COALITIE-AKKOORD 2002 - 2006
PvdA
Coalitie-akkoord DOS-SPV-PvdA
INHOUD 1
Inleiding
3
2
Middelen
4
3
4
2.1
Personeel en organisatie
4
2.2
Financiën
4
Omgeving
5
3.1
Openbare orde en veiligheid
5
3.2
Ruimtelijke Ordening en Grondzaken
5
3.3
Natuur- en milieubeleid (incl. groen)
5
3.4
Volkshuisvesting
6
3.5
Verkeer en vervoer
6
3.6
Openbare Werken
6
Welzijn
7
4.1
Algemeen welzijnsbeleid
7
4.2
Kunst en cultuur
7
4.3
Doelgroepenbeleid
7
4.4
Accommodatie- en gebouwenbeleid
8
4.5
Toerisme, recreatie en sport
8
4.6
Subsidiebeleid
9
5
Onderwijs, Educatie en kinderopvang
10
6
Sociaal Economisch Beleid en Volksgezondheid
11
6.1
Arbeidsmarktbeleid
11
6.2
Sociaal beleid
11
6.3
Bedrijven
11
6.4
Volksgezondheid
12
2 / 12
Coalitie-akkoord DOS-SPV-PvdA
1
INLEIDING
Coalitiepartijen DOS, PvdA en SPV bieden hierbij het Bestuursakkoord 2002-2006 aan. Teamwerk en samenwerking zijn de sleutelbegrippen om beleidsvoornemens met succes ten uitvoer te brengen. Dat geldt zowel voor beheersmatige-, alsook voor projectmatige zaken. Dit akkoord is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met betrokkenen. In eerste instantie in een zeer brede bezetting met meerdere politieke partijen. Met behoud van de oorspronkelijke inbreng zijn uiteindelijk de drie bovengenoemde partijen, na overleg met de Burgemeester, tot het voorliggende stuk gekomen. Met recht kunnen we spreken van een breed gedragen beleidsdocument. Inmiddels is dit akkoord aan het managementteam gepresenteerd. Vanwege de invoering van het duale stelsel heeft dit document een andere status gekregen. De gemeenteraad heeft onder het duale bestel een kaderstellende en controlerende taak. Met het accorderen van dit Bestuursakkoord geeft de Raad in feite het beleidskader aan waarbinnen het College, inmiddels ontvlecht van de Raad, mag en moet besturen. Daarbinnen krijgen Burgemeester en Wethouders de nodige speelruimte om de door de Raad gestelde beleidsdoelen te bereiken. Mede om die reden is voor een Bestuursakkoord in algemene bewoordingen gekozen. Detail is zoveel mogelijk vermeden, algemene beleidsdoelstellingen daarentegen wel controleerbaar geformuleerd. Structuur, transparantie en interne communicatie zijn cruciaal bij een constructieve samenwerking binnen de Gemeenteraad, tussen Raad en College, tussen College en ambtelijk apparaat en tussen ambtenaren onderling. Dit is de grondslag voor een kwalitatieve dienstverlening. Daarmee is het belang van deze gemeente en haar inwoners gediend. Inspraak en overleg met alle betrokkenen dienen vanzelfsprekend te zijn, evenals samenwerking binnen de regio. De gemeente Stein heeft zich steeds een groot voorstander van regionale samenwerking getoond. Met de komst van de Regiovisie voor de Westelijke Mijnstreek scheppen we een formeel kader waarbinnen de centrumgemeente en de ommelanden in elkaar aanvullende en elkaar versterkende zin worden gepositioneerd. Deze regionale samenwerking versterkt onze positie ten opzichte van provinciale en landelijke krachten, zoals in een lobby ter financiële ondersteuning van projecten in en voor deze regio. Goede communicatie is ook hierbij van cruciaal belang. De Structuurvisie ‘Stein op weg naar 2015’ heeft als leidraad gefungeerd voor dit Bestuursakkoord. Maatschappelijk, bestuurlijk en ambtelijk draagvlak, verkregen via een gedegen interactief voorbereidingsproces, ligt in dit document voldoende besloten. De projecten benoemd in de Structuurschets 2015 vragen vanuit de integrale visie die daaraan ten grondslag ligt nog een nadere concrete uitwerking. Prioritering, fasering en financiële onderbouwing gaan hiermee gepaard. Met het voorliggende Bestuursakkoord zijn richtinggevende keuzes gemaakt, of in de vorm van concreet uit te voeren plannen, of in de vorm van een op te starten haalbaarheidsonderzoek. Politiek-bestuurlijke wensen dienen realiseerbaar