Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 1
Klimmen naar kruishoogte
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 2
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 3
Tosca Niterink
Klimmen naar kruishoogte
2012 Uitgeverij Thomas Rap
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 4
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 5
Ik wil Annie bedanken voor alle raad en daad en de nimmer aflatende toewijding waarmee ze me geholpen heeft bij de totstandkoming van dit boek. Zonder haar was niemand ooit naar kruishoogte geklommen! tosca
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 6
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 7
Inleiding
Klimmen naar kruishoogte is geen wandelgids. Het is ook niet de zoveelste voettocht van de zoveelste op zichzelf verliefde bijzondere vrouw naar Santiago. En god bewaar me, ook geen spirituele kromme tenentocht van een gevallen kindsterretje, dat in haar puberteit bleef steken en derhalve niet kon stoppen om te experimenteren met drugs... totdat ze de wandelschoen ontdekte en in navolging van survivalexperimenten in de Ardennen met randgroepjongeren, zichzelf terugvond in de natuur. Help!! In het voorjaar van 2011 zijn Annie (mijn huidige dans- en wandelpartner) en ik van Granada naar Santiago de Compostela gelopen. Een 1200 kilometerlange pelgrimsroute dwars door Spanje (zie kaartje). Wij hebben hier tien weken over gedaan. Dat klinkt heldhaftig en spectaculair maar een beetje doorgewinterde wandelaar weet dat zoiets veel sneller kan. Helaas, wij waren (en zijn godzijdank nog steeds) ‘amateurpelgrims’ en liepen op ons dooie gemak. Annie en ik hebben afgelopen decennium samen de halve wereld over gereisd, en waren altijd uitgesproken wandelschuw. Van de trein in de riksja naar het hotel. Doodsbang waren we om meer dan tien meter met onze
7
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 8
zooi door de tropen te moeten sjouwen. Ikzelf had ook nog eens last van rugzakallergie. Ik was de eerste op de backpacktracks die zich durfde te vertonen met een koffer op wieltjes. Eerst werd ik uitgelachen, maar toen men zag met wat voor gemak ik mijn bagage met één pink door de Indiase stront rolde, kreeg ik alras navolging. In 2009 echter werden we besmet met het wandelvirus, dat ging zo: Ik vond een boek in een doos in de kelder van mijn oom (God hebbe zijn ziel) voor wie ik mantelzorgde. ‘Ga maar even kijken in de kelder,’ zei die steeds als ik boodschappen voor hem had gedaan, want daar stond een doos met boeken die hij wegdeed. ‘Wellicht zit er iets voor je bij, anders gaat het bij de vuilnis.’ Ik kon mijn keus niet maken uit de Loe de Jong-epistels over de Tweede Wereldoorlog, Tropische vogels houden kunt U ook, Gieten in kunsthars en 25 jaar Pax Christi, maar vond het ook zo lullig om niks mee te nemen. Ik grabbelde een boek uit de doos dat was geschreven door de Duitse Paul de Leeuw, las ik op de achterflap. Aha, iets over Duitse cabaretdingen, verschrikkelijk, maar het zou mijn oom geruststellen – gezien mijn achtergrond als actrice – dat hij toch nog iets had liggen wat me interesseerde. ‘Dit lijkt me wel iets, oom Frits!’ riep ik uit, ‘ik ben heel benieuwd wat voor een Paul de Leeuw ze in Duitsland hebben!’ ‘Ik wist wel dat je dat boek eruit zou pakken!’ riep mijn oom blij.
