Cultuureducatie, geen vak apart
Uitvoeringsplan Theo Thijssen
Inleiding
Op Educatief Centrum Theo Thijssen wordt gewerkt aan een ononderbroken ontwikkeling van kinderen van 0-‐13 jaar. Het ondernemend leren staat centraal in de aanpak van het centrum. Binnen de kaders van het strategisch beleidsplan van Archipel -‐waar vaardigheden als creativiteit, communicatie en kritisch denken hoog in het vaandel staan-‐ wil het Educatief Centrum graag professionaliseren op cultuureducatie. Hierbij wordt een natuurlijke verbinding gemaakt met het professionaliseren van het aanbod en de deskundigheid van medewerkers op het gebied van de 21e eeuwse vaardigheden. Het doel van dit project is verdieping en vernieuwing van het huidige aanbod voor kunstzinnige oriëntatie op het Educatief Centrum en te komen tot een volledig cultuuraanbod. Dit gebeurt volgens een integrale aanpak die: 1. past bij de identiteit en organisatie van dit Educatieve Centrum (ondernemend leren); 2. bijdraagt aan het speerpunt van het Educatief Centrum: 'opbouwende feedback kunnen geven aan elkaar over elkaars product en elkaars proces'. 3. voldoet aan de gestelde kerndoelen voor kunstzinnige oriëntatie; 4. van hoge kwaliteit is; 5. en tevens vorm geeft aan 21e eeuwse vaardigheden.
Projectdoelstellingen
Het nieuwe en verdiepte aanbod voor kunstzinnige oriëntatie en 21e eeuwse vaardigheden op Educatief Centrum Theo Thijssen wordt tot stand gebracht door: 1. in beeld te krijgen op welke domeinen van kunst en cultuur er een aanbod moet worden gedaan aan kinderen en wat hierbij de doorlopende leerlijnen zijn, 2. uit welke activiteiten/middelen/methoden men vervolgens kan putten om de doelen op de doorlopende leerlijnen te borgen. Voor stap 1 en 2 wordt op het centrum een instrument ontwikkeld met daarin een overzicht van de doorlopende leerlijnen en de passende middelen, activiteiten en het aanbod in de buurt bij culturele instellingen, en ook hoe deze activiteiten over het schooljaar in zowel de school als de kinderopvang kunnen worden aangeboden. Daarnaast wordt er aandacht besteedt aan deskundigheidsbevordering van medewerkers en het leggen van duurzame verbindingen tussen het Educatief Centrum en de culturele omgeving. Op deze manier krijgt het aanbod voor kunst en cultuur en 21e eeuwse vaardigheden een boost.
1
Er wordt jaarlijks op groepsniveau en in de BSO geëvalueerd hoe de kwaliteit van het cultureel aanbod en het aanbod voor 21e eeuwse aardigheden is toegenomen, zowel in de breedte van het aanbod als in de kwaliteit, als in de deskundigheid van medewerkers. Naar aanleiding hiervan worden telkens verbeterpunten opgesteld en doorgevoerd. Het instrument met het overzicht van passende middelen, activiteiten en aanbod in de buurt blijft altijd in ontwikkeling. Naast het instrument voor passende Ondernemend leren middelen, activiteiten en aanbod in de buurt Op het Educatief Centrum worden ongeveer drie keer per jaar workshopmiddagen georganiseerd waarin zal in dit project het bestaande instrument kinderen aan de slag kunnen met ondernemend van het Educatief Centrum voor leren. Naast het aanbieden van cultuureducatie ondernemend leren worden verdiept en gedurende het schooljaar zijn de workshop-‐ geborgd (dit is een stappenplan). Het momenten van dit Educatief Centrum dus bijzonder stappenplan helpt kinderen om hun eigen geschikt om culturele of kunstzinnige thema's, talenten en initiatieven werkelijk te technieken of domeinen te verdiepen. ontplooien. Binnen dit project wil het Educatief Centrum een verbinding maken tussen de workshops voor Ten slotte is één van de speerpunten van het ondernemend leren en cultuureducatie, 21e eeuwse vaardigheden en talentontwikkeling, zonder al te Educatief Centrum het opbouwend feedback kunnen geven aan elkaar over elkaars product sturend te worden naar de kinderen wat betreft de vorm en inhoud van hun workshops. Het en elkaars proces. Dit speerpunt geldt voor doorontwikkelen van het instrument voor onder-‐ kinderen en medewerkers. Om dit te nemend leren is hierbij cruciaal. bereiken zullen tevens instrumenten worden ontwikkeld en zullen het instrument voor Om echter de doorlopende leerlijn van kunstzinnige ondernemend leren en het instrument voor oriëntatie te borgen wordt er ook in het 'normale' passende middelen beide aandacht besteden onderwijsaanbod aandacht besteed aan cultuur-‐ aan het geven en ontvangen van feedback. educatie. Hier wordt het andere instrument -‐voor passende middelen-‐ ingezet.
