Congresimpressie in verslagvorm met wandelgangencommentaar door Marije Verbeeck Op 25 juni 2008 is het in Amsterdam zonnig en er staat een flinke bries. De Iona stichting heeft voor vandaag een congres georganiseerd met de titel: Ruimte voor Ouderschap. De ondertitel is: kinderen
en ouders in de knel. Dit onderwerp lokt een kleine 500 mensen uit heel Nederland naar het muziekgebouw aan het IJ. De ruime, in licht badende hal met uitzicht op het water, vult zich. Steeds luider klinken enthousiaste, gedreven en soms opgewonden gesprekken. Hier en daar worden oude bekenden begroet. Er zijn veel vrouwen tussen de dertig en de zestig aanwezig en een substantieel aandeel grootouders; van beide seksen. De grote afwezige is vader. Is hij aan het werk en kon hij geen vrij krijgen? Wil hij niet komen? Of past hij wellicht op de kinderen, nu moeder een dagje weg is?
In de grote zaal, waar een gedempt oranjeroze licht schijnt, heet de directeur van de Iona stichting Ignaz Anderson, Anderson het publiek welkom. Hij constateert dat het ‘moderne westerse leven’ haaks lijkt te staan op dat wat kinderen nodig hebben. De druk op gezinnen is onverantwoord groot. Regelgeving is nodig omdat het gezin de blinde vlek in het personeelsbeleid is. Het is belangrijk dat er nu bewuste keuzes worden gemaakt.
Een jongeman: “We moeten loskomen van het idee dat we van alles nodig hebben. Een vader en moeder die allebei fulltime werken terwijl kinderen fulltime in de crèche zitten, zoals in Finland, geeft op papier een rijk leven, maar ik zou me daar persoonlijk heel ongelukkig bij voelen.”
Dan is er een kleine verrassing. Op het grote beeldscherm boven het podium verschijnt minister Rouvoet van gezinszaken. Hij excuseert zich voor zijn afwezigheid. Hij erkent de grote problemen waar hedendaagse gezinnen mee kampen, spreekt de wens uit dat Nederland kindvriendelijker wordt en is benieuwd naar de uitkomsten van het congres. De dagvoorzitter, journalist en wervelwind Yoeri Albrecht, zelf vader van drie kinderen introduceert zichzelf onder andere met de opmerking dat “het kind tussen de wielen van het ‘alles moeten’ vermorzeld wordt”. Aan hem de taak om de panelgesprekken tussen de deskundigen te leiden. Die gesprekken zullen in drie blokken, vanuit drie invalshoeken gevoerd worden. Tussendoor zullen verschillende artiesten het thema op hun eigen wijze vormgeven.
1 van 13
Anne van Delft, Delft verhalenvertelster, leidt haar verhaal in met een vraag en een oproep. De vraag luidt: Waar zijn de plekken (in de stad) waar je met je kind kunt zijn? De oproep is: Heb oog voor de kinderen in je straat, maak er kennis mee, want opvoeden doe je nooit in je eentje. Haar verhaal gaat over een klein meisje en haar grootmoeder. De grootmoeder leert het meisje met vertrouwen, moed, hulpvaardigheid en waardigheid in het leven te staan. Hoe doet ze dat? Door aanwezig te zijn en op de momenten dat het meisje deze eigenschappen toont, deze te benoemen en het kind daarvoor te prijzen. Ze neemt het meisje op schoot, streelt haar en zingt voor haar. Als grootmoeder sterft draagt het meisje het lied, dat haar voortaan op moeilijke momenten tot steun is in haar hart. Uiteindelijk geeft ze het, als de tijd daar is, weer door aan haar eigen kleinkind. Na het verhaal vraagt Anne van Delft het publiek om elkaar twee aan twee te vertellen welke persoonlijke betekenissen het ouderschap draagt. Na een aanvankelijke aarzelende start, barst de zaal los in een vloeiende stroom uitwisselingen, die nog maar met moeite te stoppen is. Het hart is er duidelijk vol van. Hester Macrander, cabaretière, verschijnt als Tamara, een meisje met staartjes en minirokje, op het toneel. Ze vertelt hoe moeilijk het is als haar moeder de hele dag thuiszit met die pot thee. Hoe depressief ze wordt, hoe ze naar soaps kijkt en aan de sherry gaat. Ze wil een moeder die gelukkig is: “En nou eruit en werken jij!”
