CURSUS
WEDSTRIJDCONTROLEUR
CURSUSBOEK
1
© 2008 Sportvisserij Nederland te Bilthoven. Niets uit dit boek mag worden vermenigvuldigd door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de copyright houder(s).
2
Inhoud pag.
Wat leert u tijdens de cursus: de leerdoelen
4
Het cursusprogramma
4
Leeswijzer
5
Tips ter voorbereiding van de toets
5
De viswedstrijd en de controleur
7
De voorbereiding De wedstrijd Werken met het wedstrijdreglement Omgaan met de deelnemers De weging Geschillen Opruimen parcours De jurering en prijsuitreiking
7 8 9 9 10 11 11 11
Twaalf belangrijke punten
12
Algemene wedstrijdvoorschriften Zoetwatervissen
13
Algemeen Wedstrijdreglement Zoet
14
Oefenvragen
17
3
Wat leert u tijdens de Cursus: de leerdoelen Tijdens de Cursus Wedstrijdcontroleur leert u alles wat nodig is om aan de slag te gaan als wedstrijdcontroleur. Belangrijk is uiteraard dat u als controleur goed op de hoogte bent van de regels (en voorschriften) en deze op een goede manier toepast. Tijdens de Cursus Wedstrijdcontroleur leert u (1) werken met de wedstrijdreglementen voor de NK’s Zoetwatervissen en de Topcompetitie. Voor “zoute” wedstrijden biedt deze cursus eveneens een goede basis. Ook leert u (2) wat uw verdere taken als controleur tijdens een viswedstrijd inhouden, waar u op moet letten en controleren en hoe u aan het eind van de wedstrijd de weging op een goede manier uitvoert. Hiervoor is onder andere (3) basiskennis van de herkenning van de Nederlandse zoetwatervissen noodzakelijk. Uw belangrijkste taak is tenslotte ervoor te zorgen dat de wedstrijd soepel en eerlijk volgens de regels verloopt. U leert (4) hoe u zich tijdens de wedstrijd en de weging correct gedraagt naar zowel de wedstrijdleiding, medecontroleurs en de wedstrijdvissers zelf toe. Een eenduidig, correct en consequent gedrag en toepassing van de afgesproken regels is van zeer groot belang om een viswedstrijd naar behoren te laten verlopen en af te ronden. Tenslotte wordt tijdens de cursus behandeld (5) hoe een viswedstrijd wordt voorbereid en (6) hoe een viswedstrijd wordt afgerond, inclusief jurering, puntentelling en prijsuitreiking, maar ook het resp. voorbereiden (uitzetten) en opruimen van het wedstrijdtraject, een verantwoordelijkheid van de organisatie en wedstrijdleiding, waar u als controleur deel van uitmaakt.
Het cursusprogramma Wedstrijdcontroleur word je niet in één dag. We verwachten dan ook dat u zich vooraf op de cursus voorbereidt. Hiertoe hebben we voor u een thuiswerkprogramma bedacht. Het cursusmateriaal dat u thuis gaat bestuderen bestaat uit: • de DVD “viswedstrijden” • cursusboek met oefenvragen • draaiboek organisatie wedstrijden • Veldgids controle visdocumenten • Veldgids De Nederlandse zoetwatervissen • wedstrijdvoorschriften en -reglementen Tijdens de eendaagse cursus gaan we vervolgens actief aan de slag met de basiskennis uit het thuiswerkprogramma. Doordat u uw “huiswerk” heeft gedaan kunt u direct op niveau deelnemen. Om u hierin te stimuleren zult u tijdens de ééndaagse cursus een toets maken, waarin u kunt laten zien dat u over de nodige basiskennis beschikt. Wanneer u de toets goed heeft gemaakt, krijgt u het “Certificaat Wedstrijdcontroleur”. Hiermee beschikt u aantoonbaar over de nodige basiskennis en –vaardigheden om als wedstrijdcontroleur actief aan de slag te gaan. Om u de mogelijkheid te bieden uw basiskennis vooraf te testen, hebben wij een pakket met oefenvragen voor u samengesteld. Door deze vragen te maken maakt u in ieder geval kennis met de meest belangrijke onderdelen van het cursuspakket en kunt u zelf bepalen of u zich voldoende heeft voorbereid op de cursus.
4
Leeswijzer We verwachten van u dat u zich vooraf op de Cursus wedstrijdcontroleur voorbereidt. Hiertoe hebben we voor u een thuiswerkprogramma bedacht. Het cursusmateriaal dat u thuis gaat bestuderen bestaat uit: • de DVD “viswedstrijden” • cursusboek met oefenvragen • draaiboek organisatie wedstrijden • Veldgids controle visdocumenten • Veldgids De Nederlandse zoetwatervissen • wedstrijdvoorschriften en -reglementen Dit cursusmateriaal hoeft u niet van A tot Z uit uw hoofd te leren. Wij verwachten van u dat u in ieder geval al het schriftelijke materiaal een keer rustig doorneemt en de DVD tenminste een keer aandachtig bekijkt. Wel verwachten wij van u dat u de inhoud van dit cursusboek goed beheerst en dat u een degelijke basiskennis bezit van enkele van belang zijnde onderdelen van de Visserijwet, welke u terug kunt vinden op pagina 3 t/m 10 van de Veldgids Controle Visdocumenten. Ook moet u in staat zijn om met behulp van de Veldgids zoetwatervissen de meest voorkomende zoetwatervissen te determineren met behulp van de determinatietabel achterin deze veldgids. De complete wedstrijdvoorschriften en –reglementen per wedstrijd hoeft u niet in detail te beheersen, deze heeft u ter informatie als bijlagen ontvangen.
Tips ter voorbereiding van de toets Wij raden u aan om het cursusmateriaal eerst eens rustig door te lezen. Vervolgens kunt u aan de hand van de bijgevoegde oefenvragen de door u opgedane kennis toetsen. U zult waarschijnlijk merken dat u na een keer doorlezen nog niet al teveel feitenkennis heeft opgedaan. Aan de hand van het opzoeken van antwoorden op de meerkeuzevragen in het cursusmateriaal, zult u geleidelijk meer feitenkennis opdoen. Tegelijkertijd leert u de weg in dit materiaal te vinden naar de daarin aanwezige informatie. De toets, die wordt afgenomen tijdens de cursus, zal grotendeels bestaan uit een selectie van deze meerkeuzevragen.