Samenvatting
In dit project ontwikkeld Educatief Centrum Theo Thijssen 3 instrumenten: 1. Een overzicht van passende middelen, activiteiten, aanbod in de buurt bij culturele instellingen, etc. voor elk domein van cultuureducatie en op een doorgaande leerlijn van groep 1-‐8 en voor de BSO en kinderopvang. 2. Een doorontwikkeling van het stappenplan voor ondernemend leren. 3. Een set aan instrumenten om feedback te kunnen geven aan elkaar over elkaars product en elkaars proces. Dit zijn instrumenten voor kinderen en voor medewerkers.
Projectdoelen
1. vernieuwd en verdiept aanbod voor kunstzinnige oriëntatie en 21e eeuwse vaardigheden in de school en de kinderopvang 2. deskundigheidsbevordering van medewerkers op kunstzinnige oriëntatie en 21e eeuwse vaardigheden 3. verdiepen en borgen stappenplan voor ondernemend leren 4. een set aan instrumenten ontwikkelen om feedback te kunnen geven aan elkaar over elkaars product en elkaars proces. Deze instrumenten koppelen aan het stappenplan voor ondernemend leren en het overzicht van passende middelen.
2
Aanpak, opgesplitst per jaar
Jaar 1 Instrument voor passende middelen ontwikkelen -‐ start middenbouw en BSO In jaar 1 wordt het instrument voor passende middelen, activiteiten en aanbod in de buurt bij culturele instellingen ontwikkeld voor de middenbouw en de BSO. Concreet betekent dit dat de Coördinator Cultuureducatie (hier en daar geholpen door de ict Coördinator) gedurende jaar 1 de doorlopende leerlijn en de doelen voor de middenbouw van de zeven domeinen van kunst en cultuur (beeldende vorming, muziek, dans, drama, media educatie, cultureel erfgoed en literatuur) in beeld brengt. Vervolgens zoekt de Coördinator Cultuureducatie hier passende activiteiten, middelen en aanbod in de buurt bij en maakt een overzicht in een instrument. Dit wordt waarschijnlijk een Word document. Dit instrument wordt ingezet in de school en in de kinderopvang (BSO). De middelen, activiteiten en het aanbod in de buurt bij culturele instellingen voldoen idealiter aan vijf kenmerken: 1. ze richten zich op de technieken van het domein (voor zover dit mogelijk is), zodat de uitvoering in de workshops kan plaatsvinden en er dan geen tijd verloren gaat aan het onder de knie krijgen van de techniek; 2. ze bevatten ict en nieuwe media, zodat de 21e eeuwse vaardigheid 'informatievaardigheid' meegenomen wordt; 3. ze bevatten samenwerkingsvormen, zodat de 21e eeuwse vaardigheid 'samenwerken' meegenomen wordt; 4. ze behelzen leerdoelen op meerdere domeinen. Dit levert een efficiëntieslag op; 5. ze geven handvatten om tips en tops te geven. Dit helpt bij het speerpunt van het Educatief Centrum om opbouwende feedback te leren geven en ontvangen. Om dit te kunnen realiseren zijn uren voor de Coördinator Cultuureducatie nodig. Zij moet vervolgens toegang hebben tot de leerlijnen en doelen van de zeven domeinen van kunst en cultuur en passende activiteiten, middelen en aanbod in de buurt kunnen vinden. Ook moet zij het instrument delen met haar collega's van de kinderopvang. Resultaat einde jaar 1 Aan het einde van jaar 1 is het instrument voor passende middelen zo ver gevuld dat er activiteiten, middelen en aanbod klaar staan op elk domein van cultuureducatie, passend bij de doorlopende leerlijn van de middenbouw en passend bij de BSO, waarbij een groot deel van de activiteiten en middelen aandacht schenkt aan 21e eeuwse vaardigheden en het geven van opbouwende feedback. Deskundigheidsbevordering Medewerkers krijgen dit schooljaar de gelegenheid om educatieve toepassingen van de tablet in het onderwijs en de kinderopvang te onderzoeken. Er worden een paar workshops gegeven aan medewerkers en voor kinderen waarbij het gebruik van verschillende apps gedemonstreerd wordt. Dit gebeurt op een toegankelijke en leuke manier. Onder leiding van de ict Coördinator en haar werkgroep worden geschikte apps voor cultuureducatie, zaakvakken en voor de kinderopvang onderzocht. Geschikte apps kunnen tevens worden toegevoegd aan het instrument voor passende middelen. Medewerkers maken aan het einde van dit schooljaar afspraken over hoe de tablet in te zetten in de kinderopvang en de school het komende schooljaar.