te zijn. Een haalbaarheidsonderzoek zal in een aantal gevallen noodzakelijk zijn. Een financiële doorrekening van dit Bestuursakkoord is/wordt gemaakt teneinde zo spoedig mogelijk aan het begin van deze bestuursperiode de nodige duidelijkheid te scheppen. Vernieuwing vinden we ook terug in dit Bestuursakkoord. We gaan werk maken van de Structuurschets 2015. Stein is een beheergemeente. Mede daarom kiezen we voor kwaliteitsimpulsen. Op financieel gebied staan we voor een transparant beleid, gebaseerd op het afsprakenkader met de Provincie. Op het punt van de personele organisatie hebben zich reeds vernieuwingen in structuur afgetekend. Dit krijgt een organisatiebreed vervolg. Maar ook in de cultuur, de omgang met elkaar, gaan we de zaken anders aanpakken. Projectmatig werken op contractsbasis met heldere doorzichtige projectstructuren en duidelijke ijkmomenten voor College en voor de Raad is niet langer uitzondering maar regel. Daarbij moeten we vooral niet ons doel uit het oog verliezen dat onze gemeente gediend is met personeel met hart voor de zaak en onze burger. Kwaliteit, communicatie en transparantie zijn immers de sleutelbegrippen in een goede en gezonde organisatie. Tenslotte: dit coalitie-akkoord wordt uitgewerkt in een meerjarig collegeprogramma, vast te leggen in de begroting 2003 en volgende jaren. 3 / 12
Coalitie-akkoord DOS-SPV-PvdA
2
MIDDELEN
2.1 Personeel en organisatie De gemeentelijke organisatie is er om voor de inwoners en het bestuur een goede dienstverlening te leveren. Verplichte taken en gewenste ambities dienen in evenwicht te zijn met de kwantitatieve en kwalitatieve formatie. Klant- en servicegerichtheid staan hierbij voorop. Om deze te optimaliseren maken wij gebruik van een aantal instrumenten: • Inrichten van efficiënte werkprocessen, werving van kwalitatief goed personeel, samenwerking met andere gemeenten en instanties, privatisering of uitbesteding van werkzaamheden. • Adequate aan de Arbo-wet toetsbare huisvesting. • Flexibilisering van uitstroom van oudere werknemers en het doelgericht terugdringen van het ziekteverzuim. • De resultaten van het benchmark-onderzoek. • Werken aan een goede employability. Met betrekking tot de huisvesting wordt onderzocht hoe deze ook op de langere termijn geoptimaliseerd kan worden.
2.2 Financiën Verplichte taken en het gewenste ambitieniveau veronderstellen een duurzaam financieel beleid. De begroting moet sluitend zijn, ook in meerjarig perspectief, en het kostenniveau wordt continu en adequaat beheerst. Structurele uitgaven dienen gedekt te zijn door structurele middelen. Het met de Provincie Limburg overeengekomen afsprakenkader wordt in concreet beleid vertaald. De realisering van deze afspraken zal in overleg met de Provincie op een gefaseerde wijze plaatsvinden. Indien verplichte taken en gewenste ambities belastingverhoging vereisen, dan zal dat aan de inwoners goed duidelijk gemaakt moeten worden. De door de raad geaccordeerde sectorbudgetten (beleidsproducten) zijn taakstellend. De individuele portefeuillehouders dragen daarvoor de verantwoordelijkheid en zijn hierop aanspreekbaar. Management en budgethouders bewaken dit proces en rapporteren hieromtrent aan de portefeuillehouders. De hieruit voortvloeiende deregulering en onbureaucratisering moet leiden tot efficiëntieverhoging. Ten behoeve van een goede budgetbewaking worden financiële cycli maandelijks op peil gebracht. Uitgangspunt van ons beleid blijft het 100% kostendekkend tarief voor rioolrecht en afvalstoffenheffing; het OZB-tarief wordt bepaald op basis van de uitwerking van dit akkoord in de begroting vastgelegd meerjarenprogramma. Ten aanzien van lage inkomensgroepen blijft het belastingvrijstellingsbeleid van toepassing; de uitvoeringsmaatregelen worden doorgelicht op hun bureaucratisch gehalte om de kosten te verlagen.