5
Nationale topcompetitie MERWEDEKANAAL - Zondag 6 mei 2007 Gepubliceerd op: dinsdag 27 maart 2007
PLAATS VAN SAMENKOMST: Clubhuis De Ark, Paardenwater 1, 4200 AV Gorinchem, tel. 0183-631155 ZAAL OPEN: 07.30 uur OFFICIËLE OPENING: 08.00 uur UITREIKEN VAN DE DEELNEMERSKAARTEN EN VERTREK NAAR HET WEDSTRIJDWATER om 08.10 uur DAGDEELNEMERS: Opgave is mogelijk tot 23 april 2007 DUUR VAN DE WEDSTRIJD: 4 uur SIGNALEN: 1e signaal: Aanvang voorbereiding 09.00 uur 2e signaal: Zwaar voeren NIET VISSEN 10.25 uur 3e signaal: Einde zwaar voeren BEGIN VISSEN 10.30 uur 4e signaal: 5 min. voor einde 14.25 uur 5e signaal: Einde wedstrijd 14.30 uur GEGEVENS VAN HET WATER: Breedte: circa 40 meter Diepte: Bij de kant 2 meter, in het midden 3,5 meter Oever: Gras (ca. 3 meter) met beschoeiing aan waterkant Bodemsoort: Klei en zand Stroming: Licht stromend indien gemaal draait, anders geen Visbestand: Blankvoorn, Brasem, Kolblei en Baars Vistechniek: Met de dobber Parcours: Westzijde Merwedekanaal tussen Spoorbrug en Bazelbrug. Grasberm van 3 meter, nadien secondaire weg. Scheepvaart: Op zondag geen scheepvaart (bruggen gesloten). Tijdens werkdagen beroeps- en pleziervaart Onderbreking: Geen Beschikbaarheid meerdere hengels: De visrechthebbende heeft toestemming gegeven tot het bij de wedstrijd beschikbaar hebben van meerdere hengels/topsets. PRIJSUITREIKING: In Clubhuis De Ark TIJDSTIP PRIJSUITREIKING: Circa 16.30 uur ALGEMENE REGELS TRAININGEN: Voor deze wedstrijd wordt een oefenvergunning afgegeven, aangezien dit water niet in de lijst van viswateren behorende bij de VISPAS is opgenomen. PARKEREN: Het parkeren dient te geschieden op aanwijzing van de wedstrijdleiding
Aankondiging op www.sportvisserijnederland.nl
6
De viswedstrijd en de controleur Om als controleur op een goede manier bij te dragen aan een geslaagde viswedstrijd is het van belang een goed beeld te hebben van het totale verloop van zo’n wedstrijd. In het draaiboek van de door Sportvisserij Nederland georganiseerde wedstrijden (zie uw cursusmateriaal), is te zien dat er een flinke organisatie schuil gaat achter een grote viswedstrijd. Hierna wordt een kort overzicht gegeven van de voorbereiding, het verloop en de afronding van een viswedstrijd. De voorbereiding Voorafgaand aan een viswedstrijd moeten er verschillende zaken geregeld worden. Er moet een geschikt parcours worden gevonden, waar voldoende ruimte is om alle deelnemers een geschikte plaats te geven en alle deelnemers zoveel mogelijk gelijke vismogelijkheden te bieden. Vervolgens moet aan de visrechthebbende van het betreffende water toestemming worden gevraagd om de viswedstrijd op die locatie te mogen organiseren. Soms is het ook noodzakelijk de oeverbeheerder om toestemming te vragen en is het verstandig alvast de politie te informeren.
Is de toestemming verkregen, dan moet een planning worden gemaakt voor de publiciteit omtrent de wedstrijd, het uitnodigen van de wedstrijdvissers, het samenstellen en instrueren van de bemensing (wedstrijdleider, jury, controleurs) en het vastleggen van een locatie van waaruit gestart wordt en waar de prijsuitreiking kan plaatsvinden. In de algemene wedstrijdvoorschriften (zie uw cursusmateriaal) is nauwkeurig vastgelegd aan welke eisen de deelnemers moeten voldoen (o.a. visdocumenten, leeftijd, inschrijving, voorselectie). Ook wordt voorgeschreven hoe het parcours dient te worden ingericht en hoe gebruik mag worden gemaakt van vlonders. In uw cursusmateriaal vindt u aanvullende wedstrijdvoorschriften voor de verschillende wedstrijden die door Sportvisserij Nederland worden georganiseerd. De dag voorafgaand aan de wedstrijd moet de startlocatie worden ingericht en het parcours worden uitgezet. Hierbij wordt het parcours zo goed mogelijk opgeruimd, zodat in ieder geval geen achtergebleven afval en materiaal, dat van sportvissers afkomstig is of zou kunnen zijn, aanwezig is. Direct voorafgaand aan de wedstrijd nemen de wedstrijdleider, jury en controleurs nog even de belangrijkste zaken voor het verloop van de wedstrijd door en worden de materialen uitgedeeld, waarna de controleurs - minimaal een half uur eerder dan de deelnemers - naar het water vertrekken. Vervolgens worden de deelnemerskaarten uitgedeeld (de loting van visplaatsen vindt bij Sportvisserij Nederland vooraf plaats met behulp van een computerprogramma) en vertrekken ook de wedstrijdvissers (‘deelnemers’) naar de hen toegewezen visplaats aan het wedstrijdwater.
7
De wedstrijd Vanaf dit moment is nauwkeurig in het wedstrijdreglement beschreven wat een deelnemer wel en niet mag doen (zie uw cursusmateriaal). Het is aan de deelnemer om binnen deze regels te vissen en aan de controleurs om erop toe te zien dat de vissers uit hun vak dit ook doen. Zodra een deelnemer in het bezit is van zijn deelnemerskaart, moet hij zich naar zijn visplaats begeven en zijn hengelmateriaal (hengels, voer e.d.) bij zijn plaatsnummer plaatsen. Daarna moet hij zijn plaats direct verlaten. Het materiaal mag niet worden gemonteerd en/of gedemonteerd, en evenmin mag het voer worden voorbereid.
Het verloop van de wedstrijd wordt kort en krachtig samengevat in punt 5 van het algemene wedstrijdreglement (zie uw cursusmateriaal). Iedere deelnemer beschikt over 85 minuten (Junioren: 55 minuten) voorbereidingstijd, vanaf het moment waarop de laatste deelnemer binnen de daarvoor gestelde tijd zijn plaatsnummer kan hebben bereikt. Het begin van de voorbereidingstijd wordt door middel van een eerste geluidssignaal aangegeven. Daarna is het toegestaan zich in het vak te installeren en de voorbereiding te starten. De voorbereiding geschiedt normaliter zonder hulp van derden. Na het eerste geluidssignaal begint de 85 minuten (Junioren: 55 minuten) voorbereidingstijd. Na het tweede geluidssignaal mag (zwaar) worden gevoerd. Het is de deelnemer verboden na het tweede geluidssignaal in het water te staan. Na het derde geluidssignaal, dat vijf minuten na het tweede signaal wordt gegeven mag worden gestart met vissen. Zwaar voeren (het zogenaamde plonzen) is vanaf nu verboden, licht bijvoeren tijdens de wedstrijd is wel toegestaan. Onder licht bijvoeren wordt verstaan, maximaal datgene, dat een deelnemer per worp met één hand in één beweging uit los lokvoer kan omvatten. Bijvoeren met behulp van een voercup of voerkorf op de hengel is eveneens toegestaan. Hiervoor mag geen extra hengel worden gebruikt. Er mag slechts één hengel in of boven het water liggen.