Een Vlaamse moeder: “Ik bedank mijn man, die mij in staat stelde om fulltime voor onze kinderen te zorgen. Voor mij is het moederschap de hoogst mogelijke vorm van carrière maken. Mannen, neem vooral de tijd om ‘moeder’ te worden; het is een inwijding.”
We beginnen aan de eerste gespreksronde, gespreksronde met als richtlijn de vraag wat kinderen nodig hebben om gezond op te groeien. groeien Jan Willems, jurist: “Is opvoeding een recht? Vaak gaat het goed, soms gaat het ernstig fout. Jaarlijks worden minstens 100.000 kinderen ernstig mishandeld. Het ‘afwachtende’ stelsel van kinderbescherming moet worden vervangen door een zorgcontinuüm als basisvoorziening voor iedereen. Het begint al op school met kinderrechteneducatie. Vanaf de zwangerschap ouderschapseducatie, waardoor problemen opgespoord kunnen worden en deskundige hulp kan worden verleend. Na de geboorte het aanbod van opvoedingsondersteuning en betere faciliteiten voor ouders. De kosten verdienen we in een of twee generaties –veelvoudig– terug. En waarom geen opvoedbelofte, nu een trouwbelofte wat uit de gratie raakt? ”
2 van 13
Bas Levering, wijsgerig pedagoog: “Rouvoet moet gewaarschuwd worden: de overheid overschat zichzelf en kan niet op de stoel van de opvoeder gaan zitten. Ouders doen hun uiterste best en worden daar ineens toe verplicht. Om excessen op tijd op te sporen zijn er de consultatiebureaus en zou het huisbezoek van de basisschoolleerkracht weer ingevoerd moeten worden. Ik pleit voor drie procent buitenspeelruimte, een auto krijgt in Nederland vijf maal zoveel ruimte als een kind.”
v.l.n.r: Jan Willems, Bas Levering, Yoeri Albrecht
Moeder en opvoedondersteuner: “Wat ik miste in het debat is wat het kind nodig heeft. We weten het allemaal, omdat we allemaal voelen. kind zijn geweest. Maar niemand durft daar in te stappen om dat weer te gaan voele n. Alleen in het cabaret van Hester Macrander kwam het er gekscherend uit. Ik ben een beetje teleurgesteld. Moederschap raakt mij zo diep. Het raakt mij in al mijn overtuigingen, bij alle beslissingen die ik houding ding van ouders. Bij de titel van het congres dacht neem. Ik zoek het gesprek over de innerlijke hou ik dat hier te vinden. Niet zoals op het consultatiebureau, dat zegt je moet het zus of zo moet doen. Als er iemand zou zijn waar je groeiruimte zou ontmoeten, zoals bij een coach, kom je veel verder. Dit congres ging teveel over de wet en de politiek. Een kind heeft recht op een invoelende ouder die zich voor kan stellen hoe het is om kind te zijn.”
Esther Albers, orthopedagoge: “Ik doe onderzoek naar de gevolgen van crèchebezoek bij heel jonge kinderen. Baby’s maken in allerlei situaties stresshormonen aan. Bij verzorgers die goed op het kind zijn afgestemd herstellen ze aantoonbaar sneller en beter. Sommige kinderen, met een bepaalde karakterstructuur, trekken een crèche domweg niet. Voor kinderen met depressieve moeders kan het juist een zegen zijn. In zijn algemeenheid kun je alleen zeggen dat kleinere groepen op de crèche noodzakelijk zijn en dat het verlof voor moeders te kort is. De opleiding van de leidsters gaat voornamelijk over verzorging, dat moet uitgebreid worden met kennis over temperamenten en dergelijke.”
3 van 13
Een moeder en journalist: “Wat mij raakte was het verhaal van Esther Albers, die 68 moeders begeleidde en meemaakte dat alle 68 moeders weenden op de dag dat zij hun kind voor het eerst naar de crèche brachten. Ik vind dat heel mooi en ook heel gruwelijk. Ik weet niet wat we ermee moeten.”
