Einbalâns Coalitieakkoord 2011-2015
College van Gedeputeerde Staten Vastgesteld op 27 januari 2015
Einbalâns Coalitieakkoord 2011-2015 Inhoud 1. Einbalâns van onze beloftes voor 2015 1.1 Inleiding 1.2 Balans van onze beloftes voor 2015 in een oogopslag 1.3 Balans van de bestuursperiode 1.4 Balans leefomgeving in 2015 1.5 Balans inwoners in 2015 1.6 Balans economie in 2015 1.7 Balans openbaar bestuur in 2015 1.8 Balans financiën in 2015 2. Nieuwe energie voor de leefomgeving in 2015 2.1 Fryslân is mooiste provincie gebleven 2.2 Voorzieningenniveau platteland is geborgd 2.3 Bestaande woningvoorraad is verduurzaamd 2.4 Achteruitgang karakteristieke gebouwen is gestuit 2.5 Bedrijventerreinen zijn verbeterd, nieuwe aanleg is beperkt 2.6 Fryslân beschikt over voldoende, schoon en veilig water 2.7 Zoutwinning onder land is door zoutwinning onder zee vervangen 2.8 Geplande infrastructuurwerken zijn volop in uitvoering 2.9 Centrale As is volop in uitvoering 2.10 Centrale As en N381 zijn door gebiedsontwikkeling in omgeving ingepast 2.11 Bereikbaarheid is door ov-concepten en fietsgebruik verbeterd 2.12 Over de spoorlijn Heerenveen-Groningen is besloten 2.13 Nieuwe visie op vaarwegen is in uitvoering 2.14 Verkeersveiligheid is verder verbeterd 2.15 Met digitale snelweg is aanzienlijke voortgang geboekt 2.16 Natuur en landschap zijn met provinciale middelen versterkt 2.17 Landbouwsector is verduurzaamd en is meer actief als landschapsbeheerder 2.18 Schadelijke onttrekkingen en toevoegingen Friese leefmilieu zijn teruggebracht 2.19 Substantiële hoeveelheid schone energie is geproduceerd 3. Nieuwe energie voor de inwoners in 2015 3.1 Sociale domein is geïntegreerd 3.2 Jeugdzorg is verbeterd en klaar voor overdracht 3.3 Projectbesluit Thialf is genomen en in uitvoering 3.4 Positie Friese taal is verstevigd 3.5 Cultuur en taal is met het oog op KH2018 impuls gegeven 4. Nieuwe energie voor de economie in 2015 4.1 Friese economie is over volle breedte versterkt, is verbreed en vernieuwd 4.2 Drie p’s zijn uitgangspunt beleid, in 2012 zijn we Millenniumprovincie, in 2015 Fair Trade provincie 4.3 Positie midden- en kleinbedrijf is versterkt 4.4 Recreatie en toerisme zijn toegenomen 4.5 Europa draagt substantieel bij aan versterken Friese economie
2
4.6 4.7
Kwaliteit basis- en hoger onderwijs, en aansluiting onderwijs op arbeidsmarkt, zijn verbeterd Beeld van Fryslân is versterkt
5. Nieuwe energie voor het openbaar bestuur in 2015 5.1 SNN is slanker en efficiënter gemaakt 5.2 Samenwerkingsagenda’s zijn volop in uitvoering 5.3 Kosten van bestuur en organisatie komen overeen met die van andere provincies 5.4 Duidelijk beeld van bestuurlijke inrichting is opgesteld 5.5 Provinciale werkwijze is vernieuwd en op de toekomst toegesneden 5.6 Ambtelijk organisatie is verkleind en nieuwe werkwijze is succesvol ingevuld 5.7 Voor alle Friese regio’s zijn streekagenda’s opgesteld 6. Nieuwe energie met minder geld in 2015 6.1 Succesvol revolverend fonds is ingesteld 6.2 Uitgaven zijn verminderd, onder andere door minder inhuur 6.3 Opcenten zijn hooguit met inflatiepercentage verhoogd 6.4 Toekomstgericht subsidiestelsel is opgesteld en strak toegesneden op provinciale takenpakket
3
1.
Einbalâns van onze beloftes is 2015
1.1.
