staf
Jacobs
september 2013
99
Tien jaar L’Esprit du Chemin
De energie van de camino
Klimmen naar kruishoogte met Anita en Tosca
Inhoud
De wereldberoemde María kijkt een pelgrim na.
De energie van de Camino del Norte.
Entrada
4 Kort nieuws, brieven en andere opvallende zaken
Spiritualiteit
38 Niets gebeurt voor niets! Jos Smit ontdekt en ervaart de energie van de camino. 42 Marathonmonniken, euforische hardlopers en wijze wandelaars Karin Abdullah Khan-Feenstra en André Brouwer doken in twee spirituele boeken voor de wandelende (en rennende) mens.
Wandelen & Fietsen
28 Dwalen door het evangelie Zyg Murach treedt in de voetsporen van Jezus op de Jesus Trail en ontdekt dat het Palestijns-Israëlische conflict nooit ver weg is. 32 De weldadige vermoeidheid van de uitgetelde wandelaar Bram van der Wees inventariseerde de reacties op de kwestie wat nu fijner is: fietsen of lopen.
Geschiedenis & Cultuur
8 Hoe de Spaanse Maria wereldberoemd werd Helen Albada waant zich voor even in een film als zij bij Logroño op twee parasols en een houten tafeltje stuit. Jacobsstaf 2
36 Onze Lieve Vrouw Ter Nood in Heiloo Freek van der Veen gaat verder met zijn tocht langs heilige plaatsen aan de Nederlandse Jacobswegen. 18 Jacobus in een schuilkerk Gerard Luiten vond een mooi jacobalium in een Utrechtse schuilkerk.
Santiago
25 25-26 oktober 2011, Monte do Gozo – Santiago de Compostela, 179.128 – 203.133 Hilde Peters bereikt Santiago na 200.000 stappen. Derde aflevering van de serie 255.088 Voetstappen. 31 Ondertussen in Santiago Eerste bijdrage van Marielle Saegaert, onze nieuwe columniste. Over levenskunst in Santiago.
Pelgrimeren
10 ‘We zijn als grote, spelende kinderen aan het avontuur begonnen’ Pelgrimsherberg L’Esprit du Chemin bestaat tien jaar. Hoe kijken herbergiers Huberta Wiertsema en Arno Cuppen terug op deze periode? Hein Dik interviewde hen. 14 De camino geeft wat nodig is Tanja Harpe
Foto vooromslag Tien jaar L’ Esprit du Chemin: v.l.n.r. herbergiers Arno Cuppen, Huberta Wiertsema, Theo Kors en herbergier/pelgrim Josefine van den Hoven.
Van de redactie
Verlangen
Wat is fijner: fietsen of lopen?
15 Wat beweegt de pelgrim? Bram van der Wees en Freek van der Veen Eerste aflevering van een serie over de motieven om op weg te gaan naar Santiago. 19 The road ahead Marcel Hermens zingt zijn favoriete caminolied. 20 ‘Veel mensen weten niet hoe vreselijk belangrijk we eigenlijk zijn’ André Brouwer en Hein Dik Het boek Klimmen naar kruishoogte is een hilarisch verslag van de doldwaze pelgrimsavonturen van Tosca Niterink en Anita Janssen. Tijd voor een serieus interview met dit illustere pelgrimsduo. 35 Sylvie komt haar bed niet meer uit De belevenissen van onze correspondente Sylvie in Antwerpen.
Het Genootschap
7 Onderweg Joost Bol 26 Pelgrimeren in Europa Lies Wondergem Het programma van de najaarsbijeenkomst op 2 november 2013 in Middelburg. 41 Agenda 45 Compostelaregister
Wie lid wil worden van ons genootschap vult een formuliertje in waarop hij kan aangeven wanneer en vanaf welke plaats hij vertrekt naar Compostela. In de jaren waarin ik de ledenadministratie heb mogen doen, heb ik duizenden van die formulieren zien passeren. Ik kan u verzekeren; dat is een kwelling van jewelste! Bij elke aanmelding dacht ik jaloers: hij of zij gaat op tocht, maar ik moet hier blijven om die formulieren te bekijken. Iedere keer kreeg het verlangen in mij om ook weer eens op stap te gaan een prikkel. Zo zal het bij veel mensen gaan: steeds wanneer je over de camino hoort of leest voel je een scheutje in de zij, en zo bouw je langzamerhand een stil, maar groeiend verlangen op. Misschien heeft onze vereniging wel zoveel leden, doordat Ultreia, Jacobsstaf en (regio)bijeenkomsten steeds weer het verlangen voeden om nog eens op pad te gaan, opnieuw de camino te beleven en weer de vrijheid van het pelgrimeren te ervaren. Zo beweegt de Jacobsstaf zich tussen weemoed en verlangen. De inhoud wekt weemoed op naar de sfeer van de tocht, naar de stilte en de mensen, naar de ontmoetingen en de eenzaamheid, naar de storm en de zon. Maar ook roepen de verhalen het verlangen op naar een volgende tocht. Die verhalen herinneren ons aan wat pelgrimeren is: de onbekende weg gaan. In de woorden van de schrijvende benedictijn Anselm Grün: pelgrimeren betekent de weg van ons verlangen gaan. Dat verlangen voert ons echter verder dan deze wereld. Het leert ons dat er iets in ons leeft dat deze wereld overstijgt. Verlangen is de bron van daden. Verlangen kan onderdrukt worden, blijven sluimeren of ontkiemen tot iets moois. In deze Jacobsstaf komt u veel gerealiseerd verlangen tegen: Jos Smit, die zijn verlangen vertaalt in Energie; Arno en Huberta, die hun behoefte om ‘iets terug te doen’ hebben omgezet in een van de mooiste herbergen op de camino; het verlangen van leerlingkaihogyomonniken om Heilige Meester te worden door duizend tochten over de berg te maken; de hoop van Tanja Harpe die een wonder wilde ervaren; de wens van Marijke Geerse om zingend op weg en door het leven te gaan. Lezer, laat het niet bij weemoed blijven; geef vorm aan uw verlangen!
Bram van der Wees, hoofdredacteur
[email protected] Kopij voor Jacobsstaf 100 inleveren vóór 25 oktober 2013. Jacobsstaf 100 verschijnt rond 21 december. Heeft u Jacobsstaf 98 niet ontvangen? Meld het bij
[email protected] 3 Jacobsstaf
Video Camino Primitivo
Entrada
Om de Camino Primitivo meer onder de aandacht te brengen, is er een promotievideo gemaakt van deze oudste camino naar Santiago. De video, een productie van diverse toeristische organisaties in Asturië, is in het Engels en richt zich daarmee op niet-Spanjaarden. De zeven minuten durende film gaat kort in op de ontstaansgeschiedenis van de Camino Primitivo en toont daarna hoogtepunten van de etappeplaatsen in Asturië, zoals Oviedo, Grado, Salas, Tineo en Grandas de Salime. U vindt de video op Caminoprimitivo. net. Waarschuwing vooraf: bekijk de video niet met een lege maag, want de vele in beeld gebrachte lokale gastronomische lekkernijen doen u het water in de mond lopen.
Kunst op de Via de la Plata
Mérida, Via de la Plata. Foto: Jasper Koedam
Beeldend kunstenares Carina Mathot organiseert een lezingencyclus met de titel De Ruta de la Plata en de Kunst. Op acht avonden maken de cursisten een reis langs de eeuwenoude zilverroute, die de Romeinen bijna tweeduizend jaar geleden aanlegden tussen Sevilla en Astorga. Later vormde de route een belangrijke verbinding voor de Arabieren. Na de Reconquista werd de route een pelgrimsroute naar Santiago; een pelgrimstocht van kunst, cultuur, legenden en verhalen. De lezingencyclus wordt afgesloten met een excursie. De cursus staat open voor iedereen met belangstelling voor de kunsthistorische achtergronden van de camino. De cursus wordt gegeven in de kunstsalon van Carina Mathot in Gouda. Voor meer informatie en het volledige programma: Ateliermathot.nl.
Planten en kruiden langs de camino: vingerhoedskruid
Het kruid kreeg de naam Digitalis purpurea in 1542 van de Duitse botanicus Leonardus Fuchs. Andere gangbare namen zijn poppenschoentje en pijpenkop. De plant komt wereldwijd voor en kan wel 1,50 meter hoog worden. In het eerste jaar wordt de rozet gevormd en in het tweede jaar de bloemstengel. Het meest voorkomend is de kleur roze-rood; soms komen ook lila, wit en zelfs geel voor. Om bij de nectar te komen volgen de insecten de stippeltjes die in de bloemkelk te zien zijn. Er zijn ook insecten die deze hint van moeder natuur niet begrijpen en domweg een gaatje in de kelk bijten. De plant is zeer giftig. In de farmacie worden de bladeren gebruikt bij de behandeling van hartkwalen en oedeem. De Engelse arts William Withering (1741-1799) ontdekte dat het de pols verlangzaamde en schreef daarover: ‘it has a power over the motion of the heart, to a degree yet unobserved in any other medicine, and (...) this power may be converted to salutary ends’. Heel vroeger vertelde men dat de bloemen zitplaatsen waren voor vermoeide elfjes. De elfen gaven de bloemen magische krachten zodat dieren, vooral vossen, ze als handschoentjes konden dragen. Tijdens mijn voettocht naar Santiago ontmoette ik een Engelsman die deze plant nog steeds foxglove noemde. Simone Huijts
De afgebroken pelgrimstocht
Niet iedere pelgrimstocht verloopt zonder problemen. Sommige pelgrims stranden door lichamelijk of psychisch ongemak, of door familiegebeurtenissen. De redactie wil voor een klein groepsgesprek graag in aanraking komen met mensen die hun tocht meer dan één keer hebben moeten onderbreken. Belangstelling om mee te praten? Mail dan uw ervaring kort (niet meer dan 250 woorden) aan
[email protected]. Jacobsstaf 4
Jacobusschilderij
Tijdens een wandeling langs de GR5 tussen Modane en Briançon (Hautes-Alpes) deden Gert van de Kamp en zijn vrouw een bijzondere ontdekking. In een aan Jacobus gewijd kapelletje in het gehucht Les Granges de la Vallée Étroite zagen ze een schilderij uit 1818 met daarop afgebeeld Jacobus, Maria en twee mannen. Wie zijn die knielende mannen met ieder een jakobsschelp op de kraag? Opvallend is dat ze voor pelgrims erg deftig gekleed zijn; waarschijnlijk zijn het de opdrachtgevers van het schilderij. Maar waarom daar een Jacobuskapel met zo’n schilderij? Gert ging naar een museum in de omgeving, maar daar moesten ze het antwoord op zijn vraag schuldig blijven. Het is echter waarschijnlijk dat pelgrims uit de omgeving van Modane naar Briançon liepen om van daaruit de bekende toegangsroute naar Arles te nemen, die daar aansloot op de Via Tolosana naar Santiago.Weet u er meer over? Mail dan naar
[email protected]
Floreren voor pelgrims
Communicatietrainer Anne-Marie Reimert en René Heinrichs, eigenaar van pelgrimsherberg Nos Repos in Frankrijk, organiseren van 25 – 29 november in Huijbergen Floreren voor Pelgrims. Een week voor pelgrims om de mooie ervaringen die onderweg gelukkig maakten ook in het dagelijks leven te integreren. Vragen die aan de orde komen zijn onder andere:
• •
Naar welke waarden wil ik leven? Welke gewoonten helpen mij en welke wil ik veranderen? • Wat is de boodschap van mijn gevoel? • Wat kan ik doen om meer naar mijn idealen te leven? • Hoe kan ik mezelf accepteren en nieuwe gewoontes aanleren die me helpen mijn ‘beste zelf ’ te zijn? Er is veel tijd om ervaringen te delen en deze samen te ‘vertalen’ naar de eigen levensregel. Meer informatie is te vinden op: Ikfloreer.nu. Floreren op de camino. Foto: Anne-Marie Reimert
Nieuws uit de Huiskamer De Huiskamer der Lage Landen van ons genootschap in Santiago (Rua San Pedro 29) is een doorslaand succes. Deze opende zijn deuren op 15 april en op 22 juli mochten de dienstdoende hospitaleros Freek van der Veen en Chris Strijbos de duizendste bezoeker begroeten. Rond 11.00 uur liep de 20-jarige Beaudiene de Kruiff uit Amsterdam bij hen binnen. Op 14 mei was ze vertrokken uit Vézelay en ze wandelde sindsdien in haar eentje naar Santiago de Compostela. Namens het genootschap kreeg ze een oorkonde overhandigd. Hospitalero Helmut Brouwer attendeerde ons op een andere opmerkelijke bezoeker. Vrijdag 21 juni stapte de 82-jarige Cor Flipse uit Oosterhout de Huiskamer binnen. 7 mei was ze vertrokken uit Saint-Jean-Pied-de-Port. Haar bagage vervoerde ze in een zogenoemde wheely. Een bijzondere prestatie als men bedenkt dat de weersomstandigheden in het voorjaar niet best waren! De Huiskamer der Lage Landen is nog tot 15 oktober dagelijks geopend van 08.3019.30 uur.
5 Jacobsstaf
Entrada
Pelgrimsweekenden in Nederland
Ook dit seizoen organiseert Pelgrimshoeve Kafarnaüm in Vessem weer pelgrimsweekenden voor mensen die plannen of de wens hebben naar Santiago de Compostela te gaan, lopend of fietsend. Tijdens deze weekenden komen alle facetten van een langere periode onderweg zijn aan de orde. De weekenden beginnen vrijdag om 16.00 uur en eindigen 24 uur later. Voor pelgrims die de camino al eens hebben gemaakt zijn er reünieweekenden, met veel ruimte voor het uitwisselen van ervaringen. Voor de precieze data kunt u kijken op Pelgrimshoevekafarnaum.nl > Activiteiten. Ook in SintJacobiparochie worden soortgelijke weekenden georganiseerd (27-28 september en 11-12 oktober).
Jacobus in de Sagrada Familia
Genootschapslid Crista Pearson stuurde de redactie een fraaie foto van Jacobus in de door architect Antoni Gaudí ontworpen kerk La Sagrada Família in Barcelona.
Hyperrealisme van Ger Supheert
Beeldend kunstenaar Ger Supheert (1937) liep meerdere malen de camino, waarbij hij onderweg opvallende gebouwen schetste en fotografeerde in verschillende stadia van verval. Thuis verwerkte hij deze impressies tot materieschilderijen, die zijn opgebouwd uit onder meer zand, vloeipapier, lood, gejut hout, riet en bast. De in reliëf aangebrachte materialen werden vervolgens laag over laag beschilderd. Het resultaat zijn hyperrealistische schilderijen van beelden die de pelgrim langs de route zeker zal herkennen: verlaten dorpsstraatjes, verweerde deuren in Galicische huismuren en sierlijk Spaans traliewerk. Het werk van Supheert is permanent te zien in Galerie ‘t Landwijff, Kapelsteeg 4 in Alkmaar. Daar verzorgt de kunstenaar zondag 17 november 2013 om 15.00 uur een lezing over zijn werk. De toegang is gratis. Vooraf aanmelden is gewenst via
[email protected] of 06-54 79 14 12. Voor meer informatie: Tlandwijff.nl.
Jacobsstaf 6
Slapen in Antwerpen
De pelgrimsherberg aan de Sint-Jansvliet in Antwerpen bood in 2012 onderdak aan 28 pelgrims die op weg waren naar Santiago. De herberg, in het voormalige Sint-Julianusgasthuis, ligt aan de Via Brabantica. Er is plaats voor vier pelgrims. De sleutel van de herberg kan men op vertoon van het pelgrimspaspoort afhalen bij de Dienst voor Toerisme op de Grote Markt. Een overnachting kost 7 euro.
Theaterconcert Santiago
Flamencogitarist en componist Eric Vaarzon Morel en zangeres, regisseur en theatervrouw Leoni Jansen hebben elkaar gevonden in hun grote liefde voor muziek. Hun eerste muziektheaterproductie Santiago is het resultaat van hun zoektocht naar de oorsprong van de muzikale schoonheid die hen beiden inspireert en bindt. Hij vertrekt vanuit het diepste zuiden van Spanje (de bakermat van de flamenco) en zij bereist de oeroude pelgrimsroute vanuit het Keltische noorden. Ze treffen elkaar uiteindelijk in Santiago de Compostela. Het programma, in het Nederlands, Engels, Spaans en Keltisch, verbindt het aardse met het mystieke
over oude wegen, langs dichters, schilders en schrijvers. Santiago is vanaf oktober 2013 tot en met januari 2014 te zien in diverse theaters in Nederland. Voor de volledige speellijst zie Kikproductions.nl > Speellijsten > Leoni Jansen.
Het genootschap
Joost Bol
Onderweg
Foto: Merlijn Doomernik
Bijzonder afscheid
Trudi van Stekelenburg en Huub Stiphout hadden een ontmoeting met een hospitalera die op zeer persoonlijke wijze afscheid nam van ‘haar’ pelgrims: ‘Annette – in de zeventig, hartelijk en kordaat tegelijk, twinkelende ogen – heeft deze week dienst als herbergier in de refuge van Roquefort en staat er op om alle pelgrims persoonlijk uitgeleide te doen. Nadat de vertrekkende pelgrim zijn schoenen heeft aangetrokken, loopt ze mee naar buiten. Daar, op straat, neemt Annette je bij de hand en begint een lied te zingen, het lijflied voor de pelgrims: Chant des pélerins de Compostelle. Een lied, waarbij de gevaren voor de pelgrim bezworen worden en goed weer wordt afgeroepen en dat eindigt met ‘Ultreïa’, de alom bekende afscheidsgroet. Het moet gezegd, ook zij die niet om stichtende, spirituele of religieuze motieven op pad gingen, worden geraakt door dit warmhartige gebaar van deze sympathieke vrouw.’ Huub van Stiphout
De naamdag van onze apostel op 25 juli had dit jaar een dikke rouwrand. Al bijna thuis om met familie en vrienden het feest van Jacobus te vieren sloeg voor velen het noodlot toe. Tegenwoordig is er haast dagelijks een ramp of ongeluk in het nieuws en meestal neem je het min of meer voor kennisgeving aan. Maar wanneer je, zoals nu, een persoonlijke band hebt met een land, streek of stad, komt het nieuws toch anders aan. Namens alle leden van het genootschap heb ik onze gevoelens van medeleven overgebracht aan de medewerkers van het pelgrimsbureau in Santiago, die in de dagen na de treinramp wel met een heel dubbel gevoel de compostela’s moeten hebben uitgereikt. En hoe moeten vele pelgrims zich hebben gevoeld, arriverend in een stad die in rouw is gedompeld? Het is dan fijn dat men dit jaar in onze Huiskamer van de Lage Landen terechtkon, om de voldoening van het aankomen in een besloten kring een plaats te geven. Het gaat overigens goed met onze Huiskamer. Wij horen vele positieve reacties en ook onze vrijwilligers ter plaatse zijn tevreden. Ik heb grote waardering voor de wijze waarop zij tot eind juli al meer dan duizend pelgrims hebben ontvangen. Zij maken lange dagen, moeten behoorlijk wat improviseren, en zo af en toe is het ’s avonds na gedane arbeid ook wel eens moeilijk om persoonlijke verhalen van je af te zetten. De komende maanden zal het bestuur dit eerste jaar evalueren en besluiten of, en op welke wijze, wij in de komende jaren onze Huiskamer in Santiago zullen openstellen voor de pelgrims uit Nederland en Vlaanderen. En hier in Nederland? Achter de schermen is ontzettend hard gewerkt om onze nieuwe website operationeel te krijgen. Met een geintegreerde ledenadministratie en ruimte om uw persoonlijke belevingen te delen met andere leden, hebben wij nu een website die weer bij de tijd is. En in Zeeland zijn de laatste voorbereidingen voor de komende ledendag in Middelburg in volle gang. Niet direct in de buurt, maar de ervaring leert dat velen een ledendag ook aangrijpen om een minder voor de hand liggende plaats in ons eigen mooie land te bezoeken. Het thema is deze keer Pelgrimeren in Europa. Absoluut een aanrader! Helaas zal ik er zelf niet zijn om u welkom te heten, want samen met mijn Hettie en vrienden zoeken wij het nog verder weg. Op 2 november zal ik voor u allen enkele wierookstokjes branden bij een van de achtentachtig tempels op het Japanse eiland Shikoku. Joost Bol, voorzitter.