Het vierde geluidssignaal wordt gegeven vijf minuten voor het einde. Het vijfde geluidssignaal betekent het einde van de wedstrijd. Er dient onmiddellijk te worden opgehaald. Alleen de vis die zich bij het vijfde signaal in het leefnet bevindt, wordt gewaardeerd. Tussen het eerste en het laatste geluidssignaal is het niet toegestaan nog materialen en/of voer in of uit het vak te brengen/halen. Aan het einde van de wedstrijd mogen restanten voer en aas niet in het water worden gegooid of langs het parcours worden achtergelaten op straffe van diskwalificatie. 8
Werken met het wedstrijdreglement Het is aan de controleurs erop toe te zien dat de deelnemers uit hun vak binnen de gestelde regels vissen. Zij controleren of alle deelnemers beschikken over alle voor de wedstrijd geldende voorschriften en regels. De controleurs zorgen ervoor dat de wedstrijd voor alle deelnemers zo eerlijk en prettig mogelijk verloopt. Alle controleurs doen dat zoveel mogelijk op dezelfde manier! Achterin dit boek vindt u de belangrijkste aandachtspunten voor wedstrijdcontroleurs, zoals deze vooraf aan controleurs van een door Sportvisserij Nederland georganiseerde wedstrijd worden toegestuurd. In de voorbereidingstijd voor de wedstrijd dienen de controleurs een steekproefsgewijze controle van materialen uit te voeren. Tijdens de wedstrijd geven de controleurs de wedstrijdsignalen en noteren zij eventuele overtredingen door deelnemers en of deelnemers afwezig zijn, op de betreffende deelnemerskaarten. Overtredingen en afwezigheid van deelnemers worden direct gemeld aan de wedstrijdleiding. Deelnemers dienen de aanwijzingen van de wedstrijdleiding onmiddellijk op te volgen. Overtreding kan tot diskwalificatie leiden. Bij overtreding van artikelen waar geen diskwalificatie op staat volgt een waarschuwing. Bij een tweede overtreding volgt diskwalificatie. Elk koppel controleurs beschikt over de deelnemerskaarten van deelnemers in hun vak, een deelnemerslijst, een portofoon voor de communicatie met de wedstrijdleiding en de andere controleurs, een signaalhoorn en een rolbandmaat voor het eventuele meten van hengels. De coördinatie van de controleurskoppels ligt bij de wedstrijdleiding.
Omgaan met de deelnemers Het is aan de controleurs erop toe te zien dat de wedstrijd voor alle deelnemers zo eerlijk en prettig mogelijk verloopt. Een goede relatie met de deelnemers is daarbij belangrijk. In de voorbereidingstijd voor de wedstrijd kunnen de controleurs kort kennismaken met de deelnemers in hun vak door zich voor te stellen. Dit kan in combinatie met een steekproefsgewijze controle van materialen. Tijdens de wedstrijd is het belangrijk dat de controleurs de deelnemers niet hinderen of storen. Er moet uiteraard wel worden opgetreden, wanneer een overtreding wordt begaan. Ook moeten de controleurs altijd klaar staan voor de deelnemers en reageren op vragen, opmerkingen en verzoeken. Wanneer een geschil optreedt dient de controleur de deelnemer altijd vriendelijk, correct en rustig te woord te staan en zijn beslissing helder uit te leggen. Wanneer er sprake is van een blijvend verschil van mening, maakt u een aantekening en informeert u de wedstrijdleiding. Maak er dus geen persoonlijk punt van en laat de deelnemer in zijn waarde! Om onnodige problemen en onduidelijkheden te voorkomen moet een controleur goed op de hoogte zijn van de voorschriften en reglementen, inclusief de noodzakelijke kennis van de Visserijwet en moet een goede basiskennis bezitten op het gebied van visherkenning. Een ondeskundige controleur kan voor veel commotie zorgen bij de deelnemers en zelfs een complete wedstrijd negatief beïnvloeden. Beginnende controleurs dienen daarom als assistent controleur goed te worden ingewerkt door ervaren (hoofd)controleurs.
9
De weging Na afloop van de wedstrijd verzorgen de controleurs de weging van de vangsten in hun vak. De weging is een zeer belangrijk moment voor alle deelnemers. Een correcte weging met een juist getarreerde weegschaal is van groot belang voor een eerlijke uitslag van de wedstrijd. De controleurs beschikken hiervoor over de deelnemerskaarten van deelnemers in hun vak, een weegschaal met toebehoren, een meetlat, een Veldgids zoetwatervissen en een schrijfplank, pen en papier. De controleurs moeten er voor zorgen dat de weegschaal goed is afgesteld (getarreerd) en dat het gewicht van de vangst goed wordt afgelezen. Verder dienen alleen maatse (zie de maten op de wedstrijdkaart hiernaast) en niet door maat beschermde soorten te worden gewogen. Indien bij het wegen ondermaatse vis wordt aangetroffen, wordt 100 gram in mindering gebracht per aangetroffen ondermaatse vis, terwijl deze vissen niet voor weging in aanmerking komen. Snoek en aal mogen niet in het leefnet worden bewaard. Het in bezit hebben en ter weging aanbieden van beschermde vissoorten en/of vissoorten waarvoor een gesloten tijd geldt (o.a. zalm en zeeforel: zie de Landelijke Lijst van viswateren), is tevens verboden. Indien deze vissoorten worden gevangen, dienen deze onmiddellijk te worden teruggezet. Bij overtreding volgt diskwalificatie.
Voorbeeld van een deelnemerskaart; de bovenste helft is voor de weegploeg, het onderste deel voor de deelnemer 10
De controleurs wegen de totaalvangst per deelnemer en noteren het gevangen totaalgewicht op de deelnemerskaart(en) en laten deze door de deelnemers voor akkoord tekenen. Bij twijfel wordt een gevangen vis gemeten om te bepalen of deze aan de wettelijke minimummaat voldoet. Ondermaatse vissen worden niet meegewogen en het aantal ondermaatse vissen dient op de kaart te worden vermeld. De vis wordt na weging zorgvuldig teruggezet in het water. De controleurs leveren ook de kaarten in van deelnemers, die geen vangst hebben of afwezig zijn. De hoofdcontroleur dient bij geen vangst een NUL te vermelden. Ook afwezigheid of tussentijds vertrek wordt op de kaart vermeld. Na weging leveren de controleurs de ingevulde deelnemerskaarten bij de wedstrijdleiding in.
