9512872_FD
05-02-2007
11:39
Pagina 2
JAARGANG FEBRUARI NUMMER
3 2007
1
N I E U W S Pet er Akker man kritisch o ver rol o verheid
“Meer transparantie is goed, maar de Nederlandse overheid moet daarbij niet doorslaan”, stelt Peter Akkerman (45), directeur-eigenaar van Akkerman Pensioenadviesbureau in Bunschoten-Spakenburg en lid van de ledenraad van de Vereniging FFP. Akkerman vindt het vanzelfsprekend dat de adviseur en de verzekeraar de taak hebben om hun klanten te informeren en op de hoogte te houden. Hij ziet dat als zijn zorgplicht. De vorig jaar ingevoerde Wet financiële dienstverlening (Wfd) en de sinds 1 januari 2007 van kracht zijnde wet
FFP Nieuws
G
Financieel Toezicht (Wft) hebben daar niet veel aan veranderd, zegt hij. “Als financieel planner had ik die zorgplicht al. De Stichting Certificering FFP heeft een eigen tuchtcommissie. Voldoe ik niet aan mijn zorgplicht, dan heb ik toch echt een probleem. Daar is onder de Wfd/Wft niets aan gewijzigd.”
februari 2007
Over de opzet van de Wfd is Akkerman wel te spreken. “De opzet is goed: de vergunningen, de eisen aan betrouwbaarheid, het self-assessment. Al deze aspecten dragen eraan bij dat de advieskantoren meer gestructureerd zullen gaan functioneren. Je zet alles voor jezelf weer eens op een rijtje. Ook qua handelen liggen er meer structuren en zijn er meer verplichtingen.” Maar toch vindt Akkerman, dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM), gesteund door politieke statements, erg ver gaat. Hij typeert de Wfd en de politieke bemoeienis als een typisch Nederlands fenomeen. “Hier wil men over alles controle houden. Aan de ene kant is dat goed, maar we slaan nu door. Je kunt niet alles met regeltjes ondervangen. Niet alleen de adviseur maar ook de consument heeft een eigen verantwoordelijkheid. Hij moet de verstrekte informatie wel doornemen. Ook verzekeraars moeten zelf met duidelijke informatie komen en niet omdat de AFM hun dit oplegt. Dan pas is iedereen bij transparantie gebaat.” Het is Akkerman een doorn in het oog dat de verzekeraars altijd achter de politiek aanlopen. “De politiek bepaalt en wij moeten volgen. En we laten dat ook nog eens over ons heenkomen.”
Kijkt u zondagavond ook wel eens naar het televisieprogramma ‘De X-factor’? Drie juryleden beoordelen twee kandidaten die van het publiek te weinig stemmen hebben gekregen om zeker te zijn van een plaats in de volgende ronde. Ze hebben de (on)dankbare taak om één van hen naar huis te sturen. De juryleden hebben soms zeer uiteenlopende meningen over deze kandidaten. De jury krijgt op zijn beurt weer een directe terugkoppeling van het publiek door middel van boegeroep of applaus. Bij de beoordeling lijkt niet de zangkwaliteit voorop te staan, maar de X-factor. Hoe cool ben je, whatever that may be. De vertaling naar ons adviesvak is wellicht: de uitstraling van onze autoriteit op basis van materiedeskundigheid. Onze X-factor bepaalt kennelijk mede ons (toekomstig) succes! FFP’ers zijn kennisgedreven. Wij stoppen veel uren in het verwerven en onderhouden van vakkennis om ons daarmee te kwalificeren en te onderscheiden. Terecht! De belangen die gediend worden met ons advies zijn groot. Toch dringt zich zo nu en dan de vraag op waarom consumenten bij hun keuze voor een financiële adviseur niet gaan voor de onbetwiste advieskwaliteit van een gecertificeerd financieel planner? Heeft dit iets te maken met onze X-factor? Of gewoon met onbekendheid? De X-factor is persoongebonden. Aan onze naamsonbekendheid gaan wij werken met de publiekscampagne “Typisch een vraag voor...”. Deze campagne gaat binnenkort van start. Uit een recent gehouden onderzoek blijkt dat veel zelfstandigen, onder wie financiële dienstverleners, de opbouw van een goed pensioen bijzaak vinden. Dat kan een bewuste keuze zijn en daar is niks mis mee. Een andere reden kan zijn dat deze zelfstandigen nog geen gecertificeerd financieel planner zijn tegengekomen met een X-factor. Een FFP’er die met deskundigheidsautoriteit de pensioenmaterie voor deze zelfstandigen in beeld gebracht heeft. Toch jammer! Misschien zouden wij ze moeten aanschrijven: Uw pensioen, bijzaak? Dat is nou typisch een vraag voor een financieel planner!
COLUMN
‘Regelgeving financiële diensten gaat erg ver’
ADVISEUR MET DÉ X-FACTOR!
