Constructie en Validatie van een Algemene Computervaardigheid Vragenlijst (ACV)
Afstudeeronderzoek van Sharon Klinkenberg Vrij doctoraal Universiteit van Amsterdam Begeleiders:
Noor Christoph Bert Bredeweg Peter Molenaar
15 november 2004 Eindversie Studentnummer 9911685
Samenvatting De toenemende rol die de computer in de huidige westerse samenleving inneemt, vereist van zijn gebruikers een zekere mate van vaardigheid. Deze is nodig om te kunnen voldoen aan de eisen die vanuit de maatschappij worden gesteld met betrekking tot informatie technologie. Gezien de centrale rol van de informatie technologie is het van belang om te weten hoe vaardig mensen zijn in het gebruik van de computer. Omdat er een gebrek is aan gevalideerde meetinstrumenten op het gebied van computervaardigheid, richt dit onderzoek zich op het construeren van een betrouwbare en valide algemene computervaardigheidsvragenlijst (ACV). Middels twee experimenten is een vragenlijst ontwikkeld met een hoge betrouwbaarheid en een hoge validiteit. Er hebben twee keer N=75 proefpersonen deelgenomen aan de experimenten. De validiteit van de vragenlijst is onderzocht door de items van de geconstrueerde vragenlijst te correleren met objectieve gedragsmetingen. De voor het eerste experiment gebruikte vragenlijst van 68 items leverde 47 valide vragen op. De gereviseerde versie leverde in experiment twee 58 valide vragen op.
2
Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding Kennis en vaardigheid Meten van vaardigheid Validiteit in eerder onderzoek Construct definitie Hypothese en verwachtingen Methode experiment één Proefpersonen Materialen Procedure Resultaten experiment één Methode experiment twee Proefpersonen Materialen Procedure Resultaten experiment twee Modelpassing Discussie Literatuur Bijlage één Bijlage twee
2 4 5 6 7 10 13 14 14 14 17 18 24 24 24 25 26 29 30 34 35 40
3
Inleiding In het huidige informatietijdperk vervult de personal computer een centrale rol. De computer als cognitief artefact is niet langer fictie maar feit. Gezien de hoeveelheid beschikbare informatie is het niet meer mogelijk alles te onthouden. Het kunnen vinden van en werken met informatie is daardoor belangrijker geworden. Terwijl de computer in het bedrijfsleven nagenoeg onmisbaar is, neemt deze ook in het onderwijs een steeds grotere plaats in. Kinderen maken al op jonge leeftijd kennis met de personal computer. Het biedt een alternatieve leeromgeving en schept de vaardigheden die later in het bedrijfsleven nodig zullen zijn. Uit onderzoek van Goodson et al. (1996) blijkt dat de opkomst van informatie technologie onvermijdelijk is en dat computervaardigheden noodzakelijk zijn voor het kunnen functioneren op de arbeidsmarkt. Gezien de algemene toegankelijkheid van informatie technologie en de rol die deze in de moderne samenleving heeft ingenomen, blijkt dit idee bewaarheid te worden. Uit onderzoek van het Committee on information technology literacy (CITL, 1999) blijken de Verenigde Staten steeds meer een informatie maatschappij te worden. Hierbij is de invloed van de computer van groot belang. Een computer voert niet alleen routinetaken uit, zoals het beheren van netwerken, maar kent vele functies. Mensen gebruiken e-mail om contact te onderhouden met vrienden en familie, beheren hun financiën in een spreadsheet, doen online hun bankzaken, gebruiken gespecialiseerde softwareprogramma’s voor hun hobby’s en het World Wide Web om informatie te zoeken. Ook in Nederland is deze tendens zichtbaar. Zowel in privé als zakelijk opzicht speelt de computer in ons land een grote rol. Men schrijft steeds minder met de pen, maakt meer digitale vakantiefoto’s, raadpleegt het World Wide Web voor informatie en gebruikt diverse softwareprogramma’s om de verzameling recepten, boeken en cd’s te catalogiseren. Ook op de werkvloer is de computer niet meer weg te denken. De administratie van een bedrijf wordt bijgehouden op de computer en het merendeel van de werkzaamheden vereist het gebruik van een computer. Het CITL (1999) geeft als voorbeeld de situatie van een winkelbediende, die vroeger alleen met een kassa werkte. Dezelfde winkelbediende werkt vandaag de dag met een voorraadsysteem, transactiesysteem, creditcard systeem en andere bedrijfssystemen. Deze systemen zijn allen geïntegreerd binnen het bedrijf en het gebruik ervan is vanzelfsprekend. Mensen worden van alle kanten gestimuleerd om gebruik te maken van computers. De belastingdienst stimuleert mensen om hun jaarlijkse aangifte per computer te doen en banken adverteren met het gemak van elektronisch bankieren. Om gebruik te kunnen maken van de computers op de werkvloer en de computer ook in privé opzicht te gebruiken, is het voor mensen van belang dat zij met betrekking tot de computer een bepaalde mate van vaardigheid bezitten.
De toenemende integratie van informatie technologie in de samenleving maakt kennis omtrent iemands computervaardigheid misschien wel even belangrijk als het intelligentie niveau. Door de
4
enorme toepassing van de computer op zoveel gebieden is een afdoende vaardigheid essentieel. De ontwikkeling van computervaardigheidstests staat in vergelijking met intelligentietests echter nog in de kinderschoenen. Om computervaardigheid te bepalen is informatie nodig over wat iemand nu werkelijk kan met een computer. Een valide en betrouwbare test kan deze informatie verschaffen. De validiteit en betrouwbaarheid van zo’n instrument zijn van belang voor een consistente en realistische meting van computervaardigheid. Als het mogelijk is individuele vaardigheden te achterhalen middels een vragenlijst dan levert dat een aantal toepassingsgebieden op. Deze vragenlijst kan gebruikt worden als voortgangsindicator voor onderwijs in computervaardigheid, als onafhankelijke variabele in onderzoek, bij werkevaluatie en als instrument voor personeelsselectie. Een bijkomend voordeel zijn de kostenbesparingen die een vragenlijst met zich mee brengt. Het meten van computervaardigheid zou met een vragenlijst ongeveer vijftien minuten in beslag nemen. Een test waarbij vaardigheid gemeten wordt achter computers neemt al snel een uur in beslag en vereist veel en duur onderzoeksmateriaal. Een vragenlijst kan snel, goedkoop en bij grote groepen tegelijk worden afgenomen.
De afgelopen jaren is er voornamelijk onderzoek gedaan naar computer gebruik, attitudes, angst, stress en percepties ten opzichte van de computer. Wat betreft de ontwikkeling van vaardigheidstests blijkt er op het punt van constructdefinitie nauwelijks consensus aanwezig. Op het gebied van de validiteit van deze studies blijkt nog weinig onderzoek verricht. Het doel van dit onderzoek is het construeren van een betrouwbare en valide algemene computervaardigheidstest in de vorm van een zelfrapportage vragenlijst. Voor zelfrapportage is kennis omtrent de eigen vaardigheden nodig. Deze zelfkennis omtrent de eigen vaardigheid zal voor een valide test overeen moeten komen met de werkelijke eigen vaardigheden. Hierbij rijst de vraag of het bezitten van kennis omtrent bepaalde computervaardigheden ook betekent dat er naar deze kennis gehandeld wordt. Kennis en vaardigheid In de cognitieve psychologie worden twee hoofdgebieden van kennis onderscheiden: declaratieve en nondeclaratieve kennis. Declaratieve kennis is bewust toegankelijk. Hierin wordt een onderscheid gemaakt tussen episodische en semantische declaratieve kennis. Episodische declaratieve kennis is de kennis over specifieke gebeurtenissen, semantische declaratieve kennis is feitenkennis. Nondeclaratieve kennis is niet bewust toegankelijk. Een onderdeel van nondeclaratieve kennis is procedurele kennis. Procedurele kennis is de onbewuste kennis over gewoonten, vertrouwde handelingen en ongeschreven regels (Tulving, 1985; Squire, 1987). Vaardigheid is een product van zowel declaratieve als nondeclaratieve kennis. Dit betekent dat de te verrichten handelingen zowel bewust als onbewust tot stand kunnen komen. Omdat vaardigheden voort kunnen komen uit zowel bewuste als onbewuste processen zou dit een discrepantie tussen declaratieve kennis over de eigen vaardigheid en de feitelijke eigen vaardigheid kunnen veroorzaken. Handelingen die voortkomen uit 5
onbewuste processen zijn immers moeilijk bewust toegankelijk. Geautomatiseerde procedurele kennis of vaardigheden worden naarmate de tijd verstrijkt steeds minder toegankelijk voor de bewuste herinnering (Anderson, 1990; Baker, 1994; Reder & Schunn, 1996; Veenman, 1993). Uit onderzoek van Veenman (2003) blijkt dat kennis omtrent de eigen vaardigheden niet overeen komt met de feitelijke eigen vaardigheden. In een meta-analyse naar zelfrapportage omtrent het construct metacognitie bleek geen significante correlatie aanwezig te zijn tussen het geobserveerde gedrag en de zelfrapportage. De oorzaak hiervoor zoekt Veenman onder andere in de ontoereikendheid van het geheugen en het sociaal wenselijk invullen van de vragen. Het onderwerp waar Veenman zich op richtte ging over de metacognitieve vaardigheden van proefpersonen met betrekking tot hun eigen studiegedrag. omdat computervaardigheid geen psychologisch construct is, is het naar verwachting beter zelf in te schatten. Om inzicht te krijgen in de verschillende methoden om vaardigheid te meten zullen de kenmerken en de voor en nadelen hiervan uiteen gezet worden. Meten van vaardigheid Voor het meten van gedrag kunnen twee benaderingen gehanteerd worden. Enerzijds kan er gemeten worden door middel van zelfrapportage, hierbij wordt de eigen mening over het eigen gedrag gemeten. Anderzijds kunnen er objectieve gedragswaarnemingen plaats vinden, waarbij het gedrag enigszins objectief bepaald wordt. Zelfrapportage gebeurt meestal door middel van het invullen van een vragenlijst. Dit stelt de onderzoeker in staat meerdere proefpersonen tegelijkertijd te onderzoeken. In tegenstelling tot een individueel gesprek of een hardop denk protocol kost dit relatief weinig tijd. Een vragenlijst kan bestaan uit open vragen, meerkeuze vragen en antwoordschalen. Open vragen kunnen methodologisch gezien de meeste problemen opleveren. Gezien de veelheid aan antwoordmogelijkheden is een systematische analyse moeilijk en zal de data eerst gecontroleerd en gecodeerd moeten worden. Het voordeel van open vragen is dat onverwachte categorieën alsnog aan het licht kunnen komen. De meerkeuze vragen zijn onder te verdelen in vragen waar slechts één antwoordmogelijkheid correct is en vragen waarop meerdere antwoorden aangegeven kunnen worden, ook wel een checklist genoemd. De meerkeuze vragen bieden met betrekking tot het meten van vaardigheid een strikte antwoordmogelijkheid. Proefpersonen kunnen bijvoorbeeld wel of niet vaardig zijn. Dit biedt de onderzoeker inzicht in de vaardigheden die de proefpersoon denkt te hebben maar biedt de proefpersoon niet de mogelijkheid om de mate van beheersing weer te geven. De antwoordschaal biedt deze mogelijkheid wel. Op de antwoordschaal kan op een schaal, van één tot bijvoorbeeld zeven, weergegeven worden in hoeverre de proefpersoon zich vaardig acht. Eén is dan bijvoorbeeld geheel niet vaardig en zeven heel vaardig. De grootte van de schaal en de bijbehorende uitersten kunnen variëren. De antwoordschaal is echter niet voor iedere situatie ideaal. Als het doel is te achterhalen of iemand wel of niet vaardig is, voldoet een meerkeuzevraag met dichotome antwoordmogelijkheden beter. 6
De objectieve gedragsmeting van computervaardigheid kan doormiddel van systematische observatie of log-files plaats vinden. De systematische observatie kan door een of meer personen en direct of achteraf door middel van video opnamen uitgevoerd worden. Systematische observatie biedt de mogelijkheid om gedrag meetbaar te maken maar mist de mogelijkheid motivationele of andere intentionele factoren bloot te leggen. Hiervoor zou een hardop denk protocol meer uitkomst bieden. Een nadeel aan systematische observatie is de bias die de beoordelaar kan veroorzaken. Het belieft de voorkeur systematische observaties door meerdere observatoren uit te laten voeren en de interbeoordelaars betrouwbaarheid te berekenen. Voorwaarde voor een goede systematische observatie is een heldere constructdefinitie en ondubbelzinnig geformuleerde categorieën. Log-files en andere registratiemethoden leveren een meer objectieve observatie op. Tevens bieden deze methoden de mogelijkheid om de beoogde data vrij direct te verwerken. Het onderhavige onderzoek zal voor zowel de zelfrapportage als de objectieve gedragsmeting gebruik maken van meerkeuze vragen met slechts twee antwoordmogelijkheden, correct of niet correct. Dit om het dichotome karakter van de vragen goed te kunnen ondervangen. Tevens is de objectieve gedragsobservatie beter uit te voeren als een criterium eenduidig beoordeeld kan worden. Validiteit in eerder onderzoek De validiteit van een zelfrapportagevragenlijst met betrekking tot eigen vaardigheid berust op het verband tussen de objectieve gedragswaarneming en de resultaten van de vragenlijst. Beiden moeten in methodologisch opzicht hetzelfde construct meten. De validiteit van een zelfrapportagevragenlijst kan bepaald worden door de convergente validiteit te berekenen. Dit is de correlatie met andere meet instrumenten die het zelfde construct beogen te meten. Computervaardigheid leent zich, wegens de mogelijkheid tot objectieve gedragswaarneming, goed voor het bepalen van de validiteit middels gedragswaarneming. De onderzoeken naar computervaardigheid hebben zich in het verleden echter niet tot nauwelijks gericht op de convergentie met objectieve gedragswaarnemingen. Validiteitsbepaling door gedragswaarneming heeft als groot voordeel dat er relatief zekere uitspraken gedaan kunnen worden omtrent de werkelijke vaardigheid. In de literatuur is nauwelijks te vinden dat er onderzoek middels gedragsobservatie is uitgevoerd. Wel is er in de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar attitude ten opzichte van informatie technologie, effecten van de computer op allerlei maatschappelijke facetten en zijn ook angst, stress en fysieke klachten veel besproken onderwerpen. In het kader van het huidige onderzoek zal enkel de literatuur betreffende het meten van computervaardigheid in ogenschouw genomen worden. Om tot een goede afbakening van het begrip computervaardigheid te komen zal de relevante literatuur onder de loep genomen worden. Hierbij zal gekeken worden naar de gebruikte definities, de operationalisaties, eventuele subcategorieën van computervaardigheid, de gebruikte constructie methoden, de betrouwbaarheid en validiteit. In tabel 1.1 staat de test, het aantal items van de test, het aantal subschalen, de betrouwbaarheid en validiteit
7
weergegeven. Tevens is weergegeven of in het onderzoek convergente validiteit met objectieve gedragsmetingen heeft uitgevoerd.
