Editie: mei 2012
Op maandag 7 mei aanstaande vindt in de Abdij te Middelburg het congres ‘Signaleren en doorbreken’ plaats. Tijdens dit congres wordt het starsein gegeven van de Zeeuwse ondersteuningscampagne, toegespitst op de invoering Wet meldcode.
Basismodel meldcode
Omdat er in veel regio’s plannen worden ontwikkeld om te komen tot een gezamenlijke meldcode, hebben de betrokken bewindspersonen begin 2011 al een basismodel bekend gemaakt. De praktijk kan hiermee nu al zijn voordeel doen.
Met het hele team de training in
Elisabeth Steinmeijer, directeur van Vrije School Zeeland, volgde de training ‘Signaleren en bespreekbaar maken van kindermishandeling en huiselijk geweld’. Steinmeijer koos voor een training met het hele team: “Zo komt de kennis en het bewustzijn bij iedereen tegelijkertijd binnen.”
Congres signaleren en doorbreken
Zeeland van start met de Wet meldcode
Op 2 februari 2011 kondigde de staatssecretaris van VWS de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling aan. Ruim een jaar later is het tijd voor de invoering van deze wet. Zeeland maakt zich klaar.
Werken met meldcode: Zeeland heeft eigen trainingsmethode
De Wet meldcode is verplicht. Het leren werken ermee is een vast onderdeel van de Landelijke Training Aanpak Kindermishandeling. Wie in Zeeland met de meldcode gaat werken, hoeft niet ver te zoeken voor scholing. Want deze provincie traint de eigen professionals.
E-learning om te werken met de meldcode
Fotomateriaal: © Dennis van Overbeeke
Om professionals en managers uit alle sectoren die (gaan) werken met een meldcode te ondersteunen, heeft The Next Page in samenwerking met het Ministerie van VWS een aantal online cursussen ontwikkeld.
Download deze Nieuwsbrief als PDF document
Congres signaleren en doorbreken
Het congres is georganiseerd voor afgevaardigden van Zeeuwse instellingen en beroepsgroepen uit het onderwijs en de zorg. Ook Zeeuws politiek verantwoordelijken zijn die middag aanwezig.
In gesprek
Gemeenten krijgen steeds meer verantwoording voor de aanpak en bestrijding van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Dit heeft te maken met de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Deze wet zorgt er ook voor dat er verschuiving komt in jeugdzorg. Ook hierin ligt steeds meer verantwoordelijkheid bij gemeenten.
Daarnaast is er de Wet meldcode. Elke zelfstandige professional en alle organisaties worden verplicht een meldcode te hebben voor situaties van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Genodigde bestuurders, vertegenwoordigers en politici gaan tijdens het congres in gesprek over al deze ontwikkelingen in Zeeland.
Programma
Dagvoorzitter is dr. Eric Sulkers, kinderarts en vertrouwensarts. Sulkers stond aan de wieg van de introductie van Signs of Safety in Zeeland. Gedeputeerde G.R.J. van Heukelom verzorgt de openingshandeling. Daarna volgen gerenommeerde sprekers. Bijvoorbeeld drs. Annet den Hoed afdelingshoofd binnen het Ministerie van VWS. Ook spreekt mrs. Linda Tapper van Daybreak Family Group Conferences uit Winchester, Engeland. Zij vertelt over de langjarige ervaring met signaleren en bestrijden van geweld bij kwetsbare ouderen. Tijdens het congres laat ‘The Next Page Academy’ zien hoe e-earning medewerkers en management kan helpen.
Startsein
Een belangrijk moment is het startsein van de Zeeuwse ondersteuningsacties, gebaseerd op de invoering van de Wet meldcode. Wethouder Marin de Zwarte zal als voorzitter van de stuurgroep CZW bureau de aftrap geven van de Zeeuwse campagne. Die middag is er volop voorlichting, materiaal en scholing beschikbaar over de invoering van de meldcode. In de volgende nieuwsbrief een verslag van dit congres en de campagne.