8
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 9
‘Helemaal iets voor jou! Als je eraan begint lees je het in één ruk uit, weet ik zeker!’ ‘Ik kan niet wachten,’ loog ik. ‘Nou, dan heb je het volgende week uit! Dan moet jij mij eens vertellen wat je ervan vond!’ Met tegenzin bekeek ik de achterflap en de foto van een dikke zelfingenomen Duitse homoseksuele grapjas. Help! dacht ik. ‘Ja, dat boek is echt iets voor jou!’ ‘Zeker weten, oom Frits!’ ‘Het gaat over de Jacobsroute, de Camino de Santiago, een pelgrimsroute die hij liep naar Santiago de Compostela!’ Ik had beter die tropische vogels kunnen pakken, paniekte ik. Boring, zo’n dikke katholieke tut! ‘Hij had nog nooit gewandeld en liep 850 km dwars door Spanje, het werd de reis van zijn leven,’ ging Onkel Frits verder. Ik begon een klein beetje nieuwsgierig te worden. Duitse Paul de Leeuw staarde me oprecht blij aan vanaf de achterflap. Thuis begon ik te lezen. De volgende dag gaf ik het aan Annie. Ik ging zoeken of er meer boeken waren geschreven over ‘Der Jacobsweg’. Ik las Shirley Maclaine’s versie, die van Paulo Coelho, die van Cees Nooteboom en nog zo wat. Toen ik een week later na het boodschappen doen met oom Frits een bakje Nescafé (ons vaste ritueel) zat te drinken was ik helemaal ingelezen. Ik wist van de apostel Jacobus de meerdere en dat zijn botten begraven waren in de kathedraal van Santiago (= sint Jacobus). En dat de weg naar Santiago vanuit Frankrijk (de Camino Francés) al eeuwenlang een katholieke pelgrimsroute was. Bewandeld
9
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 10
door, onder anderen Karel de Grote, Dante, Franciscus van Assisi en Ferry Mingelen zelf! ‘Ik wist wel dat dat boek iets voor jou was,’ zei oom Frits. ‘Zullen we dat ook gaan doen?’ vroeg Annie. ‘Nou, we kijken wel...’ Gaat wel over, dacht ik. Dan moeten we wel trainen begon Annie een week later. Ja, dat wel... We begonnen te wandelen. Ik met tegenzin maar toch... eerst probeerden we uit hoe het was om 25 kilometer te lopen. We waren allebei helemaal stuk. Ziezo, dacht ik, ze is erachter dat dit niks voor ons is, stel je voor dat we elke dag... Maar het had ook wel iets, iets wat ik niet kende, de blijdschap die de natuur in me losmaakte, het gevoel van voldoening op eigen kracht zo’n eind te lopen. We gingen naar Terschelling en liepen twee dagen achter elkaar. Ik had me in jaren niet zo goed gevoeld! Wat was Nederland eigenlijk mooi! En wat gingen die twee dagen snel voorbij! Ik had nog best een paar dagen willen lopen. Voor het eerst had ik gevoeld hoe het is te lopen, tot, we zien wel, en nog verder omdat je toch een slaapplaats moet vinden, doodmoe, pijn aan de voeten maar uiteindelijk zo voldaan toen we een bed vonden. En de volgende dag uitgerust bij het krieken weer verder en lekker de hele lange dag door te gaan. Jammer dat twee dagen zo kort zijn! Stel dat je een paar weken of nog langer, wat zou dat fantastisch zijn! Dat gevoel van vrijheid! Ik was om! ‘Laten we het doen, Annie! Door Spanje!’ In 2009 liepen we de Camino Francés. Toen we na vijf weken vanuit Pamplona in Santiago aankwamen von-
10
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 11
den we het jammer dat we er waren. Het wandelvirus had ons beet. Annie sprak de wijze woorden: ‘Te voet is de mooiste manier om een land te leren kennen.’ We waren onderweg zelfs aan het fantaseren geslagen om van Amsterdam naar Tibet te lopen. Beetje overdreven misschien, maar twee jaar later hadden we het voor elkaar: we zouden tweeënhalve maand naar Japan gaan om daar 1400 kilometer te pelgrimeren over het eiland Shikoku langs 88 boeddhistische kloosters. Twee weken voordat we zouden vertrekken kwam die tsunami en die toestand met die kernreactoren in Fukushima. ‘Het valt allemaal wel mee,’ zeiden ze. Laten Annie en ik nu net types zijn die daar geen bal van geloven. ‘Denk jij, Annie, dat een van die mannetjes over twintig jaar één nacht wakker ligt omdat er bij ons kanker aan de prostaat wordt ontdekt, vanwege het eten van een besmette struik andijvie, dan kan je toch maar beter zelf een kankertje creëren, met straling uit je eigen twitterofoon.’ We moesten op stel en sprong iets anders bedenken. ‘Weet je,’ zei Annie, ‘je vond het toch zo leuk in Spanje twee jaar terug! Er is nog een route naar Santiago, vanuit Granada, de Via Mozarabe, een route die haast niemand doet.’ Ik zit in Granada op een terrasje in mijn dagboek te schrijven. Ik heb een kwartiertje naar de eerste lege bladzijde zitten kijken en moest aan Annie M.G Schmidt denken. Als zij aan een musical begon en voor dat lege vel zat, trok ze in het midden een streep en schreef er het woord pauze onder.