Inleiding
Verantwoording aan de kiezer In dit document maken we de balans op van onze bestuursperiode 2011-2015 als College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Fryslân. Aan het begin van deze periode deden we beloftes aan de Friese burger. We gebruikten de gevelsteen op het provinciehuis als een aansporing: Jins dreamen no, jins skiednis skielk. We beloofden in 2015 verantwoording aan de kiezer af te leggen over de uitvoering van onze beloftes en over de keuzes, die we daarin in de afgelopen vier jaar hebben gemaakt. Met het aanbieden van deze Einbalâns aan Provinciale Staten komen we deze belofte na. Coalitieakkoord Op 20 april 2011 gaven Provinciale Staten van Fryslân ons het vertrouwen als College van Gedeputeerde Staten - het dagelijks bestuur van de provincie - voor de periode 2011-2015. Als basis voor deze bestuursperiode hebben de Staten in dezelfde vergadering het Coalitieakkoord 2011-2015 Nije enerzjy foar Fryslân van de partijen PvdA, CDA en FNP vastgesteld. Het coalitieakkoord bevat voornemens om Fryslân op vijf terreinen nieuwe energie te geven: leefomgeving, inwoners, economie, openbaar bestuur, financiën. Deze voornemens zijn in concrete resultaten vastgelegd. Uitvoeringsprogramma Voor de uitvoering van het coalitieakkoord hebben we het Uitvoeringsprogramma 2011-2015 Koersfêst mei nij realisme opgesteld. Provinciale Staten hebben op 21 september 2011 met het uitvoeringsprogramma ingestemd. Het uitvoeringsprogramma is op te vatten als een verdiepingsslag van het coalitieakkoord en bevat scherpe keuzes voor het beleid en een gedegen meerjarige financiële uitwerking. Midtermreview In het voorjaar van 2013, halverwege onze bestuursperiode, hebben we een Midtermreview (tussenstand) van het uitvoeringsprogramma opgesteld. In de midtermreview rapporteerden we over de voortgang van de in het coalitieakkoord/uitvoeringsprogramma opgenomen resultaten. Op basis van deze tussenstand hebben we in de Kadernota 2014 extra maatregelen voorgesteld, die daarna met steun van Provinciale Staten zijn verwerkt in de Begroting 2014. In de Einbalâns van het Coalitieakkoord 2011-2015 bouwen we voort op deze midtermreview. Leeswijzer In hoofdstuk 1 biedt paragraaf 1.2 in een oogopslag een overzicht van de beoordeling van alle afzonderlijke resultaten. In paragraaf 1.3 maken we de eindbalans op van onze bestuursperiode. Deze balans is gebaseerd op het eindoordeel per beleidsterrein. De eindbalansen per beleidsterrein zijn opgenomen in de paragrafen 1.4 t/m 1.8. In deze balansen betrekken we de in het coalitieakkoord/uitvoeringsprogramma voor ieder beleidsterrein aangereikte indicatoren. Verder zijn de balansen per beleidsterrein gebaseerd op de eindbeoordeling van de afzonderlijke resultaten per beleidsterrein in de hoofdstukken 2 t/m 6. In de hoofdstukken 2 t/m 6 geven we een verantwoording van de afzonderlijke resultaten, die we in het coalitieakkoord/uitvoeringsprogramma hebben geformuleerd. Per resultaat geven we aan: - hoe de samenleving zich in algemene zin rond het resultaat heeft ontwikkeld, de staat. Hierbij worden de meest recent beschikbare gegevens gebruikt; daardoor kunnen wisselende jaartallen
4
voorkomen. Bij de op de eigen organisatie gerichte resultaten heeft de staat betrekking op interne gegevens; - hoe we ons hebben ingespannen om het resultaat te bereiken, onze inzet; - hoe we, staat en inzet naast elkaar leggend, oordelen over het resultaat, de eindbalans. Het eindoordeel per resultaat is uitgedrukt in een score. Deze scores zijn bij elkaar gebracht in de tabel van onze beloftes in 2015 in een oogopslag (paragraaf 1.2). Onderdeel van het informatiedossier In opdracht van het Presidium is een informatiedossier voor de coalitieonderhandelingen na de verkiezingen voor Provinciale Staten op 18 maart 2015 samengesteld. De verschillende producten van het informatiedossier zijn in een digitale vorm bijeengebracht en met elkaar verbonden. De onder verantwoordelijkheid van het College van GS opgestelde Einbalâns van het coalitieakkoord 2011-2015 is vanwege de samenhang met de verschillende producten van het informatiedossier aan deze digitale presentatie toegevoegd. Daardoor ontstaan mogelijkheden tot het leggen van dwarsverbanden en het gericht kennis nemen van de Einbalâns.
