CURSUSBOEK ADVENTURE KLIMMEN
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
1
Inleiding Voor je ligt het cursusboek behorend bij het klimvaardigheidsbewijs Adventure Klimmen. In het cursusboek wordt het theoretische kader geboden om jou te ondersteunen bij de cursus Adventure klimmen. De inhoud van het cursusboek Adventure Klimmen, en ook het klimvaardigheidsbewijs Adventure klimmen, is het vervolg op de cursus Outdoor Voorklimmen en het bijbehorende klimvaardigheidsbewijs Outdoor Voorklimmen. Het cursusboek is aan de hand van de vereiste competenties opgesteld en verdeeld in overeenkomstige hoofdstukken. Wij wensen jou veel succes met het doorlopen van de cursus Adventure klimmen en wij zien jou graag met succes deze cursus afronden. Bart Overlaet, Terra Alta - Juni 2008
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
2
Definitie van Adventure klimmen en geschikte gebieden In deze paragraaf willen wij jou als toekomstig adventure klimmer voorlichten over de situatie waar in je straks terecht gaat komen. Het buiten klimmen heb je onder de knie en dan nu een stapje verder. Routes die voorheen niet geklommen konden worden, omdat deze simpelweg slecht en onoverzichtelijk waren behaakt, komen nu in het bereik van de adventure klimmer. Door het gebruik van mobiele zekeringen kan ook jij je in de mooi, maar slecht behaakte klimgebieden op veilige wijze verplaatsen. In paragraaf 1.1 wordt de definitie zoals wij die binnen de KBF – NKBV hanteren weergegeven. In paragraaf 1.2 wordt de opleidingsstructuur schematisch weergegeven met daarin de plaats gemarkeerd waar je op dit moment binnen de opleidingen verkeert. Cursus “Adventure” klimmen is het klimmen van routes die voldoen aan volgende kenmerken: o Niet alle standplaatsen zijn volledig uitgerust, en/of de nodige vaste zekeringspunten ontbreken. Bijgevolg is kennis en kunde van mobiele zekeringen essentieel om de klim veilig te volbrengen. o een niet alpine aanloop en afdaalroute waarbij geen beroep mag gedaan worden op technieken die niet opgenomen zijn in de cursussen Outdoor voorklimmen & Adventure klimmen of deze instructeurhandleiding; o de maximale lengte van de klim 6 á 7 touwlengtes bedraagt; o men via het volgen van een eenvoudig pad of een afdaling in rappel/abseil terugkeren naar het begin van de route; Geschikte gebieden: De sportklimcursus Adventure Voorklimmen is geschreven voor klimmers die zelfstandig de sport willen beoefenen in minder goed uitgeruste klimgebieden. Om het klimgebied te bereiken mag geen alpien terrein (d.w.z.: gletsjers, sneeuw, firn, ijs, Klettersteige enz.) doorkruist worden. Hetzelfde geldt voor de terugweg/afdaling.
Adventure klimmen binnen de NKBV Figuur 1.2 Doorstroomschema KVB opbouw
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
3
RISICOBEWUSTZIJN EN VEILIGHEID Dit hoofdstuk draagt bij aan het risicobewustzijn van de adventure klimmer. Het is een aanvulling op de cursus outdoor voorklimmen en heeft tot doel, de adventure klimmer op de hoogte te stellen van de mogelijke gevaren en hem aan te zetten tot nadenken. Door bewust te zijn van je eigen handelen tijdens stressvolle situaties en hierop adequaat te reageren, kan de veiligheid worden verhoogd. Risicobewustzijn Bij het klimmen in adventure terrein moet je terdege rekening houden met gevaren als het weer, steenslag en invallen van het donker: Weer Het weer, in al zijn verschijningsvormen, zoals zon, koude, nattigheid, onweer, slecht weer, mist en sneeuwval, is van cruciaal belang voor de veiligheid en het verloop van een klimtocht. Daarom dien je bij de planning van een klimtocht rekening te houden met de weersvoorspelling en tijdens de tocht continu het weer in de gaten te houden (bv. wolken,luchtdrukveranderingen,etc.). Zon Op grotere hoogte kan de zon door de hoge UV-straling tot verbrandingen en zonnesteek leiden. Goede beschermende kleding, zonnebrandcrème en voldoende drinken kunnen dit tegengaan. Koude Tegen kou kun je jezelf relatief gemakkelijk beschermen door voldoende warme kleren aan te trekken en in beweging te blijven. Als kou echter samenvalt met nattigheid, dan bestaat het gevaar voor onderkoeling. Zorg daarom altijd voor waterdichte ademende kleding en droge reservekleren. Daarnaast wordt de wrijving met de rots bij nattigheid (of zelfs sneeuw) aanzienlijk kleiner, wat een klimtour tot een hachelijke onderneming kan maken. Wind en storm Wind en storm worden vaak onderschat. Wind onttrekt warmte en energie aan je lichaam. Dit effect wordt nog versterkt door natte of vochtige kleding, waardoor je gemakkelijk onderkoeld kunt raken. Bovendien is bij sterke wind de communicatie moeilijker, wat tot gevaarlijke situaties kan leiden. Onweer Onweer is meestal goed en tijdig te herkennen aan de typische stapelwolken en de snelle luchtdrukverandering. Kom je toch in onweer terecht, probeer dan blikseminslag te vermijden door uit de buurt te blijven van de top, geëxponeerde rotspunten, geulen en overhangen. Ga nooit liggen, maar ga op een isolerende droge onderlaag zitten. Zoek alleen dan beschutting in een grot, als deze droog is en diep genoeg (ca 3 meter diep en 2 meter hoog). Ga nooit tegen de rotswand zitten, maar altijd 2 meter er vandaan. Maak steeds een zeer solide zelfzekering (liefst 3 punten waarbij deze haaks op de aardlijnen lopen). Steenslag De meeste klimongelukken, die door objectieve gevaren worden veroorzaakt, komen door steenslag. Steenslag kan veroorzaakt worden door andere klimmers maar eveneens door plots hevig onweer en bijhorende neerslag. Indien je een route wil klimmen waar al meerdere touwgroepen bezig zijn, kies dan eerder een andere route.
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
4
Invallen van het donker Bij lange klimtochten, een slechte tijdsplanning, of niet voorziene omstandigheden, kan het gebeuren, dat je tijdens het klimmen of tijdens de afdaling door het donker wordt verrast. Zorg er altijd voor, dat je een hoofdlamp bij je hebt. Indien het veiliger is, kun je beter een noodbivak inrichten. Uiteraard dien je hiervoor de nodige materiaal bij je te hebben. Trek in ieder geval droge kleren aan, ga op een isolerende onderlaag zitten en gebruik een bivakzak om in te slapen. Zorg zo nodig voor een zelfzekering.