11
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 12
Ik sloeg mijn schrift in het midden bij de twee rijgsteken open en schreef bovenaan de rechter bladzijde: we zijn op de helft, nog maar 600 kilometer te gaan.
12
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 13
Granada Er lopen twee zonnebrilnegers langs mijn tafel. Behalve zonnebrillen verkopen ze ook illegale cd’s. Wat zijn ze zwart, haast blauw! Wat glimmen ze! En wat een vrolijke snuiten! Heb vanmorgen al een zonnebril bij een andere zonnebrilneger gekocht. Uit Senegal komen ze, de zonnebrilnegers en ze willen niet op de foto. Ze zijn bang dat je een stukje van hun ziel meeneemt. Als je het toch doet, zoals Annie vanmorgen, worden ze levensgevaarlijk boos. Ik zit op een terrasje in mijn dagboek te schrijven: Dit is een varkensvlees-uitspanning, niet goed opgelet van tevoren. Ik krijg bij elk biertje als tapas een stukje houtskoolvarken. Gelukkig loopt er een slim wit hondje rond onder de tafels. Twee homoseksuele Argentijnen met afhangende schouders en iets van dwerggroei in de ledematen (allebei ook dat net iets te grote hoofd, zouden het broers zijn?) serveren hier hele biggen! Met een appel in hun bek! Er rent een grote kartonnen doos met voetjes eronder over het zebrapad. Er draaft een groepje uitgelaten la-
13
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 14
chende kinderen achteraan. Een meisje houdt met twee handen een gettoblaster tegen haar buik gedrukt. Ze is een kop groter dan de jongen die zijn arm om haar middel heeft geslagen. De jongen heeft een handdoek om zijn hoofd gebonden, als een soort tulband. De doos staat stil op de stoep. De kinderen stellen zich op achter de doos, in rijen van twee. De tulbandjongen en het meisje met de radio staan nog op het zebrapad. Het meisje heeft de slappe lach. Zij klemt de bovenbenen tegen elkaar om het niet in haar broek te doen en zakt door haar knieën van het lachen. Zo kan de jongen met de tulband er goed bij en begint haar meteen op de mond te zoenen. Het meisje vindt dat blijkbaar grappig, want ze staat te kronkelen en naar adem te happen. De kinderen roepen geërgerd dat ze moeten komen. Ik vond de zonnebrilneger er zo mooi uitzien, vanmorgen! Hij zat op zijn hurken te glimmen in de zon, samen met de zonnebrillen. ‘Neem een foto!’ riep ik tegen Annie. ‘Nee, dat willen ze toch niet!’ ‘Doe het gewoon,’ pushte ik haar, ‘kan-ie ook geen nee meer zeggen.’ Arme Annie nam een foto, duidelijk tegen haar zin. Had ze maar niet naar mij geluisterd. Hij vloog op als een panter vanachter zijn nep-Raybans. En hij was ineens levensgevaarlijk groot! Hij boog zijn kwaaie kop helemaal vlak voor Annie’s gezicht. Het was eventjes alsof hij met zijn enorme witte tanden haar fototoestel doormidden wilde bijten. Trillend van woede riep hij alsmaar dat ze de foto
14
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 15
moest wissen. Annie heeft net een nieuw fototoestel en weet nog niet zo goed hoe het werkt. Dus het lukte niet meteen en ze stond te trillen en hij ging steeds harder schreeuwen en zweten ook, plus trillen erbij, het was bijna erotisch. Had ik maar een fototoestel dacht ik met spijt. Er kwamen allemaal mensen omheen staan die vroegen: ‘Wat heeft-ie gedaan, krijg je je geld niet terug?’ Ik snap best dat het leven moeilijk en oneerlijk is voor een zonnebrilneger. We hebben moeten praten als Brugman in het Frans en een zonnebril gekocht en twee cd’s, eentje met panfluitmelodieën en eentje met 25 jaar hoogtepunten van Julio Iglesias. Wat is Spanje toch leuk! Ik voel me helemaal blij worden als ik er aan denk dat we hier tweeënhalve maand blijven! Dan wil ik voor straf best elke dag 20 kilometer wandelen! Het meisje met de radio en de jongen met de tulband staan nu ook in de rij achter de doos. Zij heeft een rood hoofd en tranen in haar ogen van het lachen. De jongen met de tulband houdt nog steeds zijn arm om haar middel. Het meisje bijt op haar lip en zet de radio aan, er klinkt mooie droevige trompetmuziek met opzwepende trommels eronder. De stoet zet zich langzaam in beweging. De doos komt statig schommelend dichterbij, ik tel vier paar voeten eronder. Het is een imposant gezicht, de doos, de kinderen en de mooie muziek, ik krijg een brok in mijn keel. Dan valt de doos voorover op de grond.
15
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 16
Vier oververhitte jongetjes met rooie gezichten en een tulband op hun hoofd komen eronderuit. Ze kijken gewichtig (zo van, kijk mij eens, ik zat in die doos). Wisseling van de wacht. De jongen met de tulband drukt nog even zijn neus tussen de borsten van het meisje met de radio. Dan maakt hij zich los en loopt naar de doos. Buigt zijn hoofd, tilt de doos iets omhoog en stapt als een bokser onder de touwen van de ring door de doos in. Hij kijkt nog even om naar het meisje met de radio, maar het meisje met de radio ziet hem niet, ze staat alweer te zoenen met een andere jongen. De stoet zet zich andermaal in beweging. Ik heb er altijd veel over gehoord maar dit is de eerste processie die ik met mijn eigen ogen zie. Als je tegen mensen zegt dat je naar Granada gaat, dan zeggen ze allemaal verlekkerd alsof ze het over een versgebakken appeltaart hebben: ‘Hmm Granada!’ Spanjaarden beginnen zelfs in hun handen te klappen en roepen Granada muy muy bonito! Annie had via internet een hotel in het centrum geboekt, dus, onze verwachtingen waren hooggespannen. Dat Granada, dat moest wat zijn. Wie schetste onze verbazing in welk Granada wij terechtkwamen. Het begon al meteen op het station. Wat een gribus! Klein modern, winderig en troosteloos. Buiten was het al niet veel beter, een berg zand met rioolpijpen, waar je overheen moest springen, met daarachter iets Wibautstraterigs. Als dat je niks zegt. Deprimerende hoogbouw met tochtgaten ertussen, waar een klimrek in stond met een kapotte telefooncel ernaast. ‘Dit,’ zei ik geruststellend tegen Annie, ‘is gewoon
16
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 17
een buitenwijk. Kom, we pakken een taxi naar het centrum.’ Maar de taxichauffeur wilde ons niet brengen, hij zei, ‘waarom zou ik, het is maar drie minuten lopen.’ En dat was ook zo! Het hotel bleek een stuk kaalslag van tien verdiepingen in een smal straatje achter het station. Er hingen dronken voetbalsupporters uit de ramen te lallen. Het is palmzondag in Granada, de eerste dag van Semana Santa (passieweek), dus we vallen met onze neus in de katholieke boter. In de kerk staan alle houtsnijwerkheiligen uit de kerststal op reusachtige brancards. Glimmend en fonkelend van goud en kaarsen te wachten om straks naar buiten gedragen te worden. Op het kerkplein staan dranghekken en grote met paars fluweel beklede tribunes. De tv is er ook. Met heel veel kabels en gedoe. De bijbehorende jongens met rollen plakband aan hun riem. We hebben vanmorgen de eerste stempel in onze pelgrimspas gekregen, van een schele non. (Pelgrims moeten stempelen, net als mensen die de elfstedentocht rijden, zodat je in Santiago kan bewijzen, dat je je Compostela of pelgrimsdiploma verdiend hebt. Eigenlijk hoef je alleen maar de laatste honderd kilometer af te leggen, maar de laatste 1200 is natuurlijk ook goed.) We waren speciaal naar het klooster gegaan omdat we hoopten dat ze daar mooi konden stempelen. We mochten eerst niet naar binnen van de schele non, want er was net een non dood.
