Dagbesteding voor mensen met dementie en hun mantelzorgers Stuurgroep Zorgketens Dementie Amsterdam
Amsterdam, 2 juli 2013
1
Inhoudsopgave 1.
Introductie ............................................................................................................................................ 3
2.
Visie op dagbesteding voor mensen met dementie ............................................................................. 6
3.
Dementie in Amsterdam ....................................................................................................................... 7
4.
Beeld van het bestaande aanbod en gebruik van dagbesteding .......................................................... 8
5.
Houtskoolschets van goede dagbesteding voor mensen met dementie ........................................... 10 Volwaardig programma met een mix van functies ................................................................................. 10 Activering en inclusie als fundamenten .................................................................................................. 11 Dagbesteding voor en met mantelzorger ............................................................................................... 11 Een fijne, goede plek in de wijk .............................................................................................................. 11 Verschillen per wijk ................................................................................................................................. 12 Ingebed in de bestaande netwerken dementiezorg ............................................................................... 12
6.
Hetzelfde of meer voor minder geld................................................................................................... 13 Optie 1: binnen de bestaande voorzieningen slimmer werken.............................................................. 13 Optie 2: verdergaande bundeling van aanbod ( “integrale wijkvoorziening”) ....................................... 13
7. Integrale Wijkvoorziening ....................................................................................................................... 14 8.
Advies aan Gemeente Amsterdam en zorgkantoor Amsterdam/Achmea ......................................... 16
Bijlage 1 Schrijfgroep .................................................................................................................................. 18 Bijlage 2 Beeld van de vraag ....................................................................................................................... 19 Bijlage 3 Beeld van het aanbod................................................................................................................... 21 Bijlage 4 Indicatiestelling ............................................................................................................................ 27 Bijlage 5 Behoeften van mensen met dementie en de mantelzorger ........................................................ 33 Bijlage 6 Zorgstandaard dementie .............................................................................................................. 35
2
1. Introductie Over dementie Bij dementie is sprake van een ernstige hersenziekte. Dementie kan verschillende oorzaken en verschillende uitingsvormen hebben. De grote meerderheid van de mensen met dementie heeft de ziekte van Alzheimer. Bij dementie worden verschillende hersenfuncties aangetast, waaronder het geheugen, de oriëntatie, de taal, het handelen, de herkenning van de betekenis van voorwerpen en het oordeelsvermogen. Ziekte-inzicht ontbreekt doorgaans, ook in de beginfase van de ziekte, maar daarentegen heeft de meerderheid van de mensen met dementie wel besef van de eigen beperkingen. Gebrek aan realiteitszin stelt beperkingen aan de eigen regie en maakt ondersteuning door mensen in de direct omgeving, zoals familie vrienden en buren, en professionals noodzakelijk voor het behoud van kwaliteit van leven, met name ook in de beginfase van dementie. Mantelzorgers van mensen met dementie hebben een zware taak. Vaak zijn zij zelf ook op leeftijd, een deel van hen heeft naast de zorg nog een drukke baan en/of thuiswonende kinderen, een deel van de mantelzorgers woont op afstand van de persoon met dementie met als gevolg dat men ook veel tijd kwijt is met het organiseren op afstand en het op en neer reizen. De ziekte kan vele jaren duren (8 tot 10 jaar). Vanwege het toenemend aantal uren dat mantelzorgers aan de zorg voor hun naaste besteden hebben zij ook behoefte aan respijtzorg. De zorg voor een partner of ouder met dementie speelt 24 uur per dag, zeven dagen per week. Overbelasting van de mantelzorger ligt hierdoor op de loer. Uit onderzoek is al langere tijd bekend dat het ondersteunen van mantelzorgers een positieve uitwerking heeft op hun competentiegevoelens en psychische gezondheid en hun gevoelens van (over)belasting kan verminderen. Het is daarom belangrijk dat mantelzorgers worden geïnformeerd en geadviseerd over ondersteuningsmogelijkheden vanuit de verschillende voorzieningen. Het gebruik maken hiervan moet echter een vrije keuze zijn en geen verplichtend of dwingend karakter hebben. De ondersteuning waaraan mensen met dementie en hun mantelzorgers behoefte hebben, bestaat onder meer uit: dagbesteding voor activering, sociale contacten en activiteiten op maat; emotionele steun; informatievoorziening; en ondersteuning bij het behoud van de eigen regie. Laagdrempelige voorzieningen in de wijk hebben hierbij de voorkeur. De vraag van Gemeente Amsterdam en zorgkantoor Amsterdam/Achmea De gemeente Amsterdam wordt de komende jaren verantwoordelijk voor een groot deel van de langdurige zorg voor mensen die thuis wonen. De decentralisatie van AWBZ-zorg (begeleiding, persoonlijke verzorging) in 2015 is gekoppeld aan een financiële taakstelling, waardoor in de praktijk minder geld beschikbaar is voor deze zorg. Daarnaast wordt de functie (thuis-)verpleging per 2015 onderdeel van de Zorgverzekeringswet (ZVW). Gevolg van deze diverse overheidsmaatregelen is dat minder mensen een beroep kunnen doen op intramurale zorg, waardoor zij langer thuis zullen blijven wonen. Dit betekent dat mensen, meer dan nu gebruikelijk is, een beroep zullen moeten doen op hun eigen omgeving als zij zorg en ondersteuning 3
nodig hebben: familie, vrienden of anderen in het sociale netwerk van mensen met dementie worden geacht actief te worden als mantelzorger of anderszins de persoon met dementie bij te staan. De gemeente Amsterdam en het zorgkantoor Amsterdam/zorgverzekeraar Achmea hebben gezamenlijk de stuurgroep Zorgketens Dementie Amsterdam (ZDA) gevraagd een advies uit te brengen over de dagbesteding voor mensen met dementie en hun mantelzorgers in Amsterdam. De stuurgroep heeft vervolgens een schrijfgroep (zie bijlage 1) samengesteld die voorliggende notitie heeft opgesteld. In de vergadering dd 2 juli 2013 heeft de stuurgroep deze notitie vastgesteld. De gemeente Amsterdam verkent daarnaast de mogelijkheden van een wijkgerichte aanpak van zorg en welzijn. Op dit moment is duidelijk dat vanaf 2014 in zes gebieden gestart gaat worden met deze wijkgerichte benadering van zorg en welzijn. Gemeente Amsterdam en het zorgkantoor Amsterdam hebben daarnaast het voornemen om vanaf 2015 de zorg en welzijn in de overige delen van de stad op een soortgelijke wijze in te richten. Ter voorbereiding op 2014 is per gebied een beperkt aantal aanbieders van zorg en welzijn door de gemeente Amsterdam en zorgkantoor Amsterdam aangewezen om voorstellen te doen. In september 2013 vindt hierover bestuurlijke besluitvorming plaats.
4
Vraag gemeente Amsterdam en Achmea aan stuurgroep ZDA De zorg en ondersteuning voor Amsterdammers met dementie zal goed verankerd moeten worden in het basisaanbod in de wijk. In het basisaanbod hoort het casemanagement een plek te krijgen. Huisartsen en de toekomstige wijkverpleegkundigen gaan hierin een belangrijke rol spelen. Specifiek voor de dagbesteding zien de Gemeente Amsterdam en Achmea de volgende gewenste ontwikkeling: -
-
Het onderscheid tussen de huidige gemeentelijke dagbestedingsvoorzieningen en AWBZvoorzieningen verdwijnt; De dagbestedingsvoorzieningen maken daar zoveel als mogelijk een omslag van professionele ondersteuning naar eigen initiatief; De dagbestedingsvoorzieningen maken onderdeel uit van het nieuwe basisaanbod in de wijk; De dagbestedingsvoorzieningen zijn goed verspreid door de stad en de geboden ondersteuning sluit op elkaar, waarbij optimaal gebruikt wordt gemaakt van verschillende locaties; In Amsterdam is er een afgestemd palet van dagbestedingsvoorzieningen.
De gemeente Amsterdam en Achmea hebben de stuurgroep Zorgketens Dementie in het advies gevraagd rekening te houden met de volgende onderdelen: -
Toekomstbestendig zijn; De noodzakelijke transitie van meer eigen kracht ondersteunen, aandacht hebben voor het ondersteunen van mantelzorgers. Ruimte bieden voor keuzevrijheid; Voldoen aan de taakstelling van 25%; In samenwerking met alle partijen in de stad is opgesteld, inclusief cliëntenorganisaties; En oplossingen hebben voor het vervoer van en naar dagbesteding.