3
Tevens wordt er op een studiedag aandacht besteed aan het ondernemend leren. Met het verbeterde stappenplan wordt het ondernemend leren -‐ en de invulling die medewerkers hier aan geven -‐ nog eens goed bekeken. Om dit te kunnen realiseren zijn (scholings)uren voor de medewerkers nodig, met name voor de ict Coördinator en haar werkgroep. Ook is inhuur van experts voor de workshops nodig. Daarnaast moeten medewerkers toegang hebben tot tablets, internet en apps. Resultaat einde jaar 1 -‐ Medewerkers hebben meer inzicht in de mogelijkheden van de tablet en hebben kennis over verschillende apps voor cultuureducatie, zaakvakken en voor in de kinderopvang -‐ Er zijn afspraken gemaakt over hoe de tablet ingezet wordt in het komende schooljaar in de kinderopvang en de school -‐ Het ondernemend leren staat weer scherp op ieders netvlies Stappenplan voor ondernemend leren verdiepen en borgen Het bestaande stappenplan voor ondernemend leren wordt verder uitgewerkt door het leerteam, zodat het het ondernemend leren nog beter ondersteunt en structuur geeft aan het uitwerken en realiseren van de ondernemende plannen van kinderen. Het leerteam informeert de rest van de medewerkers over het verbeterde stappenplan. Tevens wordt er aandacht besteed aan het borgen van het stappenplan in de praktijk. Om dit te kunnen realiseren zijn uren voor het leerteam nodig. Resultaat einde jaar 1 Aan het einde van jaar 1 is er een kwalitatief hoogstaand en geborgd stappenplan voor ondernemend leren. Opbouwende feedback geven over elkaars product en elkaars proces Het werken met tips en tops wordt uitgebreid en er wordt door de Coördinator Cultuureducatie actief gezocht naar meer instrumenten en technieken om het geven van opbouwende feedback over proces en product te stimuleren, zowel voor medewerkers als voor kinderen. Ook in het instrument voor passende middelen wordt hier aandacht aan besteed. De medewerkers besteden aandacht aan dit onderwerp op een studiedag. Om dit te kunnen realiseren zijn uren voor medewerkers nodig, met name voor de Coördinator Cultuureducatie. Zij moet toegang hebben tot instrumenten en technieken om het geven van opbouwende feedback over proces en product te stimuleren. Tevens moet er een externe expert worden ingehuurd voor de studiedag over opbouwende feedback. Resultaten einde jaar 1 -‐ Er is een meetbare toename in het werken met tips en tops -‐ Medewerkers en kinderen zijn beter in het geven van opbouwende feedback. Dit zien we terug in de kwaliteit van de feedback -‐ Er is een groter scala aan methoden en technieken voorhanden (ten opzichte van start jaar 1) om het geven van opbouwende feedback over proces en product te stimuleren
4
