Communicatienetwerken in beweging
uneto-vni is de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel
Communicatienetwerken in beweging Een onderzoek naar de werkgelegenheidsontwikkelingen op de middellange termijn als gevolg van veranderingen in de communicatie-infrastructuur
drs. N.E. de Vries drs. F. Pleijster
Zoetermeer, december 2007
Dit onderzoek is gefinancierd door OTIB.
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM bv. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM bv. EIM bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with EIM bv. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM bv. EIM bv does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
2
© uneto-vni, december 2007
Inhoudsopgave
Voorwoord
4
1
Inleiding
5
1.1
Achtergrond van het onderzoek
5
1.2
Doel en opzet van het onderzoek
6
1.3
Opbouw van het onderzoek
7
2
Technologische ontwikkeling van ICT-netwerken
8
2.1
8
Inleiding
2.2 Opbouw van netwerken 2.3 Technologieontwikkeling
3
4
5
9
2.4 Slotsom
12
De stuwende krachten
13
3.1
13
Inleiding
3.2 De economie als stuwende kracht
13
3.3
14
Technologie en technologieaanbieders
3.4 De consument als stuwende kracht
15
3.5
16
De landelijke overheid als stuwende kracht
3.6 De lokale overheid als stuwende kracht
17
3.7
19
Maatschappelijke instanties als stuwende kracht
3.8 Het bedrijfsleven als stuwende kracht
20
3.9 Slotsom
21
Infrastructuur, markt en werk
22
4.1
22
Inleiding
4.2 Netwerkontwikkeling, de projecten
22
4.3
28
De markt voor de aanleg van communicatie-infrastructuur
4.4 Slotsom
30
Arbeidsmarktconsequenties
31
5.1
31
Inleiding
5.2 Huidige werkgelegenheid
31
5.3
34
Toekomstige arbeidsvraag
5.4 Slotsom
8
34
Bijlagen I
Modellen voor vraagbundeling
35
II
Locale Ftth-Initiatieven
36
3
Voorwoord
De wereld om ons heen verandert snel. Op het vakgebied van Infratechniek dient de branche de veranderingen een stap voor te blijven, want ook de wereld van telecommunicatie en kabeltelevisie is volop in beweging. Er wordt veel geïnvesteerd in bestaande en nieuwe netwerken. Nieuwe technieken, nieuwe toepassingen en nieuwe marktinitiatieven geven de markt een sterke impuls. Ook de overheid is ervan overtuigd dat breedband belangrijk is om Nederland een goede uitgangspositie te geven in de internationale concurrentie. Dit alles vraagt om voldoende en goed opgeleide werknemers.
Het hier voor u liggend rapport vormt de basis van verdere ontwikkelingen. Hierin wordt de verwachtingsvraag voor de komende jaren beantwoord met betrekking tot: • het maatschappelijke belang van telecom-/cai-infrastructuur; • ontwikkelingen op de markt; • de aard van het werk in de infratechniek; • in welke regio’s de werkzaamheden uitgevoerd dienen te worden; • het zichtbaar maken van de investeringsimpuls.
In navolging hierop hebben het opleidingsfonds OTIB en de Vakgroep Infratechniek van uneto-vni nieuwe opleidingen ontwikkeld. Deze opleidingen zijn modulair van opbouw, gaan uit van de actuele stand van de techniek, hebben een mix van theorie en praktijk en zijn contextgericht. Met dat laatste wordt bedoeld dat het begrip centraal staat, aangegeven wordt wat elke handeling voor invloed kan hebben op het totale functioneren van het netwerk.
Met dit rapport en de nieuw ontwikkelde opleidingen, reiken OTIB en uneto-vni u een basis om uw dienstenpakket voor de toekomst te verbreden en/of te verdiepen. Wij vertrouwen erop dat u als belanghebbende in de branche hier uw voordeel mee kan doen.
4
OTIB
uneto-vni
P.J.I. Verburg
A.J.M.O. Boumans
Directeur
Voorzitter Vakgroep Infratechniek
1 Inleiding 1.1 Achtergrond van het onderzoek
maken is het wel vereist dat er een volwaardig distributiesysteem komt, dat ook daadwerkelijk de mogelijkheden in zich heeft om alle interactieve data, spraak- en
De ICT-ambitie
beeldcommunicatie in de vereiste hoogwaardige kwali-
In de nota ‘Nederland in Verbinding’ van het ministerie
teit tussen de verschillende gebruikersgroepen van de
van Economische Zaken (juni 2006) formuleert het
ICT waar te maken.
Strategisch ICT Overleg1 de navolgende ambitie op termijn voor het gebruik van ICT in Nederland:
De bottleneck Hoe goed de content ook mag zijn, hoe hoog de infor-
Nederland staat bekend als hét land waar ICT alom aanwezig is en wordt gebruikt. Het gebruik van hoogwaardige elektronische communicatie en diensten is veilig, laagdrempelig, vertrouwd en vanzelfsprekend. Private en publieke sectoren werken daartoe slim samen aan beschikbaarheid, toegankelijkheid, betrouwbaarheid en bruikbaarheid. Alles en iedereen is veilig en duurzaam in verbinding, ook over de nationale grenzen heen. Het gaat om de verbindingen tussen mensen onderling én met het bedrijfsleven, de overheid, maatschappelijke instellingen, al dan niet via apparaten. Door elektronische communicatie - zowel draadgebonden als draadloos - ontstaan mogelijkheden voor nieuwe dienstverlening, slim samenwerken, industriële productie en excellente informatie-uitwisseling. Mensen hebben maximaal de mogelijkheid en gelegenheid de eigen leefomgeving in te richten. Bedrijven hebben de ruimte om te innoveren. Nederland is een aantrekkelijke vestigingsplaats. Hierdoor ontstaan nieuwe kansen voor maatschappelijke ontwikkeling en economische groei.
matiesnelheid in potentie ook kan zijn, hoe goed de mogelijkheden in beginsel ook zijn om bijvoorbeeld televisiebeelden in een HDTV-standaard aan te bieden via internet, al deze mogelijkheden worden voor niets ontwikkeld als er geen adequate ICT- en telecominfrastructuur is (hierna kortweg aan te duiden als communicatie-infrastructuur). Daarmee is de communicatieinfrastructuur de technische bottleneck als het gaat om de realisatie van de hiervoor weergegeven ICT-ambitie.
De relevante actoren (overheid, ICT-ontwikkelaars, telecommaatschappijen, kabel (CAI-)bedrijven, netwerkinstallateurs etc.) zijn zich terdege bewust van deze bottleneck en zijn allen actief bezig met upgrading, vervanging, optimalisering van bestaande infrastructuren of de voorbereiding en aanleg van nieuwe mobiele of draadgebonden structuren om uiteindelijk weer voor
Deze ambitie maakt duidelijk dat er een enorm ver-
een reeks van jaren een adequate communicatie-infra-
trouwen is in de toekomstige mogelijkheden van ICT,
structuur te hebben in Nederland.
waarbij nut en noodzaak buiten kijf staan. Om deze maatschappijbrede visie uiteindelijk waar te kunnen
Kennisbehoefte bij het installerend personeel Om deze activiteiten daadwerkelijk mogelijk te maken
1 Het Strategisch ICT Overleg is een door de overheid ingestelde maatschappijbreed overlegorgaan waarin naast verschillende ministeries ook het georganiseerd bedrijfsleven, universiteiten, ICT-bedrijven, telefoonbedrijven en lagere overheden participeren.
doet zich nu wel een nieuwe uitdaging voor: is er de komende jaren ook voldoende personeel en met de juiste kwaliteiten om de noodzakelijke aanleg van deze
5
infrastructuren te realiseren? Het toekomstig instal-
Opzet van het onderzoek, centrale onderzoeksvragen
lerend personeel zal zeker niet kunnen volstaan met
In dit rapport zijn de belangrijkste bevindingen van het
de huidige kwaliteiten zo wordt verwacht, zeker als het
onderzoek opgenomen. Het onderzoek is gebaseerd op
gaat om de kwaliteiten waarover het personeel bij de
deskresearch, aangevuld met gesprekken met gemeen-
instroom beschikt.
ten (Amsterdam, Rotterdam), brancheorganisaties (uneto-vni), telecom- en kabelbedrijven (KPN, Casema,
Tegen de hiervoor geschetste achtergrond heeft OTIB
UPC) en installatiebedrijven (BAM, Van de Berg Infra,
als opleidingsinstituut voor werknemers en onderne-
Schuuring, Hako, Baas Infra).
mers in het bedrijfsleven in 2005 en 2006 een aantal opleidingen laten ontwikkelen die aansluiten op de
Bij het gehele onderzoek hebben de volgende vragen
behoefte aan bijscholing van personeel binnen de
(speerpunten) centraal gestaan:
bedrijven in de ICT-infratechniek. Deze opleidingen wor-
1 Wat zijn - in hoofdlijnen - de te verwachten technolo-
den alle vanaf juni 2007 uitgevoerd.
gische ontwikkelingen op het gebied van de communicatie-infrastructuur? 2 Wat zijn de stuwende krachten (drivers) achter de
1.2 Doel en opzet van het onderzoek
ontwikkeling van de toekomstige communicatieinfrastructuren voor ICT, televisie en telecom? Hierbij denken wij met name aan de invloed van de maat-
Doel van het onderzoek
schappij (maatschappelijke en economische drijven-
De verwachte ontwikkelingen op het gebied van de
de krachten), de markt (bedrijfsleven, investeerders
communicatie-infrastructuur zijn voor OTIB een belang-
en consument) en de technologie.
rijk uitgangspunt geweest voor de ontwikkeling van de
3 Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de vraag
nieuwe opleidingsmodules. OTIB vindt het gewenst
naar installatiearbeid in de komende jaren wat
dat deze verwachtingen ook op brede schaal onder de
betreft omvang van de vraag en kwaliteit van de
aandacht gebracht worden. Daartoe heeft OTIB aan
arbeid?
EIM opdracht geven voor een onderzoek dat duidelijk maakt wat de stimulerende werking is van de ontwik-
De samenhang van deze onderwerpen is gevisualiseerd
kelingen op de markt voor ICT-infratechniek voor de BV
in figuur 1.
Nederland, in het bijzonder het investeringsklimaat en
Maa tsch appij
ei nd
nfra; uitbreide n
ICT/Telecom 1. Ftth 2. WiMax 3. Coax
Installatie
Markt
6
ieuwen vern en
Daarbij geeft OTIB als centrale onderzoeksthema’s aan: • Wat is de verwachting voor de komende jaren aangaande het maatschappelijke belang van telecom/CAI-infrastructuur? • Wat is de verwachting voor de komende jaren aangaande ontwikkelingen op de markt van ‘opdrachtgevers’? • Wat is de verwachting voor de komende jaren aangaande werk in de communicatie-infrastructuur?
Figuur 1 De onderzoeksspeerpunten
rade bes Upg taa
de werkgelegenheid.
ie
log hno Tec
1.3 Opbouw van het onderzoek Na deze inleidende bespreking komende de navolgende onderwerpen aan de orde: • In hoofdstuk 2 wordt in hoofdlijnen aandacht geschonken aan de technische ontwikkelingen die verwacht worden door de geconsulteerde gesprekspartners ten aanzien van de aard van het toekomstige netwerk voor ICT- en telecomdiensten. • In hoofdstuk 3 staan de drijvende krachten achter deze ontwikkelingen centraal. Waarom veranderen de communicatie-infrastructuren? Wat is de invloed van de technologie, maatschappij en markt op deze ontwikkelingen? • In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op vernieuwingen op de markt voor communicatie-infrastructuren die op stapel staan voor de komende jaren, de werkzaamheden die dit met zich meebrengt (een schets) en de samenhang daarvan met de ontwikkelingen in de marktstructuur en (verkennend) de vraag naar arbeid. • In hoofdstuk 5 ten slotte is de aandacht gericht op de toekomstige vraag naar personeel, wat betreft omvang en kwaliteit, die samenhangt met de veranderingen op de markt voor de aanleg van communicatie-infrastructuren.
7
2 Technologische ontwik keling van ICT-netwerken 2.1 Inleiding
Op de stedelijke ringen is de local loop aangesloten. Deze local loop, of ook wel first mile/last mile genoemd,
Ontwikkelingen in de communicatie-infrastructuur vol-
is het laatste stuk in het netwerk tussen de eindgebrui-
trekken zich in een hoog tempo. In vijf jaar tijd hebben
ker en het eerstvolgende koppelpunt (telefooncentra-
de 56Kb inbelverbindingen plaatsgemaakt voor 20Mb
les, wijkcentrales, e.d.). Dit gedeelte van het netwerk
breedbandverbindingen, tegen een laag bedrag per
bestaat nu nog grotendeels uit koper (telefoonlijn of
maand. De mogelijkheden die dit met zich meebrengt
COAX). Het grootste deel van de werkzaamheden in de
worden ook steeds groter. Over de huidige netwerken
toekomst (de opwaardering) zal dan ook plaatsvinden
kunnen steeds geavanceerdere diensten worden aange-
op dit fijnmazige deel.
boden. De belangrijkste ontwikkeling op dat vlak is de integratie van verschillende diensten, over één netwerk.
Figuur 2 De keten van netwerken
In dit hoofdstuk wordt gekeken naar recente technologische ontwikkelingen die invloed hebben op de aard en de omvang van werkzaamheden aan de netwerken.
2.2 Opbouw van netwerken Het is belangrijk om te weten op welke wijze netwerken
Bron: Van der Vorst 2001.
zijn opgebouwd. Dit schept duidelijkheid over dat deel van het netwerk waar de grootste bulk van het werk zal
Niet alle netwerken zijn precies opgebouwd op de
zitten. In figuur 2 wordt een schets gegeven van een
manier zoals hiervoor beschreven is, maar het geeft
netwerkopbouw2. Dit betreft een modulaire opbouw,
wel een goede indruk van de basisvorm. Sommige net-
waarbij een stedelijke ring (de cityring) is aangesloten
werken zijn stervormig qua opbouw, zodat vanuit het
op het hoofdnetwerk (de backbone). De backbone is in
laatste koppelpunt (bijvoorbeeld de wijkcentrale) losse
bijna alle gevallen al verglaasd (fiber), omdat hier een
aftakkingen naar de eindgebruiker lopen. Dit brengt als
enorme hoeveelheid gegevens over getransporteerd
voordeel met zich mee dat iedereen kan beschikken
wordt. De stedelijke ring is een netwerk van aaneenge-
over een eigen lijn, maar dit is ook kostbaarder. Ook is
sloten koppelpunten, zoals wijkcentrales. Tegenwoordig
deze netwerkopbouw kwetsbaarder voor breuken. Een
zijn de meeste stedelijke ringen, al dan niet door de tra-
andere vorm van netwerkopbouw zijn de ringvormige
ditionele eigenaars (KPN, Kabelaars), ook al verglaasd.
netwerken. Hierbij zijn de koppelpunten in een ring verbonden en kan de gegevensoverdracht in beide rich-
8
2 Van der Vorst, G. (2001), Telecommunicatie-infrastructuur: de ‘missing link. Nijmegen: Universiteit Centrum voor Informatievoorziening, KUN, i.o.v. Nederlandse vereniging van Bedrijfstelecommunicatie Grootgebruikers.
tingen plaatsvinden. Bij een kabelbreuk ligt het netwerk niet direct plat (een redundante verbinding).