1.2.
Balans van onze beloftes voor 2015 in een oogopslag
Legenda tabel Het resultaat is niet behaald. Het resultaat kent voortgang, maar is nog niet behaald. Het resultaat kent redelijke voortgang, maar is nog maar gedeeltelijk behaald. Het resultaat is bijna behaald. Het resultaat is behaald.
Onze beloftes voor 2015 in een oogopslag 2.
Nieuwe energie voor de leefomgeving in 2015
2.1
Fryslân is mooiste provincie gebleven
2.2
Voorzieningenniveau platteland is geborgd
2.3
Bestaande woningvoorraad is verduurzaamd
2.4
Achteruitgang karakteristieke gebouwen is gestuit
2.5
Bedrijventerreinen zijn verbeterd, nieuwe aanleg is beperkt
2.6
Fryslân beschikt over voldoende, schoon en veilig water
2.7
Zoutwinning onder land is door zoutwinning onder zee vervangen
2.8
Geplande infrastructuurwerken zijn volop in uitvoering
2.9
Centrale As is volop in uitvoering
2.10
Centrale As en N381 zijn door gebiedsontwikkeling in omgeving ingepast
2.11
Bereikbaarheid is door ov-concepten en fietsgebruik verbeterd
2.12
Over de spoorlijn Heerenveen-Groningen is besloten
2.13
Nieuwe visie op vaarwegen is in uitvoering
5
resultaat
2.14
Verkeersveiligheid is verder verbeterd
2.15
Met digitale snelweg is aanzienlijke voortgang geboekt
2.16
Natuur en landschap zijn met provinciale middelen versterkt
2.17
Landbouwsector is verduurzaamd en is meer actief als landschapsbeheerder
2.18
Schadelijke onttrekkingen en toevoegingen Friese leefmilieu zijn teruggebracht
2.19
Substantiële hoeveelheid schone energie is geproduceerd
3.
Nieuwe energie voor de inwoners in 2015
3.1
Sociale domein is geïntegreerd
3.2
Jeugdzorg is verbeterd en klaar voor overdracht
3.3
Projectbesluit Thialf is genomen en in uitvoering
3.4
Positie Friese taal is verstevigd
3.5
Cultuur en taal is met het oog op KH2018 impuls gegeven
4.
Nieuwe energie voor de economie in 2015
4.1
Friese economie is over volle breedte versterkt, is verbreed en vernieuwd
4.2
Drie p’s zijn uitgangspunt beleid, in 2012 zijn we Millenniumprovincie, in 2015 Fair Trade provincie
4.3
Positie midden- en kleinbedrijf is versterkt
4.4
Recreatie en toerisme zijn toegenomen
4.5
Europa draagt substantieel bij aan versterken Friese economie
4.6
Kwaliteit basis- en hoger onderwijs, en aansluiting onderwijs op arbeidsmarkt, zijn verbeterd
4.7
Beeld van Fryslân is versterkt
5.
Nieuwe energie voor het openbaar bestuur in 2015
5.1
SNN is slanker en efficiënter gemaakt
5.2
Samenwerkingsagenda’s zijn volop in uitvoering
5.3
Kosten van bestuur en organisatie komen overeen met die van andere provincies
5.4
Duidelijk beeld van bestuurlijke inrichting is opgesteld
5.5
Provinciale werkwijze is vernieuwd en op de toekomst toegesneden
5.6
Ambtelijk organisatie is verkleind en nieuwe werkwijze is succesvol ingevuld
5.7
Voor alle Friese regio’s zijn streekagenda’s opgesteld
6.