Brief d.d. 10-01- 2013
5
2. Visie op dagbesteding voor mensen met dementie De ondersteuning en zorg voor mensen met dementie is gericht op het bevorderen van het welbevinden en de kwaliteit van leven. Dagbesteding draagt bij aan een zinvolle daginvulling, die activeert, de eigen talenten en kracht van mensen met dementie aanspreekt en benut, en bevordert dat zij emotioneel een nieuw evenwicht vinden. Door de bijdragen van vrijwilligers en mantelzorgers en contacten met anderen in de wijk wordt de sociale integratie van mensen met dementie bevorderd. Mensen met dementie blijven daarmee deel uitmaken van de samenleving en raken daarvan niet geïsoleerd. Kernwaarden van deze visie zijn streven naar behoud van zelfstandigheid, eigen regie en deelname aan het sociale leven. Deze visie is geschraagd op een aantal centrale uitgangspunten: -
-
-
-
-
Vraaggericht. Uitgaan van de individuele wensen, behoeften en functionele mogelijkheden van mensen met dementie en hun mantelzorgers. De vraag van mensen met dementie en mantelzorgers staat centraal. Waar nodig, wenselijk en mogelijk wordt maatwerk ingezet. Eigen regie. Mensen met dementie en mantelzorgers hebben zoveel, en zo lang als mogelijk de eigen regie over een zinvolle daginvulling/-programma’s. Uitgaan van de mogelijkheden van de cliënt én zijn of haars persoonlijke netwerk. Dichtbij en laagdrempelig. Voorzieningen voor dagbesteding moeten dichtbij zijn, op een centrale plek in de wijk. Bij voorkeur in de wijk waar mensen wonen en leven. Dat bevordert de sociale integratie en maakt deelname aan het ‘normale’ leven beter mogelijk. Diversiteit. Differentiëren naar leefstijl en culturele oriëntatie van groepen cliënten, maar ook naar de mogelijkheden en beperkingen die cliënten hebben (dus individuele functioneringsmogelijkheden en zorgbehoeften cq zorgzwaarte). Flexibel aanbod. De samenleving wordt flexibeler, de ondersteuningsfunctie van dagbesteding zou ook flexibeler moeten. Dus niet alleen aanbieden tussen 10.00 uur en 16.00 uur. Flexibiliteit betekent ook dat er dagbesteding is voor mensen in de diverse stadia van dementie.
Uit de gesprekken in de schrijfgroep blijkt dat er al veel (deels) nieuwe, vernieuwende vormen van dagbesteding zijn in Amsterdam. Qua uitstraling en schaal (kleinschalige, huiselijke voorzieningen in de wijk) maar ook vernieuwend in de wijze waarop de mensen met dementie worden aangesproken (activering, begeleiding bij het omgaan met de gevolgen van dementie), mantelzorgers worden betrokken en vrijwilligers worden ingezet (sociale inclusie) en wordt samengewerkt . De vraag van mensen met dementie en hun mantelzorgers moet leidend zijn voor de toekomst van de dagbesteding. Dat is de rode draad van de gesprekken in de schrijfgroep. Uit onderzoek blijkt dat op een aantal terreinen het meest frequent onvervulde behoeften worden ervaren, zowel door mensen met dementie als hun mantelzorgers: geheugenproblemen, informatievoorziening over de eigen gezondheidstoestand en zorg, gezelschap, psychische spanning en een zinvolle invulling van de dag.
6
Hoewel voor deze behoeften wel aanbod beschikbaar is, wordt hier lang niet altijd gebruik van gemaakt. Mensen met dementie en hun mantelzorgers zijn vaak niet (goed) op de hoogte van de bestaande voorzieningen en soms denkt men dat het aanbod onvoldoende afgestemd is op de eigen wensen, waardoor men er geen gebruik van maakt (Van der Roest, 2009). Deze notitie geeft in het deel ‘Houtskoolschets’ een verdere invulling van deze visie. De notitie gaat vooral over mensen met dementie die thuis wonen.
3. Dementie in Amsterdam In Amsterdam hebben in 2013 circa 8.550 mensen (bron: TNO/CBS in opdracht van Alzheimer Nederland) te maken met dementie en de gevolgen daarvan. Ongeveer 6.000 (70%) van deze mensen woont thuis, alleen of met een mantelzorger in de nabijheid. De komende 15 jaar zal het aantal mensen met dementie in Amsterdam licht stijgen. Een sterkere toename is te verwachten in het aantal thuiswonende mensen met dementie. Dit komt met name door de ontwikkelingen in de ouderenzorg, zoals het verdergaand scheiden van wonen en zorg en de decentralisatie van delen van de AWBZ naar de Wmo met meer nadruk op zorg thuis, dichtbij, in de buurt. Ongeveer 30% van het aantal mensen met dementie in Amsterdam krijgt intramurale zorg in een verpleeghuis. Deze groep mensen heeft een matige tot zeer ernstige vorm van dementie. Thuiswonende mensen met dementie wordt veelal ondersteund door een partner, mantelzorger en/of professionele zorgverleners. De cijfers over het aantal mensen met dementie in Amsterdam laten een uiteenlopend beeld zien. Schattingen op basis van gegevens van TNO wijzen op circa 8.500 personen. Indicatiestellingsgegevens wijzen op 3.575 mensen die op 1 januari 2013 een indicatie hebben met als dominante grondslag PG. Een verklaring voor deze verschillen kan zijn dat mensen met dementie vaak een andere dominante grondslag hebben in het geval van een indicatie voor AWBZ-zorg; met daarnaast een aanvullende grondslag PG. De meest waarschijnlijke dominante grondslag is in dat geval somatisch (SOM), het aantal indicaties op 1 januari 2013 voor de dominante grondslag SOM is 13.465. Uit de meest recente CIZ basisrapportage (zie bijlage 4) blijkt op het eerste gezicht dat mensen met dementie beperkt gebruik maken van dagbesteding in groepsverband. In Amsterdam hebben circa 9.400 mensen een extramurale indicatie voor begeleiding Daarvan zijn 2.400 mensen ouder dan 65 jaar. 500 mensen met de grondslag PG hebben momenteel een (extramurale) indicatie voor begeleiding. Mogelijke verklaring voor dit lage aantal is dat mensen met dementie ook bijkomende beperkingen ondervinden; en dat bijvoorbeeld grondslag somatiek bij indicatiestelling domineert. Indien wordt gekeken naar indicatie voor BG-groep (veelal geïndiceerd voor dagbesteding), zie ook bijlage 4 met CIZ cijfers, dan hebben 355 mensen met grondslag PG een indicatie voor de functie BG groep; voor 130 mensen is dat de enige functie waarvoor zij een indicatie hebben gekregen (BG sec). Maar de veronderstelling is dus dat veel mensen met dementie niet de dominantie grondslag PG 7
hebben maar een dominante grondslag SOM bij indicatiestelling. In totaal zijn in Amsterdam in 2013 circa 4000 mensen geïndiceerd voor BG-groep (bron: CIZ).
4. Beeld van het bestaande aanbod en gebruik van dagbesteding Op dit moment worden er op diverse plekken in de stad Amsterdam verschillende vormen van dagbesteding voor thuiswonende mensen met dementie geboden. In bijlage 3 is dat uitgebreid beschreven. Dat aanbod is divers en per wijk of gebied is het aanbod anders. Het loopt uiteen van laagdrempelige, (inloop)voorzieningen (zoals de Amsterdamse Ontmoetingscentra, Laagdrempelige psychogeriatrische dagbehandelingen met mantelzorgondersteuning, Odensehuizen) tot aan psychogeriatrische dagbehandeling in verpleeghuizen met aanwezigheid van (para)medici. Er zijn 9 Ontmoetingscentra, 5 Laagdrempelige dagbehandelingen en 3 Odensehuizen in Amsterdam en Diemen (zie ook bijlage 3). -
Odensehuis is een inloophuis en zelforganisatie, waarbij activiteiten met lotgenoten centraal staan, in eerste instantie opgezet om de lacune in ondersteuning direct na de diagnose, als er nog niet echt zorg nodig is, te vullen.