7 Jacobsstaf
Cinema Camino
Helen Albada
Hoe de Spaanse María wereldberoemd werd Maria’s Way
S
Soms vallen film en werkelijkheid op de camino samen. Die ervaring had Helen Albada toen zij onderweg stuitte op twee parasols en een houten tafeltje. Het tafereel bracht bij haar een déjà vu teweeg. Een vogeltje in een kooi tjilpt, een hond aan een ketting blaft en een oude Spaanse vrouw genaamd María opent bij het krieken van de dag haar kraampje aan de beroemde pelgrimsroute naar Santiago de Compostela. Ze slijt haar levensdagen zittend aan de kant van de weg, achter een gammel afgebladderd houten bureau, onder twee grote parasols. In een schriftje turft ze de passerende pelgrims, die ze een speciaal oud stempeltje aanbiedt als aandenken dat ze dit punt van de route gepasseerd zijn. Haar houding is geduldig, een beetje gelaten en afwachtend. Wie komt er vandaag langs haar kraampje gelopen? Sommige voorbijgangers stoppen om een paar minuten van hun tijd met haar door te brengen, totdat ze weer hun weg vervolgen. Ook zijn er pelgrims die niet eens de moeite nemen fatsoenlijk gedag te zeggen. Tot grote ergernis van María. Ze laat dan niet na om schamper commentaar te geven: ‘El camino no es maratón!’ En tussen deze bedrijvigheid door, in de schaduw van haar parasol, als de hitte van de dag op zijn hoogtepunt is, valt María in een snurkende halfslaap en dommelt ze even weg. Dit is zomaar een dag uit het leven van María en onderwerp van de korte documentaire Maria’s Way van de Schotse regisseuse Anne Milne. De film werd in 2010 vertoond op het Jacobsstaf 8
International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA). De ontmoetingen van María met de passerende vreemdelingen stellen de kijker in staat een glimp van de moderne pelgrim op te vangen. Soms lopen de ontmoetingen wat stroef, zoals bij een jolige jonge Duitse passant. Hij neemt een foto van de filmploeg achter de kraam, maar is gelukkig wel zo attent wat losse munten neer te tellen. Ondertussen gaat María stug door met haar nobele taak. Ze zet namelijk een traditie voort, die is begonnen bij haar moeder Felisa. Deze heeft de laatste dertig jaar van haar leven pelgrimpaspoorten gestempeld. Dochter María stopt waarschijnlijk pas met haar activiteiten als Onze Lieve Heer haar tot zich roept.
Flashback
De zon brandt, een krekel tjirpt, een veld klaprozen wiegt op de wind en ik wandel rond het middaguur tussen de Spaanse plaatsen Viana en Logroño. Ik heb drie maanden verlof opgenomen om een van mijn grootste wensen te vervullen. De pelgrimsroute naar Santiago lopen om even helemaal vrij te zijn van alle verplichtingen en besognes thuis. Na een maand onderweg ben ik positief, nieuwsgierig en geïnteresseerd. Wie zal ik vandaag weer ontmoeten? Vanochtend heb ik afscheid genomen van twee Fransen met wie ik een aantal dagen ben opgetrokken. Nu is het weer tijd alleen de route te vervolgen. Mijn wandelschoenen knerpen op het grind als ik, vlak voor de afdaling naar de rivier de Ebro, een aantal pelgrims onder twee verschoten parasols zie staan. Ze zijn gestopt bij een gammel houten bureautje waarachter
een jonge vrouw stempels zet in pelgrimspaspoorten en kleine souvenirs verkoopt. Nieuwsgierig wandel ik eropaf. Achter het bureau staat een klein wit huisje. Naast de voordeur met de grote ijzeren bel staat in oranje-blauwe lettertegels El Chozo geschreven: de hut. Onder de oude olijfboom naast het huis liggen twee stinkende hondjes aan de ketting. Ze liggen lekker te suffen bij hun witstenen hondenhok met oranje dakpannen. Eén hondje ligt op zijn rug, pal in de zon, met vier pootjes in de lucht. Hij geniet van het leven. In mijn hoofd gaat een lampje branden. Deze setting komt mij zo bekend voor. De parasols, het oude bureau, de honden … Het kwartje valt pas als ik nieuwsgierig door de voordeur naar binnen kijk. Daar zit María! Als in een flashback herinner ik mij weer die koude zondag in januari in een volgepakte bioscoopzaal, waar ik de hele dag IDFA-documentaires heb gekeken. De hele dag lange documentaires over verantwoorde onderwerpen met als luchtig tussendoortje een klein pareltje van een kwartier: María’s Way. En María vergeet je niet snel. Het zijn niet haar kleren; de zwarte bloemetjesjurk met jasschort en haar donkerblauwe vest. Ook niet haar stevige ronde kuiten met daaronder haar blote voeten in donkere pantoffels. Laat staan haar woorden, want veel komt er niet over haar lippen. Nee, het is haar gezicht: getaand en gerimpeld, met warrige bruine haren en vorsende ogen. Ze zit geduldig handwerkend op een krukje in haar keu-
Alsof je een oude bekende op de camino tegenkomt ken en maakt met haar kleine stevige vingers kralenkettinkjes van rode jacobskruizen. Alsof je een oude bekende op de camino tegenkomt. Ze kijkt haar nieuwe gast onderzoekend aan, terwijl haar behendige vingers snel verder werken aan de ketting, waarvan er op de tafel diverse te koop worden aangeboden.
‘Me gusta comprar …’ , zeg ik en wijs naar een van de kettingen op tafel. ‘No hay problema’, María schuift al een ketting mijn kant op. ¿Quieres café o té? Het ijs is gebroken. Een familielid van María biedt een kop thee met een plak koek aan, terwijl María onverstoorbaar doorgaat met haar handwerk.
María kijkt uit naar passerende pelgrims. Foto: Helen Albada
Nuchter
De documentaire heeft María bekend gemaakt. Ze ontvangt nu veel meer bezoek dan voorheen. Het turven van pelgrims en het stempelen van paspoorten laat María tegenwoordig aan haar familieleden over. Ze verdient een centje bij met de verkoop van zelfgemaakte souvenirs. Haar huisje heeft ze in elk geval kunnen opknappen. De woning staat er nu witgepleisterd en blakend bij met fleurige rode geraniums in terracotta potten aan de muur. Op de vraag of ze wel weet dat ze beroemd is in het buitenland, antwoordt ze nuchter dat ze toch altijd dezelfde zou blijven, beroemd of niet. Waarschijnlijk zit ze vandaag nog steeds op datzelfde plekje, op hetzelfde krukje in haar keuken en liggen haar hondjes onverstoorbaar in de zon. 9 Jacobsstaf
Maria’s Way heeft diverse prijzen gewonnen, waaronder Scottish Short Doc Award -Edinburgh International Film Festival (2010) en BAFTA Scotland New Talent Award (2010). Een trailer van de film is te zien op Annemilne. com.
L’Esprit du Chemin
Hein Dik
‘ We zijn als grote, spelende kinderen aan het avontuur begonnen’ L’Esprit du Chemin: een monument aan de camino
P
Pelgrimsherberg L’Esprit du Chemin in de Zuid-Franse stad Saint-Jean-Pied-de-Port bestaat tien jaar. Arno Cuppen en Huberta Wiertsema waren in 2003 de pioniers die de herberg begonnen. Ze financierden zelf het onderkomen en bouwden het uit tot een unieke, sfeervolle plek waar inmiddels duizenden pelgrims hebben overnacht, voor ze aan hun tocht over de Pyreneeën begonnen. Reden voor een interview met Huberta en Arno over hun baanbrekende initiatief.
Wat is het eigene aan L’Esprit du Chemin; waardoor onderscheidt de herberg zich van andere? ‘Wij hebben bij de vormgeving van de herberg dankbaar gebruik gemaakt van onze eigen ervaringen als pelgrims: wat sprak ons aan in andere herbergen, wat niet? Ook op onze pelgrimstocht naar Jeruzalem kijken we nog regelmatig met de ogen van herbergiers naar onze overnachtingsplek. De herberg is uniek in de zin dat het onze combinatie is van al die ideeën, van anderen en van onszelf. Belangrijke elementen zijn onder andere de kleinschaligheid – er is plaats voor achttien gasten – de gezamenlijke avondmaaltijd en de tuin met ons inspiratiehuisje. Bijzonder is ook de combinatie van een eeuwenoud Baskisch huis met moderne, simpele voorzieningen. Onze prijzen houden we laag. En onze website vinden we inspirerend.’
Met welke idealen zijn jullie begonnen? Zijn die gerealiseerd? ‘L’Esprit du Chemin is een herberg van, voor en door pelgrims, die gastvrijheid biedt in een traditie van eenvoud, kwaliteit en inspiratie. De herberg wordt draaiende gehouden door vrijwilligers en heeft geen winstoogmerk. Kortom: een herberg in de geest van de camino naar Santiago de Compostela. Dat was onze missie en dat vinden we nog steeds een goed richtsnoer. Daarnaast hadden we ideeën over hoe onze herberg er concreet moest uitzien. Maar stel je daarbij niet teveel voor. Het was een bonte verzameling van dromen, eendagsvliegen en Jacobsstaf 10
2003: de keuken tijdens de verbouwing, v.l.n.r. Huberta, Arno en Huberta’s schoonzus met haar twee kinderen. Foto: Wiegert Wiertsema
iets beter doordachte plannen. Zoals Huberta altijd zegt: “We zijn als grote, spelende kinderen aan het avontuur begonnen.” We moeten er nog steeds om lachen hoe Huberta op een dag helemaal blij thuiskwam van haar inkopen: zij had de ideale set glaasjes gekocht waarin we straks een aperitief zouden uitschenken. Daar stond het pakketje dan, te midden van de chaos en het stof van een eindeloos lijkende verbouwing ... Zo hebben we jaar voor jaar verder gebouwd. Met vallen en opstaan, een lach en een traan, tegenvallers en momenten van grootse inspiratie. Belangrijk was natuurlijk ook het geld. We hebben het huis van onze eigen spaarcenten gekocht en ook de verbouwingen moesten we zelf financieren. We namen daarmee een financieel risico, terwijl we niet de eventuele winsten zouden nemen. We hadden immers besloten ook zelf als vrijwilligers te werken, op basis van kost, inwoning en enkele vergoedingen. Dat alles betekende dat we jarenlang zoveel mogelijk zelf hebben gedaan, met hulp van andere vrijwilligers. Soms vragen mensen ons of de herberg van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob is, maar nee, dat is dus niet zo. Onze herberg is een privé-initiatief, los van het genootschap.’
Wat is de ontwikkeling geweest de afgelopen tien jaar, met betrekking tot de herberg en de camino? ‘De afgelopen tien jaar is de camino vooral kwantitatief gegroeid, wat ook in Saint-JeanPied-de-Port goed is te merken. Op sommige dagen staan mensen in rijen voor de deur van het pelgrimsbureau. Dus neemt de commercie ook toe. Wie had ooit kunnen bedenken dat hier nu twee winkels zouden zijn met rugzakken, kleren, schoenen, noem maar op, voor pelgrims? En natuurlijk is het aantal overnachtingsplekken toegenomen. In 2003 waren er vier herbergen, inclusief L’Esprit du Chemin, nu meer dan tien. Dat betekent concurrentie en dus merken wij hoe er soms achter de schermen aan lokale touwen wordt getrokken. We vragen ons wel eens af hoe kwetsbaar of sterk de camino is. Krijgt de commercie de overhand, nu de meeste kerken zijn gesloten? Nu het Spaanse ministerie van Toerisme de camino beheert? Blijven er voldoende belangeloze ‘brengers’ staan tegenover al die commerciële ‘halers’?’
Is de pelgrim anno 2013 een andere dan die in 2003? ‘We horen vaak van collega’s dat dat inderdaad zo is, en dat wordt zelden positief bedoeld. Toen Arno zijn camino liep, in 1999, was het al niet anders. Ook toen kwam hij al oudgedienden tegen die op droeve toon beweerden: “De camino is niet meer wat hij geweest is.”
Sommige gasten komen stuiterend van de zenuwen binnen Ach, ten dele zal het waar zijn, in die zin, dat diegenen die de camino twintig jaar geleden liepen veel meer pioniers waren. Er was nauwelijks informatie: zoek het zelf maar uit. En dat was precies wat sommigen graag deden. Nu is er een overvloed aan informatie en diensten: bagagevervoer, reserveringsdiensten, begeleide reizen. In die zin kun je de camino met de beste wil van de wereld geen avontuur meer noemen. Hoewel, als je bedenkt dat sommige pelgrims nooit eerder alleen hebben gereisd, of pas hersteld zijn van een ziekte, of geen woord over de Japanse of Hongaarse grens spreken, dan is dat individueel natuurlijk nog wel degelijk een groot avontuur. Een meer laagdrempelige camino biedt dus meer mensen de mogelijkheid om ook die eeuwenoude weg te gaan. Maar waar ligt de grens? Als je straks thuis, op je computer, al de hele camino kunt ‘lopen’ of ‘fietsen’, wat heeft dat dan nog met reizen te maken? Is het niet juist goed om jezelf af en toe beperkingen op te leggen, om uit je rol van consument te kruipen en je zinnen op scherp te zetten? Sluit Google af en ga. Het komt goed. Vertrouw op jezelf. Wij hebben in onze herberg bewust beperkingen ingebouwd. We reserveren niet voor grote groepen, niet voor mensen met bagagevervoer. We hebben geen Wi-Fi, geen internetplekken. Kortom: wij herkennen die verschillen tussen toen en nu niet zo.’
Voelen jullie je emotioneel aan de herberg verbonden? ‘Ja, want voor ons is het niet zomaar werk, het is een bewuste keuze om iets terug te doen voor de gastvrijheid die wij zelf tijdens de camino hebben ervaren. 11 Jacobsstaf
L’Esprit du Chemin
Ja, want eerst hadden we allebei drukke banen en zagen we elkaar soms tijden niet, terwijl we nu intensief samenwerken op dezelfde plek. Ja, want er is bijna geen plek in de herberg die we niet zelf hebben vormgegeven of opgeknapt. Ja, want het is heel bijzonder om je eigen ideeën te realiseren en te merken hoe positief veel gasten daarop reageren.’
Het is één grote leerschool, nog steeds Wil je jullie huidige situatie beschrijven? Hoe zwaar is het? Moet er wat veranderen? ‘De herberg is wat ons betreft ‘af ’, zowel het gebouw, als de inrichting en werkwijze, dus dat geeft ruimte. Maar misschien is het hetzelfde als met lopen of fietsen: pas als je even zit besef je hoe moe je bent. Die vermoeidheid zit ook in het dagelijks draaien van de herberg. In principe doen we dat elke twee weken met twee andere vrijwilligers. Een nieuw team betekent vaak: frisheid, enthousiasme. Maar je moet ook aan elkaar wennen, leren samenwerken. Onze herberg is het hele seizoen, zes maanden, bijna elke dag vol. Saint-Jean-Pied-dePort is een internationale halteplaats. We
Tien jaar L’Esprit du Chemin in cijfers • De herberg was 1715 dagen geopend • 133 vrijwilligers werkten één of meer seizoenen als herbergier • Zij maakten zo’n 12.000 lunchpakketten klaar, waarvoor 24.000 eieren werden gebakken • 20.000 avondmaaltijden werden geserveerd, waarbij zo’n 3000 liter wijn werd gedronken • Gasten en herbergiers verorberden samen elk seizoen een stokbrood van ruim 1 kilometer lengte • Elk seizoen werden pelgrims uit 40 tot 45 landen van diverse continenten ontvangen • De oudste pelgrim was 83 jaar, de jongste 9 maanden • De jongste herbergier was 12 jaar, de oudste 74 • De ‘verste’ gast was een Zuid-Koreaan die te voet kwam uit Istanbul. Een andere gast kwam gefietst vanaf zijn huis in Noorwegen.
Jacobsstaf 12
ontvangen gasten uit veertig tot vijftig verschillende landen. Veel mensen zijn gespannen door de tocht die voor hen ligt. Ook omdat die begint met de oversteek van de Pyreneeën. Zelfs mensen die al lang onderweg zijn, zien daar nog tegenop. Niet in het minst door de spannende verhalen die de ronde doen. Dit vraagt veel van onze flexibiliteit en veerkracht. Toen we de herberg begonnen hadden we fantasieën over af en toe er tussenuit: de bergen in, naar het Guggenheim in Bilbao, naar zee, noem maar op. In de praktijk is daar nog weinig van gekomen. Vorig seizoen hebben we daarom besloten dat we toe willen naar een andere opzet. Dat leidde tot afspraken met twee pelgrimsvrienden om de herberg dit seizoen van mei tot en met augustus om en om te draaien. In de vrije weken konden we gebruik maken van een huisje in de buurt. Een prachtig vooruitzicht na vele jaren buffelen. Helaas, het heeft niet zo mogen zijn. Nog voor het seizoen op gang was, heeft het duo zich teruggetrokken. Volkomen onverwacht. Gelukkig heeft onze oproep om hulp veel positieve reacties opgeleverd. Dat deed goed. En ondertussen merkten onze gasten er weinig of niets van. De herberg draait als vanouds.’
Kunnen jullie uitleggen wat een pelgrimsbestaan voor jullie betekent? Wat zijn de motieven geweest om ervoor te kiezen? Heb je er dingen voor moeten opgeven? ‘Voor ons betekent het pelgrimsbestaan onder meer: eenvoudig leven, als vreemdeling onderweg zijn, nieuwe horizonten verkennen, bewust en open. Het betekent ook: mogen ervaren wat belangeloze gastvrijheid is. In die zin sluit de herberg mooi aan op onze eigen camino. De spannende vraag was natuurlijk: past het ook echt bij ons, bij wie we zijn en wat we samen willen? Dat bleek gelukkig zo te zijn. Wat we onderschat hebben is het enorme beslag dat de herberg legt op ons privéleven.’ Wat zijn de gelukkige momenten; wat maakt het de moeite waard? ‘De eerste neiging is om dan op zoek te gaan naar anekdotes, naar verhalen die eruit springen. Maar wat de herberg vooral de moeite waard maakt, is iets anders. Als je de herberg ziet als een product, dan is het iets dat elke dag opnieuw moet worden gemaakt. De gasten zijn elke dag nieuw. Voor
de meesten is onze herberg de eerste kennismaking met de camino. Voor hen is dat moment uniek. Sommige gasten komen bijna stuiterend van de zenuwen binnen, gebukt onder een gloednieuwe rugzak – soms hangt het labeltje er nog aan. Wij zeggen daarom wel eens; misschien is onze belangrijkste bijdrage wel een soort inwijding. Een mooie overgang naar een tijdelijke, andere wereld. Daarom vinden we het belangrijk om met elkaar te eten, daarom hebben we een introductierondje en enkele andere rituelen. En als je dan ziet dat vreemden met elkaar in gesprek komen, soms met handen en voeten, dat er een gevoel ontstaat van een kleine gemeenschap, dat mensen ’s morgens een stuk rustiger de deur uitlopen, soms met kersverse vrienden of vriendinnen. Dat is echt heel mooi.’
Jullie hebben de herberg vormgegeven. Maar omgekeerd, heeft de herberg jullie gevormd? ‘Ja, langzaam maar zeker. Zo zijn we gestart met het idee dat we afwisselend een half jaar als vrijwilligers aan de camino zouden werken en een half jaar betaald werk zouden zoeken in Nederland. Maar na het eerste seizoen was al duidelijk dat we ons hadden verkeken. De herberg bracht veel meer werk met zich mee dan we hadden gedacht. We moesten nog honderden uren verbouwen, een
website maken, een administratie opzetten, de publiciteit verzorgen, vrijwilligers werven en wat niet meer. Tegelijkertijd drong langzaam het besef door: willen we dat betaalde werk nog wel? Hebben we dat geld echt nodig? Als we zuinig blijven leven, kunnen we ons dan niet beter helemaal richten op de herberg en op andere activiteiten in de geest van de weg? Dat is onze keus geworden. De herberg heeft ons veel gebracht. Het is één grote leerschool, nog steeds. Bijvoorbeeld in het proberen dienstbaar te zijn aan anderen. Ook is het bijzonder te ervaren hoeveel voldoening het geeft om een eigen winkeltje op te zetten, met alles erop en eraan, zonder ervaring, en met een beperkte kennis van de Franse taal. Daarnaast heeft de herberg ons niet alleen met duizenden pelgrims in contact gebracht maar ook met honderden andere mensen van uiteenlopende achtergrond.’
Welke ideeën hebben jullie over de toekomst? ‘Op dit moment is het nog te vroeg om daar iets over te zeggen. We blijven natuurlijk nauw verbonden met L’Esprit du Chemin, maar zoeken een oplossing waardoor de belasting die het werk ons oplegt, vermindert. De camino als innerlijke reis is een onderwerp dat ons interesseert en bezighoudt, en we hopen onze pelgrimstocht naar Jeruzalem te voltooien.’ 13 Jacobsstaf
2011: het aperitief wordt geserveerd op het terras.