Maren van Niel, kinderpsychiater: “Waarom luisteren beleidsmakers niet naar de uitkomsten van onderzoek? Economisch denken is niet op zijn plaats als het om kinderen gaat. De afschaffing van de kleuterschool is een grote misser en ouders moeten beter ondersteund worden.” Edmond Schoorel, Schoorel kinderarts: “Gezondheid en welzijn van een kind zijn één verhaal en de ouders zijn daarin de bepalende factoren. Het kind heeft zijn ouders het vertrouwen gegeven dat ze zorg zullen dragen voor zijn lichamelijke, emotionele en geestelijke ontwikkeling. De leidsters kennis bezorgen is dweilen met de kraan open. Een angstig kind heeft een vaste vertrouwenspersoon nodig, bijvoorbeeld een oma. Ik zou willen dat er grondig onderzocht werd hoeveel crèchedagen een kind maximaal kan hebben. En dat daar dan naar gehandeld wordt.”
Een jongeman: “Ik ben hier omdat ik iemand van de organisatie ken. Ik hoef nog geen kinderen, maar ik ben wèl nieuwsgierig. De discussies zijn leuk. Misschien moet er voor de mannen een speciaal congres komen. Er moet ook meer wetenschappelijk bewijs komen om al die ervaringswijsheid van moeders een draagvlak te geven.”
Jan Alfrink, leerkracht: “Opvoeden is ingewikkeld geworden en daarmee is de onzekerheid van ouders toegenomen. De intuïtie is er wel, maar vraagt steeds om bevestiging. Als ouders actief en bewust hun onrust loslaten en rust (aandacht) en ruimte (tijd) in de opvoeding brengen wordt het mogelijk om weer van het kind te genieten en dan geniet het kind ook. We moeten ook nog wennen nog aan de veranderde rolpatronen van mannen en vrouwen. Twee generaties terug werden vrouwen nog ontslagen als ze zwanger waren.” Rita Kohnstamm, Kohnstamm psychologe en publiciste: “Ik houd niet van het woord opvoeden, je brengt ze groot en dat gebeurt tussen de bedrijven door. Het is leuk en fijn. Het eerste jaar is cruciaal, maar er blijven cruciale momenten komen. Het is jammer als je daar als opvoeder niet bij bent, je zou altijd beschikbaar moeten zijn. Maar vrouwen hebben ook een eigen leven en het is heel belangrijk dat ze met een voetje in het werk blijven staan. Deeltijdbanen kunnen best. Vrouwen kunnen dat prima managen.”
4 van 13
v.l.n.r: Rita Kohnstamm, Beatrijs Smulders, Yoeri Albrecht
Een peuterjuf en moeder: “Kinderen thuis én op het werk is soms teveel. Jonge kinderen vragen zó veel aanwezigheidskracht. Ik had maar een tot twee uur per dag over voor de volwassen mens die ik ben. Ik voelde me er, na heb zeven jaar, door opgeslokt. Daarom he b ik uren ingeleverd als juf en mijn werkveld gedeeltelijk verplaatst naar begeleiding van ouders.”
Beatrijs Smulders, verloskundige: “Een time-out voor je kind zou een geweldig punt op je cv moeten zijn, maar de van oudsher rijke moederschapscultuur van Nederland wordt door misplaatst arbeidsethos omgebracht. Een zwangerschap duurt twee maal negen maanden, maar de overheid zegt dat een vrouw maar in de pauze moet gaan kolven op de wc. Vrouwen weten dat het niet goed is. Het is geweldig dat ze massaal parttime werken. Ik pleit voor burgerlijke ongehoorzaamheid: na je twaalf weken verlof meld je je ziek. Daarna kun je tot je zeventigste doorwerken. Het besluit van de tweede kamer om het vaderschapsverlof niet te verlengen is opnieuw een blijk van onderwaardering van het ouderschap.”
Een huisman: “Mannen worden nog steeds, en ook hier weer, in de kostwinnersrol gedrukt.”
Pauze. Pauze. De vrouwentoiletten worden bestormd. Al gauw valt het besluit dat de mannen w.c.’s ook bruikbaar zijn. Iets joligs hing al in de lucht na mevrouw Smulders oproep tot burgerlijke ongehoorzaamheid. De eenzame man aan het urinoir vraagt zich hardop af: “Sta ik hier goed, of zijn jullie verkeerd?” Waarom zijn er overal evenveel mannentoiletten als vrouwentoiletten terwijl het algemeen bekend is dat vrouwen veel vaker gaan? Iedereen krijgt een biologische lunch aangeboden, die behalve gezond ook lekker is. Het is goed toeven buiten in de zon aan het water, waar de gesprekken gewoon voortgezet worden.
