Beste Partijgenoten, Vandaag is het exact tien jaar geleden dat we met een heel klein clubje mensen, een kwartier voor de deadline van de Kiesraad, de Partij voor de Dieren oprichtten. Niet wetend, wat je allemaal over je heen trekt wanneer je een politieke partij opricht. Nu, tien jaar later, ben ik heel blij wat ervan gekomen is. Dat we elkaar hebben leren kennen. Dat we onze zorgen over dieren, natuur en milieu niet hebben laten verworden tot onmacht en frustratie, maar hebben omgezet in strijdbaarheid en gezamenlijke actie. Daar mogen we trots op zijn, en ik heet u allemaal van harte welkom om deze mijlpaal vandaag met elkaar te vieren. Is er iets te vieren dan, zult u zich afvragen. Wij vonden toch dat het een schande was dat er een partij voor de dieren nodig was? En wij vonden toch dat de Partij voor de Dieren zo snel mogelijk overbodig zou moeten worden? Ja natuurlijk is het een schande dat er een partij voor de dieren nodig is, maar het is een feest dat steeds meer Nederlanders niet meer accepteren wat dieren in Nederland en in de rest van de wereld wordt aangedaan. Wij willen niets liever dan overbodig worden. Maar we zullen niet rusten en niet berusten voor het zover is. Onze strijdbaarheid neemt niet af maar groeit juist. Partijgenoten, ik vind het leuk even met jullie terug te kijken naar de afgelopen tien jaar. Nadat de Partij voor de Dieren op 28 oktober 2002 was opgericht kregen we heel veel enthousiaste telefoontjes. Ik herinner me een zeer geëmotioneerde dame die vertelde dat ze negentig was en het geweldig vond dat zij nog meemaakte dat er een partij voor de dieren opgericht werd. Ze was zelf actief geweest in de vrouwenemancipatie en kon zich nog goed herinneren hoe zij met haar medestrijdsters toostte op vrouwenrechten en vegetarisme. Zij voelden zich verbonden met alle groepen, mens of dier, die onderdrukt werden en worden. Er waren mensen die belden om lid te worden en Lieke en ik hadden er naast ons gewone werk bij Bont voor Dieren een dagtaak bij om alle aanmeldingen te verwerken primitief in een excellbestandje. Een van onze eerste vrijwilligers die
meteen in de missie geloofde was Maya Bohan, nog steeds zeer actief voor de Partij. Ook kreeg ik mensen aan de lijn die ons wilden helpen met flyers ontwerpen, websitepagina’s enzovoort. Ze kregen mij aan de telefoon en vroegen, het was twee weken na de oprichting, naar de afdeling communicatie. “Daar spreekt u mee” zei ik dan, evenals er mensen waren die vroegen naar de afdeling financiën in verband met donaties, en ook namens deze afdeling handelden Lieke en ik alle aanvragen af. Het was Jiskefet, maar dan voor de dieren;-) Ton Dekker, Niko Koffeman, Elze Boshart en een aantal anderen werkten intussen aan een eerste programma. Het was bijzonder om te merken dat we tot onze verrassing gezamenlijk tot standpunten kwamen toen we de stellingen van de stemwijzer doornamen. Dierenbeschermers vinden elkaar ook vaak op andere onderwerpen… Maar los van overeenstemming, er moest natuurlijk ook geld komen. Niet alleen voor de borgsom van 11.250 euro, die we dus niet konden inzetten voor een campagne, maar ook geld om posters en flyers te maken, een logo te ontwikkelen en noem maar op. Ik heb een week lang gebeld met mensen waarvan ik wist dat ze een warm hart voor dieren hadden en telkens opnieuw het in de ogen van velen kansloze plan van een Partij voor de Dieren uitgelegd. Vol trots en vertrouwen. Het was zo leuk om mee te maken hoeveel van deze mensen het uiteindelijk toch een prima idee vonden. En zo schraapten we de euro’s bij elkaar. Ik weet nog goed dat we een paar weken na de oprichting een mailtje binnen kregen van Irene Visser, de eigenaresse van Amsterdam House Hotel. Zij vroeg of ze kon helpen. Nou hadden we inmiddels al een aardig groepje mensen dat wel handtekeningen wilde verzamelen in het land om mee te mogen doen in elke kieskring en mensen die posters wilden plakken. Maarrrr de posters moesten wel eerst betaald worden. Groot was onze vreugde toe Irene Visser aanbood om een substantieel campagnebedrag ter beschikking te stellen en mee te helpen met de verzendingen samen met haar medewerkers. Uit eindelijk hebben we met een budget van 30.000 euro meen ik een twee maanden durende campagne gevoerd.