Henk Duthler Voorzitter
1
9512872_FD
05-02-2007
11:39
Pagina 3
v e r vo l g va n pag i na 1
BELEGGINGSVERZEKERINGEN
Als financieel planner werkt Akkerman voor het MKB op provisiebasis, of uurtarief of een combinatie van beide. “De doorsnee consument is met name het werken op basis van een uurtarief nog niet gewend.” Het huidige beloningssysteem maakt volgens hem de transparantie ingewikkelder. “Zelf ga ik het liefst vandaag nog helemaal over op uurtarief. Gelukkig zie je dat de markt aan het veranderen is, mede door meer kostentransparantie en de overgang van afsluitprovisie naar doorlopende provisie. Dit heeft echter nog tijd nodig.” Volgens Akkerman is het bedrijfstechnisch niet eenvoudig om van de één op de andere dag over te stappen van afsluitnaar doorlopende provisie, of nog een stap verder, naar declareren op basis van uurtarief. “Je hebt als kantoor met een grote levenportefeuille en relatief kleine schadeportefeuille een financieringsprobleem. De kantoren met een grote schadeportefeuille zullen hier minder moeite mee hebben.” De provisiediscussie is een hot item op dit moment. Akkerman: “Neem nu de enorme ophef over de kosten bij beleggingspolissen. De commotie is vooral het gevolg van de negatieve ontwikkeling van beleggingen. Als de beurzen zouden zijn gestegen, had niemand zich druk gemaakt om het gebrek aan transparantie van kosten.” Hij stelt, dat bij een teruggelopen aandelenmarkt een duidelijke uitleg over diverse kosten deze hoos aan negatieve publiciteit had kunnen beperken. “Dankzij de negatieve publiciteit die onder meer via Tros Radar op gang is gebracht, zijn er een paar slimme commerciële advocaten opgestaan die hier brood in zien. Ook zij
2
doen dit natuurlijk niet voor niets en werken trouwens ook op uurtarief. Hetzelfde hebben wij gezien bij aandelenleaseproducten, waarbij het Gerechtshof in Amsterdam recentelijk de zogenaamde ‘Duisenberg-regeling’ verbindend heeft verklaard.” Niet dat Akkerman vóór beleggingsproducten is. “Ik heb ze vrijwel nooit geadviseerd. Bij beleggingsverzekeringen kun je beter bepaalde onderdelen loskoppelen. Het aandelenleaseproduct vind ik een fantastisch bedachte constructie, vooral onder het oude belastingstelsel, die evenwel niet is weggelegd voor een groot publiek. Immers beleggen met geleend geld is nooit een goede optie. Maar als gedupeerde heb je daar nu niets meer aan.” Hij blijft herhalen dat met meer duidelijke informatie veel consternatie voorkomen had kunnen worden. “Ook de commissie De Ruiter pleit voor duidelijkheid, transparantie, etcetera. Verzekeraars hebben aangegeven hieraan mee te werken. De minister van Financiën heeft als reactie op het rapport De Ruiter een tweetal bemiddelaars aangesteld in de personen van Jan Wolter Wabeke en Edgar du Perron, respectievelijk de beoogde Ombudsman Financiële Dienstverlening en voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening van het KIFiD. (zie ook pagina 3 van deze nieuwsbrief) .Hiermee benadrukt hij de ernst van de zaak. Het zou mij niet verbazen als hier weer een wettelijk ingrijpen uit voortvloeit.” BIJSLUITER
De eind vorig jaar door de AFM bepleite nieuwe Financiële Bijsluiter is volgens Akkerman een mooi voorbeeld van hoe het niet werkt. “Ik zit toch al vijfentwintig jaar in het vak en ik had bij een hypotheekconstructie met effectendepot
(complex product, geen beleggingspolis) een bijsluiter te pakken, waar ik niets van begreep. En ik was niet de enige op mijn kantoor. De medewerker van de bank gebeld, maar deze gaf aan dat hij er ook niets van begreep en dat hij er ook al vragen over gesteld had. Hoe bedoel je duidelijke communicatie? Het lijkt mij dat de verzekeraars en banken zelf de meest aangewezen instanties zijn om met duidelijke informatie te komen.” Als voorbeeld hoe het ook kan, noemt Akkerman een levensverzekeraar waarmee hij goede ervaringen heeft opgedaan. “Die maatschappij is erg duidelijk over kostenstructuren, onder meer door naast de allocaties ook de kosten voor risicopremie, premievrijstelling en beleggen zichtbaar te maken in de vorm van aankoop-, verkoopcommissie en beheerskosten. Voor de klant zijn de kosten visueel gemaakt. Ook de bijsluiter is redelijk duidelijk en in ieder geval begrijpbaar.”
start van zijn advieskantoor is Akkerman aangesloten bij de Vereniging FFP. Sinds twee jaar maakt hij deel uit van de Ledenraad. Met nog tien andere leden vormt dit een zeer gemêleerd gezelschap waarin zijn inbreng niet onopgemerkt blijft, zegt Akkerman. “Ik zit niet in de ledenraad om mijn mond te houden. Dan kan ik beter thuisblijven.” Zo heeft hij met andere vertegenwoordigers van deze raad vooral duidelijkheid gevraagd aan het bestuur over de geldstromen en profilering van de Vereniging FFP. “Wij willen meer het predicaat van professioneel adviseur hebben, iemand die inzicht en overzicht geeft bij concrete situaties en gebeurtenissen. Er staan binnen de vereniging veel dingen te gebeuren. De leden zullen duidelijker neergezet worden in ons land, zodat werkgevers en consumenten weten wat zij onder een financieel planner moeten verstaan.” SAAMHORIGHEID
LOOPBAAN
Akkerman rolde 25 jaar geleden de pensioenwereld in toen hij in dienst trad bij het Raadgevendbureau Leven van Kamerbeek. Een beetje ironisch voegt hij eraan toe: “helaas ben ik er ook nooit meer uitgekomen”. Na Kamerbeek kwam UniLife, nadien overgenomen door Legal & General, gevolgd door Sibbing & Wateler om in 1995 zijn eigen adviesbureau te starten. “Bij Sibbing was ik in de buitendienst al dag en nacht bezig met mijn werk. Daarbij moest ik steeds meer in structuren mee hobbelen en deelnemen aan allerlei vergaderingen. Ik hou daar niet zo van. Een eigen kantoor is dan logische stap”, licht hij toe. Akkerman Pensioenadviesbureau telt naast Akkerman nog vier medewerkers en richt zich vooral op kleine en middelgrote werkgevers. Vanaf de
Een belangrijk aandachtspunt voor Akkerman is het gebrek aan samenhorigheid binnen de vereniging. “De club telt ruim 2.400 leden. Het is toch gek dat bij een Algemene Ledenvergadering er net dertig leden aanwezig zijn. Ik vind de betrokkenheid te klein. De leden zouden meer binding met elkaar moeten hebben. Er zijn zo veel kundige mensen. We kunnen veel van elkaar leren en ervaringen uitwisselen. Blijkbaar gaat iedereen alleen voor het predicaat van ‘gecertificeerd financieel planner’, zien ze het lidmaatschap als een noodzakelijk kwaad en doen ze er daarom weinig mee.” Akkerman hoopt dat door de actieve inzet van het bestuur en ledenraad duidelijke keuzes worden gemaakt, zodat er een sterkere vereniging ontstaat waarin kennis en kunde veelvuldig worden gebruikt.
