wachten op zorg geeft een extra last en druk op de casemanagers van BJZ. Het aantal cliënten dat wacht op de start van zorg wordt veroorzaakt door een tekort aan opvangcapaciteit bij de zorgaanbieders. Om de druk op de casemanagers te verminderen hebben we in gezamenlijkheid met BJZ voor 2008 de volgende doelstelling geformuleerd: 1. Cliënten met een indicatie stromen zo snel mogelijk door naar de geïndiceerde zorg. Hiermee wordt de tijd die de casemanagers besteden aan de ondersteuning van cliënten tijdens de wachtlijstfase geminimaliseerd. Dit levert een tijdsbesparing op voor BJZ én zorgt ervoor dat de uitvoering van het casemanagement teruggaat naar het uitvoeren van wettelijke taken. De fte's die hierdoor vrijvallen kunnen vervolgens (gedeeltelijk) ingezet worden ten behoeve van de landelijk gewenste invoering van de methodiek voor verbetering van de indicatiebesluiten.
3
Om deze doelstelling te realiseren hebben wij besloten om ook in 2008 middelen voor overbruggingshulp in te willen zetten bij de zorgaanbieders. In 2007 hebben wij de Base Groep middelen verstrekt om overbruggingshulp mee te realiseren. Deze middelen zijn nog niet volledig besteed. Het instrument overbruggingshulp heeft in onze optiek een aantal voordelen 1) Cliënten krijgen nog niet meteen hun geïndiceerde hulp maar krijgen al wel een vorm van begeleiding door de zorgaanbieder waardoor de druk op het casemanagement van BJZ afneemt, 2) met het inzetten van overbruggingshulp behouden we een vraaggerichte aanpak omdat de cliënt uiteindelijk wel de zorg ontvangt die voor hem geïndiceerd is en 3) overbruggingshulp sluit goed aan bij onze ingeslagen weg om het zorgaanbod te flexibiliseren omdat zorgaanbieders in de periode van overbruggingshulp in staat worden gesteld om het juiste zorgaanbod rondom de cliënt te creëren. Op dit moment vindt onder leiding van BJZ overleg met de Base Groep en CWZW Noord plaats over de benodigde overbruggingshulp in 2008. Wij wachten een voorstel hieromtrent van BJZ af op basis waarvan wij dan een definitief besluit nemen over de inzet van overbruggingshulp in 2008. Toegang Met het rijksuitkering die wij ontvangen voor de Toegang van Bureau Jeugdzorg, kunnen wij ( op basis van de tarieven van Deloitte) slechts 59% van de kosten van BJZ financieren. Deze rijksfinanciering is onvoldoende. Dit betekent dat de uit te voeren taken voor de Toegang moeten worden afgezet tegen de beschikbare middelen en dat hiervoor sluitende werkafspraken vereist zijn. Voor de Toegang maken wij voor 2008 de volgende werkafspraken met BJZ: 1. Ieder kwartaal stelt BJZ vast wat de productiewaarde (gewogen productie) is bij de Toegang in relatie tot de begroting. We stellen hierin een marge vast van in totaal 10 % ( 5% naar boven of naar beneden) rondom de begroting. Wanneer de productiewaarde lager ligt dan 95% zal BJZ 35% van het verschil tussen de gerealiseerde productiewaarde en 95% van de subsidie Toegang moeten terugbetalen. In het geval de productiewaarde tussen de 95 en 100% ligt kan BJZ het verleende bedrag behouden. Indien de marge naar boven toe hoger uitvalt wordt in overleg met de provincie de instroom bij de voordeur van BJZ tijdelijk beperkt. Deze maatregel houdt in dat de voordeur van BJZ dan vier weken alleen toegankelijk is voor spoedgevallen en urgentie. 2. Ook wanneer de wachtlijst bij BJZ van jeugdigen die wachten op een analyse voor indicatie 200 is (dit betreft de totale wachtlijst bij de Toegang, inclusief de indicaties voor een PGB), zal de onder 1 genoemde maatregel van kracht worden in die zin dat de voordeur voor een periode van vier weken alleen toegankelijk is voor spoedgevallen en urgentie. 