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
5
MATERIALEN Klimuitrusting moet voldoen aan strenge keuringseisen volgens de CE- of UIAA-norm. Deze eisen zijn heel zwaar. Je hoeft je daarom geen zorgen te maken of goed gekeurd materiaal wel sterk genoeg is. Volg de aanwijzingen van de fabrikant voor juist gebruik van hun materiaal altijd op. In de gebruiksaanwijzing hoort ook informatie te staan over de levensduur van materiaal. Hieronder de minimale uitrusting die een zelfstandig adventure voorklimmer nodig heeft om te klimmen. -
min. 12 setjes per twee klimmers helm klimgordel + eventueel borstgordel twee strengen halftouw van min. 60 meter (elke streng) 2 HMS karabiners en 2 safebiners 2 setjes van 3 klassieke snappers per twee klimmers 1 à 2 maillon rapide zekeringsapparaat en afdaalapparaat 1 lang hulptouw van 5 meter enkel, 1 kort hulptouwtje van 1.3 m enkel, 1 middellang hulptouw van 2.5 m enkel, allen 5 à 6 mm diameter 2 statische nylon bandlussen , gestikt, 60 en 120 cm lang; 1 extra lange dyneema bandlus van 2.5 m lengte, gestikt. Per twee klimmers een set klemblokken en friends ( maten: zie topo) Eventueel enkele slaghaken en rotshamer
Touwen Er zijn in de bergsport drie soorten touw in gebruik: • Enkeltouw: aangeraden voor cursus outdoor voorklimmen • Halftouw: aangeraden voor adventure klimmen • Tweelingtouw: aangeraden voor adventure klimmen De respectievelijke markeringen van deze drie soorten staan hieronder aangegeven: Enkeltouw Diameter: 9.5 à 10.5 mm
Halftouw Diameter:8.1 à 9 mm
1
1/2
Tweelingtouw Diameter: 7.7 à 8.5 mm
∞
Figuur label bij aankoop van een touw
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
6
Halftouw Een juiste touwkeuze is bij alle klimactiviteiten van belang. Niet in het minst bij het adventure klimmen. De mogelijke valfactor is vaak groter want de afstand tussen de zekeringspunten is vaak relatief groot, en die zekeringspunten zijn ook niet altijd even solide. Het touw wordt gebruikt in een agressievere omgeving. Bij adventure klimmen zal de invloed van het weer een grotere rol spelen. Het kan vaak koud en natter zijn dan op een klassiek klimmasief. Bovendien is de rotsstructuur vaak ruwer en steenslag vormt een reële bedreiging voor de intactheid van het touw. Voor het adventure klimmen kies je best resoluut voor een halftouw, beiden liefst minimum 60m lang. Opteer beter niet voor een enkeltouw en niet voor een tweelingtouw. Deze keuze houdt immers heel wat voordelen in: 1. Je kan over de volledige lengte van het touw afdalen in rappel / abseilen 2. Je hoeft slechts één van beide strengen in een tussenzekering aan te brengen wat enerzijds toelaat het touwverloop te optimaliseren en anderzijds wordt bij een voorklimval de kracht op de tussenzekering aanzienlijk gereduceerd. Dit laatste is zeker geen luxe bij mobiele tussenzekeringen (zie onderstaande figuren) 3. Je kan bij de aanloop en afdaling beide halfstrengen verdelen om te dragen. 4. Bij een kantenval is de kans dat beide strengen halftouw tegelijk breken nagenoeg onbestaande
Figuur 1: slecht touwverloop met enkeltouw
eerste versie KVB 4 Terra Alta
figuur 2: beter touwverloop met halftouwtechniek
2/7/2008
7
Tweelingtouw De diameter van een streng tweelingtouw, ook wel twinrope genoemd, is nog dunner dan die van een streng halftouw. We spreken hier over een diameter van 7,5 tot 8,5 mm. Het gewicht van een tweelingtouw met een doorsnede van 8,2 mm bedraagt 45 gram per meter. Tweelingtouwen mogen maar op één manier worden ingeklipt tijdens het voorklimmen. De enige juiste manier is om beide strengen in hetzelfde setje te klippen. Er mag niet aan één streng worden geklommen. Dus is het bij een tweelingtouw ook niet toegestaan om twee naklimmers gelijktijdig te zekeren of één streng te gebruiken als topropezekering. Bij een tweelingtouw is één touwstreng namelijk niet sterk genoeg om de val van een klimmer te kunnen houden. Tweelingetouwen geraken echter steeds meer in onbruik. De meeste touwfabrikanten hebben immers nog slechts een beperkt aantal types tweelingtouwen in hun gamma. Bovendien zijn moderne halftouwen net zo licht als tweelingtouwen. Halftouwen en tweelingtouw kunnen gemakkelijk door elkaar gehaald worden. Daarom is het van groot belang dat je het onderscheid tussen de verschillende touwtypen goed kent. De klimgordel Bij het sportklimmen wordt de integraalgordel nog nauwelijks gebruikt. Enkel bij klimmen met zware rugzak (8 à 10 kg), kinderen en corpulente personen is de combinatie zit- en borstgordel aan te raden. Een sportklimgordel die goed geschikt is voor het Adventure klimmen heeft de volgende kenmerken: • Hij bezit regelbare beenlussen: afhankelijk van de buitentemperatuur zal je immers een dikkere of een dunnere broek dragen (dan wel meerdere lagen over elkaar). Deze beenlussen moeten daarbij zo afgesteld staan dat je er nog net een vlakke hand kan tussensteken. • Hij is comfortabel om te dragen, met een goed gepolsterde heupriem die zich boven het ‘heupbot’ bevindt. Tijdens de beklimmingen hang je immers alle standplaatsen bij elkaar geteld, soms lange tijd in je gordel. • Hij heeft minimaal 4 materiaallussen aan de heupen, die goed bereikbaar zijn, ook als je eventueel een rugzak draagt.
Borstgordel
eerste versie KVB 4 Terra Alta
zitgordel
2/7/2008
8
Slaghaken De routes die je tijdens de cursus adventure klimmen tegenkomt, zijn voorzien van vaste haken. Het verschilt per route hoe goed de behaking is. Er bestaan verschillende soorten haken. Misschien ben je ze wel eens tegen gekomen. Haken die in spleten zijn geslagen. De zogenaamde slaghaken. In de moderne klimgebieden zijn de haken ingeboord. Deze haken noemen we boor- of expansiehaken. In de volgende paragraven wordt ingegaan op soorten haken en hun kenmerken. Soorten slaghaken Zoals aangegeven zijn er twee typen haken: slaghaken en boor- of expansiehaken. Bij de slaghaken wordt onderscheid gemaakt in hardstalen haken en zachtstalen haken. Over het algemeen genomen kan worden gesteld, dat hardstalen haken een zwarte kleur hebben. Deze zijn voornamelijk geschikt voor hard gesteente, zoals graniet. De zachtstalen haken worden meestal uitgevoerd in een metaalkleur (zilverkleurig) of zijn rood geverfd. Doordat deze haken gemakkelijk vervormen, zijn ze geschikt voor de zachtere steensoorten. Denk hierbij aan kalkgesteente. Ook op vorm zijn de slaghaken in te delen. Onderstaande figuur geeft van links naar rechts de verschillende soorten haken weer. Welke haken zijn gemaakt van zachtstaal en welke van hardstaal?