Smit et al. (1999) onderscheiden in een meta-analyse naar het construct 'computer experience' twee categorieën. Enerzijds 'objective computer experience (OCE)' anderzijds 'subjective computer experience (SCE)'. De OCE wordt gekenmerkt door een objectieve kwantitatieve benadering. Er wordt gekeken naar het aantal computer interacties, gemeten aan de hand van verschillende variabelen. De SCE wordt gedefinieerd in termen van cognitieve factoren als: perceived competency, control en perceived usefulness; en affectieve factoren als: perceived enjoyment, anxiety, etc. De SCE geeft een weergave van de attitude ten opzichte van de computer. Een gedetailleerd meetinstrumenten is de Cassel Computer Literacy Test (Cassel & Cassel, 1984) aangehaald in Miller et al. (1997). Deze test bestaat uit 120 meerkeuzevragen gericht op het achterhalen van het functioneren van de gebruiker op de computer. De items zijn in zes subschalen onderverdeeld namelijk: computer development, technical understanding, computer structure, information processing, information retrieval en communication systems. Miller et al. (1997) bekritiseren echter dat er voor deze test geen data aanwezig is over de betrouwbaarheid en validiteit. De windows computer experience questionnaire (WCEQ) van Miller et al. (1997) is een dertien item tellende vragenlijst gericht op het achterhalen van iemands computer ervaring. Met betrekking tot de constructdefinitie blijkt uit de in deze test gehanteerde vragen dat het de onderzoekers voornamelijk gaat om de frequentie van gebruik en zijdelings om het bezit van specifieke vaardigheden. In vier vragen wordt gekeken of de gebruiker bekend is met een aantal gangbare snelkoppelingen. Deze vier vragen zijn een goede indicatie voor vaardigheden, maar uit de overige tien vragen betreffende gebruikersfrequentie wordt het construct computer vaardigheid niet weergegeven. De validiteit wordt beoordeeld op basis van een subject matter expert. Deze geeft zijn oordeel over de relevantie van de vragen met betrekking tot het construct. De betrouwbaarheid was met een cronbach’s α van .74 goed. Ook de test-hertest betrouwbaarheid was significant (r=.97, p < .0001). Een ander probleem is de gedateerdheid van de test. Het onderzoek is geconstrueerd aan de hand van een windows 3.1 omgeving. Anno 2004 wordt dit besturingssysteem nauwelijks nog gebruikt. In het onderzoek van Jones et al. (1996) wordt een test ontwikkeld voor het meten van ‘computer literacy’. Het construct ‘literacy’ wordt in dat onderzoek verwoord als de kennis omtrent computer hardware en heeft dusdanig geen betrekking op het meten van vaardigheden. De test bestaat uit twaalf meerkeuzevragen met vijf antwoord mogelijkheden inclusief een “weet niet” mogelijkheid. De betrouwbaarheid is bepaald door de proportie van beantwoorde vragen te vergelijken met die van eerder onderzoek. De convergente validiteit is gemeten door de test te correleren met een objectieve computer literacy test. Over deze objectieve test van Harrison & Rainer (1992) en Murphy et al. (1989) wordt verder geen informatie gegeven. Van de drie afgenomen experimenten blijkt één een significante correlatie te vertonen. 8
De in 1998 ontwikkelde computer understanding and experience scale van Potosky en Bobko (1998) formuleert computer experience als de mate waarin een persoon begrijpt hoe een computer te gebruiken. De gehanteerde twaalf vragen richten zich op kennis over de computer maar niet op het bezit van vaardigheden. De twee veronderstelde componenten technische en algemene competentie komen in een geroteerde componenten matrix duidelijk naar voren. De validiteit van de ontwikkelde test komt vrij uitvoerig aan bod. In een correlatie matrix worden de correlaties weergegeven tussen de test en nog dertien andere variabelen waaronder zelfrapportages, gebruiksfrequentie, leeftijd, geslacht en opleiding. Deze test blijkt significant te correleren met een vijf punts likert-schaal zelfrapportage omtrent de eigen computervaardigheid. In de correlatie matrix is echter geen objectieve vaardigheidsmeting opgenomen. De betrouwbaarheid van de schaal had een α van .93.
Tabel 1.1 literatuuroverzicht computertests auteur test Cassel & Cassel (1984) Cassel Computer Literacy Test Miller et al. (1997) windows computer experience questionnaire Jones et al. (1996) computer literacy Potosky en Bobko (1998) computer understanding and experience scale Bunz en Sypher (2001) computer-email-web (CEW) fluency scale
a.i. 120 13 12 12 55
sub. 6 nb 2 2 4
be. nb .74 nb .93 .89
validiteit nb SME Convergentie convergentie construct
o.g.m. nb nee ja nee nee
a.i. = aantal items, sub. = aantal subschalen, be. = betrouwbaarheid, o.g. = objectieve gedragsmetein, nb = niet bekend, SME = subject matter experts
De computer-email-web (CEW) fluency scale van Bunz en Sypher (2001) richt zich op de vaardigheden met betrekking tot computer, email en webgebruik. In dit onderzoek wordt middels een prototypische methode (Oosterveld, 1996) de CEW fluency scale ontwikkeld. Na drie experimenten wordt een uiteindelijke vragenlijst van 55 items geconstrueerd. Deze vragenlijst heeft een betrouwbaarheid van Crombach’s α .89 en is op te delen in vier subschalen. Deze subschalen zijn achtereenvolgend: computer (α .72), email (α .75), web navigation (α .64) en web editing (α .79). De gebruikte items zijn geformuleerd in de trant van ‘I can ...’ met daarbij een taak omschrijving. Proefpersonen konden op een 5 punt likert schaal aangeven in hoeverre ze in staat waren de taak uit te voeren. De construct validiteit is middels een principale componenten analyse bepaald. De vier gevonden componenten zijn middels een geroteerde componenten analyse verkregen. De aanbevelingen genoemd in dit onderzoek dienen als basis voor de te ontwikkelen algemene computervaardigheid vragenlijst (ACV). De concrete formulering van de vragen maakt de CEW fluency scale uitermate geschikt voor objectieve gedragswaarneming. De geformuleerde computer, email en web vragen zijn deels voor het huidige onderzoek vertaald. Uit de literatuur blijkt dat slechts het onderzoek van Jones et al. (1996) van de uitgevoerde onderzoeken zijn validiteit bewijst via gedragsobservatie. Helaas is de opzet van dat onderzoek niet gericht op het meten van vaardigheden. De overige studies waarin validatie onderzoek is gedaan richten zich niet op convergente validiteit met een gedragsobservatie. Tevens richt geen van de
9
geanalyseerde onderzoeken zich op algemene computervaardigheid. Alleen de Computer-Email-Web Fluency Scale richt zich op vaardigheidsmeting met betrekking tot de computer, email en het web. Gezien het gebrek aan convergente validatie met objectieve gedragsmetingen zal het huidige onderzoek zich richten op het construeren en valideren van zo’n test. Alvorens over te gaan op de onderzoeksopzet zal eerst duidelijk moeten worden wat de definitie van algemene computervaardigheid is. Construct definitie In de besproken literatuur worden uiteenlopende termen geïntroduceerd: computer literacy, interaction, competence, use, ability, experience en fluency zijn veel voorkomende begrippen (Smit et al. 1999). Deze verschillende benamingen lijken meerdere constructen te omvatten. Het Committee on information technology literacy (1999) heeft aanbevelingen gedaan met betrekking tot constructdefiniëring in de informatie technologie. Zij stellen dat iemand computervaardig is als deze persoon FITness vertoont. FITness staat voor Fluent with Information Technology. De FITness bestaat vervolgens uit de ondelen: intellectueel vermogen, fundamentele concepten en hedendaagse vaardigheden. Het intellectueel vermogen heeft betrekking op het kunnen toepassen van informatie technologie op complexe situaties en de gevolgen hiervan te overzien. De fundamentele concepten hebben betrekking op het theoretisch begrip over IT, het besef dat de IT berust op digitale informatie en hoe informatie georganiseerd kan worden (CITL, 1999). De hedendaagse vaardigheden hebben betrekking op de vaardigheden die nodig zijn om met hedendaagse computersoftware en IT om te kunnen gaan. De term fluency met IT zou een groot deel van de onduidelijkheid over de construct definitie van computervaardigheid ondervangen. In de literatuur komen echter ook definities voor die niet vallen binnen de door het CITL gevormde categorieën.
Uit de bestudeerde literatuur zouden de constructen attitude, ervaring en vaardigheid afgeleid kunnen worden. Attitude zou betrekking hebben op de houding ten opzichte van de computer, hoe staat men tegenover informatie technologie. Dit heeft voornamelijk betrekking op het affect ten opzichte van de computer. Ervaring wordt in veel onderzoek gebruikt als indicatie voor de frequentie van gebruik. Deze twee constructen waren in tegenstelling tot computervaardigheid niet door het CITL (1999) opgenomen. Computervaardigheid is het construct dat met betrekking tot dit onderzoek nader gespecificeerd zal worden. Zoals de term en het CITL (1999) al aangeven gaat het om de vaardigheid die nodig is om met de computer om te kunnen gaan. Om te onderzoeken wat iemands vaardigheden zijn zullen de handelingen die bij verschillende taken horen getoetst moeten worden. Als definitie voor het construct computervaardigheid zal met betrekking tot dit onderzoek het volgende gehanteerd worden: Computervaardigheid is het kunnen uitvoeren van verschillende computertaken. Een test die als doel heeft het meten van iemands computervaardigheid, probeert te achterhalen hoeveel computertaken de gebruiker kan uitvoeren. Een computertaak is een doelgerichte handeling die 10
verricht wordt op de computer. Met doelgericht wordt bedoeld dat de handeling leidt tot een bepaald resultaat. De specificatie van de doelgerichte handelingen is afhankelijk van de omschrijving die behoort tot de toevoeging ‘algemeen’ aan computervaardigheid. Pas als duidelijk is welke handelingen horen bij algemene computervaardigheid kunnen deze gespecificeerd worden.
De computer verricht wegens zijn veelzijdige karakter vele taken en wordt op allerlei terreinen ingezet om de menselijke arbeid te verlichten. De veelzijdige gebruiksmogelijkheden van de computer vragen een zeker aanpassingsvermogen van zijn gebruikers. De gebruiker dient te begrijpen hoe de visuele representatie van de computer processen geïnterpreteerd dienen te worden om constructief gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die de computer biedt. De doeleinden waarvoor de computer kan worden ingezet zijn afhankelijk van de eisen van de gebruiker, de configuratie van het systeem en de software die op de computer geïnstalleerd is. De geïnstalleerde software geeft aan welke taken men op de computer kan uitvoeren.
Algemene computervaardigheid richt zich op een breed gebruik van de computer. Het algemene gebruik bestrijkt meerdere kennis en vaardigheidsdomeinen. Om antwoord te krijgen op de vraag wat algemeen computergebruik is, is het van belang het begrip 'algemeen' te operationaliseren. In dit onderzoek zal dit gebeuren aan de hand van het cursus aanbod van de stichting ECDL (European Computer Drivers License) en een pilot studie naar computergebruik.
Stichting ECDL is een initiatief van het Europese bedrijfsleven, waar men het creëren van een standaard voor praktische vaardigheden in de informatietechnologie noodzakelijk achtte. Het ECDL is een internationaal erkend basiscertificaat waarmee wordt vastgesteld of iemand over voldoende praktische kennis en vaardigheden beschikt om op professionele en efficiënte wijze met een computer om te gaan. Het ECDL bestaat uit zeven modules, voor elke module moet een test worden afgelegd om het volledige certificaat, het Europees Computer Rijbewijs, te kunnen halen. De zeven onderdelen die behoren tot het Europees Computer Rijbewijs zijn: basisbegrippen van informatietechnologie, de computer gebruiken en bestanden beheren, tekstverwerken, spreadsheets, databases, presenteren, informatie en communicatie. De module basisbegrippen van informatietechnologie heeft betrekking op kennis van de opbouw van een pc en de basisbegrippen van Informatietechnologie (IT) zoals gegevensopslag en geheugen, het gebruik van programmatuur en de mogelijkheden van informatienetwerken. Ook het begrip over hoe IT-systemen een rol spelen in het dagelijks leven en de mogelijke gevolgen van computers op de gezondheid komen hier in aan de orde. Daarnaast is er aandacht voor enkele juridische en veiligheidsaspecten verbonden aan computergebruik. De module computer gebruiken en bestanden beheren gaat over het bezit van kennis en vaardigheid in het gebruik van basisfuncties van een pc en het besturingssysteem. De gebruiker wordt geleerd 11
bestanden en mappen te beheren en te organiseren, mappen te kopiëren, verplaatsen en wissen. Daarnaast komt de omgang met desktop iconen en het werken met vensters aan bod. Ook zoekopdrachten en het uitvoeren van eenvoudige bewerkingsopdrachten behoren tot deze module. In de module tekstverwerken draait het om het omgaan met een tekstverwerkingsprogramma, waarbij eenvoudige handelingen die samenhangen met het maken, opmaken en afwerken van een document getoond moeten worden. Ook het omgaan met meer geavanceerde mogelijkheden binnen tekstverwerkingsprogramma's zoals het opmaken van standaardtabellen, het invoegen van illustraties en het importeren van bestanden worden behandelt. De spreadsheets module bestrijkt de basisconcepten van spreadsheets en de basishandelingen die verband houden met het maken, opmaken en gebruiken van een spreadsheet. Met gebruik van formules en functies is de gebruiker in staat eenvoudige bewerkingen uit te voeren. Ook de meer geavanceerde mogelijkheden van een spreadsheetprogramma zoals het importeren van objecten en het maken van schema's en diagrammen komen aan bod. In de module databases komen de basisconcepten van databases en het gebruik van een database op de pc aan de orde. De module bestaat uit 2 delen: het eerste test de vaardigheid om een eenvoudige database te ontwerpen, met behulp van een standaard databaseprogramma. In het tweede deel komt het, door gebruik te maken van zoekopdrachten, ophalen van informatie uit een bestaande database en het maken en wijzigen van rapporten aan bod. In de presentaties module komen het gebruiken van presentatiehulpmiddelen en het eenvoudige taken uitvoeren, zoals het maken, opmaken en voorbereiden van presentaties aan de orde. Ook leert de gebruiker presentaties voor verschillende groepen of situaties maken. Tevens worden eenvoudige handelingen zoals het maken van diagrammen en grafieken en het gebruiken van verschillende diaserie-effecten behandeld. Informatie en communicatie heeft betrekking op het verrichten van zoektaken op internet. Het opslaan en het printen van internetpagina's en zoekrapporten behoren tot het eerste deel van deze module. In het tweede deel komen elektronische (ver)zendprogrammatuur, het bijvoegen van documenten en het organiseren van mappen aan bod. De weergegeven modules zijn afkomstig van de website van het ECDL (http://www.ecdl.com).
De eerder genoemde pilotstudie is bedoeld om eventuele extra categorieën van algemene computervaardigheid op te sporen en om te achterhalen of de door het ECDL geformuleerde categorieën ook daadwerkelijk naar voren komen. De pilotstudie bestond uit het versturen van email naar 32 computergebruikers met de vraag weer te geven welke applicaties zij gebruikten. De gebruikte applicaties zijn vervolgens gecategoriseerd en vergeleken met de categorieën van het ECDL. In de methodesectie staan de resultaten van de pilotstudie weergegeven.
12
Hypothese en verwachtingen Zoals eerder vermeld is de doelstelling van dit onderzoek het construeren van een betrouwbare en valide algemene computervaardigheidsvragenlijst (ACV). Hier moet aan toegevoegd worden dat deze vragenlijst bedoeld is voor computers met een graphical user interfase (GUI). Gezien de categorieën van algemene computervaardigheid, applicaties bevat die enkel in een GUI omgeving werken is dit het uitgangspunt. De gestelde hypothese is dat op basis van de construct definitie van computervaardigheid een valide en betrouwbare computervaardigheidstest te ontwikkelen is. Analoog hieraan geldt de hypothese dat inzicht in de eigen vaardigheid omtrent computergebruik een betrouwbare en valide voorspeller is van de daadwerkelijke vaardigheid.
De ACV is middels een tweetal experimenten tot stand gekomen. In het eerste experiment zijn achtereenvolgens de 68 geformuleerde vragen met de daarbij behorende computertaken bij N=75 proefpersonen afgenomen. In het tweede experiment zijn 19 vragen verbeterd en is de gehele vragenlijst afgenomen bij eveneens N=75 proefpersonen. De opzet van beide experimenten bestond uit het afnemen van de geconstrueerde computervaardigheidsvragenlijst. Na het invullen van deze vragenlijst werd de proefpersonen verzocht de overeenkomstige taken achter de computer uit te voeren. De twee experimenten zijn op een zelfde populatie op twee verschillende momenten afgenomen.
Op basis van deze onderzoeksopzet is de verwachting een vragenlijst te construeren met een Crombach’s α groter dan .7. Tevens wordt verwacht dat de correlaties tussen de vragen uit de vragenlijst en de taken allen significant zullen zijn. Een derde verwachting is dat de vragen behorende tot de specifieke categorieën van computervaardigheid afzonderlijke componenten zullen vormen met ieder een Crombach’s α groter dan .7. Als de vragenlijst betrouwbaar en valide blijkt te zijn, zal er exploratief gekeken worden naar de invloed van gender en leeftijd op computervaardigheid. Tevens zal getoetst worden wat het thuisgebruik, het gebruik van de computer op het werk of voor de studie voor invloed heeft op de computervaardigheid. Als laatste zal gekeken worden of de computervaardigheid, gemeten met de ontwikkelde vragenlijst overeenkomsten vertoont met de eigen ingeschatte vaardigheid en de eigen ingeschatte frequentie van het gebruik hiervan.