De netwerken van KPN en de kabelmaatschappijen zijn
Ontrafeling van infrastructuur en diensten:
ook modulair van opzet. In het geval van KPN is de kern
drielagenstructuur
van het netwerk verglaasd. De wijkcentrales zijn hierop
Een belangrijke fundamentele verandering is het weg-
aangesloten en met elkaar verbonden in een soort
vallen van de koppeling tussen diensten en type net-
stadsnetwerk c.q. stedelijke ring. Vanuit de wijkcentrale
werk, ook wel een verticale marktstructuur genoemd.
gaan de vertakkingen door de straat naar de individuele
Door moderne technologie en de gerealiseerde band-
huishoudens (sternetwerk).
breedte kunnen diensten geïntegreerd aangeboden
Kabelmaatschappijen kennen tegenwoordig ook een
worden over één of meerdere netwerken. Hierdoor is
netwerk bestaande uit primaire en secundaire ringen.
het mogelijk dat niet alleen concurrentie plaatsvindt
Dit deel bestaat grotendeels uit glas en loopt tot de
tussen de netwerken, maar ook op de netwerken zelf.
wijkverdeelstations. Volgens de kabelmaatschappijen is
Voorwaarde is wel dat de infrastructuur (relatief) vrij
de verglazing van het netwerk al tot 300 meters van de
toegankelijk wordt voor andere partijen. Deze situatie
woningen genaderd3 (geen bedrijven). Vanaf de wijkver-
wordt ook wel een horizontale marktstrategie genoemd.
deelstations vertakt het netwerk zich via COAX-kabels naar de individuele huishoudens. Daartussen liggen tal
Een ordeningstype dat veel wordt gebruikt voor deze
van signaalversterkers gemonteerd.
horizontale marktstrategie is de drielagenstructuur (zie figuur 3). Hierbij worden een passieve laag, een actieve
De komende jaren lijken de inspanningen met betrek-
laag en een diensten/toepassingenlaag onderscheiden.
king tot de communicatie-infrastructuur zich vooral te
Uitgangspunt van het model is dat op elke laag renda-
richten op de local loop. Dit houdt in dat de optimalise-
bele exploitatie wordt nagestreefd. Hierna wordt per
ring van de aansluitingen van huizen en bedrijven op de
laag gekeken wat voor de local loop de meest in het oog
cityring plaats zal vinden door middel van nieuwe tech-
springende technologieën zijn. Daarbij wordt uitgegaan
nologieën. In de volgende paragrafen zal hier dieper op
van de driedeling: traditionele, draadloze en glasvezel-
worden ingegaan.
infrastructuur
Figuur 3 Drie functionele lagen in de breedband-waardeketen
2.3 Technologieontwikkeling Van oudsher zijn diensten altijd gekoppeld geweest aan
Toepassingsdiensten en toepassingen
de infrastructuur. Het telefoonnet was een zelfstandig
Actieve laag
netwerk (PSTN en ISDN) dat alleen telefoondiensten aanbood. Kabeltelevisie werd via een apart aangelegd
Passieve laag
netwerk (COAX) aangeboden, en ook datatransportnetwerken werden parallel aan de bestaande netwerken aangelegd voor maar één specifieke dienst.
Bron: Ministerie van Economische Zaken 2005. Goed op weg met breedband: Handreiking voor gemeenten, provincies en woningcorporaties. Den Haag.
3 Cable in The Netherlands; presentatie van Rob van Esch voor de Hongaarse zusterorganisatie van VECAI. 27 maart 2006.
9
Passieve laag
door middel van laserimpulsen en daardoor zijn de
Deze laag met passieve infrastructuur bestaat uit man-
capaciteit en de robuustheid van de verbinding zeer
telbuizen, bekabeling en opstelplaatsen voor active-
groot. De passieve infrastructuur bestaat uit onbe-
ringsapparatuur. Het is de hardware die er ligt en die
lichte glasvezel in mantelbuizen. Een groot nadeel
met behulp van activeringstechnologie gebruiksklaar
van deze infrastructuur is dat het fibernetwerk in de
kan worden gemaakt voor transmissie van informatie
local loop nog grotendeels gelegd moet worden en
(data, beeld, geluid). In het geval van glasvezel bijvoor-
daardoor kostbaar is in vergelijking met de andere
beeld spreekt men van onbelichte vezel (dark fiber).
infrastructuren.
In de passieve laag kunnen drie soorten infrastructuur onderscheiden worden:
Overzicht 1 Indeling van de passieve laag
1 Traditionele infrastructuur: De meest voorkomende verbindingen op deze laag
Passieve laag Traditioneel
Draadloos
Glasvezel
zijn de koperverbindingen. Zowel het bestaande
Telefoonnet
Satelliet
Dark fiber
telefoonnet, het elektriciteitsnet als de Coaxkabel
Elektriciteitsnet
Zendmasten
zijn fijnmazig en bedienen praktisch elk huishou-
Coaxnetwerk
den. De Coaxkabel ontbeert aansluitingen op veel bedrijventerreinen, omdat dit netwerk primair voor de kabeltelevisie is
aangelegd4.
Het elektriciteits-
Actieve laag Kenmerkend voor deze laag is dat activering plaats-
netwerk is niet in staat om storingsvrij dataverkeer
vindt waardoor gegevensoverdracht kan plaatsvinden.
te transporteren. Proeven om data door te sturen via
Voortbordurend op de vorige driedeling, geldt:
het elektriciteitsnetwerk hebben geen vervolg gekre-
1 Traditionele infrastructuur:
gen. Het telefoonnet is bijna uitontwikkeld en naar
Voor het aanbieden van breedband wordt gebruik
verwachting zal het binnen nu en vijf jaar aan zijn
gemaakt van twee technieken, te weten DSL-
plafond komen, wat betreft de inzetbaarheid voor
technologie en kabelmodems.
breedbandtransmissie.
2 Draadloze infrastructuur:
- DSL-technologie wordt toegepast om hogere snelheden uit de bestaande telefoonlijn te halen.
Op de passieve laag bestaat deze infrastructuur
Momenteel wordt de local loop ontsloten met
hoofdzakelijk uit zendmasten, aangesloten op een
ADSL(2+) en SDSL. Hiermee zijn downloads-
ondergronds netwerk van vaste lijnen, en in zeer
nelheden van maximaal 24 Mbps te realiseren.
beperkte mate ook uit satellieten. Grote voordelen
Toekomstige ontwikkelingen zijn varianten zoals
van deze infrastructuur zijn de flexibiliteit en de
VDSL die zorgen voor hogere snelheden, maar
beperkte aanlegkosten. Daarmee is het uitermate
deze zijn slechts haalbaar over een korte afstand
geschikt voor dunbevolkte gebieden. Een nadeel is
(max. 1.000 meter). Dit betekent nog steeds dat
dat deze technologie voor breedbandtransmissie
het glasvezelnetwerk tot dicht bij de eindgebrui-
nog in een eerste ontwikkelingsstadium is en dat de
ker moet worden gelegd.
(on)mogelijkheden nog niet geheel duidelijk zijn. 3 Glasvezelinfrastructuur, ook wel Fiber to the home
- De rek bij kabelvarianten is groter. Momenteel worden ook via deze variant snelheden rond 20
(Ftth):
Mbps aangeboden, maar hogere snelheden zijn
Deze technologie wijkt op essentiële punten af van
al haalbaar. De laatste ontwikkeling vindt plaats
de voorgaande. De gegevensoverdracht vindt plaats
door gebruik te maken van een hybride netwerkvorm van glasvezel en Coax. Op die manier kan
10
4 Provincie Drenthe, 2003, Informatie en Communicatietechnologie in Drenthe: een economische kijk. December 2003, pp. 22.
men snelheden van 100 Mbps halen en in theorie zelfs snelheden boven de 1 Gbps (zie ook kader).
Uiteindelijk heeft men bij deze hybride ontsluiting
- Tenslotte bestaat nog de ontsluiting via de satel-
net zoals bij de uitrol van VDSL dezelfde ontslui-
liet. Nadeel is echter dat er bijna geen retoursig-
tingsperikelen als met glas (veel graafwerk, hoge
naal mogelijk is, waardoor er geen symmetrische
initiële kosten).
toepassingen over dit medium kunnen worden
- Daarnaast er nu ook de introductie van Docsis
aangeboden.
3.0. Deze nieuwste versie van de kabelinternetstandaard biedt onder andere IPv6-ondersteuning
Hoewel draadloze technieken veel potentie hebben,
en snelheden tot 160Mbps. Als de introductie
kleven er toch een aantal fundamentele tekortkomingen
slaagt is voor deze upgrading van het gehele
aan deze technologie. Ten eerste is de capaciteit geli-
CAI-netwerk geen graafwerk noodzakelijke, maar
miteerd, er blijft uiteindelijk een fysieke grens bestaan.
zullen wel vernieuwingen van de actieve compo-
De bandbreedte moet nog steeds gedeeld worden door
nenten op de verschillende verdeelniveaus (wijk-
meerdere gebruikers5. Ten tweede is de stabiliteit van
centrales e.d) nodig zijn en zal het noodzakelijk
de verbinding inferieur aan die van vaste verbindingen.
zijn dat er een modemvernieuwing plaatsvindt bij
Door weersomstandigheden of de gebouwde omgeving
de consument.
kan storing plaatsvinden6. Als derde en laatste is er nog de beveiligingskwestie. Hoewel encryptie steeds
2 Draadloze infrastructuur:
Op het gebied van breedband bestaan grofweg de
tapt en elders ontcijferd worden. Bovendien zijn encryp-
volgende draadloze varianten: WLL, WLAN en WiMAX
ties ook vanwege nationale veiligheidsoverwegingen
of UMB en satellietverbindingen.
niet altijd waterdicht7.
- WLL (Wireless Local Loop) is een straalverbinding waarbij de gebruiker over een redelijk grote
geavanceerder wordt, kan het signaal makkelijk afge-
3 Glasvezelinfrastructuur:
afstand (van punt tot punt), maar wel via een vast
Voor de activering van de dark fiber gebruikt men
aansluitpunt in huis, wordt bediend. Mobiliteit is
apparatuur die laserimpulsen over de glasvezelkabel
dan ook geen uitgangspunt van deze technologie.
stuurt. De belangrijkste technieken zijn DWDM en
- WLAN (Wireless Local Area Network) biedt de
CWDM. Hiermee zijn enorm hoge datasnelheden te
capaciteit van een bedrijfsnetwerk met het com-
realiseren die in theorie nog onbegrensd zijn (men
fort van mobiliteit. Door middel van hotspots zijn
spreekt in ieder geval van haalbare snelheden van
telkens kleine afstanden draadloos te ontsluiten.
enkele Terabytes per seconde).
Hierbij is multipoint ontsluiting (meerdere gebruikers tegelijkertijd) goed mogelijk.
- De combinatie van bovengenoemde systemen zou een prima oplossing zijn voor draadloze
Overzicht 2 Indeling van de actieve laag
Actieve laag Traditioneel
Draadloos
Glasvezel
ontsluiting van de local loop. Dit kan met behulp
ADSL(2+)
WLL
CWDM
van WiMAX, breedbandige point-to-multipointver-
VDSL
WLAN
DWDM
bindingen over grote afstand (40-50 km). Of met
EttH
WiMAX
behulp van Ultra Mobile Broadband (UMB), een nieuwe standaard die nog in ontwikkeling is (naar
UMB Satelliet
verwachting tot wel 280 Mbps). 5 Van der Vorst, 2001. 6 http://tweakers.net/reviews/662/all. 7 Nederlands Genootschap voor Informatica, 1995, Encryptie: sleutel tot informatiemaatschappij of tot criminaliteit?. De visie van het NGI op het dilemma van encryptiegebruik. (http://rechten.uvt.nl/koops/NGI-VISI.HTM).
11
Toepassingsdienstenlaag/toepassingen
In hoeverre dit ook daadwerkelijk zal leiden tot ver-
De belangrijkste ontwikkeling op deze laag is de
nieuwingen van de infrastructuur op grote schaal en
integratie van diensten. Door het ontrafelen van de
tot nieuwe werkgelegenheid is uiteraard afhankelijk
diensten met de infrastructuur is het nu over elk van de
van de snelheid en intensiteit waarmee de vernieuwin-
netwerken mogelijk om verschillende diensten tegelijk
gen kunnen worden doorgevoerd. Hierbij moet groot
aan te bieden. Pakketten met telefonie, televisie en
belang gehecht worden aan de stuwende krachten op
internet worden nu tegen zeer lage prijzen aangeboden
het niveau van de economie en van de maatschap-
(triple play).
pij. Hierop zal in hoofdstuk 3 nader worden ingegaan. In hoofdstuk 4 zal de vertaling van de belangrijkste initiatieven plaatsvinden naar de aard en de omvang
2.4 Slotsom
van nieuwe werkgelegenheid waarin de voorzienbare vernieuwingen in de communicatie-infrastructuren op
Al met al is gebleken dat er veel technologische ontwikkelingen plaatsvinden op verschillende niveaus. Aan de hand van deze ontwikkelingen is het mogelijk om het fijnmazige netwerk in de local loop te optimaliseren voor de toekomstige behoefte. Hierbij is het algemene streven om de netwerken steeds beter geschikt te maken voor de transmissie op een hoog niveau (een vaak genoemde streefwaarde is 100 Mbps).
De ontwikkelingen van de traditionele infrastructuren laten zien dat er nog rek is. Op dit moment ligt de aandacht bij de eigenaren van de netwerken dan ook vooral op de maximale uitnutting van bestaande infrastructuren. Door de inzet van VDSL, EttH of andere technieken is het mogelijk om ook in de nabije toekomst te voldoen aan de capaciteitsbehoefte. Op de langere termijn blijkt dat op technisch vlak de traditionele infrastructuren tegen hun plafond lopen en dat met name glasvezelinfrastructuur de ideale local loop voor de toekomst is. Uiteraard wordt dit ook onderkend door de traditionele aanbieders. Zij investeren behalve in de eerder genoemde technologieën ook in de ontwikkeling van Ftth-netwerken. Deze opwaardering zal volgens die partijen echter evolutionair tot stand komen, waarbij telkens een stuk van het netwerk wordt verglaasd. Zo komt het glasvezelnetwerk steeds dichter bij de eindgebruiker te liggen, tot uiteindelijk sprake is van verglazing van de local loop (Ftth).
12
termijn kunnen uitmonden.
3 De stuwende krachten
3.1 Inleiding
In dit hoofdstuk vindt geen uitputtende en diepgaande behandeling plaats. Het gaat hierbij om een verzame-
In dit hoofdstuk staan de stuwende krachten achter
ling impressies, belevingsbeelden en signalen die meer
de technologische en marktontwikkeling centraal. Wat
licht kunnen werpen op de krachten die Nederland
maakt dat de aandacht nu zo sterk is gericht op breed-
uiteindelijk stuwen naar een hoger niveau van de ICT-
bandoplossingen dat de wenselijkheid van ingrijpende
benutting en de daarop aan te passen optimalisering
aanpassingen in aard en/of kwaliteit van het trans-
van de communicatie-infrastructuren.
portnet voor data, beeld en geluid door veel partijen nadrukkelijk wordt aangegeven? Welke partijen maken zich hiervoor sterk? Welke maatschappelijke behoeften zien zij in dit verband van belang? Wat is hun invloed
3.2 De economie als stuwende kracht
op de toekomstige ontwikkeling van het communicatieinfrastructuur?