3. Gedurende 2008 zal Bureau Jeugdzorg de 'achterkant' van BJZ monitoren. Dit betekent dat BJZ bekijkt in hoeverre de instroom van BJZ overeenkomt met de beschikbare capaciteit van de zorgaanbieders. BJZ levert ons de resultaten hiervan per kwartaal bij de huidige kwartaalrapportages aan. 4. Bureau Jeugdzorg treft in 2008 voorbereidingen om zicht te krijgen op de vraag die gemeenten richting BJZ hebben. 5. De toegang geeft in 2008 de indicaties af binnen de hiervoor geldende norm van 77 dagen. Wij realiseren ons dat door de beslissing om de instroom bij de voordeur te beperken, indien de wachtlijst oploopt of de productiecijfers dit noodzakelijk maken,
4
het risico bestaat dat in de periode dat de voordeur alleen toegankelijk is voor spoedgevallen en urgentie de toestroom naar het AMK, de Jeugdbescherming en de Jeugdreclassering toeneemt, hetgeen daar (langere) wachtlijsten kan veroorzaken. Omdat wij wachtlijsten bij het AMK niet accepteren zal BJZ in het geval de wachtlijsten bij het AMK oplopen als gevolg van de (tijdelijke) maatregel bij de Toegang hiervoor de interne flexpool moeten inzetten. Verbetering Indicatiestelling Bureau Jeugdzorg (VIB) Het landelijke project Verbetering Indicatiestelling Bureaus Jeugdzorg heeft als doel op het gebied van indicatiestelling zoveel mogelijk eenheid van werken te bewerkstellingen binnen alle Bureaus Jeugdzorg in Nederland. De invoering van het project VIB binnen BJZ is voor ons een belangrijk gegeven om een aantal redenen: 1) het is een maatstaf voor kwaliteit en efficiency van het werken in de Toegang. 2) VIB bevordert de kwaliteit van het werk van BJZ 3) VIB voorziet in werkwijzen met risicotaxatie voor clienten en transparantie van werken 4) Tevens kan door VIB een goede aansluiting met de voorliggende voorzieningen en de Centra voor Jeugd en Gezin, alsmede de zorgaanbieders plaatsvinden. 5) Onderdeel van VIB is ook het vroegtijdig signaleren van mogelijke kindermishandeling. 6) VIB is voor BJZ een belangrijke bouwsteen waarop de front- en backoffice gebouwd kunnen worden. De implementatie van het VIB is binnen Bureau Jeugdzorg een zo goed als onomkeerbaar proces geworden. Echter constateert BJZ bij de implementatie nog een tekort van € 935.500 (ongeveer 13 fte.). Ondanks dit tekort zijn wij van mening dat BJZ de kosten van de implementatie van het VIB binnen de eigen begroting moet opvangen. Om dit te realiseren maken wij voor 2008 de volgende werkafspraken met BJZ. 1. Het VIB wordt binnen de hele organisatie van BJZ gefaseerd ingevoerd gedurende een langere periode dan landelijk afgesproken (landelijk staat het afronden van de implementatie op eind 2008). BJZ stelt hiervoor een haalbaar plan op dat op 1 april 2008 klaar is. Op basis van dit plan zullen wij het IPO over de verlengde invoering informeren. 2. Een deel van de benodigde formatie (6 fte) wordt gerealiseerd door inzet van de formatie die vrijvalt vanwege verandering bij de uitvoering van het casemanagement. Deze vrijgekomen formatie zal echter als eerste worden ingezet voor de in te stellen interne flexpool voor het AMK. 3. De resterend benodigde 7 fte zal vanuit de bestaande personeelsformatie worden ingezet hetgeen gedurende de implementatieperiode productieverlies zal opleveren binnen de Toegang, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Ten aanzien van dit productieverlies hanteren wij de marge zoals benoemd bij de Toegang. BJZ neemt dit productieverlies op in het plan van aanpak voor het VIB. BJZ informeert ons maandelijks over de stand van zaken van de wachtlijsten bij deze afdelingen. Protocol sluitende aanpak kindermishandeling Bureau Jeugdzorg voert de regie- en registratiefunctie in het protocol kindermishandeling. Het betreft hier een protocol dat is afgesloten tussen verschillende provinciale organisaties in onze provincie. In 2007 hebben we voor de werkzaamheden die BJZ binnen dit protocol verricht middelen van het Rijk gevraagd, maar dit verzoek is afgewezen. Hiertegen loopt nog een bezwaarprocedure. Voor 2008 hebben wij opnieuw € 150.000 aan het Rijk