-
Ontmoetingscentra bieden een breed ondersteuningsprogramma gericht op het omgaan met de gevolgen van dementie met een dagsociëteit voor de persoon met lichte tot matig ernstige dementie en informatiebijeenkomsten en gespreksgroepen voor de mantelzorgers, en een spreekuur, een regelmatig centrumoverleg en sociale activiteiten voor beiden (programma biedt mensen met dementie en hun mantelzorgers informatie, emotionele, sociale en praktische steun).
-
Dagbehandeling in het verpleeghuis is met name gericht op de persoon met lichte tot ernstige dementie (vaak ook met lichamelijke beperkingen), biedt een activiteitenprogramma voor dagbesteding en de mogelijkheid voor multidisciplinaire behandeling, maar er wordt geen (intensief) ondersteuningsprogramma voor mantelzorgers aangeboden.
-
De laagdrempelige dagbehandelingen met mantelzorgondersteuning (Ottho Heldring, De Keyzer, Multicultureel dagcentrum Transvaal/Kraaipan) zijn een recente variant op de ontmoetingscentra: het zijn dagbehandelingen die buiten het verpleeghuis, op een locatie in de wijk, begeleiding bieden aan een brede psychogeriatrische licht to ernstige doelgroep, veelal ook met somatische problematiek, soms ook gerontopsychogeriatrie, en hun mantelzorgers, volgens het model van Ontmoetingscentra.
De bestaande vormen van dagbesteding voorzien samen in diverse functies, te weten -
Informatie
-
Inloop
-
Activering
-
Resocialisering 8
-
Bevorderen emotioneel functioneren
-
Behandeling)
En deze voorzieningen richten zich op zowel mensen met dementie als, in meer of mindere mate op, hun mantelzorgers. Daarmee worden in elk stadsdeel de benodigde functies geboden. Tegelijk blijkt dat door de geografische spreiding van het aanbod de nabijheid van de verschillende functies op wijkniveau niet altijd is gewaarborgd. Ook is geconstateerd dat er op het niveau van aparte voorzieningen nog geen voorzieningen zijn met een mix van op elkaar afgestemde functies, zeker niet bij klassieke dagvoorzieningen; die zullen dan ook drastisch moeten veranderen in samenhang met efficiencywinst (kapitaallasten, exploitatie) door het gebundeld aanbieden van de diverse functies. De verschillende vormen van dagbesteding liggen deels in elkaars verlengde c.q. vullen elkaar aan voor wat betreft de verschillende functies. Tegelijk is door de stuurgroep geconstateerd dat door de huidige gescheiden organisatie van de functies (lichte tot meer intensieve begeleiding en behandeling) mensen regelmatig te lang blijven ‘hangen’ in een lichtere vorm van dagbesteding waardoor zij en hun mantelzorgers niet de zorg en begeleiding ontvangen waar zij gezien de ernst van dementie of individuele problematiek baat bij zouden kunnen hebben. Dit behoeft verbetering door betere afstemming, dan wel integratie van functies op de verschillende locaties waar dagbesteding wordt geboden. De schrijfgroep heeft niet de beschikking gehad over een volledig set gegevens over de huidige capaciteit en het gebruik van de verschillende vormen van dagbesteding, waardoor het lastig bleek een samenhangend, volledig vraag-aanbod-analyse uit te voeren op stedelijk, stadsdeel of wijkniveau. Na een inventarisatie binnen de verschillende dagbestedingsvoorzieningen (AOC’s, Odensehuizen, Laagdrempelige Psychogeriatrische Dagbehandeling plus MantelzorgOndersteuning (LPD plusMO), Dagbehandeling en Dagverzorging) kan gesteld worden dat er meer dan 500 cliënten gebruik maken van dagbesteding in Amsterdam. Hierbij past wel de kanttekening dat de cijfers van de verschillende dagbestedingsorganen niet compleet zijn, de gegevens van de verschillende dagverzorgingscentra ontbreken vrijwel geheel en zijn lastig te achterhalen.
9
Tabel: gebruik van voorzieningen voor dagbesteding door mensen met dementie en hun mantelzorgers in 2013 Vorm van dagbesteding Mensen met dementie AOC’s totaal 217 LPD-plusMO 35 Odensehuizen 43 Dagbehandelingen 128 (vrijwel compleet) Dagverzorgingen Niet compleet PDB 6 Totaal 429 (niet compleet) Bron: inventarisatie stuurgroep ZDA
Mantelzorger 220 7 35
262 (niet compleet)
Zie voor een meer gedetailleerd overzicht de tabel in bijlage 3.
5. Houtskoolschets van goede dagbesteding voor mensen met dementie Goede dagbesteding voor mensen en dementie bestaat uit diverse elementen. Hieronder een beschrijving van de diverse elementen. We noemen dat de houtskoolschets.
Volwaardig programma met een mix van functies Dagbesteding is een volwaardig deel van het gehele zorgprogramma voor mensen met dementie en moet zich ontwikkelen tot een vast onderdeel van het zorgplan van cliënten. De programma’s voorzien in dagbesteding voor mensen met dementie in de diverse stadia van deze hersenziekte. Dus van licht tot matige en ernstige dementie. De programmatische dagbesteding zal bestaan uit een verschillende mix van functies: -
inloop (niet alleen voor geïndiceerde zorg) ontmoeting informatieverstrekking en advies dagactiviteiten en dagbehandeling (inclusief emotionele ondersteuning);
-
mantelzorgondersteuning, waaronder respijtzorg.
De schrijfgroep heeft aangegeven dat er op dit moment geen goed, betrouwbaar beeld is van de voorof nadelen van het combineren van de inloopfunctie en ontmoetingsfunctie binnen één locatie op hetzelfde moment, omdat dit onrust/onduidelijkheid kan geven. Op één dezelfde locatie kan bijvoorbeeld de helft van de week inloop plaatsvinden en de andere helft van de week ontmoetingsgroepen. Afgesproken zou kunnen worden dat voor deelname aan “ontmoeting” eenvoudig een indicatie te regelen is op basis van een standaard cliëntprofiel (principe zoals Buurtzorg werkt).
10
Activering en inclusie als fundamenten De stuurgroep ondersteunt de verdere verschuiving van intramurale p.g. dagbehandeling/-verzorging naar laagdrempelige dagbehandeling, ontmoetingscentra, en welzijn/0e lijn. Deze verschuiving heeft naar het oordeel van de stuurgroep een positief effect op sociale integratie van mensen met dementie en hun mantelzorgers. Mensen met dementie behoeven zorg en ondersteuning bij hun toenemende functionele beperkingen. Daarnaast is het echter minstens zo belangrijk dat zij begeleid worden bij het omgaan met de gevolgen van dementie. Het bieden van goede, op de persoon afgestemde, ondersteuning en begeleiding bij adaptieve taken die een belangrijke rol spelen in het proces van aanpassing aan de ziekte, zorgen er voor dat mensen emotioneel meer in evenwicht blijven en sociaal meer betrokken (zowel de persoon met dementie als de mantelzorger). Hierdoor zullen minder gedrags- en stemmingsproblemen ontstaan bij de persoon met dementie. Bekend is dat gedrags- en stemmingsproblemen zeer belastend zijn voor de mantelzorger en vaak aanleiding zijn voor verpleeghuisopname van de persoon met dementie. Activering met als doel het prikkelen van de eigen kracht van mensen met dementie is de manier waarop dat kan. Dat is de kracht van de formules van de Odensehuizen en vooral van de Amsterdamse Ontmoetingscentra. Een tweede pijler is sociale inclusie. Dagbesteding kan bijdragen aan de sociale inclusie van mensen met dementie. De dagbesteding wordt zoveel als mogelijk geboden door vrijwilligers, jonge senioren. Dat vraagt om een vernieuwde verhouding van beroepskrachten en vrijwilligers. De dagbesteding als onderdeel van de wijk, waar mensen naar binnen lopen (club gedachte).
Dagbesteding voor en met mantelzorger Mantelzorgers en vrijwilligers kunnen een actievere rol krijgen in de dagbesteding. De stuurgroep is dan ook van mening dat deze voorzieningen ook gericht moeten zijn op mantelzorgers en dat zij gebruik kunnen maken van programma’s binnen deze vormen van dagbesteding. Voor mantelzorgers ligt dan de nadruk op informatievoorziening, lotgenotencontact en emotionele, sociale en praktische steun. Streef er daarbij naar dat mantelzorgers en vrijwilligers een actieve rol kunnen krijgen in de dagbesteding. Respijtzorg is ook van belang om overbelasting te voorkomen.