Tanja Harpe
Pelgrimeren
De camino geeft wat nodig is
I
In 2012 liep Tanja Harpe van Logroño naar León. Dat deze pelgrimsweg een bijzondere weg is waar wonderen – kunnen – gebeuren had zij van meerdere pelgrims gehoord en zelf ook ervaren. Op de laatste dag had ze een onverwachte en zeer bijzondere ontmoeting. Voor het eerst alleen op weg, gestimuleerd door bevriende pelgrims dat ik ‘alleen maar’ hoefde te vertrouwen. Niettemin was het spannend, want er waren voldoende angsten om los te laten. Maar bij het begin van de reis verdween de onrust op een onverklaarbare manier als sneeuw voor de zon. Vertrouwen, dat was het sleutelwoord. Als ik de eerste kilometers loop, routebeschrijving in de hand, word ik bij het oversteken op mijn schouder getikt. Een man wijst dat ik de verkeerde kant op loop. Ik kan hem maar beter volgen, zegt hij. Even voel ik verwarring. Hem volgen of niet? En voor ik het weet, loop ik achter de onbekende man aan, die af en toe omkijkt of ik wel volg. De route blijkt nu door een park te gaan in plaats van door saaie buitenwijken. Het eerste wonder van toevertrouwen aan het onbekende. De volgende dag ligt een grote hond op een erf vlak bij de weg. Als ik langsloop, blijft hij gewoon liggen. Even later hoor ik hem blaffen en als ik omkijk zie ik de hond tegen de volgende pelgrims opspringen. Geluk gehad of zouden er toch engelen zijn? Misschien is het wat je gelooft. Ik geloof ! En dan het donkere bos … Intussen loop ik in het ritme van de ervaren pelgrim, opgeno-
‘Op mijn verzoek maken we een foto van elkaar.’ Jacobsstaf 14
men in de natuur, en dan roept ook het bos geen weerstand meer op. Zelfs niet als een donkergeklede man met zonnebril – terwijl het zwaar bewolkt is – achter me loopt. Alleen gaan en niet alleen zijn is inmiddels een vanzelfsprekendheid geworden. In León, waar mijn tocht eindigt, zou een ritueel een mooie afsluiting zijn. Maar voor ik iets kan bedenken, gebeurt er iets bijzonders. Als ik bij het klooster op een bank zit te mijmeren, komen twee mensen naar me toe. We hebben elkaar onderweg alleen een paar keer ‘buen camino’ gewenst. Nu nemen ze even de tijd voor een pelgrimsontmoeting. Waar ik vandaan kom en hoe het gaat. Zij komen uit Japan en ik vertel dat het mijn laatste dag is en de allereerste keer dat ik Japanners spreek; dat mijn moeder wel heel veel met Japanners te maken had, in het Jappenkamp. En dat dit gevolgen had, ook voor de volgende generatie. ‘Maar,’ zeg ik, ‘ik ben niet met haat opgevoed.’ De man zegt: ‘Oorlog is verschrikkelijk, no good. We moeten in vrede met elkaar omgaan.’ Ik vraag voorzichtig of ze met een reden naar Santiago lopen. ‘Ieder heeft zo zijn reden,’ antwoordt de man op een diplomatieke manier. Dan zegt zijn vrouw iets in het Japans, en hij zegt na enige aarzeling: ‘We hebben onze zoon verloren.’ Er valt een diepe stilte. Een paar momenten bestaat de wereld uit het alleen maar taalloos delen van een oerverdriet: een onzegbare verbinding tussen drie mensen met hun eigen littekens. Op zijn verzoek maken we een foto van elkaar en nemen afscheid met de wens voor al het goede op elkaars verdere levensweg. Ontroerd bedank ik hen voor deze intense ontmoeting. Een onverwacht cadeau op de laatste dag van de pelgrimsroute. Als ze weg zijn, blijf ik nog een tijd zitten met tranen in mijn ogen. Na ruim 300 kilometer was dit het ritueel dat ik nooit zelf had kunnen bedenken: door iets wezenlijks met elkaar te delen werd geheeld wat ooit gebroken was. De camino geeft wat nodig is.
Bram van der Wees
Wat beweegt de pelgrim?
Religieus Spiritueel Cultureel Sportief Overige motieven
1467 3437 1998 3248
Rooms-katholiek Protestant Overige richtingen Geen geloofsrichting
3004 1186 527 1874
45,6 % 18,0 % 8,0 % 28,4 %
Onze statistisch medewerkster heeft de gegevens bij elkaar gestopt en daar kwam de onderstaande grafiek uit. De conclusie? Gelovigen hebben net iets minder sportieve, spirituele en culturele motieven dan niet-gelovigen, maar ze zijn wel veel religieuzer. Dit is geen grote verrassing. Opmerkelijk is wel het kleine groepje niet-gelovigen dat wél uit religieuze motieven naar Compostela gaat. Wat gaan zij daar doen?
50
Percentage pelgrims met opgegeven motivatie
Grafiek: Marlies van der Wees
30 20
Percentage
40
Gelovig (4717 pelgrims) Niet gelovig (1874 pelgrims)
10
V
Van oudsher hebben pelgrimages een religieus karakter. Wie op weg ging naar een heiligdom deed dat om de heilige te aanbidden of te bidden om steun, vergeving, of genezing. Dat de tocht geen pretje was wordt onderstreept doordat de pelgrimage ook als straf werd opgelegd. Ook nu zijn er pelgrims die naar Santiago gaan uit zelfkastijding: ze willen tegen de wind in lopen en leegwaaien, of zich afmatten in een bergetappe om zo hun boosheid of verdriet kwijt te raken. Tegenwoordig moeten pelgrims die in Santiago aankomen zich voor het verkrijgen van een compostela melden bij het Oficina de Peregrinos. Hier controleert men het aantal stempels in de credencial en informeert men steevast naar de beweegreden van de pelgrim: is het motief ‘religieus’, ‘religieus en iets anders’, of ‘niet-religieus’? De eerste twee motieven worden beloond met een mooie gekleurde compostela, de andere levert een zwart-wit oorkonde op. Tot 2003 was de keuze ruimer: religieus, spiritueel, cultureel en sportief. In 2004 nam de Ledenservice deze vragen op in het aanmeldingsformulier. Enige tijd geleden heb ik de gegevens eens cijfermatig verwerkt. Het motief om op weg te gaan is als volgt (meerdere motieven per persoon zijn mogelijk):
0
Motieven
Sportief
Spiritueel
Cultureel
Religieus
Motivatie
22,3 % 52,1 % 30,3 % 49,3 % 12,6 %
Duidelijk is dat puur religieuze motieven bij Nederlandse pelgrims niet meer vooropstaan. Wanneer men de motieven groepeert houden de twee blokken elkaar aardig in evenwicht: 74,4 % is op zoek naar zingeving, 79,6 % streeft naar lichamelijke of culturele ontwikkeling. Het formulier informeert ook naar de religieuze achtergrond van de pelgrim: 15 Jacobsstaf
Maar de tabellen laten onpersoonlijke, niet de werkelijke beweegredenen zien. Deze platte cijfers zijn gevormd door duizenden unieke pelgrims, echte mensen met evenzoveel persoonlijke motieven. Wat beweegt de pelgrims? Landschappelijk schoon of middeleeuwse bouwkunst, ontmoetingen of eenzaamheid, fysieke prestatie of de ervaring van goddelijke aanwezigheid? Wat brengt hen in beweging? In de eerste aflevering van een serie over de beweegredenen van pelgrims gaat redacteur Freek van der Veen op bezoek bij Marijke Geerse, die samen met haar man naar Santiago fietste.
Motieven
Freek van der Veen
‘Ik zing graag als ik fiets’
L
Liederen zijn een voortdurende inspiratiebron voor Marijke Geerse. Als ze de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela begint, is haar schrijfboekje met teksten en liedjes van haarzelf of zomaar ergens gevonden en opgeschreven, een van de belangrijkste dingen om mee te nemen. Vooral door de Keltische traditie laat ze zich inspireren, bijvoorbeeld door de bede: ‘Zoals een vleugje licht kleuren wakker roept, moge de dageraad je ogen zalven met verwondering’.
Het doet er toe om stil te staan bij de ander Die verbinding van fietsen, bezinning en verwondering oefent Marijke wekelijks als ze in de abdij van Egmond-Binnen deelneemt aan het middaggebed, er een kaarsje brandt en even stil is, net als tijdens de tocht naar Santiago. Zo schrijft ze in haar boekje: ‘Onderweg naar Santiago, kaarsje branden in de abdij, rust en stilte in de velden, geeft verwondering, maakt blij’. De redactie wil graag meer mensen aan het woord laten over hun motieven. Wilt u uw verhaal kwijt, stuur dan een e-mail aan redactie@santiago. nl met een korte omschrijving van uw motieven.
Gezegend op weg Voor Marijke begint het allemaal met het verlangen om lange tijd weg te gaan, los te zijn van alles en iedereen, met Santiago als doel. En dat laatste, omdat zovelen voor haar de weg naar Santiago zijn gegaan en ook velen erna die weg zullen gaan. In januari 2012 ontstond het plan en in april 2013 begon Marijke met haar man de lange tocht. Omdat ze zelf al veel fietste zat het met de conditie wel goed. Ze maakte zich meer zorgen om de achterblijvers, vooral om de ouders die niet Jacobsstaf 16
meer zo jong zijn. Mooi was het, dat haar kinderen er helemaal achter stonden dat ze deze tocht maakten. Daarnaast was het prachtig dat ze zich gesteund wisten door vrienden en familie die in gedachten af en toe een stukje meefietsten en hen bij het vertrek een zegenbede meegaven. Ze is gegaan met het vertrouwen dat het wel goed zou gaan. En dat ze de reis niet alleen hoefde te maken. Zo schrijft ze later: ‘Onderweg naar St. Jacobus zing ik graag een pelgrimslied, in vertrouwde overgave dat de Eeuwige ons ziet’. Voor Marijke is de reis een tocht geworden van dankbaarheid en verwondering; dankbaar dat ze dit mocht doen en verwondering om zoveel moois in de schepping, de natuur om haar heen. Ze is gegaan met een zegenbede op de lippen en ook onderweg voelde ze zich voortdurend gezegend. Zoals in een klein Frans dorpje waar ze de kerk bezocht en er een priester trof die haar in het Nederlands de pelgrimszegen gaf. In een klooster, waar ze een pelgrimsmis bezocht, werd ook iedere pelgrim weggezonden met een zegen. Marijke: ‘Op zo’n moment sta je open om een zegen te ontvangen.’
Stil staan Wat onderweg vooral indruk heeft gemaakt zijn de ontmoetingen met mensen die hun levensverhaal vertelden. Mensen afkomstig uit Nederland, maar ook uit andere landen en werelddelen. Met een stel uit Amerika sprak ze over levensvragen en wat hen ten diepste raakte en bewoog. Het gesprek ging over verwondering voor het leven, aandacht voor elkaar en overgave en vertrouwen tijdens de tocht. Ze merkte dat mensen die onderweg zijn openstaan voor een gesprek. Als ze aan de kant van de weg stopten, bij-
voorbeeld om te eten, hielden ook anderen stil. ‘Ook op andere momenten, als je fietsers tegenkomt, sta je stil en je krijgt een gesprek. En daar neem je ook de tijd voor,’ aldus Marijke, ‘want zo is het leven toch bedoeld, het doet er toe om stil te staan bij de ander. Je ontdekt opnieuw het belang om te rusten en je niet te (blijven) haasten.’ Het past helemaal bij Marijke om zo te leven: dit tempo, deze manier van voortbewegen, tijd nemen en je verbonden voelen met de schepping en zo je eigen mogelijkheden, dat wat je gegeven is, gebruiken. Zo voel je je opgenomen in een groter geheel. Tijd nemen om stil te staan en op plaatsen die zich daarvoor lenen een kaarsje aan te steken.
Wilde zee En als je dan terug bent van de reis, dan heb je heel wat ‘overgehouden’: prachtige beelden, mooie natuur, fraaie landschappen, de ervaring van het aanschouwen van de sterrenhemel in de Pyreneeën. Maar vooral ook de gesprekken met de mensen die je hebt ontmoet. En weer zijn er die woorden: verwondering en dankbaarheid. Dat ze dit heeft gedaan en gekund, samen met haar man. Maar ook vertrouwen. Bij dit woord denkt ze aan het bijbelverhaal over de storm op het meer, waarin Jezus met zijn leerlingen terechtkomt, varend in een kleine vissersboot. Jezus slaapt terwijl zijn leerlingen het schip nauwelijks de baas zijn. Ze roepen Jezus in paniek te hulp. Zo is voor Marijke dit een beeld van het leven: een wilde zee. Maar als
je vertrouwt op God voel je je gedragen en hoef je niet bang te zijn te verdrinken. Ze laat me een afbeelding zien van SintChristoffel, de beschermheilige van alle reizigers. Met hem en het lied ‘Ga met God’(Vaya con Dios) kwam ze uiteindelijk in Santiago aan. Marijke Geerse (59 jaar) woont in Alkmaar en is geestelijk verzorgster en maatschappelijk werkster in een ziekenhuis. Ze vertrok op 21 april 2013 en kwam aan op 25 mei in Santiago de Compostela; op 29 mei bereikte ze Finisterre.
(advertentie)
3ODQQHQYRRUHHQSHOJULPVWRFKW" -DPPHUDOVXGHWDDOQLHWVSUHHNW
9RRURQ]HOHVVHQ 6SDDQVYRRU6DQWLDJRJDQJHUVHQKRVSLWDOHURV LQ8WUHFKW]RHNHQZHQRJGHHOQHPHUV ]RZHOEHJLQQHUVDOVJHYRUGHUGHQ 2RNFRQYHUVDWLHOHVVHQYRRUJHYRUGHUGHQ]LMQPRJHOLMN ,QWHUHVVH"%HO&RUULH6WDOHQKRHI
17 Jacobsstaf
Marijke Geerse op weg naar Santiago. Foto: Anno Bos
Gerard Luiten
Jacobus in een schuilkerk
Jacobalia
J
Jacobalia: sporen die in relatie staan met Sint-Jacobus en de bedevaart naar Santiago. In deze serie brengt de werkgroep Geschiedenis en Cultuur bijzondere voorbeelden voor het voetlicht.
Jacobus de Meerdere in de Sinte-Gertrudiskapel, Utrecht. Foto: Rob Meijer
We zijn op zoek naar Jacobus. Bij de Utrechtse Mariaplaats slaan we de Mariahoek in, een plantsoentje waarachter, verscholen achter een kruidentuin en de resten van een kloostergang, een steegje en een donker poortje leiden naar de achterkant van een middeleeuws huis met kerkramen. Buiten de drukte van de stad wanen we ons onbespied. Achter de kerkramen bevindt zich een voormalige schuilkerk met een zeldzaam mooi interieur. Het is de Gertrudiskapel die tot 1914 in gebruik was als kerk van de oudkatholieke parochie en daarna als museum van de oudkatholieken. Nu is het in gebruik als vergadercentrum, maar de kapel is in 1989 prachtig gerestaureerd en beschikt over vijftien schilderijen van evangelisten en apostelen. Onder twee hiervan staat de naam Jacobus. In 1581, na de beeldenstormen van 1566 en 1580, besloot het Utrechtse stadsbestuur over te gaan tot het protestantisme. Alle kerken en kloosters werden geconfisqueerd en de openlijke uitoefening van de katholieke eredienst werd verboden. De katholieken die niet overgingen naar het nieuwe geloof zetten ondergronds hun diensten voort. De parochianen van de St. Geertenkerk wisten de hand te leggen op twee woonhuizen aan de Mariaplaats. De vertrekken werden uitgebroken tot een primitieve kerkruimte die via smalle steegjes te bereiken was en de naam kreeg van Sinte-Gertrudis. Was er in het geheim een priester de stad binnengekomen, dan werden de parochianen door oude vrouwtjes, de ‘klopjes’, bijeengeroepen. Later stond de Utrechtse overheid de samenkomJacobsstaf 18
sten oogluikend toe. In 1697 vond een ingrijpende verbouwing plaats waardoor de kerkruimte werd vergroot met twee galerijen. Vanzelfsprekend had deze schuilkerkgemeenschap behoefte aan een duidelijke identiteit. Daarbij paste, vanuit haar benarde positie, een ingetogen uitbundigheid. Zij greep terug naar de Bijbel en de boodschap van de evangelisten en apostelen. Daarom is het niet verwonderlijk dat deze figuren in de kapel een prominente plaats hebben gekregen. Onder de galerijen werden vijftien panelen met geschilderde afbeeldingen aangebracht. We zien tweemaal Jacobus: Jacobus de Mindere, afgebeeld met een knots, en Jacobus de Meerdere, voorzien van een staf, reiszak en schelp. Zo kennen we hem! De schilderijen zijn niet gesigneerd en daardoor moeilijk te dateren. Wel staat vast dat de schilderijen vervaardigd zijn door schilders uit de Utrechtse School. Dit moeten leerlingen geweest zijn van Abraham Bloemaert (15661651), een katholieke schilder die vrijwel om de hoek van de kapel woonde. Wie het schilderij met eigen ogen wil zien, hoeft niet meer bij avond door de vochtige steegjes. In de zomermaanden kan de Gertrudiskapel via de gelijknamige kathedraal aan het Willemsplantsoen dagelijks bezichtigd worden.
Oud-Katholieke Kerk van Nederland De gemeenschap van de Gertrudisparochie sloot zich rond 1700 aan bij de opvattingen van de Leuvense hoogleraar Cornelius Jansen, die het Romeinse centralisme afwees. De breuk met Rome leidde tot het ontstaan van de oudkatholieken. Zij hadden in Utrecht eertijds nog twee kerken: de Maria Minor en de Jacobuskerk aan de Bemuurde Weerd. Tegenwoordig is er één parochie in de Sinte-Gertrudiskathedraal.
Mijn caminolied
Z
Marcel Hermens
The road ahead
Zomer 2012 ben ik na wat voorbereidende tochtjes in twee etappes naar Santiago gefietst, om vervolgens te eindigen op de rotsen van Finisterre. Daar keek ik uit over de mistige, oneindige zee. Sokken achtergelaten; missie volbracht. En dan blik je terug … The road ahead is empty It’s paved with miles of the unknown Whatever seems to be your destination Take life the way it comes, take life the way it is Het ritme van het landschap, het ritueel van het fietsen zelf; ze vormen een mooie begeleiding, waardoor soms vanzelf liedjes opborrelden. Bewust geen iPod mee, maar wel de harde schijf van mijn eigen geheugen. Dat zorgde voor spontane flarden van teksten die pasten bij het moment en die als een thema regelmatig terugkeerden. Onverbiddelijk! Raindrops on your windscreen They fall from heaven or from hell You drive into the light or into darkness Uncertainty as your guide Veel regen onderweg. Van Troyes naar Auxerre bijvoorbeeld. Bijna 100 kilometer soppend in mijn waterdichte sokken. Heel handig ’s morgens in nat gras, maar niet tijdens het fietsen! Onderweg probeer ik telkens regenwormen te ontwijken die over het asfalt glibberen. Niets is heerlijker dan singing in the rain! Horizon in the distance So close and yet so far away You shouldn’t be surprised when on arrival The dream has flown away and fear is not here to stay De weg zorgt voor onverwachte ontmoetingen. Dat is goed in de hand te werken door iemand een drankje aan te bieden. In Puente la Reina dronk ik bier met een Breton en een Italiaan. De Breton had een vervaarlijke
snor. ‘Die onderhoud ik door Duits brood te eten’, vertelde hij. In de herberg waren mensen bang van hem vanwege zijn uiterlijk! De Italiaan was een echte Italiaan. Hij speelde in het dagelijks leven Dante voor volwassenen en Pinokkio voor kinderen, en liep de camino op doktersadvies. ‘Het boek Pinnokkio is belangrijker dan de Bijbel’, zei hij me. ‘Veel vaker verkocht, vertaald, gespeeld en verfilmd.’ Tussen de gesprekken ‘over het leven’ zong hij af en toe spontaan Paolo Conte’s Via con me: Life is wonderful, wonderful… The road ahead will never give away a promise Oh oh, the road ahead is a highway or a dead end street Woh oh, the road ahead never answers any questions And nothing is sure along the way, not even tomorrow With miles of the unknown ahead of you Ik heb zoals velen een dagboek bijgehouden en heel veel foto’s gemaakt. Beide zijn voor mij basis geweest voor een fotopresentatie voor vrienden en familie, waarbij ik op zoek ben gegaan naar passende muziek op de achtergrond. Muziek vanuit mijn ontmoetingen en vanuit die harde schijf in mijn hoofd. The road ahead van City to City vormt hierbij het thema. Whatever seems to be your destination Take life the way it comes Take life the way it is... The road ahead is te beluisteren (na registratie) via Spotify. com of op YouTube. Welke muziek raakte u tijdens uw camino? Uw eigen meegenomen muziek op de Mp3-speler, dat lied dat u op de radio hoorde in een Spaanse bar, het muziekstuk dat u hoorde in een kerk of het lied dat u iedere dag weer luidkeels zong ... Heeft u zo’n favoriet muziekstuk of lied dat u tijdens uw tocht raakte of inspireerde en dat naderhand de herinnering aan de camino levend hield? Schrijf ons dan in maximaal 500 woorden waarom juist dat lied of muziekstuk voor u zo sterk verbonden is geraakt aan de camino. E-mail:
[email protected] 19 Jacobsstaf
Pelgrimeren
André Brouwer en Hein Dik
‘ Veel mensen weten niet hoe vreselijk belangrijk we eigenlijk zijn’
A
Anita Janssen en Tosca Niterink liepen in 2009 de Camino Francés, in 2010 van Granada naar Santiago, en in 2012 van Sofia naar Istanbul. In het boek Klimmen naar kruishoogte doen ze hilarisch verslag van hun tocht vanaf Granada. Achterop NRC Handelsblad berichtten ze over hun laatste twee pelgrimstochten. Dit jaar schreven ze over de Koninklijke Weg, een rolstoelvriendelijke wandelroute van Den Haag naar Apeldoorn. Redenen genoeg om een afspraak te maken met deze twee opmerkelijke leden (lid en inwonend lid) van ons genootschap.