5 van 13
De tweede gespreksronde gaat over wat ouders nodig hebben om zelfbewust keuzes te kunnen maken en welke dilemma’s zij daarbij ontmoeten. ontmoeten Didi Braat, Braat gynaecologe, vice-voorzitster Raad van de Volksgezondheid en Zorg: “Uitstellen van zwangerschap loont, economisch gezien. Maar van uitstel kan afstel komen; de vrouwelijke vruchtbaarheid is op 38-jarige leeftijd met driekwart afgenomen. Aangeboren afwijkingen, miskramen, keizersnedes, de zware combinatie van pubers in huis en zorg voor je eigen ouders, veel is ervoor te zeggen om jonger aan kinderen te beginnen. Vrije keus is groot goed, de voorlichting en de kinderopvang moeten beter, de arbeidsmarkt flexibeler, en het ouderschapsverlof ruimer.”
Pedagoge en moeder: niet et altijd te kiezen, soms kiest het leven voor jou. Mijn “Ik ben door omstandigheden thuis. Je hebt ni oudste dochter kwam zwaar gehandicapt ter wereld en kon niet naar een gewone crèche. Ik mis hier ook de laagopgeleide mensen, die niet de keus hebben om twee banen te nemen. Misschien moeten we leren dat niet alles maakbaar is.”
Carine Ex, ontwikkelingspsychologe: “Een kind grootbrengen is een moeilijk en uitdagend proces, waar je langzaam in groeit. Oudere ouders zijn wat dit betreft misschien juist in het voordeel. In het algemeen is meer begeleiding wenselijk. Het eerste levensjaar is heel belangrijk en het ouderschapsverlof moet zonder meer verlengd worden. In het eerste jaar zou een kind niet meer dan drie dagen per week in de crèche moeten doorbrengen.”
Een moeder van vier kinderen: “Het opgelegde onderscheid tussen professionaliteit en het moederhart is moeilijk. Ik heb alle combinaties van thuisblijven, werken en parttime werken uitgeprobeerd. Nu studeer ik en doe ik vrijwilligerswerk. willigerswerk. Het lijkt erop dat kinderen tegenwoordig maar weinig plezier hebben en dat ouders vrij ook niet veel plezier in hun kinderen hebben.”
Jelka Jungslager, kraamverzorgster: “Krisnamurti zegt: ‘Ouderschap betekent jezelf opvoeden en je kind met rust laten’. Oudere en hoogopgeleide ouders zijn vaker onzeker. Mijn advies is: Doe normaal en ga vooral niet overal over in discussie met je kind. Het hoeft helemaal niet altijd leuk te zijn. Soms is het een kwestie van uithouden, doorademen, geduld hebben en dan nog moet je het resultaat maar afwachten. Probeer de kwaliteit van je relatie te blijven bewaken.”
Een opvoedondersteuner: “Opvoeden gaat niet met trucjes, maar met overtuiging. Hoogopgeleide werkende ouders komen komen zelf uit kleine gezinnen en hebben geen basis, omdat ze zelf weinig jongere kinderen om zich heen hebben gehad. Ze willen houvast en controle. Ze zijn gewend dingen te snappen en te kunnen door ouders er een boek over te lezen. Ik geef geen tips, ik vraag o uders naar zichzelf te kijken. Waarom wil je dat je kind van twee jaar netjes met een vork eet? Als je dat weet, kun je het misschien loslaten en je kind zien zoals het is. Opvoeden is niet makkelijk. Voor ik zelf kinderen had wist ik precies hoe ik zou u doen. Ik zag mezelf vooral koekjes bakken, maar in de praktijk sleur ik ook wel eens een het zo krijsend kind over straat.”
6 van 13
Gerdi Snellers, Snellers journaliste: “Laten we niet te moeilijk doen. Mijn dochters hebben vanaf het begin drie dagen de crèche bezocht. Het gaat prima met ze. Werken is leuk. Het is niet vanzelfsprekend dat iedere kersverse ouder meteen kan opvoeden. Sommige ouders hebben steun en voorbeelden nodig. Vooral bij de drie grote opvoeditems: (niet willen) eten, slapen en luisteren.” Nanneke QuikQuik-Schuijt, kinderrechter, senator SP: “Zorgtaken worden niet gewaardeerd, slechts tien procent van de mannen heeft een zorgdag. Een parkeerwachter verdient meer dan een kinderverzorgster. Carrièrebreuk is een reëel probleem voor vrouwen. Mannen moeten veranderen. Scheiden is niet zo beschadigend voor kinderen, strijden wel. Rouvoet moet investeren in ouders die er niet uitkomen, bijvoorbeeld met mediation. In theorie kunnen gescheiden ouders veel regelen, maar school en werk sluiten niet op elkaar aan.”