FFP Nieuws
G
februari 2007
9512872_FD
05-02-2007
11:39
Pagina 4
N I E U W S
Tafel Heerenveen trekt wél veel belangstelling Gebrek aan belangstelling was de reden dat de Tafel-bijeenkomsten van de Vereniging FFP vorig najaar moesten worden afgelast, zij het op één na: de Tafel in het Hajé Hotel Heerenveen ging wél door. En tot grote tevredenheid van de negentien FFP-deelnemers. Onderwerp van de bijeenkomst in de Friese provinciestad was de ‘Ondernemer/DGA’. Namens adviesbureau Deloitte (accountants, belastingadviseurs, consultants, financieel adviseurs) waren pensioenspecialist Marcel Strating en fiscalist Maarten Scharrenborg aanwezig om een presentatie te geven, elk vanuit zijn eigen invalshoek. De algehele leiding was in handen van accountant Menno van der Werf. Regiocoördinator Maaija de Roos (Personal Business Regio Noord-Oost ABN Amro) van de Vereniging FFP kijkt dan ook meer dan tevreden terug op de Tafel. “Wij hebben een enthousiaste en gemotiveerde club mensen die de Tafels bezoeken. Zij zijn enorm betrokken bij onze klanten en hun behoefte aan een gedegen advisering.” De Roos benadrukt het belang voor gecertificeerd financieel planners om zich periodiek te laten informeren over relevante ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving, waaronder de wijzigingen in de pensioenvoorziening, het uitkeren van dividenden en het structureren van vennootschappen.” TOT
IN
DE
PUNTJES
De lezingen zijn volgens de regiocoördinator belangeloos en ‘tot in de puntjes’ verzorgd. “Ik ben alweer ruim vijf jaar coördinator van de Tafels in deze regio, maar ik vind dat Deloitte het erg goed voor elkaar had”, zegt De Roos waarderend. Als eerste spreker ging drs. Maarten Scharrenborg in op (de gevolgen van) de nota ‘Werken aan winst’ die begin dit jaar van kracht is geworden.
FFP Nieuws
G
De wet regelt de herziening van de vennootschapsbelasting (VPB). Collega mr. Marcel Strating stelde vervolgens de nieuwe pensioenwetgeving aan de orde. De Pensioenwet, die eveneens dit jaar in werking is getreden, vervangt de Pensioen- en Spaarfondsenwet. De wet is vooral van toepassing op verzekerde regelingen in de collectieve sfeer . De directeur-grootaandeelhouder (DGA) valt – in tegenstelling tot de PSW – niet onder de Pensioenwet, betoog-
de Strating, noch bij een pensioenconstructie in eigen beheer, noch bij een verzekerd pensioen. Voor bestaande pensioentoezeggingen geldt 2007 als overgangsjaar; voor deze contracten gaat de wet 1 januari 2008 in. WAARDERING
De waardering voor de informatieve lezingen was groot onder de negentien deelnemers. In het evaluatieformulier waardeerde een kwart van hen de kwaliteit van de Tafel met een ruime voldoende; driekwart gaf zelfs een dikke ‘8’. Het was voor de regiocoördinator dan ook niet verbazingwekkend dat een ruime meerder-
De lezing van pensioenspecialist Marcel Strating boeide de Tafel-deelnemers, vooral wat betreft de positie van de directeur/grootaandeelhouder
heid van de deelnemers van mening is dat de Tafels in enigerlei vorm moeten worden voortgezet, niet in de laatste plaats vanwege de ruime mogelijkheid om te kunnen netwerken.
Klachteninstituut Financiële Dienstverlening erkend In de Wet op het financiële toezicht (Wft) zijn regels opgenomen over de mogelijkheden van een consument om bij onvrede over een financieel product of dienstverlening een klacht in te dienen. De wetgeving voorziet in een interne klachtenprocedure waaraan de financiële dienstverlener zelf invulling moet geven en voorts in een regeling over de door de Minister van Financiën te erkennen geschillencommissies. Een groot aantal representatieve organisaties uit de financiële sector heeft in 2005 het initiatief genomen tot oprichting van een gezamenlijk Klachteninstituut, het KiFiD. De Stichting Certificering FFP maakt van het begin af aan in 2006 hier deel van uit. Eind december 2006 is het KiFiD opgericht. Daarin participeren NVB, Verbond van Verzekeraars, NBVA, DSI, NVGA, NVA, FFP, VFN en VvHN en de Consumentenbond. Op 29 december 2006 is het KiFiD
februari 2007
erkend door de Minister van Financiën. Het KiFiD is geënt op de Wft en haar toezicht richt zich op de bij haar aangesloten financiële ondernemingen als bedoeld in de Wft. Conform de Wft moet elke financiële onderneming aangesloten zijn bij een erkend klachteninstituut; op dit moment is dat alleen het KiFiD. Begin januari 2007 heeft het KiFiD de Wfd-vergunninghouders/ aanvragers per brief geïnformeerd over de oprichting en erkenning en daarbij gewezen op de mogelijkheid om zich als vergunninghouder aan te sluiten bij het KiFiD. Met de oprichting van het KiFiD wordt aan de consument één centraal loket geboden voor klachten over financiële producten en diensten. In geval van een klacht wordt van de klager verlangd dat deze eerst de interne klachtenprocedure van de financiële dienstverlener (de Wft-vergunninghouder) heeft doorlopen. Indien deze
procedure niet leidt tot een oplossing, dan voorziet de KiFiD-procedure in bemiddeling door de Ombudsman Financiële Dienstverlening. Indien de bemiddeling niet lukt, dan kan de klacht als geschil worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening. Deze commissie werkt met Geschillenkamers met specialismen voor verzekeringen, banken hypotheekzaken, beleggingen en consumptief krediet. Het bestuur van de Stichting KiFiD staat onder voorzitterschap van mr. R.J. Hoekstra, nu voorzitter van de stichting Klachteninstituut Verzekeringen en lid van de Raad van State. Het dagelijks bestuur is samengesteld uit vertegenwoordigers van banken, verzekeraars, intermediair en consumentenorganisaties. Prof. mr. E. du Perron (nu voorzitter van de Klachtencommissie van DSI) en mr. J.W. Wabeke (nu Ombudsman Verzekeringen) zijn bereid ☛
3
9512872_FD
05-02-2007
11:39
Pagina 5
v e r vo l g va n pag i na 3
☛ gevonden om de positie van voorzitter Geschillencommissie, respectievelijk Ombudsman te vervullen. Het KiFiD zal vanaf 1 april 2007 klachten in behandeling nemen. Tot die tijd zullen de bestaande geschilleninstanties klachten en geschillen in behandeling nemen. RELATIE