Op slaghaken moet tegenwoordig een CE keurmerk staan. Daarnaast staat er een lengteaanduiding op. L = 9, betekent een lengte van 9 cm. Ook wordt met een P of S de categorie van de slaghaak aangeduid. Een haak uit de P-categorie, kan een last van 1,25 ton vertikaal naar beneden houden. Een haak uit de S-categorie kan een last naar beneden hebben van 2,5 ton. P- en S-haken worden o.a. gebruikt voor standplaatsen. Ontbreekt de aanduiding of is het CEkeurmerk niet aanwezig, dan heb je te maken met een onbetrouwbare haak en is het beter deze niet te gebruiken. Tref je tijdens het klimmen slaghaken aan, dan moet je kunnen beoordelen hoe betrouwbar deze is. Vertrouw je de haak niet helemaal , dan kun je deze in sommige situaties toch gebruiken, al dan niet verbeterd met een mobiele zekering. Wees bewust van het risico dat je loopt en probeer het risico te verkleinen door voldoende tussenzekeringen aan te leggen.. Meer dan 8 meter boven je laatste tussenzekering uitklimmen, is niet verstandig!
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
9
KLIMRUGZAK Voor de cursus Adventure klimmen, is de kans groot dat je met een rugzak gaan klimmen. In principe dient deze niet meer te zijn dan een stevige, afsluitbare en zo licht mogelijke zak die op de rug kan gedragen worden en die je in de klimbewegingen zo weinig mogelijk hindert. Volgende zaken zijn ook van belang: Een volume van 35 tot 45 liter lijkt ideaal. Vertrouw niet op de waterdichtheid van een rugzak, die is na enkele jaren toch verdwenen. Let op de stevige ritssluiting in de kap van de rugzak. Compressieriemen aan de zijkant zijn zeker handig omdat daardoor de rugzak dichter tegen de rug komt te hangen. Een stevige ophanglus is handig om op de standplaats de rugzak vast te hangen of indien nodig op te takelen. De heupgordel is het belangrijkste van de rugzak. Hij moet ook breed genoeg zijn om rond je heupen te passen en voorzien zijn van materiaallussen. De heupriem zit immers mooi over je klimgordel wat het nemen van materiaal kan bemoeilijken. Ook de schouderriemen moeten breed en comfortabel zijn en anatomisch gevormd (lichte Svorm) Vele merken maken vandaag de dag onderscheid tussen rugzakken voor vrouwen en mannen. Dit op basis van de verschillen in lichaamsverhoudingen, bekken- en schouderbreedte. Koop je rugzak in een gespecialiseerde zaak en laat hem afstellen aan je rug.
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
10
MOBIELE ZEKERINGEN Inleiding Klemblokken en klemapparaten zijn ontstaan in de evolutie van de jaren ’60, nl. de opkomst van een beweging klimmers die voorstander waren van het “zuivere klimmen”, zonder de rots te beschadigen met het aanbrengen van haken. Er zijn natuurlijk een aantal voordelen verbonden aan het gebruik van klemblokken als tussenzekering, ter vervanging van de rots en boorhaken: • De rots wordt niet of minder beschadigd • De recuperatie maakt dat het oorspronkelijke karakter van de route behouden blijft • Men kan ze na het verwijderen opnieuw gebruiken • De plaatsing ervan is beter te beoordelen omdat je ze zelf aanbrengt • Sneller en makkelijker aan te brengen dan haken Soorten klemblokken: Deze zijn meestal in aluminiumlegeringen gemaakt, in de eerste plaats omdat dit licht en toch stevig materiaal is. Een ander voordeel is dat deze nuts bij het plaatsen lichtjes vervormen, zeker als men ze met kracht op hun plaats brengt. In Engeland zegt men wel eens: “they bite”. De Britten zijn immers door hun specifieke benadering en filosofie (geen blijvende tussenzekeringen) het meest vooruitstrevend geweest in het gebruik van nuts. Ze zijn in verschillende afmetingen te verkrijgen, waarbij de kleinere meestal voorzien zijn van een staalkabeltje. Dit om ze makkelijker in een rotsspleet aan te brengen. De grotere dien je meestal zelf te voorzien van een touwlus of bandlus en zijn voorzien van een boring voor de aanbreng hiervan. De nummering van de klemblokken verschilt van merk tot merk en is niet onderling te vergelijken! !!Indien men een nut aankoopt zonder bandlus, let dan op volgende zaken: • • • •
Kies een bandlus die men nog net door de boring kan steken Knopen met een dubbele vissersknoop (uiteinde in cm = diameter in mm) Band knopen met een bandknoop (uiteinde = 4 à 5 keer de bandbreedte) Uiteinden aftapen met kleefband
Voordeel van een bandlus tegenover een kabel is natuurlijk de relatieve ongevoeligheid aan de touwbewegingen. Klemblokken met kabel vereisen dus steeds het gebruik van een setje!
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
11
Soorten •
Stoppers:
•
Hexcentrics: - asymmetrische zeshoekvorm - lus: staaldraad of touw - door zijn bijzondere vorm klemt hij zich beter vast bij belasting - grote variatie mogelijk in barstbreedte - de kleinere modellen zijn minder goed in kalkgesteenten
•
Clog-clogs:
•
Monokabelnuts:
eerste versie KVB 4 Terra Alta
- dubbel conische wig-vorm - lus van staaldraad - verlenging van de nut is nodig!
- asymmetrische zeshoekvorm met afgeronde hoeken - hij klemt zich beter vast in onregelmatig gevormde spleten - dubbelzijdig concave/convexe vorm in de lengte - zeer flexibele monokabel die extra verlenging overbodig maakt - goed te plaatsen in ondiepe spleten
2/7/2008
12
•
•
Tricams:
- ze verklemmen zich eveneens door verdraaiing - lus van staaldraad of band - zeer goed vasttrekken of met hamer vastslaan! - zeer goed in graniet!