De ambitie die de overheid in 2006 heeft aangegeven (zie hoofdstuk 1) is niet zo maar een ambitie wanneer zij
Om een antwoord te kunnen geven op de vragen die
vertaald wordt naar datgene wat verwacht mag worden
hier gesteld zijn heeft desk-research plaatsgevonden en
van de overheid zelf, van technologische kennisinstitu-
zijn verkennende gesprekken gevoerd met verschillende
ten en universiteiten, van gemeenten, van het bedrijfs-
actoren binnen het brede veld van de communicatie-
leven en van de burger. Nederland moet koploper
infrastructuur. Daarbij zijn met name de volgende items
worden: ‘Hét land waar ICT alom aanwezig is en wordt
aan de orde gekomen:
gebruikt’. Niet zomaar een land dus, maar hét land. Wil
• de betekenis van de economische ontwikkeling als
Nederland als ICT-land vooroplopen dan vereist dit wel
stuwende kracht; • de betekenis van de technologieaanbieders als stuwende kracht;
dat, ICT-technologisch gezien, Nederland steeds weer de nieuwste ontwikkelingen mede vormgeeft, omarmt en implementeert op het niveau van de gebruiker
• de betekenis van de consument als stuwende kracht;
(overheid, institutionele instellingen, bedrijfsleven en
• de betekenis van de landelijke overheid als stuwen-
consument). Dit kan niet zonder investeringen van de
de kracht; • de betekenis van de lokale overheden als stuwende kracht; • de betekenis van maatschappelijke instanties als stuwende kracht; • de betekenis van het bedrijfsleven als stuwende kracht.
zijde van overheid en bedrijfsleven! En op dat punt is de ontwikkeling van de economie doorslaggevend. Daarbij geldt nog steeds dat er middelen moeten zijn alvorens investeringen gedaan kunnen worden. Hoogconjunctuur resulterend in snelle winstgroei van bedrijven, hogere welvaart van de burgers en robuuste overschotten voor de lokale en landelijke overheden zijn dan een zeer
13
belangrijke, zo niet doorslaggevende voorwaarde om
Figuur 5 Ontwikkeling van de macro-economische waarden, jaarmutaties in procenten 2002-2006
deze investeringen mogelijk te maken. En wat dit laat-
ste betreft: Nederland lijkt zeker weer de weg gevonden te hebben naar een hoogconjunctuur. In de figuren 4 en 5 komt dit tot uitdrukking in de (te verwachten) ontwik-
##1 CFSPFQTCFWPMLJOH XFSLMPPTIFJE
##1QFSIPPGECFWPMLJOH &.6TBMEP ##1
keling van de Nederlandse economie (bruto nationaal
product, werkgelegenheid, inkomen, begrotingsoverschot) en de ontwikkeling van het ondernemers- en
consumentenvertrouwen. Wanneer de verwachtingen
waarheid worden, mag zeker ook aangenomen worden dat het grotere ondernemersvertrouwen en groeiende
financiële reserves van de overheid zich zullen vertalen
Bron: CBS/CPB.
in een groeiende investeringsbereidheid in ICT en de communicatie-infrastructuur.
3.3 Technologie en technologieaanbieders
Figuur 4 Ontwikkeling van het consumenten en producentenvertrouwen 2002-2006
Wanneer gekeken wordt naar de niet-technische sectoren (handel, ambacht, landbouw en dienstverlening)
wordt vaak aangegeven dat de drijvende kracht achter *
**
***
*7
*
**
***
*7
*
**
***
*7
*
**
***
*7
*
**
***
*
*7
**
alle ontwikkelingen in die sectoren de consument is. Dit geldt evenwel niet voor een technische high-end sector
als de markt voor communicatie-infrastructuur. Juist hier is volgens de geconsulteerde deskundigen de tech-
nologie, in het bijzonder de aanbieders van technolo DPOTVNFOUFOWFSUSPVXFO
gie, de drijvende kracht achter de marktontwikkelingen.
QSPEVDFOUFOWFSUSPVXFO
Bron: CBS/CPB.
Het zijn juist de ondernemingen die zich specialiseren in contentontwikkelingen, transmissieontwikkelingen en datatransport die hun stempel drukken op de markt-
Uit figuur 4 blijkt duidelijk dat sinds medio 2005, resp.
ontwikkeling. Zij zijn de initiërende innovators die de
medio 2006 consumenten en producenten weer in
richting aangeven voor de gebruiksmogelijkheden van
grote mate vertrouwen hebben in de economie. Dit ver-
ICT in de toekomst. Uiteraard zullen zij zich daarbij
trouwen vindt o.m. een basis in de sterk teruggelopen
een beeld vormen van hetgeen gunstig kan zijn voor
werkloosheid en de inkomensontwikkeling per hoofd
de gebruiker, maar het is niet zo dat de consumenten/
van de bevolking (zie figuur 5). Ook de overheid mag
gebruikers aangeven waar zij behoefte aan zouden
zich weer verheugen in een financieringsoverschot in
kunnen hebben in de toekomst (zie 3.4). Het is eerder
2008.
andersom: de nieuwe gebruiksmogelijkheden die op de markt gebracht worden, stimuleren gebruikers om zelf actief te worden met deze nieuwe diensten.
Tegen deze achtergrond zijn de belangrijkste drivers voor de vernieuwingen in de communicatie-infrastruc-
14
tuur gelegen in de nieuwe mogelijkheden die door
contentontwikkelaars in de toepassingsdiensten (zoals
De consument is weliswaar niet de drijvende kracht als
VoIP, PC-TV, beeldtelefonie, camerabeveiliging, outsour-
het gaat om het initiëren van de ontwikkelingen, maar
cing van diensten e.d.) worden aangedragen. In het bij-
is wel de kracht waar nadrukkelijk naar gekeken wordt
zonder als voor deze nieuwe mogelijkheden een grote
als het gaat om landelijk breed de initiatieven uit te rol-
belangstelling wordt voorzien vanuit het bedrijfsleven
len. Als aanbieders van content en diensten erin slagen
of de consument, ontstaat er een streven om te komen
om deze door de consument geaccepteerd en betaald
tot aanpassingen in de communicatie-infrastructuur om
te krijgen (bijvoorbeeld door aangepaste abonnemen-
te kunnen voldoen aan de zwaardere eisen die gesteld
ten of extra toeslagen voor zeer volwaardige breed-
worden aan de verwerkingscapaciteit, het bereik en de
bandaansluitingen), staat niets een uitrol in de weg.
zekerheid van de communicatie-infrastructuur. In het
Nu verkeert Nederland echter nog in een experimenteel
verlengde van de technologische ontwikkelingen in
stadium, waarin gezocht wordt naar het draagvlak bij de
de toepassingslaag, vinden er dan ook steeds nieuwe
consument. Belangrijke afwegingen in de beoordeling
technologische ontwikkelingen plaats in de kwaliteit en
van de haalbaarheid zijn dan:
mogelijkheden van de passieve en actieve infrastruc-
• Heeft de consument behoefte aan de aangeboden
tuur8.
De technologieaanbieders richten hun inves-
teringen nu sterk op de realisatie van hogere verbindingssnelheden via de bestaande infrastructuren (door middel van Docsis 3.0, VDSL-2, Ethernet, Wifi) of nieuwe infrastructuren (Ftth, Wimax).
nieuwe diensten? • Heeft de consument behoefte aan de aangeboden kwaliteit? • Is de consument uiteindelijk bereid om hiervoor dusdanig te betalen (direct per afzonderlijke dienst of indirect in abonnementsvorm) dat een rendabele exploitatie van de dienst mogelijk is?
3.4 De consument als stuwende kracht
Wat betreft de insteek van de content lijken zich geen vragen voor te doen. Alom wordt aangenomen dat de
Consument en internet: enkele gegevens (diverse bronnen) 68% van het aantal huishoudingen had medio 2006 een breedbandinternetaansluiting oftewel 28,8 aansluitingen per 100 inwoners (bron: CBS). Van het aantal breedbandaansluitingen is 72% een DSL-aansluiting, 27% is kabel en minder dan 1% Ftth (bron: VKA, CBS). Volgens het onderzoeksbureau Telecompaper is het aantal huishoudens met een breedbandaansluiting in het eerste kwartaal 2007 gegroeid tot ruim 5.000.000. Diverse berekeningen duiden op een groei van het aantal breedbandaansluitingen tot boven 6.000.000 in 2010 (groei > 20 procent in 3 jaar)9. Volgens OESO staat Nederland met deze waarden in de wereldtop (plaats 2 wat betreft aantal aansluitingen). Wel zit Nederland qua aansluitingssnelheid nog in de achterhoede (plaats 4)10.
consument gevoelig is voor nieuwe verbeterde ICTdiensten die meer en intensere contacten via internet mogelijk maken, die kennis op een nog gevarieerdere schaal toegankelijk maken en die meer beleving kunnen bieden aan de consument. Ook de betere kwaliteit en de grotere snelheid van downloaden zullen zeker als een plus worden gezien en erkend door de consument. Dit blijkt ook wel uit de snelle groei van het aantal huishoudens met een breedbandaansluiting in Nederland.
Of de consument in de toekomst ook in voldoende mate wil betalen voor snellere verbindingen en hogere kwaliteit van de diensten via internet zal nog moeten blijken. De geconsulteerde deskundigen gaven aan dat
8 In de hier gegeven beschouwing gaan ontwikkelingen in de toepassingslaag vooraf aan ontwikkelingen in de activeringslaag en de passieve infrastructuur. Deskundigen geven aan dat het lang niet altijd duidelijk is dat deze trits ook daadwerkelijk zo gevolgd kan worden. Het wisselt steeds (dan weer ligt het primaat bij de toepassingslaag, dan weer bij de activeringslaag, dan weer bij de passieve laag). 9 Bron: VKA (2007). 10 Bron: www.z24.nl.
voor het tempo van uitrollen de drijvende kracht van de consument wel doorslaggevend is! Als de consument snel blijk geeft bereid te zijn in voldoende omvang te betalen voor de diensten, is een snelle uitrol te verwachten. Is er evenwel niet echt sprake van een duide-
15
lijke betaalplus voor de hogesnelheidslijnen, dan moet
Dit ijkpunt blijkt ook uit het actieprogramma
met een zeer geleidelijke uitrol rekening worden gehou-
‘Maatschappelijke sectoren en ICT van het Ministerie
den. In het bijzonder zou dit kunnen gelden voor Ftth,
van Economische Zaken’ (oktober 2005).
waaraan hoge investeringskosten zijn verbonden.
Het kabinet-Balkenende IV verwijst in zijn beleidsprogramma 2007 – 2011 ‘Samenwerken, Samen Leven’
Opmerkelijk is wel dat consumenten nu (eind 2006)
eveneens naar het belang van ICT voor de maatschap-
bij het aangaan of omzetten van abonnementen vaker
pelijke sectoren in het kader van het project ‘Nederland
kiezen voor goedkopere pakketten met minder band-
Ondernemend Innovatieland (NOI); betere benutting
breedte. De technisch haalbare bandbreedte neemt toe,
van innovatie om maatschappelijke vraagstukken op te
maar het marktaandeel van de hoogste bandbreedtes
lossen12 (zie tekstkader).
neemt af11. Of dit ook impact heeft op komende Ftth-aansluitingen is niet duidelijk aan te geven, omdat vele van de initiatieven die momenteel plaatsvinden vanuit een ‘technologie en beleidsdrift door leveranciers en gemeentelijke overheid’ worden gerealiseerd, en niet vanuit een consumentenvraagpush.
3.5 De landelijke overheid als stuwende kracht De overheid als richtinggever In een situatie waarin er sprake is van ingrijpende vernieuwingen en zeer hoogwaarde upgrades van bestaande diensten die niet zonder zeer omvangrijke investeringen (zoals de miljardeninvesteringen in Ftthinfrastructuur of een Wimax-infrastructuur!) kunnen worden gerealiseerd, en waarbij de haalbaarheid moeilijk vastgesteld kan worden op een eenvoudige wijze, zullen proefprojecten onontbeerlijk zijn om de haalbaarheid te testen en zullen overheid en bedrijfsleven de weg moeten banen. Voor de overheid ligt daarbij de belangrijke taak om te zorgen voor de juiste condities en stimuli om projecten van de grond te trekken. Een belangrijk ijkpunt voor overheidsinitiatieven is daarbij gelegen in het maatschappelijk belang dat gebaat is met investeringen in ICT en ICT-toepassingen.
16
11 Zie ook Verdonck, Klooster en Associates: Marktontwikkelingen 2007 – 2010, Ontwikkelingen van en scenario’s voor de consumentenmarkt voor telefonie, omroep en breedbandinternettoegang.
EZ-actieplan Maatschappelijke Sectoren en ICT 13 Bestaande ICT-toepassingen worden niet of onvoldoende ingezet voor het oplossen van nijpende maatschappelijke vraagstukken. Hierdoor wordt op veel plaatsen opnieuw het wiel uitgevonden en krijgt de burger niet de optimale dienstverlening. Door gebrek aan samenwerking in en tussen partijen lukt het niet om lokale successen nationaal in te zetten. Met het actieprogramma Maatschappelijke Sectoren & ICT hoopt het kabinet een impuls te geven aan het vernieuwen van de samenwerking bij het oplossen van breed levende problemen in de zorg, de mobiliteit, het onderwijs en de veiligheid. Deze samenwerking en verbeterde dienstverlening kunnen worden ondersteund door ICT. Denk bijvoorbeeld aan het efficiënter delen van informatie tussen hulpdiensten, gemeente en vervoerders van gevaarlijke stoffen, zodat sneller adequaat kan worden opgetreden bij ongelukken met dergelijke transporten. Ander voorbeeld is het gebruik maken van camera’s op wegportalen over de snelwegen voor het opsporen van gestolen auto’s of ander crimineel gedrag. Er zijn inmiddels veel initiatieven om ICT voor dergelijke processen in te zetten. Dit betreft echter vaak kleinschalige en versnipperde projecten. Het actieprogramma richt zich op het helpen opschalen van dergelijke initiatieven door belemmeringen weg te nemen. In het vierjarige actieprogramma werken zes departementen intensief samen met de markt om belemmeringen weg te nemen en doorbraken te realiseren in het breder toepassen van reeds bestaande ICToplossingen. Dit geeft eveneens een impuls aan het beter benutten van de in Nederland beschikbare hoogwaardige ICT-infrastructuur en bevordert daarmee economische groei en innovatie. Nederland loopt internationaal voorop wat betreft de ICT-infrastructuur, maar toepassing daarvan blijft achter.
12 Het kabinet-Balkenende IV verwijst nadrukkelijk naar dit beleidsplan in zijn beleidsprogramma voor 2007-2011 ‘Samenwerken, samen leven, 2007–2011’. 13 Bron: Ministerie van EZ.
Voor de looptijd van het actieprogramma (2005-2009) is vanuit de rijksoverheid 80 miljoen euro beschikbaar. Gestreefd wordt naar een bijdrage van partijen uit de sector van 50 miljoen euro. Het actieprogramma bestaat uit 14 actielijnen en 32 acties. Indien nodig worden deze acties in de looptijd van het programma aangevuld of bijgestuurd. Het programma is een gezamenlijk initiatief van de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, Justitie, Verkeer en Waterstaat en Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
De overheid als bouwer De overheid stimuleert vernieuwingen en investeringen in ICT-infrastructuur niet alleen vanuit maatschappelijke beleidsoverwegingen, maar ook actief als ontwikkelaar van grootschalige woningbouwprojecten. In het bijzonder de nieuwbouwprojecten (Vinexprojecten) zijn van belang. De verwachte bouwproductie voor 2007 is ruim 14.000 nieuwbouwwoningen. Voor de komende jaren (tot 2012) verwacht EIB een groei van de bouwproductie voor nieuwbouw, een groei die overigens jaarlijks
Als bijzondere aandachtspunten in het (centrale en
afneemt (tot + 0,5 procent in 2012). Uiteindelijk wordt
lokale) overheidsbeleid met betrekking tot de huidige
voor 2012 een bouwproductie verwacht van ruim 15.000
stimulering van ICT kunnen genoemd worden14:
nieuwbouwwoningen. Al met al gaat het dan om 95.000
• de grote aandacht voor innovatie van en door het
woningen voor de jaren 2007 tot en met 2012. Deze
bedrijfsleven. Denk in dit verband aan de instelling
nieuwbouwwoningen zullen veelal direct op het glasve-
van het Innovatieplatform;
zelnetwerk worden aangesloten of opgenomen worden
• de stimulering van glasvezelprojecten op lokaal niveau (denk in dit verband aan het stedenplatform
in het All-IP programma van KPN en op een verbeterd CAI-netwerk (in de toekomst ethernet of docsis 3).