13
Methode experiment één Proefpersonen Aan dit onderzoek hebben 75 proefpersonen deelgenomen, waarvan 33 mannen en 42 vrouwen. De proefpersonen waren voornamelijk Psychologie en Informatiekunde studenten aan de Universiteit van Amsterdam. De gemiddelde leeftijd van de proefpersonen was 23 (SD=7). De jongste deelnemer aan dit onderzoek was 18 en de oudste 64 jaar, waarbij vermeld moet worden dat deze oudste persoon wat betreft leeftijd een uitbijter vormde. Van de deelnemende proefpersonen was 89,3% jonger dan 30 jaar. Voor deelname aan het onderzoek kon één proefpersoonpunt verdiend worden. Van alle studenten informatiekunde en psychologie wordt geëist dat zij door deelname aan onderzoek proefpersoonpunten behalen. Onder de proefpersonen waren 60 Windows gebruikers, 2 Macintosh gebruikers en 1 Linux gebruiker. De overige 12 hadden niet aangegeven op welk systeem zij normaliter werken.
Materialen Voor het meten en valideren van de algemene computervaardigheid is een vragenlijst met daaraan gekoppeld een takenpakket ontwikkeld. Om de zeven categorieën: basisbegrippen van informatietechnologie, de computer gebruiken en bestanden beheren, tekstverwerken, spreadsheets, databases, presenteren, informatie en communicatie, van het ECDL te toetsen en eventueel aan te vullen is een pilot studie uitgevoerd.
De pilot studie bestond uit het versturen van email naar 32 computergebruikers met de vraag weer te geven welke applicaties zij gebruikten. De resultaten hiervan wezen uit dat iedereen gebruik maakte van internet programmatuur. Van een tekstverwerkingsprogramma maakte 96,88% gebruik. Email werd door 87,5% gebruikt. Spreadsheetprogramma’s werden gebruikt door 81,25%. De helft van de computergebruikers gebruikte presentatiesoftware als Powerpoint. Grafische software als Photoshop werd door 46,88% gebruikt. Van entertainmentprogramma’s als mediaplayers of DVD software werd door 43,75% gebruik gemaakt. Statistische software werd door 28,13% gehanteerd. Van instant messengers maakten 21,88% gebruik. Van de ondervraagden gaf 18,75% aan de computer te gebruiken om te downloaden. Dit zelfde percentage gebruikte de computer voor database ontwikkeling. De computer werd door 15,63% gebruikt om te programmeren. Webdesign werd door 12,5% gedaan. Databases zoals Excess werd door 9,3% gebruikt. Er werd door slechts 3,13% zowel gechat via chatsites, als spelletjes gespeeld op de computer en dit zelfde percentage gebruikt de computer voor videobewerking.
14
Op basis van het ECDL en het pilot onderzoek zijn de volgende algemene software categorieën samengesteld. De toevoeging 'categorie' is gebruikt om geen onderscheid te maken tussen verschillende applicaties die een zelfde soort functionaliteit bieden (Anandra, 1998). Zo wordt er geen onderscheid gemaakt tussen bijvoorbeeld internet explorer en netscape navigator. Deze vallen beide in de categorie Internet. De gehanteerde software categorieën zijn achtereenvolgens: operating system (OS), internet, email, tekstverwerken, spreadsheet, presentatie, webdesign, communicatie, entertainment, comprimeren, programmeren en internetbankieren. Deze categorieën worden gebruikt als subschalen voor algemene computervaardigheid. Voor de twaalf categorieën zijn specifieke taakomschrijvingen geformuleerd.
De items uit de computervaardigheidsvragenlijst zijn overeenkomstig met de CEW scale (Bunz & Sypher, 2001), allen geformuleerd in de trant van “Ik ben in staat ...” een bepaalde handeling op de computer uit te voeren. De vragen voor de onderdelen OS gebruik, internet en email zijn grotendeels vertaald uit de CEW scale. Gezien er nog maar zeer weinig theorie omtrent het construct computervaardigheid bekend is, zijn de overige vragen middels de rationele methode (Oosterveld, 1996) ontwikkeld. Twee subject matter experts hebben de vragen geconstrueerd en op relevantie beoordeeld. Een voorbeeldvraag uit de categorie spreadsheet is “Ik ben in staat in een spreadsheetprogramma (b.v. Excel) twee cellen samen te voegen”. De computervaardigheidsvragenlijst bestaat in totaal uit 68 vragen. Op de items kan dichotoom gescoord worden. Er kan met “ja” of “nee” geantwoord worden op de vraag naar het vaardig zijn in een bepaalde handeling. Er kan op de totale vragenlijst van 0 tot 68 gescoord worden met een gemiddelde van 34, waarbij de hoogte van het getal overeenkomstig zou moeten zijn met de mate van computervaardigheid.
Voor de afzonderlijke categorieën van computervaardigheid kon voor OS gebruik minimaal 0, gemiddeld 4 en maximaal 8 gescoord worden; voor internet was dit minimaal 0 gemiddeld 3 en maximaal 6; Op de categorie emailgebruik kon gemiddeld 5 en maximaal 10 gescoord worden; tekstverwerken had een maximum van 14 (gem. 7,5); spreadsheet maximaal 13(gem. 6,5); presentatie maximaal 8 (gem. 4) en voor webdesign konden maximaal 4 punten behaald worden (gem. 2). Het minimum van deze laatste lag overal op nul. Op de overige vijf categorieën: communicatie, entertainment, comprimeren, programmeren en internetbankieren kon per categorie 0 of 1 gescoord worden, gezien elke categorie uit één item bestaat. In tabel 2.1 staat dit nog eens schematisch weergegeven..
In het pakket van computervaardigheidstaken waren 66 taken opgenomen die corresponderenden met de computervaardigheidsvragenlijst. Twee vragen zijn om praktische redenen niet in de computervaardigheidstaken opgenomen. Dit waren de vragen over internet bankieren en programmeren. Verondersteld wordt dat personen die internetbankieren of kunnen programmeren 15
meer computervaardig zijn dan personen die dit niet kunnen. Het was echter praktisch niet uitvoerbaar om het internet bankieren als taak op te nemen. Het was tevens niet mogelijk een programmeertaak uit te voeren, gezien deze niet door alle proefleiders gecontroleerd zou kunnen worden. Een voorbeeld van een computertaak, die corresponderende met de eerder genoemde computervaardigheidsvraag, is “Voeg de bovenste twee cellen A1 en B1 samen en type hier 'gemiddeld gewicht'”. De computervaardigheidstaken zijn getoetst middels criteria. De te volbrengen taken moesten aan de criteria voldoen om goedgekeurd te worden. Bij goedkeuring werd de gegeven taak, mits binnen de dertig seconden uitgevoerd, beschouwd als volbracht. De scoremogelijkheid was eveneens 0 of 1, waarbij een 1 werd toegekend als de opdracht correct was uitgevoerd. Een voorbeeld van het criterium voor de taak ‘Verwijder het emailbericht met het onderwerp “onzinmail”’ was ‘De opdracht is voltooid als “onzinmail” verwijderd is en niet meer in de inbox staat’. Het totale scorebereik van de computervaardigheidstaken liep van minimaal 0, tot maximaal 66 met een gemiddelde van 33. Het scorebereik van de afzonderlijke categorieën is identiek aan die van de computervaardigheidsvragenlijst en staat in tabel 2.1 weergegeven. In de tabel staan tevens de applicaties weergegeven die gebruikt zijn voor de operationalisatie van de computertaken. Tabel 2.1 score mogelijkheden per categorie en gebruikte applicatie Categorie Minimum Gemiddeld Maximum OS 0 4 8 Internet 0 3 6 Email 0 5 10 tekstverwerken 0 7,5 14 spreadsheet 0 6,5 13 presentatie 0 4 8 Webdesign 0 2 4 Communicatie 0 0,5 1 Entertainment 0 0,5 1 Comprimeren 0 0,5 1 Programmeren 0 0,5 1 Internetbankieren 0 0,5 1
Gebruikte applicatie Windows2000 InternetExplorer Hotmail MS Word MS Excel MS Powerpoint MS Frontpage MSNmessenger WindowsMediaplayer WinZip Niet van toepassing Niet van toepassing
.
De exitvragenlijst vroeg de proefpersonen naar de sekse, leeftijd, gebruik van besturingssysteem, de zelf ingeschatte vaardigheid hiermee, het gebruik van de computer thuis, op het werk en voor de studie, de hoeveelheid gebruik van de computer en naar het gebruik van verschillende applicaties. De proefpersonen werd gevraagd aan te geven of en zo ja welke applicatie zij gebruiken als tekstverwerker, spreadsheetprogramma, presentatieprogramma, internetprogramma, emailprogramma, digitale agenda, webontwerpprogramma en mediaplayer. Voor elke applicatie werd gevraagd naar de taal waarin zij gewend waren te werken. De antwoordmogelijkheid was hier: Nederlands, Engels of anders. Tevens werd er gevraagd naar de eigen inschatting van de vaardigheid met dit programma. Proefpersonen konden dit op een vijfpuntschaal aangeven. De antwoordmogelijkheden waren: slecht, redelijk, gemiddeld, goed en zeer goed. De eerder genoemde eigenvaardigheid met het
16
besturingssysteem kon op eenzelfde schaal worden aangegeven. De uiteindelijke totaalscore voor de eigenvaardigheid bestond uit het gemiddelde van de ingevulde eigenvaardigheidvragen met een minimum van 9 en een maximum van 45(gem. 27). Ook werd de proefpersoon naar de frequentie van het gebruik van de applicatie gevraagd. Hiervoor waren acht antwoord mogelijkheden. Deze liepen uiteen van dagelijks tot eens in de zes dagen, wekelijks of maandelijks. De eerder genoemde hoeveelheid van computergebruik kon op eenzelfde schaal worden aangegeven. De totaalscore voor de frequentie van computergebruik bestond uit de gemiddelde score van de afzonderlijke frequentie vragen. De schaal liep van minimaal 9 tot maximaal 72(gem. 40,5).
Procedure De proefpersonen werd medegedeeld dat zij meededen aan een computervaardigheidstest. In de onderzoeksruimte werd hen gevraagd de computervaardigheidsvragenlijst in te vullen. Voor het invullen van deze lijst kregen zij maximaal twintig minuten de tijd. Pas hierna werden de proefpersonen geconfronteerd met de computervaardigheidstaken die zij achter de pc moesten uitvoeren. Hier waren zij op voorhand niet van op de hoogte. Voor het uitvoeren van de computervaardigheidstaken kregen de proefpersonen maximaal veertig minuten de tijd. Het controleren van de computervaardigheidstaken werd door een proefleider een op een uitgevoerd. De proefpersonen kregen per taak maximaal dertig seconden de tijd om de opdracht te volbrengen. Voor dit experiment is gebruik gemaakt van meerdere proefleiders. De proefleiders werden gerekruteerd uit de studentenpopulatie van de afdeling psychologie. Voor aanvang van het experiment kregen de proefleiders een korte training omtrent het afnemen van de computer taken. Na afloop van het onderzoek werden de proefpersonen gedebriefed en konden zij de verdiende proefpersoonpunten in ontvangst nemen. Het afnemen van een onderzoek nam niet meer dan een uur in beslag.
17
Resultaten experiment één Aan de N=75 proefpersonen die aan dit experiment hebben deelgenomen zijn vier responssets toegevoegd. Het berekenen van de ø (phi) correlatie tussen de twee dichototome variabele: vraag en taak, vereist dat er geen nul in de teller voorkomt. Aangezien dit in de data van dit experiment wel het geval was, zijn er vier fictieve proefpersonen toegevoegd. Om te voorkomen dat er in de berekening een nul in de teller voorkomt, dienen alle cellen van de crosstabs minimaal één te zijn. Om dit te bewerkstelligen zijn voor elke vraag vier waarden toegevoegd. Dit betekent dat aan alle vragen een proefpersoon is toegevoegd die wel in staat was de computertaak uit te voeren en dit ook had aangegeven, een proefpersoon die wel de computertaak kon uitvoeren maar dit niet had aangegeven en nog twee proefpersonen die de computertaak niet konden uitvoeren maar die dit wel en niet hadden aangegeven. Het toevoegen van deze vier fictieve proefpersonen zal de resultaten niet beïnvloeden gezien alle vier de situaties in gelijke mate aan het gehele onderzoek zijn toegevoegd. Dit heeft tot gevolg dat deze vier toevoegingen elkaar uitmiddelen.
Er is tevens gecontroleerd met welke applicaties de proefpersonen gewend zijn te werken. Verschil in het gebruik van applicaties met die uit dit onderzoek zou eventueel invloed kunnen hebben op de resultaten. Van de 67 tekstverwerkergebruikers gaven 66 aan MS Word en 1 Word Perfect te gebruiken. Alle 30 spreadsheet gebruikers gaven te kennen met MS Excel te werken. Voor het geven van presentaties werd door de 30 gebruikers MS PowerPoint als programma aangegeven. Als internetprogramma gaven 50 personen aan Internet Explorer te gebruiken en werd Netscape door 1 en Mozilla ook door 1 persoon gebruikt. Onder de 68 emailers gebruikten er 32 Hotmail en 10 Outlook de overige 26 gebruikten andere emailclients waaronder Yahoo, Excite en Lotus. Slechts 7 personen maakten gebruik van een digitale agenda en 10 personen maakten gebruik van webontwerp programma’s. Onder de 38 gebruikers van digitale mediaplayers gebruikten 21 Windows Mediaplayer en 2 Quicktime, de overige 15 gebruikten players waren Winamp, Kazaa en Realone. De voor dit onderzoek gebruikte OS en applicaties waren: Windows2000, InternetExplorer, Hotmail, MS Word, MS Excel, MS Powerpoint, MS Frontpage, MSNmessenger, WindowsMediaplayer en WinZip.
De proefpersonen gaven aan gemiddeld eens in de drie dagen gebruik te maken van de computer, (N=75). Specifieker kwam naar voren dat men gemiddeld eens in de zes dagen gebruik maakte van een tekstverwerker (N=69), een maal per week van een spreadsheet programma (N=30), eens per maand van powerpoint (N=30), gemiddeld eens in de drie dagen van internet (N=60) en email (N=68), een maal per drie dagen van een digitale agenda (N=7), een maal per week van een webdesign programma (N=10) en eens per vijf dagen van een mediaplayer (N=38). Deze gegevens zijn enkel weergegeven over die personen die daadwerkelijk gebruik maakten van een van deze applicaties.
18
De betrouwbaarheid van de afgenomen ACV had een Cronbach's α van ,96 de betrouwbaarheid van de 66 computertaken had een α van ,94. De afzonderlijke onderdelen van computervaardigheidsvragenlijst waren achtereenvolgens: OS gebruik ,84; websurfen ,74; email gebruik ,83; tekstverwerken ,87 spreadsheet gebruik , 94; presentatie ,91 en web design ,90. Als grens voor een voldoende betrouwbaarheid wordt een apha van .7 aangehouden.
Zoals eerder is aangegeven is de validiteit van de vragenlijst berekend met behulp van de ø (phi) correlatie. Er is getoetst welke items een significante correlatie vertonen tussen de vragenlijst en de computertaken. Van de 68 items bleken 19 niet significant te correleren met de computertaken. Van de 47 valide items is de hoogst gevonden correlatie (ø =.558, p < .0005) de laagst gevonden significante correlatie is (ø =.221, p = .05). Van de overige 19 niet valide vragen liep de correlatie uiteen van ø =.041 tot ø =.216 (niet significant bij p > .005). De negentien vragen die niet valide bleken te zijn waren afkomstig uit verschillende categorieën. Uit de categorie OS waren dit items twee (ø =.124, p = .272) en vijf (ø =.073, p = .515). Uit internet item tien (ø =.181, p = .108) en veertien (ø =.153, p = .175). In de categorie email waren dit item zeventien (ø =.137, p = .223) en drieëntwintig (ø =.093, p = .41). De categorie tekstverwerken vertoonde de meeste niet valide vragen, dit waren de items: achtentwintig (ø =-.095, p = .399), negenentwintig (ø =.053, p = .636), dertig (ø =.081, p = .47), drieëndertig (ø =.181, p = .108), zevenendertig (ø =.052, p = .646) en achtendertig (ø =.21, p = .065). In de categorie spreadsheet waren de items eenenveertig (ø =.041, p = .715), drieënveertig (ø =.212, p = .06) en zevenenveertig (ø =.209, p = .066) niet valide. Van de presentatievragen waren de items vierenvijftig (ø =.145, p = .199), vijfenvijftig (ø =.216, p = .057) en zesenvijftig (ø =.138, p = .223) niet valide. Item zestig (ø =.083, p = .103) behorende tot de categorie entertainment was eveneens niet valide. In tabel 3.1 is het totaal overzicht van alle correlaties van de 66 items weergegeven.