Hulpmiddelen Voor het verwijderen van klemblokken en friends bestaan er een aantal hulpmiddelen: Nut-cracker, schock-cracker,…: deze hebben een weerhaak en een steel met gaatjes; de weerhaak wordt meestal gebruikt voor het verwijderen van klemblokken en de dubbele weerhaak voor friends
•
Stubai-klemblokhamer: deze dient om klemblokken op hun plaats te tikken en de steel is meteen ook een nut-cracker
Friends/ camelots
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
13
Soorten Friends: Friends verschillen van elkaar op verscheidene punten: • De camhoek (A in bovenstaande figuur) kan variëren. Het is duidelijk dat als deze hoek toeneemt, tegelijk ook het bereik van de friend toeneemt, t.t.z. dezelfde friend kan voor een grotere barstbreedband gebruikt worden. Tegelijk neemt echter de houdkracht van de friend af, want hij zal meer de neiging hebben om t.o.v. de binnenkant van de barst te gaan slippen • De dikte van de cams zelf. Dikkere cams hebben een groter raakvlak met de binnenkant van de barst en dus meer wrijving. Omdat het binnenoppervlak van een barst in kalksteen vaak veel onregelmatiger is gevormd dan een even grote barst in graniet, is in kalksteen het raakvlak met de cams kleiner. Daarom gebruik je in kalksteen liefst friends met dikkere cams. • De eerste friends op de markt hadden een stijve schacht. Later kwamen er ook friends met een plooibare schacht (technical friends). Geen van beide types echter geniet de voorkeur, elk heeft zijn voor- en nadelen. Bij friends met een stijve schacht bestaat er in een horizontale barst een risico op hefboomwerking, dat je kan uitsluiten door de tussenzekering verkort aan te brengen • Bij de technical friends zijn er met een enkele schacht en met een U-schacht. Een enkele schacht is flexibeler en handelbaarder, een U-schacht beschermt de camdraden beter tegen beschadiging. • Sommige friends zijn blijvend voorzien van een gestikte bandlus die de bewegingsvrijheid van het ingepikte setje sterk verbetert. Het materiaal van deze bandlus heeft een levensduur van 3 tot 5 jaar, meestal minder dus dan de levensduur van de friend zelf. Het moet dus vervangen worden na verloop van deze periode. • Om de barstbreedband nog te vergroten, zijn er friends ontwikkeld met een dubbele as, de zgn. ‘camelots’. • Friends en camelots bestaan in verschillende maten. De maataanduiding verschilt van de ene fabrikant tot de andere. Hieronder geven we bij wijze van voorbeeld, de maataanduidingen gebruikt door de firma ‘Wild Country’:
Maataanduiding 00 0 0.5 1.0 1.25 1.5 1.75 2.0 2.5 3.0 3.5 4.0
eerste versie KVB 4 Terra Alta
barstbreedband 10-16mm 13-19mm 17-24mm 19-29mm 21-33mm 23-35mm 24-41mm 29-44mm 33-55mm 43-66mm 51-82mm 64-100mm
2/7/2008
14
Zekeringstheorie en standplaatsen Inbinden met borst en zitgordel Er bestaan verschillende modellen borstgordels. Ieder met een eigen manier van afstellen, maar met een gelijke manier van verbinden met de heupgordel. De verbinding wordt gemaakt door middel van een bandlus die niet gestikt is. De bandlus die men hiervoor gebruikt dient minstens 3 kleurstrepen te bezitten, wat een houdkracht van 15 kN vertegenwoordigt. Gebruikt met een hulptouw dan is 9mm diameter de minimaal aanvaardbare dikte. De bandlus wordt door de zitgordel gestoken op dezelfde plaats als waar je zou inbinden met een hoofdtouw. Tussen het borstbeen en de navel wordt een doorgestoken zaksteek in de bandlus gelegd. De eindjes worden dan door de lussen van de borstgordel gestoken om uiteindelijk af te werken met ofwel een gestoken zaksteek of bandknoop. Het inbinden van het hoofdtouw vindt plaats rond de gelegde zaksteek tussen borstbeen en navel, zoals afgebeeld op onderstaande figuur. Wanneer gebruik wordt gemaakt van een safebiner, dan wordt deze op identieke wijze, om de knoop heen, bevestigd.
Plaatsen van mobiele zekeringsmiddelen Plaatsen van klemblokken: Het werken met klemblokken vraagt echter veel oefening, alleen al om het vertrouwen in deze apparaten te vergroten. Artificieel klimmen zuiver op klemblokken is daarvoor een zeer goede oefening! Alpiene rotsroutes vereisen de dag van vandaag een zekere graad van ervaring in het gebruik hiervan. Klemblokken moeten de krachten kunnen opvangen die bij een voorklimval op een tussenzekering kunnen inwerken. Ze moeten m.a.w. voldoende houdkracht hebben. Deze houdkracht is in de eerste plaats afhankelijk van de stevigheid van de rotsspleet waarin de klemblok geplaatst wordt! Om dit duidelijk te maken, gebruiken we de onderstaande figuur. Een klassiek gevormde klemblok zit goed geplaatst in een barst. De hoek tussen de zijvlakken van de klemblok bedraagt 12° (een normale waarde). Bij een voorklimval komt er op de klemblok een kracht gelijk aan L. De technisch geschoolde instructeurs zullen er weinig moeite mee hebben om te berekenen dat de klemblok dan op de zijwanden van de barst een kracht uitoefent die bijna 5 maal zo groot is dan de kracht waarmee de klemblok wordt belast: E = L / 2.sin 6°
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
15
Omdat bij een voorklimval snel een kracht van 6 à 7 kN op een tussenzekering inwerkt, kan de klemblok een expansiekracht van ruim 3 ton op de rots uitoefenen! Daarom is het belangrijk dat het rotsgesteente rondom de barst waarin de klemblok geplaatst wordt voldoende stevig is. Daarnaast is de houdkracht van de klemblok ook afhankelijk van de grootte van de klemblok zelf. Het is immers logisch dat kleinere klemblokken een kleinere houdkracht hebben. Er is minder materie dat moet vervormd worden om de klemblok uit de barst weg te rukken, m.a.w. er is daarvoor minder kracht nodig. Je moet je er dan ook van bewust zijn dat de kleinste klemblokken een houdkracht hebben die lager is dan de gemiddelde vangstootkracht, d.i. de kracht die bij een voorklimval optreedt. Deze kleinste klemblokken kunnen dan ook niet gebruikt worden als betrouwbare tussenzekering. Plaatsen van friends en Camelots Werkingsprincipe: Zonder wrijving kan je niet klimmen, geen knopen leggen en geen zekerings- of afdaalapparaten gebruiken. Maar ook een friend kan niet werken zonder wrijving! Een friend is in een nagenoeg parallelle barst geplaatst. Stel nu dat er bij een voorklimval een kracht F op de schacht van de friend komt. Als de barst en de cams van de friend perfect glad zouden zijn, dan blijft de friend niet vastzitten in de barst. Gelukkig is er de wrijving tussen de cams van de friend en de barst, en die wrijving wordt nog verhoogd door de tandjes in de rand van de cams. Het is belangrijk op te merken dat de cams van de friend zich op slechts één plaats vastzetten in de barst. Daardoor ontstaat er een krachtenevenwicht tussen de kracht F, en C1 + C2, d.i. de resultante van de krachten die door de zijkant van de barst op de cams van de friend worden uitgeoefend.
A C1
C2 F
De hoek A is relatief klein en in bovenstaande figuur overdreven groot voorgesteld. Daarom worden de krachten die de barst op de cams van de friend uitoefent en omgekeerd natuurlijk de krachten die de friend op de barst uitoefent, zeer groot. !! Waaruit, net zoals bij de klemblokken het belang volgt van de stevigheid van de barst waarin de friend geplaatst wordt!
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
16
Tips bij de plaatsing van een friend: !! • Zet een friend NOOIT op zijn minimum of maximum stand in een barst. De kracht die de friend dan uitoefent op de rots is steeds kleiner dan de vangstoot. • Bij onregelmatige rotssoorten bestaat ook het gevaar dat niet alle segmenten actief zijn. Let er ook op dat er geen groot hoekverschil bestaat tussen twee paar segmenten. • Friends vereisen een solide rotssoort zoals graniet. Deze barsten vertonen een gaaf en sterk oppervlak. • Steek ze ook voldoende diep in de barst maar niet te diep zodat de naklimmer ze kan recupereren. • Let op bij barsten gevormd door losstaande blokken! • Test ze steeds d.m.v een snok aan het setje. Standplaats opbouw bij adventure klimmen Stand bestaande uit één solide punt en één fragiel punt Bij het adventure klimmen is de kans groot dat je standplaatsen tegenkomt die niet meer bestaan uit punten die solide kunnen genoemd worden. Maakt men in deze situatie een stand met het oog op een vastpuntzekering, dan is de seriezekering het meest aangewezen. Hierbij maak je het onderscheid tussen de opbouw met hoofdtouw (enkel mogelijk bij wisselende voorklimmers) en met de bandlus.