KIFID
EN
FFP
Het toezicht op de naleving van de Gedragscode FFP door een gecertificeerd financieel planner (FFP’er) berust onverkort bij de Commissie van Toezicht van de Stichting Certificering FFP (CvT FFP). De aard van het toezicht zal wel in lijn worden gebracht met de activiteiten van het KiFiD Voor gecertificeerd financieel planners betekent dit in beginsel dat vanaf 1 april 2007 bij klachten en geschillen over diensten en /of adviezen in eerste instantie de betrokken Wft-vergunninghouder via het KiFiD in het geding is. De verdere (juridischtechnische) aansluiting tussen enerzijds (bindende) adviezen van het KiFiD en anderzijds Commissie van Toezicht van de Stichting Certificering FFP wordt de komende maanden nader uitgewerkt. We houden u hiervan op de hoogte. Gecertificeerd financieel planners doen er dus goed aan zich ervan te vergewissen dat hun activiteiten op het gebied van financiële planning – voor zover vallend onder de Wft – worden verricht binnen het kader van een relevante Wft-vergunning en dat de betreffende vergunninghouder is aangesloten bij het KiFiD. Voor nadere informatie over het KiFiD wordt verwezen naar de website: www.kifid.nl Voor nader informatie over het gedragstoezicht van de FFP kunt u zich wenden tot het secretariaat van de SC FFP, mevrouw mr. B.M. Hoyng, telefoon: 035–54.27.507; email:
[email protected]; www.ffp.nl
4
Nieuw pensioenontwerp: transparante solidariteit In onze vergrijzende samenleving is het pensioensysteem van risico(ver)deling aan drastische herziening toe. Deze conclusie trekt Theo Kocken, directeur van Cardano Risk Management, in zijn proefschrift Curious Contracts over de kleine lettertjes van het Nederlandse pensioencontract en hoe ze moeten worden herschreven. In zijn analyse van contracten tussen generaties die de grondslag van ons tweedepijler pensioenbestel vormen, maakte Kocken gebruik van concepten uit de optieprijstheorie om inherente overeenkomsten van pensioenfondsdeelnemers inzichtelijk te maken en objectief te waarderen. Zijn conclusies liegen er niet om. “Als pensioenfondsen worden doorgelicht en de impliciete overeenkomsten transparant worden gemaakt, blijken jongere generaties aantoonbaar aan het kortste eind te trekken”, aldus Kocken op NPN Online. Ondanks de (groeiende) vergrijzing is er voor het kapitaaldekkingsstelsel van pensioenfondsen vooralsnog nog geen sprake van een financieringsprobleem. Voor hen is het opvangen van de vergrijzing vooral een kwestie van risicoverdeling en beheer op basis van twee steunpilaren: de traditionele risicodeling met de werkgever en de intergenerationele solidariteit tussen de deelnemers. De druk van de vergrijzing ondermijnt beide steunpilaren en de internationale boekhoudregels versnellen dit proces. De nieuwe accountingstandaard maakt risico’s ineens zichtbaar op de ondernemingsbalans, zegt Kocken. “Als een pensioenfonds in de problemen kwam, kon men die klappen vroeger opvangen door de premie met 1% te verhogen. Nu gaat dat niet meer. Het premiemes is bot geworden met het rijper worden van de fondsen, en dit proces zal met de aanstaande demografische ontwikkelingen
alleen maar sterk toenemen,” aldus Kocken. Werkgevers komen er achter dat ze zich niet langer kunnen veroorloven risico’s van een pensioenfonds voor de volle 100% op hun balans te zetten. “Daarom stapt men over op collectief defined contribution (DC), waarbij de werkgever wel een vaste premie maar geen additionele bijstortingen meer voor zijn rekening neemt. Of er wordt naar puur individueel DC overgegaan, met individuele spaarrekeningen en zonder solidariteit en zonder de mogelijkheid van geïndexeerde pensioenen.” Als bedrijven afhaken, blijven de deelnemers met diezelfde risico’s zitten. En door het terugtreden van de werkgever worden die er niet stuurbaarder op. “De intergenerationele solidariteit komt daardoor steeds meer onder spanning te staan. Als je dat niet onderkent, gaat het systeem een keer klappen. Dat zou zonde zijn,” zegt Kocken. DC
VERSUS
DB
De kans is groot dat de DCmodellen het traditionele defined benefit-model (DB) zullen verdringen. Of collectief DC daarbij stand weet te houden tegenover individueel DC is nog de vraag: de houdbaarheid van het huidige collectieve stelsel is op zijn minst twijfelachtig. “Het ‘collectieve’ in collectief DC is nuttig, want het biedt de mogelijkheid tot indexatie en opvangen van risico’s bij die generaties die het kunnen dragen. Maar op termijn is een collectief systeem alleen houdbaar als
de risico’s, kosten en baten helder inzichtelijk zijn en hun verdeling gerechtvaardigd is,”stelt Kocken. Om een heldere risicoverdeling op basis van fair value te kunnen bepalen, ontwikkelde hij een methode waarmee de embedded options in een pensioenfonds transparant kunnen worden gemaakt. “Uit mijn analyse komt naar voren dat in de huidige systematiek jongere deelnemers sterk worden benadeeld in termen van niet-marktconforme beloning voor gelopen risico. Actieven dragen in het fonds impliciet tussen de 20% en 50% aan waarde over op basis van de opties die ze schrijven. Dit neemt door de toenemende vergrijzing van het pensioenfondsstelsel structureel hoge waardes aan. Op termijn zal men daar niet toe bereid zijn.” Jongere deelnemers hebben volgens Kocken in de huidige systematiek geen uitzicht op een marktconforme beloning voor het risico dat ze lopen. “Dit is één van de meest schokkende uitkomsten van het onderzoek,” zegt promotor en buitengewoon hoogleraar beleggingsleer Jean Frijns. “In het huidige systeem wordt bijzonder goed gedefinieerd wat de lasten zijn: Als het niet goed gaat met het fonds lopen de actieven kans dat hun indexatie wordt gekort, dat hun premie omhoog gaat, en zelfs dat hun rechten worden gekort. Maar vervolgens wordt nergens gedefinieerd in hoeverre ze recht hebben op de lusten. Als de actieven niet eenduidig recht hebben op het surplus hebben zij geen faire deal gekregen. Die rechten zijn nu nergens gespecificeerd: het is volslagen onduidelijk aan wie het surplus toebehoort.” Volgens Kocken’s berekeningen