5
gevraagd voor de uitvoering van de regie- en registratiefunctie van BJZ bij dit protocol. Dit is meegenomen in het uitvoeringsprogramma 2008. In de voorlopige toekenning van het Rijk voor 2008 zijn de extra gevraagde middelen niet toegekend. Wij vinden het echter van groot belang dat het protocol kindermishandeling doorgang kan vinden. Temeer omdat er een preventieve werking uitgaat van dit protocol gericht op het verminderen van aanmeldingen bij het AMK en het versterken van het voorliggende veld op het gebied van signaleren en herkennen van kindermishandeling. Om BJZ in 2008 binnen het protocol de regie- en registratietaken te kunnen laten vervullen hebben wij besloten BJZ hiervoor een bedrag van € 150.000 toe te kennen. Jeugdbescherming De landelijke invoering van het Deltaplan gezinsvoogdij heeft tot doel een kwaliteitsverbetering door te voeren in het werk van de gezinsvoogden, waarbij ook een verlaging van de caseload per gezinsvoogd aan de orde is. De implementatie van deze werkwijze is in 2006 gestart met het maken van de plannen. De verwachting is dat met de invoering van het Deltaplan de doorlooptijden van een ondertoezichtstelling verkort zullen worden. De doelstelling landelijk, en ook zoals wij die in Groningen stellen, is dat eind 2008 het Deltaplan is ingevoerd, waarbij de caseload per gezinsvoogd is verlaagd naar 1:15. Hiertoe is door Rijk, directies BJZ en provincies een convenant ondertekend. Bij BJZ Groningen doen zich echter problemen voor bij de invoering. Dit heeft enerzijds te maken met onvoldoende middelen voor de invoering van het Deltaplan en anderzijds met de grote hoeveelheid nieuwe medewerkers bij de afdeling jeugdbescherming. Omdat deze nieuwe medewerkers moeten inwerken en hun caseload moeten opbouwen levert dit bij benadering in 2008 voor 10 fte. productieverlies op. Hiermee komt de afspraak om eind 2008 een caseload per gezinsvoogd te hebben van 1:15 onder druk te staan. BJZ stelt daarom een aangepast plan van aanpak op voor 2008 ten behoeve van de invoering van het Deltaplan. BJZ heeft dit plan klaar op 1 april 2008. Ten aanzien van de jeugdbescherming maken we voor 2008 de volgende werkafspraken met u: 1. BJZ voert in 2008 het Deltaplan verder in waarbij eind 2008 de caseloadverlaging van 1:15 wordt gehaald. Het feit dat deze caseloadverlaging wordt gehaald heeft wel tot gevolg dat de wachtlijst bij de jeugdbescherming zal blijven bestaan of zal toenemen. De keuze voor een wachtlijst bij de jeugdbescherming is niet gemakkelijk. Toch zullen we deze consequentie accepteren omdat we de invoering van het Deltaplan voor de gehele jeugdbescherming van groot belang en als noodzakelijk achten. 2. In dit kader is het voor ons van belang dat BJZ ons maandelijks informeert over de wachtlijst van de jeugdbescherming. Op basis van deze gegevens kunnen we zo nodig met hen in overleg treden. Jeugdreclassering Voor de afdeling jeugdreclassering werkt BJZ in 2008 verder met de methodiek die in 2007 is geïmplementeerd en stuurt ze op de doorlooptijden van zaken, de instroom van specifieke programma's zoals ITB en heeft nazorg de aandacht. Wij willen maandelijks geïnformeerd worden over de wachtlijst bij de jeugdreclassering. Eigen Kracht Conferenties (EKC's) Wij onderschrijven het belang van de inzet van EKC's en hebben hiervoor ook in 2007 extra middelen bij het Rijk gevraagd. Deze middelen zijn niet toegekend
6