17
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 18
Toen we een kruis sloegen en vertelden dat we pelgrims waren die helemaal naar Santiago gingen lopen, tikte ze op der voorhoofd en zei: ‘Madre mia!’ Ze liet ons toch binnen. We moesten in de vestibule wachten terwijl zij het stempelkussen ging halen. In de vestibule stond een tafeltje met een heilig hart-beeld erop en een kleine houten pinguïn ernaast met een rood dasje om. ‘Leuk duo,’ fluisterde Annie. Heel gek. In de vestibule van een klooster ga je vanzelf fluisteren. Morgen gaan we 17 kilometer wandelen: vraag me niet waarheen, maar het is in ieder geval een dorp met een hostal. Nog niet zoveel de eerste keer, gewoon om erin te komen. We laten ons met een taxi een stuk de stad uit brengen anders moeten we meteen bijna 30 km lopen. We hebben dit keer nauwelijks getraind. Op mijn verjaardag hebben we het Rabobank Kabouterpad gelopen in Epe. Als toeristen zeggen: Granada is prachtig bedoelen ze daarmee voornamelijk het Alhambra. Dat Moorse paleis uit 12 zoveel, een briljant stukje architectuur, meesmuilen ze elkaar dan allemaal na. Ik ben er als kind al eens doorheen gesloft met mijn ouders en mijn broer en zus en heb er helemaal geen leuke herinneringen aan. Voornamelijk dat het heel warm was en langdradig. Langdradig was het altijd met mijn ouders in elk kasteel of museum. Dat kwam omdat ze zo lang stilstonden bij alles. Als wij bijvoorbeeld het Rijksmuseum al helemaal gezien hadden (altijd hard piepend met onze spekzolen over de parketvloeren) stonden zij nog in de eerste zaal. Ik was
18
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 19
dus niet enthousiast maar Annie wilde per se. ‘Als je het Alhambra niet hebt gezien, ben je niet in Granada geweest,’ zei ze. ‘Er gaat vanmiddag om half zes een pendelbus.’ ‘Een pendelbus, toe maar,’ mopperde ik, ‘weet je zeker dat het geen treintje is.’ Eind van de middag gingen we richting pendelbus en was het hele centrum afgezet met dranghekken en rijen verwachtingsvolle mensen erachter. Er klonk muziek, hele mooie treurige trompetmuziek met opzwepende trommels. Het kwam me bekend voor. Daar kwam iets omhoog, boven de hoofden van de toeschouwers uit. Houten koppen met kaarsen ertussen. Wat mocht dat nu zijn? Poppenkast? Toen kwamen borden, 13 stuks, glazen wijn, een tafelkleed en de Here Jezus zelf omhoog! Natuurlijk, het laatste avondmaal! Ik drong naar voren. Als het moet heb ik wel degelijk puntige ellebogen. Ik kwam vlak bij het tafelkleed uit. Er kwamen een paar mannen onder vandaan met oververhitte gezichten en tulbanden op hun hoofd. Ze keken gewichtig (kijk mij eens ik zat onder die tafel), haalden de tulband van hun hoofd en veegden daar pathetisch hun bezwete gezicht mee af. Wisseling van de wacht. Verse mannen met tulbanden kropen onder de tafel, nog een dramatische blik met hun geliefde wisselend, want je weet maar nooit. Dit klusje is niet zonder risico’s. Het massief eiken tableau vivant zette zich gevaarlijk schommelend in beweging waarbij de club loodzware heiligen wel heel gevaarlijk richting publiek overhelde. Ik hoorde gevloek onder de tafel.