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
17
• • •
•
Optimaal is de opbouw door middel van het hoofdtouw, maar bij constante voorklimmer gebeurt de opbouw met de bandlus Verbinding met bandlus zodanig dat de kracht op één van beide punten kan gebracht worden Centraal punt standaard in de onderste haak: bij de verbinding met een bandlus, vormt de zaksteeklus het eigenlijke centrale punt waarin alle safebiners en schroefkarabiners samen in komen te hangen. Tip: gebruik ipv een klassieke zaksteeklus de dubbele paalsteek die na belasting makkelijker te ontspannen is. Bij horizontale hakenplaatsing, centraal punt in de klimrichting; let ook op de verbinding die losjes dient te zijn maar zonder dat de bandlus teveel doorhangt
Stand aan meerdere fragiele punten 1. Seriezekering met krachtenverdeling: Voor alle standplaatsen waarop zowel de voor- als naklimmer dient gezekerd te worden, geldt de voorwaarde dat de standplaats in alle mogelijke richtingen de kracht moet kunnen houden. Bij het gebruik van mobiele zekeringen, speelt de richting van de kracht een belangrijke rol. Een standplaats bestaande uit mobiele zekeringen, moet daarom altijd opgespannen worden. Hierbij is de combinatie tussen een seriezekering en de krachtenverdeling optimaal. De stand wordt zodanig opgebouwd dat bij het loskomen van één van de punten, er geen supplementaire krachtinwerking komt. Voorts is deze stand heel snel op te bouwen met een bandlus. Tot slot kan je kiezen bij de opbouw tussen het zekeren op het centrale punt of via het lichaam. Gebruik twee mastworpen om de bandlus in de twee karabiners te stabiliseren. Let erop dat de sluitingen van deze beide karabiners naar buiten gekeerd zijn. Gebruik voor deze standplaatsopbouw geen mengweefsels zoals dyneema, omdat de mastworpen onder belasting sneller doorschuiven. Maak daarentegen gebruik van zuivere nylonweefsels. Indien mogelijk opspannen naar onder. Gebruik ook hier voor de zaksteeklus een dubbele paalsteek.
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
18
2.Dubbel afgebonden krachtendriehoek Een mogelijk alternatief voor de seriezekering met krachtenverdeling is de dubbel afgebonden krachtendriehoek. Net als bij de bovenstaande standplaats komt het hier bij een loskomen van één van de punten niet tot een surplus aan energie, dankzij de beide zaksteken in de bandlus. Men kan ook hier kiezen voor een centraalpuntzekering of een lichaamszekering. Als het opspannen van de standplaats niet mogelijk is, biedt de centraalpuntzekering aan de afgebonden krachtendriehoek de oplossing. Nadeel van deze techniek is dat het opspannen van de stand tot gevolg heeft dat de beide zaksteekknopen moeilijk of zelfs niet meer los te krijgen zijn. Bij een volgende stand kan het zijn dat de positie van deze beide knopen niet uitkomt ifv de veranderde positie van de punten waaruit de stand zal bestaan. Onderzoek wees uit dat naar snelheid en efficiëntie toe de dubbel afgebonden krachtendriehoek minder goed scoort. De veiligheid is echter zeer goed. De klassieke krachtendriehoek, zonder beide zaksteekknopen of slechts 1 zaksteek in de bandlus, blijkt niet veilig. Bij het loskomen van 1 punt, slipt de bandlus door wat een extra belasting geeft op het overblijvende punt. Dit gaf bij personen van 70 kg en 50cm doorschuifafstand een surplus aan kracht die opliep tot 8 kN!
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
19
3. Verbeteren van de standplaats
Bijkomende vaste punten kunnen ter verbering van de stand, in serie gehangen worden. Belangrijk daarbij is dat dit rechtstreeks in het centraal punt gebeurt! Bij fragiele punten moeten steeds twee punten naar onder en zou minstens één naar boven moeten houden. Het centraal punt dient zo gepositioneerd te worden dat het aangenaam zekeren is.
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
20
4.Beslissingsstrategie bij standplaatsopbouw met meerdere punten: Is er minstens 1 solide punt voor handen?
JA
NEEN
Kettingrelais
kan ik de relais verbeteren?
NEEN
JA
Kan ik ergens anders Stand maken?
JA
Kettingrelais of Dubbel afgebonden K3 opspannen!
NEEN
Afgebonden K3 of kettingrelais met Krachtenverdeling en opspannen
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
21
Zekeren van de voorklimmer: Bij de cursus Adventure klimmen is het gebruik van twee halftouwen aangewezen vermits hierdoor de kracht op de tussenzekeringen (mobiele apparaten) verminderd wordt. Ook hierbij blijkt dat de tuberachtigen de ideale toestellen zijn, met ruim voldoende remwerking en handig in het bedienen. Bij tweelingtouw (linkse figuur) dient men het touw in te hangen zoals een enkel touw. Bij een halftouw kan men het om de beurt in hangen, wat ook een lagere wrijving zal geven wat het voorklimmen op zich aangenamer maakt.
Zekeren met tuberachtigen op de standplaats: De tuberachtigen blijven het ideale apparaat is voor vaste punt zekering op de standplaats, zeker bij het gebruik van twee halftouwen. Het heeft enerzijds voldoende remwerking en anderzijds is het bij twee halftouwen heel gebruiksvriendelijk. Natuurlijk blijft de factor 2 val iets waarvoor je dient op te letten. Dit kan echter door het gebruik van een tweede karabiner opgelost worden. Deze extra karabiner wordt dan verwijderd vanaf dat de voorklimmer de eerste tussenzekering heeft ingehangen. De remwerking van de Tuber zekering met deze extra karabiner bedraagt iets meer dan bij de halve mastworp: 3 à 4kN
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
22
Zekeren van de naklimmer(s): Het zekeren van een naklimmer vanaf de standplaats is voor het klimmen van meerdere touwlengtes een vereiste: Zeker je naklimmer vanaf de standplaats altijd via een zekering op een vast punt en met een halve mastworp (1 naklimmer) of een apparaat zoals de Reverso bij 2 naklimmers. (afbeelding van een voorklimmer die op zijn standplaats (rijverankering) de naklimmer zekert met een halve mastworpzekering / Reverso die in het centrale punt van de stand hangt Bij de cursus Adventure klimmen is het klimmen met halftouw aangeraden en kan je dus twee naklimmers tegelijk nazekeren. Het zekeren kan dan best gebeuren met de zgn. ‘Reverso’
Voordeel van dit apparaat is dus het simultaan nazekeren van twee naklimmers. Het toestel blokkeert automatisch zodat de tweede naklimmer onafhankelijk van de andere kan nagezekerd worden. Het enige waarbij je moet opletten is het nazekeren bij een traversé. Mocht één van beide naklimmers reeds op gelijke hoogte zijn van de standplaats en de andere nog in de vallijn, dan kan bij het ten val komen van één van beide naklimmers, het touw toch doorglijden. Het goed blijven vasthouden van het remtouw is dan ten zeerste aangeraden!
