bijsluiter
Colofon CONNECTED Dit is een realisatie van het In Petto-team, in nauwe samenwerking met de collega’s van Jong & Van Zin Op 11/12/’13 fusioneert In Petto vzw met Jeugd & Seksualiteit vzw en Zin-d’erin(g) vzw. Samen worden we Jong & Van Zin vzw! Meer informatie over onze fusie vind je op www.jongenvanzin.be.
Redactieadres Kipdorp 30, 2000 Antwerpen Tel: 03-366 15 20 Fax: 03-366 11 58
[email protected] Concept en realisatie: Team In Petto in nauwe samenwerking met de collega’s van Jong & Van Zin Taalcorrectie: Bart Boone Vormgeving: Jan Van Bostraeten Redactie: Hans Cools, Vera Hoogsteyns, Sarah Joos Verantwoordelijke uitgever: Maarten Perpet voor in Petto vzw Depotnummer 2013/9973/3
2
Inhoud van deze bijsluiter Woord vooraf�����������������������������������������������������������������4 Gebruiksaanwijzing van deze bijsluiter��������������������������������������������5 De werkvormen: een bondig overzicht��������������������������������������������6 Bijlagen per werkvorm ���������������������������������������������������������9 Check it out�������������������������������������������������������������������9 Een brug te ver��������������������������������������������������������������� 11 Once in a lifetime��������������������������������������������������������������14 Veiligheid op je internetprofielen��������������������������������������������������16 I Online�������������������������������������������������������������������� 18 Ruggensteun voor een gesprek�������������������������������������������������19 Achtergrondinformatie ter verdieping��������������������������������������������22 Vakoverschrijdende eindtermen������������������������������������������������25
3
Woord vooraf Ben jij ingeplugd met de mensen om je heen? Een goede vraag om aan jongeren te stellen. Een paar simpele drukken op het toetsenbord van je MacBook en je staat in contact met honderden vrienden over heel de wereld. En dan zijn er natuurlijk altijd volwassenen die zeggen: ben je dan wel echt in contact met de ander? Het is aan de jongeren om zelf uit te maken of ze dit echt zijn, of ze zich werkelijk ‘connected’ voelen. Hoe sterk en veelzijdig kunnen emoties zijn als je echt contact maakt met iemand of hoe voelt het om uitgesloten te worden? Is iedereen trouwens verbonden met iemand of is er ook eenzaamheid? Kun je ‘connected’ zijn met mensen die je enkel in de virtuele wereld kent? Hoe zit het in je eigen klasgroep: voel je je verbonden met iedereen of toch eerder niet? Allemaal vragen die we in de werkvormen van ‘Connected’ aan de jongeren willen stellen. Natuurlijk heeft niemand de wijsheid in pacht. We proberen allemaal in onze onmetelijke twijfel het beste te doen om dichter bij iemand anders te staan. We proberen de ander iets bij te brengen en leren daar vooral zelf uit, omdat het antwoord van die ander ons nieuwe inzichten geeft. Dat is de bedoeling van ‘Connected’: niet op zoek naar de waarheid maar wel naar nieuwe inzichten. Dat doen we aan de hand van acht werkvormen die in de klas uitgevoerd kunnen worden. Die werkvormen, gedrukt op handige fiches, vormen samen met deze bijsluiter een
4
prima leidraad om de thema’s verbondenheid en eenzaamheid bespreekbaar te maken. De werkvormen leunen nauw aan bij het magazine Connected. Door gebruik te maken van het magazine kun je de inhoud van de werkvormen nog duidelijker, toegankelijker en gestructureerder overbrengen aan de jongeren. In Petto biedt een boeiend totaalpakket aan, bestaande uit Connected Magazine, de website www.connectedmagazine.be met aanvullende reportages en docu’s, en dit educatief pakket, dat de jongeren bewuster maakt van onderwerpen die hen boeien. Op onze website www.inpetto-jeugddienst. be vind je nog meer informatie over het onderwerp en over het magazine Connected. Als je doorklikt naar onze webshop vind je alle info over onze andere producten, die je ook online kunt bestellen.
Gebruiksaanwijzing van deze bijsluiter In deze bijsluiter willen we je graag wat handvaten meegeven om te werken met de fiches in het pakket ‘Connected’. Eerst vind je een overzicht van alle werkvormen. We gaan kort in op de doelstelling van de verschillende werkvormen en geven een kort woordje uitleg. Je ziet in een oogopslag welk materiaal je nodig hebt en hoe de werkvorm opgebouwd is. De uitgewerkte werkvormen vind je vervolgens op de fiches in dit pakket. Op elke fiche staat duidelijk hoeveel tijd je minstens nodig hebt om de opdracht uit te voeren. De tijd die we rekenen is exclusief de voorbereidingstijd. Op de fiche staat natuurlijk wel wat je precies moet doen voor je aan de slag gaat met je groep.
Vervolgens geven we in deze bijsluiter wat achtergrondinformatie bij het thema. Hoe komen we erbij om rond ‘connected’ te werken, waar vind je extra informatie, welke bronnen raden we zeker aan? Tot slot kiezen we ervoor om in deze bijsluiter aandacht te besteden aan de link van dit educatief pakket met de vakoverschrijdende eindtermen (VOET’en). We zijn ervan overtuigd dat dit pakket voor leerkrachten een ideale aanvulling is bij het materiaal dat ze in hun dagelijks werk al gebruiken. Door aandacht te besteden aan de VOET’en verwachten we dat het gebruik van dit pakket gemakkelijker wordt voor deze professionals. We wensen je veel plezier met ons pakket ‘Connected’!
Voor sommige werkvormen zal je een bijlage nodig hebben: stellingen, een tekstje, een verhaaltje, enz. Die vind je in de bijsluiter. Wanneer je zo’n bijlage nodig hebt, geven we dat op de fiche aan met een symbool (G). Bij dat symbool vind je het paginanummer waar je de benodigde bijlage vindt in deze bijsluiter. Ook geven we in deze bijsluiter tips en suggesties mee om gesprekken te voeren. Hoe kan je een groepsgesprek leiden, hoe kan je jongeren eens op een ‘andere’ manier met elkaar laten praten? Hoe creëer je een veilige sfeer, en waar moet je zeker op letten? Op de fiches verwijzen we duidelijk naar deze gesprekstips wanneer we denken dat ze een hulp kunnen zijn.