4 / 12
Coalitie-akkoord DOS-SPV-PvdA
3
OMGEVING
3.1 Openbare orde en veiligheid Onveiligheid in objectieve zin, maar ook de onveiligheidgevoelens worden met alle mogelijke middelen bestreden. Hiertoe zijn/worden wettelijke regels ontwikkeld (algemene Plaatselijke Verordening, verkeersbesluiten, brandveiligheidseisen, etc.), maar treden we ook preventief en repressief op. Handhavers (politie, rijksoverheid, provincie, gemeente, waterschap en zuiveringschap) moeten meer en structureel samenwerken. Maar ook maatschappelijke organisaties en burgers dienen hierbij betrokken te worden. De brandweer dient samen met de gemeente scherp toe te zien op de naleving van brandpreventievoorschriften. De actieve bestrijding van brand en andere calamiteiten is alleen mogelijk door de inzet van voldoende, goed toegerust personeel. Bij grote branden of andersoortige grootschalige calamiteiten is samenwerking, goed aangestuurd vanuit de alarmcentrale hard nodig. Het hebben van actuele rampenplannen en goed geoefende en op elkaar afgestemde brandweer, politiecorps en geneeskundige hulptroepen zijn onontbeerlijk. Deze behoren op peil gehouden te worden. Water- en modderoverlast in Catsop wordt voorkomen, c.q. beperkt door in samenwerking met Waterschap Roer en Overmaas, provincie Limburg en LLTB zorg te dragen voor voldoende waterbuffer en het tegengaan van erosie. Verdieping en verbreding van de Maas zullen er voor zorgen dat de overstromingsrisico’s afdoende bestreden worden. Daarnaast moet er ook meer hemelwater opgenomen worden in de bodem (infiltratie).
3.2 Ruimtelijke Ordening en Grondzaken Basis voor de ruimtelijke ordening is de door de Raad in april 2001 vastgestelde Structuurvisie “Op weg naar 2015”. Deze wordt tot Structuurplan verheven. Ten aanzien van de ordening (van het gebruik) van de ruimte ligt veel in het verleden besloten. Her en der is een kwaliteitsverbetering nodig, waarbij zo nodig ingezet moet worden op verandering en nieuwe structuren. De bestemmingsplannen ouder dan 10 jaar worden geactualiseerd. Beeldkwaliteitsplannen blijven inzet voor stedenbouwkundige ontwikkelingen. Bij het nieuw te vormen welstandstoezicht wordt gestreefd naar meer openheid en transparantie. “Grondzaken” is geen beleidsmatig sturende factor, maar dienstig aan hetgeen beleidsmatig op het gebied van de ruimtelijke ordening wordt gewenst. Strategische aankopen en verkoop van gemeenteeigendommen moeten binnen dat beleid passen. Kostenbeheersing en risicobeperking staan daarbij voorop. Jaarlijks wordt een actueel totaaloverzicht van de exploitaties verstrekt.