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
23
Reddingstechnieken en afdaling Zelfevacuatie: 1. Selbstseilrolle Deze techniek kan worden gebruikt wanneer je jezelf kan afzetten tegen de rots. Je trekt jezelf omhoog en gebruikt een klemknoop (armlengte) om ervoor te zorgen dat je niet weer naar beneden zakt. De selbstseilrolle is een techniek om, nadat je ergens snel dient af te dalen (tot bij een gewonde), vervolgens weer terug naar boven wil klimmen zonder veel kracht en tijdverlies. Om een selbstseilrolle op te bouwen ga je als volgt te werk 1 – Je haalt het touw door een schroefkarabiner in het relais (omlooppunt). 2 – Je bindt je in aan het touweinde en trekt aan de andere streng van het touw tot dat het touw tussen jou en het omlooppunt strak staat. 3 – Om de streng waaraan je getrokken hebt, dus niet het deel waaraan je bent ingebonden, leg je een klemknoop met een huptouw (met een lengte van ca. 15-20 cm) 4 – Deze bevestig je met een schroefkarabiner in de zekeringslus van je gordel. Figuur die deze techniek demonstreert
Afdalen: Het afdalen is eenvoudig. Je gaat in het einde van het touw hangen en schuift de klemknoop rustig door. Let op! Wanneer het dalen te snel gaat slijt het hulptouw van de klemknoop snel door. Om na het afdalen weer gemakkelijk te kunnen stijgen, wordt aangeraden de afstand tussen de inbindlus en de klemknoop lang te houden (lengte: inbindlus tot neus). Dit zorgt voor een groter bewegingsrendement.
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
24
Stijgen: Er zijn twee mogelijkheden om te stijgen. De eerste is de omgekeerde versie van het afdalen en kan worden gebruikt wanneer het terrein makkelijk is. Je klimt een stukje omhoog, haalt voor jezelf het touw in en schuift de klemknoop op. De tweede stijgversie werkt middels een touwlus. Deze manier gebruik je als je vrij hangt of wanneer je niet goed zelf op de rots kunt blijven staan. Om een touwlus te maken ga je als volgt te werk: met het resttouw onder je klemknoop maak je een lus ter hoogte van je knie (zonder knoop). Je pakt het touw dubbel en met je hand klem je deze lus goed vast. Als je hardt genoeg knijpt, ontstaat er een stevige lus waar je in gaat staan. Schuif vervolgens de klemknoop omhoog en ga erin hangen. Maak vervolgens weer een nieuwe lus, etc. Selbstseilrolle naar een slachtoffer. Het is belangrijk om je te realiseren dat je veel touw nodig hebt om de selbstseilrolle uit te kunnen voeren. Zou je het hele touw tot je beschikking hebben, dan kun je een halve touwlengte overbruggen. Maar hoe zit dat nu wanneer er iemand aan het touw vastzit? Om bij het slachtoffer te kunnen komen heb je nog eens drie keer de afstand naar het slachtoffer aan touw nodig. Het helpen van een slachtoffer is dus alleen mogelijk wanneer deze minder dan een kwart van de totale lengte van het touw van je vandaan is. Bij een 60-meter touw komt dat neer op (maximaal) 15 meter. Is het slachtoffer verder van je verwijderd, ben je genoodzaakt te prusiken. Onderstaande figuur is weergegeven hoe de selbstseilrolle toegepast kan worden om naar een slachtoffer toe te gaan. In het figuur is de touwverdeling te zien. Vanaf de standplaats lopen er vier strengen naar beneden. Om op gelijke hoogte met het slachtoffer te komen, heb je dus nog 3/4 van de volledige touwlengte nodig. Om het touw van het slachtoffer te fixeren, bind je de halve mastworp af. De rest gaat hetzelfde als bij de gewone selbstseilrolle.
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
25
2. Zelfevacuatietechniek Deze techniek is handig als je jezelf niet meer tegen de rots kunt afzetten, na bvb een val als voorklimmer in overhangend terrein. Een hulptouw wordt met een klemknoop aan het touw vast gemaakt en aan het inbindpunt van de (borst)gordel bevestigd (armlengte). Een tweede, iets langer hulptouw wordt hieronder met een klemknoop aan het touw bevestigd. In deze lus ga je staan (eventueel met een ankersteek om je voet leggen), waardoor je de borstklemknoop weer omhoog kan schuiven. Deze sequentie herhaal je tot je terug aan je tussenzekering bent gekomen.
Figuur die deze techniek demonstreert
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
26
3. Takel met hulptouw (Zwitserse takel):
Opbouw takel met hulptouw: • Blokkeer de halve mastworp, waarmee het slachtoffer gezekerd is en bind deze af met alpine slipsteek; • Plaats een klemknoop op het belast hoofdtouw met een kort hulptouw, klik hierin een gewone karabiner; • Bevestig in de centrale karabiner dmv een ankersteek een lange bandlus met op het andere einde een gewone karabiner; klik de bandlus in de karabiner van de klemknoop en klik dan de karabiner van de bandlus in één streng van de bandlus. Dit laatste is heel belangrijk!; • Maak een teruglooprem naast de afgebonden halve mastworp dmv een andere safebiner in het centrale punt (voorbeeld op figuur: gardaknoop); • Verwijder de alpine slipsteek en laat de belasting rustig op de bandlus komen. Verwijder de halve mastworp en de safebiner waarin deze lag; • Haal het touwoverschot door de teruglooprem en klik het hoofdtouw vertrekkende vanaf de teruglooprem in de karabiner van de bandlus; • Last omhoog trekken en van zodra het kan, de enkele streng van de bandlus uit de karabiner nemen zodat hier enkel nog het hoofdtouw in ligt; • Slachtoffer omhoog takelen. Opmerkingen: • Krachtbesparing = 1:5 • in plaats van gardaknoop kan minitraxion, reverso, zekeringsplaat of ropeman komen • de hulpbandlus best uit dyneemamateriaal want die heeft minder rek en wrijving
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
27
4.Touwverlenging Touwverlenging bij vastpuntzekering met halve mastworp:
• • •
Back-up via klemknoop aan gordel! Zaksteek loopt door de halve mastworp, hierbij de lussen zo klein mogelijk houden! Touweinden door de knoop weven, krachtig trekken en gelijktijdig het remtouw nageven
☺ very nice to know! Om te vermijden dat bij de laatste fase van het doorhalen van de knoop (figuur 3) er een schok optreedt, kan je bij het maken van de zaksteek erop letten dat één uiteinde veel langer is ( 80 cm) dan het andere. Met dit langere touweinde weef je een halve mastworp in de centrale karabiner. Deze halve mastworp blokkeer je dan zolang dat het nodig is om de zaksteek over de laatste lus van de originele halve mastworp te laten wippen. Let hierbij op dat je dit lange touweinde eerst door de originele halve mastworp knoop steekt, zodat het niet afgeklemd wordt.
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
28
Touwverlenging bij éénmansbergingstechniek:
• • • •
Afstand tussen afbindknoop en klemknoop zo kort mogelijk houden De klemknoop eerst laten werken wanneer de verbindingsknoop op ongeveer 15 cm van de klemknoop komt De zaksteek door de dubbele halve mastworp weven, niet eruit nemen! Het touweinde fixeren en back-up via klemknoop aan gordel!