Jaar 2 Middenbouw en BSO werken met het instrument voor passende middelen De middenbouw geeft haar cultuureducatie en 21e eeuws onderwijs vorm aan de hand van het ontwikkelde instrument. Hierbij wordt gekeken naar de doorlopende leerlijn voor alle domeinen. De kinderen werken waar het kan samen en met de tablet of met andere moderne technologie. Ze geven elkaar waar mogelijk tips en tops over het proces en het resultaat. In de BSO wordt het instrument waar gewenst ingezet. Ook hier werken/spelen de kinderen met de tablet of met andere moderne technologie. Resultaat einde jaar 2 De medewerkers stellen aan het begin van jaar 2 kwaliteitsindicatoren en een nulmeting vast en evalueren aan het einde van het jaar of de kwaliteit van cultuureducatie en 21e eeuws onderwijs is toegenomen. Met de resultaten van de evaluatie verbetert de middenbouw haar cultuureducatie en 21e eeuws onderwijs in jaar 3. Hetzelfde gebeurt voor de ontwikkeling van de vaardigheid van opbouwende feedback geven. In de BSO wordt bekeken of het instrument en de technologie nog verder ingezet kan worden. Instrument voor passende middelen -‐ start bovenbouw In jaar 2 wordt het instrument voor passende middelen, activiteiten en aanbod in de buurt bij culturele instellingen ontwikkeld voor de bovenbouw. Concreet betekent dit dat de Coördinator Cultuureducatie (hier en daar geholpen door de ict Coördinator) gedurende jaar 2 de doorlopende leerlijn voor de bovenbouw van de zeven domeinen van kunst en cultuur (beeldende vorming, muziek, dans, drama, media educatie, cultureel erfgoed en literatuur) in beeld brengt en hier vervolgens passende activiteiten, middelen en aanbod in de buurt voor zoekt en deze opneemt in het instrument. Dit instrument wordt ingezet in de school en in de kinderopvang (BSO). De middelen, activiteiten en het aanbod in de buurt bij culturele instellingen voldoen idealiter aan vijf kenmerken: 1. ze richten zich op de technieken van het domein (voor zover dit mogelijk is), zodat de uitvoering in de workshops kan plaatsvinden en er dan geen tijd verloren gaat aan het onder de knie krijgen van de techniek 2. ze bevatten ict en nieuwe media, zodat de 21e eeuwse vaardigheid 'informatievaardigheid' integraal aangeleerd wordt 3. ze bevatten samenwerkingsvormen, zodat de 21e eeuwse vaardigheid 'samenwerken' integraal aangeleerd wordt 4. ze behelzen leerdoelen op meerdere domeinen. Dit levert een efficiëntieslag op 5. ze geven handvatten om tips en tops te geven. Dit helpt bij het speerpunt van het Educatief Centrum om opbouwende feedback te leren geven en ontvangen. Om dit te kunnen realiseren zijn uren voor de Coördinator Cultuureducatie nodig. Zij moet vervolgens toegang hebben tot de leerlijnen en doelen van de zeven domeinen van kunst en cultuur en passende activiteiten, middelen en aanbod in de buurt kunnen vinden. Ook moet zij het instrument delen met haar collega's van de kinderopvang. Resultaat einde jaar 2 Aan het einde van jaar 2 is het instrument voor passende middelen zo ver gevuld dat er activiteiten, middelen en aanbod klaar staan op elk domein van cultuureducatie, passend bij de doorlopende leerlijn van de bovenbouw en passend bij de BSO, waarbij een groot deel van de activiteiten en middelen aandacht schenkt aan 21e eeuwse vaardigheden en het geven van opbouwende feedback.