3.3 Natuur- en milieubeleid (incl. groen) Met de Structuurschets 2015 als basis dient er een integraal milieubeleidsplan 2002-2006 opgesteld te worden. Het bestaande groen moet beschermd worden en waar nodig een kwaliteitsimpuls krijgen. Natuurontwikkeling, waaronder aanleg en verbetering van ecologische verbindingszones, wordt eveneens nagestreefd. Het gemeentelijke groenstructuur en –beheersplan, maar ook subsidies en publiek-private samenwerking worden daartoe ingezet. Zo wordt de mogelijkheid onderzocht om in overleg met het Anton Jurgensfonds te komen tot een publiek-private beheerstructuur voor het kasteelpark Elsloo e.o.. Bewustwording en beleving van natuur moeten zo breed mogelijk worden uitgedragen. Milieuhinderlijke bedrijven worden zoveel mogelijk uit de woonbuurt geweerd, dan wel daaruit verplaatst. Afvalinzameling vindt plaats volgens de principes van preventie en scheiding. Jaarlijks wordt de afvalnota geëvalueerd. Energiebesparing is en blijft de inzet voor de komende jaren. Het gebruik van alternatieve energiebronnen en secundaire grondstoffen wordt bevorderd. De vervuilingsgraad - visueel, bodem, grond- en oppervlaktewater, verkeer, geluid – is hoog te noemen; een stand still-beginsel moet worden nagestreefd.
5 / 12
Coalitie-akkoord DOS-SPV-PvdA
3.4 Volkshuisvesting Op de woningmarkt heeft de gemeente een initiërende en faciliterende taak. Vanuit die rol streven wij ernaar van Stein een kwalitatief hoogwaardige groene woongemeente te maken. De actuele woningbehoefte wordt nader onderzocht. De resultante van dit onderzoek vormt de basis voor het Volkshuisvestingsplan 2002-2006. Regionale afstemming en publiek-private samenwerking zijn daarbij van groot belang. Naast adequate huisvesting van senioren, gaat onze aandacht ook uit naar jongere gezinnen en jongeren, teneinde bij te dragen aan een evenwichtige(r) bevolkingsopbouw. We beogen een evenredig aandeel in de regionale behoefte aan zorgwoningen te realiseren en dragen mede zorg voor adequate huisvesting van gehandicapten en de uitbreiding van verpleeghuisbedden. Het eigen woningbezit behoeft verdere stimulans, maar daarnaast achten wij het de taak van de woningcorporaties om de kernvoorraad en betaalbare voorraad in de sector huurwoningen af te stemmen op de behoefte. We stimuleren de bouw van en het verbouwen tot levensloopbestendige woningen en het duurzaam bouwen plus. Leefbaarheid en levensvatbaarheid van de kleine kernen heeft onze aandacht en pleit voor het behouden en creëren van voorzieningen, die langer wonen in de vertrouwde omgeving mogelijk maken.
3.5 Verkeer en vervoer In het kader van ‘duurzaam veilig’ moet in Stein getracht worden fietser en voetganger ten opzichte van de automobilist (nog) meer bescherming te bieden. Een goede en herkenbare (hiërarchie in de) wegenstructuur is daarvoor nodig. 30 km-zonering, veilige schoolroutes en goede straatverlichting dragen eveneens bij aan die veiligheid. Ter zake wordt het beleid in samenspraak met betrokkenen geëvalueerd en verder ontwikkeld. Tevens heeft de gemeente een initiërende, stimulerende en faciliterende rol op het gebied van communicatie, voorlichting en educatie om de veiligheid van het verkeer en het verkeersgedrag positief te beïnvloeden. Ter ontlasting van de wegen is transport per spoor en over water nodig. De gemeente werkt waar mogelijk mee aan de bevordering van vervoer over water en spoor. Openbaar vervoer moet van overheidswege gestimuleerd worden. Het collectief vraagafhankelijk vervoer is daar een duidelijk voorbeeld van. We promoten deze vorm van vervoer en evalueren periodiek de kwantiteit en kwaliteit ervan. Controle en handhaving van verkeersmaatregelen vormen in onze contacten met de politie een bijzonder punt van aandacht.
3.6 Openbare Werken De Gemeenteraad stelt het gemeentelijk rioleringsplan zo spoedig mogelijk vast, waarna dit volgens planning ten uitvoer wordt gebracht. We beogen daarbij het milieurisico tot een minimum te beperken. Woningen in het buitengebied, die niet op het rioolstelsel (kunnen) worden aangesloten, moeten via de individuele behandeling van afvalwater aan de wettelijke verplichtingen voldoen. De planningen met betrekking tot riool- en wegonderhoud worden op elkaar afgestemd. Om redenen van bereikbaarheid van gebouwen en voorzieningen worden trottoirs bij kruispunten en wegovergangen verlaagd ten behoeve van o.a. rolstoel- en rollatorgebruikers.