Wanneer hebben jullie elkaar ontmoet? Tosca: ‘Tien jaar geleden leerde ik Anita kennen. Toen ik voor het eerst bij haar bleef slapen vertelde ze dat ze met de Transsiberië Express op reis ging en ik zei: ik ga met je mee. Zeven weken later zaten we in Cambodja en Laos. Anita kan mooi filmen. We zijn daarna veel gaan reizen en hebben onze filmpjes verkocht aan Omroep West, VPRO en VARA’s HumorTV. Ze zijn ook op internet te zien.’ Hoe zijn jullie tot wandelen gekomen? Anita: ‘Goede vraag, want eigenlijk waren we ontzettend wandelschuw.’ Tosca: ‘Ik vond bij mijn oma in de kelder het boek van Hape Kerkeling over zijn pelgrimstocht en toen zei Anita: dat gaan we doen. Ik dacht dat het wel over zou gaan. Als we in Azië uit een station kwamen, keken we in welke riksja we zo snel mogelijk onze rugzak konden dumpen. Anita zei dat we moesten
gaan trainen. Ik dacht: we gaan even kijken hoe dat voelt, dan houdt het wel op. Na 25 kilometer waren we helemaal kapot. We hebben het toch nog een keer geprobeerd door Terschelling rond te lopen. Dat was zo’n openbaring, dan ging je doodmoe naar bed en dan werd je ’s ochtends weer helemaal fit wakker. Toen hebben we de laatste 5 kilometer zelfs nog hard gelopen, om de boot te halen.’
Waarom de camino? Tosca: ‘Eigenlijk toevallig, we wilden naar Japan, maar daar waren toen net aardbevingen. Anita heeft ooit in Spanje gewoond, dus besloten we de camino te kiezen, de meest afgezaagde wandeling ter wereld. Het is voor mij echt wel de mystiek die eraan zit. Voordat het christendom het pad annexeerde was het voor andere volken; met leilijnen die correspondeerden met de Melkweg.’
Wij zijn eigenlijk onwijs gelovig en spiritueel Wat is er zo leuk aan wandelen? Tosca:‘Op vakantie zie je allemaal van die moeilijke gezichten. Die mensen moeten de hele dag nog op het strand en die gaan dan maar wat winkelstraatjes op en neer want het is nog te vroeg voor een borrel. Dat heb je niet als je wandelt. Je gaat van A naar B en Jacobsstaf 20
als je daar dan bent heb je een lekker gevoel want je hebt het volbracht. En het tempo is zo prettig, je ziet elke mier en elke konijnendrol en er komt altijd wel iemand uit een hekje om mee te kletsen. In de verte zie je een gebergte met sneeuw en een paar dagen later ligt het achter je. Dat had ik me nooit gerealiseerd, dat je zulke grote afstanden kon lopen. Vroeger deed iedereen dat.’
Hadden jullie last van blessures? Tosca: ‘We doen allebei aan reiki en er waren natuurlijk veel mensen langs de weg die last hadden van hun knieën of achillespees.’ Anita: ‘En die mensen konden weer op weg dankzij onze mobiele reikipraktijk. We hadden zelf nooit iets doordat we zoveel rusten. En ik gebruik kamferspiritus, ik noem het zelf een kamferspirituele tocht. Je krijgt er hardere voeten van. Ik doe ook om de 2 kilometer mijn schoenen even uit en dan hang ik mijn sokken op zodat je geen zweetvoeten krijgt. Dat is eigenlijk een ritueel.’ Heb jij ook rituelen, Tosca? Anita (hartgrondig): ‘Ja, mopperen!’ Tosca: ‘Nee hoor, ik heb alleen geen zin om tien keer per dag mijn schoenen uit te trekken. Anita stopt echt veel te vaak. Ze noemden ons op de camino ‘die langzame Hollanders’.’
Zijn jullie religieus? Anita: ‘We gaan kerken in en we steken kaarsen op voor mensen of dieren. Voor alle varkens die voor het eerst het daglicht zien op de dag dat ze naar het slachthuis rijden. We zijn vanwege de Koninklijke Weg door Nederland gelopen. Barneveld was heel naar. Je hoort niets, je ziet niets, je ruikt alleen de angst.’ Tosca: ‘Ik ben wel religieus, maar het maakt mij niet uit of het een kerk of een tempel is. Dat is uiterlijk vertoon wat mensen ervan maken. Nu moet je van het koningshuis houden en vroeger moest je katholiek zijn. God is in ieder mens, en in de natuur voel je dat veel beter. Ik voel me daar vaak heel klein.’ Nemen jullie veel mee in je rugzak? Anita: ‘Nee.’ Tosca (verontwaardigd): ‘Come on Anit: we hadden een laptop mee, twee filmcamera’s, twee telefoons, een klein statief: een hele rugzak vol apparatuur.’ Anita: ‘Ik dacht dat hij aan het gewicht refereerde.’ Tosca: ‘Dan hebben we inderdaad niet veel, allebei 6 kilo. We wassen nooit, we gooien gewoon weg en kopen weer nieuw. In de ene rugzak zit apparatuur, in de andere sokken en onderbroeken, een lichtgewicht slaapzakje en dat is het. We hebben ooit met zo’n wandelkar gelopen. Verschrikkelijk, alsof je 21 Jacobsstaf
Anita Janssen (links) en Tosca Niterink klimmen naar kruishoogte op de Camino Mozárabe.
Pelgrimeren
een dood paard achter je aantrekt. Kunnen jullie niet schrijven dat hij te koop is?’
We hebben hilarische stukjes over medepelgrims gelezen. Tosca: ‘We hebben genoeg aardige mensen ontmoet, maar het is leuker om te schrijven over mensen waar iets mee is. Ook van irritante mensen ben ik gaan houden. Je hebt toch veel met elkaar gemeen. Dan verloor je ze uit het oog en dan vroeg je steeds aan medepelgrims: heb je die en die nog gezien?’ Anita: ‘De leuke mensen hebben het boek niet gehaald.’ Santiago en Tosca. Foto: Anita Janssen
Zijn er ook momenten waarop je de pest had aan de camino? Tosca: ‘Zo vaak. Twee jaar geleden dacht ik 100 kilometer voor Santiago: ik heb het wel gehad, waarom zou ik dat laatste stuk nog lopen? Toen kwam er uit het niets een vrouw met getekende potloodwenkbrauwen en een pruik op, als een mislukte fee. Toen wist ik weer waar ik het voor deed en dan maakt het ook niet uit waar je naar toe gaat. In Fisterra kwam diezelfde recalcitrantie weer terug. We moesten nog 1 kilometer om onze sokken te verbranden, maar ik ben 500 meter daarvoor gestopt. Dan word ik echt een opstandige puber; moet ik mijn kleren verbranden omdat iedereen dat doet?’ Jij hebt wel je sokken verbrand, Anita? Anita: ‘Ik heb het geprobeerd, maar er zat alleen een gat in.’ Tosca: ‘Het was nog te stoppen’. Santiago is een kermis? Anita: ‘Vind ik wel. Dan moet je 200 euro dokken om die botafumeiro te laten zwaaien. Ik zit thuis al tegen een rokende pot aan te kijken.’
Als je er zelf niet om kunt lachen, dan is het niet goed
Hebben jullie een compostela gehaald? Tosca: ‘Zeker, en we hebben onze pelgrimspaspoorten aan de muur hangen. Prachtig overigens dat de paden zijn aangegeven. In Bulgarije moesten we het zelf uitzoeken, dan loop je alleen maar langs snelwegen.’ Anita: ‘Net zoals bij de Koninklijke Weg. Die is rolstoelvriendelijk, dus je gaat over fietspaden waar je constant van die fluorescerende wielrenners van het penopauzepeloton in je nek hebt.’ Jacobsstaf 22
Tosca: ‘Met van die dampende kruizen.’
Ontmoeten jullie wel eens mensen met spirituele pretenties? Anita: ‘Er was een psychotherapeute die bij elke boomstam stond te huilen want ze had zoveel te verwerken. Ze kwam later met een serieus gezicht naar ons toe: “Jullie zijn een documentaire aan het maken, hè? We moeten nog een keer afspreken om over mijn geloofsovertuiging te praten.”’ Tosca: ‘Wij zijn eigenlijk onwijs gelovig en spiritueel.’ Nadat we zijn uitgelachen: ‘Nee, maar dat is zo. Wij mediteren, en spiritueel bewustzijn kun je niet uit een boek leren, dat kan ik ook niet aan jullie uitleggen, dat zit in jezelf. Het is op een pelgrimsroute wel gemakkelijker om op een andere manier naar het leven te kijken.’ Zijn jullie nu beroepswandelaars geworden? Anita (lacht): ‘Je zou het bijna denken. Nee, beroepswandelaars, dat zijn die vrouwen die op blote voeten met een zak rijst van 10 kilo op hun hoofd naar het volgende dorp lopen.’ Tosca: ‘Ik had van alles kunnen worden in mijn leven, maar dat ik nog eens wandelexpert zou worden aan wie mensen op symposia vragen wat voor schoenen ze moeten kopen …’ Hoe vonden jullie het eten en drinken op de camino? Anita: ‘Ik houd heel erg van de authentieke Spaanse keuken, maar die pelgrimsmenu’s vind ik niet te snaveren. Je krijgt een zemen lap voorgeschoteld, zo een die ze in ziekenhuizen gebruiken tegen het doorliggen. We eten geen vlees, dus we kregen elke keer een gebakken ei met asperges uit blik en een kwak mayonaise.’ Tosca: ‘Maar we kregen wel elke keer een gratis fles wijn! Alleen, ik drink geen wijn.’ Tegen Anita: ‘Dus die moest je alleen opdrinken, maar dat vond je niet erg.’ Wilde je ooit een groot actrice worden, Tosca? Tosca: ‘Ja, ik zag als puber Annemarie Oster in Hadimassa Lenny Kuhr nadoen die toen het Eurovisie Songfestival gewonnen had. Toen ik nog op de Theaterschool zat, ging ik met Arjan Ederveen Theo en Thea doen, en in één klap was ik een bekende Nederlander. Ik word nu veel minder gevraagd, maar ik vind het wel lekker zoals het nu gaat.’
Hoe weet je als schrijfster wanneer een stukje gelukt is? Tosca: ‘Als je er zelf niet om kunt lachen, dan is het niet goed. Dat had ik vroeger bij Theo en Thea ook al.’ Anita: ‘Veel pelgrims nemen zichzelf zo ontzettend serieus. Ze staan ’s morgens bijna hysterisch op om heel hard te gaan rennen naar de volgende refugio omdat ze bang zijn dat ze anders geen plaats hebben. Het is bijna een wedstrijd. We noemen ze altijd ‘snelgrims’. Waar is de ontspanning, waar is de relativering?’ Tegen de interviewers: ‘Hebben jullie zelf wél serieuze gesprekken?’ Wij stellen hier de vragen. Tosca: ‘Het hele leven is relativeren. We zijn sukkels op de stoep, anders hadden we geen koningshuis. Zo, een statement, schrijf dat maar op, ik zeg later toch gewoon dat ik het niet gezegd heb.’ Treden jullie veel op? Tosca: ‘Ja, regelmatig op reisbeurzen, Paradiso, de RAI. Dit voorjaar waren we bij de regio Amsterdam van het genootschap. We vertellen over onze reizen en laten filmpjes zien en we vragen mensen of ze zelf gelopen hebben. Alle mensen hebben het gevoel dat ze iets unieks beleven en dat is leuk. We laten veel filmpjes zien, heel ontspannen.’ Anita: ‘Een vakantiedia-avondje, maar dan minder saai.’ Tosca: ‘Ja, extra langdradig, maar toch grappig. Vaak doet de beamer het niet of het geluid valt uit, maar dat is niet erg. Je kunt dat opvangen.’ Zet een stemmetje op: ‘Nee, Annie, hij doet het niet, speel die scene maar na. Zodra je het serieus gaat nemen en in de uitgaansagenda’s komt is het afgelopen. Eigenlijk heb ik het verkeerde beroep gekozen, ik wilde psychologie studeren, maar ik was thuis altijd …’ Anita (veert op): ‘Deze opmerking komt volledig uit de lucht vallen.’ Tosca (onverstoorbaar): ‘... de leukste op de deurknop na.’ Hebben jullie nog plannen? Anita: ‘Ik heb veel zin in de Camino da Fé in Brazilië want ik ben nog nooit in LatijnsAmerika geweest. Vliegen naar São Paulo en dan het binnenland in. Pittig en veel hoogteverschillen. We vertrekken in september en hopen dan op 12 oktober aan te komen want
Anita Janssen (Den Haag, 1962) Werkt als radioverslaggever en camerajournalist voor onder andere Omroep West. Maakt documentaires (Korsakov de musical) en vormt sinds acht jaar met Tosca het duo Wild Wives / Peper & Zout Pioniers. Ze werkt voor de VARAgids en maakt reisreportages en films voor Holland Doc en VARA’s HumorTV. Anita is ook percussioniste in diverse bands, van fado tot dance classics. Tosca Niterink (Haarlem, 1960) Studeerde niet af aan de Academie voor Kleinkunst en maakte samen met Arjan Ederveen Theo en Thea, Kreatief met kurk en Borreltijd. Daarnaast heeft Tosca voorstellingen geregisseerd en gaf ze les op diverse theateropleidingen. In NRC Handelsblad schrijft ze een column over haar dementerende moeder die met zeven dames achter een cijferslot woont. Ze was in 2010 op tv te zien in de vrolijke rol van raamhoer Blauwe Nel in de BNN-serie Walhalla.
dan is er een feest met 200.000 pelgrims.’ Tosca: ‘Toch geen 200.000 hysterische gelovigen hoop ik?’
Willen pelgrims onderweg verhalen aan jullie kwijt? Anita: ‘Pelgrims vragen niets, die zenden alleen maar. Ze vragen even waar we vandaan komen als excuus om de rest van de avond zelf te vullen.’ Tosca: ‘Op de camino weten mensen niet wie we zijn en dat is wel fijn, anders schieten ze toch maar in een kramp.’ Lachend: ‘Mensen weten niet hoe vreselijk belangrijk wij eigenlijk zijn. Dat is maar goed ook. We zijn wel eens langs de brandtrap ontsnapt bij mensen die heel erg beslag op ons legden. Ik ben eigenlijk helemaal niet leuk, ik ben een zeikerd.’ Anita: ‘Bij Tosca ontstaan de meeste dingen uit irritatie.’ Tosca, lachend: ‘Klimmen naar kruishoogte is aan een derde druk toe, maar ik had toch eigenlijk gedacht een Hape Kerkeling te worden met een paar miljoen verkochte exemplaren.’ Misschien moeten jullie eens wat vaker op televisie? Tosca: ‘Soms willen ze van de televisie op het laatste moment ineens een stukje met ons meelopen, maar dan heeft Anita weer geen make-up bij zich of een verkeerde jas aan.’ Anita: ‘En als je dan vraagt of ze morgen komen filmen, kunnen zij weer niet.’ Tosca: ‘Nee, bij televisie moet je helemaal voor ze klaarstaan. Maar gelukkig staan we nu in de Jacobsstaf.’ 23 Jacobsstaf
Tosca Niterink, Klimmen naar kruishoogte, Thomas Rap, 2012. 240 p. ISBN: 978 94 004 0311 6). Prijs: € 17,90. De avonturen van Tosca en Anita zijn te volgen op Wildwifeadventures.nl.
Jacobsstaf 24
Hilde Peters
Santiago
25-26 oktober 2011, Monte do Gozo – Santiago de Compostela, 179.128 – 203.133 255.088 Voetstappen
D
De laatste dag waarop we Santiago de Compostela als einddoel voor ogen hebben is aangebroken. Zoals elke ochtend is het nog mistig als we beginnen te lopen. We wandelen de heuvel van Monte do Gozo af en passeren een beeldentuin met bijzondere figuren. Paus Johannes Paulus II met een dubbel gezicht gemaakt uit een blok steen. We hoeven nog maar een paar kilometer dus doen rustig aan. Koffie met gebak als ontbijt in een modern café met het Spaanse nieuws op televisie.
185.885 Als we even later richting het centrum lopen zien we de torens van de kathedraal al. Tegen een bewolkte maar blauwe lucht tekenen ze zich af. Twee weken liepen we over smalle weggetjes door bossen en kleine dorpjes. Nu staan de souvenirwinkels zij aan zij langs de straat. Overal mensen, de meesten met wandelschoenen aan. Ze hebben een soort serene uitstraling. Het einddoel is bereikt. In de miezerregen lopen we via de poort met de doedelzakspeler naar het plein. We vragen een medepelgrim om ons te fotograferen. Allebei met regencape en ik met een nat wit papier onder mijn linkerschoen. We kijken op de stappenteller. Stap 200.000 zit er aan te komen en het zou toch mooi zijn als die toevallig samen zou vallen met onze aankomst ... Maar het is nog niet zo ver. Stap 185.885: het 0 kilometer teken. In de kathedraal is het druk, het zoemt van opgetogen stemmen in allerlei talen. We zoeken een plek en luisteren naar de non die met een prachtige hoge stem zingt. Ik vind het bijzonder, alle rituelen die hier worden uitgevoerd en bekeken. Tijdens de woorden van de priester dwaal ik af en kijk ik om me heen. Het valt me op dat er steeds een paar handen om een beeld bij het altaar te zien zijn. Dankbare pelgrims omhelzen Jacobus.
Ik hoop vurig dat tijdens de mis het gigantische wierookvat tevoorschijn komt. Jos heeft me verteld hoe spectaculair dat is en ik heb me er op verheugd. Maar helaas, tot mijn teleurstelling zwaait de botafumeiro die ochtend niet.
201.014 Dit wordt de volgende dag meer dan goed gemaakt. Tijdens een avondwandeling besluiten Jos en ik nog eenmaal een mis in de kathedraal bij te wonen. Dat lijkt ons een mooie afsluiting van onze tijd in Santiago, want de volgende ochtend vertrekken we naar Finisterre. In de kathedraal is de mis al begonnen. We schuiven aan op de banken rechts van het altaar. Ik hoor wederom de woorden van de priester en zie de rij van pelgrims die het beeld van Jacobus willen omhelzen. Dan gaat er links van mij een deur open. En jawel … Er komen vier mannen tevoorschijn die samen het wierookvat dragen. Het is inderdaad gigantisch. Voor het altaar wordt het vastgeknoopt aan allerlei touwen en katrollen. Maar liefst zes mannen trekken aan de touwen waardoor het vat omhoog schiet. Jos en ik zitten aan het gangpad waar het rokende gevaarte langs zwiert. De kerk vult zich met de wierookgeur en het orgel speelt hard en dramatisch. Het vat suist voorbij, raakt nét het plafond van de kathedraal niet. Woesj. Wat een kermis. Prachtig! Als het spektakel voorbij is lopen we glunderend naar buiten. Even een wijntje om na te genieten. Eenmaal op een terras beseffen we dat we door alle opwinding helemaal zijn vergeten om op te schrijven op welke stap we het vat zagen zwaaien. De teller staat op stap 201.014. Verbaasd kijken we elkaar aan. Het stuk van de kathedraal naar het terras was ongeveer 1000 stappen. Dan kan het niet anders dat … 25 Jacobsstaf
Dit is de derde aflevering van het eindexamenproject van Hilde Peters voor de Academie voor Beeldende Vorming Tilburg. De vierde, tevens laatste aflevering verschijnt in nummer 100.
Najaarsbijeenkomst
Lies Wondergem
Pelgrimeren in Europa Najaarsbijeenkomst in Middelburg op 2 november
W
Werkgroep regio Zuid-West-Nederland is er trots op u uit te nodigen in het mooie Middelburg. Het thema voor deze dag is Pelgrimeren in Europa. Naast de Camino de Santiago en de Via Francigena naar Rome nemen andere tochten in Europa een belangrijke plaats in op het programma. Middelburg kent een rijke historie, maar begin 1900 is de stad verpauperd en zijn veel bouwwerken, stadswallen en de stadspoorten verdwenen. Toch zijn er nog veel monumenten overgebleven in de stad. In de Tweede Wereldoorlog wordt het hart van Middelburg verwoest door brand. Dit hart is weer in volle glorie hersteld, met het oude Stadhuis, de abdijtoren De Lange Jan en de abdijkerken waar we u mogen ontvangen voor de najaarsbijeenkomst. Het abdijcomplex bestaat uit de Koorkerk, Wandelkerk en Nieuwe Kerk.
Het programma Het programma biedt u een ruime mogelijkheid om een keuze naar uw interesse te maken. Naast de algemene ledenvergadering zijn er lezingen, workshops, buitenactiviteiten en een gevarieerde infomarkt. Pelgrimeren in Europa Het is geen toeval dat we de lezingen beginnen met Klaas van der Poel, een man die samen met zijn vrouw heeft ervaren, hoe het is om van wandelaar pelgrim te worden. Na Santiago maakte Van der Poel voettochten naar Rome en Jeruzalem. We verwachten een boeiend verhaal. Muzikale lezing De pelgrimstocht naar Santiago heeft het leven van zangeres Simone Awhina veranderd. Tijdens de tocht kwam ze zichzelf tegen,
kreeg ze diepe heldere inzichten en ontdekte ze dat zingen haar echte levenspad is. Ze biedt ons een muzikale lezing. Haar mooie, warme stem en inspirerend verhaal pakt het publiek. Wie Simone eerder heeft gehoord, of haar boek heeft gelezen, weet dat het een heel mooi uur zal worden.