Nieuwe energie met minder geld in 2015
6.1
Succesvol revolverend fonds is ingesteld
6.2
Uitgaven zijn verminderd, onder andere door minder inhuur
6
6.3
Opcenten zijn hooguit met inflatiepercentage verhoogd
6.4
Toekomstgericht subsidiestelsel is opgesteld en strak toegesneden op provinciale takenpakket
1.3 Balans van de bestuursperiode Op 20 april 2011 zijn we door Provinciale Staten geïnstalleerd als nieuw College van Gedeputeerde Staten voor de periode 2011-2015. Deelnemende partijen: PvdA, CDA en FNP. We kregen de opdracht mee om het Coalitieakkoord 2011-2015 uit te voeren. Deze taak zit er bijna op. Met nog enkele maanden te gaan werken we in vertrouwen naar de afloop van onze bestuursperiode toe. In een goede verstandhouding met de Staten hebben we veel bereikt. Dat laten we zien in de voorliggende Einbalâns van het Coalitieakkoord 2011-2015. Verantwoorden van onze beloftes aan de kiezer doen we in deze Einbalâns ook. We hebben meer gedaan dan vier jaar geleden is afgesproken. Moeilijke dossiers zoals de toekomst van Thialf en de plaatsingsopgave voor windenergie zijn we niet uit de weg gegaan. We laten de provincie beleidsmatig, financieel en organisatorisch goed op orde achter. Er is een structureel begrotingsevenwicht. Nije enerzjy foar Fryslân gaven we het coalitieakkoord als motto mee. Met veel energie hebben we als College van GS hard gewerkt aan, in en voor een mooier Fryslân. Als we de Einbalâns overzien, is het niet gering wat er met behulp van de organisatie in samenspraak met de Staten gepresteerd is. En dat in moeilijke economische tijden. Ten opzichte van het coalitieakkoord hebben we een plus op onze inspanningen gezet. Omdat we vinden dat Fryslân dat nodig heeft. En omdat we het financiële vermogen hebben om dat te kunnen doen. Wurkje foar Fryslân is deze plus. Het is een sterk economisch programma. Het is ook een sterk maatschappelijk programma. In het programma wordt onze algemene rolopvatting duidelijk zichtbaar. We hebben partijen ( bedrijfsleven, onderwijs, maatschappelijke organisaties, burgers) met elkaar verbonden, we hebben maatschappelijke en economische initiatieven gefaciliteerd en gefinancierd. Financiële bijdragen hebben we niet alleen als subsidie verstrekt, maar ook revolverend en risicodragend in de vorm van leningen en garantstellingen. Zo helpen we bijvoorbeeld het midden- en kleinbedrijf waar Fryslân sterk in is met kredietfaciliteiten waarvoor men op dit moment niet meer bij een bank terecht kan. Een duidelijk voorbeeld van hoe we zijn omgegaan met de veranderende rol van de provincie. Koersfêst mei nij realisme was de boodschap van het Uitvoeringsprogramma, waarin we het coalitieakkoord hebben uitgewerkt. Koersvast zijn we geweest. We hebben de lijn van de vorige coalitieperiode doorgetrokken en met nieuwe energie concrete resultaten vastgelegd op vijf terreinen: leefomgeving, inwoners, economie, openbaar bestuur en financiën. De Balans van onze beloftes voor 2015 in een oogopslag (par. 1.2) laat zien dat we bij de meeste resultaten de voortgang hebben geboekt, die we aan het begin van onze bestuursperiode hadden voorgenomen. Realistisch zijn we ook geweest. We konden minder inkomsten verwachten van het rijk en hebben daar naar gehandeld. De provinciale bestedingen zijn door verschillende maatregelen, zowel in het realiseren van het beleid als in de organisatie, doelmatiger geworden. De afgesproken bezuinigingen zijn gerealiseerd. Desondanks hebben we fors kunnen investeren in de gekozen maatschappelijke opgaven. Onze eindbalans over de vijf deelterreinen anno 2015 ziet er als volgt uit. Balans voor de leefomgeving. De ruimtelijke kwaliteit, waaronder de infrastructuur, is op veel terreinen verder verbeterd. Ook in 2015 beschikt Fryslân over voldoende, schoon en veilig water. Op
7