Een fijne, goede plek in de wijk In de stad Amsterdam moeten vormen van dagbesteding op wijkniveau aanwezig zijn. Nabijheid en toegankelijkheid zijn belangrijke voorwaarden om tijdig gebruik van de ondersteuning te bevorderen. De activiteiten dienen bij voorkeur sociaal geïntegreerd te worden aangeboden. Dit betekent dat de activiteiten op plekken geboden kunnen worden waar ook andere mensen gebruik maken van programma’s voor dagbesteding, activering en sociale activiteiten (kinderen, volwassen, ouderen, kwetsbare ouderen, mensen met een chronische somatische of psychiatrische aandoening) en waar al een netwerk van bijvoorbeeld vrijwilligers en re-integranten actief is.
11
Het is goed mogelijk dat verschillende groepen (bijv. mensen met dementie, gerontopsychiatrie, somatische problematiek) onder 1 dak genieten van dagbesteding en andere sociale activiteiten, ieder op basis van een toegesneden programma in ruimten die daarvoor bestemd zijn. Nabijheid is van belang en gaat boven het belang van een ‘eigen’ plek voor dagbesteding voor dementie; dat betekent in de praktijk dat dagbesteding voor mensen met dementie sociaal geïntegreerd plaatsvindt; dit kan zijn onder 1 dak met programma’s die zich richten op andere groepen (kwetsbare) burgers. Maar het kan evenwel blijken dat de locaties van bestaande voorzieningen (AOC’s in buurt- en ouderencentra; Odensehuizen) hieraan voldoen. Een plek waar dagbesteding wordt geboden moet een aantrekkelijke omgeving zijn (huiselijkheid of bedrijvigheid uitstralen), zodat deelnemers (mensen met dementie en mantelzorgers) zich daar wel voelen. Belangrijk is dat de ruimte aansluit bij de activiteiten. Een soort huiskamer creëren, zoals dat in verpleeghuizen wel gebeurt, kan er ook toe leiden dat mensen passief worden en tot geen een activiteit meer komen. Maar kunnen uitrusten op een lekkere stoel is wel belangrijk als er voordien een bewegingsactivteit is gedaan. Kortom , meerdere ruimte of delen van ruimten met verschillende functies, zodat men niet de hele dag op een stoel achter een tafel hoeft te zitten.
Verschillen per wijk De functies kunnen in verschillende wijken anders worden ingevuld. In de ene buurt is het passend, dat er vormen van dagbesteding gemengd worden met reguliere buurtactiviteiten, ergens anders is het mogelijk om te mixen met specifieke voorzieningen voor mensen met andere aandoeningen. Uiteindelijk heeft de schrijfgroep geconstateerd dat per wijk / stadsdeel goed gekeken moet worden naar de meest efficiënte infrastructuur voor dagcentra, dat het niet nodig is dat ' alles in 1 gebouw zit', maar liever geen onnodig hoge kapitaallasten en dat sommige zorgsettingen geschikt zijn, mits voldaan is aan de eisen (huiselijkheid, duidelijk wijkgericht, genoemde mix van functies, mogelijkheid tot sociale integratie).
Ingebed in de bestaande netwerken dementiezorg Het verdient de voorkeur dat de programma’s voor dagbesteding voor mensen met dementie ingebed worden in de lokale Amsterdamse netwerken van dementiezorg; in casu de zorgverleners, casemanagers en mantelzorgers op het gebied van dementiezorg. De zeven bestaande ketens of netwerken voor dementiezorg kunnen een actieve rol hebben in het aanbieden van of verwijzen naar de verschillende vormen van dagbesteding in een wijk. Door de verbinding te leggen met deze netwerken wordt ook de relatie met huisartsen, welzijn en wijkverpleegkundigen geborgd. Deze spelen een belangrijke rol in de lokale netwerken voor dementiezorg. Dagbesteding zou daarmee ingebed kunnen worden in de keten en in het borgen van de keten. De casemanager fungeert dan als voorportaal ook voor de dagbesteding (dit geldt niet per se voor de inloopfunctie, maar vaak wel). De casemanagers dementie (circa 25 fte) in Amsterdam kunnen een actieve rol krijgen bij het aanbieden van deze programma’s namelijk in de verwijzing richting de 12
programma coördinatoren daarnaast kunnen casemanagers hun expertise inzetten ter advisering voor de dagbesteding en vooral de ondersteuning en informatievoorziening. De casemanager kijkt welke en hoeveel begeleiding nodig is, inclusief dagbesteding. Dit in nauwe samenwerking en afstemming met de programma coördinatoren van de AOC’s.
6. Hetzelfde of meer voor minder geld De gemeente Amsterdam en Achmea hebben voorts aangegeven dat een 25% reductie van de uitgaven voor dagbesteding het vertrekpunt is. De stuurgroep heeft zich hierover gebogen en is van mening dat deze reductie niet op zich zelf gerealiseerd kan worden binnen de bestaande voorzieningen voor dagbesteding, maar dat dit in breder perspectief dan dagbesteding sec bekeken moet worden. Door de schrijfgroep zijn diverse richtingen verkend om de beoogde vermindering van uitgaven te halen. Op hoofdlijnen ziet men twee opties:
Optie 1: binnen de bestaande voorzieningen slimmer werken Daarbij is gewezen op een mix aan mogelijke richtingen die tezamen kunnen leiden tot een mogelijke besparing. Onder meer is gewezen op: -
-
andere inrichting van dagbesteding en dagbehandeling. Dagbehandeling is duur, omdat inzet van diverse disciplines wordt meegenomen. Maar deze disciplines hoeven niet meer standaard in de voorziening meegenomen te worden, alleen als deze nodig zijn (expertteam kan aanvullend worden ingezet ten behoeve van de diverse voorzieningen). De introductie van een meer op eigen kracht gerichte aanpak is dan een kansrijke strategie. Daarmee worden deze formules onder meer naar binnen gebracht in de reguliere dagopvang en dagbehandeling. De mogelijkheden voor de inzet van mensen met dementie is wel beperkt, ook wat betreft mensen met beginnende dementie. Een reductie van de kosten voor dagbesteding is mogelijk door inzet van vrijwilligers op verantwoorde plekken, waaronder het vervoer en specifieke activiteiten en beperking van de overhead.
Optie 2: verdergaande bundeling van aanbod ( “integrale wijkvoorziening”) Een tweede optie is de verdergaande bundeling van voorzieningen op wijkniveau. Dat kan op hoofdlijnen op twee manieren: 1. programmatische bundeling van het aanbod van inloopvoorzieningen, ontmoetingscentra en de dagopvang in bestaande zorghuizen. Dat betekent dat niet zozeer sprake is van een fysieke integratie, maar dat deze voorzieningen zeer actief zijn in het gezamenlijk ontwikkelen en aanbieden van diverse programma’s voor diverse groepen mensen met dementie; 2. een tweede meer vergaande optie is de daadwerkelijke fysieke integratie van deze voorzieningen onder 1 dak. De vraag is evenwel of dit meerwaarde biedt ten opzichte van een 13
situatie waarin het aanbod kleinschaliger en afgestemd wordt aangeboden. Op die plekken in de stad waar de bundeling onder 1 dak makkelijk is te realiseren moet dat onderzocht worden. Zeker voor die voorzieningen met een laagdrempelig karakter. Echter, de schrijfgroep/stuurgroep verwacht daarvan geen kostenreductie. De schrijfgroep/stuurgroep heeft zich vooral positief uitgesproken over een bundeling van functies op stadsdeel of wijkniveau (vermijden van ongewenste doublures, benutten synergie) en de verwachte bijdrage daarvan op de gewenste uitgavenreductie. Door Iris Luijendijk (lid van de stuurgroep en schrijfgroep) is een zeer interessante optie beschreven met als titel de ‘Integrale Wijkvoorziening’.
