CULTUUR
BURGERSCHAP 1
CULTUUR Het gedrag dat we met name door onze opvoeding en scholing hebben ontwikkeld, noemen we cultuur. Heel duidelijk is dat bij taal. Het vermogen tot spreken heeft iedereen van nature. Maar of je Nederlands, Chinees of een bepaald dialect gaat spreken, wordt met name bepaald door de mensen die je opvoeden. Het kenmerkende van cultuur is dat het is aangeleerd. Maar niet alles wat je aanleert, hoort bij cultuur. Nagelbijten bijvoorbeeld is iets wat sommige mensen zichzelf hebben aangeleerd, maar we rekenen deze gewoonte niet tot cultuur. Alleen gewoontes en gebruiken die typerend zijn voor een groep, horen bij de cultuur van die groep. Gewoontes en gebruiken worden vaak tradities genoemd. Ze vormen de basis van ons dagelijkse denken en handelen en beïnvloeden onze waarden, normen en identiteit. Rituelen zijn tradities met een plechtig karakter zoals het maken van een kruisteken (dit doen katholieke gelovigen). We spreken van folklore als het gaat om tradities die nog wel bekend zijn, maar niet meer algemeen worden gebruikt. Er wonen in Nederland allerlei groepen mensen met een eigen cultuur. Een groep mensen met een eigen cultuur noemen we een cultuurgroep. Cultuurgroepen We onderscheiden drie soorten cultuurgroepen: - groepen met de dominante cultuur - groepen met een subcultuur - groepen met een tegencultuur. De dominante cultuur
Tulpen, klompen en molens zijn in het buitenland de belangrijkste cultuurelementen van Nederland. Maar molens komen oorspronkelijk uit Iran, tulpen uit Turkije en klompen uit Frankrijk. De kerstboom en de paashaas dan? Nee, ook die komen uit het buitenland. Ze zijn in de negentiende eeuw door Duitse immigranten meegenomen. Autochtone Nederlanders wilden er in die tijd zelfs niets van weten. Er zijn zaken die de meeste inwoners van Nederland belangrijk en vanzelfsprekend vinden. Ze vormen samen de dominante cultuur. Meestal zijn dit zaken die al lange tijd tot onze cultuur behoren.
2
Belangrijke voorbeelden daarvan zijn:
Het gezag van de Nederlandse overheid wordt erkend. We spreken zo veel mogelijk de Nederlandse taal. Iedereen mag vrij zijn mening uiten. We respecteren de opvattingen van anderen. We beslissen op een democratische wijze. Mannen en vrouwen zijn gelijkwaardig.
Daarnaast kent onze dominante cultuur veel tradities die door een meerderheid van de bevolking als belangrijk worden ervaren. Een aantal bekende tradities:
pakjesavond (Sinterklaas) kerstboom neerzetten (Kerstmis) vrijmarkt (Koninginnedag) oliebollen eten (Oud en Nieuw) beschuit met muisjes (geboorte) kaarsjes uitblazen (verjaardag) haring happen
3
stamppot eten 4 & 5 mei vieren (Dodenherdenking en Bevrijdingsdag) Abraham of Sarah zien (50 jaar worden) Moederdag en Vaderdag vieren schaatsen en ijspret erwtensoep eten drop eten
Subculturen Een cultuur die voor een deel afwijkt van de dominante cultuur, noemen we een subcultuur. In de basiswaarden komt ze wel overeen met de dominante cultuur. Voorbeelden van subculturen zijn:
de hippiebeweging (tussen 1960 en 1975) Hippies verzetten zich tegen de kapitalistische en materialistische maatschappij. Het waren vaak jongeren met lange haren en felgekleurde kleding. De idealen van de hippies zijn nog deels terug te vinden bij milieuorganisaties en linkse politieke partijen. de gabbercultuur vanaf 1995 Gabber betekent eigenlijk vriend of maatje. De term wordt ook gebruikt voor jongeren die feesten bezoeken waar gabbermuziek (muziek met een snel ritme) wordt gedraaid. Ze dragen vaak een trainingspak en hebben een kaal hoofd of hebben het hoofdhaar in de nek opgeschoren. een groep rijke mensen die golft, casino’s bezoekt, in dure restaurants dineert en in dure auto´s rijdt zeer streng godsdienstige groepen en partijen hooligans Dit zijn mensen (meestal mannen) die structureel gewelddadig gedrag vertonen tijdens en rond voetbalwedstrijden.
4
Tegenculturen Een cultuur die zich verzet tegen de dominante, heersende cultuur door het verwerpen van het gezag en de heersende waarden en normen, noemen we een tegencultuur. Voorbeelden van tegenculturen zijn:
De kraakbeweging (vanaf 1970) De punkcultuur (vanaf 1975); Punk is Engels voor tuig. Punkers zijn tegen de bestaande orde. Punkers herken je aan veel militaire kleding, kettingen, buttons, hangslotjes, veiligheidsspelden en piercings. Neonazi’s; Dit zijn mensen die de idealen van de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog nog steeds nastreven. Ze beschouwen het blanke West-Europese ras als superieur en zien joden en allochtonen als vijand. Skinheads; Een kaalgeschoren hoofd is het meest opvallende kenmerk van skinheads. Ze zijn tegen drugsgebruik, dragen vaak laarzen met witte veters en vormen een hechte ‘familie’. Er zijn verschillende skinheadachtige groepen die variëren van liefhebbers van elektronische dansmuziek tot gewelddadige rechts-extremistische groepen.