FFP Nieuws
G
februari 2007
9512872_FD
05-02-2007
11:39
Pagina 6
N I E U W S waardeerd, waardoor lusten en lasten fair worden verdeeld. HEILIGE
Theo Kocken, directeur van Cardano Risk Management
delen de actieven niet evenredig mee in de lusten. Maar ook de lasten zijn in de huidige pensioenmodellen niet eerlijk verdeeld. Nu de waarde van de impliciete opties kan worden berekend wordt pas duidelijk waar de pijn zit: “Men heeft het idee dat in slechte tijden iedereen in dezelfde mate gekort wordt. Maar als je dat daadwerkelijk gaat narekenen, blijkt dit niet het geval te zijn.” EX-POST VERSUS EX-ANTE
Het onderzoek maak niet alleen zichtbaar waarin het huidige pensioenontwerp tekort schiet, maar biedt tevens de mogelijkheid van een nieuw duurzaam model. “Een fair en houdbaar systeem is in essentie gebaseerd op ex-post in plaats van ex-ante waardeverdeling,” licht Kocken toe. “Een dergelijk systeem vraagt dus niet van actieve deelnemers dat ze op voorhand een deel van hun inleg afstaan zonder dat duidelijk is wat ze daarvoor terugkrijgen. In plaats daarvan schrijven de deelnemers opties naar elkaar. De actieve verplicht zich er bijvoorbeeld toe om de gepensioneerde te betalen als diens pensioen onder een bepaald grens dreigt te komen, en de gepensioneerde geeft aan de actieve voor het uitschrijven van die optie een marktconforme vergoeding. Dat kan onder andere door expliciete beloning voor jongeren in geval van positieve beleggingsresultaten.”
FFP Nieuws
G
In feite koopt de gepensioneerde van de actieve een verzekering tegen slechte tijden; de actieve neemt het risico van de gepensioneerde over, en krijgt hiervoor een billijke risicopremie. Door dergelijke transacties kunnen de risico’s geheel transparant en tegen marktconforme waardering worden verhandeld. Dit leidt tot een pensioenontwerp waarin onderscheid wordt gemaakt tussen een ‘opbouwfase’ en een ‘annuïteitenfase’. Jongere generaties die beschikken over voldoende human capital om zich meer risico te veroorloven, kunnen de upside daarvan ten volle benutten; ouderen kunnen zich indekken voor de downside. De geschreven opties kunnen met behulp van Kocken’s methode volledig objectief worden ge-
HUISJES
Velen in de pensioenwereld zijn echter huiverig voor zo’n ‘berekend’ pensioenmodel. Het succes van het Nederlandse pensioensysteem berust voor een groot deel op het principe van solidariteit. Door deze systematiek te herleiden tot een verzameling onderlinge transacties, wordt het solidariteitsprincipe ondergraven, is de vrees. “Men zegt in feite dat solidariteit essentieel is voor het systeem – maar dat die solidariteit alleen gehandhaafd kan worden zolang mensen niet weten wat dit precies inhoudt,” zegt Frijns. De vrees dat zijn systematiek leidt tot individueel DC is volgens Kocken ongegrond. “Er is geen sprake van verschillende assetmixen of een daadwerkelijke uitsplitsing per leeftijdscohort, laat staan per individu,” licht hij toe. “Het pensioenfonds blijft één collectieve pot en je blijft de risico’s delen. De risicoverdeling wordt echter verhelderd en evenredig beloond. Naarmate deelnemers jonger zijn lopen ze meer aandelenrisico en is hun beloning ook navenant hoger. Naarmate men ouder wordt krijgt men juist meer zekerheid. Maar het
blijft een collectief en solidair systeem. Zo blijft voor de ouderen een basisrisico over dat niet helemaal afgedekt kan worden door inflation-linked bonds; dat nemen de jongeren op zich.” Al blijven collectiviteit en solidariteit wellicht onverkort van kracht, een collectief DC zoals Kocken voor ogen staat is niettemin fundamenteel anders dan de huidige pensioenmodellen. Dat heeft aanzienlijke consequenties voor het toezicht. Een ‘herzien’ CDC zal zich in belangrijke mate onttrekken aan het gangbare toetsingskader. “In de klassieke DB-situatie treedt de werkgever op als garantiegever. De toezichthouder eist dan terecht een buffer om deze garantie zeker te stellen. Als de werkgeversgarantie wegvalt zijn deelnemers gewoon samen aan het sparen. In die situatie is het absurd om een buffer aan te houden voor hun totale gezamenlijke spaargeld,” zegt Kocken. “Als ik T 100 inleg in een beleggingsfonds, krijg ik ook geen brief thuis die me vertelt: Kom nog maar T 30 bijstorten, want misschien gaat het wel fout met die T 100 die je hebt ingelegd.’” Het proefschrift of de samenvatting ervan is te vinden op: www.cardano.nl (publicaties)
Van Beusekom: waardevolle bijdrage, maar mijlenver van adviespraktijk Noach A.G. van Beusekom MPLA/FFP, lid van de commissie Marketing van de Vereniging FFP, vindt het proefschrift van Kocken een waardevolle bijdrage aan de discussie over het Nederlandse pensioenstelsel. Hij noemt de wetenschappelijke benadering van Kocken “een andere manier” om ons pensioenstelsel onder de aandacht te brengen. “Op fiscaal en civieljuridisch gebied heb ik geen onderbouwing kunnen vinden, maar dat is ook niet het doel van Kocken.” Van Beusekom onderschrijft de huivering van velen in de pensioenwereld voor een ‘berekend’ pensioenmodel, zoals Kocken dat voorstaat. “De solidariteitsgedachte is hierbij veelal ver te zoe-
februari 2007
ken. Uiteraard tracht Kocken via wetenschappelijke calculaties en rekenmodellen nog enigszins het solidariteitsgevoel te creëren, maar dat is meestal aan een wetenschapper niet besteed. De feitelijke onderbouwing en rekenexercities kloppen wel, maar de oorspronkelijke gedachte niet. Ze slaan vaak veel te ver door. Kocken trekt zijn pensioenmodel ook te veel naar zijn eigen discipline: het riskmanagement.” Hoewel het proefschrift mijlenver afstaat van de adviespraktijk, omschrijft Van Beusekom het wetenschappelijk werkstuk van Kocken als “een prachtig proefschrift waarin de auteur probeert de lezer te intrigeren en nieuwe inzichten te geven”.