Om uitsluitsel te krijgen over de unidimensionaliteit van computervaardigheid is een factoranalyse op de zeven onderdelen uitgevoerd. Uit de onderdelen zijn de vragen die geen significante correlatie vertoonden met de computertaken verwijderd. De betrouwbaarheid van de schalen zijn hierna opnieuw berekend. Het OS gebruik had een Cronbach's α van ,79; websurfen ,68; email gebruik ,80; tekstverwerken ,81 spreadsheet gebruik ,92; presentatie ,87 en web design ,90. Tegen de verwachting in werden er twee principale componenten geëxtraheerd met een eigenwaarde groter dan één. De factoren OS, internet, email en tekstverwerking laden hoog op component 1. De factoren spreadsheet, presentatie en webdesign laden hoog op component 2. Deze componenten verklaarden tezamen 71% van de gemeenschappelijke variantie. De factorladingen van de geroteerde factoranalyse staan weergegeven in tabel 3.2.
19
Tabel 3.1 overzicht phi correlaties per item vraag * taak correlatie cvv1 * cvt1 (ø = .390, p = .001)* cvv2 * cvt2 (ø = .124, p = .272) cvv3 * cvt3 (ø = .350, p = .002)* cvv4 * cvt4 (ø = .390, p = .001)* cvv5 * cvt5 (ø = .073, p = .518) cvv6 * cvt6 (ø = .221, p = .050)* cvv7 * cvt7 (ø = .282, p = .013)* cvv8 * cvt8 (ø = .289, p = .011)* cvv9 * cvt9 (ø = .255, p = .025)* cvv10 * cvt10 (ø = .181, p = .108) cvv11 * cvt11 (ø = .268, p = .020)* cvv12 * cvt12 (ø = .347, p = .002)* cvv13 * cvt13 (ø = .330, p = .003)* cvv14 * cvt14 (ø = .153, p = .175) cvv15 * cvt15 (ø = .390, p = .001)* cvv16 * cvt16 (ø = .390, p = .001)* cvv17 * cvt17 (ø = .137, p = .223) cvv18 * cvt18 (ø = .330, p = .003)* cvv19 * cvt19 (ø = .419, p < .0005)* cvv20 * cvt20 (ø = .390, p = .001)* cvv21 * cvt21 (ø = .282, p = .014)* cvv22 * cvt22 (ø = .290, p = .010)* cvv23 * cvt23 (ø = .093, p = .410) cvv24 * cvt24 (ø = .273, p = .017)* cvv25 * cvt25 (ø = .370, p = .001)* cvv26 * cvt26 (ø = .524, p < .0005)* cvv27 * cvt27 (ø = .305, p = .007)* cvv28 * cvt28 (ø = -.095, p = .399) cvv29 * cvt29 (ø = .053, p = .636) cvv30 * cvt30 (ø = .081, p = .470) cvv31 * cvt31 (ø = .345, p = .002)* cvv32 * cvt32 (ø = .329, p = .003)* cvv33 * cvt33 (ø = .181, p = .108)
vraag * taak cvv34 * cvt34 cvv35 * cvt35 cvv36 * cvt36 cvv37 * cvt37 cvv38 * cvt38 cvv39 * cvt39 cvv40 * cvt40 cvv41 * cvt41 cvv42 * cvt42 cvv43 * cvt43 cvv44 * cvt44 cvv45 * cvt45 cvv46 * cvt46 cvv47 * cvt47 cvv48 * cvt48 cvv49 * cvt49 cvv50 * cvt50 cvv51 * cvt51 cvv52 * cvt52 cvv53 * cvt53 cvv54 * cvt54 cvv55 * cvt55 cvv56 * cvt56 cvv57 * cvt57 cvv58 * cvt58 cvv59 * cvt59 cvv60 * cvt60 cvv61 * cvt61 cvv62 * cvt62 cvv63 * cvt63 cvv64 * cvt64 cvv65 * cvt65 cvv66 * cvt66
correlatie (ø = .238, p = .035)* (ø = .226, p = .046)* (ø = .239, p = .037)* (ø = .052, p = .646) (ø = .210, p = .062) (ø = .387, p = .001)* (ø = .283, p = .013)* (ø = .041, p = .715) (ø = .288, p = .010)* (ø = .212, p = .060) (ø = .374, p = .001)* (ø = .444, p < .0005)* (ø = .437, p < .0005)* (ø = .209, p = .066) (ø = .354, p = .002)* (ø = .544, p < .0005)* (ø = .368, p = .001)* (ø = .373, p = .001)* (ø = .342, p = .002)* (ø = .230, p = .041)* (ø = .145, p = .199) (ø = .216, p = .057) (ø = .138, p = .223) (ø = .414, p < .0005)* (ø = .324, p = .004)* (ø = .222, p = .048)* (ø = .183, p = .103) (ø = .491, p < .0005)* (ø = .542, p < .0005)* (ø = .375, p = .001)* (ø = .340, p = .002)* (ø = .322, p = .005)* (ø = .558, p < .0005)*
ø = phi correlatie, cvv = computervaardigheidsvraag, cvt = computervaardigheidstaak, * = significant bij α .05
20
Tabel 3.2 geroteerde componenten matrix Component 1 OS ,919 INT ,863 EM ,882 TVW ,786 SPR ,303 PRE ,227 WD ,124 Eig. 4,097
Component 2 ,199 ,174 ,215 ,397 ,750 ,820 ,822 1,232
Com. ,884 ,774 ,825 ,775 ,655 ,724 ,692
Com. = communaliteit, OS = operating system, INT = internet, EM = email, TVW = tekstverwerken, SPR = spreadsheet, PRE = presentatie, WD = Webdesign, Eig. = Eigenwaarde
Om te achterhalen of de vijf categorieën die niet als factor waren opgenomen, omdat deze slechts uit een item bestonden, een positieve bijdrage leverden aan computervaardigheid is gekeken of het bezitten van de vaardigheid leidt tot een grotere computervaardigheid. Alle vijf de vragen bleken positief bij te dragen aan computervaardigheid. Personen die kunnen programmeren scoren significant hoger t(77)=-4,22;
p < .0005 op computervaardigheid. Degenen die gebruik maken van
internetbankieren scoren eveneens hoger t(77)=-3.69; p < .0005 op computervaardigheid. Het kunnen comprimeren van bestanden t(77)=-6.44; p < .0005, het chatten t(77)=-4,17; p < .0005 en het gebruik maken van entertainment software als mediaplayers t(77)=-4,27; p < .0005 leveren allen een hogere computervaardigheid op. De gebruikte totaalscores voor de t-toetsen bestaan uit de vragen die valide bevonden zijn. De minimum score is daar 0 het gemiddelde 23,5 en de maximum score is 47. De gevonden gemiddelden staan weergegeven in tabel 3.3.
Tabel 3.3 Gemiddelde, Standaard deviatie en aantal proefpersonen van de vijf losse vragen op de ACV Nee Ja N x(SD) N x(SD) Prog 69 27,49(9,64) 10 40,8(6,21) Int.b. 32 24.37(11,16) 47 32,44(8,23) Compr. 59 25,66(9) 20 39,55(5,82) Chat. 13 19,3(11,96) 66 31,12(8,76) Ent. 29 23,31(9,71) 50 32,58(9,04) Prog.=programmeren, Int.b.=internetbankieren, Compr.=comptimeren, Chat.=chatten, Ent.=entertainment software
De gemiddelde behaalde score op de valide vragen voor computervaardigheid is 29,17(SD=10,26). Dit ligt iets hoger dan het gemiddelde van de schaal 23,5. De laagst behaalde score is 0. Twee personen hadden aangegeven geen van de computervaardigheden te bezitten. De hoogst behaalde score is 47. Drie proefpersonen gaven te kennen alles te kunnen. De skewness van –4,12 geeft aan dat de verdeling enigszins scheef naar rechts is. Dit betekent dat meer proefpersonen lager dan hoger scoorden. De scores behaald op de afzonderlijke categorieën OS, internet, email, tekstverwerken, spreadsheet, presentatie en webdesign leverde de volgende resultaten op. De gemiddelde score van 5,29(sd = 1,69) voor OS gebruik is zoals bij alle categorie gebaseerd op de maximaal te behalen score over de valide vragen. De maximale score voor OS gebruik was na het verwijderen van de niet valide bevonden 21
vragen zes. De maximale score voor internet werd vier. Het behaalde gemiddelde was 3,39(sd = ,95). Op email met een gemiddelde van 6,96(sd = 2,65) kon maximaal acht behaald worden. Voor tekstverwerken kon na verwijdering van de niet valide vragen nog slechts maximaal acht behaald worden. Het gemiddelde was hier 6,26(sd = 4,3). Op spreadsheet was het gemiddelde 3,83(sd = 1,34) en de maximaal te behalen score tien. Het maximum bij presentatie was vijf met een gemiddelde van 1,55(sd = 3,4). Het gemiddelde voor webdesign kwam uit op 0,78(sd = 1,96) met een maximum van vier.
De 47 valide items zijn gebruikt om antwoord te vinden op de geformuleerde exploratieve verwachtingen omtrent leeftijd, sekse, pc gebruik en de overeenkomst met de ingeschatte eigen vaardigheid en frequentie van gebruik.
Gezien 80,3% van de proefpersonen in de leeftijdscategorie 18-30 jaar is gevallen, wordt het niet relevant geacht te kijken naar leeftijdsverschillen op computervaardigheid.
Wel is getoetst of mannen ten opzichte van vrouwen verschillen in computervaardigheid. Tabel 3.4 toont aan dat er een verschil is gevonden tussen de gemiddelde computervaardigheid scores van mannen en vrouwen, t(73)=2,17; p = .033. Mannen scoren gemiddeld hoger op computervaardigheid dan vrouwen.
Tabel 3.4 ACV score m/v M V
N 33 42
x(sd) 31,93(8,87) 27,54(8,56)
M = man, V = vrouw
Tevens is onderzocht of het gebruik maken van een computer thuis, op het werk of voor de studie van invloed is op computervaardigheid. Er bleek enkel een verschil te zijn in computervaardigheid tussen proefpersonen die thuis wel of geen gebruik maakten van een computer F(1, 68)=4,216; p = .044. In tabel 3.5 staan de gemiddelden van de twee condities weergegeven.
Tabel 3.5 ACV score pc gebruik thuis N Niet 10 Wel 65
x(sd) 24,1(9,89) 30,3(8,53)
In tabel 3.6 is weergegeven hoe de ACV samenhangt met de ingeschatte eigenvaardigheid en de eigen ingeschatte frequentie van gebruik. De samenhang met de ingeschatte eigenvaardigheid is significant (p < .001). De betrouwbaarheid van deze schaal is met Cronbach's α .92 hoog te noemen. De samenhang met de eigen ingeschatte frequentie van computergebruik is eveneens significant (p < .005) 22
maar negatief. Een lage inschatting van de frequentie van gebruik hangt samen met een hoge mate van computervaardigheid. Ook hier is de betrouwbaarheid met een Cronbach's α van .8 hoog te noemen.
Tabel 3.6 MTMM matrix ACV/EIGV/FREQ ACV ACV (.94) EIGV ,707** FREQ -,256*
EIGV
FREQ
(.94) -,336**
(.86)
** Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed). * Correlation is significant at the 0.05 level (2-tailed). EIGV=ingeschatte eigen vaardigheid. FREQ=ingeschatte eigen frequentie van gebruik
Uit de resultaten blijken 19 vragen nog niet valide te zijn. Om de computervragenlijst te verbeteren zullen in een tweede experiment deze items gereviseerd worden, met als doel de validiteit te verhogen. Er zal gekeken worden naar de computervaardigheidsvraag, de computervaardigheidstaak en het criterium behorende bij de taak. Er zullen in een van de drie onderdelen verbeteringen met betrekking tot de eenduidigheid worden aangebracht. De validiteit van de 19 items zal vervolgens wederom bepaald worden middels het berekenen van de phi correlatie tussen de computervaardigheidsvragen en taken. Mocht de validiteit toe nemen dan zullen de analyses uitgevoerd in experiment 1 herhaald worden. Op deze manier wordt de validiteit van de gevonden resultaten verhoogd.
23
Methode experiment twee Proefpersonen Aan dit experiment deden 75 proefpersonen mee, waarvan 55 vrouwen en 18 mannen, 2 proefpersonen hebben hun sekse niet aangegeven op de vragenlijst. De gemiddelde leeftijd van de proefpersonen was 21(SD=5,3). De jongste deelnemer aan dit experiment was 18 en de oudste 51 jaar. De proefpersonen waren studenten en medewerkers van de Universiteit van Amsterdam. De studenten deden in het kader van hun studie mee aan het experiment.
Materialen De aangepaste algemene computervaardigheidsvragenlijst is gebruikt om het eigen inzicht in de eigen computervaardigheid te bepalen. Een negentiental items van de oorspronkelijke vragenlijst is aangepast met als doel de correlatie tussen de ACV en de computertaken te vergroten. Een voorbeeld van een aangepast item is ‘Ik ben instaat op internet (in b.v. internet explorer) een zoekmachine als “Google” te gebruiken om informatie te vinden’. Deze vraag was oorspronkelijk als volgt geformuleerd ‘Ik ben in staat in een browser (b.v. Internet explorer) zoekmachines als “Google” en “Yahoo” te gebruiken om informatie te vinden’. De veranderingen zijn voornamelijk aangebracht in de computervaardigheidsvragen. Hierbij is zijn twee kenmerkende veranderingen doorgevoerd. Enerzijds is computerspecifiek jargon omschreven of vervangen. De term herstarten is bijvoorbeeld veranderd in opnieuw opstarten. Het begrip browser is vervangen door internet Anderzijds zijn er voor de specifieke software categorieën voorbeelden gegeven. Voor een tekstverwerker is de voorbeeld applicatie Word toegevoegd om helderheid te scheppen in wat een tekstverwerker is. Een overzicht met alle doorgevoerde veranderingen is te vinden in bijlage één.
De computervaardigheidsvragenlijst is op de zelfde manier als in het voorgaande experiment afgenomen. Het totaal aantal vragen is op 68 blijven staan. Dit maakt de minimum, maximum en gemiddelde score nog steeds 0, 34 en 68. De negentien items zijn door subject matter experts gereviseerd.
Voor de computervaardigheidstaken zijn alleen de aangepaste items aan de hand van computertaken opgenomen, gezien validiteitgegevens van de overige vragen reeds bekend waren. In totaal werden er negentien taken afgenomen. De computertaken waren korte opdrachten die op de computer uitgevoerd dienden te worden, zoals “Genereer op de eerste pagina automatisch een inhoudsopgave”. De proefpersonen kregen per taak een halve minuut de tijd. Het criterium voor een correcte uitvoering was uniform omschreven voor elke vraag. Voor elk correct uitgevoerde taak werd overeenkomstig met experiment één een score van 1 toegekend. De score voor een niet correct uitgevoerde taak was 0.
24
Op de exitvragenlijst, afgenomen aan het eind van het onderzoek, is enkel gevraagd naar de leeftijd en de sekse van de proefpersonen.