Basismodel meldcode Het basismodel meldcode is bedoeld als handreiking voor organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaars bij het opstellen van een code voor de eigen organisatie of praktijk. Het model is zo geschreven dat het met een aantal lichte aanpassingen op maat kan worden gemaakt voor een organisatie of een praktijk van zelfstandige beroepsbeoefenaars. Het model beschrijft de volgende stappen die de organisaties van hun beroepskrachten vragen als zij kindermishandeling of huiselijk geweld signaleren. Stap 1
In kaart brengen van signalen
Als een beroepskracht signalen opvangt van huiselijk geweld of kindermishandeling, wordt van hem gevraagd om deze signalen in kaart te brengen. Hij legt deze signalen vast, evenals (de uitkomsten van) de gesprekken die hij over de signalen voert, de stappen die hij zet en de besluiten die hij neemt. Ook de gegevens die de signalen weerspreken worden vastgelegd. Bij het in kaart brengen van signalen volgt de beroepskracht de protocollen en aanwijzingen van zijn eigen organisatie of praktijk. Stap 2
Collegiale consultatie en zonodig raadplegen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld De tweede stap is het overleg over de signalen. Om de signalen die in kaart zijn gebracht goed te kunnen duiden, is overleg met een deskundige collega noodzakelijk. Te denken valt bijvoorbeeld aan de aandachtsfunctionaris huiselijk geweld of kindermishandeling binnen de eigen organisatie, of aan het zorg- en adviesteam van de school. Zo kan op basis van anonieme cliëntgegevens (daarnaast) ook het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld worden geraadpleegd. Stap 3
Gesprek met de cliënt
Na het collegiaal overleg en eventueel het adviesgesprek met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld, volgt een gesprek met de cliënt. Omdat openheid een belangrijke grondhouding is in deze aanpak, wordt in het stappenplan zo snel mogelijk contact gezocht met de cliënt (of met zijn ouders) om de signalen te bespreken. Soms zal het vermoeden door het gesprek worden weggenomen, dan zijn de volgende stappen van het stappenplan niet nodig. Worden de zorgen over de signalen door het gesprek niet weggenomen, dan worden ook de volgende stappen gezet. Stap 4
Wegen van het geweld of de kindermishandeling
Na de eerste drie stappen beschikt de beroepskracht al over redelijk veel informatie: de beschrijving van de signalen die hij heeft vastgelegd, de uitkomsten van het gesprek met de cliënt en het advies van deskundigen. In stap 4 komt het er op aan dat de beroepskracht deze informatie weegt. Deze stap vraagt van de beroepskracht dat hij het risico op huiselijk geweld of
kindermishandeling inschat, evenals de aard en de ernst van dit geweld. Beschikt de organisatie of beroepsgroep over een risicotaxatie-instrument, dan gebruikt de beroepskracht dit instrument bij zijn weging. Vanzelfsprekend kan ook bij deze stap advies worden ingewonnen bij deskundigen zoals de aandachtsfunctionaris, het zorg- en adviesteam of het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld. Stap 5
Beslissen: hulp organiseren of melden
Na de weging van stap 4 komt de beroepskracht, zonodig ondersteund door deskundigen, tot een besluit: zelf hulp organiseren of een melding doen. Waar het bij deze afweging om gaat is dat de beroepskracht beoordeelt of hij zelf, gelet op zijn competenties, zijn verantwoordelijkheden en zijn professionele grenzen, in voldoende mate effectieve hulp kan bieden of kan organiseren. In alle gevallen waarin hij meent dat dit niet of maar gedeeltelijk het geval is, doet hij een melding. Download hier de handreiking
Werken met Meldcode: Zeeland heeft eigen trainingsmethode “De training vond afgelopen januari/februari plaats, drie dagdelen verspreid over zes weken. Dat was goed te doen. We kozen voor de woensdagmiddagen. En het kon op onze eigen locatie. Een vertrouwende plek voor het hele team.” Zelf was Steinmeijer een dagdeel verhinderd en haalde die op een ander moment in. “Dat was op de locatie waar Bureau Jeugdzorg de meeste trainingen geeft. Ik zag er onder andere vertegenwoordigers van instellingen die in hun eentje, of met een klein groepje aanwezig waren. Ik vroeg me af hoe ze nadien de materie aan hun teams gingen overbrengen. Leek mij een lastige klus. Ik raad daarom iedere instelling aan om met alle beroepkrachten tegelijk de scholing in te gaan.”