Culturen veranderen Iedereen en elke groep heeft waarden en normen die bij die waarden horen. Waarden veranderen niet of nauwelijks, maar zijn niet overal ter wereld gelijk. Normen passen zich aan als de leefwijze van mensen verandert. Er zijn drie oorzaken waardoor onze dominante cultuur constant verandert:
technische ontwikkelingen jongeren die zich afzetten tegen oudere generaties de beïnvloeding uit andere culturen.
De Verenigde Naties gaan ervan uit dat er waarden zijn die voor alle mensen gelden. Die zijn vastgelegd in de Universele verklaring van de rechten van de mens. Verschillen per cultuur Waarden en normen verschillen per cultuurgroep. In onze dominante cultuur is het bijvoorbeeld beleefd om iemand met wie je spreekt aan te kijken. In sommige andere culturen is dat juist onbeleefd en behoor je de ander niet aan te kijken. Dat kan leiden tot misverstanden. In onze dominante cultuur betekent ‘niet aankijken’ dat je liegt of niet geïnteresseerd bent in de persoon met wie je spreekt. Een paar uur te laat komen, een boer laten of buigen voor gasten wordt in Nederland meestal niet gewaardeerd. In China, Japan en in veel Afrikaanse landen zijn dat normale gebruiken. Het is daarom belangrijk rekening te houden met culturele verschillen. Het persoonlijke contact In veel culturen is het persoonlijke contact van groot belang. Een persoonlijke benadering is vaak het meest effectief als je iets van iemand wilt. Daarbij wordt een respectvolle houding gewaardeerd en beloond. Wees je daarbij altijd bewust van eigen vooroordelen.
5
Non-verbale communicatie Mensen met verschillende culturen verstaan of begrijpen elkaar soms niet. Het letten op nonverbale communicatie is dan extra belangrijk. - Lichaamshouding. De houding waarmee iemand staat, zit en loopt, zegt iets over die ander. Met lichaamstaal worden boodschappen uitgezonden. Een dominante houding herken je aan mensen met het hoofd achterover en het lichaam recht. Een onderdanige houding herken je aan mensen met het hoofd voorovergebogen en neergeslagen ogen. Buigen of knielen, benadrukt de onderdanigheid van personen. Gebaren. Veel gebaren hebben binnen een cultuur of subcultuur een bepaalde betekenis, maar niet overal dezelfde. Het Amerikaanse OK-gebaar (een cirkel die wordt gemaakt met duim en wijsvinger) is in veel Zuid-Amerikaanse landen een onzedelijk gebaar, in Frankrijk betekent het nul en in Japan drukt men er geld mee uit. In Thailand is het beledigend om iemand met de vinger aan te wijzen en het liftersgebaar is in veel Afrikaanse landen onzedelijk. Amerikaanse en Noordwest-Europese vrouwen gebaren minder dan mannen. Zij hebben meer oogcontact. Vrouwen uit landen rond de Middellandse Zee doen juist het tegenovergestelde. Ze mijden elk publiekelijk oogcontact, vooral met mannen. - Oogcontact. Aanhoudend oogcontact is in veel Aziatische en Afrikaanse culturen, vooral tussen mensen van ongelijke status, onbeleefd. Degene die staart, probeert de ander te domineren. Aanraken en afstand. Aanraken is een makkelijke vorm van communicatie. Het kan zorg en intimiteit uitdrukken of agressie en overheersing. In West-Europa en Amerika raken vrouwen meer aan dan mannen. Jongens leren om andere jongens niet aan te raken. Veel mannen verwarren aanraken met erotiek en tederheid met verwijfdheid. In Zuiden Midden-Amerika en in landen rond de Middellandse Zee is aanraken tussen mannen veel gebruikelijker. Westerlingen raken vreemden alleen per ongeluk aan. In bussen en treinen verontschuldigen ze zich zelfs als ze iemand aanraken. Wat mag, hangt af van het beroep, de leeftijd en de omstandigheden. Een arts mag zijn patiënt natuurlijk wel aanraken. En voetballers omhelzen elkaar na een doelpunt of een overwinning wel op het veld, maar niet in de kleedkamer of onder de douche. De afstand tussen mensen die contact met elkaar hebben, varieert per cultuur. Mensen uit Arabische landen en ZuidAmerikanen staan dichter bij elkaar dan westerse mensen. Maar ook in het Westen zijn er verschillen. Britten bijvoorbeeld staan meestal zo’n 20 cm verder uit elkaar dan Nederlanders. Daardoor ervaren Nederlanders Britten als afstandelijk en zij ons als opdringerig. Door de verkeerde afstand te kiezen, voelen mensen zich niet op hun gemak en het kan onnodige spanningen oproepen. Inburgeren Inburgeren betekent ‘wennen aan de nieuwe woonplaats’. Mensen die vanuit het buitenland in Nederland komen wonen, komen vaak uit een andere cultuur en spreken meestal niet of nauwelijks Nederlands. Er wordt wel verwacht dat ze voor zichzelf kunnen zorgen. Daarvoor is kennis van de Nederlandse taal, de Nederlandse samenleving en de arbeidsmarkt nodig. Bij het zoeken van werk, het doen van boodschappen of een bezoek aan de dokter moet iemand Nederlands kunnen spreken en verstaan. De verplichte inburgeringcursus besteedt daarom veel aandacht aan het spreken en schrijven en hoe mensen in Nederland met elkaar omgaan.
6