7. Integrale Wijkvoorziening Een mix van functies zou er als volgt uit kunnen zien in een Integrale Wijkvoorziening. Visie en doelstelling De Integrale Wijkvoorziening is gericht op bevordering van het welzijn van mensen met dementie en de mantelzorgers en het langer verantwoord zelfstandig blijven wonen. Het voorziet daarbij in activiteiten, informatie, lotgenotencontact en respijtzorg. Tevens biedt het perspectief en stimuleert het programma de participanten zo lang mogelijk actief deel te blijven nemen aan de samenleving. De Integrale Wijkvoorziening is een voorziening, waarij naast de inzet van professionals, participanten een belangrijke rol spelen bij de invulling van het aanbod. De nadruk ligt op keuzevrijheid en maatwerk, , passend bij de behoeftes van de huidige generatie ouderen. De Integrale Wijkvoorziening is erop gericht de kwaliteiten en talenten van mensen naar boven te halen en hen daarvoor te waarderen en hun grenzen waar mogelijk te verleggen en het houdt rekening met de beperkingen. Daar waar nodig wordt een intensiever ondersteuningsprogramma volgens het AOC model aangeboden. Er komt meer nadruk te liggen op de inzet van vrijwilligers, re-integranten en stagiaires. Tevens wordt de deelnemers aan het intensievere ondersteuningsprogramma meer keuzevrijheid en maatwerk geboden. Waar mogelijk maken de participanten gebruik van dezelfde programmaonderdelen. De maaltijd, wandeling/bewegingsactiviteiten, uitstapjes en muziekactiviteiten lenen zich daar goed voor. Mantelzorgers kunnen gebruik maken van de gespreksgroepen en informatieve bijeenkomsten, waarbij zij zelf een actieve rol kunnen hebben. Vrijwilligers en re-integranten kunnen hun kwaliteiten en talenten (her)ontdekken en worden daarin gestimuleerd. Tevens is er veel ruimte voor stagiaires om vaardigheden te leren en zich te ontwikkelen. Doelgroep De Integrale Wijkvoorziening is gericht op ondersteuning van mensen met dementie en hun mantelzorgers. Het is geschikt voor mensen met een beginnende tot matig ernstige vorm van dementie zonder ernstige gedragsproblemen.
14
Het is van belang dat mensen met klachten van vergeetachtigheid en de betrokken mantelzorgers vroeg in het traject van het ziekteproces ondersteund worden. Vroegtijdig en preventief ingrijpen is van belang bij dementie om de vaardigheden te behouden of nieuwe vaardigheden aan te kunnen leren, gericht op versterking van de zelfredzaamheid en zelfstandighed. Tevens is het van belang om overbelasting van de mantelzorger, escalatie in de thuissituatie en sociaal isolement te voorkomen. Daar waar mogelijk kunnen ook kwetsbare ouderen gebruik maken van het programma en hun kwaliteiten inzetten. Programma De Integrale Wijkvoorziening heeft het karakter van een ontmoetings- en inloopcentrum en wordt waar mogelijk ondersteund door vrijwilligers. Mensen met dementie die hun eigen programma samen willen en kunnen stellen, hebben die keuzevrijheid en kunnen hierbij waar nodig gefaciliteerd en ondersteund worden door de professional. Mensen met dementie die meer ondersteuning en structuur nodig hebben en/of mantelzorgers die overbelast zijn, kunnen aansluiten bij het programma van het AOC. Waar mogelijk maken de participanten gebruik van elkaars aanbod. De maaltijd, wandeling/bewegingsactiviteiten en uitstapjes lenen zich daar goed voor. Ook kunnen kwetsbare ouderen naar behoefte gebruik maken van de activiteiten. Er vinden activiteiten plaats op het gebied van informatie over dementie, lotgenotencontact, sociaal culturele activiteiten en (buurt)maaltijden. De professionals bieden tevens begeleiding en ondersteuning van de doelgroep bij het voortschrijden van de ziekte. Er is een goede balans tussen collectieve en individuele activiteiten. De coordinator geeft groepsvoorlichting en ondersteuning waar mogelijk en individuele voorlichting en ondersteuning waar noodzakelijk. Een keer per week kan gebruik worden gemaakt van een spreekuur. Methodiek Het AOC werkt met het adaptatie-coping model, waarbij ervan uitgegaan wordt dat met het voortschrijden van de ziekte er steeds weer een hernieuwd evenwicht moet worden gezocht, rekening houdend met steeds meer beperkingen. Mensen met dementie en de mantelzorgers worden waar nodig ondersteund bij dit proces. De methodiek van de AOC’s is een wetenschappelijk onderbouwde methodiek en heeft een positief effect op het psycho-sociaal welbevinden van mensen met dementie en de mantelzorgers en een gunstig effect op langer zelfstandig wonen. Personeel en netwerk De Integrale Wijkvoorziening wordt ondersteund door een coördinator en een activiteitenbegeleider, waar nodig. Daarnaast worden vrijwilligers, re-integranten en stagiaires ingezet.
15
Er wordt nauw samengewerkt met welzijnsorganisaties, wijkzorgteams en organisaties als de Vrijwilligerscentrale en re-integratiebedrijf Pantar. Tevens is er een casemanager verbonden aan de Integrale Wijkvoorziening als aanspreekpunt en voor informatie en ondersteuning. De Integrale Wijkvoorziening is onderdeel van de Ketenzorg Dementie. Lokaties Er wordt gekozen voor lokaties op wijkniveau met een laagdrempelig en bedrijvig karakter. Lokaties waarbij al vrijwilligers en re-integranten werkzaam zijn voor welzijnsachtige activiteiten hebben de voorkeur. Vervoer Voor het vervoer worden vrijwilligers ingezet. Tevens wordt mantelzorgers (waar mogelijk) gevraagd hun partner naar de wijkvoorziening te brengen. Voor mensen met dementie is vervoer vaak noodzakelijk, ook in de beginfase van de ziekte. Financiering en begroting De Integrale Wijkvoorziening houdt rekening met beheersing van de collectieve uitgaven door een beperkte inzet van professionals. De participanten worden (waar mogelijk) ingezet bij de activiteiten, maaltijden, wandeling en andere bewegingsactiviteiten, administratie, communicatie en ict. Professionals worden ingezet om het programma te coordineren en de participanten daar waar nodig te faciliteren en te ondersteunen. Tevens worden zij waar noodzakelijk ingezet bij de uitvoering van het intensievere ondersteuningsprogramma. Naar schatting kost een Integrale Wijkvoorziening gemiddeld € 100.000 per locatie voor 5 dagen per week.Er zijn meer financiele middelen nodig voor een wijkvoorziening voor mensen met een vergevorderde vorm van dementie en/of mensen met ernstige gedragsproblemen, waarbij meer professionals ingezet moeten worden.
8. Advies aan Gemeente Amsterdam en zorgkantoor Amsterdam/Achmea Aanbeveling 1
Uit de verkenning van de stuurgroep blijkt dat een structureel aanbod aan dagvoorzieningen noodzakelijk is. In het licht van de wens en de noodzaak dat mensen met dementie langer thuis blijven en gezien het feit dat thuiswonende mensen met dementie voor mantelzorgers een flinke belasting kan opleveren. Dat aanbod moet mede berusten op inbreng van beroepskrachten in combinatie met de genoemde inzet van vrijwilligers en mantelzorgers (op vrijwillige basis). Inzet van beroepskrachten kost uiteraard geld, maar in aanvulling op de inzet van vrijwilligers is dat lonend en noodzakelijk gezien de benodigde kwaliteit van de dagvoorzieningen.