Eenduidig
In het gebouw van Vrije School Zeeland huizen drie partijen: een basisschool, een peuterspeelzaal en een buitenschoolse opvang. “Omdat alle drie de partijen dezelfde visie uitdragen, is het mogelijk om ook te gaan voor een eenduidig protocol voor de Wet meldcode”, vertelt Steinmeijer. “We kijken dus gezamenlijk naar een passend model. Dat is een groot voordeel, want er komen hier kinderen van 2,5 tot en met 12 jaar. Je volgt deze kinderen in hun ontwikkeling en ook in hun zorg. Bovendien zitten er vaak broertjes en zusjes in hetzelfde gebouw. Beroepskrachten kunnen zodoende elkaar wijzen op signalen of die naar elkaar uitspreken.”
Nog een groot voordeel van de onderwijsmethode binnen deze school is, dat leerkrachten meegaan naar de volgende groep. Het kind heeft lange tijd een vaste leerkracht. “Dat betekent dat die leerkracht ook intensief contact heeft met de ouders. Dit is een heel belangrijk aspect binnen ons beleid. We vinden dat het bij de opvoeding hoort om met elkaar, ouders en leerkrachten, te kijken naar de ontwikkeling van het kind. En dus ook naar problemen. Dat kan net zo goed gaan om de thuissituatie. Wat dat betreft zijn wij al jaren bezig met de stappen die de meldcode nu van ons vraagt. Alleen, nu de Wet meldcode er is, kunnen we de stappen goed ordenen, een concreet protocol ontwikkelen en aan de slag gaan met de handvatten die we krijgen.”
Nuance
Wat Steinmeijer vooral heel waardvol van de training vindt, zijn de nuances die er behandeld worden. “Bijvoorbeeld de vraag: gaat het om een incident of om een structureel probleem? Het kan even niet goed gaan met een kind. Het kan ook iets langdurigs zijn. Het onderscheid tussen incidenteel en structureel leer je te maken tijdens de training.” “Ook hebben we geleerd om advies te vragen aan het Advies- en Steunpunt Kindermishandeling. Sinds de training hebben we dat nu twee keer gedaan. Een andere waardvolle bijdrage vind ik dat we wakker worden gemaakt voor
signalen.” Het wakker schudden en wakker blijven, dat is voor de beroepkrachten van Vrije School Zeeland een reden om actief voor training en evaluatiemomenten te gaan. “We weten uit ervaring: een kind bloeit op als je er gezamenlijk naar kijkt. Wat dat betreft valt de training bij ons in vruchtbare grond.” De training ‘Signaleren en bespreekbaar maken van kindermishandeling en huiselijk geweld’ wordt gegeven door het expertisebureau van Bureau Jeugdzorg Zeeland. Meer informatie over deze training vindt u in deze nieuwsbrief onder de links: • Werken met meldcode (E-learning) • Zeeland heeft eigen trainingsaanbod
Zeeland van start met de Wet meldcode Doel van de verplichte meldcode is, dat sneller en doeltreffender wordt ingegrepen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit kan worden bereikt door het consequent toepassen van een vijf stappenplan, die men volgt via de meldcode. Ervaringen wijzen uit dat dit echt effect heeft. Wanneer een meldcode wordt gebruikt, blijkt de kans drie keer groter dat het slachtoffer wordt gesignaleerd en dat er wordt ingegrepen. Daarom is de meldcode verplicht voor ruim een miljoen professionals die werkzaam zijn in gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, AWBZ-zorg, jeugdzorg en Justitie.