Carine Ex: “Er klonk eensgezindheid over een aantal punten. In het eerste levensjaar niet meer dan drie dagen crèche, verlenging van het zwangerschapsverlof en grotere participatie van de mannen gewenst, maar niet perse in de eerste maanden. Wat Jelka Jungslager zei: dat we vergeten dat ouderschap ook uithouden en nederigheid is, vond ik heel mooi. We doen allerlei dure spirituele cursussen cursussen om datzelfde te leren. Opvoeden is voor een deel kennis, maar voor een heel groot deel intuïtie, wat zo mooi in het openingsverhaal werd neergezet. Het wordt steeds moeilijker om daar contact mee te krijgen.”
Roos Wouters, politicologe, publiciste: “Ik kreeg jong kinderen en ontmoette veel weerstand bij het opbouwen van mijn carrière. Vijfenzestig procent van de mannen wil minder werken en er zijn heel veel ambitieuze vrouwen, maar scholen en werkgevers gaan er in de praktijk van uit dat moeder thuis zit en vader werkt. Vaderschap wordt onderschat en het wordt vaders vaak onmogelijk gemaakt hun rol te vervullen. Bij een scheiding hebben ze dan te weinig ‘aantoonbare tijd’ met hun kind doorgebracht en gaat het kind naar de moeder.”
Hester Macrander Hester Macrander treedt op als moeder van twee kleine kinderen en beschrijft op hilarische wijze, maar volkomen realistisch waar een ouder tegenaan kan lopen als ze haar kinderen op tijd op school wil krijgen. Het blijkt soms een mission impossible. Een paar citaten: ‘In die tijd draaide ik vier gehaktballen tegelijk, twee in mijn handen en twee onder mijn oksels.’
7 van 13
‘Ik heb twee kinderen, daar hou ik meer van dan van jullie (de zaal) allemaal bij elkaar. En ik heb er ook meer moeite mee dan met jullie allemaal bij elkaar, daarom sta ik nu hier: da’s effe rieleksen.’
Moeder van een drieling en een eenling: “Vriendinnen “Vri endinnen met één kind vertelden: ‘Met een beetje geluk lees ik ’s ochtends de krant’. Die heb ik dus jarenlang niet gelezen. Je gaat door, je hebt geen keus. We woonden in Luxemburg en daar kregen we een flinke zorgtoeslag, totdat de jongste vijf was. Dat hielp wel.”
Volgend programmaonderdeel is de boekpresentatie van Tropenjaren, verhalen van modern
ouderschap door Marion Den Uyl en Linda Emmelkamp. Emmelkamp De boektitel is gekozen omdat meerdere ouders die in het boek aan het woord komen, de jaren met kleine kinderen als tropenjaren benoemden. Het boek wil gezichtspunten geven en discussiestof zijn. En blijkt een cadeautje voor iedere congresganger!
Linda Emmelkamp Het publiek neemt regelmatig spontaan deel aan de discussies die aan de tafel gevoerd worden. Medewerkers zorgen voor draadloze microfoons. Door alles heen heerst een heel bevlogen stemming. De tweede pauze valt korter uit dan voorzien, want ondanks de strakke leiding is het programma uitgelopen. De koffie, thee, sapjes en de glazen water worden snel opgedronken. Paul van Vliet zingt vier liedjes, deels bewerkingen van zijn eigen ‘gouwe ouwe’. De liedjes zijn trefzeker gekozen bij het congresonderwerp en de maestro, kaarsrecht, lijkt de eeuwige jeugd te hebben. Zijn meisjes van dertien zijn inmiddels minstens meisjes van dertig geworden. Niet meer tussen de poppen en de kerels, maar tussen de baby’s en het werk.
8 van 13
Paul van Vliet De derde gespreksronde gaat in. Wat kunnen het bedrijfsleven en de politiek doen doen om ouders beter te ondersteunen? Bart Jan Krouwel, Krouwel directeur mvo Rabobank: “Ouderschap is sociaal en economisch van belang. Mannen willen wel voor kinderen zorgen, maar de werkelijkheid is weerbarstig. Bedrijven zijn vanwege hun concurrentiepositie bang om de eerste te zijn die hun werknemers een ruimer ouderschapsverlof te geven. Maar uiteindelijk gaat het niet om de concurrentie, maar om pal te staan voor een filosofie.”