‘Stedenlink’, een verzameling van twaalf steden die vooroplopen in de ontwikkeling van de maatschappelijke meerwaarde van ICT en de kenniseconomie voor stedelijke processen (zie ook www.stedenlink.nl);
3.6 De lokale overheid als stuwende kracht
• de aandacht voor telewerken mede in het kader van het mobiliteitsbeleid als mogelijkheid om filevor-
De meest in het oog springende ontwikkeling op het
ming tegen te gaan;
gebied van de communicatie-infrastructuur zijn wel de
• de aandacht voor veiligheid in het gebruik van inter-
plannen om te komen tot een landelijk brede uitrol van
net (zie ook de campagne ‘Digibewust tot 2008’ van
het glasvezelnetwerk tot in de woningen (Fiber to the
het ministerie van Economische Zaken).
home). Een volledige uitrol van Ftth zou betekenen dat op termijn alle 7 miljoen zelfstandig wonende huishou-
De overheid ziet het evenwel niet als haar taak om in
dingen worden voorzien van een eigen glasvezelnetaan-
Nederland de mobiele en vaste breedbandinfrastruc-
sluiting. Hiermee zou ruwweg een investering van meer
tuur te realiseren. Dit zal de overheid overlaten aan de
dan € 5 miljard gemoeid zijn; investeringen die op ter-
markt. Haar rol ligt wel in het faciliteren, stimuleren en
mijn wel rendabel gemaakt moeten kunnen worden.
scheppen van randvoorwaarden zoals de aanpassing
Het is dan ook logisch dat de aandacht nu sterk uitgaat
van wet- en regelgeving (Telecomwet) en het stimuleren
naar de vele lokale projecten die door netwerkeigena-
van experimenten (Kenniswijk, Breedbandproeven,
ren (CAI en telefonie), woningcorporaties en investe-
diensten Nederland BreedbandLand).
ringsmaatschappijen worden opgezet waarbij grootschalig Ftth wordt gerealiseerd.
Veel gemeenten hechten grote waarde aan de ontsluiting van hun gemeente op een moderne communicatie14 Zie ook Verdonck, Klooster en Associates: Marktontwikkelingen 2007–2010, Ontwikkelingen van en scenario’s voor de consumentenmarkt voor telefonie, omroep en breedbandinternettoegang.
infrastructuur. De ontsluiting acht men gewenst om bedrijfsleven, maatschappelijke instellingen en con-
17
sument actief te laten meegroeien met de stroom aan
(gemeenten, investeerders, woningcorporaties) op
nieuwe kennis en mogelijkheden die zij voorzien voor
lokaal niveau nu worden ontwikkeld voor de aanleg van
het toekomstige ICT-gebruik.
moderne communicatie-infrastructuren.
Citaat: Gemeenteraadslid Robert Flos (VVD, woordvoerder ICT en Glasvezel): ‘Willen alle Amsterdamse burgers, bedrijven en instellingen optimaal de kansen van breedband kunnen benutten dan is snelle aanleg van een stedelijk glasvezelnet noodzakelijk. Glasvezel is namelijk de enige robuuste, toekomstvaste techniek die transport van enorme hoeveelheden data met zeer hoge snelheden mogelijk maakt. Een upgrading van de bestaande, verouderde koper (telefoon)- en coax (televisie)-verbindingen is hiervoor niet toereikend. Een glasvezelnet is een essentiële nutsvoorziening in de 21e eeuw zoals de aansluitingen voor riool, water, gas, licht en telefoon dat waren in de 20e eeuw’15.
Inmiddels zijn er een groot aantal ‘proeftuinen’ wat betreft de aanleg van moderne glasvezelnetwerken. Een twaalftal gemeenten werkt in dit verband met elkaar samen binnen Stedenlink. Dit samenwerkingsverband participeert op zich weer in de Stichting Breednet (sinds december 2006 is BreedNed actief). De Stichting BreedNed is een nationaal platform dat zorgt voor een soepele onderlinge koppeling van breedband-
Vraagbundeling CaO (Carrier owned) model Deventer (operationeel glasvezelnetwerk) De Gemeente Deventer heeft een organiserende en faciliterende rol gespeeld in het project ‘Deventerbreed’. De gemeente wilde de capaciteit van bestaande netwerken beter benutten voor haar instellingen en bedrijven. Deventer is een open partnership aangegaan met de bestaande netwerkleveranciers KPN en Essent. Elke andere netwerkleverancier kan zich aansluiten. Beide marktpartijen bieden nu gunstig geprijsde breedbandtoegangsdiensten aan in Deventer. [….]De netwerkbeheerders bieden ook diensten aan, op hun eigen netwerk en op het netwerk van andere netwerkleveranciers in een ‘open partnership’. Naast KPN en Essent kunnen ook andere partijen toetreden tot dit partnership. De Gemeente Deventer investeert niet zelf in de netwerkinfrastructuur, maar heeft hier duidelijk gekozen voor de rol van vraagbundelaar. De gemeente maakt daarbij gebruik van de bestaande netwerken van de aanwezige infrastructuuraanbieders. De eerste twee functionele lagen in het model zijn in Deventer verticaal geïntegreerd. Echter, op die combinatie van lagen zijn (ten minste) twee partijen actief. Bovendien is sprake van volledig open toegang voor dienstenaanbieders zoals ISP’s en aanbieder van allerlei andere diensten.
netwerken. Hiertoe is in december 2006 door diverse marktpartijen samen met de twaalf gemeenten van Stedenlink en het ministerie van EZ besloten (zie ook
Vraagbundeling CuO (Customer owned) model
www.Breednet.nl).
Hieronder volgen enkele voorbeelden van lokale projecten. Hierbij is een onderscheid gemaakt naar type beheersmodel16, te weten: • vraagbundeling, Carrier owned model • vraagbundeling, Customer owned model • samenwerkingsmodel (PPS).
Voor een uitgebreidere beschrijving van deze modellen met een verwijzing naar meer proefprojecten wordt verwezen naar bijlage I. In bijlage II is een longlist opgenomen van projecten die door verschillende instanties
18
15 Bron: www.citynet.nl. 16 Bron: Ministerie van Economische Zaken, 2005. Goed op weg met breedband: Handreiking voor gemeenten, provincies en woningcorporaties. Den Haag, pp. 52-56.
Eindhoven (dark fiber) Breedband Regio Eindhoven (BRE) is een samenwerkingsverband van een aantal deelnemende bedrijven, overheidsinstellingen en zorginstellingen in de regio Eindhoven. Gekozen is voor een juridische constructie, waarbij de deelnemers een gezamenlijke BV oprichten. De Gemeente Eindhoven is deelnemer in de BV en doet mee onder gelijke voorwaarden als de andere deelnemende marktpartijen. Het initiatief gaat uit van gezamenlijke inkoop door BRE BV van onbelichte glasvezels tussen eigen locaties. De deelnemers dragen daarbij gezamenlijk de investering en worden eigenaar van de gemeenschappelijke ringinfrastructuur (customer owned). Breedband Regio Eindhoven BV sluit het contract met de aannemer, verwerft het netwerk en stelt dit beschikbaar aan de deelnemers op basis van een gebruikersovereenkomst. De deelnemers verwerven aandelen in de BV naar rato van hun investering in de realisatie van het netwerk.
Vraagbundeling CuO (Customer owned) model
• voor mobiliteit: Het stroomlijnen van vervoersstromen om de dicht-
Nuenen (operationeel glasvezelnetwerk, met bewoners) In Nuenen is een vergelijkbaar model als in Eindhoven gebruikt, met de volgende uitzonderingen. De Netwerk Exploitatiemaatschappij BV (NEM) draagt behalve voor de aanleg ook zorg voor de exploitatie van het glasvezelnetwerk. Daarnaast kunnen ook bewoners deelnemer worden door lid te worden van de coöperatieve vereniging ‘Ons Net’ (€ 800 lidmaatschapsgeld). Deze coöperatieve vereniging heeft een aandeel in de NEM en leden zijn (tot opzegging) dus indirect ook eigenaar van het netwerk. Tenslotte is dit netwerk tot stand gekomen dankzij de bewonerssubsidie vanuit het project Kenniswijk.
slibbing van het wegennet te voorkomen. • voor onderwijs Vergroten expertise en aansluiting vraag en aanbod, stimuleren innovatieve content en diensten, prikkelen tot een Leven Lang Leren en rendementsverhoging onderwijs. • voor veiligheid Efficiënter gebruik van sensoren, informatie-uitwisseling in veiligheidsketens en verhoging van veiligheid door innovatie. • voor zorg Ontsluiten en uitwisselen van gegevens voor betere
Samenwerkingsmodel (PPS)
zorg en het wegnemen van (ICT-)drempelvrees bij zorgvragers en zorgverleners.
Amsterdam (Zeeburg, Osdorp, Watergraafsmeer) […] De gemeente heeft gekozen voor een rol als minderheidseigenaar van de passieve laag. De meerderheid van deze laag zal eigendom worden van private partijen. De gemeente heeft gekozen voor het market economy investor principle. De aanleg van de passieve laag en de investeringen en het beheer van de actieve laag zijn openbaar aanbesteed. Op de dienstenlaag wordt toegang geboden tegen nondiscriminatoire voorwaarden. De actieve laag is voor een beperkt aantal jaren exclusief in handen van een marktpartij, zonder enige vorm van financiële steun (of garanties) van de gemeente. Het plan ligt op dit moment ter beoordeling bij de Europese Commissie.
Wanneer primair gekeken wordt naar de actoren die de feitelijke stuwende kracht op deze thema’s moeten vormen, dan gaat het (buiten de lokale en centrale overheden) met name om ziekenhuizen en zorginstellingen, universiteiten en hogescholen, woningcorporaties e.d. Weliswaar onderschrijven de geconsulteerde deskundigen het belang van deze thema’s en instellingen als het gaat om de contentontwikkeling, maar zij achten hun belang als drijvende kracht voor de ontwikkeling en implementatie van nieuwe communicatie-infrastructuren op brede schaal toch van een beperkte beteke-
3.7 Maatschappelijke instanties als stuwende kracht
nis. Het zijn gebruikersgroepen die inmiddels zelf al zijn voorzien of op de korte termijn zullen zijn voorzien van hoogwaardige aansluiting. in beginsel mogen van hen geen initiatieven verwacht worden als het gaat
In het actieplan ‘Maatschappelijke sectoren en ICT’
om ontwikkeling van infrastructuren. Dit ligt overigens
wordt nadrukkelijk gewezen op het belang van ICT voor
duidelijk wel anders bij de woningcorporaties die al dan
de verschillende maatschappelijke sectoren als ‘zorg’,
niet in combinatie met zorginstellingen zoeken naar
‘mobiliteit’, ‘veiligheid’ en ‘onderwijs’. Hierbij gaat het
mogelijkheden van de integratie van domotica-diensten
in feite om maatschappelijke vraagstukken, waarbij ICT
en woonzorgdiensten op het niveau van de individuele
een zeer belangrijke functie heeft om oplossingen te
woning. Woningcorporaties mogen daarbij optreden als
bieden voor de uitdagingen die in deze vraagstukken
vraagbundelaar of meedoen met vraagbundelingsiniti-
liggen, zoals 17:
atieven van andere partijen, waarbij hun investeringen zich wel (wettelijk voorgeschreven) beperken tot aansluitingen van hun woningen tot het dichtstbijzijnde
17
bron: zie www.maatschapplijkesectoren.nl.
aansluitpunt in de wijk. In bijlage II is een recent over-
19
zicht opgenomen van initiatieven van verschillende
• als gebruiker:
instanties (waaronder corporaties) met betrekking tot
Hierbij gaat de stuwende kracht vooral uit van de
de uitrol van moderne communicatie-infrastructuren.
eigen behoefte aan content en zal de drive vanuit het bedrijfsleven zich met name richten op de ont-
Bijzondere aandacht verdienen in dit verband de ini-
wikkelingen die in de toepassingslaag plaatsvinden.
tiatieven die genomen worden op het gebied van het
Voor de toekomstige aanleg van communicatie-
levensloopbestendig wonen in combinatie met ICT- en
infrastructuren op grote schaal is deze ontwikkeling
zorgprojecten. Ook hierbij gaat het om een optimale
van ondergeschikt belang, omdat aangenomen mag
afstemming van de mogelijkheden van ICT op de hui-
worden dat de meeste bedrijven c.q. bedrijfsterrei-
dige en toekomstige zorgbehoeften van zelfstandig
nen al zijn voorzien van hoogwaardige glaszelaan-
wonenden. Dit betekent wel dat ook deze zelfstandige
sluitingen.
woningen c.q. woningcomplexen (met name voor seni-
• als eigenaren van infrastructuren:
oren en zorgbehoevenden) worden aangesloten op een
Dit zijn de partijen die nu eigenaar zijn van de vaste
breedbandige communicatie-infrastructuur. De hiervoor
en mobiele communicatienetwerken. Zij zijn er ten
genoemde maatschappelijke krachten zijn weliswaar
zeerste bij gebaat dat hun netwerken concurrerend
geen directe stuwende krachten als het gaat om de
zijn en in staat zijn de (toekomstige) diensten die
aanleg van nieuwe communicatie-infrastructuren, maar
contentaanbieders en -vragers wensen ook daad-
zij zijn wel indirect van belang als het gaat om het
werkelijk via hun netwerken mogelijk te maken.
benadrukken van het belang van goede infrastructuren
Zij zullen dus steeds weer opnieuw werken aan de
voor de invulling van de maatschappelijke diensten die
verbetering van hun netwerk door uitbreiding (groter
zij nu en op termijn willen vervullen. De toenemende
bereik), vernieuwing (andersoortig netwerk voor
aandacht voor huisgebonden zorgdiensten en domotica
bredere transmissie), upgrading (optimalisering van
maakt van deze actoren belangrijke ambassadeurs voor
bestaande structuren gericht op bredere transmis-
vernieuwing van de communicatie-infrastructuren.
sie) en onderhoud (bewaking kwaliteit bestaande structuren gericht op behoud huidig bereik en transmissiewaarden). De verschillende eigenaren hebben
3.8 Het bedrijfsleven als stuwende kracht
een uiteenlopende strategie met betrekking tot hun toekomstige netwerkbeleid, waarbij het wel duidelijk is dat alle partijen op zoek zijn naar mogelijkheden
De functie van het bedrijfsleven als stuwende kracht is
om hogere downloadsnelheden te bewerkstelligen,
in feite vijfledig:
met alle implicaties voor het netwerk van dien. Aldus
• als contentontwikkelaar:
zijn de bedrijven vooral stuwende krachten als het
In eerdere instantie was al aangegeven dat veel
gaat om vernieuwingen in de passieve en actieve
technologie die ontwikkeld wordt op de passieve en
infrastructuur.
actieve laag gestuwd zal worden door vernieuwingen
• als feitelijke installateurs:
in de toepassingslaag. De vernieuwingen die hier
Hierbij gaat het om een afgeleide drive. De feitelijke
plaatsvinden stimuleren stapsgewijze (geleidelijke
installateurs hebben een duidelijk eigen bedrijfs-
upgrading) of schoksgewijze (aanleg nieuwe struc-
matig belang bij de aanleg, het onderhoud en de
turen) vernieuwingen in de communicatie-infrastruc-
vernieuwing van de communicatie-infrastructuren.
tuur en moeten uit dien hoofde gezien worden als de
Zij zullen investeren in de efficiency van de aanleg
belangrijkste technologisch stuwende factor.
en de maintenance. Hun activiteiten vormen vooral een drive binnen het bereik van de passieve infra-
20
structuur.