Geschillen Geschillen dienen tijdens de wedstrijd en de weging in eerste instantie tussen de hoofdcontroleur en de deelnemer te worden opgelost. Wanneer geen overeenstemming wordt bereikt tussen partijen beslist de jury na hoor en wederhoor. Een hoofdcontroleur doet direct melding van het geschil aan de wedstrijdleiding en zij maakt daarvan aantekening op de wedstrijdkaart van de betrokken deelnemer. Opruimen parcours De controleurs zorgen er voor, dat de uitgezette nummers voor de hen toegewezen deelnemers worden opgehaald en ingeleverd. Tevens zorgen zij voor, dat de aan hen uitgereikte bescheiden, zoals maatlat, schrijfplank, weegschaal e.d. worden ingeleverd bij de wedstrijdleiding. Tenslotte zorgen de controleurs ervoor dat de deelnemers het parcours netjes achterlaten. Deelnemers die aas of voer achterlaten worden gediskwalificeerd. Deelnemers die afval of materialen achterlaten, worden hierop geattendeerd en eventueel aanwezig afval wordt door de controleurs en parcoursmedewerkers verwijderd.
De jurering en prijsuitreiking De jury bepaalt op basis van de ingeleverde deelnemerskaarten de klassering van alle deelnemers. Eventuele onopgeloste geschillen worden door de jury vooraf behandeld. Alle deelnemers worden vervolgens per vak geklasseerd volgens het door hen gevangen gewicht. Degene die in een vak het meeste gewicht heeft gevangen wint. In de aanvullende wedstrijdvoorschriften worden de klassering en bijbehorende prijzen voor de Nationale Topcompetitie nader toegelicht. De prijzen worden vervolgens door de wedstrijdleider of een VIP uitgereikt, de pers eventueel te woord gestaan en de gelegenheid geboden enkele foto’s te maken. Tenslotte vertrekken de deelnemers huiswaarts en zorgt de wedstrijdorganisatie er tenslotte voor dat de zaal wordt opgeruimd.
11
TWAALF BELANGRIJKE PUNTEN VOOR WEDSTRIJDCONTROLEURS
Controleurs werken altijd in koppels, bestaande uit een assistenthoofdcontroleur, die eindverantwoordelijk is voor de uitgevoerde controle.
en
een
De controleurs: 1.
dienen minstens een half uur voor aanvang van de voorbereidingstijd van de deelnemers, op het gedeelte/vak dat hen is toegewezen aanwezig te zijn;
2.
stellen vooraf vast of alle deelnemers beschikken over alle voor de wedstrijd geldende voorschriften en regels;
3.
dienen er op toe te zien, dat de hen toegewezen hengelaars voor en tijdens de wedstrijd handelen in overeenstemming met de voorschriften en reglementen;
4.
dragen er zorg voor dat de hen toegewezen deelnemers niet voor het derde signaal vissen. Het vijfde signaal betekent het einde van de wedstrijd, waarna onmiddellijk moet worden opgehaald. Alleen de vis die zich bij het vijfde signaal buiten het water bevindt telt mee;
5.
noteren tijdens de wedstrijd en/of de weging aan de hand van de plaatsnummers de niet aanwezige deelnemers en geven hun bevindingen door aan de wedstrijdleiding;
6.
vermelden overtredingen op de kaart van de deelnemer(s). De hoofdcontroleur informeert hierover zo spoedig mogelijk de wedstrijdleiding.
7.
wegen de totaalvangst per deelnemer en noteren het gevangen totaalgewicht op de deelnemerskaart(en) en laten deze door de deelnemers voor akkoord tekenen;
8.
meten bij twijfel de gevangen vis(sen) om te bepalen of deze aan de wettelijke minimummaat voldoet. Ondermaatse vissen worden niet meegewogen en het aantal ondermaatse vissen dient op de kaart te worden vermeld;
9.
leveren ook de kaarten van deelnemers, die geen vangst hebben of afwezig zijn, in. De hoofdcontroleur dient bij geen vangst een NUL te vermelden. Afwezigheid of tussentijds vertrek dient op de kaart te worden vermeld;
10. dienen geschillen tijdens de wedstrijd(en) in eerste instantie op te lossen tussen de hoofdcontroleur en de deelnemer. Wanneer geen overeenstemming wordt bereikt tussen partijen beslist de jury na hoor en wederhoor. De hoofdcontroleur(s) doen direct melding van het geschil aan de wedstrijdleiding en zij maken daarvan aantekening op de wedstrijdkaart van de betrokken deelnemer. 11. leveren zo spoedig mogelijk na afloop van de weging de deelnemerskaarten in bij diegene, die daarvoor door de wedstrijdleiding is aangewezen; 12. zorgen ervoor, dat de uitgezette nummers voor de hen toegewezen deelnemers worden opgehaald en ingeleverd. Tevens zorgen zij voor, dat de aan hen uitgereikte bescheiden, zoals maatlat, schrijfplank, weegschaal e.d. worden ingeleverd bij de wedstrijdleiding.
12
ALGEMENE WEDSTRIJDVOORSCHRIFTEN ZOETWATERVISSEN De hierna volgende algemene wedstrijdvoorschriften hebben betrekking op selectiewedstrijden en het Nederlands Kampioenschap Zoetwatervissen Individueel, Korpsen, Junioren, Vrije Hengel en het Nederlands Clubkampioenschap Zoetwatervissen. 1. Deelnemers dienen in het bezit te zijn van een op hun naam gestelde en van een verenigingslogo voorziene, geldige VISpas uitgegeven door Sportvisserij Nederland. 2a. Voor het Zoetwatervissen Individueel, Korpsen en Vrije Hengel geldt: De minimum leeftijd voor de deelnemers is 15 jaar, bereikt per 1 januari van het jaar waarin de wedstrijd wordt gehouden. 2b. Voor het Zoetwatervissen geldt: De minimum leeftijd voor de deelnemers is 10 jaar, bereikt per 1 januari van het jaar waarin de wedstrijd wordt gehouden. 2c. Het NK Junioren is onderverdeeld in twee categorieën: Categorie A: 14 tot en met 18 jaar Categorie B: 10 tot en met 13 jaar. Voor beide categorieën is de leeftijd bepalend op 1 januari van het jaar waarin de wedstrijd wordt gehouden. Een deelnemer A dient op 1 januari minimaal 14 en maximaal 18 jaar te zijn, terwijl een deelnemer B op 1 januari minimaal 10 en maximaal 13 jaar dient te zijn. 3. Aan de Nederlandse Kampioenschappen (met uitzondering van het Nederlands Clubkampioenschap) gaan per (cluster van) federatie(s) selectiewedstrijden vooraf. Het water voor de selectie(s) wordt door de organiserende federatie aangewezen. 4. Het inschrijfgeld voor de federatieve selectiewedstrijd(en) wordt jaarlijks door de organiserende federatie vastgesteld. 5. De wedstrijd heeft een tijdsduur van vier uur (voor Junioren drie uur) aaneengesloten. De wedstrijdleiding heeft het recht de wedstrijd bij slechte weersomstandigheden (onweer e.d.) of bepaalde calamiteiten (ongevallen, demonstratie e.d.) stil te leggen en na enige tijd te hervatten. Indien dan minimaal 50% van de wedstrijdduur is gevist, is de wedstrijd geldig. Bij geringere duur moet de wedstrijd worden overgevist. 6. Voor de wedstrijd worden (voor Junioren voor beide categorieën) vijf vakken uitgezet, genummerd A tot en met E (voor Junioren resp. A t/m E en F t/m J). Er wordt per vak geloot. 7. De afstand tussen de plaatsnummers dient minimaal 12 meter (voor Clubkampioenschappen en Vrije Hengel 15 meter) te bedragen. De visplaats van de deelnemer wordt aangegeven door een nummer dat overeenkomt met het plaatsnummer op de hem/haar uitgereikte deelnemerskaart en het vak dat hij/zij heeft geloot. Het is de deelnemer verboden plaats te nemen verder dan 1 meter, hetzij ter linker-, hetzij ter rechterzijde van zijn/haar plaatsnummer. De deelnemer mag de toegewezen ruimte van 12 meter (voor clubkampioenschappen en vrije hengel 15 meter) vrijelijk gebruiken voor het optuigen etc. op voorwaarde, dat hij/zij de mededeelnemers niet hindert of in de visserij belemmert. 8. Het gebruik van vlonders is toegestaan, indien de voorkant hiervan bij de aanvang van de wedstrijd de waterlijn niet bereikt en geen beschadiging aan de oever wordt aangebracht. Beoordeling geschiedt door de hoofdcontroleur en/of de wedstrijdleiding. Junioren t/m 13 jaar, bereikt per 1 januari van het jaar waarin de wedstrijd wordt gehouden, mogen bij het plaatsen van de vlonder worden geholpen.