16
Wat betreft de vraag van de gemeente Amsterdam/Achmea naar het onderscheid tussen basisaanbod in de wijk en stedelijk (gespecialiseerd) aanbod is de schrijfgroep/stuurgroep van mening dat het huidige aanbod kan vallen onder het basisaanbod in de wijk of per stadsdeel. Aanbeveling 2 Gezien het beperkte aantal mensen met dementie op wijk- en stadsdeelniveau is het raadzaam om het aanbod van dagvoorzieningen voor mensen met dementie te bezien in samenhang met het breder geheel van dagvoorzieningen voor kwetsbare ouderen. Dat betekent dat de huidige (raming van de) omvang van de geïndiceerde dagactiviteit - somatisch + PG grondslagen - als basis kan worden gebruikt voor dat minimumaanbod. Indien de door de schrijfgroep/stuurgroep genoemde mix van functies (pagina 8) als leidraad wordt gebruikt voor de structurering van het aanbod dan ontstaat een krachtiger geheel en in totaal een goedkoper aanbod aan dagvoorzieningen. Aanbeveling 3 In zes gebieden in de gemeente Amsterdam wordt vanaf 2014 gewerkt volgens het door de gemeente Amsterdam en het zorgkantoor Amsterdam geschetste concept van wijkzorg VV. De stuurgroep adviseert om voor elk van deze gebieden de inhoud van deze notitie nadrukkelijk te betrekken bij de planvorming over wijkzorg. Op basis van de visie en overtuiging dat dementiezorg onderdeel is van de wijkzorg, dat de bundeling van zorg en welzijn op gebiedsniveau grote kansen biedt voor de dementiezorg, en vooral dat goede dagbesteding onlosmakelijk onderdeel is van de zorg en ondersteuning voor mensen met dementie en hun mantelzorgers. Vervoer De Gemeente Amsterdam en Achmea hebben ook gevraagd om een advies te geven over het vervoer van en naar dagvoorzieningen. De schrijfgroep heeft onvoldoende tijd gehad om dit aspect naar behoren uit te werken, maar adviseert om het vervoersaspect te bezien in een breder perspectief van dagvoorzieningen voor diverse groepen kwetsbare burgers op wijkniveau. Wel zijn er verschillende AOC’s die vrijwilligers inzetten voor het vervoer.
17
Bijlage 1 Schrijfgroep Jan Coolen, Cordaan Rose-Marie Dröes, VUmc Margo Langedijk, Odensehuizen Rinse Merkus, Alzheimer Nederland Iris Luijendijk, Stichting Mantelzorg en Dementie, AOC’s Marjan Huisman, Ketenzorg dementie Noord/Evean Hans Broere, coach In voor zorg
18
Bijlage 2 Beeld van de vraag Informatie over aantal mensen met dementie in Amsterdam 8.500 mensen met dementie in Amsterdam In Amsterdam hebben in 2011 circa 8550 mensen dementie Schatting is dat circa 30% van deze groep mensen verblijft in een zogenoemde intramurale setting, een verpleeghuis. Het gaat hier om de mensen waarvan dementie zich in een vergevorderd stadium bevindt en sprake is van zware dementie. 70% van deze groep mensen woont – samen met een partner of met ondersteuning van een mantelzorger – in een eigen woning (‘thuis’) waarbij de zorg en ondersteuning wordt geboden door een zorginstelling.
Centrum West Nieuw West Zuid Oost Noord Zuidoost Totaal
Aantal 65+ per stadsdeel
Aantal mensen met dementie
Aantal mensen met lichte dementie (50%)
8.571 10.374 18.078 18.765 9.480 13.234 7.462 85.855
610 837 1.808 1.877 948 1.524 946 8.550
305 418 904 938 474 762 423 4.275
Aantal mensen met matig tot ernstige dementie (50%) 305 419 904 939 474 762 423 4.275
Aantal thuiswonenden mensen met dementie (70%) 427 586 1.266 1.314 664 1.067 662 5.986
Bron: TNO/CBS 2011, in opdracht van Alzheimer Nederland. Aangevuld met cijfers over aantal mensen in Amsterdam 65 jaar of ouder (gemeente Amsterdam) Toekomst: lichte groei van dementie in Amsterdam komende 7 jaar Aantal mensen met dementie in de periode 2011-2040 2011 2020 2030 2040 Centrum 610 616 811 1.049 West 837 846 1.113 1.440 Nieuw West 1.808 1.826 2.405 3.110 Zuid 1.877 1.896 2.497 3.228 Oost 948 957 1.261 1.631 Noord 1.524 1539 2.027 2.621 Zuidoost 946 956 1.258 1.627 Totaal 8.550 8.636 (+1%) 11.372 (33%) 14.706 (72%) Bron: TNO/CBS 2011. Bewerking naar stadsdelen op basis van huidige % 65+
19
Culturele achtergrond In onderstaande tabel worden de aantallen allochtone ouderen met dementie per stadsdeel uiteengezet. Uit gegevens van Alzheimer Nederland kan gesteld worden dat in 2011 gemiddeld 6% van het aantal mensen met dementie bestaat uit mensen met een allochtone afkomst. Aantal mensen met dementie in Amsterdam 2011 Centrum 610 West 837 Nieuw West 1.808 Noord 1.524 Oost 948 Zuid Oost 946 Zuid 1.877 Totaal 8.550 Bron: TNO/CBS, Alzheimer Nederland
Allochtonen met dementie in Amsterdam (6%) 37 50 108 91 57 57 113 513
Op basis van bovenstaande gegevens kan worden gesteld dat het aantal mensen van allochtone afkomst met dementie klein is. Dit kan twee redenen hebben: 1) het aantal mensen van allochtone afkomst met dementie is gewoonweg laag of 2) het aantal mensen van allochtone afkomst met dementie geeft een vertekend beeld, omdat er een taboe rust op het hebben van dementie in bepaalde culturen en men het daarom niet aangeeft bij instellingen en een groter beroep doet op informele zorg.
20
Bijlage 3 Beeld van het aanbod Gebruik van p.g. dagbesteding in Amsterdam - juni-2013 Aanbod AOC’s AOC De Pijp AOC Menno Simons en De Coenen AOC Noord AOC Nieuw West OC Duivendrecht OC Vergeet me niet OC Kraka-e-Sewa OC Den Diem OC Amstelveen
Mensen met dementie
mantelzorgers
21 32
25 32
22 33 15 15 26 16 37
26 20 15 18 (4 partners) 30 17 37
Totaal OC 217 LPD-plusMO De Keyzer
Flevo-Transvaal Turks en Marokkaans Ottho Heldring Totaal LPD-plusMO PG Dagbehandelingen De Buitenhof Eduard Douwes Dekker
Gaasperdam Leo Polak
Overig/opmerking
+8 wachtlijst +1 psychiatrie
Twee OCs onlangs samengevoegd
220
7
5
7 vrouwen
Nog niet gestart
21 35
5 gespreksgroep 10
+5 verst bep, 4 psychiatrie, 3 sociale indicatie, 7 somatiek+3 mz +19 oudere vrouwen 7 mz op spreekuur
23 36
Nu 10 per dag Alle 36 begeleiding groep functie 82 dagbesteding Totaal beschikbaar 32 plekken per dagdeel
35
31 hebben een ZZP en 4 een indicatie 21
voor begeleiding Flevo Dagcentrum Flevo dagcentrum Turks en Marokkaans Totaal Dagbehandeling
31 3 Marokkaanse mannen 128
Odensehuizen Odensehuis Zuid
38
30
5
5
43
35
Odensehuis Zuid-Oost Odensehuis Amstelveen i.o Odensehuis Noord i.o. Totaal Odensehuizen Dagverzorgingen o.a. lichte pg Amstelring (Osira) De Bogt/Westerbeer Dv De Jordaan (ook pg) De Klinker (pg?) Leo Polak (ook pg)
3 Marokkaanse mannen Hierbij missen de cijfers van Gaasperdam Dit zijn allen regelmatige participanten Is nog in opbouw Net geopend Bestaat nog niet
35
Het Schouw Dagbesteding De Passage (pg) Sint Jacob dagbesteding De Salon (ook pg) De Venser (pg ?) Schinkelhaven Dagv Schinkelhaven (wordt nu herbouwd) Amsta Amsteldijk (Tabitha) reguliere dagverzorging Amsteldijk Turkse dv Dienstencentrum Maarten Luther De Poort 18 De Keyzer Cordaan Berkenstede
31 hebben een ZZP en 4 een indicatie voor begeleiding
11 worden gebruikt
22
Dagverzorging Buitenveldert Cordaan DAC Meer & Oever Darkom (Marokkaans) De Boeg De Buitenhof De Die De Gooyer De Overtoomse hof De Riekerhof D’Oude Raai Eben Haezer In het Zomerpark Salon Kastanjehof Misafirhane Turks Nieuw Vredenburgh Osdorperhof Dijckstate Evean Henriette Roland Holst Huis PDB Parkinson?? PDB de Buitenhof
8 allen licht pg?
Nu: 6 per dag
28 allen licht pg?