• als investeerders:
De consument is niet zozeer te beschouwen als de
Dit is voor de komende jaren wellicht een van de
stuwende kracht in de ontwikkelingsjaren, maar wel-
belangrijkste stuwende krachten achter de vernieu-
licht vooral als de kritieke succesfactor. Als uit de
wing van de communicatie-infrastructuren. Steeds
proefprojecten blijkt dat de consument daadwerkelijk
duidelijker zijn durfinvesteerders, projectontwik-
de nieuwe ICT-mogelijkheden omarmt en daarvoor ook
kelaars e.d., investerings- en beleggingsmaatschap-
voldoende wil betalen, is een landelijk brede uitrol nog
pijen betrokken bij de nieuwe ontwikkelingen. Zij
maar een kwestie van korte tijd. Zo niet, dan moet met
maken met hun kapitaalinjecties de uitrol van proef-
een langdurige ontwikkelingsperiode rekening worden
projecten op kleinere en grotere schaal mogelijk.
gehouden.
Glaskoning Dik Wessel Tekenend voor de betrokkenheid van het investerende en uitvoerende bedrijfsleven is Reggefiber van de Twentse bouwmagnaat Dik Wessel. Dit bedrijf is gespecialiseerd in het aanleggen, exploiteren en beheren van (glasvezel)netwerken, alsmede houdster- en financieringsmaatschappij via de achterliggende investeringsmaatschappij Reggeborgh. Deze ondernemingen zijn inmiddels betrokken als investeerder, ontwikkelaar en uitvoerder bij veel lokale projecten betreffende de aanleg van Ftth. Zij geven aan het komende decennium elk jaar 150.000 woningen te willen aansluiten op glasvezel waarvoor zij jaarlijks € 150 miljoen willen besteden (€ 1.000 per aansluiting).18
Als een brede uitrol van nieuwe communicatie-infrastructuren (Ftth) en/of upgrading c.q. verdere verglazing van bestaande structuren (ethernet, All IP) kansrijk lijkt, dan is het wel de vraag hoeveel werk hiermee gemoeid is en welke kwaliteit. Kan de arbeidsmarkt dergelijke grote projecten aan? In het volgende hoofdstuk zal hierop nader worden ingegaan. Zeker is wel dat als het tot een verdere uitrol komt deze uitrol zeker een periode zal beslaan van 5 tot 10 jaar.
3.9 Slotsom Het geheel overziend, vormt het bedrijfsleven uiteindelijk de belangrijkste stuwende kracht voor de vernieuwingen in de communicatie-infrastructuren. Het zijn de bedrijven die aan de basis staan van de content, de financiering en de realisatie.
Van de andere maatschappelijke krachtenvormen gaan op dit moment de belangrijkste stimuli uit van de lokale overheden. Zij maken het nu mogelijk dat op redelijk grote schaal proefprojecten worden gerealiseerd. De landelijke overheid is vooral van belang als ‘bewustmaker’, als stimulator voor nieuwe initiatieven op het gebied van ICT, vooral voor zaken die betrekking hebben op maatschappelijke sectoren en thema’s.
18 Wessel.
Brom: FEM Business 12 mei 2007 ‘Glaskoning Dik
21
4 Infrastructuur, markt en werk 4.1 Inleiding
(koper)netwerken en de aanleg van nieuwe mobiele netwerken. Bij de bespreking gaat telkens specifieke
Dit hoofdstuk is gericht op de betekenis van de ingrij-
aandacht uit naar de belangrijkste betrokken partijen,
pende en de meer geleidelijke vernieuwingen die
de geschatte investeringen en de mogelijke conse-
worden voorzien in de communicatie-infrastructuren
quenties die dit heeft voor de werkgelegenheid in de
in de komende jaren (perspectief 5 jaar na nu). Daarbij
ICT-infrasector.
komen achtereenvolgens aan de orde: • de belangrijkste ontwikkelingsrichtingen op het
4.2.1 De aanleg van glasvezelnetwerken
gebied van vaste telecom-infrastructuur, de mobiele
Volgens een prognose van Strategy Analytics zal het
telecom-infrastructuur en de CAI-infrastructuur en de
totale aandeel van huishoudens die zijn aangesloten
consequenties hiervan voor de vraag naar arbeid in
op glasvezel in 2010 slechts 3 procent zijn. Of dit realis-
hoofdlijnen (4.2);
tisch is moet nog blijken, maar feit is wel dat het aan-
• de belangrijkste ontwikkelingen in de aansturing van
deel breedbandaansluitingen via glas nu nog zeer klein
de markt voor communicatie-infrastructuren, in het
is in vergelijking met de aansluitingen over conventio-
bijzonder de ontwikkelingen bij de opdrachtgevers
nele infrastructuur.
(4.3); • de belangrijkste ontwikkelingen in de aard van de
De uitrol van glasvezel kan opgedeeld worden in drie
werkzaamheden verbonden aan de vernieuwingen in
trajecten. Ten eerste bestaan er initiatieven die leiden
de communicatie-infrastructuren;
tot de aanleg van compleet nieuwe netwerken. Ten
• slotsom waarin de belangrijkste bevindingen aan de orde komen.
tweede zijn er initiatieven die zorgen voor de verglazing van de local loop, ook wel Ftth. Als derde en laatste traject worden nieuwbouwwoningen bij de aanleg ontsloten met glasvezel of in ieder geval voorbereid door
4.2 Netwerkontwikkeling, de projecten
de aanleg van ducts.
Aanleg nieuwe netwerken
22
Op de korte en middellange termijn zijn er een aantal
Via vraagbundeling wordt draagvlak gecreëerd voor de
ontwikkelingen op komst die consequenties hebben
aanleg van stedelijke ringen. In andere gevallen zien
voor de werkgelegenheid in de sector. Deze ontwikke-
netwerkoperators zelf genoeg aanleiding om een nieuw
lingen concentreren zich rond de opwaardering van de
netwerk aan te leggen. Ook worden de lokale initia-
local loop en op nieuw aan te leggen stukken netwerk.
tieven meer en meer geïntegreerd in regionale ringen,
Daarnaast is ook de mobiele infrastructuur aan veran-
zodat in regionaal verband versterking kan plaatsvinden
dering onderhevig. Het betreft hier de aanleg van glas-
van de economische structuur (bijvoorbeeld in Drenthe
vezelnetwerken, de opwaardering van de conventionele
en Twente). Lokale overheden en (semi-)publieke instel-
lingen zullen in dit traject een belangrijke rol spelen.
voor de komende vijf jaar. Niet al dit kapitaal zal worden
Deze rol is afhankelijk van de wijze waarop marktpar-
gestoken in nieuwe netwerken, maar grotendeels in de
tijen investeringsbereidheid tonen. Een leidraad voor
verglazing van de local loop.
overheden is namelijk dat zij geen marktverstoring mogen veroorzaken19. Gezien de toenemende financiële
Voor de werkgelegenheid van nieuwe ondergrondse
slagkracht van netwerkoperators is te verwachten dat
kabelnetwerken betekent de vernieuwing dat de
de rol van overheden steeds meer zal verschuiven van
werkzaamheden zich concentreren rond het legwerk
investerend en participerend naar vraagbundelend en
en de aansluiting van netwerken op verdeelpunten.
faciliterend (zie ook de praktijkvoorbeelden in hoofd-
Graafwerkzaamheden en het laswerk vereisen gekwa-
stuk 3).
lificeerd personeel van LBO+-niveau tot circa MBOniveau 2. Voor het montagewerk in de switches en de
Marktpartijen zoals telecommaatschappijen (KPN,
wijkverdeelpunten van het netwerk is een iets hoger
Tele2, BBNed, etc.), de kabelmaatschappijen, maar ook
niveau vereist (MBO-niveau 3). Tenslotte zijn er nog
de (opkomende) investeringsmaatschappijen (zoals
ontwerpwerkzaamheden, maar dit zal geen enorm
Reggefiber, lokale consortia) zijn reeds genoemd als
beslag leggen op het arbeidsarsenaal. In kwantitatieve
betrokken partijen. Zij zorgen voor de investeringen in
zin is het lastig in te schatten hoeveel kilometer glas-
glasvezelinfrastructuur. De bestaande conventionele
vezelnetwerk extra wordt aangelegd in de komende vijf
aanbieders van netwerken zullen verhoudingsgewijs
jaar. Wel beschikt een partij als Eurofiber (onderdeel
minder investeren in totaal nieuwe netwerken, maar
van Reggefiber) inmiddels over een netwerk van 7.000
wel hun bestaande netwerken inbrengen in vraagbun-
kilometer (zie kaart 1) en zijn er plannen dit flink uit te
delingsinitiatieven. Aan de andere kant zijn zij wel zeer
breiden
actief in het optimaliseren van de bestaande netwerken.
Kaart 1 Het Eurofiber netwerk per februari 2007
Het is nog onduidelijk welke investeringen de komende vijf jaren verwacht kunnen worden in de uitrol van nieuwe netwerken. Veel is daarbij afhankelijk van de mate waarin consumenten warm lopen voor de glasvezeldiensten. Veel investeringspartijen kijken voorlopig graag de kat uit de boom, door te kijken of de reeds opgezette projecten succesvol blijken te zijn of zullen falen. Eén partij die nu al nadrukkelijk bereid is (op de achtergrond) te investeren in nieuwe structuren (in het
Bron: www.eurofiber.nl.
bijzonder Ftth) is Reggefiber. Naar schatting beschikt Reggefiber over een investeringsvermogen van 1,5
Verglazing local loop
miljard euro20. De komende tien jaar kunnen zij aldus
Hierbij worden bestaande woningen aangesloten op de
verschillende berichten in de media 150 miljoen euro
glasvezelnetwerken. Dit kan uiteraard ook onderdeel
per jaar in glasvezelnetwerken investeren. Opgeteld
zijn van een vraagbundelingsinititatief, maar hier gaat
is dat een investeringsvolume van circa € 750 miljoen
het niet om compleet nieuwe netwerken.
Voor het tweede traject zijn met name de investeringsmaatschappijen (zoals Reggefiber) een belangrijke 19 20
Ministerie van Economische Zaken, 2005, op cit. FEM Business, 2007 op cit.
partij. Reggefiber denkt aan een Nederlands glasve-
23
zelnetwerk dat de concurrentie aan kan met KPN en
bestaat uit het leggen van nieuwe infrastructuur van de
de kabelmaatschappijen21. Deze laatste twee partijen
straatkast of wijkcentrale naar woningen en daarnaast
zetten minder hard in op de verglazing van local loop,
het monteren van glasvezel in de meterkast (woning-
om hun bestaande netwerken ten volle te benutten.
niveau). Voor de aansluiting van glasvezel (laswerk-
Ook de woningcorporaties zijn een betrokken partij. De
zaamheden, straatwerk) is volgens de meeste gecon-
aansluiting van hun woningbestanden op glasvezel (tot
sulteerde experts een zeker hoger vaardigheidsniveau
de straatkast) kunnen zij vanuit hun (toegestane) rol
(fijnere lastechnieken) vereist dan gebruikelijk is bij de
bekostigen. De corporaties beschikken over voldoende
koperinfrastructuur. Voor aansluiting in de woning acht
financiële middelen. Daarnaast kunnen zij optreden als
men met name een meer klantgericht niveau van de
vraagbundelaar of meedoen in bestaande initiatieven
monteur gewenst.
als aan te sluiten partij. Aanleg en voorbereiding glas bij nieuwbouw Het eerder genoemde investeringsbedrag van bijvoor-
Voor dit traject worden nieuwbouwwoningen bij de aan-
beeld Reggefiber zal grotendeels ingezet worden bij
leg al voorzien van een glasvezelaansluiting of de holle
de verglazing van de local loop. Als de aanleg van één
mantelbuizen, waar later glasvezel doorheen geblazen
aansluiting ongeveer 1.000 euro kost, betekent dit dat
kan worden. Volgens het EIB23 is de bouw van nieuwe
elk jaar maximaal 150.000 huishoudens met glasvezel
woningen in 2005 en 2006 nog fors geweest (6 à 7%).
ontsloten kunnen worden. Ook de woningcorporaties
De verwachting is dat dit in 2007 en 2008 sterk zal afne-
beschikken in ruime mate over financiële middelen. Zij
men (tot circa 1 à 2%).
mogen de aansluiting van hun woningen bekostigen. Een corporatie als Portaal bijvoorbeeld is van plan haar
Bij dit laatste traject speelt een verscheidenheid aan
woningbestand van 60.000 woningen te voorzien van
partijen een rol. In principe zijn dit de projectontwik-
een glasvezelaansluiting. Voor de aanleg stelt Portaal
kelaars, de conventionele aanbieders en de ‘nieuwe’
circa 100 miljoen euro beschikbaar22.
aanbieders (investeringsmaatschappijen). KPN heeft als standpunt ingenomen dat daar waar het uit investe-
De verglazing van de local loop heeft de volgende con-
ringsoverwegingen opportuun is om glas aan te leggen
sequenties voor de werkgelegenheid. Volgens bijlage II
dit zal worden doorgevoerd 24.
is in Nederland een behoorlijk aantal projecten gepland om glas naar woningen te verzorgen. Volgens de inven-
De investeringen die nodig zijn voor de aansluiting in
tarisatie komt dit neer op 435.000 aansluitingen waar-
nieuwbouwwijken zijn niet geheel duidelijk. Dit is ech-
van reeds 75.000 zijn gerealiseerd. Dit houdt in dat naar
ter wel duidelijk minder dan de kosten voor bestaande
verwachting nog 360.000 aansluitingen gerealiseerd
woningen, omdat de grond niet nog een keer openge-
worden in de komende paar jaar op basis van de aan-
graven hoeft te worden. De aanleg van andere infra-
gekondigde projecten. Hierbij zijn de eerdergenoemde
structuur vergt immers al voorgraafwerk (elektriciteit,
woningen van woningcorporatie Portaal inbegrepen. Het
telefoon, gas en water). Men legt ducts (holle mantel-
maximaal aantal woningen dat Reggefiber de komende
buizen) in de grond waar in een later stadium glasvezel
vijf jaar kan of wil aansluiten komt uit op 750.000 (5
doorheen geblazen kan worden.
keer 150.000). Hiervan zit een deel verscholen in de inventarisatie in bijlage I. Het grootste deel van het werk
24
21 FEM Business, 2007. Glaskoning Dik Wessels. In: FEM business, 12 mei 2007, pp. 28-31. 22 Verrassend glasplan Portaal. (24 november 2003) http://www.planet.nl/planet/show/id=118880/content id=421451/sc=9aa6fb
23 Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid, 2006. De kabel- en leidingsector: investeringsvolume en opdrachtgeverschap. Amsterdam. 24 KPN en glasvezel: ‘opportunisme’. (3 augustus 2006) http://www.planet.nl/planet/show/id=118880/content id=738363/sc=a36883
Volgens de raming van het EIB25 zullen binnen nu en vijf
Volgens het jaarverslag van de OPTA 200626 is er
jaar circa 15.000 woningen per jaar gebouwd worden.
in totaal circa 1 miljard euro gemoeid met de totale
In totaal worden dus circa 75.000 nieuwbouwwoningen
opwaardering. Een groot deel van dit bedrag zal terug-
voorbereid op glasvezel. Dit werk zal slechts gedeel-
verdiend worden door het afstoten van assets (gebou-
telijk additioneel zijn, aangezien het installatiewerk
wen en infrastructuur) en besparingen in de operatio-
(telefoon, gas, water, licht) toch al plaatsvindt (zie ook
nele kosten.
paragraaf 3.5). De werkzaamheden bestaan uit het grotendeels vervan4.2.2 Opwaardering van het conventionele (koper) netwerk
gen van de koperinfrastructuur tot glasvezel. Dit heeft betrekking op het aansluitnet tot aan de straatkasten
De conventionele ICT-infrastructuur beslaat het tele-
(fiber tot the curb= glas tot de straathoek). Daarnaast
foonnetwerk en het Coaxnetwerk en is eigendom van
moeten alle 28.000 straatkasten omgebouwd worden
respectievelijk telecombedrijven en kabelbedrijven. In
zodat ze geschikt zijn voor VDSL(2). De besparing
de komende vijf jaren bestaan concrete plannen voor
van operationele kosten wordt gerealiseerd door een
de opwaardering van beide netwerken (i.c. het All-IP
functionele laag van 1.350 lokale nummercentrales te
project van KPN en de opwaardering door de kabel-
verwijderen uit het netwerk. Ook dit zal werk opleveren.
maatschappijen naar Ethernet to the home).