5. Voorklimmer evacueren: Situatie: voorklimmer hangt bewusteloos vrij onder overhang, schuin boven stand Scenario: 1.Halve mastworpzekering voorklimmer afbinden dmv alpine slipsteek; 2.Naklimmer gaat met geïmproviseerde klettersteig tot bij voorklimmer en neemt hierbij resttouw mee; 3.Afdalen tot bij de voorklimmer eventueel door omgekeerde prusiktechniek ; 4.Het touweinde vastmaken aan de voorklimmer en terug omhoog met prusiktechniek; 5.Terug keren naar stand en onderweg de setjes recupereren behalve de laatste twee (back up); 6.Op de standplaats kan je nu met het ene touweinde de voorklimmer tot bij jou trekken (voorzie hier een teruglooprem!) terwijl je het touw waarmee hij beveiligd is, laat vieren; 7.EHBO toepassen en hulpdiensten verwittigen!!
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
29
6. Naklimmer evacueren: Situatie: naklimmer hangt doodmoe in het touw 3 m onder setje, in oplopende traversé naar de stand Scenario: 1.Halve mastworpzekering naklimmer afbinden met alpine slipsteek; 2.Voorklimmer gaat met geïmproviseerde klettersteig tot bij naklimmer en neemt hierbij resttouw mee, setjes laten hangen!; 3. Naklimmer vastmaken met een zelfzekeringsbandlus en 1) aan reservetouw dat rechtstreeks van de afbindknoop van stand komt en 2) ander touweinde; met dit laatste maak je een tijdelijke zekering en laat je de naklimmer (na het losmaken van zijn zelfzekering) pendelen tot in vallijn van de hogere stand; voorklimmer maakt zich vast met “oude” touweinde naklimmer en breekt de tijdelijke stand terug af; 4. Terugkeren naar stand en setjes recupereren onderweg; 5. Naklimmer tot op stand brengen met (Zwitserse) takel. 6. Verdere verzorging van de naklimmer.
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
30
Afdalen in rappel / abseilen bij adventure klimmen: Bij de cursus Adventure klimmen, gaan we meer met twee halftouwen werken. Hier komt nog eens bij dat we zeker meerdere lengtes boven de begane grond zitten. Volgende nieuwe onderdelen tegenover het Outdoor Voorklimmen, genieten volle aandacht: –
De verbindingsknoop om beide halftouwen met elkaar te verbinden:
De standaardknoop is de gelegde zaksteek, waarbij met op volgende zaken dient te letten: 1. de eindjes zijn voldoende lang: 30 à 40 cm 2. na het leggen van de knoop worden aan alle vier de eindjes stevig aangetrokken 3. let erop dat de knoop mooi gelegd is en dat er geen touwstrengen over elkaar lopen Groot voordeel van deze knoop is dat bij het recupereren van het touw, de knoop zich over een rotsrand zal oprichten, hetgeen een vlotte recuperatie van het touw garandeert. –
Ideaal bij het installeren van het rappeltouw / abseiltouw, is dat deze verbindingsknoop langs de rotszijde ligt. Trekken aan deze streng zal het afklemmen van het touw verhinderen. Echter, bij het afdalen in rappel / abseilen over meerdere lengtes is dit niet meer mogelijk (zie verder). Het is dan belangrijk om het recupereren van het touw steeds te testen en eventueel aanpassingen te doen op de standplaats.
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
31
Tactiek afdalen in rappel / abseilen bij het Adventure klimmen: Vele modernere lange routes zijn uitgerust om af te dalen in rappel. Dit neemt niet weg dat je de standplaatsen mogelijks moet verbeteren. Het laat je wel toe om maximaal van het klimmen te genieten omdat je het teveel aan materiaal kan achterlaten, en dus niet gehinderd wordt door de rugzak. De route is daardoor minder geëngageerd omdat je altijd terugkan. Maar niet alle routes zullen op die manier geëquipeerd zijn. Toch gebeuren er precies bij het afdalen de meeste ongevallen. De klim zit erop en je bent moe, minder geconcentreerd en een aantal veiligheidsmaatregelen worden wel eens veronachtzaamd. Bovendien kost het afdalen in rappel /abseilen meestal meer tijd dan nodig is. Een goed op elkaar ingestelde touwgroep is echter in staat om af te dalen op een veilige manier in een tempo van 6 à 7 touwlengtes per uur. Een goede tactiek is daarbij essentieel: Installeren van de afdaalstand: Verifieer de stevigheid van de afdaalstand en het vlot recupereren van het touw. Indien nodig hang je een maillon rapide in of verstevig je de bandlussen van de stand. Vooral fel gebleekte bandlussen moet je wantrouwen. De UV stralen hebben een heel nefaste invloed op de houdkracht van deze materialen. Kernmateriaal gaat op dat vlak langer mee. Het bijhebben van extra hulptouw, bandlussen en een mes, kan handig zijn. Weet je op voorhand ( topo) dat de standplaatsen slecht geëquipeerd zijn, is het aangeraden om enkele rotshaken en hamer mee te nemen. Aanbrengen van het touw: De verbindingsknoop aan de 4 einden aantrekken! Breng deze knoop zodanig aan dat hij de recuperatie van het touw niet belemmert. Stopknopen op het einde van beide strengen! Probeer het touw zo ver mogelijk en zo hoog mogelijk uit te werpen. Als er veel wind staat is het beter om de eerste persoon te laten zakken tot de volgende standplaats
☺ Methode bij veel wind of onzekere positie volgende standplaats: -
Dubbel touw normaal voorbereiden voor rappel
-
Partner maakt beide touweinden vast aan gordel (1 rechtstreeks = touw recuperatie, andere met schroef aan zekeringslus gordel)
-
Partner laten zakken aan beide touwen dmv halve mastworp
Voordeel: steenslag, terug omhoog zekeren kan, klemknoop bij rappel laatste man is niet nodig, eindknopen ook niet Installatie afdaalapparaat, zelfzekering en leeflijn; vertrek eerste persoon: – hou beide touwen mooi gescheiden door leeflijn tussen beide strengen te hangen – eerste persoon dient mogelijks het touw te ontwarren en los te maken achter uitsteeksels; daal daarbij nooit lager af dan de plaats waar het touw is blijven hangen – hang indien nodig tussenzekeringen in bij schuin of overhangend terrein
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
32
Acties van de eerste persoon bij aankomst op de volgende standplaats: – verifieer de stevigheid van de afdaalstand – hou de streng waaraan je straks moet gaan trekken om het touw te recupereren apart door bvb door middel van een setje dat je vastmaakt aan de standplaats – zorg voor je persoonlijke veiligheid en maak je zelfzekering vast aan de standplaats – afdaalapparaat en zelfzekering losmaken en geef het commando dat het touw vrij is om af te dalen aan je partner(s) op de standplaats boven jou. – haal de stopknopen uit het touw en haal de streng waaraan je gaat trekken, door de maillon rapide; leg hier reeds een nieuwe stopknoop op en rol het zo nodig al een stukje op Vertrek van de volgende persoon: – deze zorgen er eveneens voor dat beide touwstrengen mooi gescheiden blijven, ze moeten onthouden aan welk touw te trekken op het te recupereren – aangekomen op de standplaats eerst vastmaken met de zelfzekering; afdaalapparaat en zelfzekering losmaken Recupereren van het touw – één persoon houdt zich bezig met het doortrekken van het touw, de andere persoon helpt daarbij en zorgt voor het oprollen van de desbetreffende touwstreng – let bij het recupereren op vallende stenen, vooral op het moment dat het touw loskomt van de vorige standplaats – zorg dat de verbindingsknoop tot vlak bij de standplaats komt en rol de tweede touwstreng op, leg er een stopknoop op en werp beide strengen uit
!! opmerkingen!! 1.