19
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 20
Ik kan het op dat soort momenten nooit nalaten om me voor te stellen wat er zou gebeuren als het echt mis zou gaan en wat voor absurde dood ik eventueel zou kunnen sterven. Met journaalbeelden erbij: (we vallen er middenin) Puntje, puntje is... tijdens een verblijf in Spanje, door een tragisch ongeval om het leven gekomen. Hier volgt een ooggetuigeverslag van het drama. De man die ik net nog hard heb weggeduwd verschijnt in beeld: ‘Ze duwde me hard opzij, ik wilde eerst kwaad worden, maar achteraf ben ik dankbaar, anders had ik daar gestaan,’ vertelt hij geëmotioneerd. ‘Ik zag de heilige Petrus met zijn gezicht voorover vallen, precies op haar hoofd.’ ‘Ik heb nog geprobeerd haar te bevrijden maar dat lukte niet.’ ‘Zijn houten neus had zich diep in haar schedel geboord.’ ‘Ze was op slag dood.’ ‘De brandweer heeft later de neus van de heilige eraf moeten zagen.’ (terug naar de nieuwslezer) ‘Zij wordt met neus en al ter aarde besteld’...bla bla bla. Het kan ook anders zijn gegaan: Zij is met neus en al naar het ziekenhuis vervoerd waar de artsen vechten voor haar leven. Interview met chirurg: ‘Het slachtoffer maakt het naar omstandigheden goed, we zagen geen kans de neus te verwijderen zonder vitale organen te beschadigen, dus ze zal ermee moeten leven.’ ‘Wat op zich heel goed kan. Er zijn zoveel mensen die
20
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 21
leven met kogels of stukken gereedschap in hun hoofd.’ ‘Ook met eikenhouten neuzen?’ ‘Ja, het komt toch vaker voor dan je denkt, er is zelfs een contactgroep van mensen met dit ongemak, “neus in andermans zaken” heet die heel toepasselijk.’ ...De pendelbus. Ik schrok wakker uit mijn overpeinzingen. ‘Tos, we moeten naar de pendelbus, ik was je kwijt!’ riep Annie. ‘Maar Annie,’ riep ik uit, ‘de Here Jezus zelf schommelt ook mee, daar aan het eind van de tafel. Annie, ik wil dit zien, dit is toch veel leuker!’ ‘O, jij ook altijd!’ Annie draaide zich kwaad om en liep weg. ‘Dan ga ik wel alleen!’ riep ze nog. Dus ik heb in mijn eentje meegelopen met de optocht en tranen in mijn ogen gekregen van die mooie valse trompetmuziek. En toen... Toen was ik de weg kwijt. De stad was een chaos, overal dranghekken en mensenmeutes. Ik had ongemerkt een paar hele grote plastic glazen evenementenbier gedronken. Ik heb uren lopen zoeken en nog meer evenementenbier gedronken. Het schijnt dat ik Annie gebeld heb vanuit een taxi met de mededeling dat ik een leuke vriend had opgedoken en dat ik hem meenam naar het hotel. ‘Je zei het zo vrolijk,’ zei Annie, ‘en je dacht dat ik hem ook wel heel leuk zou vinden, of we met zijn drieën nog even wat gingen drinken.’ Annie zag me vanuit het raam van de hotelkamer de taxi uitwandelen.
21
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 22
Eerst zweefde mijn nieuwe vriend Sponge Bob met een touwtje om zijn piemel de taxi uit. Toen het hele plaatje: de gênante vertoning van een vrouw van 51, onvast op de been, met een grote gele ballon van Sponge Bob in haar hand.