Voorlichting in Zeeland
De Zeeuwse gemeenten willen zoveel mogelijk organisaties stimuleren om met de meldcode te gaan werken. De eerste groep die gemeenten willen bereiken is het management van Zeeuwse organisaties op wie de Wet meldcode van toepassing is. Zij moeten zorgen voor de invoering en borging van de meldcode binnen de eigen organisatie. Het idee is om voor het management regionale informatiebijeenkomsten ‘Werken met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ te organiseren. De organisatie van deze bijeenkomsten wordt onder verantwoordelijkheid van het CZW bureau opgepakt door medewerkers van Bureau Jeugdzorg Zeeland, Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en het Steunpunt Huiselijk Geweld Zeeland. Tijdens de voorlichting is er direct expertise aanwezig ten aanzien van de huidige Zeeuwse uitvoeringspraktijk. Door elke bijeenkomst gezamenlijk te organiseren wordt bovendien de samenwerking tussen aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling gestimuleerd. Bovendien ontvangt elke deelnemer een gratis e-learning cursus ‘Implementeren van een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’. Daarnaast wordt extra ingezet op deskundigheidsbevordering in het signaleren en handelen door uitvoerende professionals. Via het expertisebureau van Bureau Jeugdzorg Zeeland worden trainingen ‘Signaleren en bespreekbaar maken van kindermishandeling en huiselijk geweld’ aangeboden. Meer informatie over de trainingen is op te vragen via
[email protected]
Media-aandacht
Via onder andere radio, televisie en advertenties wordt er landelijk aandacht geschonken aan de invoering van de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Ook komt er via de Federatie Opvang communicatiemateriaal beschikbaar. Het gaat om flyers met korte en bondige informatie over de wet en het basismodel; pocketcards, kaartjes van creditcard format met de 5 stappen van het basismodel en een algemene brochure met een beschrijving van het basismodel.
Zeeuwse brochure
Er is sinds kort ook een brochure die specifiek inzoomt op de Zeeuwse aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling. Hierin staat onder andere waar meldingen gedaan kunnen worden, hoe om te gaan met meldingen waarbij kinderen in het geding zijn, wat de rol van het Veiligheidshuis is en hoe de samenwerking tussen Bureau Jeugdzorg Zeeland, Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en het Steunpunt Huiselijk Geweld Zeeland verloopt. Voor meer informatie over de bijeenkomsten en voor het opvragen van voorlichtingsmateriaal kunt u terecht bij
[email protected]
Cijfers Uit onderzoek naar huiselijk geweld blijkt dat 45 procent van alle vrouwen en mannen tussen 18 en 70 jaar in zijn of haar leven slachtoffer is geweest van huiselijk geweld als kind, partner of ouder. Meer dan 10 procent is of was wekelijks slachtoffer. Elk jaar zijn ruim honderdduizend kinderen slachtoffer van kindermishandeling. Omgerekend betekent dit 1 op de 30 kinderen of de hoeveelheid van 2 voetbalstadions vol toeschouwers. Hiervan overlijden elk jaar tussen 40 en 80 kinderen aan de gevolgen. Onderzoek wijst uit dat na melding bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling in de meeste situaties het kind al langer dan een jaar slachtoffer is van mishandeling en/of verwaarlozing.
Vormen van geweld die professionals signaleren en melden: • • • • •
Huiselijk geweld Ouderenmishandeling Kindermishandeling Meisjesbesnijdenis Eergerelateerd geweld
Stappenplan Een meldcode is een stappenplan waarin wordt aangegeven hoe de professional, al dan niet binnen een instelling werkzaam, behoort om te gaan met het signaleren en het melden van huiselijk geweld of kindermishandeling ter ondersteuning van zijn/haar besluitvorming om wel of niet te melden. Zie artikel: basismodel meldcode
Werken met meldcode: Zeeland heeft eigen trainingsmethode In Zeeland wordt al langer training aangeboden op het gebied van signaleren en melden van huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze training sluit naadloos aan bij de Wet meldcode. Marij van Aalst is trainer en werkzaam bij expertisebureau Bureau Jeugdzorg Zeeland: “In totaal hebben we al 125 trainingen en workshops verzorgd. Met goede tot zeer goede beoordelingen. Daar zijn we best trots op.”
Misverstand
De grote winst voor Marij en haar collega’s is dat de training niet alleen zorgt voor een goede invoering van de meldcode, maar dat deelnemers ook de adviesfunctie van Bureau Jeugdzorg (her)ontdekken. “Eén van de grootste misverstanden rondom aanpak kindermishandeling is, dat mensen nog steeds denken dat ze bij ons alleen kunnen melden. Onderdeel van Bureau Jeugdzorg is het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, het zit al in dit begrip verweven: advies. Tijdens de training laten we zien wat die adviesfunctie inhoudt. We merken dat het werkt, deelnemers weten ons na de training voor advies te vinden. En dat is winst voor beide partijen, want zo kunnen we vroegtijdig meedenken over de zorg voor kind en ouder.”