Ik zei al dat er een logo ontwikkeld moest worden. Nou ben ik altijd groot fan geweest van Len Munnik, omdat ook hij voor diverse dierenbeschermingsorganisaties prachtige prenten heeft gemaakt. We kwamen dus al gauw bij hem terecht met het verzoek of hij misschien op vrijwillige basis een logo wilde maken. Het werd een prachtige koe met een megafoon op het Binnenhof. We hebben Len toen gebeld dat we het heel mooi vonden maar of hij het logo toch nog wilde aanpassen. We wilden namelijk niet als Partij buiten de Tweede Kamer staan, maar toch echt in de Tweede Kamer zijn. Dat begreep ie gelukkig en plaatste de koe achter de interruptiemicrofoon van de Tweede Kamer. Irene Visser, die ons echt ongelooflijk veel geholpen heeft, stelde in 2004 een appartement ter beschikking in haar hotel. 2004 was het jaar dat we voor het eerst meededen aan de Europese verkiezingen. Van maandag tot en met donderdag mochten we daar gebruik van maken, maar daarna moest alles opgeborgen worden in de daar aanwezige kasten. Elke week een kleine verhuizing, maar wat was het geweldig om hartje Amsterdam op de ’s Gravenlandseveer te mogen verblijven. In 2004 kwam de partij goed op stoom. Steeds meer bekende Nederlanders lieten via de media weten dat ze sympathie hadden voor de Partij voor de Dieren. Schrijfster Mensje van Keulen, vandaag ook aanwezig en straks geïnterviewd, bracht ons in contact met andere schrijvers en opinieleiders. Ik heb Jan Wolkers gebeld. Hij nam op, ik vertelde wie ik was en hij vroeg “wat wilt u?”. Ik zei dat ik het een grote eer zou vinden als hij lijstduwer zou worden van de Partij voor de Dieren. Hij vond dat een goed idee, maar zag het niet gebeuren dat hij naar het vaste land zou kunnen komen (hij woonde op Texel) voor allerlei administratieve zaken rondom zijn kandidaatstelling. Ik zei natuurlijk dat dat absoluut geen probleem was omdat we één van onze vrijwilligers zouden langs sturen om kopietjes van zijn paspoort en dergelijke op te halen. En zo reed ik een paar dagen later samen met mijn vriend en tweejarig dochtertje naar Texel. In 2004 waren Maarten ’t Hart, Mensje van Keulen, Gerti Bierenbroodspot, Martin Gaus, Belinda Meuldijk, Karen van Holst Pellekaan, Rudy Kousbroek, Paul Cliteur, officieel lijstduwer. Later, in 2006 kwamen daar nog Ivo de Wijs, Georgina Verbaan, Charlie Dee en Kees van Kooten bij. Nog nooit eerder had een politieke
partij zoveel lijstduwers gepresenteerd op een kandidatenlijst. Voor veel mensen werd de Partij voor de Dieren een aantrekkelijke optie. We haalden bij de Europese verkiezingen van 2004 op een haar na een zetel en 2006 kwam de definitieve doorbraak. Harry Mulisch speelde ook een bijzondere rol in de promotie van de Partij voor de Dieren. Maarten ’t Hart had te horen gekregen van de Kiesraad dat hij niet op de kandidatenlijst van de Partij voor de Dieren mocht staan omdat hij zich niet kon legitimeren. Maarten ’t Hart is principieel weigeraar van de identificatieplicht en had dus geen paspoort. Het feit dat hij zich in persoon kon legitimeren was voor de Kiesraad onvoldoende, want hoe wist men nu zeker dat hij Maarten ’t Hart was. Een hilarische kwestie die leidde tot een rechtszaak bij de Raad van State. Geweldig veel publiciteit uiteraard voor onze partij. Ik zou het woord voeren in de rechtszaal en Maarten ‘t Hart zou met me meegaan, met Koninklijke onderscheiding opgespeld die hij immers zonder zich te hebben gelegitimeerd, van