Inspecteer altijd grondig de stevigheid van de standplaats. Eens begonnen met het afdalen is dit de enige verbinding met de rots en met het leven! Aarzel daarom nooit om een slaghaak, klemblok, karabiner of bandlus achter te laten! 2. Veel standplaatsen bestaan uit een kluwen van bandlussen en hulptouwtjes. Velen daarvan zijn onbetrouwbaar. Verifieer hun kwaliteit en indien nodig, snij er een aantal los en installeer zelf nieuwe! 3. Het recupereren van het touw zou vlot moeten verlopen. Veel standplaatsen zijn daarvoor uitgerust met een maillon rapide. Soms ontbreekt deze echter. Het is daarom steeds nuttig om enkele exemplaren mee te nemen.
figuur van de maillon rapide eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
33
4. Het vinden van de volgende afdaalstand is soms moeilijk. Weet je vooraf dat je gaat afdalen langs dezelfde geklommen route, kijk dan reeds bij het klimmen af en toe naar beneden. Hou bij het afdalen de topo binnen handbereik; daal je af via een andere route, volg dan de tussenhaken. Zijn die slechts schaars aanwezig, daal dan eerst 40m af en kijk links en rechts, eventueel zacht pedelend. Hou hierbij hulptouwtjes of klemapparaten klaar om eventueel terug naar boven te klimmen langs het touw! 5. Wat als het touw blijft hangen bij het recupereren? – Probeer de touwen eerst mooi te scheiden om je ervan te vergewissen dat ze niet rond elkaar gedraaid zijn; probeer opnieuwµ – Als beide touwstrengen nog bij je op de standplaats zijn, kan je met een klemknoop of hulpapparaat omhoog klimmen langs het touw tot je zicht krijgt op de reden waarom het touw niet wil komen; installeer dan weer je afdaalapparaat en zelfzekering en daal terug af tot op de stand – Er is nog maar één streng op je standplaats, dan zal je voorzichtig moeten voorklimmen op het andere uiteinde , tot je het losse eind van het andere touw hebt bereikt. Vanaf hier ga je weer op beide touwstrengen omhoog klimmen tot op de vorige standplaats. Daar herstel je het mankement, zorg ervoor dat de beide touwen weer tot aan de onderste standplaats komen, daal je weer af, waarbij je er uiteraard op let dat het touw niet meer opnieuw kan komen vast te zitten. Terugkeren in overhangend of sterk pendelende touwlengte: Voorwaarde: volgende stand is bereikbaar vóór de helft van het touw 1) Partner laten zakken en daarbij hangt deze elke tussenzekering in tot de stand 2) Resttouw inhalen 3) Tweede partner laten zakken (touw rechtstreeks door afdaalhaak of maillon rapide) en de partner is met een setje verbonden aan touw zodat hij onderweg alle tussensetjes kan uitpikken Standplaats rappel / abseil: Een rappelstand / abseilstand dient te voldoen aan een aantal eisen: - De haken waarover mag worden afgedaald zijn rond en niet scherp. - Wanneer men niet de beschikking heeft over normhaken kunnen natuurlijke zekerpunten de oplossing bieden. Van belang is dat deze natuurlijke punten een solide basis zijn voor de afdaling. - De afdaalpiste moet vrij zijn van andere klimmers. - De afdaalpiste bestaat uit een solide rotssoort waardoor slechts kleine kans is op steenslag. In adventure terrein is er vaak sprake van losliggend gesteente. Geadviseerd wordt de plaats waar het touw langsloopt vrij te maken van losliggende voorwerpen, dit doet normaal de eerste persoon die afdaalt.
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
34
Wanneer gebruik wordt gemaakt van een natuurlijk zekerpunt, dan zijn de volgende zaken van belang: - Beoordeel het natuurlijk zekerpunt, is dit een solide basis voor de afdaling? - Controleer de ondergrond op scherpe en losliggende voorwerpen. - Controleer dat, bij recupereren van je touw, het touweinde niet vast kan gaan zitten onder bvb een tak of boomwortel. - Vermijd schokbelastingen tijdens het afdalen - Vermijd touwwrijving op het natuurlijk zekerpunt. Rekening houdend met dit alles, kan de afdaling verder normaal worden uitgevoerd zoals dat bij het voorklimmen in rots gebeurt.
Figuur van een correcte afdaalstand
Scherpe haken De situatie kan zich voordoen dat je een route niet goed hebt ingelezen of dat de route technisch te hoog gegrepen is. Je staat weliswaar bij een haak, maar nog niet bij een officiële standplaats. Je zult moeten rappellen/abseilen. Omdat touwwrijving op een scherpe haak werkt als het doorsnijden van een touw met een mes, moet dat voorkomen worden. Dit probleem kan worden opgelost door een hulptouw op te offeren . In plaats van het touw door de haak te halen, wordt een geknoopt hulptouw door de haak gestoken. Door de lussen van de hulptouw wordt het touw gehaald. Hierbij is het belangrijk om de streng voor de helft door te voeren en vervolgens pas uit te gooien. Zo wordt touwwrijving tot een minimum beperkt. Ook tijdens het rappellen/ abseilen mag er geen touwwrijving optreden: wrijven van touw op touw heeft immers een snijdende werking!
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
35
Knopen voor het Adventure klimmen: Volgende knopen komen extra bij het adventure klimmen kijken. De afbeeldingen zijn louter indicatief, als voorbeeld dus. De tekst is bindend.
Dubbele halve mastworp
dubbele paalsteek
* tweemansbergingmethode * onttorst het touw * meer remmende werking dan halve mastworp
* goed te lossen na belasting * als inbindlus bij evacuatie
Garda * teruglooprem bij takels * geen extra materiaal nodig * twee vormgelijke karabiners nodig met zo weinig mogelijk gewichtsuitsparingen maar een zo rond mogelijke vorm
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
36
Colofon Dit is een eerste versie van de cursus KVB 4, opgesteld door Terra Alta. Ondanks dat er zorgvuldig is gewerkt aan de totstandkoming ervan, kan Terra Alta niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele gebreken en / of onvolmaaktheden alsmede voor de schade voortvloeiend uit het gebruik en / of de gevolgen van het gebruik van deze cursus. Auteur: Terra Alta, eenmansbedrijf van Bart Overlaet, UIAGM erkend aspirant berggids Met medewerking van: Koen Hauchecorne Eddy Serneels Rudy Heylen, sportpsycholoog
Referenties: NKBV: eerste versie KVB 4 van Martijn Wijnakker Met medewerking van Jack de Rijk (coördinator kaderopleidingen van de NKBV) Eveline van Tuinen (werkgroep opleidingen) Marinka Sysling (onderwijskundige NKBV-kaderopleidingen) Eerste editie © NKBV november 2006 Hauchencorne, K. (2004). Alpine rotsklimmen, Van klimschool tot hoogalpine routes. VBSF, Wilrijk. Afbeeldingen: www.petzl.com DAV Ausbilderhandbuch Praxis und Theorie
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
37
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
38
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
39
eerste versie KVB 4 Terra Alta
2/7/2008
40