Procedure Bij aanvang van het experiment kregen de proefpersonen te horen dat het experiment ging over computervaardigheid. De proefpersonen werd gevraagd de vragenlijsten over computerervaring in te vullen. Hier voor waren 20 minuten beschikbaar. Na het invullen van de vragenlijsten werd de proefpersonen gevraagd om de taken op de computer uit te voeren. Deze taken werden gecontroleerd door de proefleider. Als de taak aan het criterium voldeed en binnen de beschikbare tijd was volbracht, werd de taak door de proefleider goedgekeurd. De proefpersonen hadden per taak een halve minuut ter beschikking. Evenals bij het vorige onderzoek zijn er meerdere proefleiders gebruikt. Deze hebben voor aanvang van het experiment allen een korte instructie gekregen over hoe de criteria toe te passen. Na het uitvoeren van de computertaken was het experiment beëindigd. De totale duur van het onderzoek bedroeg ongeveer 45 minuten.
25
Resultaten experiment twee De analyses zijn gebaseerd op N = 75 proefpersonen. De groep proefpersonen bestond uit 55 vrouwen en 18 mannen. Van twee personen is de sekse niet bekend omdat zij dit niet hadden aangegeven. Er heeft geen uitval plaats gevonden.
Er zijn in dit onderzoek 19 niet-valide items van de oorspronkelijke ACV aangepast. Deze aangepaste vragen zijn wederom op validiteit getoetst middels de ø (phi) correlatie met een significantie niveau van p = 0.05. Van de 19 items correleerde 11 vragen significant met de computertaken. De laagst gevonden correlatie hiervan was (ø =.243, p = .035). De hoogst gevonden correlatie voor item twee was (ø =.569, p = .0001). Van de overige acht niet valide items zijn er vier ten opzichte van het vorige experiment verbeterd. De correlaties zijn verbeterd van respectievelijk item vijf ø =.073 naar ø = .174, item achtentwintig ø = -.095 naar ø =.196, item negenentwintig ø =.053 naar ø = .258 en item zevenendertig van ø = .052 naar ø =.328. Het significantieniveau van deze vragen liep uiteen van p = .131 tot p = .082. Drie items vertonen ten opzichte van het vorige experiment een lagere significante correlatie. De gevonden correlaties zijn respectievelijk gedaald van (ø = .181, p = .108) naar (ø = .105, p = .659) item drieëndertig, item vierenvijftig (ø =145, p =.199) naar (ø = .195, p =.239) en item zesenvijftig van (ø =.138, p =.223) naar (ø =.224, p =.437). Van item drieëntwintig is de significantie van de correlatie nagenoeg gelijk gebleven. Deze was in eerste experiment (ø =.093, p = .410) en is nu (ø =.230, p =.411). In tabel 5.1 zijn alle correlaties van de negentien items weergegeven.
Tabel 5.1 overzicht phi correlaties per item vraag * taak correlatie cvv2 * cvt2 (ø = .569, p < .0005)* cvv5 * cvt5 (ø = .174, p = .131) cvv10 * cvt10 (ø = .569, p < .0005)* cvv14 * cvt14 (ø = .385, p = .001)* cvv17 * cvt17 (ø = .243, p = .035)* cvv23 * cvt23 (ø = .230, p = .411) cvv28 * cvt28 (ø = .196, p = .089) cvv29 * cvt29 (ø = .258, p = .082) cvv30 * cvt30 (ø = .381, p = .001)* cvv33 * cvt33 (ø = .105, p = .659)
vraag * taak cvv37 * cvt37 cvv38 * cvt38 cvv41 * cvt41 cvv43 * cvt43 cvv47 * cvt47 cvv54 * cvt54 cvv55 * cvt55 cvv56 * cvt56 cvv60 * cvt60
correlatie (ø = .328, p = .089) (ø = .329, p = .004)* (ø = .326, p = .005)* (ø = .425, p < .0005)* (ø = .338, p = .003)* (ø = .195, p = .239) (ø = .438, p < .0005)* (ø = .224, p = .437) (ø = .319, p = .022)*
ø = phi correlatie, cvv = computervaardigheidsvraag, cvt = computervaardigheidstaak, * = significant bij α .05
De gevonden betrouwbaarheid van de ACV had in dit experiment een Cronbach's α van .95. De afzonderlijke subschalen vertoonden een betrouwbaarheid van achtereenvolgens: OS gebruik ,7308; websurfen ,7418; emailgebruik ,8814; tekstverwerken ,7706; spreadsheet ,9454; presentatie ,9111 en
26
webdesign ,8472. Deze betrouwbaarheden zijn gevonden nadat de niet valide vragen uit de subschalen verwijderd waren.
In tabel 5.2 staat de geroteerde factorladingen matrix weergegeven. Er werden in tegenstelling tot de verwachting twee componenten geëxtraheerd, welke samen 71% van de gemeenschappelijke variantie verklaarden.
Tabel 5.2 Geroteerde componenten matrix. Component 1 OS .187 INT .190 EM .304 TVW .742 SPR .806 PRE .705 WD .828 Eig. 3.89
Component 2 .871 .799 .749 .528 .282 .297 .058 1.05
Com. .794 .674 .653 .829 .730 .585 .689
Com. = communaliteit, OS = operating system, INT = internet, EM = email, TVW = tekstverwerken, SPR = spreadsheet, PRE = presentatie, WD = Webdesign, Eig. = Eigenwaarde
Uit de geroteerde factorladingen matrix blijken de twee gevonden componenten grotendeels overeen te komen met de gevonden componenten in experiment 1. Tot de eerste component behoren: tekstverwerking, spreadsheet, presentatie en webdesign. In experiment 1 behoorde tekstverwerking echter tot de andere component.
Er is wederom gekeken naar de invloed op de computervaardigheidsscore van de vijf losse vragen betreffende: programmeren, internetbankieren, het comprimeren van bestanden, chatten en entertainmentsoftware. Het bezitten van één van de vijf vaardigheden bleek wederom een positieve invloed te hebben op de computer vaardigheid. De laagst gevonden significantie t(9.64)=-4,93; p < .001 was voor het gebruiken van entertainment software. De overige gevonden verschillen waren allen significant bij p < .0005. De gevonden verschillen in gemiddelden staan weergegeven in tabel 5.3. De totaalscores van computervaardigheid zijn wederom gebaseerd op de valide vragen en hebben een bereik van 0 tot 60 met een gemiddelde van 30.
Tabel 5.3 Gemiddelde, Standaarddeviatie en aantal proefpersonen van de vijf losse vragen op de ACV Nee Ja N x(SD) N x(SD) Prog. 66 39,93(10,93) 9 55,33(9,11) Int.b. 27 33,66(10,14) 48 46,35(10,16) Compr. 55 38,07(10,35) 20 52(9,39) Chat. 22 34,77(7,816) 53 44,69(12) Ent. 6 29,83(5,45) 69 42,82(11,65) Prog.=programmeren, Int.b.=internetbankieren, Compr.=comptimeren, Chat.=chatten, Ent.=entertainment software
27
De gemiddelde computervaardigheidsscore behaald in dit experiment is 39,53(SD=12,43). De laagst behaalde score is 2 en is door één persoon gehaald. De maximale score van 60 is door drie personen behaald. Evenals in experiment 1 is de scoreverdeling enigszins scheef naar rechts. Gezien het aantal valide vragen is gestegen ten opzichte van experiment 1 zijn de maximale scores voor de afzonderlijke categorieën veranderd. Voor de categorie OS is het maximum nu zeven, de behaalde gemiddelde score is 5,65(sd = ,52). De gemiddelde score voor internet was 3(sd = 1,76), het maximum was hier zes. Het maximum voor email was negen, met een 6,8(sd = 1,46)als gemiddelde. Op tekstverwerken was maximaal tien te behalen, het gemiddelde kwam uit op 6,03(sd = 4,63). Op spreadsheet werd gemiddeld 4,19(sd = 1,59) gescoord, hier was het maximum dertien. Voor presentatie was maximaal zes te scoren, het gemiddelde was 0,93(sd = 3,21). Het gemiddelde voor de categorie webdesign was 0,49(sd = 1,25), met maximaal vier.
Gezien in dit experiment 96% van de proefpersonen tussen de 18 en 30 jaar oud zijn wordt het kijken naar leeftijdseffecten op computervaardigheid niet relevant geacht.
Er is wel gekeken naar verschil in computervaardigheid tussen mannen en vrouwen. Hierop is in dit experiment geen verschil gevonden in computervaardigheid t(21.85)=.42, p = .678. De gegevens hiervan staan weergegeven in tabel 5.4. Als maat voor computervaardigheid zijn alleen de 60 valide vragen van de ACV gebruikt.
Tabel 5.4 ACV score m/v M V
N 18 55
x(sd) 43,11(15,47) 41,47(10,02)
M = man, V = Vrouw
28
Modelpassing Om meer zekerheid te verkrijgen over de dimensionaliteit van computervaardigheid is naast de principale componenten analyse tevens een predicatieve factoranalyse uitgevoerd. Er van uitgaand dat computervaardigheid een unidimensionaal begrip is, is een éénfactormodel gefit op de data van experiment 1 en experiment 2. Geen van beide experimenten vertoonde een passing met het éénfactormodel (zie tabel 5.5).
Tabel 5.5 Vergelijking experiment een en twee op eenfactormodel aangepast exp1 exp2 x2 (df) (14)=74.98, p < 0,01 (14)=40.99, p < 0,01 GFI 0,77 0,85 AGFI 0,55 0,71 NFI 0,79 0,84 RMSEA 0,25 0.17 Note: χ2 (df) = Chi square, with degrees of freedom; GFI = Goodness of Fit Index; AGFI = Adjusted Goodness of Fit Index; NFI=Normed Fit Index; RMSEA = Root Mean Square Error of Approximation.
Gezien de principale componentenanalyse twee componenten extraheerden, is ook een tweefactormodel gepast. Hierbij zijn de subschalen OS gebruik, internet, e-mail en tekstverwerking in factor één geplaatst en zijn in factor twee spreadsheet, presentatie en webdesign geplaatst. Zoals weergegeven in tabel 5.6, past ook dit model niet op beide datasets. In figuur 5.1 zijn de getoetste modellen weergegeven.
Tabel 5.6 Vergelijking experiment een en twee op tweefactormodel aangepast exp1 Exp2 x2 (df) (14)=55.71, p < 0,01 (14)=86.14, p < 0,01 GFI 0,87 0,78 AGFI 0,73 0,55 NFI 0,85 0,67 RMSEA 0,16 0.24 Note: χ2 (df) = Chi square, with degrees of freedom; GFI = Goodness of Fit Index; AGFI = Adjusted Goodness of Fit Index; NFI=Normed Fit Index; RMSEA = Root Mean Square Error of Approximation.
Gezien bovengenoemde modellen niet blijken te passen, is besloten geen verdere modelpassing meer uit te voeren. Om goede uitspraken te doen omtrent modelvorming is een grotere steekproef nodig waarbij niet de schalen maar de items gefit kunnen worden.
Figuur 5.1 getoetste modellen Eenfactormodel
Tweefactormodel
OS= besturingssysteem, IN= internet, EM= email, TV= tekstverwerker, SP= spreadsheet, PR= presentatie, WD= webdesign
29
Discussie De betrouwbaarheid van de AVC is met .95 zeer hoog te noemen. Hiermee wordt voldaan aan de verwachting een algemene computervaardigheidsvragenlijst te ontwikkelen met een afdoende betrouwbaarheid. Ook de afzonderlijke subschalen voldoen allen aan de verwachting van betrouwbaarheid. De verwachtingen omtrent de validiteit van de test komen grotendeels uit. Van de in totaal achtenzestig vragen vertonen zestig vragen een significante correlatie met de computertaken. Dit betekent dat 88,24% van de test als valide beschouwd kan worden. Aan de overige 11,76% van de vragenlijst moeten nog verbeteringen worden uitgevoerd om deze ook valide te maken. Tevens betekenen deze resultaten dat voldaan is aan de hypothese die stelt dat met betrekking tot computervaardigheid, inzicht in de eigen vaardigheid een betrouwbare en valide voorspeller is van de daadwerkelijke vaardigheid. Met betrekking tot de dimensionaliteit van computervaardigheid wijst factoranalyse uit dat computervaardigheid niet unidimentioneel is. In tegenstelling tot de verwachting zijn er twee componenten geëxtraheerd. Ook blijkt een éénfactormodel met behulp van predicatieve factoranalyse niet te passen. In tegenstelling tot wat de PCA deed vermoeden bleek ook een tweefactormodel niet te passen.
De verwachte unidimensionaliteit van computervaardigheid is uitgebleven. Hoewel verondersteld kan worden dat alle subschalen logischerwijs behoren tot computervaardigheid, tonen de principale componentenanalyse (PCA) en de predictieve factoranalyse aan dat dit niet het geval is. De twee door de PCA gevonden componenten zouden betiteld kunnen worden als privé en zakelijk gebruik, waarbij tot de component privégebruik: OS, websurfen, email en tekstverwerken zou behoren en tot zakelijk gebruik: tekstverwerken, spreadsheet, presentatie en webdesign. Deze laatste veronderstelling blijkt echter niet in een tweefactormodel te passen. Het is duidelijk dat er te veel onderlinge verbanden tussen zakelijk en privé gebruik aanwezig zijn om een simpel twee factor model te passen. Gezien merendeel van de vragen valide is gebleken is het mogelijk om de vragenlijst bij een grotere populatie af te nemen. Vervolgonderzoek kan zich hierbij richten op het construeren van een overkoepelend model voor computervaardigheid. De onderlinge verbanden van de verschillende subschalen tussen de twee componenten zullen duidelijk in kaart gebracht moeten worden om uitspraken te kunnen doen over de dimensionaliteit van computervaardigheid.
Met betrekking tot de validiteit van de ACV wijzen de resultaten uit dat het overgrote deel van de gebruikte proefpersonen bekend was met de in dit onderzoek gebruikte applicaties. Gezien de veelheid aan significante correlaties gevonden tussen de vragenlijst en de taken, zou het kunnen zijn dat het bekend zijn met de applicaties en het operating system een positieve invloed heeft op deze correlatie. Dit zou ongunstig zijn voor het algemene karakter van de test, gezien uit dit onderzoek niet naar voren
30
komt of gebruikers van andere applicaties en operating systems een zelfde overeenstemming op zou leveren. Om hier uitsluitsel over te krijgen zou het validatie onderzoek ook afgenomen moeten worden bij niet Windows gebruikers. Wat gunstig is voor het onderzoek is dat een groot deel van de proefpersonen heeft aangegeven meerdere applicaties niet te gebruiken. Dit betekent dat men niet bekend hoeft te zijn met de applicaties om een valide uitspraak te doen over de eigen vaardigheid. In tegen stelling tot het onderzoek van Veenman (2003) blijken proefpersonen goed in staat hun eigen vaardigheid met betrekking tot computergebruik aan te kunnen geven.
Voor het beantwoorden van de exploratieve verwachtingen zijn enkel de valide en betrouwbare vragen uit de ACV gebruikt. In experiment 1 scoorden mannen hoger op computervaardigheid dan vrouwen. In experiment twee daarentegen is er geen verschil gevonden tussen mannen en vrouwen met betrekking tot computervaardigheid. Deze inconsistentie kan verklaard worden door de scheve verdeling van mannen en vrouwen in experiment twee. Waar in het eerste experiment de verdeling tussen de sekse ongeveer gelijk was, was de verdeling in experiment twee ongeveer 1:3. Dit verschil in verdeling kan de oorzaak geweest zijn voor het uitblijven van een significant verschil.
Gezien de leeftijdsverschillen van de proefpersonen in beide experimenten te gering waren kan er geen uitspraak gedaan worden over de invloed van leeftijd op computervaardigheid. In beide experimenten was meer dan 80% van de deelnemers tussen de achttien en dertig jaar. Dit maakt een zinnig onderscheid tussen de verschillende leeftijdscategorieën niet relevant.
Het thuisgebruik van de computer blijkt een positieve invloed te hebben op de computervaardigheid. Proefpersonen die thuis geen computer gebruiken scoren lager op computervaardigheid dan proefpersonen die thuis wel een computer gebruiken. Het wel of niet gebruiken van een computer op het werk of voor de studie blijkt geen invloed te hebben op computervaardigheid. Tevens bleek er geen interactie effect op te treden tussen de drie gebruiksvormen. Zo leidde de combinatie van bijvoorbeeld
thuisgebruik
en
gebruik
op
het
werk
niet
tot
significant
hogere
computervaardigheidscores dan enkel thuisgebruik.