13
ALGEMEEN WEDSTRIJDREGLEMENT ZOET Het hierna volgende algemene wedstrijdreglement heeft betrekking op selectiewedstrijden en het Nederlands Kampioenschap Zoetwatervissen Individueel, Korpsen, Junioren, Vrije Hengel, het Nederlands Clubkampioenschap Zoetwatervissen en de Nationale Topcompetitie.
1. Gevist dient te worden met één hengel. Het gebruik van een fish-finder is verboden. 2. Bij het Nederlands Clubkampioenschap en bij het Nederlands Kampioenschap Vrije Hengel (inclusief selectiewedstrijden) is de hengelkeuze vrij. 3. Voor selectiewedstrijden en het Nederlands Kampioenschap Zoetwatervissen Individueel, Korpsen, Junioren, het Nederlands Clubkampioenschap Zoetwatervissen en de Nationale Topcompetitie geldt: er dient te worden gevist met één hengel, voorzien van een dobber en een enkelvoudige haak. Elke vorm van zinkvissen is verboden. Onder "zinkvissen" moet worden verstaan dat wanneer op enig moment het hoofdlood op de bodem rust, er sprake is van zinkvissen. Wanneer een loodkorrel of styllood de bodem raakt of op de bodem rust, is dat niet te verstaan als zinkvissen. In alle gevallen moet de dobber de daaronder aan de lijn bevestigde belasting kunnen dragen. In geval van aangetoond zinkvissen volgt diskwalificatie.
Voor Korpsen, Individueel en Topcompetitie geldt: De hengellengte (met uitzondering van de lijn) mag maximaal 13 meter bedragen.
Voor Junioren geldt: De hengellengte (met uitzondering van de lijn) mag maximaal 11,5 meter bij categorie A en 10,0 meter bij categorie B bedragen. Alleen hengels zonder opwindmechanisme zijn toegestaan. 4. Aas en voer is vrij, behoudens het voor handen hebben en/of gebruik van gekleurde maden en/of lokvoeders waaraan (schadelijke) kleurstoffen zijn toegevoegd. Ditzelfde verbod geldt in de gesloten tijd (1 april tot de laatste zaterdag van mei) ook voor wormen. Het aas/voer dient uit natuurlijke producten te bestaan; kunstaas en imitaties alsmede dood aas en viseitjes zijn verboden. Niet naleving van het bovenstaande leidt onherroepelijk tot diskwalificatie van de betrokken deelnemer. Sportvisserij Nederland kan zo nodig en gewenst in de richtlijnen/uitnodiging aanwijzingen c.q. beperkingen met betrekking tot aas en lokvoer aan de deelnemers opleggen. 5. Zodra de deelnemer in het bezit is van zijn/haar deelnemerskaart, moet hij/zij zich naar zijn/haar visplaats begeven en zijn/haar hengelmateriaal (hengels, voer e.d.) bij zijn/haar plaatsnummer plaatsen. Daarna moet hij/zij zijn/haar plaats direct verlaten. Het materiaal mag niet worden gemonteerd en/of gedemonteerd, en evenmin mag het voer worden voorbereid. Iedere deelnemer beschikt over 85 minuten (Junioren: 55 minuten) voorbereidingstijd, vanaf het moment waarop de laatste deelnemer binnen de daarvoor gestelde tijd zijn/haar plaatsnummer kan hebben bereikt. Het begin van de voorbereidingstijd wordt door middel van een signaal aangegeven. Daarna is het toegestaan zich in het vak te installeren en de voorbereiding te starten. De voorbereiding geschiedt normaliter zonder hulp van derden van welke aard dan ook.