Inhoud
De training zelf, wat houdt het in en hoeveel tijd kost het de deelnemer? Marij: “Het duurt in totaal drie dagdelen. Je kunt je als team inschrijven, met als voordeel dat iedereen tegelijk bekend raakt met de materie. En de training kan op locatie gegeven worden, dan hoeft een team niet van de werkplek weg. Je kunt ook individueel aanmelden via open inschrijving.” Marij legt uit waar de drie dagdelen uit bestaan. “Tijdens het eerste dagdeel besteden we aandacht aan normen en waarden. Wat vind je belangrijk? Wat vind je normaal of abnormaal? We behandelen dilemma’s tijdens signaleren. En inzichten. We bepreken vormen van kindermishandeling en kijken naar wie welke stap kan zetten en waarom. Tijdens het tweede deel gaan we aan de slag met handelen. We hebben het over de stappen die je zet. Bijvoorbeeld hoe je een collegiale consultatie aangaat, zoals advies of ondersteuning vragen bij een collega. En in dit dagdeel komt ook de adviesfunctie van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling in beeld. We houden onder andere praktijkgerichte adviesgesprekken, die zijn bijzonder effectief voor de deelnemers. Op de laatste trainingsdag is er veel aandacht voor het communiceren met ouders. Een zeer belangrijk onderdeel in het stappenplan van de meldcode. Waar we vooral op richten is in gesprek gaan vanuit compassie. Een kind help je door op een respectvolle en begripvolle manier in contact te zijn met de opvoeders. Vergeet daarbij niet dat je als professional ook medeopvoeder bent. We oefenen dergelijke gesprekken via methodes als ‘de motivatiecirkel’ en kijken naar houdings- en gespreksvaardigheden.”
Certificaat
Na het volgen van de training ontvangt de deelnemer een certificaat. De meldcode mag dan wel verplicht zijn, de training kan ook zeker gezien
worden als formele deskundigheidsbevordering, waarin een instantie laat zien dat elk aspect van zorg voor de ontwikkeling van een kind benut wordt.
Informatie/aanmelden
Meer weten: http://www.bjzzeeland.nl/doelgroepen/professionals/trainingen-en-workshops.htm Telefoon: 0118-677849 E-mail:
[email protected]
E-learning
Sinds kort is er nog een trainingsmogelijkheid: e-learning. Meer informatie vindt u in deze nieuwsbrief onder de link: E-learning om te werken met de meldcode Marij van Aalst omarmt deze wijze van trainen: “De modules zijn niet duur. Ze zijn bovendien toegespitst op de eigen sector en kunnen zelfstandig door de deelnemer worden opgepakt. “
E-learning om te werken met de meldcode E-learning biedt organisaties de mogelijkheid om in korte tijd grote groepen medewerkers op een efficiënte, flexibele en goedkope manier te scholen. De online cursussen zijn ontwikkeld in nauwe samenwerking met beoogde beroepsgroepen, brancheorganisaties, experts en kennisinstituten.
Eerste ervaringen
Professionals die al eerder kennismaakten met de e-learning kindermishandeling geven aan dat ze in het dagelijkse werk een stuk ‘bewuster’ met het onderwerp bezig zijn.
Cursisten vinden het een groot voordeel dat zij zelf kunnen bepalen wanneer en waar zij de cursus doen. Ook waarderen zij het werken met afwisselende werkvormen en realistische en herkenbare videocasuïstiek.
Online cursussen
The Next Page (een initiatief van de onafhankelijke goede doelenorganisatie Augeo Foundation) is een online leeromgeving waar professionals beroepsgerichte cursussen en e-colleges kunnen volgen over het signaleren, handelen en communiceren bij kindermishandeling en huiselijk geweld. The Next Page heeft een breed aanbod van online cursussen voor het werken met de meldcode. Voor managers, leidinggevenden en professionals: Implementeren van een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Voorlichting Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Werken met een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Communiceren over geweld Voor meer informatie over de online cursussen kunt u de website van The Next Page bezoeken: www.thenextpage.nl