5
De werkvormen: een bondig overzicht
6
Titel werkvorm
Doelstelling
Korte uitleg werkvorm
Opwarmer
Door in dit actieve spel in te gaan op ‘dingen waarmee of mensen met wie je verbonden kan zijn’, willen we in eerste instantie het thema ‘Connected’ bespreekbaar maken. Door het thema op een speelse manier aan te snijden, zorg je voor meer veiligheid.
Jongeren zitten in een kring en één iemand staat in het midden. Die persoon noemt iets waarmee of iemand met wie hij of zij verbonden is. Degenen voor wie dat ook opgaat, wisselen van stoel. De laatste moet in het midden gaan staan. ☛ Actief ☛ Kringspel ☛ Laagdrempelig
Werkvorm 1: Check it out
De jongeren geven hun mening over verschillende stellingen binnen het thema ‘Connected’. Ze staan stil bij gelijkenissen en verschillen in opvatting tussen de klasgenoten en tussen andere leeftijdsgenoten a.h.v. het ‘Connected’-onderzoeksrapport.
Door plaats te nemen in verschillende plaatsen in de ruimte geven de leerlingen hun mening over verschillende stellingen binnen het thema ‘connected’. ☛ Klasgesprek ☛ Discussie þ Onderzoeksrapport ‘Connected’ þ 3 papieren met A-B-C op
Werkvorm 2: Mijn ideale klas
Nagaan hoe je er als klasgroep voor kan zorgen dat iedereen zich goed en ‘connected’ voelt. Wat is noodzakelijk voor een ideale klassfeer?
De leerlingen ontwerpen hun ideale klas/school en denken na over eigenschappen die de klasgroep moet hebben. Hoe ver staat die ideale klas van hun huidige klasgroep? En hoe kan je ervoor zorgen dat iedereen zich verbonden voelt? ☛ Zelfreflectie in kleine groepjes ☛ Klasgesprek ☛ Tot concrete plannen komen om ervoor te zorgen dat iedereen zich goed voelt in de klas. þ Pen en papier
Werkvorm 3: Een brug te ver?
Kritisch leren nadenken over verbondenheid en vriendschap en de grenzen ervan.
Aan de hand van casussen denken de leerlingen na over dilemma’s. Enkele voorbeelden: kiezen voor vriendschap of voor eerlijkheid, hun eigen mening of de mening van anderen, enz. ☛ Groepsgesprek þ Casussen
Titel werkvorm
Doelstelling
Korte uitleg werkvorm
Werkvorm 4: Once in a lifetime
Bewust leren nadenken over de impact van een eerste indruk en over de impressie die jongeren zelf nalaten. Verbondenheid is tegenwoordig ook een online gegeven. Hoe zit het eigenlijk in die virtuele omgeving met eerste indrukken?
De leerlingen krijgen ‘profielfoto’s’ te zien van verschillende mensen. De bedoeling is om zoveel mogelijk indrukken op te lijsten en daarna ook na te denken over de impact van zulke eerste indrukken op hun eigen handelen. ☛ Opschrijven in kleine groepjes ☛ Nabespreking in grote groep ☛ Zelfreflectie þ Foto’s in bijsluiter þ Pen en papier
Werkvorm 5: Veiligheid op je internetprofielen
Jongeren confronteren met het gevaar van internet en privacy en hen vervolgens de juiste handvaten bieden om hun eigen privésfeer te bewaken.
Zoek de leerlingen op Google op en noteer wat je vindt. Na een oefening om hun eigen risico in te schatten vertel je wat je gevonden hebt en geef je hen info over veilig internetgebruik. ☛ Confrontatie þ Voorbereidingswerk voor leerkracht! þ Informatie over internetprivacy (zie deze bijsluiter)
Werkvorm 6: In balans
Eenzaamheid bespreekbaar maken. Wanneer en waar voel je je eenzaam en hoe ga je daarmee om?
Aan de hand van balansen met aan de ene kant ‘eenzaamheid’ en de andere kant ‘op-en-top verbonden’ denken de jongeren na over hoe ze zich voelen in bepaalde situaties. ☛ Individuele reflectie þ Pen en papier
Werkvorm 7: Ik heb er de pest in
Nagaan hoe pestsituaties ontstaan en hoe de verschillende partijen en de omstanders daar het beste op reageren. Hoe ver staat die ideale reactie van de realiteit?
De leerlingen bedenken zelf een realistische pestsituatie en denken na wat de ideale manier is om daar op te reageren. ☛ Kleine groepjes ☛ Doorschuifsysteem þ Pen en papier
Werkvorm 8: I-Online
Kritisch nadenken over verbondenheid en vriendschap op sociale media en op het internet in het algemeen.
Leerlingen antwoorden op stellingen over vriendschap en sociale media door een stap naar voren of naar achter te zetten. ☛ Stellingenspel þ Stellingen (zie bijsluiter) þ Een (grote) ruimte is handig
7
8
Bijlagen per werkvorm CHECK IT OUT Voorbeeldvragen naar aanleiding van het onderzoeksrapport Connected (voor meer resultaten zie www.inpetto-jeugddienst.be)
Vertrouwen
Vind je dat mensen over het algemeen te vertrouwen zijn? Ja - Nee Uit het onderzoek blijkt dat slechts 50,5% vertrouwen heeft in anderen. ✚ Hoe zou dat komen, dat bijna de helft wantrouwen heeft? ✚ Vertrouw je jongeren van je eigen leeftijd meer/minder dan volwassenen? (Ouders, leerkrachten, hulpverleners) Verwijzing naar jeugdadviseurs: www.jeugdadviseurs.be. Ik ken mijn buurman/vrouw: A niet - B een beetje - C goed Uit het onderzoek blijkt dat in een stedelijke omgeving bewoners minder vaak contact hebben met hun buren. Ook zeggen twee op de drie respondenten (die in een grootstad wonen) dat zij anderen meer wantrouwen. Jongeren die landelijk wonen, vertrouwen mensen gemakkelijker. ✚ Hoe stedelijker de omgeving, hoe minder vertrouwen mensen hebben in anderen. Voelen jullie dat ook zo aan? ✚ Wat zouden oorzaken van dit fenomeen zijn? (Diversiteit? Individualisme? ...) Ik wil later op het plattenland gaan wonen: Ja - Nee ✚ Denk je dat er een verband is tussen op het platteland wonen en eenzaamheid? Heeft zittenblijven een invloed op je vertrouwen? Ja - Nee ✚ Jongeren die niet zijn blijven zitten, vertrouwen anderen gemakkelijker (56%).