Er is exploratief gekeken naar de samenhang van de ACV met de eigen ingeschatte computervaardigheid en de frequentie van gebruik. De ACV bleek positief samen te hangen met de eigen ingeschatte computervaardigheid, maar bleek negatief te correleren met de frequentie van gebruik. Dit betekent dat naarmate men de computer meer zou gebruiken, de computervaardigheid zou dalen. Bij het zoeken naar de oorzaak van dit verschijnsel is gekeken naar de betrouwbaarheid van de schalen. Deze was echter voor alle drie de schalen zeer hoog. Logischerwijs is te verwachten dat naarmate men langer met een computer werkt, de vaardigheden ook zullen toenemen. Veel gebruik van de computer wil echter niet veronderstellen dat er dan ook veel verschillende applicaties gebruikt 31
worden. Gezien bij de ACV de score hoger wordt naarmate men meer kan, zal een frequent gebruik van slechts één applicatie de algemene computervaardigheid niet verhogen. Vervolgonderzoek zal moeten uitwijzen of de bevindingen houdbaar zijn.
Gedragsobservatie zou eigenlijk door meerdere observatoren uitgevoerd moeten worden. Dit onderzoek is uitgevoerd met meerdere proefleiders, maar met slechts één proefleider per proefpersoon. Het te bestuderen object is echter in dit onderzoek niet de proefpersoon maar de items van de vragenlijst. Dit betekent dat per item gemiddeld vijf tot tien proefleiders hebben geobserveerd. Deze diversiteit aan proefleiders zou echter kunnen leiden tot een lagere consistentie in beoordeling. Ondanks de veelheid aan proefleiders bleken de correlaties toch ruimschoots significant. Een ander mogelijk probleem is de hulp die de proefleiders de proefpersonen zou kunnen bieden bij het uitvoeren van de computertaken. Hoewel de proefleiders geïnstrueerd waren de proefpersoon niet te helpen zou dit toch plaats hebben kunnen vinden. De proefleiders waren echter niet op de hoogte van wat de proefpersonen hadden geantwoord op de vragenlijst. Het helpen van de proefpersoon zou de correlatie tussen de vragenlijst en de taken alleen maar negatief beïnvloeden. Het anders uitvoeren van de computertaken ten opzichte van de aangegeven vaardigheid op de vragenlijst zou de validiteit enkel negatief beïnvloeden.
Een punt waar in dit onderzoek geen rekening mee is gehouden is de verwachting van de proefpersoon met betrekking tot de uitvoering van de computertaken. Hoewel de proefpersonen bij aanvang van het onderzoek niet wisten dat zij computertaken uit zouden gaan voeren, zou het goed mogelijk kunnen zijn dat zij hier wel op hebben geanticipeerd. De gevolgen hiervan zouden kunnen zijn dat zij de vragenlijst realistischer invulden, met het oog op de uit te voeren taken, dan wanneer zij geen taken in het vooruitzicht zouden hebben. Hier is echter niet op gecontroleerd. In vervolgonderzoek zal de proefpersonen vooraf gevraagd moeten worden wat zij verwachten te gaan doen in het onderzoek.
Met betrekking tot de generaliseerbaarheid van dit onderzoek kan vermeld worden dat de studentenpopulatie, waarbij dit onderzoek is afgenomen, geen representatieve weergave is van de totale populatie computergebruikers. Het onderzoek is echter gericht op het valideren van vragenlijstitems. De hoofddoelstelling is niet het meten van individuele vaardigheden maar voornamelijk het meten van de eigenschappen van de items. Hier staat tegenover dat de vragenlijst valide kan blijken bij studenten, maar dat de test deze eigenschap niet bij een andere populatie hoeft te vertonen. Om op deze vraag antwoord te vinden zal de populatie systematisch uitgebreid moeten worden.
Om de computervaardigheidsvragenlijst geschikt te maken voor personeelsselectie zullen de eerder genoemde punten nader bestudeerd moeten worden. Tevens zal er onderzoek verricht moeten worden 32
naar de effecten van geanticipeerde beloning op computervaardigheid. Onderzocht moet worden of potentiële werknemers met een gewilde baan in het vooruitzicht de computervaardigheid positiever weergeven dan deze werkelijk is. Dit kan gedaan worden door de scores van deze groep te vergelijken met een controlegroep die geen profijt heeft bij een hoge score.
De CEW fluency scale van Bunz en Sypher (2001), welke als basis heeft gediend voor dit onderzoek, is op een aantal punten uitgebreid. In naleving van de aanbevelingen die gedaan zijn is de validiteit in dit onderzoek bepaald middels gedragsobservaties. Tevens zijn de onderdelen van computervaardigheid uitgebreid, zodat computervaardigheid in een meer algemeen karakter gemeten kan worden. De overeenkomstige onderdelen: OS gebruik, email en websurfen van de CEW scale en de ACV vertonen een nagenoeg gelijke betrouwbaarheid. Op email en websurfen is de betrouwbaarheid van de ACV iets hoger.
Om in de huidige, door technologie gedreven, westerse maatschappij te voldoen aan de eisen die de samenleving de mens stelt, is een basisvaardigheid met betrekking tot de computer vereist. Steeds meer banken sluiten filialen en bieden de consument hun service middels IT aan. Ook de overheid ziet de kostenbesparing die informatie technologie met zich mee kan brengen. De belastingaangifte voor het midden- en kleinbedrijf zal binnenkort enkel nog elektronisch gedaan kunnen worden. Al deze ontwikkelingen stellen op het gebied van computervaardigheid steeds hogere eisen aan het individu. Om in beeld te krijgen of de samenleving deze technologische vooruitgang wel aan kan is onderzoek nodig naar de vaardigheden op computergebied. Met de constructie en validatie van de ACV hoopt dit onderzoek een goede stap gezet te hebben in de richting van de testontwikkeling op het gebied van computervaardigheid.
33
Literatuur Anandra, M. (1998). Categories of computer uva and thier relationship with attitudes toward computers. Journal of Research on Computing in Education, 30(3), 281-296. Anderson, J. R. (1990). Cognitive psychology and its implications (3rd Ed.). New York: Freeman. Baker, L. (1994). Forstering metacognitive development. In H. W. Reese (Ed.), Advances in child development and behavior. Volume 25 (pp. 201-239). San Diego: Academic Press. Bunz, U. K., Sypher, H. E. (2001). The Computer-Email-Web (CEW) fluency Scale – Development and Validation. Presented at the 87th annual conference of the National Communication Association, Atlanta, GA, USA. Cassel, R. N., & Cassel, S. L. (1984). Cassel computer literacy test (CMLRTC). Journal of Instructional Psychology, 11, 3-9. Committee on Information Technology Literacy (1999). Being fluent with information technology. Washington, D. C.: National Academy Press. Everwijn, S. E. M., Bommers, G. B. J., Knubben, J. A. (1993). Ability- or competence-based education: bridging the gap between knowledge acquisition and ability to apply. Higher education : the international journal of higher education and educational planning, 25(4), 425-438. Goodson, I. F., Marshall, M. J. (1996). Computer Literacy as Ideology. British journal of sociology of education, 17(1), 65-80. Jones, M. C., Pearson, R. A. (1996). Developing an Instrument to Measure Computer Literacy. Journal of research on computing in education, 29(1), 17-28. Miller, L. A., Stanney, K. M., & Wooten, W. (1997). Development and evaluation of the Windows-computerexperience-questionnaire (WCEQ). International Journal of Human-Computer Interaction, 9 (3), 201-212. Oosterveld, P. (1996). Questionnaire design methods. Nijmegen: Berghout Nijmegen BV. Potosky, D., & Bobko, P. (1998). The computer understanding and experience scale – A self-report measure of computer experience. Computers in Human Behavior, 14 (2), 337-348. Reder, L., & Schunn, C. D. (1996). Metacognition does not imply awareness: Strategy choice is goverened by implicit learning and memory. In L. M. Reder (Ed.), Implicit memory and metacognition (pp. 45-78). Mahwah, NJ: Erlbaum. Smith, B. L., Caputi, P., Crittenden, M., Jayasuriya, R., & Rawstorne, P. (1999). A review of the construct of computer experience. Computers in Human Behavior, 15, 227-424. Squire, L. R. (1987). Memory and brain. New York: Oxford University Press. Tulving, E. (1993). What is episodic memory? Current Directions in Psychological Science, 2, 67-70. Veenman, M. V. J. (1993). Intellectual ability and metacognitive skill: Determinants of discovery learning in computerized learning environments. Amsterdam: University of Amsterdam. Veenman, M. V. J. (submitted). The Assessment of Metacognitive Skills: What can be learded from multimethod designs?. Paper accepted, pending revision.
34
Bijlage één Overzicht van de verbeterde items
35
Item 2
Vraag was Vraag is Taak was Taak is Criterium was Criterium is
Item 5
Vraag was Vraag is Taak was Taak is Criterium was
Criterium is
Item 10
Vraag was Vraag is Taak was Taak is Criterium was Criterium is
Item 14
Vraag was Vraag is
Taak was
Taak is
Criterium was Criterium is Item 17
Vraag was Vraag is Taak was Taak is
Criterium was Criterium is
Ik ben in staat een computer te herstarten Ik ben in staat een computer opnieuw op te starten Laat zien hoe je de computer zou herstarten Laat zien hoe je de computer zou herstarten. De computer hoeft niet herstart te worden. Het laten zien hoe is voldoende. CTRL+ALT+DEL is niet goed De computer hoeft niet herstart te worden. Het laten zien hoe is voldoende. CTRL+ALT+DEL is wel goed Ik ben in staat een bestand op te slaan Ik ben in staat een bestand te bewaren op een specifieke locatie Bewaar VanGogh.doc in de map met je eigen naam op de desktop Open een nieuw document. Bewaar dit document onder naar “Opdracht1” in de map Computervaardigheid op de desktop. De opdracht is voltooid als in de map met de eigen naam het bestand 'VanGogh.doc' aanwezig is. Vraag de pp het programma weer af te sluiten. Of doe dit zelf. Sla het bestand niet op De opdracht is voltooid als in de map computervaardigheid het bestand opdracht 1 aanwezig is. Vraag de pp het programma weer af te sluiten. Of doe dit zelf. Sla het bestand niet op Ik ben in staat in een browswer (b.v. Internet explorer) zoekmachines als "google" en "Yahoo" te gebruiken om informatie te vinden Ik ben in staat op internet (in Internet Explorer) een zoekmachine als “Google” te gebruiken om informatie te vinden Zoek de site van de openbare bibliotheek van Amsterdam Zoek via www.google.nl de site van de openbare bibliotheek van Amsterdam. De opdracht is voltooid als de site van de OBA in beeld verschijnt. De pp mag verteld worden dat hij op de link moet drukken in google De opdracht is voltooid als de site van de OBA in beeld verschijnt. De pp mag verteld worden dat hij op de link moet drukken in google Ik ben in staat in een browswer (b.v. Internet explorer) een bestand van een website te downloaden en lokaal op te slaan Ik ben in staat op internet (in Internet Explorer) een bestand (b.v. een foto of tekst) van een website te downloaden (af te halen) en op te slaan op mijn eigen pc of op een floppy Download bestand 'Haalmijop.doc' van website 'home.student.uva.nl/sharon.klinkenberg' en sla op in de map 'eigen naam' (desktop) Download bestand 'Haalmijop.doc' van website 'home.student.uva.nl/sharon.klinkenberg' en sla op in de map Computervaardigheid op de desktop. De opdracht is voltooid als 'haalmijop.doc' in de map 'eigen naam' staat De opdracht is voltooid als 'haalmijop.doc' in de map Computervaardigheid op de desktop staat. Ik ben in staat in een e-mailprogramma een bijlage te openen Ik ben in staat in outlook (een emailprogramma) een bijlage bij een email te bekijken /openen Open de bijlage bij e-mail 'Belangrijk' Ga naar www.hotmail.comlog in als
[email protected] met als password “sharon1”. Open de email met als onderwerp “Belangrijk” en open de bijlage bij deze email. De opdracht is voltooid als de bijlage geopend is De opdracht is voltooid als de bijlage geopend is
36
Item 23
Vraag was Vraag is Taak was Taak is Criterium was
Criterium is Item 28
Vraag was Vraag is Taak was Taak is Criterium was
Criterium is
Item 29
Vraag was Vraag is Taak was Taak is Criterium was
Criterium is
Item 30
Item 33
Vraag was Vraag is Taak was Taak is Criterium was Criterium is Vraag was Vraag is Taak was Taak is Criterium was Criterium is
Ik ben in staat in een e-mailprogramma een nieuwe map voor e-mail aan te maken Ik ben in staat in outlook (een emailprogramma) een nieuwe map aan te maken om email in op te slaan Maak een nieuwe e-mailmap aan met de naam 'Mail van Hans' Maak een nieuwe e-mailmap/folder aan met de naam “Mail van Hans”. De opdracht is voltooid als de map 'mail van hans' in de rij mappen staat. Via: map maken -> naam nieuwe map -> ok Verwijder deze via mappen beheer -> vink aan -> verwijder -> bevestig De opdracht is voltooid als de map 'mail van hans' in de rij mappen (folders?) staat. Verwijder deze map ook weer. Ik ben in staat in een tekstverwerker een opmaakprofiel aan te maken Ik ben in staat in een tekstverwerker (Microsoft word) een opmaakprofiel voor de tekst te maken Maak een opmaakprofiel met de naam 'eigen' met de instellingen: gecentreerd en vet en pas deze toe op de derde alinea Maak een opmaakprofiel met de naam 'eigen' met de instellingen: gecentreerd en vet, en pas deze toe op de derde alinea. De opdracht is voltooid als alinea drie de juiste stijl heeft met de juiste instellingen. Via: format/style/new -> eigen -> format/font -> bold -> ok > format/paragraph -> alignment/centered -> ok -> ok -> apply. Selecteer alinea en ken stijl: 'eigen' toe De opdracht is voltooid als alinea drie de juiste stijl heeft met de juiste instellingen. Via: format/style/new -> eigen -> format/font -> bold -> ok > format/paragraph -> alignment/centered -> ok -> ok -> apply. Selecteer alinea en ken stijl: 'eigen' toe Ik ben in staat in een tekstverwerker een macro te maken Ik ben in staat in een tekstverwerker (Microsoft word) een macro te maken Creëer een macro die alle tekst rood maakt en uitvult Creëer een macro die alle tekst rood maakt en uitvult. Via: tools/macro/record new macro -> macro name 'eigen' -> ok. Tekst kleur: rood, Alignment: justify -> Stop record. De opdracht is voltooid als deze handelingen zijn uitgevoerd en de tekst rood is en uitgevuld Via: tools/macro/record new macro -> macro name 'eigen' -> ok. Tekst kleur: rood, Alignment: justify -> Stop record. De opdracht is voltooid als deze handelingen zijn uitgevoerd en de tekst rood is en uitgevuld Ik ben in staat in een tekstverwerker meerdere kolommen in te stellen Ik ben in staat in een tekstverwerker (Microsoft word) de tekst in twee kolommen op te splitsen Maak van de gehele tekst twee kolommen Maak van de gehele tekst twee kolommen. De opdracht is voltooid als de hele tekst in twee kolommen staat De opdracht is voltooid als de hele tekst in twee kolommen staat Ik ben in staat in een tekstverwerker een inhoudsopgave te genereren aan de hand van opmaakprofielen Ik ben in staat in een tekstverwerker (Microsoft word) een inhoudsopgave automatisch in te voegen Genereer op de eerste pagina automatisch een inhoudsopgave Genereer op de eerste pagina automatisch een inhoudsopgave. Open document 'Maakinhoud.doc' (desktop/Taakmate). De opdracht is voltooid als op de eerste pagina een inhoudsopgave staat De opdracht is voltooid als op de eerste pagina een inhoudsopgave staat
37
Item 37
Vraag was Vraag is Taak was Taak is Criterium was
Criterium is
Item 38
Vraag was Vraag is Taak was Taak is Criterium was Criterium is
Item 42
Vraag was Vraag is Taak was Taak is Criterium was Criterium is
Item 45
Vraag was Vraag is Taak was Taak is Criterium was
Item 48
Criterium is Vraag was Vraag is Taak was Taak is Criterium was Criterium is
Ik ben in staat in een tekstverwerker voetnoten te maken Ik ben in staat in een tekstverwerker (Microsoft word) een voetnoot in te voegen Zoek het woord 'unemployed' en voeg hierbij een voetnoot in met de tekst 'unemployed more than twoo years' Zoek het woord 'unemployed' en voeg hierbij een voetnoot in met de tekst 'unemployed more than two years'. Als vraag 34 niet gelukt is zoek het woord dan voor de pp. Via edit find. De opdracht is voltooid als er een voetnoot bij het woord unemployed staat. Via: insert/footnote/ok -> Tekst Als de ppn het woord niet kan vinden help dan via edit find. De opdracht is voltooid als er een voetnoot bij het woord unemployed staat. Via: insert/footnote/ok -> Tekst Ik ben in staat in een tekstverwerker een document te printen Ik ben in staat in een tekstverwerker (Microsoft word) een document uit te printen Laat zien hoe je dit document zou printen Print dit document. Via: print icoon, file/print of CTRL-P. De opdracht is voltooid als de pp laat zien hoe hij/zij zou printen. Sluit dit bestand af zonder op te slaan. Via: print icoon, file/print of CTRL-P. De opdracht is voltooid als de pp laat zien hoe hij/zij zou printen. Sluit dit bestand af zonder op te slaan. Ik ben in staat in een spreadsheetprogramma (b.v. excel) een kolom te selecteren Ik ben in staat om in een spreadsheetprogramma (Excel) een kolom (verticale rij) te selecteren Verwijder kolom 'sekse' Selecteer kolom 'sekse'. De opdracht is voltooid als kolom sekse verdwenen is De opdracht is voltooid als de hele kolom geselecteerd is. Via: klikken boven aan kolom Ik ben in staat in een spreadsheetprogramma (b.v. excel) een getallenreeks op te laten tellen Ik ben in staat om in een spreadsheetprogramma (Excel) een getallenreeks op te laten tellen Geef het gemiddelde van deze cel in twee decimalen weer Geef onderaan kolom 'kilo's' het totaal aantal kilo's weer. De opdracht is voltooid als het gemiddelde wordt weergegeven als 38,58. Via: format/cells -> numbers -> 2 -> ok. De getallen overtypen is niet goed De opdracht is voltooid als onderaan kolom kilo's 7470 staat Ik ben in staat in een spreadsheetprogramma (b.v. excel) de kolombreedte te veranderen Ik ben in staat in excl (eeen spreadsheetprogramma) de kolombreedte te veranderen Maak de kolombreedte van kolom A smaller Maak de kolombreedte van kolom A smaller. De opdracht is voltooid als kolom A smaller is De opdracht is voltooid als kolom A smaller is
38
Item 54
Vraag was Vraag is Taak was Taak is Criterium was Criterium is
Item 55
Vraag was Vraag is
Item 56
Taak was Taak is Criterium was Criterium is Vraag was Vraag is
Item 60
Taak was Taak is Criterium was Criterium is Vraag was Vraag is Taak was Taak is Criterium was Criterium is
Ik ben in staat in een presentatieprogramma (b.v. powerpoint) een kleurenschema aan te passen Ik ben in staat om in een presentatieprogramma (PowerPoint) de kleur van tekst en figuren te veranderen Verander het 'standard color scheme' naar keuze Verander het 'standard color scheme' naar keuze. De opdracht is voltooid als het kleurenschema is veranderd. Via: format/slide color scheme -> kies ander kleurenschema De opdracht is voltooid als het kleurenschema is veranderd. Via: format/slide color scheme -> kies ander kleurenschema Ik ben in staat in een presentatieprogramma (b.v. powerpoint) de achtergrondkleur van alle dia's in een keer te veranderen Ik ben in staat om in een presentatieprogramma (PowerPoint) de achtergrondkleur van alle dia’s te veranderen Verander de achtergrondkleur van alle dia's in lichtblauw Verander de achtergrondkleur van alle dia's in lichtblauw. De opdracht is voltooid als alle dia's een lichtblauwe achtergrond hebben. De opdracht is voltooid als alle dia's een lichtblauwe achtergrond hebben. Ik ben in staat in een presentatieprogramma (b.v. powerpoint) een tekstkader te kantelen Ik ben in staat om in een presentatieprogramma (PowerPoint) een figuur te kantelen (90 graden te draaien) Kantel de bovenste kop van dia 1, 90 graden met de klok mee Kantel de bovenste kop van dia 1, 90 graden met de klok mee. De opdracht is voltooid als de kop 90 graden gekanteld is De opdracht is voltooid als de kop 90 graden gekanteld is Ik ben in staat op de computer video te bekijken Ik ben in staat om op de computer foto’s of een filmpje te bekijken Speel video 'AmsterdamCS.avi' af. Deze is te vinden in 'Taakmate' op de desktop Speel video 'AmsterdamCS.avi' af. Deze is te vinden in de map Computervaardigheid op de desktop. De opdracht is voltooid als de video te zien is De opdracht is voltooid als de video te zien is
39
Bijlage twee De computervaardigheidsvragenlijst, taken en criteria.