Tenslotte moeten de aansluitingen in huis nog gerealiseerd worden. Uit de gesprekken met enkele experts
All-IP van KPN
op dit gebied blijkt dat KPN verwacht ongeveer 1,5 à 2
KPN heeft zich voorgenomen zijn eigen netwerk om te
miljoen huishoudens aan te sluiten. Als dit allemaal
bouwen tot een modern netwerk dat op Ethernet (IP)
aansluitingen via VDSL(2) zijn, is hier naar schatting
is gebaseerd. Dit ambitieuze project zorgt ervoor dat
een additionele ‘workforce’ van een factor twee tot drie
het gehele KPN-netwerk voorbereid is op de nabije
voor nodig.
toekomst. Dat wil zeggen voorbereid op de uitrol van VDSL(2) met een capaciteit van 50 tot 100 Mbps, en in
De gedachte doorlooptijd van het All-IP programma was
sommige gevallen de aansluiting van glasvezel. Het
5 jaar, zodat in 2010 het nieuwe netwerk in zijn totaliteit
nieuwe netwerk is in eigendom en beheer van KPN met
zou zijn gerealiseerd. Dit lijkt, aldus de geconsulteerde
de toegangsmogelijkheden voor andere partijen naast
deskundigen, moeilijk haalbaar gezien de beschikbare
KPN om vrijuit diensten aan te bieden.
installatiecapaciteit (om 2010 te halen zou daarvoor de gehele installatiesector inclusief riolering etcetera
Naast KPN zijn met name de (onder)aannemers belang-
voor ingezet zou moeten worden). Dit levert uiteraard
rijke participanten. Voor de realisatie van All-IP zullen
wel een probleem op voor KPN, aangezien zij zo snel
meerdere installatiebedrijven worden ingeschakeld die
mogelijk zou willen uitrollen, maar beperkt wordt door
middels raamcontracten zorg dragen voor de uitvoe-
de beschikbare capaciteit in de installatiesector.
rende werkzaamheden. De grote installatiebedrijven worden afhankelijk van de op dat moment beschikbare
Recentelijk (oktober 2007) heeft KPN in samenwerking
capaciteit en de regio ingeschakeld. KPN voert de regie
met Reggefiber een krachtige impuls gegeven aan de
en zorgt voor de integratie en coördinatie van de pro-
uitrol van All IP op stedelijk niveau. Hierbij zal KPN haar
jecten. Daarnaast draagt zij zorg voor het risicodragend
diensten aanbieden via het glasvezelnetwerk dat door
kapitaal.
Reggefiber in Almere zal worden aangelegd.
25 Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid, 2007. Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2007. Amsterdam.
26 OPTA, 2007. Jaarverslag en marktmonitor OPTA 2006. Den Haag, mei 2007.
25
KPN en Reggefiber bundelen krachten27 KPN en Reggefiber gaan samenwerken aan het nieuw te bouwen glasvezelnetwerk in Almere. KPN zal diensten aanbieden op het glasvezelnetwerk dat Reggefiber in Almere aanlegt. Door het bundelen van de slagvaardigheid van Reggefiber op het gebied van uitrol van glasvezelnetwerken en de dienstenportfolio van KPN, krijgen consumenten in Almere toegang tot vernieuwende diensten via deze toekomstvaste infrastructuur.
eindgebruiker krijgt een aansluiting in huis met een
Het nieuwe netwerk wordt aangelegd in alle nieuwe én bestaande wijken van Almere. In totaal krijgen bijna 70.000 huishoudens hierdoor toegang tot het glasvezelnetwerk. De aanleg zal ongeveer 2,5 jaar duren. Dit netwerk zal snelheden toelaten tot 100 Mb/s. Bovendien is het netwerk voorbereid om in de toekomst nog veel hogere snelheden aan te kunnen.
waarbij 100 Mbps naar de eindgebruiker wordt gebracht
Ethernetstekker, er is geen specifieke kabelmodem meer nodig.
De belangrijkste partijen die betrokken zijn bij het Etth-project zijn de kabelmaatschappijen. Meer in het bijzonder is @home (voorheen Essent Kabelcom) in samenwerking met het Finse Teleste bezig met proeven
(zie ook hoofdstuk 2).
De investeringsruimte is nog moeilijk in te schatten, omdat de proeven nog lopen. De afgelopen jaren is al flink geïnvesteerd in de kern van het kabelnetwerk.
De samenwerking is tekenend voor het streven van KPN
Naar verwachting is dus in beperkte mate extra kapitaal
om binnen afzienbare tijd een distributie van diensten
nodig voor de verdere verglazing van het netwerk. De
via een toekomstvaste telecominfrastructuur, geba-
grootste investeringen zullen plaats moeten vinden
seerd op glasvezel, te realiseren. Indien deze samen-
in de last mile/local loop, omdat daar de switches en
werking en uitrolstrategie tot een succes wordt, kan dit
versterkers moeten worden omgebouwd. Dit is uiteraard
een aanmerkelijke impuls betekenen voor de verdere
afhankelijk van het succes van de Etth-pilots.
uitrol van Ftth en voor het aanbieden van diensten met hoge transportsnelheden.
Daarnaast wijzen de CAI bedrijven ook op de ontwikkeling van de nieuwe kabelinternetstandaard, Docsis 3.0.
Ethernet tot the home (hybride glasvezel/
Indien de introductie van Docsis 3.0 succesvol verloopt
Coaxnetwerken)
verwacht de CAI-bedrijven niet dat in de komende
Evenals de telecommaatschappijen (lees: KPN) zijn ook
jaren ingrijpende herzieningen noodzakelijk zijn in het
de kabelbedrijven bezig met de opwaardering van hun
netwerk m.u.v. de aanpassingen vernieuwingen in de
netwerken. De noodzaak hiertoe is iets minder urgent
actieve componenten van de schakelstations en de
vanwege de jongere leeftijd van de Coaxnetwerken
vernieuwing van het modem bij consumenten (zie ook
en de hogere potentiële transmissiecapaciteit van de
tekstkader).
CAI-netwerken. Toch is opwaardering gewenst vanwege toekomstige diensten zoals HDTV, Video on Demand en Digitale televisie, wat oorspronkelijk de core-business is van de kabelmaatschappijen. In het kort betekent Etth, net als VDSL, dat het netwerk steeds verder verglaasd wordt in de richting van de eindgebruiker. Volgens een van de gesprekspartners is het glas al tot gemiddeld 300 meter van de eindgebruiker genaderd. Het Ethernetprotocol (IP) zorgt dan uiteindelijk voor de uniformering van de informatieoverdracht. De
26
27
Bron: KPN, 04 10 2007
Docsis 3.0 klaar voor marktintroductie28 De introductie van Docsis 3.0 komt met rasse schreden dichterbij, als we fabrikanten als Motorola en Texas Instruments mogen geloven. De nieuwste versie van de kabelinternetstandaard biedt onder andere IPv6-ondersteuning en snelheden tot 160Mbps. De nieuwe kabelstandaard werd in het zonnetje gezet op het jaarlijkse congres van de Amerikaanse National Cable & Telecommunications Association, die momenteel in Las Vegas wordt gehouden. Naast de voordelen, zoals een downloadsnelheid van maximaal 160Mbps en een uploadsnelheid die tot 145Mbps kan bedragen, moet ook weer met een oud nadeel rekening worden gehouden: de bandbreedte van Docsis 3.0 moet door meerdere aansluitingen gedeeld worden. Motorola heeft de technologie in Singapore al gebruikt om klanten van provider Starhub te voorzien van 145Mbps-internet, en ook Texas Instruments heeft met het Puma 5-modem inmiddels een modem op de plank liggen dat voor grootschalige uitrol geschikt is. Hoewel niet wordt verwacht dat Docsis 3.0 nog dit jaar bij de consument wordt geïnstalleerd, zal de succesvol geteste apparatuur zo snel mogelijk commercieel uitgebaat worden. In Amerika zijn met name AT&T en Verizon bezig met het verglazen van hun netwerk, waardoor ze veel hogere snelheden kunnen aanbieden dan leveranciers van hedendaagse adsl- of kabelverbindingen. Uiteraard heeft Docsis 3.0 een grote troef: in tegenstelling tot bedrijven die op glasvezel gokken, hoeven kabelexploitanten geen grote investeringen in nieuwe infrastructuur te doen. Omdat in Europa de PAL- in plaats van de NTSC-standaard voor de transmissie van televisiekanalen wordt gebruikt, is de aangepaste EuroDocsisstandaard ontwikkeld, waarmee providers als UPC momenteel snelheden tot ongeveer 40Mbps kunnen halen. Wanneer deze standaard een upgrade naar 3.0-snelheden kan krijgen is nog niet bekend.
4.2.3 Draadloze netwerken Als belangrijkste ontwikkeling op het gebied van de draadloze netwerken kan Wimax genoemd worden. Volgens KPN moeten enkele honderdduizenden huishoudens en vele tienduizenden bedrijven het momenteel nog zonder snelle internetverbinding stellen omdat de afstand tot de telefooncentrale te groot is en er teveel signaalverlies optreedt. Wimax biedt de mogelijkheid om op grote afstand (tot 50 km) kwalitatief hoogwaardige breedbandsignalen door te zenden. Ook biedt Wimax de mogelijkheid van een point-tot-multipointverbinding. De operationalisering van Wimax vereist wel de aanleg van een compleet nieuw distributienetwerk. Door het hoge zendbereik is de mastdichtheid voor Wimax veel minder groot dan voor bijvoorbeeld GPS. Kern van de activiteiten is daarbij de plaatsing van zendmasten en de verbinding (bekabeling) van de masten op de centrales resp. het ondergrondse netwerk. Hiervoor zijn zowel engineering (design, planning) als bouwtechnische (constructing: zendmastplaatsing), elektrotechnische (aansluiting) en civiele (graaf- en legwerkzaamheden) werkzaamheden noodzakelijk.
De uitrol van het Wimax-netwerk zal aldus geconsulteerde deskundigen in de komende jaren geleidelijk plaatsvinden. De consequenties voor de workforce in de installatiesector in de komende jaren zijn met name afhankelijk van de snelheid waarmee Wimax wordt uitgerold door de betrokken netwerkbedrijven (m.n.
De kabelmaatschappijen hebben gezamenlijk ongeveer
T-Mobile, KPN, Vodafone). Deskundigen verwachten dat
6,5 miljoen aansluitingen, circa 90% van alle huishou-
dit de komende jaren slechts een beperkte impact zal
dens in Nederland. In theorie kunnen dus evenveel
hebben voor de installatiesector (wellicht een groei van
aansluitingen bediend worden met Etth. De meeste
de werkzaamheden met 20% in de komende jaren).
werkzaamheden zullen bestaan uit het ombouwen/ installeren van switches (optical nodes, zie fig. 6) en het installeren van versterkers. Daarnaast zullen de 6,5 miljoen aansluitingen in huis gerealiseerd moeten worden. Gezien het huidige ontwikkeltempo van Etth en de eerder geschetste beperkte capaciteit bij uitvoerende partijen mag verwacht worden dat het grootste gedeelte van de werkzaamheden plaats zal vinden na 2012.
28
Bron: tweekers.net 9 mei 2007
27
KPN na testen optimistisch over draadloos breedband29 KPN wil nog dit jaar beslissen of het telecombedrijf verder gaat met hspa of Wimax voor de uitrol van draadloos breedbandinternet. In heel Nederland zal in ieder geval dekking zijn. Het telecombedrijf doet momenteel testen in Drenthe. KPN heeft hiervoor vier zendmasten uitgerust met de nieuwste apparatuur voor zowel hspa als Wimax. Op basis van de eerste testen durft KPN al te concluderen dat breedband overal in Nederland beschikbaar zal komen – ook in de uithoeken waar nu geen breedbanddekking is. ‘Eind dit jaar zullen we onder andere op basis van de testresultaten een keuze maken voor een van beide technologieën voor draadloos breedband, die vervolgens vanaf 2008 gefaseerd wordt uitgerold’, aldus Eelco Blok, lid van de raad van bestuur van KPN, dinsdag. ‘Hiermee kunnen we consumenten, maar ook het bedrijfsleven vooral in landelijke gebieden helpen om echt breedband te krijgen waar dat nu niet mogelijk is’. In Hoogersmilde doet KPN nu met dertig eindgebruikers ervaringen op met zowel hspa als Wimax. ‘Deze mensen wonen te ver van de centrale af om via de vaste lijn een breedbandverbinding te kunnen krijgen’, aldus KPN-woordvoerder Marinus Potman. ‘De eerste testen zijn zeer hoopgevend. Deze mensen kunnen nu draadloos bellen en internetten.’ (…..) De test loopt tot eind september. Hierna zullen de resultaten worden geanalyseerd. Het telecombedrijf hoopt dan ook meer te kunnen zeggen over de behaalde snelheden.
hoger peil te brengen. Dit impliceert ook een continue aandacht voor de aanleg van nieuwe netwerken en optimalisering van bestaande.
4.3.1 Verzadiging op de consumentenmarkt De eerste en wellicht ook belangrijkste marktontwikkeling is de verzadiging die zich nu voordoet op de consumentenmarkt als het gaat om aansluiting voor telefonie en tv en een afnemende groei voor aansluitingen op breedbandinternet. Willen netwerkeigenaren nog qua omvang van hun activiteiten kunnen groeien, dan zullen zij hun aandacht dan ook steeds meer richten op kwaliteitsverbetering en uitbreiding van de diensten die zij bieden over het netwerk. Tekenend is in dit verband de sterke groei van het aanbod gecombineerde diensten via bestaande netwerken (dual play, triple play, quatro play)30. Dit betekent wel dat bestaande netwerken zullen moeten worden aangepast om de transmissie van de combinatie aan diensten ook daadwerkelijk op de gewenste (breedband)kwaliteiten mogelijk te maken.