5
9512872_FD
05-02-2007
11:39
Pagina 7
HET PROFIEL VAN JOHN BRUIJNE
Hij is een van de leden van het eerste uur. Als mede-initiatiefnemer tot de oprichting van de Vereniging FFP in 1998 maakt John Bruijne (53) sindsdien onafgebroken deel uit van het bestuur. Aanvankelijk als secretaris, maar na fusering van de vereniging met de Stichting Federatie Financiële Planners als bestuurslid met de portefeuille marktordening en –ontwikkeling. Zijn doelstelling is evenwel niet gewijzigd: het creëren van een vereniging van, met, en vóór gecertificeerd financieel planners. Bruijne weet waarover hij spreekt. Hij is gepokt en gemazeld in de (boeiende) wereld van de financiële dienstverlening. Een jarenlange studie van onder meer het fiscaal recht, en diverse bankopleidingen alsmede trainingen op het gebied van financiële
‘Voor Vereniging FFP is centrale rol weggelegd’ planning en fiscaliteit waren daaraan niet vreemd. De toenemende vakkennis vertaalde zich ook in een keur van functies die hij sinds zijn komst in 1971 heeft bekleed bij werkgever ABN Amro en diens rechtsvoorgangers. Begonnen op een bijkantoor in Doorn als medewerker heeft Bruijne diverse adviesterreinen tot zijn verantwoordelijkheid mogen rekenen, zoals effectenadvies, belastingadvies, vermogensadvies en fiscaal advies. BEGRIJPBAAR
MAKEN
Werkzaam inmiddels als businessmanager Marketing op het regiokantoor Amsterdam van ABN Amro typeert Bruijne
financiële planning als “het inzichtelijk en begrijpbaar maken van iemands financiële huishouding en op basis van diens wensen onderzoeken wat mogelijk en financieel haalbaar is.” Bruijne: “Feitelijk doet iedereen eigenlijk alles voor later. Om dan net zo te kunnen leven als nu. Alleen wanneer begint later, dat is voor iedereen anders. De oudedagvoorziening en eerder stoppen met werken zijn dan ook belangrijke thema’s. Aan objectieve advisering daarover bestaat een grote behoefte.” Refererend aan de motieven tot de oprichting herhaalt Bruijne dan ook nut en noodzaak van de Vereniging FFP.
Zzp’ers verwaarlozen opbouw eigen pensioen Veel kleine zelfstandigen (zzp’ers) beschouwen de opbouw van een goed pensioen nog als bijzaak. Dit blijkt uit een onderzoek van verzekeraar Delta Lloyd. De maatschappij lanceert daarom een campagne om deze ondernemers bewust te maken van de gevolgen van hun nalatigheid. Zelfstandig ondernemers zonder personeel (zzp) hebben minder fiscale mogelijkheden om een pensioen op te bou-
6
wen dan werknemers in loondienst. Zo kan een zzp’er met bijvoorbeeld een inkomen van twee keer modaal met fiscale steun een pensioen opbouwen tot ten hoogste 49% van zijn laatstgenoten salaris. Een werknemer in loondienst kan daarentegen maximaal 100% opbouwen. Het is dus voor de zzp’er erg belangrijk om optimaal gebruik te maken van de pensioenmogelijkheden die hij wél heeft. Zzp’ers en andere zogenoemde
IB-ondernemers kunnen alleen pensioen opbouwen via de Fiscale Oudedag Reserve (FOR) of een lijfrenteverzekering. Het voordeel van een lijfrenteverzekering is dat deze buiten het ondernemersrisico valt bij bijvoorbeeld een faillissement. Een grote groep zzp’ers heeft echter nog geen oudedagsvoorziening getroffen. Daarnaast verwaarlozen veel ondernemers hun pensioenopbouw omdat de financiering van het eigen bedrijf voorrang krijgt.
“Beroepsgenoten dienen samen te werken om hun vak, want dat is financiële planning, inhoud, aandacht en bekendheid te geven. Financieel planners zullen van elkaar moeten kunnen leren en elkaar helpen. Dat klinkt wat soft, maar om die reden zet ik mij in voor de vereniging. Activiteiten, zoals de organisatie van Tafels, dienen dan ook gericht te zijn op ontmoeting, kennisuitwisseling en het delen van praktijkervaringen. Als mocht blijken dat hiervoor niet of nauwelijks draagvlak bestaat, zullen bestuur en leden zich moeten afvragen of het zin heeft om dan nog door te gaan.” OP
DE
GOEDE
WEG
Vooralsnog is Bruijne meer dan hoopvol gestemd. Hij signaleert positieve ontwikkelingen en een groot elan onder de leden, die ertoe kunnen bijdragen dat de vereniging uitgroeit tot dé professionele organisatie voor gekwalificeerde financiële adviseurs. “Ik denk dat de vereniging, gelet op de middelen die zij tot haar beschikking heeft, echt op de goede weg is met de uitvoering van het huidige beleid. Ik hoop dan ook dat een en ander zal worden opgepikt door de stakeholders waar de FFP’ers werkzaam zijn.” Wat dat laatste betreft schroomt Bruijne niet om de hand namens zijn werkgever in eigen boezem te steken.