6 / 12
Coalitie-akkoord DOS-SPV-PvdA
4
WELZIJN
4.1 Algemeen welzijnsbeleid De sector welzijn is erg veelzijdig. De gemeente Stein is op nagenoeg alle fronten van de brede welzijnssector actief. Het is van groot belang dat al die facetten van het welzijnsbeleid in hun onderlinge samenhang nu worden vastgelegd in een nieuwe actuele nota. Daarin wordt bij wijze van nadere uitwerking van de structuurschets vastgelegd hoe wij het welzijnsbeleid naar de toekomst vorm en inhoud willen gaan geven. De gemeentelijke visie, de samenhang en de kaders waarbinnen wij op het gebied van welzijn in de toekomst gaan opereren worden op die manier in een overzichtelijk document vastgelegd. De totstandkoming van de nota welzijnsbeleid dient een interactief proces te zijn.
4.2 Kunst en cultuur De voornaamste gemeentelijke zorg in het cultuurbeleid is het scheppen van voorwaarden voor de ontwikkeling en instandhouding van culturele voorzieningen, waarbij wij vooral waarde hechten aan cultuuruitingen waarin de typische eigenheid en grote verscheidenheid op het gebied van cultuur en volkskunst uit deze streek voldoende tot uitdrukking komen. Uiteraard staan wij ook open voor nieuwe ontwikkelingen. Daarom willen we participeren in het Actieprogramma Cultuurbereik van de provincie Limburg. De huidige cultuurnota en de nota “kunst in de openbare ruimte” worden in goed overleg met belanghebbenden geactualiseerd. Voorts komt er een restauratie- en onderhoudsprogramma voor kleine monumenten. Bibliotheekwerk De ingezette lijn met betrekking tot de herpositionering van het bibliotheekwerk wordt in goede samenwerking met het lokale bestuur en in regionaal en provinciaal verband doorgezet. Wij hechten er grote waarde aan dat de lokale belangen binnen de afgesproken kaders zo goed als mogelijk behartigd worden.
4.3 Doelgroepenbeleid We zijn voorstander van integraal jeugdbeleid. Dat betekent dat jeugdbeleid breed aangepakt moet worden, zowel preventief als curatief. De gemeente moet bijdragen aan de randvoorwaarden zodat jongeren zich zo goed mogelijk kunnen ontplooien. Daarbij horen zaken als sportstimulering, voldoende speelgelegenheden, adequate jongerencentra, het stimuleren van kunst en cultuur onder jongeren, buurtnetwerken en een gericht subsidiebeleid. Daar waar het met jongeren fout dreigt te gaan moet bijgestuurd worden. Op plekken in onze gemeente waar daadwerkelijk overlast van jongeren ondervonden wordt zal de gemeente in samenwerking met de betrokken partijen tot een aanvaardbare oplossing trachten te komen. Ook dat vraagt echter om goede randvoorwaarden. De evaluatie en de actualisatie van het jeugd en jongerenbeleid zal samen met de jongeren worden afgerond. Stein vergrijst snel. Dat vraagt om aandacht. Het gemeentelijk beleid dient erop gericht te zijn om op alle terreinen voorwaarden te scheppen, waardoor senioren verantwoord hun zelfstandigheid zolang mogelijk kunnen bewaren. De nota ‘Ouderenbeleid’ wordt geëvalueerd en geactualiseerd. De ouderen die slecht ter been zijn mogen geen problemen ondervinden van allerlei obstakels bij het zich verschaffen van toegang tot gebouwen. De gemeente stimuleert initiatieven met betrekking tot de totstandkoming van een klussendienst ten dienste van ouderen. We denken hierbij aan de uitvoering van kleine handelingen die nu vaak niet verricht worden. Het project ouderenadviseurs is een uitstekend initiatief gebleken. Wij zijn van mening dat de gemeente op zoek moet naar nog meer vrijwilligers, om daardoor de grote groep ouderen binnen onze gemeente sneller te bereiken.