Kriskras per fiets door Europa Europafietser Mike Leers neemt ons mee op zijn bijzondere tochten per fiets dwars door Europa. Pelgrimeren in Duitsland Frans de Valk maakte verschillende pelgrimstochten door Europa. Duitsland was voor hem onbekend en onbekend maakt vaak onbemind. Sinds hij aan het lopen is in Duitsland, is zijn mening veranderd. Een boeiende verteller met veel humor; laat u door hem verrassen.
Abdijtoren de Lange Jan. Foto: Lies Wondergem
Pelgrimeren op hoge hakken Kunstenares Monica Vanleke brengt met haar lezing een andere kijk op de camino. Aan de hand van Winnie de Poeh en hoge hakken, toont ze aan dat wijsheid en eenvoud, transformatie en humor, hand in hand kunnen gaan: ‘Uit verveling ontstond een mantra Weekendje Middelburg Voor mensen die van ver komen en Middelburg niet kennen of beter willen leren kennen is er de mogelijkheid om er een weekendje Middelburg van te maken. Via de Tourist Shop in Middelburg kunt u een overnachting boeken (0118-674300 of info@ touristshop.nl). Bij de Tourist Shop kunt u ook reserveren voor de driegangenpelgrimsmaaltijd op vrijdag 1 november om 19.00 uur in de Kloveniersdoelen. De kosten (excl. drankjes) voor de maaltijd bedragen € 16,50 (vlees/vis); € 14,- (vegetarisch).
Jacobsstaf 26
... camino monica ... en plotsklaps, met een glimlach van oor tot oor, kwam ik thuis in het onderweg zijn ... beseffend dat ik gemaakt ben om te “weggen”, niet om te “doelen”.’
Geheime tekens Gefascineerd door de tekens die mensen eeuwenlang door Europa heen loodsten, besloot beeldend kunstenares Irene Weug op iedere caminodag haar eigen tekens toe te voegen. Van Bergen op Zoom tot aan de kathedraal werden dat 68 markeringen: 27 op de fietsetappes en 39 op de loopetappes. Het verzinnen, maken en vastleggen van deze tekens hebben haar veel gebracht en dat wil ze graag met u delen. Pelgrimeren na Compostela Na zijn camino naar Santiago maakte Terie Leijs verschillende tochten die leuke verhalen opleveren. Hij vertelt u hoe het hem vergaat op alternatieve pelgrimstochten in Zuid-Europa. Pelgrimsvondsten op Walcheren In de buurt van Middelburg zijn bij opgravingen pelgrimsvoorwerpen gevonden. Een archeoloog van de Walcherse Archeologische Dienst licht de betekenis hiervan toe. Rondleidingen Aan de overzijde van het Abdijplein is het Zeeuws Museum, dat in het bezit is van enkele jacobalia: een pelgrimsbeker en pelgrimsinsignes die in Zeeland bij opgravingen gevonden zijn. In het museum worden twee rondleidingen gegeven: Reizen en Religie en Bescherm mij! Kleding en accessoires voor lichaam en ziel. Het is ook mogelijk het museum op eigen gelegenheid te bezoeken. Tussen 16.00 en 17.00 is dit gratis op vertoon van uw aanmeldingsbewijs. Stadswandelingen Een stad als Middelburg is de moeite waard om te bezichtigen. Op het programma staan stadswandelingen onder leiding van een gids en een rondleiding door het oude Stadhuis aan de Markt. Een bijzondere rondleiding is de wandelroute langs historische astronomische plekjes. Meer dan 400 jaar geleden is in Middelburg de telescoop uitgevonden. Een sterrenwacht ontbreekt dan ook niet in deze stad. De pel-
grims naar Santiago gaan over de Sterrenweg. Erg mooi is het om te zien en te horen wat het ontstaan is van de Spaanse sterrenweg.
Workshops Er zijn de bekende workshops, waarin zowel wandelaars als fietsers alles te weten kunnen komen over de fiets, de schoenen, de bagage en niet te vergeten de gps. Wilt u een keer gaan hospitaleren, de werkgroep Hospitaleren kan u daar alles over vertellen. Infomarkt In de grote Nieuwe Kerk is een uitgebreide infomarkt met de werkgroepen van het genootschap, informatie over wandelen, fietsen, reisboeken en boeken met pelgrimsverhalen. Maar we bieden ook nieuwe informatie over pelgrimstochten in Duitsland en Oostenrijk. Als alles goed gaat hebben we een paar deelnemers van buiten onze grenzen. Het Vlaams Genootschap uit Gent en Laura Fernández van de website Whereisasturias.com met informatie over de Camino Primitivo in Asturië, de oudste pelgrimsroute naar Santiago.
Het Oude Stadhuis. Foto: Lies Wondergem
Muziek en dans Het Spaanse tintje ontbreekt zeker niet deze dag. De Middelburgse flamencodansgroep Con Mucho Gusto zal voor u optreden in het ochtendprogramma en in Café SaintJacques. Agenda voor de Algemene Ledenvergadering op 2 november 2013 Locatie: Koorkerk, Koorkerkhof te Middelburg Tijd: 11.15 – 12.15 uur Agenda 1. Opening door vicevoorzitter Daniëlle Lokin 2. Mededelingen 3. Bespreken en vaststellen notulen algemene ledenvergadering d.d. 16 maart 2013 4. Voordracht en benoeming nieuw bestuurslid Lidwien Meijer 5. Begroting 2014 6. Nieuwe website: toelichting door Henk van Dam 7. Stand van zaken stichting Pelgrimsvrienden van Sint Jacob 8. Wat het genootschap bezig houdt 9. Rondvraag 10. Sluiting Alle leden zijn van harte uitgenodigd. Het is ook mogelijk alleen de vergaderstukken op te vragen (zie adresdrager van de Jacobsstaf). André Brouwer, secretaris 27 Jacobsstaf
Wandelen
Zyg Murach
Dwalen door het evangelie De Jesus Trail
N
Nazareth, Kana, Kafarnaüm, de berg Arbel en het Meer van Tiberias: wie kent deze bijbelse namen niet? Ze worden met elkaar verbonden door de Jesus Trail. Zyg Murach trad in de voetsporen van Jezus, maar merkte dat het Palestijns-Israëlische conflict nooit ver weg is. In een rustig deel van Israël – ver weg van grillroom Jeruzalem, Iron Dome (Israëlisch anti-raketafweersysteem, red.) en de muur rond Bethlehem – heeft een aantal vrijwilligers de Jesus Trail uitgezet. Het wandelpad volgt de voetstappen van de Heer in de tijd dat hij gedwongen de wijk nam uit Nazareth en zich vestigde in het idyllische vissersdorpje Kafarnaüm. Het pad is slechts 65 kilometer lang, maar de route kan worden uitgebreid met ‘add‐on itineraries’, zoals naar de Taborberg. Qua bezoekersaantallen en accommodaties kan de Jesus Trail zich niet meten met de camino, maar daar staat een stukje avontuur tegenover. Alles is beschreven in een motiverend boekje met aandacht voor plaatselijke cultuur en natuur.
Uitgebreide informatie over de Jesus Trail is te vinden op Jesustrail.com en in de genoemde gids: Hiking the Jesus Trail, and other biblical walks in the Galilee, Anna Dintaman and David Landis, Village to Village Press, 2013 (ISBN 978-0-9843533-2-3).
Timmerman Jozef De Basiliek van de Aankondiging in de Arabische stad Nazareth, de plek waar Maria over haar nakende zwangerschap werd bericht, is het startpunt van de wandeling. Op een zonnige novembermorgen beklim ik steile straten langs oranje pijlen, stippen en strepen. Ik passeer de Fauzi Azar Inn, tegenwoordig befaamd vanwege de joods‐Arabische samenwerking. Deze herberg zit dagelijks vol met reizigers, maar niet met wandelaars. Jacobsstaf 28
Tegenover een gouden moskee koop ik water in een Arabisch winkeltje en mompel ‘shukran’ (bedankt). Op een route zonder wandelaars moet je goed op de aanwijzingen letten. Het zijn er minder dan in Spanje; soms wijst iemand me de juiste weg. In een buitenwijk loop ik echter letterlijk tegen een hek aan. Hier wordt druk gebouwd. Een nieuwe weg, nieuwe woningen van enorme omvang – het gaat de bewoners goed. Via een omweggetje en een doorsteekje over een helling met een geitenkudde bereik ik het platteland van Galilea. De route kronkelt door vruchtbare akkers. Op sommige percelen verzamelen families olijven door met stokken tegen de olijftakken te meppen en de oogst van het grondzeil te rapen. De Jesus Trail loopt langs Tzippori, een kleine Romeinse ruïne, met mozaïeken en straatplaveisel uit de tijd van keizer Augustus. Vermoed wordt dat timmerman Jozef hier dinariën bijeen sprokkelde. De oranje markering gaat over in de wit‐blauw‐oranje markering van de Israel National Trail, die het hele land in de lengte doorkruist. In een Palestijns dorp lopen schoolkinderen over straat. Het is donderdagmiddag en ik gok dat voor hen het weekend is begonnen. De joodse week eindigt immers een dag later en voor christenen is het nog een dag later. De kinderen begroeten me steeds vriendelijk met shalom. Losstaande huizen buiten de dorpen tref je vrijwel nergens. Iedereen woont bij elkaar in een of andere nederzetting. Men is zich bewust van de kracht van de gemeenschap. Het gevolg is dat elke ruzie meteen een burenru-
zie betekent. Het Palestijns‐Israëlische getouwtrek verliest een groot deel van zijn heftigheid op het niveau van het individu. Laten we eens wat cameraploegen terugtrekken om te zien of de individuele benadering de sleutel is voor een oplossing. Maar misschien verzin ik dat wel omdat ik hier in mijn eentje rondloop.
Tanks en Hummers Als ik in de verte de gele koepel van de moskee van Kafr Kanna (het bijbelse Kana, red.) zie, hoor ik enkele meisjes roepen vanuit een boomgaard. Ze oefenen hun Engels op mij: ‘Hello, I love you’. In de wedding church wordt het eerste wonder van Jezus herdacht, het veranderen van water in wijn. Ik ben aanwezig als getuige op de achterste kerkbank, terwijl Australische echtparen hun huwelijksbeloften vernieuwen. Omliggende souvenirwinkels verkopen wijn van de flanken van het Karmelgebergte voor prijzen die zijn veranderd van shekels in dollars. De guest house van Fouad biedt de mogelijkheid om nieuws te checken op internet en contact te hebben met thuis. Het is november 2012 – mijn wandeling is slecht gepland. Ik lees over luchtalarm, explosies en slachtoffers en ik moet mijn vrouw geruststellen.
Hier is het rustig, zeg ik. En ik meen het oprecht. De volgende dag kruis ik tanktransporten vanaf de Golanvlakte en Hummers op weg naar Gaza. Er duikt een nieuwsgierige Nederlander op die voortdurend mijn standpunten tracht te peilen. Nu weet ik dat christelijke initiatieven doorgaans slecht vallen bij Israëli’s. Een voorbeeld is de hulp aan Palestijnen die worden gedwarsboomd bij de olijvenpluk op de Westelijke Jordaanoever. Mijn wandelgenoot lijkt ook de Jesus Trail in deze categorie onder te brengen. Maar ik voel er weinig voor om positie te kiezen. Ik ben geen rijdende rechter en hier bestaan al te veel meningen. Mag het een onsje minder? Dus ik blijf de politiek mijden als we langs kibboets Lavi baggeren en de Hoorns van Hattin beklimmen achter een schoolklasje, dat in gezelschap is van een gewapende leraar. Voorbij Nabi Shu’aib, het druzenheiligdom waar Mozes’ schoonvader Jetro begraven ligt, kies ik voor de rust van mijn eigen weg. De berg Arbel is een hellend plateau met vanaf de punt een adembenemend uitzicht over het Meer van Tiberias. Van Arbel naar beneden kan op twee manieren: langs een klettersteig of over een mountainbikepad. Mijn rugzak van 15 kilo dwingt me tot de 29 Jacobsstaf
In de voetsporen van Jezus. Foto: Zyg Murach
Wandelen
Yardenit, dooplocatie in de Jordaan. Foto: Zyg Murach
laatste route. Begeleid door gehoornde koeien bereik ik de sinaasappelplantages rond Migdal, de geboorteplaats van Maria Magdalena langs de zonovergoten oever van het Meer van Tiberias ga ik op zoek naar een half vergane vissersboot uit de eerste eeuw. Het is weer een kennismaking met de groepen bustoeristen die langs de bezienswaardigheden worden gejaagd. Deze groepen verblijven in Tiberias, de enige stad aan het gelijknamige meer. De komende twee nachten heb ik de jeugdherberg van Karei Deshe, inclusief privé‐strandje, voor mezelf alleen.
De voetsporen van Jezus Er is een enorme dosis opwinding verbonden met de locaties van de geboorte en dood van Jezus: Bethlehem en Jeruzalem. Groot is het contrast met de wonderlijke rust aan de oevers van het meer van Tiberias, waar het gewone leven van Jezus enkele jaren de kans kreeg om kalm door te kabbelen, zieken genezend en vissers onderwijzend. Hier, langs de oevers van het meer, op 200 meter beneden de zeespiegel, ligt het hoogtepunt van mijn wandeling. De term pelgrimstocht is hier overdreven en misplaatst. Ik dwaal een dag door het evangelie. Langs vleesgeworden uitdrukkingen, zoals ‘lopen op het water’ en ‘het over een andere boeg gooien’.
Bont is de mengeling van nationaliteiten die de plaatsjes Tabgha en Kafarnaüm bezoekt, waar koel bronwater het warme meer instroomt en voor een gezonde visstand zorgt. Nigerianen raken buiten zichzelf in de Kerk van de Wonderbare Spijziging. In de tuinen rond de kerk van de rots Petrus vinden gelijktijdig diensten plaats in het Pools en het Portugees. Tegenover het enorme klooster op de heuvel van de Bergrede onderscheidt de orthodoxe kerk zich met haar gevoel voor de menselijke maat. En met roze koepels, die mijn dochter van twaalf zo cool vindt. In de middag neem ik tijd om te zwemmen. Rustig dompel ik mezelf onder in het water dat wordt aangevoerd uit de heuvels van Libanon. Er is hier zoveel water dat het op Nederland lijkt. Tussen witte reigers en andere vogels droog ik op in de novemberzon.
Jacuzzi’s Mijn laatste wandeldag besteed ik aan een poging om het meer te ronden over een pad uit de routegids langs wetlands vol vogels. Vissers sjokken er langs vergeten pontonbruggen uit de Zesdaagse Oorlog en Aziatische arbeiders repareren hekken rond de fruitplantages van een kibboets. Het mooie pad gaat kopje onder en ik waad meterslang door kniediep water. Soppend in mijn wandelschoenen krijg ik even later een lift aangeboden naar de zuidelijke oever van het meer. Na een supermarktlunch in het zonnetje met brood en wijn, humus en hazelnoten, bezoek ik nog Yardenit. De groen begroeide oevers van deze dooplocatie in de Jordaan verbazen je na het zien van de bruinverbrande oostelijke oevers van het meer. Maar het Heilige Land leert je af om lang verrast te blijven, zoals over jacuzzi’s bij je bed & breakfast, in een deel van de wereld waar water schaars is. De weg naar de luchthaven voert langs de bijbelse nederzetting Tel Megiddo, en ik denk aan mijn gastvrouw in Tiberias, een messianistische joodse. Voor haar is Jezus de Messias uit het Oude Testament, maar zonder de Griekse term voor Gezalfde (Christus) te gebruiken. Te pijnlijk. Het woord eindtijd kwam wel regelmatig over haar lippen. Op Ben-Gurion barst het onweer los. Of is het een offensief ? Of de eindtijd? Opgelucht passeer ik de controles terwijl de regen met bakken uit de hemel valt.
Kaart: Wobien Doyer, met medewerking van Han Lasance
Jacobsstaf 30
Marielle Saegaert
Santiago
Ondertussen in Santiago
H
Kunst in Compostela
Het was een mooie zaterdag en met een stel vrienden besloten we buiten te gaan lunchen. Die beslissing is hier snel gemaakt. Beetje zon, beetje geld en het komt goed, zo weten we. ’s Middags waren leuke voorstellingen gepland in de oude binnenstad en daar wilden we graag naar toe. Luís stelde voor om voor de boodschappen langs de markt te lopen. Dat lieten we ons geen twee keer zeggen en nog geen half uur later stonden we op de geurrijke, kleurrijke, heerlijke markt die hier Abastos heet. Te midden van een weldadige overvloed van alles wat maar vers kan zijn, slenterden we richting een terrasje. Daar konden we beslissen wat we op het menu zouden zetten die dag. De koffie is hier inspirerend, verzekerde een van ons terwijl hij met gesloten ogen aan zijn kopje nipte. Hij kan het weten want hij is kunstenaar. Internationaal aan het groeien, krijg ik er uiteindelijk uit. Hij is zelfverzekerd maar ook bescheiden. Hij is veel van plan, verzekert hij ons en blij proosten we op zijn succes. Nog leuker, want nu werd de gewone lunch toch wat specialer en hadden we een goede reden om er een mooi feestmaal van te maken. Dat vindt de Galiciër het leukst: het eten een feestelijk tintje mee geven. Als je de pracht en praal van de gastronomische rijkdom van deze streek op de marktplaats bekijkt, verbaast het je niets. Eten kan niet anders dan feest zijn hier! Luís en ik bieden aan om de boodschappen te doen, terwijl de rest van het zonnetje blijft genieten. Even later laat hij zijn kennersblik geconcentreerd over enkele weerloze schelpdieren gaan die versuft op het geschaafde ijs liggen en het slechts een enkele keer nog voor elkaar krijgen een pootje langzaam opzij te schuiven. De verkoopster toont geen mededogen en kwakt een wat al te avontuurlijke krab terug op het ijs, terwijl ze Luís, die aan haar toonbank nog twijfelt, ongeduldig aankijkt. Ontsnappen is zinloos, denkt de krab en sluit zijn schaartjes. We besluiten dat het toch pulpo wordt. ‘Dan moeten we zo wel naar huis om te gaan koken, anders missen we de voorstellingen vanmiddag.’ Het horloge dat ik niet meer zo vaak om heb hier, begint toch te jeuken. Luís glimlacht, steekt een sigaretje op en neemt mij, galant als altijd, de boodschappentas uit handen.
‘Op naar de pulpo,’ en we struinen de vishal af op zoek naar de mooiste octopus. Ineens klinkt zijn telefoon. Dat we wel denken aan wat kaas. ‘Dat was de directie,’ bromt Luís met een knipoog, ‘ze willen kaas.’ ‘Gouda?,’ opper ik. ‘Sorry?’ ‘Koeda.’ ‘Sí, koeda. Goed idee.’ We komen terug bij het terrasje waar de koffie verruild is voor een aperitiefje. Wat zitten we hier heerlijk en wat willen we hier nog wel even blijven zitten… Maar wie gaat er dan naar huis om te koken? Anders missen we die optredens van vanmiddag. Mijn Nederlandse klok gaat weer tikken en mijn vrienden zien het aankomen. ’Relax, Tulp, dat komt goed.’ Tulp heeft ondertussen ook wel wat geleerd hier en leunt weer achterover. Is ook zo. Uiteindelijk komt alles goed. Levensmotto. Toch weet men hier ook dat die pulpo niet vanzelf naar het kokende water glibbert en ook onze kunstenaarsvriend vraagt zich af hoe we dat gaan regelen. Hij staat erop te trakteren maar vindt zichzelf geen begenadigd kok. Koken is weer een andere kunst, glimlacht de schilder. Vanuit mijn ooghoek zie ik hoe Luís nog een slokje neemt. Als iemand er rustig bij zit, dan is hij het wel. Na een paar minuten maakt Luís zijn sigaret uit en staat op. ‘Ik breng de pulpo even weg.’ We kijken hem ietwat verbaasd aan. Zou hij zelf terug naar huis …? ‘Welnee,’ lacht hij, ‘in het restaurant van de markt kan je je gekochte etenswaren inleveren en voor een klein percentage van de aankoop bereiden zij je lunch voor je.’ Even wachten, op een gezellig en zonnig terrasje bijvoorbeeld, en aanschuiven. Zo terug! Hij zwaait en slentert terug naar de markt. Maakt zich geen zorgen. Hij draait zich nog een keer om. ‘Bestellen jullie er nog een voor me?’ Van het leven genieten is ook een kunst. Marielle Saegaert (37) woont sinds 1997 in Santiago de Compostela. Studeerde Spaanse Taal en Letteren en Europese Studies. Publiceerde in 2013 het boek Waar de regen kunst is over leven in Santiago de Compostela. Verkrijgbaar via de webwinkel op Santiago.nl. 31 Jacobsstaf
Fietsen
Bram van der Wees
De weldadige vermoeidheid van de uitgetelde wandelaar Reacties op ‘De vrijheid van de fietser’
F
Fietsen naar Santiago: dat is pas vrijheid! Zo verwoordde Harry de Bot zijn ervaringen in Jacobsstaf 97. Wandelaars hebben het maar slecht, vond hij. Ze zijn veel langer bezig, hebben geen tijd voor een omweggetje en slaan daarom bezienswaardigheden over, ze zijn altijd moe en hebben last van de hitte doordat ze geen rijwind ervaren. Een treurig bestaan. Wat vonden onze lezers van zijn lofzang op de fietspelgrim? Gerard van Winden is het helemaal met Harry eens. Als hij aankwam in de refugio viel het op ‘dat er altijd al wandelaars waren: er stonden schoenen, er hing een wasje aan de drooglijn, er lagen mensen te rusten. Ze zagen er altijd erg moe uit. Je had verder weinig contact met ze. Ze keken me meewarig aan: zo’n fietser met een veelvoud aan spullen; echte pelgrims lopen.’ ‘Bij de lopers zie je toch wel taferelen waarvan je je afvraagt of dat nog wel gezond is. Lopers die echt strompelend hun camino gaan. Lopers die – kennelijk te moe – bij een halte wachten op de bus naar de volgende albergue of met een taxi bij een herberg wor-
Een fietser gaat van plaats naar plaats, een wandelaar van mens naar mens Jacobsstaf 32
den afgezet. Blij dat wij geen lopers zijn, zeiden we tegen elkaar’, herinnert Frank Kouwe zich. Henk Oude Nijhuis maakt zich vrolijk: ‘Ik heb wel enorme bewondering gekregen voor die wandelaars. Al die strompelende pelgrims, in bushokjes, in taxi’s … Al die zere voeten, al die uitgeputte mensen, al die zalfjes en pleisters. En ze moeten ook altijd heel vroeg op.’