Eenzaamheid
Ik voel me eenzaam: A nooit - B soms - C dikwijls 68% voelt zich soms eenzaam. 21% nooit, 8,9% dikwijls. ✚ Op welke momenten voel jij je eenzaam? Wanneer er niemand rond jou is, of wanneer er juist veel mensen om je heen zijn? ✚ Is over eenzaamheid praten een taboe? ✚ Meisjes voelen zich vaker eenzaam dan jongens. Jongens zouden zelfs drie keer meer dan meisjes zeggen het gevoel van eenzaamheid niet te kennen of heel weinig. Hoe zou dat komen, denk je?
9
Mijn ouders zijn goede vrienden voor mij: A Ja - B Nee ✚ Kan je bepaalde dingen zeggen tegen je ouders die je tegen niemand anders durft te zeggen? Of is het net omgekeerd? ✚ Is de ouder-kindrelatie veranderd in de loop van de tijd? (evolutie van een dominantekerngezin met opleggen van regels naar een onderhandelingsgezin, meer scheidingen, enz.)
Verbondenheid
Per dag stuur ik: A max. 3 sms’en - B tussen de 3 en de 10 sms’en - C meer dan 10 sms’en. ✚ Vind je het belangrijk om continu bereikbaar te zijn? Waarom wel/niet? ✚ Een week zonder gsm of een week zonder internet? Op Facebook heb ik meer dan 200 vrienden: A Ja (40%) - B Nee (60%) ✚ Is het aantal Facebookvrienden belangrijk? ✚ Zouden jongeren zich minder eenzaam voelen als ze meer virtuele vrienden hebben?
10
EEN BRUG TE VER
Bijlage
Waar er rook is, is er vuur
1. Jij komt in de toiletten van de school en ziet dat Piet en Jul aan het roken zijn. Je ziet elkaar en je groet elkaar, Piet en Jul zitten bij jou in de klas. Ga je iets zeggen over hun rookgedrag? Of dat het niet mag in de toiletten? 2. Diezelfde dag vraagt de leerkracht klassikaal of iemand uit de klas iets opgemerkt heeft in de toiletten in verband met roken op school. Wat doe je? (Wat zou je doen als je niet bevriend was met Piet en Jul?) 3. (Na de les komen Piet en Jul tegen jou zeggen dat ze blij zijn dat je zweeg.) Er gaat een periode voorbij, er wordt minder aandacht besteed aan het roken op het toilet. Op een dag ontstaat er een klein vuurtje in de toiletten. Je weet dat Piet en Jul hier voor iets tussen zitten. De directeur komt langs in de klassen en vraagt wie hiervoor verantwoordelijk is: “Wil de persoon die een vermoeden heeft of verantwoordelijk is dit melden?” Wat doe je nu? (Ga je iets zeggen of niet? Ga je praten met Piet en Jul en hen op hun fout wijzen?) 4. Een leerkracht met wie je goed overweg kunt, spreekt je aan. Hij/zij vertelt dat de directie een vermoeden heeft dat Piet en Jul iets te maken hebben met de brand in de toiletten. De leerkracht weet dat jij goed bevriend bent met hen en vraagt of jij iets weet over het voorval. Wat doe je? Zeg je iets of niet? 5. Piet en Jul hebben opgevangen dat de leerkracht jou heeft aangesproken over de brand. Zij wijzen jou erop dat zij tegen de leerkrachten zullen zeggen dat jij ook verantwoordelijk bent voor die brand als je hen verklikt. Wat doe je? (Nu de relatie tussen jou en je twee vrienden veranderd is.)
Geen goede eerste indruk
1. Lien heeft pas een nieuwe weekendjob als dienster in het restaurant bij haar in het dorp. Ze werkt er nog maar enkele weken en ze moet nog wat meer het vertrouwen van haar bazen winnen. Elke dag wordt er veel cash geld gewisseld tussen de klanten en de diensters van het restaurant. Op een avond, na haar shift, merkt Lien op dat er 150 euro in haar broekzak zit. Wat zou jij doen in Liens plaats? Zou je niets zeggen en de 150 euro bijhouden, of vertel je aan je bazen dat je geld gevonden hebt? 2. Lien durft het geld niet terug geven omdat ze bang is haar job te verliezen. Maar de volgende dag ontdekt de eigenaar dat er geld verdwenen is en ze vertelt dit aan het personeel. Wat zou je in Lien haar plaats doen? Zou je toch nog schuld bekennen? 3. Stel je voor dat jij ook in dat restaurant werkt en dat Lien jou in vertrouwen neemt over de 150 euro. Wat zou je haar aanraden? Zou je het zelf gaan zeggen aan de eigenaar? Aan andere collega’s? 4. De eigenaar begint wat verveeld te zitten met de situatie en dreigt 150 euro af te houden van ieders loon als de schuldige zich niet bekendmaakt. Jij weet dat Lien het gedaan heeft. Wat doe je?
11
Op het verkeerde moment op de verkeerde plaats
1. Je beste vriend heeft een lange relatie met Katja. Jij en het meisje komen niet zo goed overeen. Op een dag vang je op dat Katja jouw beste vriend bedriegt, maar het zijn enkel geruchten. Wat doe je? Je wilt jouw vriend niet kwetsen want hij is superverliefd op het meisje maar hij heeft wel vertrouwen in jou? 2. Je hebt Katja hand en hand zien lopen met een andere jongen. Verandert de situatie nu? Zou je het vertellen aan je vriend of zou je eerst Katja aanspreken? Wat zou je dan zeggen? 3. Katja zegt tegen jou dat ze jouw beste vriend niet heeft bedrogen maar dat ze gewoon hand in hand liep met haar beste vriend. 4. Een paar weken later zie je Katja kussen met haar ‘beste vriend’.