waartegen nog een bezwaar loopt. Voor 2008 hebben wij wederom extra middelen voor EKC's gevraagd. Op 18 december 2007 hebben wij de Statencommissie Welzijn Cultuur en Sociaal Beleid meegedeeld dat wij voornemens zijn BJZ voor 2008 voor 60 EKC's financiering te verstrekken. Wij hebben besloten BJZ voor dit aantal in 2008 € 270.000 beschikbaar te stellen. 60 EKC's is gebaseerd op een jaarproductie. Omdat de definitieve besluitvorming later in 2008 plaatsvindt, zullen wij na definitieve besluitvorming met BJZ kijken hoeveel EKC's er daadwerkelijk in 2008 door hen kunnen worden uitgevoerd. Gelet op het feit dat een EKC een vorm van niet geïndiceerde hulp betreft willen wij in 2008 met de gemeenten in overleg treden om de mogelijkheden te verkennen om de EKC's door het voorliggende veld uit te laten voeren. Hiermee verwachten wij dat de preventieve werking die van de EKC's uitgaat extra wordt versterkt. Aansluiting met het voorliggende veld Om een goede aansluiting met het lokale voorliggende veld te bewerkstelligen heeft u binnen de reguliere begroting van BJZ in 2008 4 fte (€ 211.000) vrijgemaakt voor consultenten/kwartiermakers die zorg dragen voor verbetering van de aansluiting met het voorliggende veld en de komende centra voor jeugd en gezin. Wij hechten aan de komst van deze consulenten omdat de aansluiting met het voorliggende veld de komende jaren een sterke focus moet krijgen. Daarnaast zet BJZ in 2008 twee medewerkers in ten behoeve van deskundigheidsbevordering in het voorliggende veld. De kwartiermakers starten gefaseerd op 1 maart 2008. Wij zullen met BJZ nog nadere afspraken maken over de invulling van de taken van deze kwartiermakers, zodat dit goed aansluit bij de bestuursovereenkomst die wij met de Groninger gemeenten gaan afsluiten. Organisatieoverkoepelende afspraken Bovengenoemde afspraken zijn allemaal inhoudelijk gericht op de verschillende afdelingen binnen BJZ. Als organisátie BJZ moeten de verschillende afdelingen onderling met elkaar verbinden. BJZ zult haar organisatie zodanig aanpassen dat alle afdelingen worden ondergebracht in een structuur met een een front-office en een back-office. Hiervoor stellen zij vóór 1 mei 2008 een implementatieplan vast. Tevens wordt vanuit deze visie voor een front-office en een back-office de gezamenlijke voordeur van de Toegang en het AMK ingericht. Het uitgangspunt hierbij is 'Toegang waar het kan, AMK waar het moet'. De voorbereidingen hiervoor zijn klaar in juni 2008. Binnen BJZ wordt tevens bekeken welke efficiency nog behaald kan worden in de kosten van ondersteunende taken. Dit zal BJZ voor 1 juni 2008 inzichtelijk hebben. Op basis van deze inzichten maken wij voor 2009 verdere afspraken met BJZ. Tenslotte stelt BJZ in 2008 in samenwerking met de provincie en netwerkrelaties een (strategisch) meerjarenplan op. Wij denken met bovenstaande voor 2008 sluitende afspraken met BJZ te hebben gemaakt op basis waarvan zij hun (wettelijke) taken naar behoren kan uitvoeren. Een aantal van de gemaakte afspraken heeft ook consequenties voor ketenpartners. Het is daarom belangrijk deze partners over de afspraken te informeren. BJZ en de provincie zullen hierin samen optrekken. De genoemde termijnen voor het opstellen van plannen en realiseren van doelen zal na definitieve besluitvorming zo nodig worden bijgesteld, waarbij de periode vanaf 1 januari tot de definitieve besluitvorming zal worden verrekend. Op grond van de kaderverordening heeft u de mogelijkheid om binnen drie weken na dagtekening van deze brief aan te geven of u ons principe-besluit wenst te bespreken.
7
Wij vertrouwen er op u langs deze weg voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen:
, voorzitter.
, secretaris.
8