Functiefamilie:
COLLECTIEBEHEER D
Niveau Doel van de functiefamilie
Ondersteuning bieden bij het beheer van collecties om deze in een goede staat te houden. Het in ontvangst nemen en hanteren van collectievoorwerpen, de tentoonstellingsruimtes onderhouden en deelnemen aan de opbouw/ afbraak van deze ruimtes. Voorbeelden van functies: Collectiebeheerder, assistent Resultaatsgebieden Belangrijkste resultaatsgebieden Als medewerker- collectiebeheerder de collectiestukken hanteren en in gereedheid brengen. Het gaat met name om de volgende taken: De voorwerpen in ontvangst nemen Onderzoeken in welke staat de voorwerpen zijn De voorwerpen inpakken in geval van overbrenging De collectievoorwerpen verplaatsen Schade aan de voorwerpen noteren en/of signaleren Als medewerker -collectiebeheerder de tentoonstellingsruimten onderhouden teneinde deze in een optimale staat te houden voor de bezoekers. Het gaat met name om de volgende taken: De vitrines in de tentoonstellingsruimtes onderhouden De tentoonstellingsruimtes onderhouden Meewerken aan de opbouw en afbraak van de tentoonstellingsruimtes Wijzen op de noodzaak van kleine herstellingen Toezicht houden op de temperatuurs-/vochtigheidsomstandigheden in de tentoonstellingsruimtes Controleren of de vitrines gesloten zijn / of de collectievoorwerpen niet toegankelijk zijn Overige resultaatsgebieden Als verantwoordelijke voor de rangschikking van bepaalde voorwerpen Voorwerpen rangschikken volgens de regels die van kracht zijn Een voorwerp zoeken op vraag van wetenschappers / bezoekers De voorwerpen opnieuw rangschikken na raadpleging Jaarlijks de aanwezigheid van de voorwerpen controleren
Als administratief medewerker -
De signalementfiches digitaliseren Bepaalde collecties digitaliseren (bestanden fotograferen en opslaan) Uitgangs- en toegangsbonnen opstellen Stukken op een informaticadrager inventariseren
Beslissingsbevoegdheden •
• • •
Is verantwoordelijk voor een personeelsbestand van: Aantal directe medewerkers: 0 Totaal aantal directe en indirecte medewerkers: 0 Niveaus waaraan men leiding geeft: 0 Graden waaraan men leiding geeft: / Is verantwoordelijk voor een budget van: Kan autonoom beslissen over: zeer beperkte actievrijheid: de vrijheid binnen de functie is erg beperkt door de procedures en reglementeringen die nageleefd moeten worden. Moet toestemming vragen aan de directie i.v.m. alles wat afwijkt van de normale procedures en specifieke richtlijnen waarbinnen de taken worden uitgeoefend.
PC-vaardigheden of specifieke opleiding: •
Te bepalen
Competenties: Omgaan met Informatie
X Begrijpen Informatie verwerken Analyseren Integreren
Omgaan met Taken
X Taken uitvoeren Werk structureren Problemen oplossen Beslissen
Vernieuwen
Organiseren
Conceptualiser en
Sturen
Inzicht in de organisatie Visie ontwikkelen Kerncompetenties
Besturen van de organisatie Ondernemen
Leiding geven
X Leren
Interpersoon-lijke relaties
Persoonlijk functioneren
X Communiceren
X Inschikkelijkheid tonen Zich aanpassen
Ondersteunen
Actief luisteren
Direct aansturen Motiveren
In team werken
Coachen/ontwi kkelen Bouwen van teams Teams aansturen Inspireren
Servicegericht handelen Adviseren Beïnvloeden
Betrouwbaarheid tonen Inzet tonen Stressbestendig heid tonen Zichzelf ontwikkelen
Relaties bouwen Netwerken
Doelstellingen halen Organisatie betrokkenheid
X Samenwerken
X Loyaal handelen
X Dienstbaarheid
X Resultaatsgerich theid tonen X Zichzelf ontwikkelen
OMGAAN MET INFORMATIE Begrijpen Begrijpen betekent het begrijpen van elementaire zaken, het kunnen omgaan met ambigue informatie en het correct inschatten van eigen kennis Gedragsindicatoren: • • • • • •
Begrijpt elementaire instructies Vat snel elementaire begrippen Levert goed werk, zelfs als hij/zij hiervoor niet alle uitleg gekregen heeft Weet wanneer hij/zij anderen meer informatie moet vragen Levert de gevraagde inlichtingen-documenten-diensten Schat correct in of hij/zij de ontvangen instructies begrepen heeft
OMGAAN MET INFORMATIE Taken uitvoeren Taken uitvoeren betekent het gebruiken van de beschikbare hulpmiddelen en het zelfstandig, correct en systematisch uitvoeren van manuele en repetitieve taken Gedragsindicatoren: • • • • •
Voert eenvoudige repetitieve taken op een zelfstandige onafhankelijke manier uit Volgt de geldende voorschriften bij het uitvoeren van repetitieve taken Gebruikt de technische hulpmiddelen op een correcte manier Gebruikt de juiste technische hulpmiddelen voor het uitvoeren van de taken Verplaatst - rangschikt de objecten volgens de aanvragen van conservators of anderen