Een boerin en moeder: “Moederschap geeft me een heel fundamenteel gevoel van zijn. Ook van nodig zijn, van iemand zijn die er toe doet. Het is een cadeautje, deze hartstikke leuke dag. Wauw.”
v.l.n.r.: Rutger Claassen, Edwin Winter, Bart Jan Krouwel en Yoeri Albrecht Edwin Winter, Winter organisatieadviseur bij &Samhoud: “De vaders op ons bedrijf krijgen bij een geboorte twee maanden betaald vaderschapsverlof. Wat het kost hebben we niet uitgerekend, in letterlijke zin misschien wel een ton per werknemer. Maar jonge vaders presteren over het algemeen toch slecht, en nu is iedereen tevreden. Loyale medewerkers betalen zich altijd uit, de goed ingewerkte senioren blijven. Werving en selectie is tijdrovend en duur. Ik denk dat alle werkgevers op den duur, alleen al uit concurrentieoverwegingen, overstag zullen gaan.”
Sonja Copijn: “Dit congres is een heel goed begin van het begin. Het moet groeien en maatschappelijk concreet worden. Om echt ruimte voor kinderen te maken moet er nog veel gebeuren. Maar hoe? Ik geloof in debatten zoals we die vandaag gevoerd hebben, maar de bedrijfsmannen hadden natuurlijk ook in ochtend tend aanwezig moeten zijn, toen besproken werd wat de kinderbehoeften zijn.” de och
Rutger Claassen, Claassen jurist, filosoof: “Ik schrik ervan dat er op dit congres bijna alleen maar vrouwen zijn. Onder andere als oplossing voor het eeuwige dilemma kind of carrière moeten we het collectieve ritme van de samenleving veranderen. Ik ben een dromer, dat mag als filosoof, en ik ben voor een dertig-urige werkweek. Het is nu of nooit. Nederlandse vrouwen werken bijna allemaal in deeltijd. Laten we de 60 uur arbeid tussen ouders nú
9 van 13
gelijk verdelen. In hoog tempo hollen we naar het Scandinavische model waarbij beide partners veertig uur werken. Later terugdraaien is heel moeilijk.”
Yoeri Albrecht: “Wat mij bijzonder raakte was het verhaal van Jan Alfrink. Een vader gaat met zijn peuter naar de bakker om de hoek en trekt daar een uur voor uit omdat het kind het leuk om bij elke voordeur een paar traptreetjes te beklimmen en daar even te gaan zitten. Die toewijding moet echt gemeend zijn, kinderen laten zich niet bedonderen. En dat voorstel van Rutger Claassen moeten we maar volgen. schrikbeeld Wat een dictatoriaal schrik beeld om met zijn tweeën tachtig uur te moeten werken!”
Desanne van Brederode, filosoof en schrijfster, leest een column over haar moederschap voor. Een greep: “Ik doe maar wat, ben spontaan, improviseer, ben inconsequent en vloek. ’s Nachts om twee uur heb ik hele goede voornemens. Als je teveel publicaties van deskundigen leest, word je onzeker, dan ben je niet aanwezig en dat is zonde. Wat mij troost is dat wat mijn zoon het leukste vond van de laatste vakantie. Het was de regendag waarop wij beiden urenlang zwijgend op de bank zaten te lezen, een kussengevecht hielden en een pizza bakten. Ik ben geen supermoeder maar wel als mezelf aanwézig.”
Een jongdame: “Ik heb nog geen kinderen, maar wil wel weten wat een kind nodig heeft. Het is goed om je daar probleem bewust van te zijn. Het kind is natuurlijk nooit het probleem. Volwassenen zijn het proble em als ze denken dat ze van alles moeten doen en van alles moeten kopen. Een kind heeft niet zoveel nodig, dat bleek ook uit het verhaal van Désanne van Brederode.”
Anne Luoma, professional organizer: “In Finland bestaat deeltijdwerken niet. Daardoor zitten er veel meer vrouwen in topfuncties. Sinds 1973 zijn de gemeenten verplicht om de kinderopvang te regelen. De opvang is zeer professioneel, met goede maaltijden en veel buiten spelen. Moeders krijgen een klein jaar verlof, vaders een maand. Nederland moet massaal gaan staken voor meer en betere kinderopvang. Maar koester die parttime arbeidsmogelijkheid!”