Nu: 12 per dag
10 6
Nu: 7 per dag, maar 2 dagen open, wachtlijst voor 3e dag
Bron: stuurgroep ZDA, inventarisatie door de schrijfgroep dagbesteding dementie 2013 Omschrijving dagbesteding “Dagbesteding” is een verzamelbegrip voor diverse voorzieningen, waarin zorg en/of ondersteuning veelal in groepsverband wordt aangeboden. Mensen die gebruik maken van dagbesteding wonen veelal zelfstandig thuis (‘thuiswonend’). In de praktijk wordt onderscheid gemaakt naar dagbehandeling, dagopvang, dagverzorging en dagbesteding. Het zijn termen die doorgaans door elkaar worden gebruikt. Toch is er wel degelijk verschil. -
Dagbehandeling is bedoeld voor mensen die wel de behandeling van het verpleeghuis nodig hebben, maar voor wie een opname (nog) niet nodig of mogelijk is. Het doel kan ook zijn een opname te voorkomen of uit te stellen. Voor de vaste verzorgers (partner of familie) kan de dagbehandeling belangrijk zijn om de zorg vol te kunnen houden en om andere dingen te kunnen doen. Dagbehandeling vindt overdag in een verpleeghuis plaats.
23
Er is sprake van een multidisciplinaire benadering waarbij verschillende disciplines betrokken zijn zoals de specialist ouderengeneeskunde, ergotherapeut en fysiotherapeut. Zij kunnen onderzoek doen en advies geven, begeleiding bieden of paramedische behandeling .Bij de dagbehandeling staat de behandeling centraal. Daarnaast zijn er activiteiten die ondersteunend zijn aan de revalidatie of het doel dat gesteld is in de indicatie. Voor dagbehandeling is een indicatie nodig. -
Dagopvang of dagverzorging is bedoeld voor ouderen die zelfstandig wonen en merken dat hun sociale contacten door lichamelijk of psychische beperkingen afnemen. Een bijkomend doel is ook hier ontlasting van de mantelzorger. Deze opvang vindt plaats in een verzorgingshuis of een dienstencentrum. Dagverzorging is gericht op tijdsbesteding, waarbij geen behandelprogramma’s of plannen opgesteld worden. Indien nodig kan tijdens de dagverzorging de noodzakelijke persoonlijke of verpleegkundige hulp geboden worden.
Voor dagopvang of dagverzorging is een indicatie nodig. -
Dagbesteding biedt de cliënt niet alleen de mogelijkheid om sociale contacten op te doen en sociale vaardigheden aan te leren, maar geeft ook gelegenheid om te werken aan zelfstandigheid en zelfredzaamheid.
Voor dagbesteding is een indicatie nodig. Alle vormen van dagvoorzieningen worden op dit moment nog bekostigd vanuit de AWBZ maar zullen na de overheveling naar de gemeenten worden bekostigd vanuit de Wmo. Bron: Mantelzorggids 2009, CIZ, verschillende zorgaanbieder sites. Het aanbod aan dagbesteding is divers. In alle stadsdelen wordt dagbesteding aangeboden.
24
In bovenstaande kaart zijn de volgende voorzieningen voor mensen met dementie in beeld gebracht, namelijk: -
Alzheimer cafés Inloopvoorzieningen Ontmoetingscentra Dagcentra Verpleeghuizen
Deze voorzieningen zijn verspreid over de verschillende stadsdelen van Amsterdam: Noord, West, Nieuw-West, Centrum, Zuid, Zuidoost en Diemen. Hiermee wordt zichtbaar dat de benodigde functies in elk stadsdeel worden geboden, tegelijk is het zichtbaar dat deze functies zijn gescheiden van elkaar (informatievoorzieningen, ontmoeting, inloop, behandeling), dat op wijkniveau de nabijheid niet altijd is gewaarborgd en er in sommige stadsdelen een groter aanbod is dan in andere stadsdelen. Belangrijk bij deze voorzieningen is dat er een dekkend aanbod is van activiteiten en behandeling voor mensen met dementie. In stadsdeel Zuid is er een grotere dekking van de dagvoorzieningen dan in bijvoorbeeld stadsdeel Zuidoost en Diemen. Dit heeft te maken met de populatie van mensen met dementie in de verschillende stadsdelen:
25
Gezien de populatie thuiswonenden mensen met dementie is het logisch dat in het stadsdeel Zuid, Noord en Nieuw West een groter aanbod van functies is dan in de overige stadsdelen. Opvallend hierbij is dat in stadsdeel Nieuw West minder functies (wel AOC’s, ook een met inloopfunctie) zijn dan in Zuid en Noord. In stadsdeel West heeft Stichting Mantelzorg en Dementie een ontmoetingscentrum voor drie dagen per week en een inloopfunctie (open spreekuur) voor een dag per week. Tevens wordt er maatwerk geleverd. Stichting Mantelzorg en Dementie heeft twee jaar geleden gekozen voor een lokatie op de grens van West en Nieuw West, omdat te voorzien in een behoefte aan een AOC in beide stadsdelen. 80% van de deelnemers aan het AOC aan de Bos en Lommerweg komt uit Nieuw West. Aan de van Bonnefantenstraat en de Hendrik de Wijnstraat in Nieuw West zijn twee AOC’s geopend. Mensen die aan het AOC aan de Bos en Lommerweg deelnamen en in de buurt van deze nieuwe lokaties wonen, gaan hier nu voor een deel naartoe.
26
Bijlage 4 Indicatiestelling Verschillen per stadsdeel Op basis van de huidige CIZ gegevens zijn de volgende dominante grondslagen per stadsdeel te onderscheiden op 1 januari 2013. PG SOM Centrum 345 985 West 420 1.795 Nieuw West 770 2.945 Zuid 785 2.550 Oost 355 1.685 Noord 530 2.045 Zuidoost 370 1.460 Totaal 3.575 13.465 Bron: CIZ basisrapportage gemeente Amsterdam, januari 2013 Op basis van de getallen van de ketenplannen dementie kan gesteld worden dan het aantal mensen met dementie niet de dominante grondslag Psychogeriatrie (PG) heeft maar waarschijnlijk een dominante grondslag somatiek (SOM) heeft met een aanvullende grondslag PG. Dit is waarschijnlijk ook de verklaring voor de hogere cijfers van o.a. het TNO en de ketenplannen dementie omtrent het totaal aantal mensen met dementie in Amsterdam. Er bestaan diverse indicaties voor BG (Begeleiding Groep). De indicatie kan bestaan uit sec BG of aangevuld zijn met indicaties voor Persoonlijke Verzorging (PV), Verpleging (VP), Behandeling (BH) en/of Begeleiding Individueel (BGI). BGG-sec
BGG +PV/VP/BH
BGI+BGG (sec)
BGI+BGG (+PV/VP/BH)
Centrum 105 105 40 90 West 255 110 170 90 Nieuw West 275 225 180 180 Zuid 215 105 140 110 Oost 225 135 155 140 Noord 260 150 170 90 Zuidoost 150 165 160 90 Totaal 1.485 995 1.015 790 Bron: CIZ basisrapportage gemeente Amsterdam, januari 2013
KVB (+PV/VP/BH/ BGI/BGG) 40 40 75 30 55 45 40 325
Van de groep mensen met de dominante grondslag PG of mensen met een dominante grondslag SOM met aanvullende grondslag PG maakt een deel gebruik van Begeleiding Groep (BG).
27
BGG- indicaties naar stadsdeel Daarnaast geeft het CIZ een nauwkeurige weergave weer van het aantal mensen met Begeleiding Groep (BGG) per stadsdeel op 1 januari 2013. Centrum:
28
West:
29
Nieuw West
Zuid:
30
Oost:
Noord:
31
Zuidoost:
32
Bijlage 5 Behoeften van mensen met dementie en de mantelzorger De meest voorkomende onvervulde behoeften van mensen met dementie liggen in de domeinen: geheugen, informatie, psychische nood,gezelschap en dagactiviteiten. Over het algemeen ervaren vooral mantelzorgers dit tekort, de persoon met dementie in mindere mate. Belangrijk hierbij is de vorm van dementie, de leefomgeving en het informele netwerk om de persoon met dementie heen (van der Roest, 2009). Vanwege verminderd realiteits- en ziektebesef geven mensen met dementie aan weinig behoefte te hebben aan dagbesteding, als je hen ernaar vraagt. Op het moment dat zij op de dagbesteding zijn, geven zij direct of indirect vaak aan hier wel behoefte aan te hebben en ervan op te knappen. Stadsdeel Nieuw-West -
-
-
Mantelzorgers hadden de afgelopen 12 maanden de meeste behoefte aan casemanagement (89%), informatievoorziening en voorlichting (78%) en activiteiten voor hun naaste, zoals een dagopvang (63%). Over deze vormen van ondersteuning is men positief. De behoefte aan een andere woonvorm was nog niet zo groot, maar als deze behoefte er is, dan is deze wel heel belangrijk (89%) voor de mantelzorgers. Ditzelfde geldt voor tijdelijke opvang, wanneer de behoefte zich voordoet, is het voor mantelzorgers zeer belangrijk dat hierin kan worden voldaan. Het geheel overziend worden de gebruikte zorg en ondersteuning positief beoordeeld.