4.3.2 Concentratie en schaalvergroting bij de netwerkeigenaren Behalve door extra inzet op nieuwe en snellere diensten en dienstcombinaties voor nieuwe en snelle diensten,
4.3 De markt voor de aanleg van communicatieinfrastructuur
kenmerkt de ontwikkeling van de markt voor de aanleg en het onderhoud van communicatienetwerken zich de laatste jaren ook door een golf aan fusies onder netwerkeigenaren uit efficiëntie- en effectiviteitsover-
Met de liberalisering van de markt voor telefoondien-
wegingen. Hierdoor zijn de kaarten op het niveau van
sten eind vorige eeuw is er een situatie gekomen waarin
de netwerkeigenaren opnieuw geschud en hebben de
netwerken en netwerkeigenaren sterk met elkaar con-
aannemende partijen nu te maken met nog grotere
curreren om het bereik van de klant (mobiel versus vast,
countervailing power van de vaak internationaal georga-
CAI versus telefoontelefoonverbinding) en levering van
niseerde netwerkeigenaren.
diensten aan de klant (tv via telefoonlijnen, telefonie
28
via CAI, dual play en triple play etc.) Hierbij is er vooral
Duidelijk blijkt uit deze ontwikkeling de snelle schaal-
concurrentie wat betreft infrastructuren en de diensten
vergroting en concentratie onder de netwerkeigenaren,
die via deze infrastructuren geleverd kunnen worden
met als belangrijkste achtergrond: het streven naar
(waarbij dezelfde soort en combinatie van diensten via
efficiëntie, bereik en combinatie van netten. Deze ont-
verschillende netwerken de klant bereiken). Dit dwingt
wikkeling betekent voor de uitvoerende/aannemende
de netwerkeigenaren continu om hun netwerken op een
partijen wel dat zij zich steeds meer geplaatst zien
29
30 Bij quatro play worden telefonie, TV, internet en mobiel in één combinatieabonnement aangeboden.
Bron: Tweakers.net, 21 augustus 2007
tegenover internationale, grootschalige opdrachtgevers die steeds meer op basis van bestekken de ruimte inperken voor adviezen van de aannemers en die door bredere aanbestedingsprocedures druk uitoefenen op aanbiedingsprijzen.
Primo 2005: KPN en Telfort KPN-Telfort wordt met afstand grootste aanbieder mobiel bellen. KPN wordt met de overname van concurrent Telfort met afstand de grootste aanbieder van mobiele telefonie in Nederland. De combinatie bedient 7,5 miljoen klanten en is goed voor een marktaandeel van ruim 50 procent, zo blijkt uit het jaarverslag 2004 van telecomtoezichthouer Opta.
Hieronder worden kort enkele berichten van de belangrijkste fusies/concentraties onder netwerkeigenaren in
4.3.3 Andersoortige intermediairs
de afgelopen twee jaar weergegeven31.
Een tweede belangrijke ontwikkeling in de werking van de markt is de grotere betrokkenheid van andere par-
augustus 2007: T Mobile en Orange De Europese Commissie heeft maandag (20 augustus 2007) de acquisitie van Orange Nederland door T-Mobile Nederland, een dochter van Deutsche Telekom, goedgekeurd. De commissie oordeelt dat de ontwikkeling geen effectieve belemmering vormt voor de concurrentie binnen de EU-markt. Orange heeft ongeveer 1,9 miljoen gebruikers van een mobiele telefoon en 612.000 internetgebruikers in Nederland. Het telecombedrijf is momenteel nog in handen van France Telecom. T-Mobile wordt door de verwerving van Orange de op een na grootste telecomondernemer in termen van abonnees op de Nederlandse markt, en de op twee na grootste qua inkomsten. Het bedrijf is daarmee ongeveer even groot als Vodafone. KPN blijft marktleider T-Mobile wordt tweede speler op telecomgebied in Nederland, na KPN en vóór Vodafone.
tijen bij de planontwikkeling en aanbestedingen. In het voorgaande is al gewezen op de invloed van gemeenten, woningcorporaties en externe investeerders bij de aanleg en vernieuwing van netwerken. Hun betrokkenheid zal niet direct merkbaar zijn in de onderhandeling tussen feitelijke opdrachtgever (netwerkmaatschappij) en opdrachtnemer (installatiebedrijf/aannemer), maar wel van invloed kunnen zijn op de prijs waarvoor uiteindelijk de opdracht wordt aanbesteed.
Daarnaast wordt vanuit de mobiele sector gewezen op de betrokkenheid van leveranciers van communicatiehardware bij de aanbesteding van netwerken. Zij werpen zich steeds meer op als servicemaatschappijen die
Medio 2006: Essent Kabelcom en Casema Essent verkoopt zijn dochter Kabelcom voor 2,6 miljard euro aan twee Europese investeerders, Cinven en Warburg Pincus. Met deze investeerders is een principe-akkoord getekend. Warburg Pincus heeft in Noord-Holland al het kabelbedrijf Multikabel. Samen met Cinven is het ook bezig Casema in te lijven. Het doel is om Multikabel, Casema en Kabelcom samen te voegen tot de grootste kabelmaatschappij van het land, met 3,4 miljoen aansluitingen, 55% van het totaal.
Medio 2005: Tele2 en Versatel Tele2 neemt Versatel over. Tele2 wil met de overname de zogeheten ‘triple-playstrategie’ van Versatel doorzetten. Hierbij worden digitale televisie, internet en telefonie in één pakket aangeboden. Versatel heeft de komende drie jaar de rechten voor live-wedstrijden in de eredivisie, die op televisie en via internet (ADSL2+) worden uitgezonden. Tele2 wil ADSL2+ verder uitrollen, zo bericht het bedrijf.
aan de netwerkeigenaren zowel aanvullende systeemdiensten kunnen leveren als zorg kunnen dragen voor design, organisatie en aanbesteding van de aanleg van nieuwe infrastructuren. Dit kan ertoe leiden dat de werkzaamheden van mobile-installateurs nadrukkelijk worden afgebakend tot de feitelijke aanleg, waardoor de mogelijkheden om onderscheidende toegevoegde waarde te leveren duidelijk kleiner worden.
4.3.4 Outsourcing De derde (en laatste belangrijke) ontwikkelingsrichting is de toenemende geneigdheid van opdrachtgevers om werkzaamheden die buiten gebouwen en woningen plaatsvinden volledig bij derden te plaatsen (outsourcing in plaats van uitvoering in eigen beheer). Dit gebeurt dan vaak dusdanig dat van de uitvoerende partijen een volledige turnkey projectuitvoering wordt verwacht van planning tot oplevering en onderhoud.
31
Bron: diverse perspublicaties op internet.
Deze outsourcing wordt dan gedaan bij een aannemen-
29
de maatschappij die via onderaannemers het geheel
van de behoefte, instroom, uitstroom, vereist niveau,
verder moet organiseren. Dit houdt wel in dat kleinscha-
andere concurrerende arbeidsvraag etc.). In hoofdstuk
lige installatiebedrijven steeds minder mogelijkheden
5 zal tenslotte een benadering worden gegeven van de
krijgen voor directe cont(r)acten met de opdrachtgever.
arbeidsmarktconsequenties van de ontwikkelingen in
Ook is het lang niet altijd zeker dat het grote instal-
de aanleg en het onderhoud van netwerken voor de
latiebedrijf de hoofdaannemer wordt. Andere partijen
komende jaren.
(zoals de in 4.3.2 aangegeven communicatiehardwareleveranciers en ook wel sommige investeerders/projectontwikkelaars) kunnen eveneens optreden als hoofdaannemer. Indien het installatiebedrijf hoofdaannemer wordt betekent dit wel dat het óf zelf moet beschikken over de nodige disciplines óf moet beschikken over een breed netwerk van onderaannemers in alle soorten van disciplines. Gezien de strategie van veel grote installateurs om zich steeds meer als kennisleverancier te ontwikkelen betekent dit dat uitvoerende arbeid steeds meer in de vorm van onderaannemerschap zal worden uitbesteed.
4.4 Slotsom In het voorgaande is naar voren gekomen dat de dynamiek op de markt voor de aanleg en het onderhoud van communicatie-infrastructuren groot is. De komende jaren zal zeker rekening moeten worden gehouden met grootschalige projecten die van de zijde van de netwerkeigenaren, gemeenten, corporaties, investeerders en grote installatieconcerns worden geëntameerd. Deze projecten zullen nadrukkelijk een grotere vraag naar installatiediensten met zich meebrengen. Daarbij spitst de behoefte zich voor het vaste telefonie- en CAInetwerk vooral toe op feitelijke uitvoerende capaciteit, waarvoor middelbaar geschoold technisch personeel noodzakelijk is. Daarnaast mag ook een toenemende vraag verwacht worden naar technisch hoger geschoold personeel bij de installatiebedrijven zelf, omdat zij in toenemende mate turnkey volledige projecten zullen (moeten) aannemen.
In hoeverre deze groeiende bedrijvigheid in de komende jaren zal leiden tot knelpunten op de arbeidsmarkt
30
is afhankelijk van verschillende factoren (zoals omvang
5 Arbeidsmarkt consequenties 5.1 Inleiding
montagewerkzaamheden (plaatsen en monteren van switches, verdeelkasten, versterkers enzovoort). Uit de
In dit afsluitende hoofdstuk wordt een benadering gege-
gesprekken met de installatiebedrijven is naar voren
ven van de toekomstige arbeidsmarktconsequenties van
gekomen dat hiervoor wordt gewerkt met mensen die
de te verwachten ontwikkelingen in de aanleg, de upgra-
beschikken over een elektrotechnische achtergrond en
ding en het onderhoud van communicatie-infrastructuren.
vaak gedurende enkele jaren aanvullende elektrotech-
Daarbij gaat de aandacht vooral uit naar de consequen-
nische opleidingen hebben gevolgd.
ties die samenhangen met de in hoofdstuk 2 aangeduide netwerkvernieuwingen. De op bouw is als volgt:
Met behulp van de brancheverkenning voor de techni-
• In 5.2 wordt aandacht geschonken aan de huidige
sche installatiebranche (Marktmonitor 200433 en ITS
arbeidspool waaruit ‘gevist’ kan worden als het gaat
200634), uitgevoerd in opdracht van de OTIB, is een
om installateurs voor de netwerkactiviteiten (omvang,
afbakening gemaakt van het arbeidskader. Volgens
ontwikkelingen, instroom, uitstroom, concurrerende
de brancheverkenning zijn in 2005 131.348 werkne-
sectoren en grote installatieprojecten). Op basis daar-
mers actief in de totale technische installatiebran-
van wordt zeer ruw een inschatting gegeven van de
che. Daarvan zijn 64.655 werkzaam in het vakgebied
huidige en toekomstige uitvoerende capaciteit.
Elektrotechniek (de rest is werkzaam in de koeltechniek
• In 5.3 vindt een vertaling plaats van de in hoofdstuk
en de installatietechniek).
4 genoemde projecten naar de vraag naar arbeid in omvang. • In 5.4 worden tenslotte conclusies getrokken ten
Binnen het vakgebied Elektrotechniek worden een aantal specialismen onderscheiden, te weten:
aanzien van de toekomstige arbeidsmarkt voor
Sterkstroominstallaties, Bedrijfsinstallaties,
communicatie-infrastructuren.
Distributietechniek, ICT/Telematica, Industriële Automatisering, Consumentenelektronica en Vliegtuiginstallaties. Voor dit onderzoek is gekeken
5.2 Huidige werkgelegenheid
welke functies en onderwijsrichtingen binnen het vakgebied het meest aansloten bij de tot dusver onderken-
5.2.1 Arbeidskader32
de werkzaamheden. De meest relevante functies zijn
Het gros van de werkzaamheden in de ICT-infrasector
(Eerste) monteur communicatienetten, (Eerste) monteur
bestaat uit civiele werkzaamheden (het graven van
communicatie-installaties en Service medewerker ICT.
sleuven, leggen en lassen van kabels etcetera) en uit
Hieruit is geconcludeerd dat het arbeidskader zich
32 De paragraaf over het huidige arbeidskader en concurrerende sectoren is mede gebaseerd op en voor een belangrijk deel ontleend aan de studie Stroom Gegarandeerd!?. Deze nog te verschijnen studie is door EIM opgesteld in opdracht van uneto-vni en MKB-Nederland.
33 Sprengers, M., 2004. Trends en ontwikkelingen arbeidsmarkt: Technische installatiebranche 2004. Woerden, Marktmonitor. 34 Tillaart, H. van den, D. Uerz, J. Kregting, J. Warmerdam, J. Doesborgh en E. Bruin (2006). Trends en ontwikkelingen in de technische installatiebranche 2006, ITS, Nijmegen.
31
beperkt tot de specialismen Distributietechnologie en
seling met andere branches (bijv. de zorgsector) of met
ICT/Telematica tot en met niveau 3 (zie figuur 6). Dit
uitzendbureaus kan groter worden naarmate de markt
zijn de mensen die de kabels leggen, de lassen maken
in die sectoren aantrekt.
en de installatie van de verdeelkasten, switches en versterkers verzorgen. Deze omvang van deze arbeidspool
Al met al verwachten geconsulteerde deskundigen
werd voor 2005 geraamd op 16.000 personen.
binnen de installatiesector dat voor de komende jaren rekening moet worden gehouden met een (licht) gerin-
Figuur 6 Afbakening van de arbeidspool, situatie 2005 Technische installatiebranche 2005: 131.348 wp Subbranche Elektrotechniek 2005: 64.655 wp Specialisme Distributietechniek en ICT telematica (niveau 1 t/m 3) 2005: ca. 16.000 wp Ingezet voor ICT - en telecom - infrastructuur 2005: ca. 5.000 wp
gere omvang van de arbeidspool als gevolg van hogere uitstromen en geringere instromen.
5.2.2 Concurrentie vanuit andere projecten Eerder is reeds aangegeven dat niet alleen de werkzaamheden aan de communicatienetwerken op stapel staan. De uitvoerende partijen (aannemers, lokale installateurs) zijn betrokken, of zullen worden betrokken bij een aantal grote projecten. Voor het grootste gedeelte zullen deze worden uitgezet in de technische
Bron: Marktmonitor 2004 en ITS 2006, bewerking EIM.
installatiebranche. Nu volgt een kort overzicht van de belangrijkste projecten, de voorziene werkzaamheden
Niet iedereen binnen dit arbeidskader houdt zich bezig
en de termijn waarop ze zullen worden uitgevoerd.
met de communicatie-infrastructuur, maar men wordt ook ingezet voor bijvoorbeeld de stroomnetten of
De gasnetten
ander installatiewerk (zie ook paragraaf 5.2.2.). Volgens
De leeftijd van de gasnetten in Nederland varieert van
geconsulteerde deskundigen houdt momenteel naar
1 tot 43 jaar. Gezien de leeftijd en omwille van vei-
schatting ongeveer een derde van het personeel zich
ligheidsredenen is dit netwerk aan vervanging toe35.
bezig met de installatie van communicatie-infrastructu-
Het bestaande gasnet is in het verleden aangelegd op
ren. Dit komt neer op circa 5.000 werkzame personen.
14 meter tot aan de woonwijken. Volgens de nieuwe richtlijnen van het ministerie van VROM zal de nieuwe
Het arbeidskader is uiteraard ook onderhevig aan
afstand 75 meter worden. Vandaar dat dit extra werk
autonome ontwikkelingen. De vergrijzing in de branche
oplevert voor de installatiebranche. Uit gesprekken met
zal zorgen voor een toenemende leeftijdsgebonden
twee grote netbeheerders (Continuon, Eneco) komt naar
uitstroom. Prognoses uit de brancheverkenning tonen
voren dat de vervanging van de gasnetten momenteel
een uitstroom van ongeveer 2% per jaar, maar uit inter-
prioriteit geniet. Naar verwachting zal dit project doorlo-
views met de installatiebranche zelf blijkt dat eerder
pen tot 2030.
uitgegaan moet worden van 5%. Dit zal het sterkst spelen na 2010. Een andere autonome ontwikkeling is de
De stroomnetten
afnemende belangstelling voor techniekopleidingen.