FFP Nieuws
G
februari 2007
9512872_FD
05-02-2007
11:39
Pagina 8
N I E U W S “Momenteel gebeurt dit nog te weinig, maar dat heeft ook te maken met de relatieve onzichtbaarheid van het FFPkeurmerk in de afgelopen jaren. Het gedachtegoed werd wel omarmd, maar het ontbrak aan voldoende ‘prikkels’ om het keurmerk uit te dragen naar de buitenwereld.” Een meer herkenbare en consequente profilering van het keurmerk richting consumenten zal volgens Bruijne leiden tot een veel grotere rol voor de beroepsorganisatie binnen de wereld van de financiële dienstverlening. “De Vereniging FFP kan zelfs een centrale rol gaan vervullen. Zij zal zich dan wel dienen te ontwikkelen tot hét aanspreekpunt voor bijvoorbeeld de overheid, toezichthouder AFM en andere brancheorganisaties en instellingen op financieel gebied.”
FFP-lid Helderman verkozen tot financieel planner 2007 Franck Helderman, lid van de Vereniging FFP, is verkozen tot financieel planner van het jaar 2007. De verkiezing van Helderman door de jury van het organiserende PFP Forum was unaniem. De uitverkiezing van Helderman kwam tot stand na een intensief selectieproces. In de eerste ronde moesten de deelnemers een zestal meerkeuzevragen beantwoorden. Zij die doordrongen tot de tweede ronde kregen een uitgebreide casus voorgelegd. “Dat was best pittig. Het heeft mij een hele zaterdag gekost om die casus te maken. Tot middernacht ben ik ermee bezig geweest”, vertelt Helderman. Trots is hij wel op zijn verkiezing uit drie genomineerde kandidaten, die hem ongetwijfeld veel publiciteit zal opleveren. “Voorgaande winnaars heb-
M E D E D E L I N G E N
ben mij verteld dat ik rekening moet houden met veel aandacht van de media. Ik laat het maar over me heen komen.” Helderman werkt sinds 2004 als gecertificeerd financieel planner voor particulieren, zelfstandigen en bedrijven. Hij is directeur/eigenaar van het bedrijf FDH Fee Services (Den Haag) en mede-eigenaar van assurantiekantoor Helderman Financiële Diensten (Leidschendam). Beide bedrijven werken uitsluitend op basis van uurtarief. “Het systeem van afsluitprovisies heb ik vorig jaar overboord
S T I C H T I N G
A A N VA N G P E - P L I C H T V O O R N I E U W E ( A S P I R A N T ) F F P ’ E R S
De verplichting tot permanente educatie vangt aan op de eerste januari van het jaar, volgend op het jaar waarin het FFP-examen met goed gevolg is afgelegd (Reglement PE artikel B.1.2). Indien een examen in 2006 met goed gevolg is afgelegd, dan geldt de PE-verplichting derhalve vanaf januari 2007 (ook indien inschrijving in het register nà die datum plaatsvindt). J A A R O P G AV E P E - P U N T E N 2 0 0 6 V I A P E R
Voor de Jaaropgave 2006 met jaarafsluiting via PER is de sluitingsdatum 1 maart 2007. Indien er nog gegevens in uw jaaropgave ontbreken, gelieve eerst navraag te doen bij de onderwijsinstelling waar u FFP PE-onderwijs heeft gevolgd. Bij andere PE-activiteiten (bijv. docentschap, behaald examen) is tijdige opgave aan het secretariaat gewenst. Toegang PER: User-id: PL én uw registernummer en uw eigen wachtwoord. Wachtwoord niet meer bekend?; dan aanvragen vanuit PER, waarna bericht volgt aan het door u opgegeven e-mailadres voor digitale post. De Handleiding bij het invullen van de jaaropgave via PER staat in de helpfunctie in PER. A D R E S G E G E V E N S C O N T R O L E R E N ; D I G I TA L E P O S T;
Financieel planner 2007 Franck Helderman (midden) geflankeerd door PFP-voorzitter Roelof Meijer (links) en dagvoorzitter Hans van Breukelen tijdens het PFP Forum.
gezet. Dat was een moeilijk proces. Het was best lastig om vooral aan bestaande klanten uit te leggen waarom zij een uurtarief moesten gaan betalen. Uiteindelijk blijkt dit wel het beste uit te pakken voor alle betrokkenen”, aldus Helderman.
C E R T I F I C E R I N G
F F P
De zakelijke adresgegevens worden gepubliceerd op de website van de stichting: www.ffp.nl (‘certificering controleren’). PRESENTIELIJSTEN: REGISTERNUMMER E N G E B O O R T E D AT U M
Bij deelname aan FFP PE-onderwijs (aangemeld in het PER-systeem) dient elke (aspirant) FFP’er de presentielijsten te tekenen bij aanvang en na afloop van een cursus(onderdeel). De onderwijsinstelling dient de deelname van FFP’ers te registreren in het PER-systeem; dat gebeurt via uw registernummer; het is daarom van belang om bij uw naam tevens uw FFP-registernummer én uw geboortedatum te vermelden; dit ter controle van de identiteit. Het registernummer is vermeld op uw certificaat en in alle correspondentie. D ATA F F P - E X A M E N ; L O C AT I E
Sluitingsdatum inschrijving: 18 mei 2007. I vrijdag 14 december 2007: Sluitingsdatum inschrijving: 9 november 2007. Het examen wordt gehouden te Utrecht; de exacte locatie wordt vermeld in de oproep. I
vrijdag 22 juni 2007:
ZAKELIJK ADRES OP WEBSITE
Elke (aspirant) gecertificeerde kan zijn/ haar bij het secretariaat bekende adresgegevens via PER raadplegen (knop ‘NAW-gegevens’). Wijzigingen daarop kunt u vanuit PER doorgeven: via de link ‘wijzigen NAW’ (via e-mail naar secretariaat). Voor digitale post (zie FFP Nieuws december 2006) wordt het door u opgegeven e-mailadres gebruikt (let op dat bij gebruik van een zakelijk e-mailadres dit aan u persoonlijk is gericht).