5
Deskundigheidsbevordering Er wordt in jaar 2 op het domein 'drama' een expert ingeschakeld op één van de studiedagen om de kwaliteit van de medewerkers op dit domein te stimuleren (kinderopvang en onderwijs). Ook wordt er in jaar 2 een studiedag besteed aan het verder stimuleren van 21e eeuwse vaardigheden met een externe expert (kinderopvang en onderwijs). Ten slotte zal op de laatste studiedag aandacht worden besteed aan de verbetering/evaluatie in het geven van opbouwende feedback van kinderen en medewerkers (kinderopvang en onderwijs). Om dit te kunnen realiseren zijn (scholings)uren voor de medewerkers nodig. Ook is inhuur van experts voor de studiedagen nodig. Resultaat einde jaar 2 -‐ Op het domein drama is de deskundigheid toegenomen. Dit wordt zichtbaar doordat medewerkers meer handen en voeten kunnen geven aan dit domein in hun werk -‐ Medewerkers hebben handvatten om 21e eeuwse vaardigheden te implementeren in hun onderwijs en in de kinderopvang. Dit wordt zichtbaar doordat er meer gewerkt wordt aan 21e eeuwse vaardigheden -‐ Medewerkers en kinderen zijn beter in het geven van opbouwende feedback. Dit zien we terug in de kwaliteit van de feedback Stappenplan voor ondernemend leren verdiepen en borgen Aan het einde van jaar 1 is er een kwalitatief hoogstaand en geborgd stappenplan voor ondernemend leren. Kinderen gaan in jaar 2 zelf workshops geven m.b.v. het stappenplan van het ondernemend leren. Resultaat einde jaar 2 Kinderen geven zelf workshops met het stappenplan. Opbouwende feedback geven over elkaars product en elkaars proces Het werken met tips en tops wordt uitgebreid en er wordt door de Coördinator Cultuureducatie actief gezocht naar meer instrumenten en technieken om het geven van opbouwende feedback over proces en product te stimuleren, zowel voor medewerkers als voor kinderen. Ook in het instrument voor passende middelen wordt hier aandacht aan besteed. Naar aanleiding van de studiedag in jaar 1 wordt het geven van opbouwende feedback tussen collega's gestimuleerd. Om dit te kunnen realiseren zijn uren voor medewerkers nodig, met name voor de Coördinator Cultuureducatie. Zij moet toegang hebben tot instrumenten en technieken om het geven van opbouwende feedback over proces en product te stimuleren. Resultaten einde jaar 2 -‐ Er is een meetbare toename in het werken met tips en tops -‐ Medewerkers en kinderen zijn beter in het geven van opbouwende feedback. Dit zien we terug in de kwaliteit van de feedback -‐ Er is een groter scala aan methoden en technieken voorhanden (ten opzichte van start jaar 2) om het geven van opbouwende feedback over proces en product te stimuleren
6
Jaar 3 Boven-‐, middenbouw en BSO werken met het instrument voor passende middelen De boven-‐ en de middenbouw geven hun cultuureducatie en 21e eeuws onderwijs vorm aan de hand van het ontwikkelde instrument. Hierbij wordt gekeken naar de doorlopende leerlijn voor alle domeinen. De kinderen werken waar het kan samen en met de tablet of met andere moderne technologie. Ze geven elkaar waar mogelijk tips en tops over het proces en het resultaat. In de BSO wordt het instrument waar gewenst ingezet. Ook hier werken/spelen de kinderen met de tablet of met andere moderne technologie. Resultaat einde jaar 3 De medewerkers stellen aan het begin van jaar 3 kwaliteitsindicatoren en een nulmeting vast en evalueren aan het einde van het jaar of de kwaliteit van cultuureducatie en 21e eeuws onderwijs is toegenomen. Met de resultaten van de evaluatie verbeteren de midden-‐ en de bovenbouw hun cultuureducatie en 21e eeuws onderwijs in het volgende schooljaar. Hetzelfde gebeurt voor de ontwikkeling van de vaardigheid van opbouwende feedback geven. In de BSO wordt bekeken of het instrument en de technologie nog verder ingezet kan worden. Instrument voor passende middelen -‐ start onderbouw en kinderdagverblijf In jaar 3 wordt het instrument voor passende middelen, activiteiten en aanbod in de buurt bij culturele instellingen ontwikkeld voor de onderbouw en voor het kinderdagverblijf. Concreet betekent dit dat de Coördinator Cultuureducatie (hier en daar geholpen