Hare Majesteit had gekregen nog geen jaar daarvoor. Afijn, de kranten stonden er vol van. Twee dagen voor de rechtszaak belde Harry Mulisch me mobiel. Ik kon mijn oren niet geloven! Hij vroeg of hij geen lijstduwer mocht zijn in plaats van Maarten ’t Hart. Hij had namelijk wel een paspoort. Helaas was de termijn voor nieuwe kandidaten op de lijst verstreken, maar ik vroeg hem of hij mee wilde naar de Raad van State, samen met mij en Maarten. Dat vond hij prima en zo kon het gebeuren dat ik de twee gedecoreerde heren ’s ochtends ophaalde bij hen thuis en we afreisden naar de Kneuterdijk in Den Haag. Ik had gelukkig mijn videocamera meegenomen en heb hen beiden van te voren geïnterviewd over dierenrechten. Een stukje hiervan zit in de documentaire. Voor de kandidatenlijst van 2006 had Maarten ’t Hart speciaal een paspoort aangevraagd. Beste mensen, de lijstduwers waren ook bereid onze radiospotjes in te spreken. Kees van Kooten heeft samen met Niko Koffeman de teksten bedacht voor zowel deze commercials als voor enkele internet animatiefilmpjes die we lieten maken. U moet zich eens voorstellen hoe dat voelt, naar een verkiezingsoverwinning gedragen worden door de helden uit je middelbare schooltijd!
Het was enorm multitasken in het begin, maar we konden ons dankzij donaties in 2005 een partijcoördinator veroorloven. Dat werd Esther Ouwehand. Esther kreeg hulp van hele trouwe vrijwilligers die, vaak van ver kwamen om de enveloppen vol te stoppen met flyers, nieuwsbrieven en niet te vergeten acceptgiro’s of hielpen bij computerzaken. Ik noem Irma Vogel, Ruud van Beijen, Menno Herstel, Sylvia den Bleker, Ans Rotteveel, Alex Romijn en vele anderen…. Een hectische tijd, waarin een Amerikaanse professor ons benaderde met de vraag of we ons realiseerden dat we de eerste partij in de wereldgeschiedenis waren die non-humans centraal stelde in haar verkiezingsprogramma. Nee, dat hadden we ons niet gerealiseerd, maar we waren en zijn daar wel héél trots op! De aandacht voor onze partij groeide. In 2005 hebben we veel opzien gebaard met onze campagne tegen de Europese Grondwet. We konden goedkoop ruimte krijgen op alle stations in Nederland voor posters met informatie over de dieronvriendelijkheid van de Europese Grondwet. Op de posters stond “Wie ja zegt tegen deze grondwet, zegt ja tegen stierenvechten, ganzenlever, kievietseieren rapen en de bio-industrie”. De campagne was een doorn in het oog van de zich diervriendelijk noemende partijen GroenLinks, PvdA en D66. Zij waren volkomen verrast door onze analyse dat Europa een ramp was voor dieren. Ze hadden het al die tijd verkocht als goed voor dieren, natuur en milieu maar hadden er niet bij vermeld dat ondermeer in de grondwet werd vastgelegd dat de enige doelstelling voor de landbouw productievergroting moest zijn. Megastallen dus. Onze campagne tegen de EU grondwet vormde de doorbraak in de buitenlandse pers. We hadden koeiendekjes laten maken met groot de tekst BOE in het EU logo en zo liepen er, meen ik, twintig koeien met die dekjes in de wei. We kwamen in het NOS journaal en alle landelijke kranten en dekjes konden weer af, dachten we. Maar we werden gebeld door CNN, de Franse nationale televisie en andere buitenlandse media. Ze wilden het graag filmen. We zijn weer teruggegaan naar de stal, dekjes er weer omheen, je wilt niet weten hoezeer we geleefd werden naast onze toch al drukke banen bij Bont voor Dieren en Wakker Dier.