40
Computervaardigheids Vragenlijst Instructie: In de volgende vragenlijst wordt u gevraagd naar uw computervaardigheid. De vragen worden gesteld in de trant van ‘Ik ben in staat ........’. Hiermee wordt naar uw aanwezige vaardigheid gevraagd. Beantwoord de vragen enkel met ‘Ja’ als u zeker weet dat u de vaardigheid bezit. PPnr. ...................
Computervaardigheids Vragenlijst 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
Ik ben in staat een computer aan te zetten Ik ben in staat een computer te herstarten Ik ben in staat een nieuwe map (directory) aan te maken Ik ben in staat een opgeslagen bestand te openen Ik ben in staat een bestand op te slaan Ik ben in staat een document te verplaatsen Ik ben in staat met behulp van de zoekfunctie bestanden te vinden Ik ben in staat een programma te starten Ik ben in staat in een browswer (b.v. Internet explorer) een internetpagina via het webadres te openen Ik ben in staat in een browswer (b.v. Internet explorer) zoekmachines als "google" en "Yahoo" te gebruiken om informatie te vinden Ik ben in staat in een browswer (b.v. Internet explorer) tekst van internetpagina's in een document op te slaan Ik ben in staat in een browswer (b.v. Internet explorer) plaatjes van een internetpagina op te slaan Ik ben in staat in een browswer (b.v. Internet explorer) 'Back' en 'forward' te gebruiken om te navigeren tussen pagina's Ik ben in staat in een browswer (b.v. Internet explorer) een bestand van een website te downloaden en lokaal op te slaan Ik ben in staat in een e-mailprogramma een e-mail te verwijderen Ik ben in staat in een e-mailprogramma ontvangen e-mail te openen Ik ben in staat in een e-mailprogramma een bijlage te openen Ik ben in staat in een e-mailprogramma de 'antwoord' functie van email te gebruiken Ik ben in staat in een e-mailprogramma een bijlage aan een e-mail toe te voegen Ik ben in staat in een e-mailprogramma een e-mail te versturen Ik ben in staat in een e-mailprogramma een contactpersoon toe te voegen Ik ben in staat in een e-mailprogramma e-mail te ordenen op naam en op datum Ik ben in staat in een e-mailprogramma een nieuwe map voor e-mail aan te maken Ik ben in staat in een e-mailprogramma filters tegen ongewenste e-mail in te stellen Ik ben in staat in een tekstverwerker tekst schuin te zetten Ik ben in staat in een tekstverwerker tekst te centreren Ik ben in staat in een tekstverwerker een ander lettertype te kiezen Ik ben in staat in een tekstverwerker een opmaakprofiel aan te maken Ik ben in staat in een tekstverwerker een macro te maken Ik ben in staat in een tekstverwerker meerdere kolommen in te stellen Ik ben in staat in een tekstverwerker tekst te kopiëren en te plakken Ik ben in staat in een tekstverwerker een afbeelding te importeren Ik ben in staat in een tekstverwerker een inhoudsopgave te genereren aan de hand van opmaakprofielen Ik ben in staat in een tekstverwerker met de 'vervang' functie een woord te zoeken en te vervangen Ik ben in staat in een tekstverwerker paginamarges te veranderen Ik ben in staat in een tekstverwerker een header (koptekst) toe te voegen Ik ben in staat in een tekstverwerker voetnoten te maken Ik ben in staat in een tekstverwerker een document te printen Ik ben in staat in een spreadsheetprogramma (b.v. excel) een nieuwe kolom in te voegen
o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee
Computervaardigheids Vragenlijst
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68
kolom in te voegen Ik ben in staat in een spreadsheetprogramma (b.v. excel) automatisch een getallenreeks van 1 tot 100 te maken Ik ben in staat in een spreadsheetprogramma (b.v. excel) twee cellen samen te voegen Ik ben in staat in een spreadsheetprogramma (b.v. excel) een kolom te selecteren Ik ben in staat in een spreadsheetprogramma (b.v. excel) kolommen te verwijderen Ik ben in staat in een spreadsheetprogramma (b.v. excel) een getallenreeks in twee decimalen weer te geven Ik ben in staat in een spreadsheetprogramma (b.v. excel) een getallenreeks op te laten tellen Ik ben in staat in een spreadsheetprogramma (b.v. excel) het gemiddelde van een getallenreeks te berekenen Ik ben in staat in een spreadsheetprogramma (b.v. excel) een tabel te kantelen Ik ben in staat in een spreadsheetprogramma (b.v. excel) de kolombreedte te veranderen Ik ben in staat in een spreadsheetprogramma (b.v. excel) naar een andere cel te verwijzen Ik ben in staat in een spreadsheetprogramma (b.v. excel) een grafiek te genereren Ik ben in staat in een spreadsheetprogramma (b.v. excel) een enkele kolom te printen Ik ben in staat in een presentatieprogramma (b.v. powerpoint) een nieuwe dia te openen Ik ben in staat in een presentatieprogramma (b.v. powerpoint) een tekst in de master te plaatsen die in alle dia's terug komt Ik ben in staat in een presentatieprogramma (b.v. powerpoint) een kleurenschema aan te passen Ik ben in staat in een presentatieprogramma (b.v. powerpoint) de achtergrondkleur van alle dia's in een keer te veranderen Ik ben in staat in een presentatieprogramma (b.v. powerpoint) een tekstkader te kantelen Ik ben in staat in een presentatieprogramma (b.v. powerpoint) elementen te laten bewegen Ik ben in staat in een presentatieprogramma (b.v. powerpoint) een diavoorstelling af te spelen Ik ben in staat in een presentatieprogramma (b.v. powerpoint) presentaties herhaald af te spelen Ik ben in staat op de computer video te bekijken Ik ben in staat via chat met iemand op een andere computer te communiceren Ik ben in staat een webpagina te maken Ik ben in staat plaatjes in een HTML bestand te plaatsen Ik ben in staat een link te maken Ik ben in staat een tabel in HTML-code te schrijven Ik ben in staat een bestand te comprimeren Ik ben in staat te internetbankieren Ik ben in staat een loopje te programmeren dat een getallenreeks produceert van 1 tot 100
o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee
Gegevens Proefpersoon nummer:
.........................
Ik ben een
o man o vrouw
Mijn leeftijd is:
...........
Ik gebruik zelf als besturingssysteem:
..........................................................
- Mijn vaardigheden zijn hiermee:
o Slecht o Redelijk o Gemiddeld o Goed o Zeer goed
Ik maak op mijn werk gebruik van een computer
o Ja ...... % o Nee
Ik maak voor mijn studie gebruik van een computer
o Ja ...... % o Nee
Ik ben thuis in het bezit van een computer
o Ja Deze gebruik ik o Nee
Ik gebruik de computer
o dagelijks o eens in de twee dagen o eens in de drie dagen o eens in de vier dagen o eens in de vijf dagen o eens in de zes dagen o wekelijks o maandelijks
...... %
Vink hieronder de programma’s aan die u gebruikt. Doe dit in het daarvoor bedoelde vakje ( o ). o Ik gebruik zelf als tekstverwerker:
............................................... Taal: o NL o ENG o Anders
- Mijn vaardigheden zijn hiermee:
o Slecht o Redelijk o Gemiddeld o Goed o Zeer goed
- Ik gebruik dit programma:
o dagelijks o eens in de twee dagen o eens in de drie dagen o eens in de vier dagen o eens in de vijf dagen o eens in de zes dagen o wekelijks o maandelijks
o Ik gebruik zelf als spreadsheetprogramma:
............................................... Taal: o NL o ENG o Anders
- Mijn vaardigheden zijn hiermee:
o Slecht o Redelijk o Gemiddeld o Goed o Zeer goed
- Ik gebruik dit programma:
o dagelijks o eens in de twee dagen o eens in de drie dagen o eens in de vier dagen o eens in de vijf dagen o eens in de zes dagen o wekelijks o maandelijks
Gegevens
o Ik gebruik zelf als presentatieprogramma:
............................................... Taal: o NL o ENG o Anders
- Mijn vaardigheden zijn hiermee:
o Slecht o Redelijk o Gemiddeld o Goed o Zeer goed
- Ik gebruik dit programma:
o dagelijks o eens in de twee dagen o eens in de drie dagen o eens in de vier dagen o eens in de vijf dagen o eens in de zes dagen o wekelijks o maandelijks
o Ik gebruik zelf als internetprogramma:
............................................... Taal: o NL o ENG o Anders
- Mijn vaardigheden zijn hiermee:
o Slecht o Redelijk o Gemiddeld o Goed o Zeer goed
- Ik gebruik dit programma:
o dagelijks o eens in de twee dagen o eens in de drie dagen o eens in de vier dagen o eens in de vijf dagen o eens in de zes dagen o wekelijks o maandelijks
o Ik gebruik zelf als e-mailprogramma:
............................................... Taal: o NL o ENG o Anders
- Mijn vaardigheden zijn hiermee:
o Slecht o Redelijk o Gemiddeld o Goed o Zeer goed
- Ik gebruik dit programma:
o dagelijks o eens in de twee dagen o eens in de drie dagen o eens in de vier dagen o eens in de vijf dagen o eens in de zes dagen o wekelijks o maandelijks
o Ik gebruik zelf als digitale agenda het programma: - Mijn vaardigheden zijn hiermee:
............................................... Taal: o NL o ENG o Anders
- Ik gebruik dit programma:
o dagelijks o eens in de twee dagen o eens in de drie dagen o eens in de vier dagen o eens in de vijf dagen o eens in de zes dagen o wekelijks o maandelijks
o Slecht o Redelijk o Gemiddeld o Goed o Zeer goed
Gegevens
o Ik gebruik zelf als web ontwerpprogramma: - Mijn vaardigheden zijn hiermee:
............................................... Taal: o NL o ENG o Anders
- Ik gebruik dit programma:
o dagelijks o eens in de twee dagen o eens in de drie dagen o eens in de vier dagen o eens in de vijf dagen o eens in de zes dagen o wekelijks o maandelijks
o Ik gebruik zelf als media player:
............................................... Taal: o NL o ENG o Anders
- Mijn vaardigheden zijn hiermee:
o Slecht o Redelijk o Gemiddeld o Goed o Zeer goed
- Ik gebruik dit programma:
o dagelijks o eens in de twee dagen o eens in de drie dagen o eens in de vier dagen o eens in de vijf dagen o eens in de zes dagen o wekelijks o maandelijks
o Slecht o Redelijk o Gemiddeld o Goed o Zeer goed
Computertaken Instructie: De volgende opgaven bestaan uit computervaardigheidstaken. U wordt verzocht de taken uit te voeren. Hierbij wordt u begeleid door de onderzoeksbegeleider. Als u niet weet hoe u de taak uit moet voeren kunt u dit aan de begeleider doorgeven. Per vraag heeft u een halve minuut de tijd.