Anne Luoma
10 van 13
Een moeder: “Ik hoefde niet te huilen toen ik mijn kind naar de crèche bracht. Maar ik had wel vier maanden verlof bij elkaar gesprokkeld, met zes weken is gewoon misdadig. We hebben zes crèches bezocht en ontdekten dat kwaliteitsverschil enorm is. In een hele chique crèche kregen de kinderen muziek en drama, ook de kleintjes. Ik dacht: laat ze toch spelen, mijn kinderen hebben echt geen drama nodig.” Linda Woudstra, Woudstra ingenieur, oprichtster Regeltante: “Hoezo zou je een slechte ouder zijn als je fulltime werkt? Een bedrijf is niet vol te houden op alleen parttimers, drie dagen aanwezig is het minimum. Vrouwen hebben ambitie op veel niveaus tegelijk. Tegenwoordig wordt er veel tijd uit huis en gezin geroofd. Vrouwen moeten de mannen het huis in lokken en de kinderopvang onderling professioneel regelen. Verder zou iedereen voor twintig procent van zijn werktijd de vrijheid moeten hebben wanneer hij die in wil vullen. Dat geeft goede onderhandelingsposities bij sociale partners en bij huwelijkspartners.”
Linda Wouters tegen Beatrijs Smulders: “Wat dapper dat jij stand houdt tegen de agressie die je steeds over je heen krijgt.” Beatrijs Smulders: “Someone has to do the dirty job.” Wouters:: Linda Wouters “We verlaten bijna dat oude stelsel waarbij vrouwen, als ze willen winnen, ook totaal moeten focussen op dat winnen, dat je het alleen maar op je vechtlust redt. De uitkomst is dan steevast dat je als vrouw alleen blijft en geen kinderen hebt, dat is een een hoge prijs. De betere prijs is een goed inkomen, een leuk huwelijk, vriendinnen én kinderen. Een leuk leven op alle fronten. Het was een goed congres. Eindelijk stond het kind en de zorgzaamheid voor het kind weer ergens centraal, dat was heel lang weg. Wat ons tot een beschaafde samenleving maakt is dat we onze kinderen iets willen bieden, niet alleen economische welvaart.” Beatrijs Smulders: “Nederlandse vrouwen zijn bijzonder geëmancipeerd. Een heel leger van vrouwen doet het heel goed in parttime jobs en de zorg voor kinderen. Ze krijgen op hun donder van Heleen Mees, maar ze weigeren werksloof te zijn, geven hun kinderen veel liefde en zijn ook nog heel leuk voor hun mannen. En die mannen zijn trouwens ook nog behoorlijk leuk voor die vrouwen!” Luoma: Anne L uoma: “Nederlandse mannen zijn vergeleken bij Scandinavische mannen gewoon Top!” Beatrijs Smulders: “Deze dag was balsem voor mijn ziel. Vroedvrouwen worden altijd verguisd, terwijl wij staan voor het moederschap, voor de bijzondere gebeurtenis die een baring baring is en wat dat betekent in een vrouwenleven. We zitten in een ondankbare tijd waarbij vrouwen steeds meer pijnstillers willen, vrouwen verharden en ik snap niet waarom. Waar komt dat vandaan?” Anne Luoma: hebben “Alles wordt duurder, als we niet oppassen hebbe n we straks echt twee inkomens nodig om een gezin draaiende te houden. In Scandinavië is dat gebeurd.” Beatrijs Smulders: “We moeten gewoon parttime blijven werken!” Linda Wouters: “We moeten gewoon slimmer omgaan met wat we hebben. Vrouwen kunnen de opvang opvang onderling regelen als ze afspraken met elkaar gaan maken, hun eigen organisaties en financieringen opzetten. Dan hebben ze voor een habbekrats goede opvang en de dames die er werken krijgen een behoorlijk geld beloning. Het huidige systeem, waarin alles in ge ld wordt uitgedrukt, moet anders, maar dat is weer een ander verhaal.”