Blij dat ik geen fietser ben Maar sommige fietsers weten het geschil ook te nuanceren. ‘Als wandelaar ervaar je, denk ik, veel intensiever de camino, heb je meer tijd om na te denken. Als fietser heb je het vaak te druk, met inspanning de berg op en oplettend snel de berg af, moet je met overig verkeer rekening houden, met je routebeschrijving, overleggen waar we gaan overnachten, waar koffiedrinken, en dus minder tijd om je met andere zaken bezig te houden’, zegt Gerard van Winden. Henk van Braambeek voegt er aan toe: ‘Onderweg kwam ik wandelaars tegen die me probeerden te overtuigen dat wandelen het ware was en fietsen dus niet. Wandelen lijkt me ook fantastisch en ik ben zeker van plan ook een keer te gaan lopen vanaf de Pyreneeën.’ Ook Frank Kouwe weet te nuanceren: ‘Op een dag, flink trappend op de pedalen om die berg op te komen, hoorden we uit een groep lopers langs de weg: “Kijk die fietsers eens afzien. Ik ben blij dat ik geen fietser ben.” We
keken elkaar aan en moesten lachen. De beleving is dus heel persoonlijk, en dat is goed.’
In de middeleeuwen had men geen fiets Clemens Staphorst is het volstrekt niet met Harry de Bot eens: ‘Ten eerste ga je als pelgrim zo getrouw mogelijk op stap. En dat is lopen, want in de middeleeuwen had men geen fiets. Lopend ervaar je het echte caminogevoel geestelijk en lichamelijk het beste. Je loopt door de velden en langs de waterwegen zo veel mogelijk de antieke route. Als fietser zul je de verharde wegen moeten volgen, steeds afwijkend van de route.’ Eddy Joon voegt daar aan toe: ‘Als je loopt beleef je alles heel intens en ben je overal dichtbij.’ Joop Stevens heeft het medelijden van Harry niet nodig: ‘Onze band was nooit lek, noch liep onze ketting eraf. Wij hoefden veel minder op het verkeer te letten. Wij hadden alles bij ons en geen problemen met het stallen van de fiets. Maar wat het grootste verschil tussen lopen en fietsen is, zijn de kleine dingen die wandelen zo wonderschoon maken.
‘Rare jongens, die fietsers. Ze zijn veel eerder in Santiago en zeggen dan dat ze meer gezien hebben! Maar het kan handig zijn: een fietspelgrim in de buurt. Van een afgedankte binnenband kun je een schouderband voor je rugzak maken als deze het begeven heeft. En met teflon kettingspray zijn oude schoenen zó weer waterdicht. Kan een loper iets terugdoen? Hij draagt alleen het hoognodige mee en kan dus niets missen. Wat hij wel kan bieden is een luisterend oor en opbeurende woorden voor de door omwegen vermoeide fietser. De loper kent ook een geheim: energie gaat nooit verloren. Een lopende pelgrim beweegt zich voort op de energie van zijn voorgangers. Hij of zij wordt ‘gedragen’ door de weg.’ (Frits Jansen)
De kleine diertjes, de vele soorten bloemen. Even stilstaan en samen genieten. Praatje maken met voorbijgangers, even uit de broek gaan in de vrije natuur. Soms helemaal weg van de weg en in gedachten de miljoenen voeten zien lopen op de oeroude afgesleten stenen.’ ‘Harry kent niet de weldadige vermoeidheid van de uitgetelde wandelaars. Zij hebben helemaal niet het gevoel iets gemist te hebben. Hun gedachten worden niet bepaald door tijd en kilometers. Zij voelen zich vrij in de rust en de ruimte waar zij doorheen wan-
33 Jacobsstaf
Wandelende pelgrim in het gedrang op de camino. Foto: Frits Jansen
Fietsen
Met de bicyclette Voor sommigen is het helemaal geen vraag: lopen of fietsen naar Santiago. Neem nu Wim Wagenaar uit Giesbeek. Na allerlei medische problemen besloot hij de tocht te maken op zijn … scooter. Daarmee trok hij de aandacht. In Pamplona wilde een journalist een interview, in Foncebadón werd hij aangeklampt door andere pelgrims, bij het Cruz de Ferro wierp hij zijn steen van een halve kilo van zich af. In Santiago reed hij met zijn scooter naar de kathedraal. ‘Ik zette de scooter neer en liep de trap op naar het plein van de kathedraal die zich bij elke trede ontrolde voor mijn ogen. Ik raakte ontroerd, voelde me nietig en voelde de weemoed van iemand die zijn reis heeft volbracht.’ De volgende ochtend wordt hij aangesproken door een Nederlands echtpaar dat met een camper reist. Ze drukken hem op het hart de compostela te gaan halen: hij heeft er recht op na zo’n zware rit. ‘Met knikkende knieën liep ik de houten trap op en ik sloot aan bij de rij. Een dame feliciteerde me met het bereiken van deze plek. Toen was ik aan de beurt. Een jongeman begon mijn stempelkaart te lezen en kwam er niet goed uit. “U hebt in drie dagen 750 kilometer gereisd,” zei hij, “kijk, hier de stempel in Saint-Jean en hier in Santiago.” Ik vertelde dat ik per bicyclette had gereisd, zo noemen de Fransen hun mobylette, een brommertje, ook wel eens. Nu ik zover was wilde ik ook doorzetten. Ik zei dat die datum in Saint-Jean een vergissing moest zijn, hij lachte en ging met zijn confrère overleggen. Toen zag ik hem met fraaie krullen “Duum Villeluium Albertum Wagenaar” op mijn compostela schrijven en overhandigde hij mij het kleinood. Nu was ik een pelgrim!’ Dan volgt de lange weg naar huis: ‘Via Porto en langs de Duero met al die heerlijke wijnen, naar de Franse grens en via de koude hoogten van de Causses naar Troyes. Na 6500 kilometer terug in Nederland. Dat loop en fiets je niet zo gauw, maar velen vinden het zelfs met een scootertje ook nog veel. Ik was zes weken onderweg en het was geen vrijblijvende reis geweest.’ Wat vindt u: Heeft Wim Wagenaar zijn compostela verdiend of niet? Reacties naar:
[email protected].
De scooter van Wim Wagenaar in Foncebadón. Foto: Wim Wagenaar
Jacobsstaf 34
delen’, aldus Henk van Hest, die de camino zowel fietste als wandelde. ‘De manieren van pelgrimeren zijn onvergelijkbaar.’
Eén lijf en twee benen Hans Brouwer, die de tocht zowel per fiets als te voet maakte: ‘Het grootste verschil vind ik de fysieke belasting, die voor lopers behoorlijk zwaarder is, vooral door de lange duur van de voettocht. Zowel op de fiets als lopend heb ik steeds een geweldige vrijheid ervaren. Als fietser kun je inderdaad makkelijk even omrijden voor een interessante plaats. Ik heb echter ook veel fietsers ontmoet die erg gericht waren op het maken van kilometers. Net als sommige lopers vertrokken zij voor dag en dauw en in de avond lagen ze dan ook uitgeput van de lange rit in de herberg of in hun tentje. Als loper ben je natuurlijk gebonden aan fysieke beperkingen. Je hebt één lijf en twee benen en niet de beschikking over 24 versnellingen. Bovendien ben je je eigen lastdier. De belangrijkste factor voor echte vrijheid is naar mijn mening de tijd die je ter beschikking hebt. Veel pelgrims, zowel fietsers als lopers, geven zichzelf te weinig tijd voor de tocht. Ik begrijp dat wel. De meeste mensen werken nog, en ze hebben vaak al een terugreis geboekt. Dan moet je op tijd in Santiago aankomen!’
Sylvies column
Sylvie
In middeleeuwse mirakelen leest ge meer over seks dan in uw hedendaags genootschapsorgaan
Sylvie, eigenaresse van een pelgrimsauberge onder de rook van Antwerpen, schrijft elke Jacobsstaf een column over haar belevenissen.
Sylvie komt haar bed niet meer uit Dit is alweer de derde column van uw Sylvie. ‘Wat vind u er nu zelf van en bent u er tevreden over?,’ vroeg een lezer me laatst. Echt weer zo’n Hollandse vraag. Ik zal daar subiet op antwoorden. De overige reacties waren in twee soorten te verdelen. De eerste was de vraag waarom er allemaal van die Vlaamse woorden in moeten. Waarom staat er een Belse madame? vroeg een lezer zich af. Hij had dat in de Van Dale opgezocht en gezien dat dit een Belgische mevrouw betekent. Waarom ik dat dan niet gewoon schreef ? Amai zeg. Zijn dit nu de mensen die naar Santiago willen stappen? Gaan die dan straks in hun woordenboek opzoeken dat una señorita Española een Spaanse juffrouw is? De tweede vraag was waarom die columns steeds over seks moeten gaan. Het moet toch niet zotter worden! Alsof ik onze Herman (Brusselmans, red.) ben die una señorita Española zou vertalen met een Spaans mokkel, maar dat terzijde. En die zonder met de ogen te knipperen beweert dat ‘wijven niet kunnen schrijven’. Overigens verkoopt d’n Herman met zijn vuil bakkes nergens zo veel als in Holland, maar ook dat terzijde. Zou de lezers van mijn columns toch graag eens vragen of ze één zin kunnen aanwijzen waarin mensen het met elkaar doen. Volgens mij schrijf ik die nooit. En zo ja, wat dan nog? Laten we alsjeblieft een kat een kat noemen. En nu ik er eens verder over peins, toch wel opvallend dat er in de Jacobsstaf allemaal seksloze pelgrims hun entree maken. Ze kunnen allemaal goed hun woordje doen en tot in detail uitleggen wat ze drijft, wat ze allemaal meemaken; sommige beschrijven nog net niet hoeveel keer per dag ze hun poeperd kuisen, maar het scheelt niet veel. Maar iets over de meest menselijke der behoeftes – zonder welke de mensheid niet eens zou bestaan – leest ge nooit. Sommige pelgrims stappen helemaal vanuit Holland en zijn vier maanden onderweg. Zijn die behoeftes dan ineens verdwenen? Kan ik me toch moeilijk voorstellen. Maar wat doen ze dan? Pappen ze aan met andere pelgrims? Of behelpen ze zich met vieze boekskes? Bestaan die trouwens nog, nu iedereen tegenwoordig via internet aan zijn gerief schijnt te komen? Het feit dat uw Sylvie als fatsoenlijke madame zulke dingen niet weet, zegt denk ik al genoeg. Ook in Praktisch pelgrimeren of veelgestelde vragen op uw website wordt het onderwerp seks volledig doodgezwegen. Alsof het niet bestaat. In middeleeuwse mirakelen, waarin vrome jonkvrouwen alle zeilen moeten bijzetten om hun eer te beschermen tegen op platvloers genot belust gespuis, leest ge nog meer over seks dan in uw hedendaags genootschapsorgaan. Enfin, als uw lezers menen dat mijn columns over seks gaan, dan moeten ze dat vooral vinden. Fijn dat uw Sylvie dat gat kan vullen. Dus als u mij nu vraagt wanneer ik tevreden ben over mijn columns is mijn antwoord: als uw lezers er hun bed niet meer voor uitkomen. Amitiés, Sylvie 35 Jacobsstaf
Kapel Onze Lieve Vrouw Ter Nood. Foto: Freek van der Veen
Geschiedenis & Cultuur
Freek van der Veen
Langs heilige plaatsen
Maria is er voor iedereen Onze Lieve Vrouw Ter Nood in Heiloo
N
Nederland telt zo’n twintig zogenaamde ‘heilige plaatsen’, plekken die vaak eeuwenoud zijn en verbonden met bijzondere verhalen. Redacteur Freek van der Veen ging aan de hand van de routegidsen Jacobswegen in Nederland op zoek naar een aantal van deze heilige plaatsen. In deze aflevering: Onze Lieve Vrouw Ter Nood in Heiloo.
Mariabeeldje in de kapel. Foto: Freek van der Veen
Stil komen ze binnen, een echtpaar, een moeder met haar dochter, twee wat oudere vriendinnen ... en zoeken een plek. Er is plaats genoeg, want vol wordt het niet. Even staan ze stil, worden ze stil. Die stilte wordt alleen verbroken door langsdenderende treinen. Diezelfde trein biedt ook uitkomst, want op gezette tijden is het mogelijk om bij de kapel uit te stappen. Met de stoptrein uit Amsterdam, zonder dat hier officieel een halte is. De bezoekers komen mediteren, steken een kaarsje aan, gaan weer zitten. ‘Mensen die hier komen’, vertelt een medewerkster van de kapel, ‘doen dat, omdat ze vertrouwen hebben dat het goed komt. Ze vertrouwen zich toe aan Maria. Ze verwachten niets, maar lopen binnen om even stil te zijn en in stilte een intentie uit te spreken. Ze vertrouwen erop dat Maria hoort. Soms komen mensen hier om alles te zeggen wat hen bezwaart, waar ze last van hebben. Zoals ze vroeger naar de priester gingen om te biechten. Maar nu vertellen ze het aan Maria. En Maria hoort.’ Op mijn vraag of ik een foto mag maken van het Mariabeeldje zegt ze na een korte aarzeling: ‘Ga uw gang, maar stoort u de bezoekers niet. Maria is er voor iedereen!’ Jacobsstaf 36
Geschiedenis Het bedevaartcomplex bevat een kapel, een bedevaartkerk, een galerij, processiepark en een heilige put. Al vanaf de vijftiende eeuw is Heiloo een centrum van Mariaverering. Deze vindt zijn oorsprong in een legende over een Alkmaarse schipper. Deze schipper, met noodweer op zee, beloofde een Mariakapel te zullen bouwen als hij behouden thuis zou terugkeren. In diezelfde tijd vond een jongen in de omgeving van Alkmaar een Mariabeeld. Hij nam het mee naar huis. De volgende morgen bleek het beeld te zijn verdwenen. Het lag, zo bleek na een zoektocht, weer te liggen op de plaats waar de jongen het gevonden had. Toen de thuisgekomen schipper hiervan hoorde, besloot hij dat de kapel op deze plaats moest komen. Die plek was in Heiloo (‘heilig bos’), dat al door vele bedevaartgangers werd bezocht vanwege een put die hier was geslagen en die geneeskrachtig water bleek te bevatten. Toen de kapel tijdens het beleg van Alkmaar (1573) werd verwoest en het beeld verdween, raakte het centrum wat vergeten. Tot in 1713 een waterbron ontsprong in de buurt van de oude kapel met water dat zeer geneeskrachtig bleek te zijn. Van overal kwam men hier naar toe, soms zelfs ’s nachts met kaarsenprocessies. De protestanten wilden hier zo spoedig mogelijk een einde aan maken. Onder leiding van de Alkmaarse burgemeester werden heilige voorwerpen uit de kapel verwijderd en kwam er een einde aan de bedevaarten. Maar in 1902 kochten katholieken uit Heiloo de grond terug. De oude fundamenten werden opgegraven en de plek van de Runxput werd teruggevonden. De eerste bedevaarten volgden al snel en het aantal bezoekers groeide per jaar. Nu trekt het complex jaarlijks zo’n 70.000 bedevaartgangers.
Genadekapel Wat direct opvalt als je de kapel binnenloopt is de heldere, bijna hemelsblauwe wand tegen de achtergrond van een veelkleurige schildering. Samen met de schilderingen aan de onderzijde van de zijwanden, beide van beeldend kunstenaar Han Bijvoet, geven ze verschillende scènes weer uit het leven van Maria en Jezus. Voor de blauwe wand is op een voetstuk het Mariabeeldje opgesteld. De kapel, opgetrokken uit zware breuksteen, dateert van 1930. De stijl waarin hij is gebouwd is romaniserend sober en eenvoudig, wat ondermeer is te zien aan de ramen in de zijwanden boven de schildering. Het Mariabeeldje, dat het oude beeld dat in de zestiende eeuw verdween heeft vervangen, is door beeldhouwer Hans Mengelberg uit witte zandsteen gehouwen en stelt een gekroonde Maria voor met het kindje Jezus op de rechterarm en een appel in de linkerhand. Dat Maria voor de bezoekers leeft en bij het leven van mensen wordt betrokken, blijkt uit de vele bijdragen in het devotiealbum: ‘Laat Uw moederhart spreken en help mij’; ‘Voor het slagen van een operatie van onze zoon en beterschap’; ‘Uit dankbaarheid voor een terugkerende gezondheid. En ook in geloof dat onze bedevaartreis goed mag verlopen’.
Mariabron Twee dames uit Heemskerk zijn druk bezig om water te putten. Ze vullen hun flesjes bij en drinken water ‘uit de hand’. Als ik vraag of ze geloven of het water helpt, antwoordt een van hen: ‘Ik heb wel wat met Maria. Ik kom hier vaak, steek een kaarsje aan en bid tot Maria.’ Of het water uit de bron genezing geeft weet ze niet: ‘Maar ik heb kanker gehad, toen heb ik gedronken en ik ben weer genezen. Maar of dat door het water gekomen is, dat weet ik niet. Misschien wel.’ Op de rand van de put staat in elk geval te lezen: ‘De Runxput werd Mariabron in de nacht van 8 op 9 december 1713. Met vreugde zult gij water putten uit de bron van heil.’ Website voor meer informatie: Onzelievevrouwternood.nl Routebeschrijving Om het bedevaartsoord te bezoeken wijkt u even af van de route zoals die staat aangegeven in Jacobswegen in Nederland. Na NS-station Heiloo aan uw rechterhand gaat u gelijk rechtsaf, door het winkelcentrum. U volgt alsmaar de weg langs het spoor (HeerenwegHoogeweg-Groeneweg-Runxputteweg)) tot het bedevaartsoord. Om de route weer op te pikken volgt u de Kapellaan, einde links (Hoogeweg), tot Vennewatersweg. Rechtsaf, Kennemerstraatweg oversteken, Ypesteinerlaan in. Rechtsaf, Oostersingel tot einde, dan linksaf langs de A9 tot de Kanaalweg. Na het viaduct over de A9 bent u weer op de Jacobsroute. 37 Jacobsstaf
Spiritualiteit
D
Jos Smit
Niets gebeurt voor niets! De energie van de camino
De camino neemt en geeft energie. Er zijn dagen dat de pelgrim het gevoel heeft dat hij eeuwig door kan blijven gaan. Op zulke momenten valt alles op zijn plaats en voelt de pelgrim zich een met alles om zich heen. Coach en therapeut Jos Smit over de energie die alles en iedereen beïnvloedt. De camino is voor mij een symbool van spiritualiteit. Een bron voor geestelijke groei en van fysieke en mentale volharding. De basis voor mijn pelgrimage lag in de verbinding met de Energie van mens en natuur. Energie bewust met een hoofdletter, om aan te geven dat het de kern is van al wat is. Alles is energie. Deze energie is meetbaar, maar ook voelbaar. Meetbaar voor wetenschappers met behulp van allerhande apparatuur; te voelen voor helers, handopleggers, natuurgenezers en anderen die hoogsensitief aangelegd zijn. Hoe werkt dan de Energie? Een goed voorbeeld: de energie van de mens wordt ook wel de aura genoemd. Een aura is volledig omvattend en pulserend. Hoe meer wij in balans zijn, hoe ruimer de aura; hoe minder de balans, hoe kleiner de aura. Met dit beeld in gedachten maken we een sprongetje naar het volgende plaatje. Denk aan een grote plas water. De plas is rimpelloos, volledig in balans. Als ik er een steen in gooi, worden er rimpels zichtbaar. Rimpels in een mooie cirkel en steeds uitbreidend. Deze steen ben ik, de cirkels mijn uitdijende energie. Zonder enige invloed kan mijn energie zich naar alle kanten uitstrekken. Tot het begrensd wordt door de oever. Daar veran-
dert de rimpel van richting, komt terug, lijkt zich tegen het centrum te keren. Gooien we twee stenen tegelijkertijd in het water, dan worden twee kringen zichtbaar. Elke kring kan zich onbezorgd uitbreiden tot het de andere kring tegenkomt. Hier botst het, maar gaat het ook in elkaar over. Dit is de manier waarop twee mensen elkaar in hun energie beïnvloeden. Dit gebeurt bij ieder van ons, alleen zijn de meesten zich dit niet bewust. Aangezien alles energie is, kan alles dus ook invloed hebben op mijn energie.