Mei 2005 begonnen we een e-mail reddingsactie om een wit zwijntje, dat met haar familie in de bossen bij Vierhouten woonde, tegen jagers te beschermen. Met de actie wilde de Partij voor de Dieren Staatsbosbeheer ertoe bewegen het witte biggetje in bescherming te nemen. Staatsbosbeheer had laten weten dat Sneeuwvlokje als ie in het jachtseizoen op een afschotplek zou komen, "er hoogstwaarschijnlijk tussenuit geschoten zal worden". Als reden werd door jagers de "noodzaak van kleurzuiverheid van het ras" aangevoerd. Inmiddels had het witte zwijntje de naam Sneeuwvlokje gekregen voor extra bescherming. De zomer van 2005 werd de zomer van Sneeuwvlokje. We besloten dat er een standbeeld moest komen om sneeuwvlokje te beschermen. Het standbeeld inclusief sokkel werd alleen telkens gestolen, dus zo kon het gebeuren dat Esther bijna elke maandag een nieuw betonnen beeld van sneeuwvlokje moest bestellen. Op een gegeven moment hebben we een GPS systeem in de sokkel aan laten brengen, precies toen lieten de dieven de sokkel staan en namen alleen het standbeeld mee. Ik heb toen aangifte gedaan bij de politie, kortom, het hield ons zeer van de straat;-) Sneeuwvlokje is het symbool van de wreedheid achter de biggenjacht geworden. Voor het eerst sinds jaren werd er weer gediscussieerd over de zinloze en wrede zwijnenjacht die elk jaar duizenden zwijnenlevens kost. Eind 2005 werd Sneeuwvlokje in diverse jaaroverzichten op TV en kranten genoemd en zelfs genomineerd als dier van het jaar 2005. Eind 2005 kwam ik in contact met Nicolaas Pierson in Bangkok die in de Telegraaf had gezegd dat hij zou willen dat er politieke actie ondernomen zou worden tegen dierenleed, maar dat hij daar zelf niet meer toe in staat was omdat hij ernstig ziek was. Ik heb hem een brief geschreven, en diezelfde week belde hij me met de vraag of ik weleens in Bangkok was. Ik heb ‘m gezegd dat ik de maandag daarop in Bangkok zou zijn, en dat ik graag met hem wilde spreken over onze revolutie. Dat is gebeurd en Niek heeft vrijwel onze hele campagne in 2006 gefinancierd en is naamgever geworden van ons wetenschappelijk bureau.