11 van 13
Joan Ferrier, Ferrier orthopedagoog, directeur E-Quality: “De Nederlandse cultuur schrijft voor dat de moeder het kind opvoedt en de vader kostwinner is. Dus vrouwen ondervinden problemen op de arbeidsmarkt, mannen ondervinden problemen bij de uitvoering van zorgtaken. Deeltijdwerk is een groot goed, maar de fifty-fifty verdeling is mislukt, te veel vrouwen hebben te kleine banen van acht of twaalf uur. Echte oplossingen moeten van de politiek en de werkgevers komen. Binnen cao’s, want werk en kinderen zijn geen gescheiden werelden.” Fleur Jurgens, Jurgens filosoof, journalist: “Ouders moet gaan stààn voor goed opvoeden. Ik erger me aan de nadruk op arbeidsparticipatie door vrouwen. Uit ervaring weet ik dat veel vergaderuren op het werk thuis beter besteed waren geweest. De seksen zijn niet gelijk en we mogen die verschillen vieren, we zijn complementair: baby’s hangen aan de borst. Het gezin is belangrijk voor de sociale en morele opvoeding, die maatschappij zo hard nodig heeft. Maar de rek is eruit. Vrouwen: nu even minder en als we 45 zijn komen we terug!”
Een moeder: “Ik schrok eerst van het programma, geen werkgroepen, de hele dag zitten en luisteren! Maar na het eerste blok was ik om, het raakte me enorm hoe allerlei aspecten waaronder waaronder het maatschappelijk belang van het moederschap verwoord, bevestigd en gewaardeerd werden.”
Christien Brinkgreve, Brinkgreve hoogleraar sociale wetenschappen: “Vrouwen moesten losgerukt worden uit het huismoederschap en daarvoor was een periode van gelijkheidsdenken nodig. Nu is er weer ruimte voor het verschil en moeten we van het mannelijk model als norm af. De biologie heeft invloed maar is niet bepalend. Het mooiste is als voorkeur en vermogens gevolgd kunnen worden, maar vrouwen zouden niet voor hun zorgvoorkeur de rest van hun leven moeten boeten. Het woord gezin heeft een muffe klank, als we het anders benoemen, kan het weer jaren mee. Ouderschap is eigen keus, maar een collectieve verantwoordelijkheid. Moderne ouders werken en moderne werkgevers zorgen.” Yoeri Albrecht peutert een aantal rode draden en opvallende zaken uit de dag: - We hebben vandaag twee heuse taboes besproken: Deeltijd is prima en verschil tussen de seksen bestaat en mag er wezen. - Onbegrensde tijd is voor kinderen van levensbelang - Er is wel een partij voor dieren, waarom niet voor ouders? - Het gaat met tien tot dertig procent van de kinderen niet goed. - Parkeerruimte ja, speelruimte nee, willen we dat? - Maatschappelijke verandering moeten we afdwingen met burgerlijke ongehoorzaamheid. Hester Macrander weet de zaal andermaal plat te krijgen met haar laatste sketch: “Zonder overblijfmoeders beginnen we al helemáál niks.” “Als ouder weet je niet waar je aan begint.. ik dacht het effe te doen.” “Ouderschap is onbenullig, niet zo belangrijk en interessant als bijvoorbeeld voetbal.”
Een fulltime moeder: “Ik ben heel blij met dit congres, het is weer leuk om moeder te zijn! Ik geniet van al die bekende maatschappelijke Nederlanders hier, van de maatschappel ijke erkenning, de diversiteit, de fantastische verzorging van het congres. De kunstzinnige bijdragen zijn ook heel belangrijk, het haalt mensen uit hun hoofd en brengt ze naar hun hart. Ik denk en hoop dat deze dag gevolgen gaat hebben, dat het niet bij praten praten blijft.”
12 van 13
Lili Chavannes Chavannes, vannes inpirator en projectleider van het congres, beklimt het podium en geeft een toelichting op de gadget die alle aanwezigen bij de entree ontvangen hebben: een kubus die in een diamant verandert en allerlei teksten en symbolen in zich draagt. “Het is een aandenken en iets om af en toe aan te denken. Het kind, als wezen tussen hemel en aarde, wil opgroeien tot zelfstandigheid op deze verwarrende en ingewikkelde wereld. Dat ouders mogen schitteren door aanwezigheid tijdens dit proces.”
Ignaz Anderson sluit de dag af. De uitkomsten van de dag zullen aan de minister van Jeugd en Gezin Rouvoet ter hand worden gesteld. Hij bedankt de aanwezigen en wenst iedereen straks fijne ontmoetingen met het thuisfront, met de kinderen.
13 van 13