door de ict Coördinator) gedurende jaar 3 de doorlopende leerlijn voor de onderbouw van de zeven domeinen van kunst en cultuur (beeldende vorming, muziek, dans, drama, media educatie, cultureel erfgoed en literatuur) in beeld brengt en hier vervolgens passende activiteiten, middelen en aanbod in de buurt voor zoekt en deze opneemt in het instrument. Dit instrument wordt ingezet in de school en in de kinderopvang. De middelen, activiteiten en het aanbod in de buurt bij culturele instellingen voldoen idealiter aan vijf kenmerken: 1. ze richten zich op de technieken van het domein (voor zover dit mogelijk is), zodat de uitvoering in de workshops kan plaatsvinden en er dan geen tijd verloren gaat aan het onder de knie krijgen van de techniek 2. ze bevatten ict en nieuwe media, zodat de 21e eeuwse vaardigheid 'informatievaardigheid' integraal aangeleerd wordt 3. ze bevatten samenwerkingsvormen, zodat de 21e eeuwse vaardigheid 'samenwerken' integraal aangeleerd wordt 4. ze behelzen leerdoelen op meerdere domeinen. Dit levert een efficiëntieslag op 5. ze geven handvatten om tips en tops te geven. Dit helpt bij het speerpunt van het Educatief Centrum om opbouwende feedback te leren geven en ontvangen. Om dit te kunnen realiseren zijn uren voor de Coördinator Cultuureducatie nodig. Zij moet vervolgens toegang hebben tot de leerlijnen en doelen van de zeven domeinen van kunst en cultuur en passende activiteiten, middelen en aanbod in de buurt kunnen vinden. Ook moet zij het instrument delen met haar collega's van de kinderopvang. Resultaat einde jaar 3 Aan het einde van jaar 3 is het instrument voor passende middelen zo ver gevuld dat er activiteiten, middelen en aanbod klaar staan op elk domein, passend bij de doorlopende leerlijn van alle bouwen en passend bij de kinderopvang. Een groot deel van de activiteiten en middelen schenkt aandacht aan 21e eeuwse vaardigheden en het geven van opbouwende feedback.
7
Deskundigheidsbevordering Er worden in jaar 3 twee studiedagen besteed aan het verder stimuleren van cultuureducatie en 21e eeuwse vaardigheden met externe experts (kinderopvang en onderwijs). Ten slotte zal er op een studiedag aandacht worden besteed aan de verbetering/evaluatie in het geven van opbouwende feedback van kinderen en medewerkers (kinderopvang en onderwijs). Om dit te kunnen realiseren zijn (scholings)uren voor de medewerkers nodig. Ook is inhuur van experts voor de studiedagen nodig. Resultaat einde jaar 3 -‐ Medewerkers hebben handvatten om 21e eeuwse vaardigheden te implementeren in hun onderwijs en in de kinderopvang. Dit wordt zichtbaar doordat er meer gewerkt wordt aan 21e eeuwse vaardigheden -‐ Medewerkers en kinderen zijn beter in het geven van opbouwende feedback. Dit zien we terug in de kwaliteit van de feedback Stappenplan voor ondernemend leren verdiepen en borgen Kinderen geven in jaar 3 zelf workshops m.b.v. het stappenplan van het ondernemend leren. Opbouwende feedback geven over elkaars product en elkaars proces Het werken met tips en tops wordt uitgebreid en er wordt door de Coördinator Cultuureducatie actief gezocht naar meer instrumenten en technieken om het geven van opbouwende feedback over proces en product te stimuleren, zowel voor medewerkers als voor kinderen. Ook in het instrument voor passende middelen wordt hier aandacht aan besteed. Naar aanleiding van de studiedag in jaar 1 wordt het geven van opbouwende feedback tussen collega's gestimuleerd. Om dit te kunnen realiseren zijn uren voor medewerkers nodig, met name voor de Coördinator Cultuureducatie. Zij moet toegang hebben tot instrumenten en technieken om het geven van opbouwende feedback over proces en product te stimuleren. Resultaten einde jaar 3 -‐ Er is een meetbare toename in het werken met tips en tops -‐ Medewerkers en kinderen zijn beter in het geven van opbouwende feedback. Dit zien we terug in de kwaliteit van de feedback -‐ Er is een groter scala aan methoden en technieken voorhanden (ten opzichte van start jaar 3) om het geven van opbouwende feedback over proces en product te stimuleren
8
Wat moet er elk jaar georganiseerd worden? Checklist per jaar