Computertaken 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48
Zet de computer aan Laat zien hoe je de computer zou herstarten Maak op de desktop een nieuwe map aan met je eigen naam Open bestand 'VanGogh.doc' uit de map 'Taakmate' op de desktop Bewaar VanGogh.doc in de map met je eigen naam op de desktop Kopieer bestand 'Leesdit.txt' uit de map 'Taakmate' en plak het in je eigen map op de desktop Zoek het bestand 'vindmij.rtf' Start internet explorer Ga naar www.google.nl Zoek de site van de openbare bibliotheek van Amsterdam Sla alle tekst van deze pagina op in een document Sla het logo van de openbare bibliotheek op in de map 'Eigen naam' (desktop) Ga een pagina terug Download bestand 'Haalmijop.doc' van website 'home.student.uva.nl/sharon.klinkenberg' en sla op in de map 'eigen naam' (desktop) Verwijder het e-mailbericht 'onzinmail' als onderwerp Open e-mail 'Belangrijk' als onderwerp Open de bijlage bij e-mail 'Belangrijk' Beantwoord e-mail 'Belangrijk' Voeg bijlage 'Maildit.doc' toe. Deze is te vinden in de map 'Taakmate' op de desktop Verstuur e-mail 'Belangrijk' Voeg Hans toe aan de contactpersonen. Zijn e-mail adres is '
[email protected]' Orden alle e-mail op onderwerp Maak een nieuwe e-mailmap aan met de naam 'Mail van Hans' Stel een filter in die alle mail met 'xxx' in het onderwerp verwijderdt zet het woord 'NTIA' schuin (cursief) Centreer de eerste alinea Kies voor de tweede alinea het lettertype 'Garamond' Maak een opmaakprofiel met de naam 'eigen' met de instellingen: gecentreerd en vet en pas deze toe op de derde alinea Creëer een macro die alle tekst rood maakt en uitvult Maak van de gehele tekst twee kolommen Knip alinea vier en plaats die boven aan de pagina Importeer afbeelding 'Digital.jpg' (desktop/Taakmate) en plaats deze boven aan de pagina Genereer op de eerste pagina automatisch een inhoudsopgave Zoek het woord 'richer' en vervang het door 'better' Stel de pagina marges in op 0,8 rondom Voeg een header toe met de tekst 'Complex Picture of Computer Use in the Home Emerges' Zoek het woord 'unemployed' en voeg hierbij een voetnoot in met de tekst 'unemployed more than twoo years' Laat zien hoe je dit document zou printen Voeg aan de linkerkant een nieuwe kolom in Nummer de rijen in kolom 'Persoon' 1 tot 100 Selecteer kolom 'sekse' Verwijder kolom 'sekse' Geef onderaan kolom 'kilo's' het totaal aantal kilo's weer Geef onderaan kolom 'leeftijd' de gemiddelde leeftijd weer Geef het gemiddelde van deze cel in twee decimalen weer Kopieer en kantel deze gehele tabel naar plaats A110 Maak de kolombreedte van kolom A smaller Voeg de bovenste twee cellen A1 en B1 samen en Type hier 'gemiddeld gewicht'
Computertaken 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68
Verwijs op lokatie 'C1' naar 'het gemiddeld gewicht' Maak een XY scatter grafiek die op de Xas de leeftijd en op de Yas het gewicht weer geeft Laat zien hoe je enkel kolom B print Voeg aan het eind een nieuwe dia in Plaats links onder aan alle dia's via de master de datum van vandaag Verander het 'standard color scheme' naar keuze Verander de achtergrondkleur van alle dia's in lichtblauw Kantel de bovenste kop van dia 1, 90 graden met de klok mee Laat de bovenste kop van links het beeld in bewegen tijdens de presentatie Speel de diavoorstelling af Speel de diavoorstelling herhaald af Speel video 'AmsterdamCS.avi' af. Deze is te vinden in 'Taakmate' op de desktop Communiceer via chat met 'Hans' Maak een HTML pagina met je naam er op. Sla op in de map met je eigen naam Plaats hieronder het plaatje 'Digital.jpg' Maak hieronder een link naar dit plaatje Schrijf de HTML code die een lege tabel oplevert van 2 x 2 Comprimeer (ZIP) bestand 'Internet.doc' te vinden in 'Taakmate' -
Taak Controle Formulier
1
Zet de computer aan
2
Laat zien hoe je de computer zou herstarten
3
Maak op de desktop een nieuwe map aan met je eigen naam Open bestand 'VanGogh.doc' uit de map 'Taakmate' op de desktop Bewaar VanGogh.doc in de map met je eigen naam op de desktop Kopieer bestand 'Leesdit.txt' uit de map 'Taakmate' en plak het in je eigen map op de desktop Zoek het bestand 'vindmij.rtf' Start internet explorer Ga naar www.google.nl Zoek de site van de openbare bibliotheek van Amsterdam Sla alle tekst van deze pagina op in een document Sla het logo van de openbare bibliotheek op in de map 'Eigen naam' (desktop) Ga een pagina terug Download bestand 'Haalmijop.doc' van website 'home.student.uva.nl/sharon.klinkenberg' en sla op in de map 'eigen naam' (desktop) Verwijder het e-mailbericht 'onzinmail' als onderwerp
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Open e-mail 'Belangrijk' als onderwerp Open de bijlage bij e-mail 'Belangrijk' Beantwoord e-mail 'Belangrijk' Voeg bijlage 'Maildit.doc' toe. Deze is te vinden in de map 'Taakmate' op de desktop Verstuur e-mail 'Belangrijk'
PPnr: ..................
Laat de pp de computer aanzetten, typ zelf de gebruikersnaam en het wachtwoord (ontvangen van onderzoeker) in De computer hoeft niet herstart te worden. Het laten zien hoe is voldoende. CTRL+ALT+DEL is niet goed De opdracht is voltooid als er een map met de eigen naam op de desktop staat
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
De opdracht is voltooid als het bestand 'VanGogh.doc' geopend is
o Ja / o Nee
Tijd ...........
De opdracht is voltooid als in de map met de eigen naam het bestand 'VanGogh.doc' aanwezig is. Vraag de pp het programma weer af te sluiten. Of doe dit zelf De opdracht is voltooid als in de map met de eigen naam het bestand 'Leesdit.txt' aanwezig is.
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
De opdracht is voltooid als dit bestand gevonden is De opdracht is voltooid als Internet explorer opgestart is De opdracht is voltooid als Google in beeld verschijnt De opdracht is voltooid als de site van de OBA in beeld verschijnt. De pp mag verteld worden dat hij op de link moet drukken in google De opdracht is voltooid als de tekst is opgeslagen in een bestand. Dit mag in Word of als TXT. Via copy paste of save as 'txt' De opdracht is voltooid als het bestand 'logo0x2.jpg' in de map met de eigen naam staat
o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee
Tijd ........... Tijd ........... Tijd ........... Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
De opdracht is voltooid als google weer in beeld is De opdracht is voltooid als 'haalmijop.doc' in de map 'eigen naam' staat
o Ja / o Nee o Ja / o Nee
Tijd ........... Tijd ...........
Log voor de proefpersoon in op www.hotmail.com - username: proefp(nr) wachtwoord: swi12345. De opdracht is voltooid als onzinmail verwijderd is. Niet meer in de inbox staat De opdracht is voltooid als het email bericht 'belangrijk' geopend is De opdracht is voltooid als de bijlage geopend is De opdracht is voltooid als er op beantwoord gedrukt is De opdracht is voltooid als de bijlage toegevoegd is
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee
Tijd ........... Tijd ........... Tijd ........... Tijd ...........
De opdracht is voltooid als het bericht verstuurd is
o Ja / o Nee
Tijd ...........
Taak Controle Formulier
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37
Voeg Hans toe aan de contactpersonen. Zijn email adres is '
[email protected]' Orden alle e-mail op onderwerp Maak een nieuwe e-mailmap aan met de naam 'Mail van Hans' Stel een filter in die alle mail met 'xxx' in het onderwerp verwijderdt zet het woord 'NTIA' schuin (cursief) Centreer de eerste alinea Kies voor de tweede alinea het lettertype 'Garamond' Maak een opmaakprofiel met de naam 'eigen' met de instellingen: gecentreerd en vet en pas deze toe op de derde alinea Creëer een macro die alle tekst rood maakt en uitvult Maak van de gehele tekst twee kolommen Knip alinea vier en plaats die boven aan de pagina Importeer afbeelding 'Digital.jpg' (desktop/Taakmate) en plaats deze boven aan de pagina Genereer op de eerste pagina automatisch een inhoudsopgave Zoek het woord 'richer' en vervang het door 'better' Stel de pagina marges in op 0,8 rondom Voeg een header toe met de tekst 'Complex Picture of Computer Use in the Home Emerges' Zoek het woord 'unemployed' en voeg hierbij een voetnoot in met de tekst 'unemployed more than twoo years'
PPnr: ..................
De opdracht is voltooid als Hans is toegevoegd. Via: contactpersonen -> snel toevoegen -> snelnaam, email, voornaam, achternaam -> Toevoegen De opdracht is voltooid als de inbox geordend is op onderwerp. Zet dit hierna weer terug op datum De opdracht is voltooid als de map 'mail van hans' in de rij mappen staat. Via: map maken -> naam nieuwe map -> ok De opdracht is voltooid als de volgende handelingen zijn uitgevoerd. Via: opties -> aangepaste filters -> nieuwe maken -> Stap 1 onderwerp 'xxx' -> Stap 2 verwijderen Open document 'Internet.doc' voor de pp te vinden in de map 'Taakmate' op de desktop. De opdracht is voltooid als als NTIA cursief/schuin staat De opdracht is voltooid als de eerste alinea gecentreerd is De opdracht is voltooid als de tweede alinea garamond als lettertype heeft
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee o Ja / o Nee
Tijd ........... Tijd ...........
De opdracht is voltooid als alinea drie de juiste stijl heeft met de juiste instellingen. Via: format/style/new -> eigen -> format/font -> bold -> ok -> format/paragraph -> alignment/centered -> ok -> ok -> apply. Selecteer alinea en ken stijl: 'eigen' toe Via: tools/macro/record new macro -> macro name 'eigen' -> ok. Tekst kleur: rood, Alignment: justify -> Stop record. De opdracht is voltooid als deze handelingen zijn uitgevoerd en de tekst rood is en uitgevuld De opdracht is voltooid als de hele tekst in twee kolommen staat De opdracht is voltooid als alinea vier boven aan de pagina staat
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee o Ja / o Nee
Tijd ........... Tijd ...........
De opdracht is voltooid als afbeelding Digital.jpg boven aan de pagina staat. Sluit dit document
o Ja / o Nee
Tijd ...........
Open document 'Maakinhoud.doc' (desktop/Taakmate). De opdracht is voltooid als op de eerste pagina een inhoudsopgave staat De opdracht is voltooid als 'richer vervangen is door better via: edit replace en niet via find De opdracht is voltooid als marges zijn aangepast. Via: File/page setup -> ok header is een koptekst. De opdracht is voltooid als boven aan iedere pagina de tekst 'complex picture...' staat Als vraag 34 niet gelukt is zoek het woord dan voor de pp. Via edit find. De opdracht is voltooid als er een voetnoot bij het woord unemployed staat. Via: insert/footnote/ok -> Tekst
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee o Ja / o Nee
Tijd ........... Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
Taak Controle Formulier
38
Laat zien hoe je dit document zou printen
39
Voeg aan de linkerkant een nieuwe kolom in
40 41 42 43
51
Nummer de rijen in kolom 'Persoon' 1 tot 100 Selecteer kolom 'sekse' Verwijder kolom 'sekse' Geef onderaan kolom 'kilo's' het totaal aantal kilo's weer Geef onderaan kolom 'leeftijd' de gemiddelde leeftijd weer Geef het gemiddelde van deze cel in twee decimalen weer Kopieer en kantel deze gehele tabel naar plaats A110 Maak de kolombreedte van kolom A smaller Voeg de bovenste twee cellen A1 en B1 samen en Type hier 'gemiddeld gewicht' Verwijs op lokatie 'C1' naar 'het gemiddeld gewicht' Maak een XY scatter grafiek die op de Xas de leeftijd en op de Yas het gewicht weer geeft Laat zien hoe je enkel kolom B print
52
Voeg aan het eind een nieuwe dia in
53
Plaats links onder aan alle dia's via de master de datum van vandaag Verander het 'standard color scheme' naar keuze
44 45 46 47 48 49 50
54 55 56
Verander de achtergrondkleur van alle dia's in lichtblauw Kantel de bovenste kop van dia 1, 90 graden met de klok mee
PPnr: ..................
Via: print icoon, file/print of CTRL-P. De opdracht is voltooid als de pp laat zien hoe hij/zij zou printen Open bestand 'Gewicht.xls' voor de pp (desktop/Taakmate) De opdracht is voltooid als er een lege kolom staat in A1 De opdracht is voltooid als kolom 'persoon' van 1 tot 100 genummerd is De opdracht is voltooid als de hele kolom geselecteerd is. Via: klikken boven aan kolom De opdracht is voltooid als kolom sekse verdwenen is De opdracht is voltooid als onderaan kolom kilo's 7470 staat
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee o Ja / o Nee
Tijd ........... Tijd ........... Tijd ........... Tijd ...........
De opdracht is voltooid als onderaan kolom 'leeftijd' 38,5816327 staat. Als het niet is gelukt bereken dit dan voor de pp (function->avarage) De opdracht is voltooid als het gemiddelde wordt weergegeven als 38,58. Via: format/cells -> numbers -> 2 -> ok. De getallen overtypen is niet goed De opdracht is voltooid als de tabel gekanteld is. Via: copy(kolom: persoon, leeftijd, kilo's) -> lokatie A110 -> edit/paste special -> transpose -> ok De opdracht is voltooid als kolom A smaller is De opdracht is voltooid als er geen lijntje staat tussen cel A1 en B1
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee o Ja / o Nee
Tijd ........... Tijd ...........
Verwijzen naar de cel waar het gemiddeld gewicht in staat. In de vorm van (=B192). De opdracht is voltooid als op C1 het gemiddeld gewicht staat zonder dat dit is overgetikt De opdracht is voltooid als er een XY scattergrafiek te zien is met leeftijd op de Xas en gewicht op de Yas De opdracht is voltooid als in de print preview alleen kolom B te zien is. Sluit dit bestand zonder op te slaan Open bestand 'Presentatie.ppt' voor pp (desktop/Taakmate). De opdracht is voltooid als aan het eind van de presentatie een extra dia aanwezig is De opdracht is voltooid als links onder in elke dia de datum staat vermeld. Via: view/master/slide master De opdracht is voltooid als het kleurenschema is veranderd. Via: format/slide color scheme -> kies ander kleurenschema De opdracht is voltooid als alle dia's een lichtblauwe achtergrond hebben.
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
De opdracht is voltooid als de kop 90 graden gekanteld is
o Ja / o Nee
Tijd ...........
Taak Controle Formulier
57 58 59 60 61 62
Laat de bovenste kop van links het beeld in bewegen tijdens de presentatie Speel de diavoorstelling af Speel de diavoorstelling herhaald af Speel video 'AmsterdamCS.avi' af. Deze is te vinden in 'Taakmate' op de desktop Communiceer via chat met 'Hans'
63
Maak een HTML pagina met je naam er op. Sla op in de map met je eigen naam Plaats hieronder het plaatje 'Digital.jpg'
64
Maak hieronder een link naar dit plaatje
65
Schrijf de HTML code die een lege tabel oplevert van 2 x 2
66
Comprimeer (ZIP) bestand 'Internet.doc' te vinden in 'Taakmate' -
67 68
PPnr: ..................
De opdracht is voltooid als tijdens het afspelen van de diavoorstelling de kop van links het beeld in beweegt De opdracht is voltooid als de diavoorstelling vertoond wordt. Diavoorstelling afbreken doe je door ESC in te drukken De opdracht is voltooid als de diavoorstelling herhaald vertoond wordt De opdracht is voltooid als de video te zien is
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee o Ja / o Nee
Tijd ........... Tijd ...........
Start MSN messenger op voor de pp. Inlog: proefp(nr) wachtw: swi12345. De opdracht is voltooid als de pp antwoord krijgt De opdracht is voltooid als in de map met de eigen naam een html pagina staat die geopend kan worden waar de naam van de pp op staat De opdracht is voltooid als in de map met de eigen naam een html pagina staat die geopend kan worden waar het plaatje digital.jpg onder de naam van de pp op staat De opdracht is voltooid als in de map met de eigen naam een html pagina staat die geopend kan worden waar een werkende link onder het plaatje digital.jpg staat De opdracht is voltooid als in de map met de eigen naam een html pagina staat die geopend kan worden waarop een tabel van 2x2 zichtbaar is. Hiervoor moet de code zelf geschreven zijn.
De opdracht is voltooid als het bestand internet.doc gezipped is
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee
Tijd ...........
o Ja / o Nee o Ja / o Nee
Tijd ........... Tijd ...........
Opmerkingen: ................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................