Winkeldiefstal
1. Bart is boodschappen aan het doen in de supermarkt. Terwijl hij aan de kassa wacht, merkt hij op dat de persoon voor hem iets aan het stelen is. Zou jij, als je Bart was, die persoon aanspreken of niet? Wat zou je nog kunnen doen? Kies een beslissing die je overweegt om te ondernemen. Breng in kaart welke betrokkenen in deze situatie gevolgen kunnen ondervinden van jouw keuze, in deze situatie. Bijvoorbeeld: de ‘dief’, zijn gezin, de kassierster, jij, de klanten in de directe omgeving, de manager van de supermarkt, enz. 2. De persoon voor jou, die dus iets gestolen heeft, wandelt langs de vrouw voor hem/haar om naar buiten te gaan. Het alarm gaat af en de onschuldige vrouw wordt aangehouden terwijl de dief gewoon naar buiten wandelt. Wat doe je nu? Zeg je hier iets van? Ga je nu anders handelen dan daarvoor? Waarom wel/niet? Som de voor- en nadelen op als je effectief zou interveniëren. En ook de voor- en nadelen als je niets zou doen. Als je alle voor- en nadelen naast elkaar hebt gelegd, kan je dan voor jezelf de keuze maken om al dan niet tot actie over te gaan?
Kiezen voor vriendschap of liefde
1. Marie is verliefd op Jonas, het lief van haar beste vriendin Charlotte. Het is volledig haar type maar ze weet dat hij bezet is. De laatste tijd loopt de relatie tussen Jonas en Charlotte wat minder. Marie hoort Charlotte meer en meer zeggen dat de relatie bijna ten einde is. Marie en Jonas kunnen al een lange tijd goed met elkaar opschieten. Op een dag vraagt Jonas aan Marie om over Charlotte te babbelen. Charlotte kan soms heel jaloers uit de hoek komen. Wat kan Marie het beste doen? Gaat ze in op zijn aanzoek of niet? Kan ze dit het beste laten weten aan Charlotte of niet?... 2. Een stap verder in de situatie kan zijn: wanneer Jonas en Marie afspreken, blijkt uit het gesprek dat Jonas zich al een tijdje aangetrokken voelt tot Marie. Hij overweegt om zijn relatie met Charlotte te beëindigen om het een kans te geven tussen hem en Marie. Wat zou Marie kunnen doen – met in het achterhoofd de gedachte dat Marie Jonas wel een mooie jongen vindt? Wat zou jij doen? Welke gevolgen kan dit hebben in de relatie tussen
12
Marie en Charlotte? 3. Nog een stap verder in de situatie: de relatie tussen Charlotte en Jonas is voorbij. Charlotte heeft het moeilijk met de breuk maar weet dat het al een tijdje minder ging tussen hen. Marie vertelde Charlotte niet over haar gesprek met Jonas, dus Charlotte weet niets over de gevoelens van Jonas voor Marie. Een week na de breuk begint Jonas Marie te versieren op een feestje. Marie voelt zich meer en meer aangetrokken tot Jonas en zit dus met een dubbel gevoel. Wat kan ze doen?
Oude of nieuwe vriendschap?
1. Je staat bij een groepje coole gasten. Er wordt geroddeld over een van jouw vrienden en er worden dingen gezegd die niet waar zijn. Wat doe je? 2. Je probeert eigenlijk al maandenlang contact te leggen met die mannen. Verandert dit de situatie? Zou je in dat geval anders reageren? 3. Jouw vriend ontdekt dat er een roddel over hem rondgaat en vraagt jou of jij weet van waar die roddel komt. Zou je de oorsprong zeggen hoewel hij dan weet dat jij er op dat moment ook bij was? Welk gevolg zou dat hebben voor de relatie tussen jou en je vriend? 4. Je vriend ontdekt dat de roddel van de ‘coole gasten’ komt en laat duidelijk merken dat het niet oké is om nog met die mensen contact te hebben. Zou je daar rekening mee houden? Ga je ermee akkoord?
13
ONCE IN A LIFETIME
14
Bijlage
15
VEILIGHEID OP JE INTERNETPROFIELEN
Bijlage
Algemeen
✚ Reageer nooit op spam of reclameberichten die je per mail ontvangt. ✚ Chat zo weinig mogelijk met mensen die je niet in het echte leven kent. Doe je dat toch, blijf dan kritisch. Mensen zijn niet altijd wie ze beweren te zijn. ✚ Hou je chatgesprekken bij. Mocht er iets foutgaan, dan heb je achteraf bewijsmateriaal. Als je wil bellen of afspreken met iemand die je via het internet hebt leren kennen, vertel dat dan eerst aan je ouders of een andere volwassene die je vertrouwt. Pas goed op en ga nooit alleen. ✚ Doe voor de webcam nooit iets wat je niet voor een groot publiek zou doen. Je campartner kan je namelijk filmen of fotograferen zonder je te waarschuwen. ✚ Als er op het internet, de chat of via de gsm iets gebeurt dat je bang, verdrietig of overstuur maakt, blijf dan niet alleen zitten met je probleem. Vertel het aan een volwassene die je vertrouwt, zodat die je kan helpen. ✚ Bescherm je eigen privacy. Wees voorzichtig met persoonlijke gegevens als je volledige naam, adres, e-mailadres of gsm-nummer. Zet die dingen nooit zomaar op je profiel, laat ze niet achter op een website en geef ze niet door tijdens het chatten. ✚ Bescherm ook de privacy van anderen. Geef nooit hun persoonlijke gegevens of foto’s door zonder eerst hun toestemming te vragen. ✚ Toon respect voor anderen. Zeg of schrijf nooit dingen die anderen kunnen kwetsen. Zet geen foto’s of filmpjes online die anderen belachelijk maken. ✚ Geloof niet zomaar alles wat je hoort, ziet of leest op het internet of de chat.
Facebook
Ga eens naar instellingen: veiligheidsinstellingen en privacy-instellingen. ✚ Het is mogelijk om beveiligd te surfen (https i.p.v. http). Zo is het moeilijker om je account te hacken. ✚ Maak je profiel niet voor iedereen zichtbaar maar beperk het tot je vrienden of eventueel nog vrienden van vrienden. ✚ Maak vriendenlijsten. Plaats je vrienden in verschillende categorieën en beslis bij alles wat je op Facebook zet wie wat kan zien (bv. familie, vrienden van de jeugdbeweging, klasgenoten, enz.). ✚ Stel in dat je foto’s en gegevens niet op Google terechtkomen. ✚ Pas op met persoonlijke gegevens (zoals adres, bankrekening, gsm-nummer, enz.). ✚ Als je een mobiele Facebookaccount (applicatie) hebt, kan het zijn dat je gsm-nummer automatisch gedeeld wordt met anderen. Gebruik Facebook liever via facebook.com op je mobiele telefoon.