Jaar 1 Voor het instrument voor passende middelen -‐ De Coördinator Cultuureducatie heeft uren nodig om het instrument voor passende middelen te maken. -‐ Zij moet vervolgens toegang hebben tot de leerlijnen en doelen van de zeven domeinen van kunst en cultuur en passende activiteiten, middelen en aanbod in de buurt kunnen vinden. -‐ Vervolgens moet zij het instrument delen met haar collega's van het onderwijs en de kinderopvang. Voor de deskundigheidsbevordering -‐ Tablets en overige technologie aanschaffen -‐ Internetverbinding en -‐abonnement regelen -‐ Medewerkers hebben tablets en internet nodig om te kunnen experimenteren. -‐ De workshops aan medewerkers en voor kinderen waarbij het gebruik van verschillende apps gedemonstreerd wordt moeten georganiseerd worden. -‐ De ict Coördinator en haar werkgroep moeten in de gelegenheid komen om geschikte apps voor cultuureducatie, zaakvakken en voor de kinderopvang te onderzoeken -‐ Medewerkers moeten aan het einde van dit schooljaar afspraken maken over hoe de tablet in te zetten in de kinderopvang en de school het komende schooljaar. -‐ De studiedag voor ondernemend leren moet gepland en georganiseerd worden. -‐ Eventuele ouderavonden organiseren -‐ Openingen-‐ en sluitingen organiseren -‐ Passende materialen en methoden aanschaffen Voor het stappenplan voor ondernemend leren Het leerteam moet in de gelegenheid komen om het stappenplan voor ondernemend leren verder uit te werken en de rest van de medewerkers te informeren over het verbeterde stappenplan. Voor opbouwende feedback geven over elkaars product en elkaars proces -‐ De Coördinator Cultuureducatie heeft uren nodig om te zoeken naar meer instrumenten en technieken om het geven van opbouwende feedback over proces en product te stimuleren, zowel voor medewerkers als voor kinderen. -‐ Zij moet toegang hebben tot instrumenten en technieken om het geven van opbouwende feedback over proces en product te stimuleren. -‐ Er een externe expert worden ingehuurd voor de studiedag over opbouwende feedback. Deze studiedag moet worden gepland en georganiseerd. Opleverstukken einde jaar 1 -‐ Instrument passend middelen -‐ Afsprakenlijst over hoe de tablet ingezet wordt in het komende schooljaar in de kinderopvang en de school -‐ Lijst met geschikte apps -‐ Het verbeterde stappenplan voor ondernemend leren -‐ Lijst met methoden, instrumenten en technieken om het geven van opbouwende feedback over proces en product te stimuleren -‐ Overzicht van de gemeten toename in het werken met tips en tops -‐ Onderzoekje naar de toename van de kwaliteit van de feedback van kinderen en medewerkers in dit schooljaar
9
Jaar 2 Voor het instrument voor passende middelen -‐ De Coördinator Cultuureducatie heeft uren nodig om het instrument voor passende middelen te maken. -‐ Zij moet vervolgens toegang hebben tot de leerlijnen en doelen van de zeven domeinen van kunst en cultuur en passende activiteiten, middelen en aanbod in de buurt kunnen vinden. -‐ Vervolgens moet zij het instrument delen met haar collega's van het onderwijs en de kinderopvang. -‐ De medewerkers van de middenbouw geven cultuureducatie en 21e eeuws onderwijs vorm aan de hand van het ontwikkelde instrument. In de BSO wordt het instrument waar gewenst ingezet. -‐ De medewerkers stellen aan het begin van jaar 2 kwaliteitsindicatoren en een nulmeting vast en evalueren aan het einde van het jaar of de kwaliteit van cultuureducatie en 21e eeuws onderwijs is toegenomen. Met de resultaten van de evaluatie verbetert de middenbouw haar cultuureducatie en 21e eeuws onderwijs in jaar 3. Hetzelfde gebeurt voor de ontwikkeling van de vaardigheid van opbouwende feedback geven. In de BSO wordt bekeken of het instrument en de technologie nog verder ingezet kan worden. -‐ Excursies organiseren Voor de deskundigheidsbevordering -‐ De studiedagen voor 'drama' en 21e eeuwse vaardigheden moeten gepland en georganiseerd worden. -‐ De studiedag met aandacht voor de verbetering/evaluatie in het geven van opbouwende feedback van kinderen en medewerkers (kinderopvang en onderwijs) moet gepland en georganiseerd