14
Na het eerste signaal begint de 85 minuten (Junioren: 55 minuten) voorbereidingstijd. Na het tweede signaal mag worden gevoerd. Het is de deelnemer verboden na het tweede signaal in het water te staan. Na het derde signaal, dat vijf minuten na het tweede signaal wordt gegeven, mag worden gestart met vissen. Zwaar voeren (‘plonzen’) is nu verboden, licht bijvoeren tijdens de wedstrijd is wel toegestaan. Onder licht bijvoeren wordt verstaan, maximaal datgene, dat een deelnemer per worp met één hand in één beweging uit los lokvoer kan omvatten. Bijvoeren met behulp van een voercup of voerkorf op de hengel is eveneens toegestaan. Hiervoor mag geen extra hengel worden gebruikt. Er mag slechts één hengel in of boven het water liggen. Het vierde signaal wordt gegeven vijf minuten voor het einde. Het vijfde signaal betekent het einde van de wedstrijd. Er dient onmiddellijk te worden opgehaald. Alleen de vis die zich voor het vijfde signaal buiten het water bevindt, wordt gewaardeerd. Tussen het eerste en het laatste signaal is het niet toegestaan nog materialen en/of voer in of uit het vak te brengen/halen. Aan het einde van de wedstrijd mogen restanten voer en aas niet in het water worden gegooid of langs het parcours worden achtergelaten op straffe van diskwalificatie. 6. In het door de wedstrijdleiding gemarkeerde gebied mogen zich alleen de deelnemers, (hoofd)controleurs, jury en wedstrijdleider bevinden, alsmede personen, die door de wedstrijdleiding zijn aanvaard en als zodanig herkenbaar zijn. Het betredingsverbod voor anderen dan hier bedoeld geldt vanaf het eerste signaal (aanvang voorbereidingstijd) tot het moment waarop de weging van de vis van de betrokken deelnemer is voltooid. 7. Elke gevangen meetellende vis (zie art. 11) moet door de deelnemer in een leefnet worden bewaard, dat dient te voldoen aan de volgende eisen: • • • • •
een diameter van 40 cm of meer een lengte van 2,5 meter of meer een maaswijdte van maximaal 6 mm knooploos en van zacht materiaal gemaakt voorzien van voldoende hoepels om het goed uit te leggen
Bij het gebruik van een leefnet dient: • • • • •
een zo groot mogelijk deel ervan onder water te zijn het bij voorkeur horizontaal uitgestrekt te staan het degelijk bevestigd te zijn golfslag geen vat op het leefnet te hebben het bij de weging voorzichtig leeggemaakt te worden
8. Het leefnet dient voor het tweede signaal te worden geplaatst en dient tot aan het moment dat de (hoofd)controleur de deelnemer oproept voor de weging volgens onder artikel 7 genoemde normen van verankering in het water te blijven. Nadat de vangst van een deelnemer is gewogen dient de vis voorzichtig in het water te worden teruggezet. 9. Een deelnemer is verplicht zijn/haar vangst te laten wegen, te laten noteren op de wedstrijdkaart en deze voor akkoord te tekenen. Een deelnemer die zonder toestemming van de wedstrijdleider voortijdig de wedstrijd verlaat en/of zijn/haar leefnet uit het water verwijdert voordat tot de weging wordt opgeroepen, wordt gediskwalificeerd.
15
10. De deelnemer dient de gevangen vis zodanig te onthaken en te behandelen, dat geen verminking ontstaat en de vis onbeschadigd kan worden teruggezet. De ter weging aangeboden vis dient in levende staat te verkeren. Overtreding van dit artikel kan tot diskwalificatie leiden. 11. Wegen van de vis geschiedt over maatse (zie de maten op uw wedstrijdkaart) en niet door maat beschermde soorten. Snoek en aal mogen niet in het leefnet worden bewaard. Wordt toch snoek of aal aangetroffen, dan volgt diskwalificatie. Indien bij het wegen ondermaatse vis wordt aangetroffen, wordt 100 gram in mindering gebracht per aangetroffen ondermaatse vis, terwijl deze vissen niet voor weging in aanmerking komen. Het in bezit hebben en ter weging aanbieden van beschermde vissoorten en/of vissoorten waarvoor een gesloten tijd geldt (o.a. zalm en zeeforel - zie verder de bepalingen vermeld in de Landelijke Lijst van viswateren, behorend bij de VISpas), is eveneens verboden. Indien deze vissoorten eventueel worden gevangen, dienen deze onmiddellijk te worden teruggezet. Bij overtreding volgt diskwalificatie. 12. Deelnemers dienen de aanwijzingen van de wedstrijdleiding onmiddellijk op te volgen. Overtreding kan tot diskwalificatie leiden. 13. Bij overtreding van artikelen waar geen diskwalificatie op staat volgt een waarschuwing. Bij een tweede overtreding volgt diskwalificatie. Een diskwalificatie kan tot gevolg hebben dat de deelnemer gedurende een jaar van wedstrijden van Sportvisserij Nederland wordt uitgesloten. Hiervan wordt de deelnemer z.s.m. in kennis gesteld. Tevens wordt de betrokken federatie c.q. vereniging geïnformeerd. 14. Iedere deelnemer, wedstrijdleider, (hoofd)controleur en jurylid wordt geacht de wedstrijdvoorschriften en het wedstrijdreglement te kennen en stipt na te leven. De deelnemers aan het Kampioenschap ontvangen tevens de algemene voorwaarden, die eveneens bindende bepalingen bevatten. Deelnemen betekent instemmen met de voorschriften, het reglement en de algemene voorwaarden. 15. Op dit wedstrijdreglement zijn mede van toepassing de bij of krachtens de Visserijwet, het Reglement voor de Binnenvisserij en het Reglement Minimummaten en Gesloten Tijden vastgestelde regels. 16. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de jury.
16
OEFENVRAGEN De vragen hebben betrekking op door Sportvisserij Nederland georganiseerde viswedstrijden. Geef het beste of meest volledige antwoord!
1. Zodra een deelnemer in het bezit is van zijn deelnemerskaart, moet hij zich naar zijn visplaats begeven en zijn hengelmateriaal bij zijn plaatsnummer plaatsen. Daarna: a. mag hij alleen zijn materiaal monteren b. mag hij alleen zijn voer voorbereiden c. moet hij zijn plaats direct verlaten, d. a en b zijn goed
2. De minimumleeftijd voor deelname aan het Zoetwatervissen Individueel is: a. 10 jaar b. 12 jaar c. 14 jaar d. 15 jaar
3. Wanneer er sprake is van een blijvend verschil van mening tussen controleur en deelnemer: a. maakt u een aantekening b. informeert u direct de wedstrijdleiding c. maakt u er geen persoonlijk punt van d. a, b en c zijn goed
4. Het a. b. c.
is aan de controleurs erop toe te zien dat: de wedstrijd voor alle deelnemers zo eerlijk en prettig mogelijk verloopt de deelnemers in hun vak binnen de gestelde regels vissen alle deelnemers beschikken over alle voor de wedstrijd geldende voorschriften en regels d. a, b en c zijn goed
5. U staat met het gezicht naar het water en voor u is deelnemersplaats B16. Welke plaats ligt links van u? a. B17 b. A16 c. B15 d. C16
6. Het a. b. c. d.
derde geluidssignaal wordt gegeven: vijf minuten na het tweede signaal 85 minuten voor het vierde signaal vier uur na het tweede signaal vier uur voor het vierde signaal
7. De kaarten van deelnemers, die afwezig zijn worden door de hoofdcontroleur: a. niet ingeleverd bij de wedstrijdleiding b. voorzien van een NUL ingeleverd bij de wedstrijdleiding c. niet ingevuld ingeleverd bij de wedstrijdleiding d. voorzien van een notitie ingeleverd bij de wedstrijdleiding 17