16
✚ Foto’s kunnen soms heel veel over je zeggen. Denk goed na over welke foto’s je deelt met anderen. Eens ze erop staan is het moeilijk om ze er weer af te gooien. Wie weet wat andere mensen ermee aanvangen... ✚ Foto’s van jou of iemand anders die niet kunnen? Vraag de eigenaar ze te verwijderen. Zo niet kan je de foto ‘rapporteren’ bij Facebook (opties > rapporteren).
Ontgoogelen
Een aantal waarheden: ✚ Voorkomen is beter dan genezen! ✚ Gegevens/foto’s van Google/internet laten verwijderen is een zeer moeizaam proces, en het resultaat is niet gegarandeerd. ✚ Stel alvast je Facebookprofiel zo in dat je foto’s en gegevens niet op Google getoond worden als iemand je naam intikt. ✚ Spreek de websitebeheerder aan van de website waar je foto of gegevens op staan. Vraag of ze eraf gehaald kunnen worden. ✚ Spreek de hostingprovider van de website aan. ✚ Als dit niet werkt, kan je aan Google vragen om je gegevens/foto te verwijderen via volgende website: https://www.google.com/webmasters/tools/removals?Pli=1. Je moet wel een juridische grond vermelden, anders zal Google je klacht gewoon negeren. ✚ Je kan ten slotte ook juridische stappen ondernemen en de website-eigenaar voor de rechtbank dagen. Dat is uiteraard wel een stap die je best vermijdt.
17
I-Online ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚ ✚
18
Bijlage
Ik heb op Facebook ‘vrienden’ die ik nog nooit heb gezien. Ik hecht evenveel waarde aan een online vriend als aan een offline vriend. Ik zou makkelijker online tegen iemand zeggen hoe ik me voel dan online. Ik kan makkelijker online contact leggen met anderen. Ik kan online eerder mezelf zijn. Ik gebruik het internet vooral om contacten te onderhouden of te leggen. De mensen op mijn Facebookaccount kan ik allemaal vertrouwen. Online kan je je nooit eenzaam voelen. Ik kijk regelmatig hoeveel Facebookvrienden ik heb. Ik kijk bij anderen hoeveel Facebookvrienden zij hebben. Ik zou weleens afspreken met iemand die ik alleen via het internet ken. Facebook is een goede manier om iemand te versieren of versierd te worden. Vriendschappen zijn echter als je ook op Facebook bevriend bent. Het is belangrijk dat je lief op Facebook aanduidt dat hij/zij een relatie heeft met jou. Als je iemand in het dagelijks leven ontmoet, spreek je meteen af dat je Facebookvrienden wordt. Ik kan er niet tegen dat sommige mensen heel hun leven op het internet zetten. Ik ben al eens bewust op zoek gegaan naar een lief via het internet. Internet helpt tegen eenzaamheid. Het is makkelijker om online sociaal te zijn dan in het dagelijks leven. Ik kan mij even goed online amuseren met mijn vrienden als in het dagelijks leven. Ik vertel online meer over mezelf dan in het dagelijks leven.
Ruggensteun voor een gesprek De juiste sfeer
Om bepaalde thema’s bespreekbaar te maken, is het aangewezen om de jongeren even uit de schoolcontext te halen en de juiste sfeer te creëren. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je meteen de tl-lampen moet doven en kaarslichtjes boven moet halen. De banken opzij schuiven en de stoelen in een kring zetten, is vaak voldoende. Dat praat gemakkelijker en het wijst meteen op een andere intentie. Die interieurwijziging duurt meestal maar een paar minuutjes. Leg de jongeren uit wat de bedoeling is en geef aan dat je veel input van hen verwacht. Het is goed als de jongeren weten dat het niet zal gaan over ‘juist of fout’ maar eerder over eigen meningen, reflecties en ideeën. Benadruk dus dat het niet de bedoeling is hen te beoordelen.
Afspraken maken Voor je een specifieke situatie bespreekbaar maakt, zorg je best voor een aantal regels waar iedereen zich binnen het gesprek aan moet houden. Deze regels maak je best in overleg met de jongeren. Wanneer je ze samen met de groep bepaalt, is de kans groter dat de leerlingen er ook effectief achter staan. Je kunt die regels natuurlijk ook zelf nog aanvullen met afspraken die je zelf belangrijk vindt. Een centrale vraag is: wat zorgt ervoor dat ik mijn mening uit? Wat heb ik nodig om mijn mening op een veilige manier te uiten? Mogelijke regels zijn: ✚ Luisteren naar elkaar en elkaar laten uitspreken. ✚ Op een respectvolle manier omgaan met de ervaring van anderen. ✚ In de ik-vorm praten en enkel uit eigen ervaringen spreken. Het is niet de bedoeling anderen direct aan te vallen. ✚ Alles wat gezegd wordt, blijft binnen deze groep.
Begeleidingshouding Om zoveel mogelijk uit je klasgroep te halen, is je houding als begeleiding een zeer belangrijk punt. Probeer een zo neutraal mogelijke rol aan te nemen. De bedoeling is natuurlijk een evenwicht te bereiken waarbij alle betrokken partijen aan het woord kunnen komen. Zorg ervoor dat de stillere personen niet gedomineerd worden door de meer mondige groepsleden, maar laat ook hen van tijd tot tijd aan het woord komen. Wanneer je merkt dat dit niet vanzelf gebeurt, is het jouw taak om voldoende vragen te stellen aan diegenen die minder aan het woord zijn.