Een opeenstapeling van Energie Desillusie Mijn hele leven ben ik al geïnteresseerd in deze voelbare Energie. De laatste vijftien jaar ben ik er ook bewust mee aan het werk. Ik ontwikkelde via allerlei technieken mijn energiegevoeligheid en leerde bewust te worden hoe deze energie alles en iedereen beïnvloedt. Hiermee wilde ik op weg gaan, starten vanuit mijn huis, zoals het de ware pelgrim betaamt. Via Gods wegen doorgaan tot het volgens de oude Romeinen meest westelijke stukje vasteland van Europa: Cabo Finisterre. Vol goede moed ging ik op Koninginnedag 2012 van start. Om een week later gedesillusioneerd terug te keren naar huis. Met wondroos aan beide voeten en het verlies van twee Jacobsstaf 38
stifttanden moest ik mijn tocht voortijdig afbreken. Slechts een week had mijn droom geduurd. Alle goede voornemens vielen in duigen; de zeepbel spatte uiteen. Die week was een aaneenschakeling van strijd. Zowel mentaal als fysiek. En het leek alsof ik niet of nauwelijks in contact kon komen met de Energie.
Hoofd en hart Maar niets gebeurt voor niets. Alles heeft een reden, toeval is Gods manier om anoniem te blijven. Deze overtuiging had ik al langer, maar gedurende mijn camino is dit een diepgeworteld innerlijk Weten geworden. Met deze overtuiging ging ik veertien dagen later weer van start. Ik vertrok per trein naar Béziers, aan de Franse mediterrane kust. Van daaruit wilde ik globaal de Chemin du Piémont Pyrénéen volgen. Globaal, omdat ik Zuid-Frankrijk op mijn eigen manier wilde ervaren: de mystiek van het land van de Katharen, Rennes-le-Château met zijn kerk voor Maria Magdalena en Lourdes met zijn verering voor de maagd Maria. Plaatsen waar mystiek, religie, spiritualiteit en energie samenkomen. Via Oloron-Sainte-Marie en Saint-Jean-Piedde-Port wilde ik de gr10 naar Irun in Spanje volgen. In Spanje wilde ik juist niet over de oude weg der Kelten – de Camino Francés – gaan, maar langs de kust: de Camino del Norte. In beginsel om de drukte van de Camino Francés te ontwijken. Later realiseerde ik me dat het ook juist hier om de energie van de oceaan handelde. In Béziers ervoer ik nog de hectiek van alledag. De overgang naar het land van de Katharen was direct voelbaar. Ondanks de regen en de storm voelde het rond Narbonne een stuk lichter. Een lichtheid die in de dagen erna voelbaar bleef. Voelbaar in het contact met mensen, in de gastvrijheid en de openheid. Want hoewel ik slechts een paar woorden Frans sprak, kon ik mij overal verstaanbaar maken. Het was de strijd tussen mijn hoofd en mijn hart die meestal voor spanningen zorgde. Steeds als ik met mijn hoofd de beslissingen beredeneerde en iedere stap berekende, ging het fout. Op die momenten verdwaalde ik, liep ik kilometers om. Dat waren ook de angstige ogenblikken, dan leek het uitzichtloos te worden. Besloot ik intuïtief te handelen, dan nam ik altijd de juiste
beslissing. Dan vond ik een uitweg, een overnachting of iemand die me kon helpen.
‘Ik moest naar dat water, die woeste natuurkracht ervan ervaren’. Foto: Jos Smit
Mantra Al was spirituele verbinding en groei de belangrijkste reden voor mijn tocht, ook mijn contact met het religieuze veranderde. Lange tijd voelde ik veel woede richting de kerk, maar in de kerk van Rennes-le-Château voelde ik weer die verbinding. Ik werd een diep gevoel van contact gewaar, een gevoel van Liefde en Vergeving. In Lourdes ervoer ik nog veel duidelijker de afkeer en de verwondering. Afkeer voor het commerciële en verwondering voor de devotie, niet alleen van de zieken en zwakken, maar juist ook van alle helpers en begeleiders. Tijdens een angstige nacht in Saint-Bertrand-de-Comminges ervoer ik de kracht van het gebed. De kracht van het monotoon herhalen van woorden en zinnen is enorm. Ik moet bekennen dat ik die kracht van het Onze Vader en het Weesgegroet zwaar onderschat heb. Het Weesgegroet werd een mantra voor de moeilijke momenten. Deze mantra hielp mij terug te keren naar mijn basis, om in mijn hart aanwezig te zijn. Fellowship Tijdens de etappe naar Oloron-Sainte-Marie ontmoette ik de jonge Franse Alice, met wie ik grote delen van de verdere reis samen liep. Zij was in Arles gestart, op zoek naar haar eigen spirituele verbinding met de camino en het leven. Ze bleek zeer geïnteresseerd 39 Jacobsstaf
Spiritualiteit
Natuurlijke rotsboog bij San Felices de Buelna. Foto: Jos Smit
in mijn opvattingen en gedachten. Hierdoor hielp ze mij mijn gedachten te ordenen en gevoelens te omschrijven. Ik kon haar een aantal inzichten over Energie laten ervaren. Zij kon zeer verhelderend uiting geven aan haar gevoel en emotie. Op die manier waren wij als een fellowship onderweg. Dit intensieve en bijzondere contact, deze vriendschap voor het leven, geeft nog meer kracht aan het ‘niets gebeurt voor niets’. Had ik mijn eerste tocht kunnen vervolgen, dan had ik haar nooit ontmoet en was ik die ervaringen misgelopen. Maar ook Alice had meerdere keren een oponthoud gehad. Was zij in haar vliegende tempo voortgegaan, dan had ook zij veel ervaringen niet opgedaan.
Een met alles om mij heen Na het contact met het vrouwelijke deel van Energie in het land der Katharen, Rennes en Lourdes (vormgegeven in de ontmoeting met Alice), volgde de woeste mannelijke energie van het Atlantische deel van de Pyreneeën. Dit kwam tot uiting bij de beklimming van Larrun, de heilige berg van de Basken. Met uitzicht over Spaans- en Frans-Baskenland en de Atlantische Oceaan, voelde ik me onoverwinnelijk boven op die berg. Liggend op de grond ervoer ik de energie van de berg door mij heen stromen. Ik was een met alles om mij heen. Toen ik de zee eenmaal gezien had, wilde ik niets liever dan er à la minute naar toe. Ik moest naar dat water, die woeste natuur-
Jacobsstaf 40
kracht ervan ervaren. Ik wilde het beuken van de golven op mijn lijf voelen. Het zoute water proeven. De muziek van ruisende golven in me opnemen. Die hele periode langs de kust was een opeenstapeling van Energie. Daar voelde ik me een met mijn omgeving. Ik sprak geen woord Spaans, maar werd nergens afgewezen. Nooit eerder voelde ik mij zo welkom. Het was te zien aan de fonkeling in mijn ogen. Mijn oprechte lach liet mensen lachen, mijn openheid werd beantwoord. De keren dat ik dichtsloeg, vooral in grote steden, realiseerde ik mij achteraf dat ik het was en niet de stad of de mensen. Het overweldigende van een grote stad, al die energieën, kan voor een soort kortsluiting zorgen. Bewust terugkeren naar de basis lost die weerstanden op. Hoewel ik opzag tegen een afscheid van de oceaan, besloot ik toch via de Camino Primitivo naar Santiago te wandelen. Opnieuw de bergen in. Maar het lange verblijf aan de kust had voor een diepere balans in mijn energie gezorgd. Die balans was zeker niet voortdurend aanwezig en bij tijd en wijle was er veel weerstand. Tot ik in Salas brak. Bij mijn aankomst in het dorp voelde ik al een onrust, anders dan op andere dagen. Eenmaal op mijn kamer barstte het los. Ik begon te huilen en bleef huilen. Dit was geen benoembaar verdriet. Ik ervoer het als loslaten van onnoemelijk veel spanningen. Spanningen uit heden en verleden. Verbonden met alles om mij heen stortte ik vele tranen. Het hield niet op. Ook in de plaatselijke supermarkt bleef ik huilen en snotteren. Het maakte niet uit, niets was nog van belang. Ik voelde me fantastisch. Ik voelde: ik ben. Tot Santiago was het nu een peulenschilletje. De afstand deed me niets en de drukte van de Camino Francés maakte me niet onrustig. Er was vermoeidheid, pijn en ongemak, maar het mocht er allemaal zijn. Hoewel er na Melide geen tientallen, maar honderden pelgrims op weg waren, maakt het mij niet uit. Ik was hen allen gewaar en toch ervoer ik geen enkele hinder. In Arzúa verdwaalde ik, miste voor het eerst sinds tijden een van de vele flechas. Het deerde me niet. Het is zoals het is, alles komt zoals het komt. Niets gebeurt voor niets!
Agenda
Datum
Tijd
Plaats en locatie
Activiteit
Info*
27 sept 28 sept 2 okt 5 okt 5-6 okt 11-12 okt 12 okt 12 okt 12 okt 25 okt
15.00
13.00 10.00 10.00 19.30
Galder, Café Knooppunt Galder Regio Bollenstreek-Rijnland Amsterdam, locatie opvragen Hillegom, De Hoeksteen Kranenburg, Bedevaartskerk Jacobiparochie Amsterdam Puttershoek Diepenheim, Johanneskerk Galder, Café Knooppunt Galder
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
26 okt 2 nov 9 nov 9 nov
10.00 10.00 10.00
Regio Bollenstreek-Rijnland Middelburg, Abdij Amsterdam, locatie opvragen Roermond, Witte Kerkje
10.00 10.00
Nivon-huis, Eerbeek Nader te bepalen Den Haag, Willibrordhuis Culemborg, De Lantaarn
Regiobijeenkomst Dagwandeling Dagwandeling Regiobijeenkomst Bollenstreek-Rijnland Tweedaagse wandeling naar Kevelaer Reünieweekend Regiobijeenkomst Wandeling en regiobijeenkomst Regiobijeenkomst Presentatie-avond met pelgrimservaringen Dagwandeling Landelijke Najaarsbijeenkomst Dagwandeling Regiobijeenkomst: Le Puy en Feesten in Spanje Regioweekend Regiobijeenkomst Friesland Regiobijeenkomst Den Haag Regiobijeenkomst Utrecht-Zuid/ Rivierenland Regionale voorlichtingsavond Dagwandeling Dagwandeling Winterwandeling
9-10 nov 9 nov 23 nov 23 nov 30 nov 30 nov 4 dec 28 dec
10.00 10.00 9.30
14.00 10.00 10.00
Nader te bepalen Regio Bollenstreek-Rijnland Amsterdam, locatie opvragen Galder, Café Knooppunt Galder
[email protected] Regio Zuid-West-Nederland
[email protected] Regio Limburg
[email protected] Regio Friesland
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
* De contactgegevens van de regio’s vindt u in Jacobsstaf 98 of op Santiago.nl > Uit de regio’s. Daar staat ook de uitgebreide informatie over de activiteiten vermeld. (advertentie)
www.fiets-vervoer.nl Uw fiets retour vanuit Santiago de Compostela naar Nederland en België! In samenwerking met hotel México verzorgt Soetens Transport wekelijks het vervoer van fietsen en bagage vanuit Santiago de Compostela naar Vessem (bij Eindhoven). Vanuit het distributiecentrum leveren wij uw fiets door geheel Nederland en Vlaanderen thuis af. Wilt u een gedeelte van de route afleggen, of strandt u onderweg: ook dan verzorgen wij vervoer van uw fiets naar huis terug.
U betaalt voor stalling in Santiago de Compostela, vervoer naar huis en verzekering eenmalig ¤ 131,- incl btw. Wij verzorgen ook fietsvervoer vanuit Rome, Avignon en Girona. Tevens vervoeren wij uw fiets vanuit Nederland naar een door u opgegeven adres. Zie het onderstaande kaartje voor ons hele werkgebied. Soetens Transport Tel: 0031(0)497-591673 Gsm: 0031(0)653713539 E-mail:
[email protected] www.fietsvervoer.nl
41 Jacobsstaf
Wandelen
Marathonmonniken, euforische hardlopers en wijze wandelaars
L
Lange afstanden wandelen en hardlopen zijn verslavend. Niet iedereen zal het graag beamen, L maar wie eenmaal de euforische roes van het wandelen en rennen heeft ervaren zal het niet m kunn nne ontkennen. Maar het is niet alleen maar een fysieke aangelegenheid. Ineke Albers kunnen spreekt in haar boek wel van een religieuze ervaring. In het boek van Aat van der Harst gaat wandelen meer over bewustwording. Twee besprekingen. Ineke Albers, De God van het lopen: de monnik, de sporter en de weg naar verlichting, Atlas, 2013, 336 p. ISBN 9789045022048. Prijs € 21,95
Zijn moderne hardlopers religieus zonder het te weten? In De God van het lopen omschrijft de auteur de runner’s high van de Keniaanse wereldkampioen op de marathon Douglas Wakiihuri als een mystieke ervaring. Zij vergelijkt deze gelukzalige euforie met het bereiken van satori, een unieke zenervaring die de inherente eenheid van al het bestaande blootlegt. Is de verwantschap interessant vanuit wetenschappelijk oogpunt? Ineke Albers put als neuropsychologe, theologe en fotografe
Touwsandalen van Japanse monnik ( foto uit besproken boek). Foto: Ineke Albers Jacobsstaf 42
uit drie vakgebieden om een licht te werpen op deze vraag. Haar beschouwingen zijn interessant, maar heel verhelderend zou ik het betoog niet willen noemen. Vooral omdat zij de drie disciplines nergens met elkaar verbindt. Van een synthese is dan ook geen sprake. De neuropsychologie verklaart het verschijnsel van de aanmaak van dopamine, de foto’s zijn fascinerende beelden van Japanse monniken en de theologie vergelijkt fragmentarisch West en Oost met elkaar. En zo ontstaat een moeizaam geconstrueerd verhaal dat overgoten wordt met een strikt persoonlijke bewondering voor boeddhistische monniken. Een paar opmerkingen over de theologische dimensie. Albers richt zich op het Japanse Tendai-boeddhisme dat volgens haar het equivalent is van het rooms-katholicisme. Argumenten voor dit snelle standpunt ontbreken helaas. Leerling-kaihogyomonniken moeten tijdens hun opleiding een in onze ogen nogal zware opdracht vervullen. In het tweede jaar lopen zij honderd opeenvolgende nachten steeds dezelfde route van 35 kilometer rond de berg Hiei, waarop zich de tempel Enryaku-ji bevindt, die Albers kortweg de Japanse SintPieter noemt. Later, tijdens een twaalf jaar durende retraite, moeten zij nog eens duizend tochten over de berg maken. Gevoegd bij een ascetische praktijk zou hen dit ‘aan de rand van de dood’ brengen. De monniken mogen zich na afloop van deze ontberingen Heilige Meester van de Hoogste Beoefening noemen. Albers schrijft met smaak over de veelkleurigheid van het Japanse boeddhisme. Van het
Aat van der Harst, Wandel je wijzer: stad en natuur als coach, Ten Have, 2013. 208 p. ISBN 978 90 259 0215 5. Prijs € 19,95.
lopen van de monniken rond de berg Hiei, de ‘witte engelen in de nacht’, maakte zij een fotoverslag. De foto’s zijn prachtig, ware het niet dat de afgedrukte reproducties matig zijn. Het centraal stellen van religie in het boek, dat op het eerste gezicht niet over godsdienst gaat, vereist een nauwkeurige omschrijving van het begrip religie. Albers laat dit helaas achterwege. Het boek mist hierdoor richting. Het woord religiare is Latijn voor verbinden. Verbinden met de gemeenschap, met God, opgaan in het Al, het verbinden van lichaam en geest. De eenzame renner is echter een individu met een persoonlijk record en verbindt zich uitsluitend met zijn eigen kunnen. Als hij kon zou hij bij wijze van spreken een betere tijd willen lopen dan God en de Boeddha. Waar Albers probeert om de renners en de boeddhisten dichter bij elkaar te brengen, wordt de argumentering mistig. Het wringt om lopers als religieus te classificeren. Toegegeven, sport heeft een ascetische kant. Er wordt afgezien en dat dwingt bewondering af. Maar wat bij de moderne hardlopers vooral ontbreekt is het besef niet meer te zijn dan een zandkorrel aan de rand van de zee.
Communicatietrainer en wandelcoach Aat van der Harst is niet zo van het zitten op een meditatiekussen. Hij ziet meer in wandelen, schrijft hij in zijn boek Wandel je wijzer: stad en natuur als coach. Zelf ben ik niet zo van het inschakelen van coaches voor dingen die je ook zelf kan bedenken. Ondanks dit vooroordeel heb ik het boek met veel plezier gelezen. Inderdaad zijn er dingen die je zelf ook wel had kunnen bedenken, maar waarvan je je pas bewust wordt als iemand anders je erop wijst. De lezer vindt in deze gids geen nieuwe uitdagende pelgrimsroutes. Hartstochtelijk wandelaar en pelgrim Van der Harst houdt het meestal dicht bij huis. Hij refereert aan de filosoof Alain de Botton die een keer besloot zijn zomervakantie niet in een ver land door te brengen, maar te wandelen in zijn eigen wijk. Het werd de boeiendste vakantie van zijn leven. Het boek bevat een aantal thema’s: op weg, wandelen in natuur en stad, loop je levensloop, loop je loopbaan, loop je eigen pad. Daarnaast gaat de auteur in op een aantal speciale wandelingen, waaronder lopen op pelgrimspaden. Tussen alle thema’s steeds smaakvol gekozen citaten, van grote denkers tot populaire zangers. Bijzonder zijn de foto’s van Marja Trappenburg, die jarenlang met dove kinderen werkte: ‘Een wereld waarin taal zichtbaar gemaakt wordt.’ Van der Harst weet zijn enthousiasme voor het wandelen op aanstekelijke wijze op de lezer over te brengen. Slechts één beweging is nog leuker en gezonder, schrijft hij. Jammer dat hij daar niet wat dieper op in gaat.
Karin Abdullah Khan-Feenstra
Waar begint de weg naar Santiago? Op weg naar Santiago, of alvast oefenen voor de grote tocht? In de twee deeltjes van het boek Jacobswegen in Nederland zijn de Nederlandse routes beschreven. Deze wandelwegen zijn gebaseerd op middeleeuwse wegen, en gaan langs Jacobskerken, gasthuizen en andere heiligdommen. De routes sluiten aan op de Belgische Jacobswegen. Compacte routebeschrijving, heldere kaartjes en boeiende achtergrondinformatie. Ook bruikbaar voor dagwandelingen.
André Brouwer Oefening: Je eigen wijk Maak een wandeling van een uur door je eigen woonwijk. Doe alsof je hier voor het eerst bent. Wat is er allemaal te zien? Herinner je hoe het was toen je hier kwam wonen? Wat trof je in deze wijk? Blijf eens stilstaan bij een winkel, een gevel, een lantaarnpaal. Verwonder je over je eigen woonomgeving. (Uit: Wandel je wijzer: stad en natuur als coach)
Twee delen, samen 388 pagina's, ledenprijs ¤ 27,50. Meer informatie en bestellen in de webwinkel van www.santiago.nl
43 Jacobsstaf
Puzzel
De pijl is de steun en toeverlaat van de pelgrim onderweg naar Santiago. Soms schept hij verwarring, maar
meestal wijst hij de goede weg. In deze Zweedse puzzel staat de goede richting al aangegeven; u hoeft alleen nog maar de vakjes in te vullen. Breng vervolgens de letters uit de genummerde vakjes naar de balk onderaan de puzzel met hetzelfde nummer. Bij de juiste oplossing is hier de naam van een etappeplaats te lezen. Zend uw oplossing uiterlijk 28 oktober 2013 naar:
[email protected] of naar Janskerkhof 28A, 3512 BN Utrecht. Onder de inzenders van de juiste oplossing wordt het boek Waar de regen kunst is van Marielle Saegaert verloot. De oplossing van het kruiswoordraadsel in Jacobsstaf 98 is: Koen Dircksen. Een kwart van de 80 inzenders gaf aan dat deze oplossing zowel goed als fout is. Het waren de juiste letters, maar de naam van medeoprichter en erelid van het genootschap luidt namelijk Koen Dircksens, met een s op het eind. Deemoedig heeft de redactie direct haar excuses aangeboden, die door Koen grootmoedig werden aanvaard. J. Pattenier uit Vlissingen is door het lot als prijswinnaar aangewezen. Hij heeft zijn boekenbon inmiddels ontvangen.