worden. -‐ Eventuele ouderavonden organiseren -‐ Openingen-‐ en sluitingen organiseren -‐ Passende materialen en methoden aanschaffen Voor opbouwende feedback geven over elkaars product en elkaars proces -‐ De Coördinator Cultuureducatie heeft uren nodig om te zoeken naar meer instrumenten en technieken om het geven van opbouwende feedback over proces en product te stimuleren, zowel voor medewerkers als voor kinderen. -‐ Zij moet toegang hebben tot instrumenten en technieken om het geven van opbouwende feedback over proces en product te stimuleren. Opleverstukken einde jaar 2 -‐ Instrument passend middelen -‐ Verslag van het inzetten van het instrument passend middelen in de middenbouw en de BSO -‐ Overzicht van de kwaliteitsindicatoren en de nulmeting van cultuureducatie en 21e eeuws onderwijs in de middenbouw aan het begin van het jaar en de meting aan het einde van het jaar -‐ Verbeterplan middenbouw voor cultuureducatie en 21e eeuws onderwijs in jaar 3. -‐ Verslag toename kwaliteit van domein 'drama' -‐ Uitgebreidere lijst met methoden, instrumenten en technieken om het geven van opbouwende feedback over proces en product te stimuleren -‐ Onderzoekje naar de toename van de kwaliteit van de feedback van kinderen en medewerkers in dit schooljaar
10
Jaar 3 Voor het instrument voor passende middelen -‐ De Coördinator Cultuureducatie heeft uren nodig om het instrument voor passende middelen te maken. -‐ Zij moet vervolgens toegang hebben tot de leerlijnen en doelen van de zeven domeinen van kunst en cultuur en passende activiteiten, middelen en aanbod in de buurt kunnen vinden. -‐ Vervolgens moet zij het instrument delen met haar collega's van het onderwijs en de kinderopvang. -‐ De medewerkers van de midden-‐ en de bovenbouw geven cultuureducatie en 21e eeuws onderwijs vorm aan de hand van het ontwikkelde instrument. In de BSO wordt het instrument waar gewenst ingezet. -‐ De medewerkers stellen aan het begin van jaar 3 kwaliteitsindicatoren en een nulmeting vast en evalueren aan het einde van het jaar of de kwaliteit van cultuureducatie en 21e eeuws onderwijs is toegenomen. Met de resultaten van de evaluatie verbeteren de midden-‐ en de bovenbouw hun cultuureducatie en 21e eeuws onderwijs in het komende schooljaar. Hetzelfde gebeurt voor de ontwikkeling van de vaardigheid van opbouwende feedback geven. In de BSO wordt bekeken of het instrument en de technologie nog verder ingezet kan worden. -‐ Excursies organiseren Voor de deskundigheidsbevordering -‐ Tablets en overige technologie aanschaffen -‐ De studiedagen voor het stimuleren van cultuureducatie en 21e eeuwse vaardigheden moeten gepland en georganiseerd worden. -‐ De studiedag met aandacht voor de verbetering/evaluatie in het geven van opbouwende feedback van kinderen en medewerkers (kinderopvang en onderwijs) moet gepland en georganiseerd worden. -‐ Eventuele ouderavonden organiseren -‐ Openingen-‐ en sluitingen organiseren -‐ Passende materialen en methoden aanschaffen Voor opbouwende feedback geven over elkaars product en elkaars proces -‐ De Coördinator Cultuureducatie heeft uren nodig om te zoeken naar meer instrumenten en technieken om het geven van opbouwende feedback over proces en product te stimuleren, zowel voor medewerkers als voor kinderen. -‐ Zij moet toegang hebben tot instrumenten en technieken om het geven van opbouwende feedback over proces en product te stimuleren. Opleverstukken einde jaar 3 -‐ Instrument passend middelen -‐ Verslag van het inzetten van het instrument passend middelen in de middenbouw, bovenbouw en de BSO -‐ Overzicht van de kwaliteitsindicatoren en de nulmeting van cultuureducatie en 21e eeuws onderwijs in de midden-‐ en de bovenbouw aan het begin van het jaar en de meting aan het einde van het jaar -‐ Verbeterplan midden-‐ en bovenbouw voor cultuureducatie en 21e eeuws onderwijs voor komend schooljaar. -‐ Uitgebreidere lijst met methoden, instrumenten en technieken om het geven van opbouwende feedback over proces en product te stimuleren -‐ Onderzoekje naar de toename van de kwaliteit van de feedback van kinderen en medewerkers in dit schooljaar
11