LEIDING GEVEN Leren Leren betekent het op een formele of informele manier tonen, overbrengen en delen van kennis, expertise en werkwijzen Gedragsindicatoren:
• • • • •
Geeft zijn/haar kennis en ervaring op de werkplek door aan minder ervaren collega’s Demonstreert handelingen en werkwijzen Legt aan collega’s uit hoe ze een taak efficiënter kunnen uitvoeren Deelt zijn/haar ervaring en aanpak met collega’s Toont hoe de dingen gedaan moeten worden
INTERPERSOONLIJKE RELATIES Communiceren Communiceren betekent zich vlot en genuanceerd verbaal, geschreven en non-verbaal uitdrukken Gedragsindicatoren • Spreekt duidelijk • Gebruikt de juiste woorden als hij/zij iets mondeling moet overbrengen • Vult documenten in zonder taalfouten • Schrijft zonder spellingsfouten • Gebruikt kleur, onderstrepingen, opsommingtekens, … om structuur aan te brengen
Kerncompetentie “Samenwerken” Samenwerken betekent zich identificeren met het team; kennis en informatie op een transparante manier en dienstoverschrijdend delen en de teamgeest bevorderen teneinde mee te werken aan het behalen van afgesproken teamresultaten Gedragsindicatoren: • Integreert zich gemakkelijk in het bestaande team • Stimuleert het vriendschappelijk klimaat binnen de groep • Vindt de teamgeest zeer belangrijk • Houdt rekening met de opmerkingen van collega’s • Past zijn/haar uren aan in overleg met het team • Tracht tot een consensus te komen met de andere teamleden
Kerncompetentie “Dienstbaarheid” Dienstbaarheid betekent geloofwaardigheid verwerven door ten dienste te staan van de interne klant en/of burger, hem/haar steeds met respect te behandelen en zijn/haar vragen steeds op een transparante, integere en objectieve wijze behandelen. Gedragsindicatoren: • Boezemt de interne klant en/of de burger vertrouwen in door zijn/haar vakkundige aanpak • Schenkt aandacht aan een goede relatie met de interne klant en/of de burger • Biedt een concrete oplossing voor het probleem van een interne klant en/of van een burger • Reageert snel als de interne klant en/of de burger met een klacht komt • Behandelt elke interne klant en/of burger op dezelfde, objectieve wijze
PERSOONLIJK FUNCTIONEREN Inschikkelijkheid tonen Inschikkelijkheid tonen betekent zich openstellen voor anderen en hun ideeën, het instemmen met en aanvaarden van procedures en instructies Gedragsindicatoren: • Staat open voor alternatieve methodes en werkwijzen • Aanvaardt de regels en procedures in de organisatie • Volgt de geldende regels in de organisatie op een correcte wijze
• •
Volgt de instructies op Doet wat door de chef gevraagd wordt
Kerncompetentie “Loyaal handelen” Loyaal handelen betekent het loyaal ondersteunen, uitdragen en uitvoeren van genomen beslissingen met behoud van een constructief kritische geest ten overstaan van die beslissingen. Gedragsindicatoren: • Voert de beslissingen op precieze wijze uit • Toont respect voor zijn oversten • Aanvaardt de aanvragen van externe gebruikers • Raadpleegt zijn/haar overste wanneer er van de procedure afgeweken wordt • Voert uit wat binnen het team of door de chef beslist is • Verdedigt de beslissingen die binnen het team zijn genomen, ook als hij/zij er persoonlijk niet (volledig) mee akkoord gaat • Deelt voorstellen tot verbetering mee op het daartoe aangepaste forum via het meest geschikte kanaal
Kerncompetentie “Resultaatgerichtheid tonen” Resultaatgerichtheid tonen betekent de inzet, de wil en de ambitie tonen om resultaten te boeken door doel- en oplossingsgericht alle nodige acties en initiatieven te nemen binnen de vooropgestelde deadlines en er steeds de volle verantwoordelijkheid voor op te nemen. Gedragsindicatoren: • Investeert tijd en energie om goed werk te leveren • Controleert of zijn/haar werk beantwoordt aan de meest strikte kwaliteitsnormen • Levert ook bij routinewerkzaamheden de nodige inspanning om het werk te voltooien • Houdt vol tot de taak is afgewerkt • Zet door, ondanks mentale en/of fysieke vermoeidheid
Kerncompetentie “Zichzelf ontwikkelen” Zichzelf ontwikkelen betekent open staan voor en zich flexibel aanpassen aan veranderingen en zich continu nieuwe vaardigheden en kennis eigen maken in functie van de professionele noden en in het kader van het actief plannen van de eigen groei. Gedragsindicatoren: • Volgt de opleidingen die hem/haar voorgesteld worden • Vraagt zelf naar bijscholing • Praat met mensen om zijn/haar loopbaan te plannen • Zoekt uit waar hij/zij nog iets kan bijleren over het eigen functioneren • Zoekt naar eigen sterktes en zwaktes