19
Belangrijk is dat je niemand verplicht om iets te zeggen. Je kan iedereen uitnodigen om zijn of haar mening te delen met de groep, maar als niemand iets wil zeggen, pik er dan niet bepaalde mensen uit om iets te vertellen. Dat kan de relatie tussen jou en de groep namelijk op de helling zetten en er de volgende keer voor zorgen dat de jongeren minder geneigd zijn om spontaan deel te nemen aan het gesprek. Probeer open en begripvol voor de groep te staan. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je geen kritische vragen mag stellen. Het is aangewezen om je eigen mening zoveel mogelijk achterwege te laten zodat die van de leerlingen meer ruimte krijgt. Anders is de kans groot dat de jongeren hun mening te veel gaan spiegelen aan die van jou en hun eigen mening aan de kant schuiven. Probeer niet door te bomen als je het gevoel hebt dat de werkvorm niet aanslaat bij de leerlingen, maar laat het onderwerp dan even varen. Vraag de groep eventueel waarom het niet zo vlot loopt. Misschien ligt het wel aan de vorm, het onderwerp, hun gemoedstoestand of aan de veiligheid in de groep. Afhankelijk van hun antwoord kan je eventueel een andere werkvorm proberen of gewoon kiezen voor een andere gespreksvorm (zie hieronder). Je kan ook samen op zoek gaan naar de ideale vorm. Door hun gemoedstoestand op te merken, ernaar te vragen en er eventueel rekening mee te houden, zullen ze nadien meer geneigd zijn om actief deel te nemen. Het begrip dat je toont, versterkt ook de band tussen jou en de klasgroep.
Veiligheid creëren Zoals hiervoor vermeld kan het feit dat weinig mensen hun mening willen delen met de klasgroep te maken hebben met een gebrek aan veiligheid. Maar veiligheid, wat wil dat zeggen? Het heeft natuurlijk niets te maken met een fysiek risico, maar eerder met de angst om uitgelachen te worden of niet begrepen te worden door de rest van de klasgenoten. Als er weinig veiligheid is, is het niet gemakkelijk om dit van het ene op het andere moment te herstellen. Wat je wel kan doen, is zelf begripvol zijn ten opzichte van de jongeren, hen bedanken voor het delen van hun mening en die mening ook duidelijk naar waarde schatten. Wees altijd opmerkzaam voor dingen die de veiligheid kunnen schaden. Zo zorgen leerlingen die duidelijk niet aan het luisteren zijn en die ondertussen misschien met hun buur aan het overleggen zijn ervoor dat andere leerlingen niet snel iets persoonlijks zullen vertellen. Benoem dat, want vaak is het niet uit kwade wil maar beseffen ze gewoon niet wat de gevolgen van zo’n houding kunnen zijn. Wees streng voor leerlingen die openlijk anderen en hun mening uitlachen. Natuurlijk is er wel een verschil tussen uitlachen en toelachen. De afspraken die je op voorhand samen met hen gemaakt hebt, zijn een handig houvast om naar terug te verwijzen als er iets foutloopt. Wees je er altijd van bewust dat spreken voor een grote groep niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Probeer dus gebruik te maken van de verschillende gespreksvormen die je hieronder vindt.
20
Gespreksvormen Een thema bespreken in grote groep is zeker nuttig, maar in sommige klasgroepen niet zo eenvoudig. Hieronder lijsten we een aantal vormen op, die je naar eigen goeddunken kan gebruiken. Elke werkvorm kan je op honderd verschillende manieren aanpakken. Op de werkvormfiches staan vaak een of twee versies, maar wees niet bang om de vorm te wijzigen en te werken op maat van je groep.
Het carrouselgesprek/speeddate
Laat de leerlingen in twee cirkels zitten, een binnenste en een buitenste cirkel. Ze zitten met hun gezicht naar elkaar, zodat iemand van de binnenste cirkel altijd tegenover iemand in de buitenste cirkel zit. (Als het aantal leerlingen in je klasgroep oneven is, kan je zelf meedoen of één groep per drie laten werken.) Na een aantal minuten laat je ze doorschuiven. (Bijvoorbeeld elke cirkel een plaats naar rechts laten opschuiven, of maar één cirkel.) Cafévorm Verdeel je klas in kleine groepjes (4 à 5 personen) en laat ze per groepje een beetje apart zitten in het lokaal, alsof ze samen op café zitten en daar wat kletsen over een bepaald onderwerp. Je kan ze na een tijdje vragen om op kroegentocht te gaan en van café te wisselen, met de opdracht dat ze niet met allemaal dezelfde mensen in het café mogen zitten.
Overleg in kleine groepjes, gesprek in grote groep
Soms is het gemakkelijker om eerst te overleggen in kleine groepjes om dan je mening te verkondigen in grote groep. Zet de leerlingen eerst apart in kleine groepjes, met een opdracht om over na te denken, en overloop dan de resultaten in grote groep.
Per twee (al wandelend)
Laat ze per twee een onderwerp bespreken. Zeg dat ze dat ze daar best wat tijd voor krijgen (geen speeddate) en dat ze ook zeker mogen doorvragen. Zet iedereen ook wat apart in de ruimte zodat ze niet gestoord worden door andere paren. Het is vaak interessant om beste vrienden niet bij elkaar te zetten. Als het mogelijk is, is het ook erg fijn om met z’n allen een ommetje te wandelen en ondertussen per twee met elkaar te discussiëren. Als ze echt uitgepraat zijn, kunnen ze wisselen.
Anoniem
Ze moeten hun eigen mening anoniem op een briefje schrijven. Daarna geven ze het af aan jou. Jij leest de briefjes voor, zodat ze elkaars handschrift niet kunnen herkennen. Deze gespreksvorm is ideaal als er echt weinig veiligheid is.
21
Het gesprek in goede banen leiden Vaak gebruiken jongeren de foute woorden om iets uit te drukken. Wanneer je voelt dat dit gebeurt, raden we je aan om wat gezegd is te herformuleren, in een sociaal aanvaardbare zin. Hierdoor kan je ervoor zorgen dat de ander zich in de eerste plaats minder aangevallen voelt. Ook zal de spreker hierdoor menselijker overkomen. Wanneer je iets herformuleert, check je eerst bij de leerling af of dat is wat hij/zij bedoelde. Zinnen herformuleren kan jongeren de ruimte geven om de dingen in een ander perspectief te zien. Daarnaast is het belangrijk van tijd tot tijd samen te vatten wat er gezegd wordt. Hierbij moet je niet alles herhalen. Bespreek de belangrijkste elementen die je mee kan nemen naar de toekomst. Samenvatten kan ervoor zorgen dat je niet in rondjes blijft lopen en dezelfde discussie opnieuw voert. Daarnaast geeft het weer hoever je al geraakt bent binnen het gesprek en welke weg je nog moet afleggen. Als de discussie op een heel ander spoor terechtkomt, kan je dat – als het interessant is – even laten gebeuren. Het blijft hierbij wel belangrijk om altijd weer terug te keren naar de oorspronkelijke piste, anders kan er verwarring ontstaan.