8. Het a. b. c. d.
vijfde geluidssignaal wordt gegeven: aan het eind van de wedstrijd vier uur na het vierde signaal vijf minuten voor het zesde signaal a en b zijn goed
9. Een deelnemer biedt ter weging 2065 gram vis aan, waaronder drie ondermaatse windes van 20 gram elk. Zijn totaalvangst bedraagt: a. 2065 gram b. 2005 gram c. 1705 gram d. de deelnemer wordt gediskwalificeerd
10. Tussen het eerste en het laatste geluidssignaal: a. is het niet toegestaan nog materialen in of uit het vak te brengen/halen b. is het niet toegestaan nog voer in of uit het vak te brengen/halen c. mag niet grof worden gevoerd d. a en b zijn goed
11. De afstand tussen de plaatsnummers dient bij een wedstrijd Zoetwatervissen Individueel: a. ongeveer 10 meter te zijn b. minimaal 10 meter te zijn c. minimaal 12 meter te zijn d. maximaal 15 meter te zijn
12. De belangrijkste verschillen tussen een brasem en een kolblei zijn de: a. grootte van het oog en de kleur b. grootte van het oog en stand van de vinnen c. grootte van het oog en de schubben d. kleur en de bekstand 13. Aan het einde van de wedstrijd mogen restanten voer en aas niet in het water worden gegooid of langs het parcours worden achtergelaten op straffe van: a. diskwalificatie b. strafpunten c. een waarschuwing d. aftrek van punten
14. Een deelnemer biedt zijn vangst ter weging aan. U treft twee blankvoorns aan met een kapot gescheurde bek. U: a. diskwalificeert de deelnemer b. verzoekt de deelnemer voortaan wat zorgvuldiger te onthaken en wijst erop dat verminking van vis tot diskwalificatie kan leiden c. weegt deze vissen niet mee d. weegt deze vissen niet mee en trekt 200 gram van het totaalgewicht af
18
15. Wanneer een deelnemer de aanwijzingen van de wedstrijdleiding niet onmiddellijk opvolgt: a. leidt dit tot diskwalificatie b. volgt een waarschuwing c. volgt na een waarschuwing bij herhaling diskwalificatie d. a, b of c kan goed zijn
16. Een winde kun je het best van een blankvoorn onderscheiden doordat de winde: a. geen oranjerode vlek in de iris heeft b. grotere schubben heeft c. kleinere schubben heeft d. a en c zijn goed
17. Een deelnemer vist tijdens een wedstrijd op 18 april met wormen. Deze deelnemer: a. mag dit b. mag dit niet en wordt gediskwalificeerd c. mag dit niet en krijgt een waarschuwing d. mag dit niet en krijgt strafpunten
18. Het vierde geluidssignaal wordt gegeven: a. twee uur na het eerste signaal b. vijf minuten na het derde signaal c. vijf minuten voor het vijfde signaal d. als de wedstrijd op de helft is
19. Een deelnemer biedt u een vangst aan ter weging met de mededeling: er zit misschien wat ondermaatse winde tussen, die moet eruit. Indien u een ondermaatse winde aantreft: a. wordt de deelnemer direct gediskwalificeerd b. wordt deze niet meegewogen en vindt aftrek van 100 gram plaats c. geeft u de deelnemer een waarschuwing d. weegt u deze niet mee
20. De belangrijkste verschillen tussen een blankvoorn en een ruisvoorn zijn: a. de kleur van de vinnen en de bekstand b. de stand van de vinnen en de bekstand c. de kleur van de vinnen en de aanwezigheid van een oranje vlek in de iris d. de kleur van de vinnen en de schubben
21. Met kunstaas: a. mag gewoon worden gevist b. mag worden gevist, mits dit kleiner is dan 2,5 cm c. mag niet worden gevist d. mag worden gevist, indien dit is vervaardigd uit natuurlijke materialen 22. Zinkvissen: a. is verboden b. mag bij wedstrijden voor de vrije hengel c. mag alleen met styllood d. mag 19
23. De coördinatie van controleurskoppels ligt bij: a. de jury b. de hoofdcontroleur c. de wedstrijdleiding d. de parcoursmedewerkers
24. Het eerste geluidssignaal geeft aan dat mag worden gestart met: a. het plaatsen van het hengelmateriaal b. de voorbereiding c. grof voeren d. vissen en voeren
25. Indien bij het wegen ondermaatse vis wordt aangetroffen, komen deze vissen niet voor weging in aanmerking en wordt per aangetroffen ondermaatse vis: a. 100 gram in mindering gebracht b. 10 gram in mindering gebracht c. 1 strafpunt toegekend d. een maatse vis uit de weging verwijderd
26. Een deelnemer biedt ter weging 5000 gram vis aan, waaronder twee ondermaatse windes van 20 gram elk en een snoek van 200 gram. Zijn totaalvangst bedraagt: a. 5000 gram b. 4760 gram c. 4460 gram d. de deelnemer wordt gediskwalificeerd
27. Na het vijfde geluidssignaal: a. dient onmiddellijk te worden opgehaald b. mag niet meer worden ingelegd c. mag geen vis meer in het leefnet worden gezet d. a,b en c zijn goed
28. De wedstrijdleiding wijst een gemarkeerd gebied aan waarbinnen uitsluitend de wedstrijdleider, deelnemers, jury, controleurs en personen die door de wedstrijdleiding zijn aanvaard zich mogen begeven: a. tussen het eerste en laatste signaal b. tussen het tweede en laatste signaal c. tussen het eerste signaal en de start van de weging d. tussen het eerste signaal en de voltooiing van de weging van de vis van de betrokken deelnemer
29. Het gebruik van vlonders is tijdens een wedstrijd: a. niet toegestaan b. toegestaan mits de voorkant hiervan bij de aanvang van de wedstrijd de waterlijn niet bereikt c. toegestaan mits geen beschadiging aan de oeverlijn wordt aangebracht d. toegestaan mits de voorkant hiervan bij de aanvang van de wedstrijd de waterlijn niet bereikt én geen beschadiging aan de oeverlijn wordt aangebracht
20
30. Een deelnemer biedt ter weging 500 gram vis aan, waaronder een rivierprik van 100 gram. Zijn totaalvangst bedraagt: a. 500 gram b. 400 gram c. 300 gram d. de deelnemer wordt gediskwalificeerd
31. Een deelnemer biedt ter weging onder andere een winde aan van 28 cm. Deze winde: a. telt niet mee b. telt gewoon mee c. telt niet mee en leidt tot 100 gram aftrek d. Leidt tot diskwalificatie
32. Tijdens een wedstrijd mag geen gebruik worden gemaakt van: a. een fishfinder b. meer dan één hengel c. voerkatapult d. a, b en c zijn goed