COMPOSTELA-ZWEED soort koolraap
roosachtige heester
inhoudsmaat
planeet
onthe ng beursterm
blauwolie
opperwezen
6
briefaanhef
plaaggeest
Franse etappeplaats vereniging
8 inwendig orgaan
boom gemeen
voetbalteam
2 vreemd zwalken
4
laatste voorwaarde
3
niets
zware slag
volkenkundige
onkuis lutetium kamergenoot
houtsoort
Europese taal
lidwoord
asvaas Nederlandse Radio unie
viseter
Chinese munt
9
stap
vogel
uit de Maasstad
5 voertuig
schaakterm
nieuw (in samenst.)
inwendig
halt! internetpagina sine loco
t PuzzelPeertjeTM
plaats in Zeeland
zoetwatervis
soort onkruid
7 met name
1 1
2
3
4
5
6
Jacobsstaf 44
7
8
9
Het Compostelaregister In het Compostelaregister worden de namen en gegevens opgenomen van de Santiagogangers, die een compostela hebben ontvangen. Dit certificaat wordt verstrekt namens de aartsbisschop van Santiago na een voltooide pelgrimstocht. Stuur een kopie van de compostela naar de ledenservice, vergezeld van de ingevulde achterzijde van de brief bij de pelgrimspas. In de Jacobsstaf worden steeds de laatste aanvullingen gepubliceerd. Samenstelling: Harry Wasser (correspondentie:
[email protected]) Aankomst 1995 11-jul 11-jul 2005 7-okt 7-okt 2007 20-apr 20-apr 3-jun 9-jun 2009 30-jun 30-jun 2010 19-jul 2011 1-jun 27-jun 2012 9-apr 23-mei 13-jun 23-jun 25-jun 25-jun 28-jun 28-jun 4-jul 4-jul 4-jul 4-jul 22-jul 31-jul 4-aug 4-aug 7-aug 24-aug 18-sep 25-okt 4-nov 29-nov 2013 17-mrt 8-apr 10-apr 10-apr 10-apr 13-apr 13-apr 14-apr 14-apr 15-apr 15-apr
Naam en Woonplaats
Reiswijze Dagen
Huub Bessems, Eijsden Sjo Vroemen, Eijsden
fiets fiets
18 19
J. Sneeboer, Bergeijk C. Sneeboer-Tillemans, Bergeijk
fiets fiets
30 30
J. Sneeboer, Bergeijk C. Sneeboer-Tillemans, Bergeijk Piet Kuijten, Goirle Cathrien Kok, Amsterdam
voet voet fiets voet
30 30 41 40
Elly Schaap, Heerhugowaard Wim Schaap, Heerhugowaard
fiets fiets
40 40
Jolanda Donley, Noordwijk
voet
16
Piet Nuijten, Dongen Jack Wilting, Wintelre
fiets voet
34 30
Daan Gérard, Budel Ton Hendriks, Meterik Hanneke Reuser, Wassenaar M.G.J. van Haren, Wijchen Rinse Janse, Vlijmen Catharina Janse-Verhaar, Vlijmen Martijn Buitenhuis, Den Haag Nicole de Kluiver, Den Haag Paula van Esveld, Zuiddorpe Albert de Hoop, Nes Ameland Ingrid Magré, Nes Ameland Diana Meertens-Branderhorst, Axel Dineke van Hennik, Geervliet Rik Tenge, Den Haag Jolanda Donley, Noordwijk Frank Kerckhaert, Hengelo Angéline Bos, Amsterdam C. Bijwaard, Bergen(NH) Astrid Aansorgh, Den Haag Inez Hafkamp, Zaandijk J.C. Sollman, Driebergen Joke Stevers-van Wonderen, Berkhout
voet voet voet fiets voet voet voet voet voet voet voet voet voet voet voet fiets voet voet fiets voet voet voet
16 80 11 40 50 31 15 15 95 34 34 95 94 11 36 16 29 49 31 86 30
B.C. Hemerik, Leiden Caroline Rebel, Rotterdam Huig Schouten, Vlist Ariaantje Schouten-Baken, Vlist René Smulders, Boxtel Piet de Blaeij, Axel Theo van der Zee, Terneuzen Joke van Leeuwen, Rumpt Tijmen Stoof, Rumpt Dirk van Mierlo, Laren(NH) Bram van der Wees, Utrecht
voet voet voet voet voet fiets fiets voet voet voet voet
29 7 46 46 38 34 34 42 42 29 11
Aankomst 15-apr 16-apr 16-apr 19-apr 20-apr 20-apr 21-apr 22-apr 23-apr 24-apr 24-apr 26-apr 27-apr 27-apr 28-apr 28-apr 28-apr 29-apr 30-apr 30-apr 30-apr 2-mei 3-mei 4-mei 4-mei 6-mei 6-mei 7-mei 7-mei 7-mei 7-mei 7-mei 7-mei 7-mei 9-mei 9-mei 9-mei 9-mei 9-mei 9-mei 10-mei 10-mei 11-mei 11-mei 11-mei 12-mei 12-mei 14-mei 14-mei 14-mei 14-mei 14-mei 14-mei 15-mei
Naam en Woonplaats Marlies van der Wees, Amsterdam Harry van der Horst, Lopik H.C.A. Manniën, Hoeven Olaf Houben, Weesp Alex de Hoop, Schiedam Guda Huijboom, Koog a/d Zaan Peter Dillen, Breda Jan Willem Schürmann, Dordrecht Frank Weerts, Helmond Joke van Leeuwen, Rumpt Tijmen Stoof, Rumpt Nico Poorthuis, Oldenzaal Hans Koster, Deventer W.M.M. ter Rele, Twello Ans de Bresser-Wolfs, Oisterwijk H.H.M. Meeuwissen, Grathem A.J.M. van Riel, Oisterwijk Rick de Jong, Hilversum Jan Dijkstra, Hasselt Jan Dorleijn, Helmond Willy Smint, Hasselt Wim van der Horst, Ruurlo Alice Barendregt-Quak, Molenhoek John Laeremans, Maastricht Cynthia Rood-van der Heyden, Abbekerk Bart Janssen, Panningen Inge Schröders, Panningen Ria Bloemen, Landgraaf C.J.J. Buts, Hillegom Els Buts-Brouwer, Hillegom Johan van Eijk, Roosendaal Willem de Jong, Sassenheim Jacoline van Luttikhuizen, Putten Frans Somers, Ermelo Rudolf Beekman, Ede Hans Hairwassers, Vught Alex Oostvogel, Laren(NH) Peter Simoons, Bussum Ton Stam, Laren(NH) Tonn Vergouwen, Bavel Toon Hompes, Budel Ton Kleiberg, Veenendaal Maria Laven, Kerkrade Jozef Peters, Echt Hendrina Peters-Laven, Echt Jan Coopmans, Belfeld Mieke Hamelynck-Coomans, Heemstede Ineke Burgmeijer, Heiloo Mieke Kuijper-van der Sande, Limmen Wim Verweij, Wychen Marian Verweij-van Heumen, Wychen Leo Visser, De Meern Gerrit Wieberdink, Den Haag John van de Grift, Noordwijkerhout
45 Jacobsstaf
Reiswijze Dagen voet 11 voet 29 voet 20 voet 12 voet 14 voet 15 voet 11 voet 28 voet 33 voet 10 voet 10 voet 23 voet 28 voet 28 voet 28 voet 16 voet 28 voet 5 voet 14 voet 21 voet 14 voet 33 voet 34 voet 40 voet 31 voet 8 voet 8 voet 32 voet 71 voet 71 voet 28 voet 16 fiets 31 voet 34 voet 27 fiets 22 voet 40 voet 24 voet 40 fiets 22 voet 11 fiets 30 voet 39 voet 39 voet 39 voet 15 voet 5 fiets 36 fiets 36 voet 33 voet 33 voet 33 fiets 29 voet
Aankomst 15-mei 15-mei 15-mei 16-mei 16-mei 16-mei 16-mei 17-mei 17-mei 18-mei 18-mei 18-mei 18-mei 18-mei 20-mei 20-mei 20-mei 20-mei 20-mei 20-mei 20-mei 21-mei 21-mei 21-mei 22-mei 23-mei 23-mei 24-mei 24-mei 24-mei 24-mei 24-mei 24-mei 24-mei 24-mei 25-mei 25-mei 25-mei 25-mei 25-mei 25-mei 26-mei 26-mei 26-mei 27-mei 27-mei 27-mei 27-mei 28-mei 28-mei 28-mei 28-mei 28-mei 28-mei 29-mei 29-mei 30-mei 30-mei 30-mei 30-mei 31-mei 31-mei 31-mei 31-mei 31-mei
Naam en Woonplaats Marijke Kools, Den Bosch Jef Lemmens, Ridderkerk Annelies Vorselaars, Ridderkerk Ben Assies, Naaldwijk Piet Rosenhart, Heemstede J.C.A.W. de Ruijter, Geldrop Jaap Schelling, Strijen Kees van Dijk, Naaldwijk Luuk den Hartog, Nuenen Paul Asselman, Leidschendam Margriet Asselman-van Hoof, Leidschendam Henk Tielemans, Zoetermeer Wilma Tielemans-Smolenaars, Zoetermeer Marry van der Zon, Vriescheloo Saskia Ausums, Purmerend W.H. van Engelen, Vianen J.M.A. van Engelen-van Rooijen, Vianen P.H. Geusebroek, Mijdrecht Kees Keppel, Ameide Alice Tesselaar, Briltil Robert Tesselaar, Briltil T. Nieuwland, Den Haag Leo Treurniet, Delfgauw Laura van Winden, Delfgauw Adrie Zaalberg, Bodegraven Peter Koch, Maastricht Gerda Koch-Trepels, Maastricht Ank Bredewold, Amsterdam Bas Gommans, Venray Peter Janssen, Venraij Henk Kaspers, Amersfoort Phil Kleingeld, Ridderkerk Herman Schokker, Goutum Jan Schokker, Wierden J.H. Scholten, Heiloo Frans Backus, Oosterhout Hans Komarnicki, Wijchen Jan Teeuwen, Den Haag Margriet Teeuwen-van Hout, Den Haag E. Witter, Elburg Gertine Witter, Elburg Frans van Baars, Veghel Jo Gruijters, Helmond J.G.A. Strybosch, Zoetermeer Reyn Bakker, Blokker Eugène René Burger, Vlaardingen Arie van der Lee, Blokker Eugeniò Marquez Alemany, Julianadorp Renée America-van Sas, Den Hout Ellen van den Brink, Zeewolde Gerard Hoezen, Zeewolde Gerard Korsten, Rosmalen Niels Mollenberg, Purmerend Ans Zonneveld-Stuifbergen, Blokker Robert Burgerjon, Leiden H.J. van der Leek, Leiden Lex Bijlsma, Midwoud J.C.H.C. Leenheer, Hoogerheide Hans Neienhuijsen, Terheijden Theo den Otter, Zaandam Jolanda van Beek, Zutphen Th. Fölker, Bemmel Franca Jansen, Warnsveld Ruud Merks, Ammerzoden René van Nassau, Bemmel
Reiswijze Dagen voet 24 f&v 52 f&v 52 voet 30 voet 82 voet 5 voet 33 voet 71 voet 39 voet 33 voet 33 voet 32 voet 32 voet 45 voet 28 fiets 37 fiets 37 voet 24 fiets 25 voet 36 voet 36 voet 16 voet 26 voet 26 voet 60 voet 36 voet 36 voet 17 fiets 28 fiets 28 voet 37 voet 48 fiets 44 fiets 44 fiets 34 voet 12 fiets 25 fiets 43 fiets 43 voet 13 voet 13 voet 14 voet 14 voet 11 voet 42 voet 42 voet 41 voet 28 voet 55 voet 14 voet 14 voet 21 voet 14 voet 30 fiets 33 fiets 33 voet 37 fiets 29 fiets 29 voet 49 voet 14 voet 34 voet 14 voet 34 voet 34 Jacobsstaf 46
Aankomst 31-mei 1-jun 1-jun 1-jun 1-jun 1-jun 1-jun 1-jun 1-jun 1-jun 1-jun 2-jun 2-jun 2-jun 2-jun 3-jun 4-jun 4-jun 4-jun 4-jun 4-jun 4-jun 4-jun 4-jun 4-jun 4-jun 4-jun 5-jun 5-jun 5-jun 5-jun
Naam en Woonplaats Reiswijze Dagen Sikke Roosma, Stiens fiets 35 Wim Bekkers, Etten-Leur fiets 32 Lucie van den Berg, Uden fiets 28 J. van der Heide, Heerenveen voet 18 Bert Huberts, Uden fiets 28 H.G.M.A. Kaptein, Schiedam fiets 32 G. van der Laan, Heerenveen voet 18 Eveline Maring, Heerenveen fiets 37 Koen Oei, Heerenveen fiets 37 Bas Ruigrok, Bergschenhoek fiets 33 Til Ruigrok-Vonk, Bergschenhoek fiets 33 Ywe de Jong, Hilversum voet 34 Jan Penraat, Hilversum voet 30 Mieke Thien, Beuningen voet 121 Huib Zijlmans, Beuningen voet 121 Cees Jansen, Houten fiets 36 Theo van Amersfoort, Hellevoetsluis voet 80 Ph. De Bruijn, Lichtenvoorde voet 12 T.H. de Bruijn-Timmerman, Lichtenvoorde voet 12 Henny Engels-Willems, Druten voet 12 Anita Gerritsen, Ulft voet 36 Ben van Grunsven, Enkhuizen voet 12 Harrie Horstermans, Heythuysen fiets 30 Bart Hubert, Bilthoven voet 12 Elizabeth de Koning-Bergsma, Oosterhout voet 12 Anneke Kuipers, Enkhuizen voet 12 Nieske Span-Hijma, Wirdum voet 12 Adrie Gerritsen, Wijk bij Duurstede voet 33 Bets Gerritsen-van Amerongen, Wijk bij Duurstede voet 33 Wim Hovenier, Schijndel voet 138 Anja de Regt, Schijndel voet 138
(advertentie)
Wilt u pelgrimsroutes op een comfortabele manier wandelen? Alleen of met uw eigen gezelschap? Met gereserveerde hotelletjes en met vervoer van bagage? Met een uitgebreide routebeschrijving en kaartmateriaal? Bel 024 360 64 27 of bezoek onze website www.topo-aktief.nl
Jacobsstaf nr. 99 – Jaargang 25, september 2013 Gedrukte oplage: 12.000 ex. Bereik 2013: 13.500 leden Het Nederlands Genootschap van Sint Jacob is de vereniging van en voor belangstellenden in de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela in Galicië. Lidmaatschap aanmelden en opzeggen U kunt zich als lid laten inschrijven door het aanmeldingsformulier naar het genootschap te sturen. Dit formulier kunt u opvragen bij het Informatiecentrum of downloaden van de website www.santiago. nl. Het lidmaatschap loopt uitsluitend per geheel kalenderjaar. Beëindiging dient vóór 1 december te worden gedaan per brief of e-mail:
[email protected]. De contributie bedraagt € 23,37 inclusief het abonnement op de Jacobsstaf. De contributie voor een ‘inwonend lid’ bedraagt € 17,54 zonder de Jacobsstaf. Het eenmalige inschrijfgeld is € 12,30 per eerste lid per adres. Nieuwe leden ontvangen direct bij inschrijving gratis de pelgrimspas. De bedragen kunnen jaarlijks worden aangepast. Alle bedragen worden door het genootschap automatisch geïncasseerd. Het Genootschap is gevestigd in: Het Huis van Sint Jacob: Janskerkhof 28A, 3512 BN Utrecht Tel: 030-2315391; Fax: 030-2318281 E-mail:
[email protected] Website: www.santiago.nl De openingstijden zijn: Dinsdag van 14 tot 16 uur, Donderdag van 14 tot 16 en van 19 tot 21 uur, Vrijdag van 10 tot 12 uur, Elke tweede, derde en vierde zaterdag van de maand van 11 tot 15 uur. Het Informatiecentrum in Vessem ’t Atelier van de Pelgrimshoeve Kafarnaüm, Servatiusstraat 11, 5512 AJ Vessem (NB). Het is geopend op elke tweede, derde en vierde zaterdag van de maand van 11 tot 15 uur voor informatie over de tocht en aanmelding als lid.
Ereleden Bas Brouwer, Koen Dircksens, Herman Gresnigt †, Jan van Kempen †, Mireille Madou, Jacobus van der Werff en Annet van Wiechen Werkgroepen Het Genootschap kent een aantal werkgroepen en commissies. Voor de juiste gegevens wordt verwezen naar www.santiago.nl Stichting Pelgrimsvrienden van Sint Jacob De Stichting richt zich op het financieel steunen van een aantal specifieke activiteiten die samenhangen met het pelgrimeren naar Santiago de Compostela. Meer informatie op www.pelgrimsvrienden.nl
Jacobsstaf is het orgaan van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob en verschijnt viermaal per jaar. ISSN 0923-11458. Het Informatiecentrum in Sint Jacobiparochie © Nederlands Genootschap van Sint Jacob. “De Groate Kerk”, Oosteinde 1, 9079 KZ St Jacobiparochie (Frl). Het is geopend op elke Redactie tweede en vierde zaterdag van de maand van Bram van der Wees (hoofdredacteur), Jasper 11 tot 15 uur voor informatie over de tocht en Koedam (eindredacteur), Tieleke Huijbers aanmelding als lid. (fotoredacteur), André Brouwer, Karin Abdullah Khan-Feenstra, Freek van der Veen, Ad Gruijters, Bankgegevens Hein Dik ING 5151146 (IBAN: NL41INGB0005151146 en BIC: INGBNL2A) Redactieadres Rabobank 30.25.73.917 Janskerkhof 28A, 3512 BN Utrecht (IBAN: NL53RABO0302573917 en BIC: RABONL2U) E-mail:
[email protected] t.n.v. Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Vormgeving Bestuur Anouk Kwantes, CO2 Premedia, Amersfoort Joost Bol (voorzitter), Daniëlle Lokin (vice-voorzitter), André Brouwer (secretaris), Druk Jan Kousemaker(penningmeester), Monique Drukkerij Wilco, Amersfoort Walrave, Sjaak van der Worp, Henk van Dam en Toine van Moorsel (leden) Aanwijzingen voor de auteurs Bijdragen voor de Jacobsstaf dienen, digitaal in Word, gezonden te worden aan
[email protected]. Voor artikelen geldt als richtlijn een maximumlengte van 1800 woorden. Voeg de illustraties apart toe als jpg-bestand, minimaal 500 en maximaal 1000 kb. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Meningen en feiten zoals die door auteurs worden weergegeven, vallen buiten verantwoordelijkheid van redactie en uitgever. Advertenties kan men inzenden via het redactieadres. Tarieven op aanvraag. Losse nummers zijn, indien nog leverbaar, via het Informatiecentrum te bestellen. 47 Jacobsstaf
‘Meseta’ Afbeelding achterzijde: Meseta (uit de serie Weg naar Santiago), 15 x 25cm., linoleumsnede
15 oktober 1988. De omgeving leek steeds meer op een Hollands landschap: het vlakke oneindige land, de stapelwolken die voortjoegen, en naast me een kaarsrecht kanaal. Toch liep ik hier niet in Holland maar in Spanje, op weg naar Santiago. De hele dag had ik tegen de harde westenwind moeten opboksen en vocht ik tegen de modder die steeds weer aan mijn schoenen kleefde. In de schemering bereikte ik uiteindelijk Fromista. Bij het binnenlopen van het dorp viel mijn oog op een geel papiertje dat op een lantaarnpaal was geplakt. Bij nadere beschouwing bleek het een sticker te zijn van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Ik was hogelijk verbaasd; er bleek dus een organisatie in Nederland te zijn die zich bezig hield met het pelgrimeren naar Santiago, en dat ik dat hier moest ontdekken! Toen ik mij in 1987 voorbereidde op mijn pelgrimstocht had ik niet veel gegevens tot mijn beschikking; er was nog geen internet om alle informatie binnen te laten stromen. Het boek Pelgrimstochten van Jan van Herwaarden met daarin summier beschreven routes, en het verslag van de voettocht van Hans Annink, Een late pelgrim op de melkweg. In het laatstgenoemde boek vond ik het adres van de Franse Société des Amis de Saint Jacques de Compostelle. Na herhaald schrijven en maanden wachten viel een enveloppe door de brievenbus met, naar ik hoopte, de nodige informatie. Dat viel tegen: een algemene brochure, geen routebeschrijvingen, geen paklijst en geen lijst met overnachtingsadressen. Wel een pelgrimspaspoort. Daarmee ben ik 21 juni 1988 op stap gegaan, het ongewisse en onbekende tegemoet. Ruud Harmsen, kunstenaar Een selectie van de door Ruud Harmsen gemaakte linosnedes is te zien op de kapelzolder van de St. Jacobskapel, Glashuis 4, Nijmegen (Jacobskapelnijmegen.nl). Voor meer informatie over Ruud Harmsen en zijn werk: Ruudharmsen.info.