Ook de hulp van Jan-Peter Cruiming, oprichter van de nationale vacaturebank en Jobbird, is enorm geweest. Zowel Pierson als Cruiming hadden een liberale achtergrond, voelden zich in hun ondernemerschap aangetrokken tot de VVD, maar in hun compassie met dieren en milieu tot de Partij voor de Dieren. Dat is het unieke van onze partij. We brengen mensen van allerlei achtergronden bijeen, gelovig en ongelovig, links en rechts, jong en oud, vanuit een overstijgend belang dat niet past in de oude tegenstellingen. Ik kan hier onmogelijk alle mensen die een belangrijke bijdrage geleverd hebben met naam en toenaam noemen, maar ik ben iedereen zeer dankbaar en hun bijdrage is in m’n geheugen gegrift! Dat alles leidde ertoe dat we in 2006 met twee vertegenwoordigers in de Kamer gekozen werden. Bij de eerste kennismaking met Koningin Beatrix heb ik een boek met kindertekeningen en persoonlijke gedachten van dierenbeschermers aangeboden getiteld: “Majesteit er is iets mis met de dieren”. We spreken over twee dagen na de verkiezingen. We waren tot veel in staat: kindertekeningen en verhalen verzamelen, boek naar de binderij, allemaal precies op tijd klaar. Zat ik daar met het boek op schoot in de Koninklijke wachtkamer van het Noordeinde omringt door lakeien, toen ik tot mijn schrik dacht te zien dat het lint om het boek verkeerd was gemonteerd. Ik dacht er goed aan te doen om dat even weg te halen en vroeg om een schaar. Het bleek helaas toch van enig belang te zijn voor de binding van het boek, maar ik had het inmiddels al verwijderd. Later hoorde ik van Esther, dat juist het lint de boekbinder tot diep in de nacht aan het werk had gehouden. Beste mensen, op de nieuwjaarsreceptie van de Koningin in 2007 kwam ik aan een tafeltje te staan met minister van Staat Max van der Stoel. Hij vroeg me of ik me wel realiseerde hoeveel invloed de Partij voor de Dieren had gekregen en dat hij daar met verbazing en bewondering naar keek. Daar moest ik dit weekend aan denken toen partijgenoot Hilda Veenstra mij via Twitter wees op een Australische website die geheel gewijd is aan de film Meat the Truth van ons wetenschappelijk bureau. De internationaal bekroonde documentaire die inmiddels vertaald is in negen talen.
Beste mensen, toen het nieuwe kabinet geïnstalleerd werd en minister Maria van der Hoeven op het bordes bij installatie kabinet Balkenende IV het nodig vond om met een vos om haar nek te poseren, besloot ik om een vos van vilt te dragen tijdens het eerste debat in de plenaire zaal. Tijdens het eerste debat over de nota dierenwelzijn dienden we eenenveertig moties in over alle dierenwelzijnsonderwerpen waarover de andere partijen beloften hadden gedaan, en ook dat leverde geweldig politiek en publicitair rumoer op. Vijfentachtig procent van het debat over de landbouwbegroting ging over dieren, ongekend, vond ook minister Veerman. In een later debat wilde Esther voorbeeldetiketten aanbieden aan Landbouwcommissievoorzitter Annie Schreijer tijdens een debat over het etiketteren van dierlijke producten in de winkel. Annie Schreijer wilde dat niet aannemen, omdat dat volgens haar niet zou mogen. Debat werd stilgelegd, het reglement van orde werd erbij gepakt. Bleek het toch te mogen. We hebben alles gedaan om dieren op de agenda te krijgen terwijl ze tot dat moment in de Kamer vooral op de menukaart van het Kamerrestaurant stonden. Toen we bij een ander debat vroegen de paling als bedreigde diersoort niet langer in de Kamer te serveren, hebben we daar een hoofdelijke stemming over aangevraagd. Zo wilden we ook de zich activist noemende Kamerleden als Diederik Samsom kleur laten bekennen. Hij stemde voor toastjes paling in de Kamer. Kamerlid Mei Li Vos van de PvdA noemde de hoofdelijke stemming over paling een dieptepunt uit haar politieke carrière. De motie werd verworpen, maar een jaar later besloot de Kamervoorzitter Gerdi Verbeet alsnog de paling uit het Kamerrestaurant te weren. We voeren heel veel acties binnen en buiten de Kamer. Ik herinner me nog een hele leuke actie uit 2010. De werkgroep Overijssel had een protestbijeenkomst georganiseerd samen met een Fuchsiateler tegen de bouw van een megastal voor 5700 geiten in Zeldam naast die Fuchsiateler. We hebben Twentenaren toen opgeroepen een fuchsia voor hun raam te plaatsen in het kader van “fuchsia de megastallen”. De krant Tubantia raakte er niet over uitgeschreven.