33. Een deelnemer biedt ter weging 1500 gram vis aan, waaronder een zeeprik van 700 gram. Zijn totaalvangst bedraagt: a. 1500 gram b. 1400 gram c. 700 gram d. de deelnemer wordt gediskwalificeerd
34. De controleurs wegen de totaalvangst per deelnemer. Op de deelnemerskaart moet worden aangegeven: a. het gevangen totaalgewicht b. aantal ondermaatse vissen c. akkoord deelnemer d. a, b en c zijn goed
35. De kaarten van deelnemers, die geen vangst hebben hoofdcontroleur: a. niet ingeleverd bij de wedstrijdleiding b. voorzien van een NUL ingeleverd bij de wedstrijdleiding c. niet ingevuld ingeleverd bij de wedstrijdleiding d. overhandigd aan de betreffende deelnemer
worden
door
de
36. Geschillen tijdens de wedstrijd en de weging dienen: a. in eerste instantie tussen de hoofdcontroleur en de deelnemer te worden opgelost b. direct te worden gemeld aan de wedstrijdleiding c. te worden aangetekend op de deelnemerskaart d. a, b en c zijn goed
21
37. Een deelnemer biedt tijdens een wedstrijd op 1 juni een barbeel van 30 cm aan ter weging. Deze barbeel: a. telt mee b. telt niet mee c. telt niet mee en leidt tot 100 gram aftrek d. leidt tot diskwalificatie van de deelnemer
38. Aas en voer zijn: a. vrij, mits niet met wormen wordt gevist in de gesloten tijd aassoorten b. vrij, behoudens het voorhanden hebben en/of gebruik van gekleurde maden en/of lokvoeders c. vrij, mits deze uit natuurlijke producten bestaan d. a, b en c zijn goed
39. Controleurs meten: a. alle gevangen vissen b. alleen beschermde vissen c. alleen vissen waarvoor een minimummaat geldt d. alleen bij twijfel vissen waarvoor een minimummaat geldt
40. Een deelnemer vangt een brasem van 12 cm. Deze vis: a. wordt gewoon meegewogen b. wordt niet meegewogen c. wordt niet meegewogen en leidt tevens tot aftrek van punten d. bezorgt de deelnemer diskwalificatie
41. Het derde geluidssignaal geeft aan dat: a. mag worden gestart met grof voeren b. grof voeren moet worden gestaakt c. er mag worden gestart met vissen d. b en c zijn goed
42. De minimumleeftijd voor deelname aan het Zoetwatervissen is: a. 10 jaar b. 12 jaar c. 14 jaar d. 15 jaar 43. Het NK junioren is onderverdeeld in twee categorieën, te weten: a. Categorie A: 14 tot en met 18 jaar Categorie B: 10 tot en met 13 jaar b. Categorie A: 15 tot en met 18 jaar Categorie B: 10 tot en met 14 jaar c. Categorie A: 15 tot en met 18 jaar Categorie B: 12 tot en met 14 jaar d. Categorie A: 16 tot en met 18 jaar Categorie B: 14 tot en met 15 jaar
22
44. Een deelnemer biedt ter weging 5000 gram vis aan, waaronder een zeeforel van 1000 gram. Zijn totaalvangst bedraagt: a. 5000 gram b. 4000 gram c. 3900 gram d. de deelnemer wordt gediskwalificeerd 45. Indien een wedstrijd bijvoorbeeld bij slechte weersomstandigheden wordt stilgelegd: a. moet deze worden overgevist b. is de uitslag van het moment van stillegging geldig c. moet deze worden overgevist indien minder dan 50 % van de wedstrijdduur is gevist d. vervalt deze geheel
46. De controleurs kunnen het best kort kennismaken met de deelnemers in hun vak door zich voor te stellen: a. tijdens de aankomst van deelnemers bij het parcours b. tussen het eerste en tweede signaal c. tijdens de weging d. a en c zijn goed
47. De afstand tussen de plaatsnummers is bij een wedstrijd Zoetwatervissen minimaal 12 meter. De deelnemer mag plaatsnemen aan weerszijden van zijn plaatsnummer binnen een afstand van: a. 12 meter b. 6 meter c. 3 meter d. 1 meter
48. Een deelnemer vist tijdens een wedstrijd in juni met een dood visje. Deze deelnemer mag dit: a. altijd b. niet c. alleen als hij met een vrije hengel vist d. alleen met visjes kleiner dan 2,5 cm
49. Een leefnet dient te voldoen aan de volgende eisen: a. een maaswijdte van maximaal 6 mm b. van zacht, geknoopt materiaal gemaakt c. een lengte van 2 meter of meer d. a, b en c zijn goed 50. In de Landelijke Lijst wordt voor het wedstrijdwater waarin wordt gevist, aangegeven dat gevangen karper direct dient te worden teruggezet. Een deelnemer biedt tijdens de weging een karper van 40 cm aan. De controleur dient: a. de vangst gewoon mee te wegen b. deze vis niet mee te wegen c. deze vis niet mee te wegen en 100 gram van het totaalgewicht af te trekken d. de deelnemer te diskwalificeren
23
51. Het netjes achterlaten van (delen van) het parcours, is de verantwoordelijkheid van de: a. wedstrijdleiding b. (hoofd)controleur(s) c. deelnemers d. a, b en c
52. In a. b. c.
de voorbereidingstijd voor de wedstrijd dienen de controleurs: kennis te maken met de deelnemers uit hun vak een steekproefsgewijze controle van materialen uit te voeren ervoor te zorgen dat zij 85 minuten (junioren: 55 minuten) na het eerste geluidssignaal het tweede geluidssignaal laten klinken d. a, b en c zijn goed
53. Geschillen tijdens de wedstrijd en de weging dienen: a. in eerste instantie tussen de hoofdcontroleur en de deelnemer te worden opgelost b. direct te worden voorgelegd aan de wedstrijdleiding c. door de deelnemer na afloop te worden voorgelegd aan de jury d. tussen de hoofdcontroleur en de deelnemer te worden opgelost 54. De afstand tussen de plaatsnummers dient bij een wedstrijd Zoetwatervissen met de Vrije Hengel: a. minimaal 10 meter te zijn b. minimaal 12 meter te zijn c. minimaal 15 meter te zijn d. maximaal 15 meter te zijn 55. Een deelnemer vist tijdens een wedstrijd op zaterdag 28 mei met wormen. Deze deelnemer: a. mag dit b. mag dit niet c. wordt gediskwalificeerd d. b en c zijn goed
Antwoorden: 1c ; 2d; 3d ; 4d ; 5c ; 6a ; 7d ; 8a ; 9c ; 10d ; 11c ; 12c ; 13a ; 14b ; 15d ; 16d ; 17b ; 18c ; 19b ; 20b ; 21c ; 22b ; 23c ; 24b ; 25a ; 26d ; 27d ; 28d ; 29d ; 30d ; 31c ; 32d ; 33a ; 34d ; 35b ; 36d ; 37a ; 38d ; 39d ; 40a ; 41d ; 42a ; 43a ; 44d ; 45c ; 46b ; 47d ; 48b ; 49a ; 50d ; 51d ; 52d ; 53a ; 54c ; 55a
24
Bezoekadres: Leijenseweg 115, 3721 BC Bilthoven Postadres: Postbus 162, 3720 AD Bilthoven T (030) 605 84 00, F (030)603 98 74 E
[email protected] www.sportvisserijnederland.nl
25