Het Nederlandse stroomnet is op leeftijd. Ongeveer
In het ‘worst-case-scenario’ neemt het aantal VMBO-
75% van het huidige stroomnet is aangelegd in de peri-
leerlingen dat voor de richting Elektrotechniek kiest,
ode 1960-1990. Stroomnetcomponenten hebben niet
jaarlijks af met 4,3%. Het aantal MBO-leerlingen neemt
het eeuwige leven. Ze zullen ooit vervangen moeten
dan zelfs af met 8,8% per jaar. Tenslotte is de omvang van de arbeidspool nog afhankelijk van de zij-instroom
32
en uitstroom. Dit is conjunctuurafhankelijk en de uitwis-
35 Hoewel niet iedereen dit standpunt deelt. Zie ‘Onderzoeksraad voor Veiligheid’ voor een genuanceerdere discussie.
worden. Dit levert een dilemma op. Wanneer met een
5.2.3 Aard van de werkzaamheden
evenredige vervangingsgolf wordt gewerkt als tijdens
Voor zover het ingeschat kan worden leveren de projec-
de aanleg, blijkt de piek in de vervanging in de periode
ten die tot zover in dit onderzoek zijn behandeld niet
2020-2025 te liggen. Wanneer de vervangingsgolf wordt
zozeer andere werkzaamheden op. De uitrol van VDSL
uitgesmeerd, komt dit in het vaarwater van de andere
betekent meer glasvezelinstallatie. Hetzelfde geldt
grote installatieprojecten.
voor Etth en uiteraard de glasvezelprojecten zelf. Wel vereist de uitrol van deze projecten personeel dat in
Uitrol slimme meters
het bijzonder geschoold wordt op bijvoorbeeld glasve-
Het streven van de politiek is om in alle huishoudens in
zelaansluitingen, vernieuwingen in schakelsystemen
Nederland in de periode 2009-2014 zogenaamde slim-
etc. Deze verschuiving wordt ook onderkend door de
me meters geplaatst te hebben. Uitgaande van 13 mil-
geïnterviewde installatiebedrijven. Steeds meer worden
joen meters in de 6,5 miljoen huishoudens zijn er alleen
monteurs opgeleid om installatiewerkzaamheden aan
voor het vervangen van de oude meters in deze periode
glasvezelnetten uit te voeren. Enkele bedrijven leiden
continu 1.700 binneninstallateurs per jaar nodig.
hun personeel op voor koper- én glasnetwerken.
MIT-projecten
Een andere verschuiving die opvalt in de aard van de
Het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport
werkzaamheden is het toenemende installatiewerk in
(MIT) is een inhoudelijk samenhangend programma
de meterkast. Plannen als fiber to the home, VDSL, Etth
voor infrastructuurprojecten die zijn gerelateerd aan het
sturen allemaal aan op aansluiting van de Nederlandse
mobiliteitsbeleid. Binnen het MIT is een onderscheid
huishoudens. De monteurs moeten daarom steeds
gemaakt tussen een programma tot en met 2014 en
meer beschikken over klantgerichte vaardigheden (com-
een programma voor de periode 2015-2020 (dit is een
municatie, representativteit).
doorkijk). Het kabinet heeft recent € 362 miljoen extra beschikbaar gesteld voor de versnelling van het programma tot en met 2011. Een ervaringsfeit van de installatiebedrijven die betrokken zijn bij dit soort projecten is dat circa 15 tot 20% van de benodigde werkzaamheden zich op het gebied van de technische installatie bevindt.
De praktijk aan het woord Volgens een geconsulteerde monteur in het veld zullen de werkzaamheden voor hem niet bijster veranderen. Wellicht dat de aansturing van werk steeds meer op afstand plaatsvindt. Nu gebeurt dat via de fax, maar dat zal in de toekomst steeds meer over mobiele netwerken en PDA’s plaatsvinden. Zo beschikt de monteur over de meest actuele informatie en kan vanuit de organisatie veel meer sturing en planning plaatsvinden (controle van het werk).
Kortom, de steeds kleiner wordende visvijver wordt steeds drukker bevist door verschillende partijen. Dit
Verder geven de netwerkbedrijven wel aan dat zij
is ook het dilemma dat de KPN heeft aangekaart (zie
steeds meer belang hechten aan risicobeheersing,
hoofdstuk 4). Gezien de tijdsbalken van de projecten,
troubleshooting en probleemoplossing door (al naar
blijkt dat de tekorten in personeel nijpend zullen zijn.
gelang de kwetsbaarheid van het systeem en mogelijke
Dit houdt ook in dat de mogelijkheden voor opscha-
gevolgschades voor bedrijf, wijk, buurt, woning) steeds
ling van grote projecten (bijv. All IP) mogelijk duidelijk
hoger gekwalificeerd personeel: personeel dat zowel
beperkt zijn. Ook de prioritering van de projecten is
vaktechnisch zeer goed onderlegd moet zijn, als de
belangrijk. Zoals één van de gesprekspartners treffend
kwaliteiten heeft wat betreft het doorgronden van direc-
aangaf: “Het project dat als eerste komt en waar als
te problemen als achterliggende oorzaken en mogelijke
eerste grootschalig op wordt ingezet, zal de prioriteit
systeemgevolgen.
bepalen. De andere werkzaamheden schuiven dan op in de tijd”.
33
• de veronderstelling dat kosten van aanleg van
5.3 Toekomstige arbeidsvraag
communicatie-infrastructuren uiteindelijk worden ‘verrekend via mensjaren’;
De mogelijke consequenties van hoofdstuk 4 worden hierna zeer globaal ingeschat. De basis voor de hierna
• de aanname dat een installatiemonteur op jaarbasis circa € 50.000 moet opbrengen.
gegeven inschattingen is evenwel zeer smal. De geconsulteerde partijen zijn niet of slechts in beperkte mate
Op basis van deze indicaties en veronderstellingen
in staat geweest inzicht te verschaffen in vraagstukken
kan worden berekend dat een extra arbeidsbeslag in
als huidige en toekomstige workload. EIM is dan ook
de komende 5 jaar voor de aanleg van communicatie-
genoodzaakt geweest om via verschillende denkrich-
infrastructuur mag worden verwacht van zeker 19.000
tingen een inschatting te maken. Aan deze inschatting
tot 23.000 personen (fte). Hierbij gaat het dan op jaar-
kan zeker geen absolute waarde worden toegekend.
basis om 4.000 tot 5.000 personen extra. Dit betekent
Verwachtingsniveaus zijn daarom ook met zeer ruime
dat wellicht een verdubbeling van de huidige inzetbare
marges aan te geven
capaciteit (nu 5.000) nodig is om alle projecten uit te voeren.
In het voorgaande zijn verschillende indicaties aangegeven voor de ontwikkeling van de extra werkgelegen-
Voor de komende jaren moet serieus rekening worden
heid in samenhang met de vernieuwing van de com-
gehouden met een sterk oplopende spanning op de
municatienetwerken en de upgrading en uitbreiding van
arbeidsmarkt voor installatie van infrastructuren, gege-
bestaande netwerken. Belangrijke aanknopingspunten
ven:
voor de inschatting van de workload die hiervan voor de
• de nu al bestaande spanning op de arbeidsmarkt
komende 5 jaren zou kunnen uitgaan zijn dan: • het verwachte volume aan nieuwbouwwoningen: 75.000; • de veronderstelling dat al deze 75.000 woningen worden aangesloten op Ftth;
voor installatiewerkzaamheden; • de verwachte terugval in arbeidscapaciteit voor installatiewerkzaamheden in de komende jaren; • de concurrentie van andere infratechnologische projecten in de komende jaren.
• de verwachte omvang van proefprojecten voor Ftth: minimaal 350.000 tot maximaal 750.000; • de verwachte investering in Ftth-projecten van
5.4 Slotsom
Reggefiber van € 150 miljoen per jaar; • de kosten van aansluiting van 1 woning op Ftth (ca. € 1.500); • de verwachte uitrol van Etth: qua omvang onduidelijk, maar beperkt volgens geconsulteerden; • de verwachte uitrol van Wimax: moeilijk om aan te
In het voorgaande is de aandacht gericht geweest op de technologische vernieuwingen in de communicatieinfrastructuren, de stuwende krachten achter deze vernieuwingen, de projecten waarin deze vernieuwingen worden geconcretiseerd en tenslotte de mogelijke
geven; arbeidsmarktconsequenties zullen beperkt
consequenties van al deze vernieuwingen voor de
zijn;
arbeidsmarkt.
• het All-IP-programma van KPN. Wanneer een totale
34
uitrol wordt aangehouden van 10 jaar en een totale
Duidelijk is dat de markt voor communicatie-infrastruc-
projectinvestering van € 1 miljard (bron: jaarverslag
turen sterk in beweging is en dat de toenemende markt-
OPTA 2006), gaat het bij geleidelijke uitrol om een
dynamiek samengaat met een hoge technologische
investering van € 100 miljoen op jaarbasis;
vernieuwingsdrift. Deze vernieuwingsdrift staat aan de basis van een reeks van nieuwe technologieën die op
dit moment in de broedkamer staan om de Nederlandse
• De key realisation factor: komt er op de korte en mid-
markt te veroveren. Momenteel zijn er volop initiatieven
dellange termijn ook daadwerkelijk wel voldoende
en investeerders gericht op een uitrol van de nieuwe
arbeidskracht op het noodzakelijke technische en
technologieën op grote schaal in de komende jaren.
contactuele niveau beschikbaar om een brede uitrol mogelijk te maken?
De overheid op landelijk en lokaal niveau stimuleert en faciliteert deze initiatieven, maar of deze initiatie-
Hoe goed de plannen in de nu nog aanbodgedreven
ven daadwerkelijk leiden tot grootschalige uitrol is wel
markt voor infratechnologie ook zijn, echt succes vereist
afhankelijk van twee cruciale factoren:
ook een breed vraagdraagvlak en een voldoende uitvoe-
• De key succes factor: wil de consument ook daad-
ringspotentie. Wellicht dat de inspanningen die hier-
werkelijk voor de nieuwe diensten betalen en wel
voor gedaan moeten worden nog niet de komende twee
dusdanig dat voor alle investeerders een echte
of drie jaar het beeld zullen bepalen van de bewegingen
Return on Investment verwacht mag worden?
op de markt voor communicatie-infrastructuren, maar zeker wel in de jaren daarna!
Bijlage I Modellen voor vraagbundeling Vier algemene modellen voor vraagbundeling Type model
Toelichting
Vraagbundeling carrier owned model (CaO)
Het bundelen van de vraag naar een breedbandverbinding wordt gedaan door een gemeente, (semi-) publieke of private instelling. Meestal gaat het om een initiatief van een gemeente of van (semi-) publieke instellingen
Praktijkvoorbeeld
Deventer, Zwolle, 1. Open Marktplaats: Door middel van een onafhankelijke marktplaats voor dienstenaan- Amersfoort bieders stellen marktpartijen hun carrier owned glasvezelnetwerken open aan bedrijven en instellingen. De gemeente bundelt de vraag maar investeert niet in de infrastructuur. 2. (Semi-)gesloten gebruikersgroep: Een gebruikersgroep verwerft binnen het carrier owned model gebruikersrechten, vaak gericht op publieke instellingen. Deze gebruikersgroep neemt meestal het initiatief voor vraagbundeling (idem).
Breda
Eindhoven, Vraagbundeling customer 1. Verschillende publieke (en private) partijen laten gezamenlijk Den Haag owned model (CuO) voor eigen gebruik een managed dark fiber netwerk aanleggen. Invulling van de actieve infrastructuurlaag en de dienstenlaag is aan de deelnemers zelf. 2. Coöperatief eigendom waarbij de leden een (operationeel) netwerk aanleggen.
Nuenen
Samenwerkingsmodel of publiek-privaat samenwerkingsmodel (PPS)
Een overheid is mede-investeerder, besteedt de aanleg en het beheer van de actieve laag openbaar aan en reguleert de (open) toegang op de dienstenlaag.
Amsterdam, Almere
Publieke managed dark fiber model
Rotterdam Een overheidsinstelling laat een dark fiber netwerk aanleggen en verhuurt toegang aan klanten en exploitanten op de actieve laag. In de praktijk komen veel variaties voor op dit model.
Bron: Ministerie van Economische Zaken, 2005. Goed op weg met breedband: Handreiking voor gemeenten, provincies en woningcorporaties. Den Haag, p.52.
35
Bijlage II Locale Ftth-Initiatieven Glas naar woningen in Nederland Gemeente
Initiatief
Exploitant
Aansluitingen aantal nu
Beoogd aantal
Groningen
Gigaport
Surfnet
1.100
1.100
Enschede
Woonplaats/Domijn Gigaport
KPN Surfnet
8.500 1.100
25.000 1.100
Deventer
Rentre Wonen
GNEM/XMS
0
40.000
Amersfoort
Gemeente/Casema Gemeente/De alliantie/Portaal
Casema GNEM/XMS
1.000 900
1.000 10.000
Almere
KPN
Unet KPN
1.700 400
1.700 11.000
Hilversum
Portaal
GNEM/XMS
2.000
3.000
Bussum
Portaal
GNEM/XMS
1.000
3.000
Naarden
Portaal
GNEM/XMS
1.000
3.000
Soest
Portaal
GNEM/XMS
900
3.500
Amsterdam
GNA (gemeente ea)
BBned
0
40.000
Haarlem
Lybrandt Telecom
Lybrandt
0
80.000
Hillegom
Lybrandt Telecom
Lybrandt
6.000
7.500
Lisse
Lybrandt Telecom
Lybrandt
0
8.000
Bollenstreek
Lybrandt Telecom
Lybrandt
0
75.000
Leiden
Portaal
GNEM/XMS
6.000
8.500
Delft
Gigaport
Surfnet
4.000
4.000
Naaldwijk
CaiW
CaiW
700
900
Rotterdam
Gemeente Stadswonen
BBned BBned (open)
1.500
4.000
Utrecht
Gigaport Portaal Lomboxnet
Surfnet GNEM/XMS Lomboxnet
5.000 4.500 1.000
5.000 19.000
Wageningen
Gigaport
Surfnet
4.200
4.200
Arnhem
Portaal
GNEM/XMS
3.500
6.500
Nijmegen
Portaal
GNEM/XMS
4.000
13.000
Tilburg
Breburg Wonen
Breburg
400
400
Eindhoven
Onsnet Eindhoven
Onsnet Eindhoven
6.700
7.700
Nuenen
Onsnet Nuenen
Onsnet Nuenen
7.500
8.000
Helmond
Gemeente
BBned
0
40.000?
74.600
435.100
Totaal Bron: http://www.netkwesties.nl/editie145/artikel5d.html, (16 september 2006).
36
Colofon Ontwerp & lay-out design@cetera B.V., Rijswijk
Drukwerk Koninklijke Broese en Peereboom, Breda
Productiecoördinatie Afdeling Communicatie uneto-vni
© uneto-vni december 2007
uneto-vni Bredewater 20 - 2715 CA Zoetermeer Postbus 188 - 2700 AD Zoetermeer T 079 325 06 50 - F 079 325 06 66
[email protected] - www.uneto-vni.nl