En in de tussentijd waren we naast alle acties in en buiten de kamer druk met de oprichting van een wetenschappelijk bureau, de Nicolaas G. Pierson Foundation, die vandaag alweer haar derde documentaire presenteert, onze jongerenorganisatie PINK, onze partijorganisatie, afdelingen, werkgroepen, een College van Advies, congressen organiseren, kortom het zijn bewogen jaren geweest. Ik zou tien jaar kunnen vullen met dit verhaal, maar ik zal dat niet doen omdat het onpraktisch zou zijn. En u krijgt straks nog een prachtige documentaire te zien van Joost de Haas, in opdracht van ons wetenschappelijk bureau de NGPF over de eerste tien jaar Partij voor de Dieren. Beste mensen, ik wil nog even kort vooruitblikken. We hebben heel veel bereikt, maar we zijn er nog lang niet helaas. Het beschermen van het belang van de zwaksten tegen het recht van de sterkste, is een taak die meer tijd vergt dan deze tien jaar. Veel mensen denken dat het naïef is wat we willen, een einde maken aan de bioindustrie. Mensen als Aalt Dijkhuizen van de Wageningen Universiteit en Louise Fresco denken dat er juist een verdergaande intensivering van de veehouderij nodig is en zal gaan plaatsvinden om de wereld te voeden. Andere mensen denken dat voor een wezenlijk andere koers die ons voor ogen staat meerdere generaties nodig zouden zijn. Ze vergissen zich! De wereld zal heel snel gaan veranderen. De wijze waarop we de economie hebben ingericht heeft ons enorme welvaart gebracht maar dreigt nu enorme ecologische schade aan te richten. Als mensen tot dit inzicht komen kunnen we in korte tijd de wereld anders inrichten. Partijgenoten, we zijn de eerste partij die aangeeft dat economische groei niet de oplossing is, maar het probleem. Dat de aarde genoeg biedt voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht. En dat dat niet alleen een inzicht van Gandhi is, maar dat we dat aan den lijve zullen gaan ondervinden. Ons perspectief zal een veel breder verhaal blijken dan dat van de single issuepartijen die zich alleen maar blindstaren op de kortetermijnbelangen van de westerse mens en zijn geld.
Wij zijn de enige partij met een planeetbreed programma, en we zullen er hard aan werken ook anderen daarvan te overtuigen en van de urgentie om dat in te gaan zien. En gaan we dan onze naam veranderen, hoor ik sommigen van u denken. Nee, niet als het aan mij ligt. Natuurlijk, ik weet het, in alle stemwijzers scoorden we bij heel veel kiezers heel hoog, in de top drie, maar veel kiezers konden zich niet voorstellen dat ze op de Partij voor de Dieren zouden stemmen. Daar kan je toch niet mee aankomen bij je collega’s? Dát is wat we moeten veranderen, beste mensen, het dédain waarmee mensen naar dieren kijken, en niet onze naam. De ongemakkelijkheid die onze naam bij velen veroorzaakt, is het begin van een noodzakelijke verandering. Partijen die niet vast houden aan hun idealen maar gaan zwalken zijn ten dode opgeschreven. We liggen op koers, doordat we vast houden aan onze idealen. Toen we in 2006 in de Kamer gekozen werden was het CDA bijna vijftien keer zo groot als onze partij. Inmiddels zijn ze in stemmen nog maar vier keer zo groot. Dat wordt het begin van de afschaffing van de bio-industrie, de plezierjacht en heel veel ander dierenleed. En het begin van het inzicht dat we de draagkracht van de aarde zullen moeten respecteren. Ondanks de crisis, waarbij veel mensen de neiging hebben aan het kortetermijn eigenbelang te denken, groeide onze partij met vijfenveertig procent en hebben we de beste verkiezingsuitslag uit onze geschiedenis behaald. Over niet al te lange tijd verwacht ik nieuwe verkiezingen en zal onze grote doorbraak een feit worden. We hebben de dieronvriendelijke meerderheid in de Tweede Kamer wegggekregen en in 2015 zal dat ook het geval zijn in de Eerste Kamer. We hebben weinig geduld, maar een groot uithoudingsvermogen. We hebben een sterke ambitie om van de wereld een plek te maken waar mededogen en duurzaamheid de leidende beginselen zijn.
Ik hoop dat we samen verder kunnen op de ingeslagen weg. Want dat belooft wat! Dank u wel!