Blok emoties niet af, maar ga er ook niet in mee Het kan zijn dat het gesprek een aantal emoties losmaakt bij jongeren. Dat mag je als begeleiding niet afblokken, laat het maar gewoon gebeuren. Die emoties zitten in de jongeren en moeten eruit voor je verder kan. Afhankelijk van de emotie die iemand uit, ga je er anders mee om. Wanneer iemand bijvoorbeeld agressie of woede vertoont en zichzelf niet meer onder controle heeft, kan je die persoon best even afzonderen en laten afkoelen. Op die manier geef je die persoon ruimte om zijn of haar gedachten even op een rijtje te zetten en voorkom je dat de persoon in kwestie dingen zegt waarvan hij of zij later spijt zou krijgen. Zorg er op dat moment voor dat de groep niet de kans krijgt om achter de rug van die persoon te praten. Wanneer iemand begint te wenen, laat je best de tranen eruit komen. Verval wel niet in het stereotype waarbij je medelijden krijgt met het slachtoffer en automatisch zijn of haar kant kiest. Natuurlijk mag je die persoon wat kalmeren en een zakdoekje aanbieden.
Ten slotte Beleef vooral zelf veel plezier aan het gesprek. Dat straalt sowieso af op de leerlingen.
22
Achtergrondinformatie ter verdieping In Petto en Jong & Van Zin
Het welzijn van jongeren bevorderen is ons doel. Wij vangen vragen, problemen en ideeën op en zoeken naar antwoorden en oplossingen die voor alle jongeren nuttig zijn. Onze aanpak hierin is informeren en laten participeren. Om volwaardig te kunnen participeren, is een helder inzicht in alle informatie nodig. We vinden het onze opdracht om alle informatie over een vraag of probleem beschikbaar en begrijpelijk te maken voor de jongere. Participatie geeft jongeren een stem, waardoor ze vanuit hun eigen leefwereld antwoorden aanreiken en/of kwesties op de agenda plaatsen. Onze uitdaging is jongeren een even luide stem te geven als andere partners. Dat vertaalt zich concreet in de volgende acties: INFORMEREN: publicaties uitgeven voor en met jongeren VORMEN: vorming organiseren en geven, en vormingspakketten ontwikkelen ONDERZOEKEN: onderzoekswerk, dikwijls ter voorbereiding van een publicatie, van (welzijns) thema’s waarin jongeren centraal staan.
Connected of eenzaam? De vraag naar onderzoek over sociale cohesie en eenzaamheid is tegenwoordig groot. De wereld verandert sterk en dat heeft invloed op hoe we ons onderling verhouden. De evoluerende maatschappij leidt tot een paradoxale ontwikkeling: enerzijds zijn meer en meer mogelijkheden om verbonden te zijn met elkaar door de globalisering en de populariteit van sociale media en het internet. Anderzijds is er meer eenzaamheid, ook bij jongeren. In Petto deed een vragenonderzoek en bereikte daarmee ongeveer 1800 jongeren. Daarin gaf 68% van de jongeren toe al eens eenzaam te zijn, bijna 9% van de ondervraagden zegt zelfs dikwijls eenzaam te zijn. Enkele klanken uit ons jongerenpanel: “’Ik ben eenzaam.’ Dat zeg je gewoon niet makkelijk. Dus zeg je het alleen tegen mensen die je heel goed kent. Mensen van wie je weet dat je ermee kan praten. Het heeft ook te maken met het gevoel van: Ik ga mij niet gewonnen geven.” “Ik vind het moeilijk om over eenzaamheid te praten. Omdat... euh... anderen verwachtingen hebben van jou en dat je daar niet aan kan voldoen.”
23
Eenzaamheid is een taboe, zeker onder jongeren. Daarom kiest In Petto ervoor om dat taboe te doorbreken en het onderwerp bespreekbaar te maken. Er zijn twee categorieën eenzaamheid te onderscheiden: subjectieve en objectieve eenzaamheid. De eerste soort is ongewenst voor de betrokkene, maar de persoon kan er zelf niet aan ontsnappen. Dit is een zeer intensieve vorm van eenzaamheid. De objectieve kant van het verhaal focust niet op het gevoel maar op de eerder rationele kant: de grootte van het netwerk van de persoon. Voor de interactie tussen die twee categorieën is het mogelijk om een ‘typologie van sociale contacten’ op te stellen (Hortulanus, Machielse & Meeuwesen, 2003): 1. De sociaal weerbaren: dat zijn mensen met veel contacten die zich daar ook goed bij voelen. 2. De eenzamen: mensen die zich ondanks hun vele contacten erg eenzaam voelen. 3. De contactarmen: mensen met weinig contacten die daarmee wel tevreden zijn. 4. De sociaal geïsoleerden: mensen met weinig contacten die zich daar erg eenzaam onder voelen. Dit is de groep die het minst zichtbaar is. De vraag is: hoe ontstaat eenzaamheid? Eerder in deze bespreking werd de paradox ‘verbondenheid/eenzaamheid’ al eens benoemd, maar wat is hier precies de oorzaak van? De hedendaagse ontwikkeling die hier wel mogelijk verantwoordelijk voor is, is individualisering. Onze keuzevrijheid wordt groter, wat leidt tot meer onzekerheid en zelfs keuzedwang. Jongeren krijgen de verantwoordelijkheid om zelf te beslissen wat ze met hun leven willen aanvangen. Iedereen is verantwoordelijk voor hun eigen geluk, wat voor veel persoonlijke angst en twijfel kan zorgen. Door de individualisering worden jongeren op zichzelf teruggeworpen, waardoor ze alleen blijven zitten met die angst en twijfels. Het gemeenschapsgevoel van het kleine dorp is niet meer. Juist omdat sociale contacten niet meer vanzelfsprekend op buurtniveau plaatsvinden, worden andere netwerken zoals vriendschapsbanden, verenigingsleven en virtuele netwerken belangrijker (de Hart, Knol, Maas – de Waal, & Roes, 2002). Die trend zorgt ervoor dat er andere sociale vaardigheden nodig zijn. Contacten leggen wordt een arbeid, minder iets wat toevallig ontstaat. Dat zorgt ervoor dat diegenen die minder sterk zijn in ‘smalltalk’ en netwerken gemakkelijker uit de boot vallen. Meer dan ooit is er dus een drang naar verbondenheid, ook bij de jongeren. Een klasgroep is nog een van de weinige microgemeenschappen, maar ook die is niet gevrijwaard van eenzaamheid. De leerlingen brengen veel tijd door met elkaar, maar ook dat is geen gegarandeerd recept voor verbondenheid. In Petto gelooft dat open en eerlijk praten over eenzaamheid en verbondenheid de onderlinge verhoudingen juist ten goede kan komen. Ons onderzoeksrapport ‘Connected’ vind je volledig en gratis op www.inpetto-jeugddienst.be. Daarin vind je alle cijfers over thema’s als vertrouwen, diversiteit, eenzaamheid en verbondenheid. Hieronder vind je ook enkele literatuurtips, websites en verwijsadressen.