Stadsdeel Noord - De mantelzorgers hadden de afgelopen 12 maanden de meeste behoefte aan informatievoorziening en voorlichting (86%), behandeling (76%) en activiteiten (zoals dagopvang) voor hun naaste (75%). Deze vormen van zorg en ondersteuningen vinden de mantelzorgers belangrijk en het overgrote deel is tevreden hierover. - Het geheel overziend zijn de mantelzorgers vrij positief over de gebruikte zorg en ondersteuning. Stadsdeel Zuidoost en Diemen - De mantelzorgers hadden de afgelopen 12 maanden de meeste behoefte aan casemanagement (90%), activiteiten voor hun naaste zoals een dagopvang (79%) en informatievoorziening en voorlichting (74%). - Aan verpleging en verzorging thuis was niet zo’n grote behoefte, maar als deze behoefte er wel is, dan is deze zorg heel belangrijk voor de mantelzorgers. Ditzelfde geldt voor tijdelijke opvang, welke heel belangrijk is voor mantelzorgers wanneer de behoefte zich voordoet. - Over de meeste gebruikte zorg en ondersteuning zijn de mantelzorgers vrij positief. Zo is 84% tevreden over het aanbod aan activiteiten voor hun naaste en is 87% tevreden over de huishoudelijke hulp. Over de gehele linie is de tevredenheid wel wat lager dan totaal. Dit doet zich vooral voor bij diagnostiek, service en diensten en behandeling.
33
Stadsdeel Centrum, Oost en Zuid - De mantelzorgers hadden de afgelopen 12 maanden de meeste behoefte (meer dan totaal) aan activiteiten voor hun naaste zoals een dagopvang. Deze vorm van ondersteuning is heel belangrijk voor de mantelzorgers (83%) en de overgrote meerderheid is tevreden over het aanbod (86%). - Tevens was er grote behoefte aan informatievoorziening en voorlichting (75%) en casemanagement (79%) en zijn de mantelzorgers daar tevreden over. - De behoefte aan behandeling, services en diensten en een andere woonvorm is niet zo groot, maar deze vormen van zorg en ondersteuning zijn wel heel belangrijk voor de mantelzorgers. - In vergelijking met het totaal was er meer behoefte aan tijdelijke opvang voor hun naaste. (Bron: Mantelzorgmonitor Dementie, Alzheimer Nederland)
Opvallend bij deze behoeftepeilingen is het feit dat er bij alle stadsdelen een overgroot deel van de mantelzorgers van mensen met dementie behoefte heeft aan dagactiviteiten (gemiddeld 80%) en informatievoorziening en voorlichting (gemiddeld 80%). Dit zijn over het algemeen de meer sociale/welzijnsachtige functies in het aanbod van activiteiten voor mensen met dementie, zoals ontmoetingscentra, dagcentra, inloopcentra, alzheimer cafés.
34
Bijlage 6 Zorgstandaard dementie De Zorgstandaard Dementie hanteert voor het activiteitenaanbod de volgende uitgangspunten: -
-
-
De activiteiten voor mensen met dementie sluiten flexibel aan op: de individuele behoeften, (leer)mogelijkheden, vaardigheden, beperkingen, interesses, waarden, gewoontes, leeftijd (derde of vierde levensfase), sekse, culturele achtergrond en de domeinen van kwaliteit van leven die de persoon met dementie zelf belangrijk vindt. Als iemand een hele activiteit niet meer kan volbrengen, wordt deze in wel uit te voeren stukjes opgedeeld. Voorkeuren kunnen veranderen gedurende het ziekteproces, hier wordt actief rekening mee gehouden. Er wordt rekening gehouden met de belasting die de activiteiten voor de mantelzorger opleveren. Dagactiviteiten zijn gedifferentieerd naar leefstijl en geïntegreerd met andere wijkvoorzieningen. Zij worden door een vast en deskundig team aangeboden aan mensen met beginnende dementie en andere senioren, aan mensen met dementie en hun mantelzorgers samen, en aan mensen met dementie apart. Samenwerking tussen zorg- en welzijnsorganisaties is nodig om sociale integratie, bijvoorbeeld door contact met andere leeftijdsgroepen (kinderen, jongeren, volwassenen), te bevorderen.
Dagvoorzieningen Bijvoorbeeld laagdrempelige dagbehandeling, ontmoetingscentra en dagverzorging. Gecombineerde ondersteuning aan mensen met dementie en hun mantelzorgers op een laagdrempelige locatie in de wijk blijken het meest effectief in het voorkomen en tegengaan van gedrags- en stemmingsproblemen bij de persoon met dementie, het uitstellen van verhuizing naar een intramurale voorziening en het verhogen van het competentiegevoel van mantelzorgers. Welzijn en sport Aangepaste sociale en culturele activiteiten in de directe woonomgeving en aangepaste sportactiviteiten, zoals (bij voorkeur dagelijks) bewegen en zwemmen voor senioren of bewegen voor twee. Waar mogelijk is het gebruikelijke welzijnsaanbod ook toegankelijk voor mensen met dementie, zo nodig ondersteund vanuit de keten. Elementen van organisatie Er is een dekkend aanbod van activiteiten voor mensen met dementie, dat hen de mogelijkheid biedt sociale en (re)creatieve bezigheden te ontplooien en hen helpt om te leren gaan met de (gevolgen van) dementie. Zo gevarieerd mogelijke activiteiten worden vanuit de keten en in samenwerking met gemeenten georganiseerd. Casemanagement biedt de cliënt en de mantelzorger ondersteuning en bemiddeling bij het kiezen van gewenste diensten en activiteiten van zorg- en welzijnsorganisaties in de dementieketen. (Bron: Zorgstandaard Dementie, Alzheimer Nederland). Het activiteitenaanbod moet daarnaast gedifferentieerd worden naar ziektestadia: -
Bij beginnende dementie worden met voorlichting, educatie en instructie vaardigheden en strategieën ontwikkeld om met problemen en beperkingen te leren omgaan (Kopgroepen, Alzheimer Café, ergotherapie thuis en cognitieve revalidatie). In deze fase kunnen ook gespreks- en lotgenotengroepen helpen de eigen beperkingen te accepteren en de ervaren verliezen te verwerken. Met behulp van eenvoudige technologie kunnen plezierige bezigheden en sociaal contact worden behouden (apparatuur met eenvoudig te bedienen touch screen om naar radio en muziek te luisteren, foto’s te bekijken of te telefoneren).
-
Bij beginnende tot matig ernstige dementie hebben psychomotorische therapie, bewegings- en activiteitengroepen, reminiscentie-, muziek- en huisdiertherapie een gunstig effect op het omgaan met de eigen beperkingen (acceptatie, minder passiviteit, zinvolle dagbesteding), het emotioneel evenwicht (minder depressiviteit), een positief zelfbeeld en het onderhouden van sociaal contact. Bovendien biedt het houvast in de tijd en ondersteuning van het dag-nachtschema door voldoende activiteit overdag en is de progressie van het dementieproces beter in beeld.
-
Bij mensen met ernstige dementie bevorderen muziektherapie en validation het emotioneel functioneren en sociaal contact.
-
Bij een zeer ver gevorderde dementie zijn er verschillende methoden en technieken zoals zintuigactivering om contact met de persoon met dementie te houden en het emotioneel functioneren positief te beïnvloeden (Bron: Zorgstandaard Dementie, Alzheimer Nederland).
35