7 / 12
Coalitie-akkoord DOS-SPV-PvdA
Arbeid voor gehandicapten is een belangrijk actiepunt. We blijven ons inzetten om weerstanden weg te werken. De wachttijden voor woningaanpassingen in het kader van de WVG dienen nog meer ingekort en liefst geheel weggewerkt te worden. De zorgboerderij is een voor Stein nog nieuw fenomeen. Toch zullen zich in de toekomst naar alle waarschijnlijkheid kansen voordoen om zodanige projecten in het buitengebied te realiseren. Een plek om begeleid te wonen in combinatie met het werken op een boerderij schept voor (geestelijk) gehandicapten reële woon- en werkmogelijkheden. In bijna alle sectoren van de samenleving leveren vrijwilligers een grote bijdrage. Het meest zichtbaar is dit in buurten en wijken. Vrijwilligers leveren met hun inzet een essentiële bijdrage aan de sociale infrastructuur binnen de lokale samenleving. Op grond van de Welzijnswet 1994 is de gemeente verantwoordelijk voor het maken van beleid op uitvoerend niveau. Beleidsondersteunende maatregelen ten behoeve van organisaties waarbij vrijwilligers betrokken zijn is dan ook gewenst. In eerste instantie dienen alle vrijwilligersorganisatie in kaart worden gebracht. Vervolgens zal een inventarisatie plaats vinden naar de wensen en behoeften van de organisaties, waarbij de klankbordgroep als begeleidingscommissie zal fungeren. Het uiteindelijk resultaat zal resulteren in de nota ‘Gemeentelijk vrijwilligersbeleid Stein’.
4.4 Accommodatie- en gebouwenbeleid Gemeentelijke accommodaties moeten kwalitatief voldoen aan de functie waarvoor ze bedoeld zijn. Per kern moeten de basisvoorzieningen voorhanden zijn. Multifunctionaliteit van gemeentelijke accommodaties wordt nagestreefd. Daarbij behoeft de clustering van verenigbare functies per kern niet geschuwd te worden. Gebouwen dienen voor minder validen en oudere mensen bereikbaar en toegankelijk te zijn, dan wel te worden gemaakt. Veiligheid van de gebruikers van gemeentelijke accommodaties staat voorop. Een adequaat gebruiksvergunningenniveau dient binnen afzienbare tijd bereikt te worden. Ook de legionellabestrijding wordt adequaat en structureel aangepakt. In vervolg op de gemeenschapsaccommodatie in Berg aan de Maas wordt de uitvoering van de nota accommodaties en sociale samenhang als onderdeel van de Structuurschets 2015 voortgezet. Speerpunten daarbij zijn de bouw van de tweede sporthal en een haalbaarheidsonderzoek naar een multifunctioneel centrum in de kern Stein.
4.5 Toerisme, recreatie en sport Stein is geen toeristische gemeente bij uitstek. We zijn ook geen voorstander van massatoerisme in onze gemeente. Kwaliteit moet wat ons betreft voorop staan. Dat betekent echter niet dat Stein de toerist en daarmee de eigen economie niets te bieden heeft. Integendeel. Wij vinden dat Stein zich op dit gebied kan en mag profileren. Niet hoogdravend, maar met gepaste trots en ook niet alleen, maar in samenwerkingprojecten met andere Nederlandse en Belgische gemeenten. De toeristische Visie Westelijke Mijnstreek en het Toeristisch Recreatief Actieplan Stein vormen dan ook de algemene leidraad voor ons handelen. Het Steinerbos is een belangrijke toeristisch – recreatieve attractie. Dat moet zo blijven. Nu het bedrijfsplan Steinerbos door de raad is vastgesteld en de eerste zaken concreet zijn aangepakt is verdere implementatie aan de orde. Nieuwe particuliere initiatieven met een grote promotiewaarde voor Stein worden ondersteund. Wij willen de verdere ontwikkeling van het Grensmaasproject steunen. Een van de einddoelen is de ontwikkeling van een recreatief uitloopgebied. Ook hier geldt echter dat massaliteit vermeden moet worden. Wij willen er aan werken dat de gipsdeponie in Urmond zo snel mogelijk kan worden heringericht als parkachtig gebied. Wij vinden dat de gemeente op het gebied van sport een voorwaardenscheppend beleid moet voeren. Wij zijn bereid om actief mee te denken en te ondersteunen in het geval sportverenigingen met initiatieven komen om op sportcomplexen samen te werken met andere sportverenigingen. Deze initiatieven zullen door de meerderheid van de betrokkenen gedragen moeten worden. 8 / 12
Coalitie-akkoord DOS-SPV-PvdA
Er komt een haalbaarheidsonderzoek voor het verplaatsen van het sportcomplex van IVS in Berg aan de Maas. Uitgangspunt is dat vrijkomende ruimte als gevolg van het verplaatsen van dit complex gebruikt moet kunnen worden voor volkshuisvestelijke doeleinden. Op vergelijkbare wijze willen we onderzoek doen naar de verplaatsing van de handbalvelden naar het sportcomplex Mergelakker. (Buiten)sportaccommodaties kunnen multifunctioneel ingezet worden.