FFP Nieuws
G
februari 2007
TIJDSDUUR EN EXAMENTIJDEN I I
Meerkeuzevragen (MC): Casuïstiekbehandeling (Casus):
2 uur: 2,5 uur:
10.00 – 12.00 uur 13.30 – 16.00 uur
PER: https://per.ffp.nl PER Helpdesk: 0900 – 1111 456 (g 0,80 per minuut) 7
05-02-2007
11:39
Pagina 1
COLOFON
9512872_FD
FFP Nieuws is een uitgave van de Vereniging FFP. CONTACTADRES
AFM roept op tot niet-misleidende en begrijpelijke informatieverstrekking De Autoriteit Financiële Markten (AFM) verwacht van brancheorganisaties een actief beleid tot bevordering van de transparantie in de financiële dienstverlening. De AFM deed zijn oproep tijdens een informatiebijeenkomst in aanwezigheid van onder andere directeur Peter Otten van de Vereniging FFP.
8
TAFELS
■
■
■
■
wanneer geschetste historische rendementen zijn gebaseerd op een periode die onvoldoende lang of niet representatief is. Laat de naam van het product de lading dekken: misleidend is als een beleggingsproduct wordt verkocht onder een naam die veronderstelt dat het om een spaarproduct zou gaan. Wees transparant over beperkende voorwaarden: misleidend is als beperkende voorwaarden achterwege worden gelaten om in aanmerking te komen voor een krediet. Wees transparant over kosten: misleidend is als uit een risico-rendementsprofiel onvoldoende blijkt hoe de belegging is opgebouwd Wees transparant over risico’s: misleidend is als ten onrechte de indruk wordt gewekt dat er geen kosten zijn verbonden aan het product.
De informatieverstrekking aan de consument moet, behalve niet-misleidend, maar ook begrijpelijk zijn, stelt de AFM. Uit onderzoek is de toezichthouder gebleken dat voor 85% van de bevolking het taalniveau in offertes veel te hoog gegrepen is. Verder begrijpt 47% van de werknemers niet of nauwelijks iets van zijn jaarlijkse pensioenopgave. Een mogelijke oorzaak van deze miscommunicatie is het gebruik van onder meer vakjargon (‘kapitaalverzekering’), te lange zinnen (meerdere hoofdgedachten), archaïsche woorden (‘althans’) en te grote lappen tekst zonder tussenkopjes. Een voorbeelden van een onbegrijpelijke zin volgt hieronder; aansluitend wordt een verbeterde versie vermeld: ■ “Deze offerte is uitgebracht onder het voorbehoud dat alle informatie die wij hebben gekregen of nog zullen krijgen over het onderpand en de schuldenaar, naar waarheid is opgesteld en aangeleverd en door ons wordt geaccepteerd.” ■ “Wij hebben een offerte uitgebracht. Deze offerte hebben we gebaseerd op de informatie die we van u hebben gekregen. Of die we nog van u krijgen. Wij gaan ervan uit dat deze informatie juist is. Alleen dan is de offerte geldig. Is uw informatie niet juist, dan is onze offerte niet geldig.”
FFP Nieuws
EN
PROJECTGROEPEN
Telefoon: 035-542 75 38 Fax: 035-542 76 38 Email:
[email protected] REDACTIEADRES
Oostdam & Van den Eijkel Molenveldlaan 100, 6523 RM Nijmegen. Telefoon: 024-324 32 50 Fax: 024-324 57 69 Email:
[email protected] Website: www.ovde.nl
BEGRIJPELIJK
VALKUILEN
De AFM heeft in het kader van de uitoefening van zijn toezichtstaken op de financiële sector enkele ‘valkuilen’ gedefinieerd die financiële adviseurs moeten zien te vermijden. Deze valkuilen zijn: ■ Maak geen onjuiste vergelijkingen: misleidend is wanneer een product niet identiek is aan dat van concurrenten ■ Biedt geen onterechte garanties: misleidend is wanneer in een prospectus onder meer een onjuiste voorstelling van zaken wordt gegeven zoals het garanderen van een hoofdsom terwijl de inleg fors boven de garantiewaarde ligt ■ Geef historische cijfers eerlijk weer: misleidend is
Verwijs niet onverplicht naar gezaghebbende partijen: misleidend is wanneer een (onverplichte) verwijzing naar een gezaghebbende partij aan zekerheid wordt gekoppeld.
MEER
EXEMPLAREN?
Op verzoek kunnen maximaal tien exemplaren van deze kwartaalnieuwsbrief kosteloos worden thuisgestuurd. Wat daartoe volstaat, is een email naar het secretariaat van de Vereniging FFP (
[email protected]) met daarin een opgave van het aantal exemplaren en uw postadres. REPRORECHT
Berichten uit FFP Nieuws mogen – uitsluitend met bronvermelding – overgenomen worden en onder de voorwaarde dat de redactie daarover vooraf wordt geïnformeerd.
AGENDA
Om meer transparantie te bereiken in de informatieverstrekking aan consumenten heeft de AFM een aantal spelregels opgesteld op basis waarvan brancheorganisaties een plan van aanpak kunnen formuleren. Meer transparantie in de communicatie met de klant is een vereiste dat is vastgelegd in de Wet financieel toezicht (Wft), waarin een aantal toezichtwetten (o.m. Wfd) op het gebied van de financiële dienstverlening zijn opgegaan. Deze nieuwe wet is begin dit jaar van kracht geworden. In de Wft is onder meer vastgelegd dat de informatie naar consumenten ‘nietmisleidend’ en ‘begrijpelijk’ moet zijn.
■
Secretariaat Vereniging FFP Postbus 12 3740 AA Baarn Telefoon: 035-542 75 38 Fax: 035-542 76 38 Email:
[email protected] Website: www.vffp.nl
G
I
Bestuur Vereniging FFP: Donderdag 8 maart 2007 Donderdag 19 april 2007 Donderdag 31 mei 2007
I
Beleidsoverleg Stichting Certificering FFP en Vereniging FFP: Donderdag 19 april 2007
I
Ledenraad Vereniging FFP: Maandag 26 maart 2007
I
Commissie Marketing Vereniging FFP: Donderdag 19 april 2007 Donderdag 31 mei 2007
I
Commissie Marktordening Vereniging FFP: Vrijdag 2 maart 2007 Vrijdag 11 mei 2007
I
Algemene ledenvergadering: donderdag 7 juni 2007
februari 2007