Pinos Puente ‘Jij moet ook altijd opvallen,’ vond Annie vanmorgen toen ik de ballon aan mijn rugzak vastmaakte. ‘Tis alleen voor het begin,’ zei ik om het allemaal wat lichter te maken, ‘hij is voor het eerste kind dat er jaloers naar kijkt!’ Ik was vergeten hoe het was, met een rugzak door heuvelland. En die 17 kilometer waren er minstens 25. We waren er allebei van overtuigd dat onze in de haast aangeschafte Engelse wandelgids van ene mevrouw Raju niet klopte. Toen we na zes uur ploeteren in Pinos Puente aankwamen had ik het gevoel dat mijn benen een paar centimeter korter waren geworden. Ik had zes uur lopen vechten tegen de zwaartekracht en voor mijn gevoel X-poten gekregen als andreaskruizen. Gelukkig wist ik uit ervaring dat het na een tijdje wel makkelijker zou gaan, anders was ik nu wanhopig geweest. ‘Was het vorige keer ook zo zwaar?’ vroeg ik telkens. ‘Ja,’ zei Annie, ‘dat soort dingen vergeet je.’ Het was een vage wandeling. Flauwig weer met een
22
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 23
bedompte hemel. Grijze wolkenfluimen aan alle horizonten. De route voerde ons door het Diemen van Granada: industrieterreinen en braakliggend land met hier en daar kapotte wc-potten en halfvergane bankstellen. Terwijl de besneeuwde bergtoppen van de Sierra Nevada steeds kleiner werden, volgden we almaar een stenen muur met glasscherven erop en jankende honden erachter. Naast die muur was een betonnen geul waar water doorstroomde, waardoor we telkens moesten zeiken. ‘Uitkijken dat je geen mieren doodpiest, Annie,’ moest ik haar steeds zeggen. Want het krioelde op de grond en het lijkt me een nare dood voor die vlijtige diertjes. Achter de muur lag een enorme lichtgele steenfabriek als een reusachtig zandkasteel. Bij de ingang heb ik in het zicht van de camera’s in mijn rechterbroekspijp gepiest. Gelukkig scheen er een waterig zonnetje en werd de broek allengs een beetje droog onder het lopen. Geen mens kwamen we tegen in dit desolate landschap en trouwens ook niet in het enige dorpje waar we doorheen liepen. Nou, dat is trouwens niet helemaal waar, toen we op een uitgestorven dorpspleintje bij een fontein gingen zitten, passeerde ons een echtpaar met een klein jongetje. Ze gingen vlak bij ons op een bankje zitten. ‘Daar is het kind dat de ballon komt ophalen,’ zei ik. En inderdaad, het mannetje kon zijn ogen niet afhouden van mijn ballon. De reactie van het kleine mannetje toen ik Sponge Bob afkoppelde en hem aan zijn kleine polsje vastknoopte, was boven verwachting. Hij was zo blij verlegen dat hij alleen nog maar naar zijn schoenen
23
Niterink Klimmen naar kruishoogte 13-03-12 11:07 Pagina 24
kon kijken. ‘Zeg eens bedankt!’ begonnen zijn ouders. ‘Nee!’ riep ik, ‘dat hoeft niet!’ Ik ken die verlegen kinderblik, die betekent voor mij veel meer dan een beleefd dankjewel van een goed opgevoed kind. ‘Waar gaan jullie naartoe?’ vroegen de ouders. ‘Santiago!’ ‘Madre mia! Muy lejos!’ ‘Wat is, muy lejos?’ ‘Ver weg!’ vertaalde Annie. ‘1200 kilometer!’ riep ze trots. Reden voor het echtpaar om nogmaals madre mia en muy lejos te roepen en er ook nog een kruis bij te slaan. Annie heeft me onderweg Spaanse les gegeven. Ik wilde als eerste leren zeggen: Wij lopen naar Santiago de Compostela: Nos otros andando a Santiago de Compostella. En dan: Dat is inderdaad ver weg: Si muy lejos! Heel ver weg. Muy muy lejos! Nos otros estamos peregrinas. Wij zijn pelgrims. Hasta luego! Tot ziens! Ik zit te schrijven op het terras van hotel wegrestaurant Montserat met trouwaccommodatie. Komt allen lekker trouwen op onze overdekte binnenplaats! Houdt uw receptie in onze partytent met plastic seringen. We zijn lekker makkelijk bereikbaar, pal aan de N tweehonderd nog wat! Het was vandaag mijn dag, die hebben we om en om, dan mag je bepalen hoe laat we opstaan en hoe ver we lopen. Maar er hoort ook bij dat je in een hotel om een
24