4.6 Subsidiebeleid Het subsidiebeleid is een ruimhartig, voorwaardenscheppend sturingsinstrument voor het door de gemeente te voeren welzijnsbeleid. De subsidieverordening van de gemeente Stein die recent (eind 2001) is aangepast blijft voorshands van kracht. Nieuwe waardevolle initiatieven, waarin de verordening niet voorziet, zullen op hun merites en in de geest van dit beleidsakkoord beoordeeld worden. Nadat het eerdergenoemde algemene welzijnsbeleid in een nieuwe nota is vastgesteld zal het subsidiebeleid worden afgestemd op de beleidsinhoud van die welzijnsnota. Dit zal weer op een interactieve wijze geschieden.
9 / 12
Coalitie-akkoord DOS-SPV-PvdA
5
ONDERWIJS, EDUCATIE EN KINDEROPVANG
De gemeente moet zich sterk (blijven) maken voor kwalitatief goed onderwijs dat aansluit op de maatschappelijke ontwikkelingen en goed gespreid is over alle kernen in onze gemeente. Het behoud van een adequate onderwijsvoorziening in elke kern van onze gemeente is daarbij van groot belang. Het integraal lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Stein wordt in al zijn onderdelen geëvalueerd en geactualiseerd. Er dient een adequate oplossing te komen voor de huisvestingproblematiek van OBS de Maaskei. Het heeft onze grote voorkeur om de beide locaties (Beek en Stein) van Scholengemeenschap Groenewald in Stein te huisvesten als “unielocatie”. In ieder geval zullen wij investeren in de gebouwelijke consequenties van de autonome leerlingengroei van Groenewald in de gemeente Stein. Het integreren van allochtonen en het bieden van nieuwe kansen aan uitkeringsgerechtigden door middel van (volwassenen)educatie. De vele geldstromen (WIW, WIN, WEB en Welzijnsbeleid), dienen meer gebundeld en in samenhang benut te worden. De gemeente zal de lange wachtlijsten bij professionele kinderopvang behoren aan te pakken. De huisvesting van deze kinderopvang zal zoveel mogelijk over de gemeente gespreid moeten worden. Met betrekking tot peuterspeelzaalwerk streven wij naar verdere professionalisering en bestuurlijke schaalvergroting. Samenwerking tussen peuterspeelzalen, professionele kinderopvang en het onderwijs wordt verder gestimuleerd.