24
Interessante literatuur ✚ Bauman, Z. (2007) Liquid Times. Living in an Age of Uncertainty. Cambridge: Polity Press. ✚ Baumrind, D. (1978). Parental disciplinary patterns and social competence in children. Youth And Society, 9(3), 239-276. ✚ CBS (2008). ‘Vaardigheid Nederlandse internetter middelmatig.’ In: Webmagazine, maandag 3 maart 2008. ✚ Currie, C., Roberts, C., Morgan, A., Smith, R., Settertobulte, W., Samdal, O., & V. Barnekow ✚ Rasmussen. (2004). Young people’s health in context: Health behaviour in school-aged children. (HBSC) study: international report from the 2001/2002 survey. WHO: Denmark. ✚ Feldman, R. S. (2008). Adolescence. Upper Saddle River, N.J.: Pearson. ✚ Harchaoui, S. (2008). Jongeren in Nederland: Hun tevredenheid en geluk. Utrecht: Forum. ✚ Mead, M. (1970). Culture and Commitment: A Study of the Generation Gap. Garden City, New York: Natural History Press/Doubleday. ✚ Prins, M. (2008). De deugd van tegenwoordig. Nijmegen, Radboud Universiteit Nijmegen. ✚ Soenen,R. (2001). Diversiteit in verbondenheid. (Derde versie van de paper in het kader van de Task Force Leven in de stad: thema ‘sociale cohesie en etnische diversiteit’). Unizo. www.unizo.be/images/res299713_16.pdf ✚ Steinberg, L. (2008). Adolescence. (achtste editie) London: McGraw Hill. ✚ Van Tilburg, T., De Jong Gierveld, J. (2007) Zicht op eenzaamheid: achtergronden, oorzaken en aanpak. Van Gorcum. ✚ Unicef (2007). Child poverty in perspective: An overview of child well-being in rich countries. Innocenti Report Card 7. Florence: UNICEF Innocenti Research Centre. www.unicef.org/ media/files/childpovertyreport.pdf
Hulpverlening ✚ www.jeugdadviseurs.be ✚ www.jac.be
Interessante links ✚ www.atv.be/item/eenzaamheid-het-laatste-taboe-bij-de-facebookgeneratie
25
Vakoverschrijdende eindtermen Gemeenschappelijke stam
Communicatief vermogen ✚ Belangrijke elementen van communicatief handelen in de praktijk brengen Flexibiliteit ✚ Bereid zijn zich aan te passen aan wisselende eisen en omstandigheden Communicatief vermogen ✚ Belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk brengen Creativiteit ✚ Originele ideeën en oplossingen kunnen ontwikkelen en uitvoeren ✚ Zelf stappen ondernemen om vernieuwingen te realiseren Empathie ✚ Rekening houden met de situatie, opvattingen en emoties van anderen Exploreren ✚ Leerkansen benutten in diverse situaties Initiatief ✚ Zich spontaan engageren Kritisch denken ✚ Gegevens, handelswijzen en redeneringen ter discussie kunnen stellen aan de hand van relevante criteria ✚ Bekwaam zijn om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken ✚ Onderwerpen kunnen benaderen vanuit verschillende invalshoeken Mediawijsheid ✚ Alert omgaan met media ✚ Doordacht participeren aan publieke ruimte via media Open en constructieve houding ✚ De eigen mening over maatschappelijke gebeurtenissen en trends toetsen aan verschillende standpunten Respect ✚ Zich respectvol gedragen Samenwerken ✚ Actief bijdragen tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen Spreken/gesprekken voeren (specifiek gericht op het vak Nederlands) Verantwoordelijkheid ✚ Verantwoordelijkheid opnemen voor het eigen handelen, in relaties met anderen en in de samenleving
26
Zelfbeeld ✚ Een eigen identiteit ontwikkelen tot authentiek individu, behorend tot verschillende groepen Zelfredzaamheid ✚ Een beroep doen op maatschappelijke diensten en instellingen ✚ Gebruik maken van de gepaste kanalen om vragen, problemen, ideeën of meningen kenbaar te maken Zorgzaamheid ✚ Omgaan met verscheidenheid ✚ Zorg dragen voor de toekomst van zichzelf en de ander Context: mentale gezondheid ✚ Zich kunnen uiten over en respectvol omgaan met vriendschap, verliefdheid, seksuele identiteit en geaardheid, seksuele gevoelens en gedrag ✚ Zich weerbaar opstellen Context: socio-relationele ontwikkeling ✚ Het bestaan van gezagsverhoudingen en het belang van gelijkwaardigheid, afspraken en regels in relaties erkennen ✚ Verschillen accepteren en belang hechten aan respect en zorgzaamheid binnen een relatie ✚ Vooroordelen, stereotypering, ongepaste beïnvloeding en machtsmisbruik doorprikken ✚ Onbevangen en constructief hun wensen en gevoelens uiten binnen relaties en hierin grenzen stellen en aanvaarden ✚ Naar constructieve oplossingen zoeken voor conflicten ✚ Ongelijk kunnen toegeven en zich verontschuldigen Context: socioculturele samenleving ✚ De dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen beschrijven ✚ Constructief omgaan met verschillen tussen mensen en levensopvattingen
27