10 / 12
Coalitie-akkoord DOS-SPV-PvdA
6
SOCIAAL ECONOMISCH BELEID EN VOLKSGEZONDHEID
6.1 Arbeidsmarktbeleid Werk is een samenbindend element in de maatschappij. Betaald werk zorgt voor economische zelfstandigheid, persoonlijke ontwikkeling en sociale contacten. De gemeente zal dan ook uiterste inspanningen doen om juist die groepen in het arbeidsproces te betrekken, die op dat punt veel belemmeringen en weinig ondersteuning vinden. Het gaat daarbij om mensen met onvoldoende opleiding, herintredende vrouwen, mensen uit culturele minderheden en langdurig werklozen, met name de groep boven de 45 jaar. Betere en intensievere begeleiding van werkzoekenden én een sluitende keten met als elementen arbeidstoeleiding, scholing (onder meer in combinatie met werk) en activering is het doel van het reïntegratiebeleid. Samenwerkingsverbanden tussen de gemeente, VIXIA en diverse reïntegratiebedrijven om langdurig werkzoekenden aan een baan te helpen is hierbij noodzakelijk. Het instellen van een werkgeversplatform in de gemeente Stein kan eveneens meer perspectief bieden op de arbeidsmarkt.
6.2 Sociaal beleid Het inkomensondersteunend beleid van het Rijk in de vorm van heffingskortingen is hét instrument om armoede te bestrijden. Indien het systeem van heffingskortingen niet toereikend is dient de gemeente bij te springen. In het kader van de bijzondere bijstand wordt niet alleen een individuele, maar ook een categoriale aanpak van de armoede gerealiseerd om tot een eenduidiger, efficiënter en minder willekeurige inzet van beschikbare middelen te komen. Belastingvrijstellingen dienen zoveel mogelijk automatisch toegekend te worden aan mensen die daar recht op hebben. De grens om in aanmerking te komen voor onderdelen van het minimabeleid, te verhogen van 105 naar 110% van het bijstandsniveau, dient onderzocht te worden. In het kader van de klantgerichtheid van de dienstverlening dient de regelgeving helder te zijn en de bureaucratie worden teruggedrongen. Doorlooptijden voor zorgvragen dienen aanzienlijk verkort te worden. Het inwerking treden van het Zorgloket is hiervoor het gepaste instrument. Dit Zorgloket werkt drempelverlagend naar de burger toe, evenals het inzetten van ouderenadviseurs.
6.3 Bedrijven Een ondernemingsvriendelijk klimaat is de kracht van de economie. Voor de economie van Stein zijn recreatie, toerisme, detailhandel en DSM belangrijke pijlers. Duurzame ontwikkeling blijft een uitgangspunt van beleid. Handhaving van stringente eisen op gebied van milieu en veiligheid is een belangrijke gemeentelijke prioriteit. De (veranderende) bedrijfsactiviteit van DSM dient nauwlettend gevolgd te worden. Exploitatie van het havengebied zal een belangrijk onderdeel zijn, gelet op de uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten in dat gebied. In het kader van de arbeidsparticipatie is het noodzakelijk dat de gemeente in goed overleg met het bedrijfsleven tracht een zo gunstig mogelijk productie- en investeringsklimaat te scheppen voor zowel grote bedrijven als voor het midden- en kleinbedrijf. Om starters onder de Steinse bevolking een kans te geven dient uitbreiding van het industrieterrein in eerste instantie beperkt te blijven tot het creëren van mogelijkheden voor onze plaatselijke ondernemers. De afronding van het industrieterrein aan de Sanderboutlaan en dan met name het deel aansluitend aan het NS-station Beek-Elsloo zal voortvarend ter hand moeten worden genomen. Verplaatsing van (milieuhinderlijke) bedrijven met productie werkplaatsen uit de woonkernen dient voortgezet te worden. Revitalisering van verouderde bedrijfsterreinen kan ruimtewinst opleveren. Mogelijkheden die zich aandienen zullen ten alle tijden in overleg en samenwerking met de gevestigde bedrijven onderzocht worden.
11 / 12
Coalitie-akkoord DOS-SPV-PvdA
6.4 Volksgezondheid Voor juli 2003 zal een nota ‘Lokaal gezondheidsbeleid’ aangeboden worden aan de Raad. Deze nota zal in regionaal samenwerkingsverband tot stand komen, waarbij de visie en uitgangspunten met betrekking tot het lokale gezondheidsbeleid door de gemeente zullen worden geformuleerd. Inspraak met alle betrokkenen zal een middel zijn om een breed draagvlak te creëren. STEIN, JUNI 2002
12 / 12