alle terreinen zijn vorderingen gemaakt met het verbeteren van het leefmilieu, waaronder duurzame energieopwekking. Balans voor de inwoners in 2015. De positie van de Friese taal is verstevigd. De Friese culturele basisinfrastructuur heeft door onze inspanningen een structurele financiële basis gekregen en is stabiel. De kroon op al dat werk is de verkiezing van Leeuwarden tot Kulturele Haadstêd (KH)2018, met daarin ook mooie kansen en uitdagingen voor de komende periode. Met de landelijke inwerkingtreding van de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning is de provinciale steunfunctie in het sociaal domein komen te vervallen. De Jeugdzorg is op 1 januari 2015 verantwoord overgedragen aan de gemeenten. Thialf wordt verbouwd en de A-status is in ieder geval tot 2019 verzekerd. Balans voor de economie in 2015. Door de economische crisis hebben we ons doel van versterking over de volle breedte, van verbreding en van vernieuwing van de Friese economie niet gehaald. De Nederlandse economie kruipt gelukkig langzaam uit het dal, de Friese economie loopt daarin wat achter. We hebben ingezet op behoud van werkgelegenheid op korte termijn en versterking van de economische structuur en innovatievermogen op de langere termijn. De verschillende investeringsprogramma’s en fondsen (Wurkje foar Fryslân, Doefonds, Breedband) zijn alle vanaf 2014 operationeel en lopen in de volgende bestuursperiode door. Balans voor het openbaar bestuur in 2015. De provincie doet er toe. De kwaliteit van het lokaal bestuur in Fryslân ontwikkelt zich goed naar de toekomst toe. De meerwaarde van de noordelijke samenwerking is vergroot. De samenwerking met de mienskip binnen Fryslân heeft met samenwerkings- en streekagenda’s een stevig fundament gekregen. Er zijn belangrijke stappen gezet met inkrimping en vernieuwing van de ambtelijke organisatie. Balans voor de financiën in 2015. We hebben ons goed aan de financiële uitgangspunten van het coalitieakkoord gehouden. We laten een sluitende begroting met structurele en incidentele ruimte achter voor nieuwe colleges.
1.4 Balans leefomgeving in 2015 Staat Het coalitieakkoord bevat twee indicatoren die representatief worden geacht voor het beleidsterrein leefomgeving. Waardering van de Friezen voor hun woningen en woonomgeving, inclusief voorzieningen In Fryslân bestaat de woningvoorraad begin 2014 uit circa 284 duizend woningen. In de afgelopen jaren zijn er waarschijnlijk iets minder woningen aan de voorraad toegevoegd dan als nodig waren geraamd. Volgens de laatste provinciale prognose zullen nog enkele jaren ongeveer 1.500 woningen per jaar gebouwd moeten worden. Vanaf 2016 zal de woningbehoefte geleidelijk verder afnemen. Ongeveer één derde van de woningvoorraad is in 2014 voorzien van een energielabel. Het gaat om ruim 95.000 woningen. Hiervan heeft 46% een label C of hoger. De waardering voor de kwaliteit van de woonomgeving is aan weinig verandering onderhevig. Deze is door de Friezen in 2013 evenals in voorgaande jaren gemiddeld met een 7,5 beoordeeld. Landelijk ligt dit cijfer op 7,4. Ecologische voetprint van de gemiddelde Fries in hectares Nederland valt met een ecologische voetafdruk in de top 15 van landen met de grootste voetafdruk. De ecologische voetafdruk nam in Fryslân sinds 2009 lichtelijk af, maar is daarna toch weer licht toegenomen. De ecologische voetafdruk onder Friezen van 25 jaar en ouder ligt in 2012 op gemiddeld 4,25 hectare (methode De Kleine Aarde). Het landelijk gemiddelde in 2008 betrof 6,31 ha (WWF-methodiek).
8
Inzet De provinciale doelen voor de leefomgeving bestrijken een breed terrein. Ruimtelijke kwaliteit We hebben ons op basis van de nota Grutsk op ‘e romte (2012) sterk gemaakt voor de ruimtelijke kwaliteit in Fryslân. We hebben programma’s opgesteld en financiële mogelijkheden gecreëerd voor verduurzaming van woningen (betere kwaliteit, energiezuinig, levensloopbestendig), het tegengaan van de achteruitgang van karakteristieke gebouwen, het opknappen van bedrijventerreinen en de concentratie en sanering van windmolens. We zien vooruitgang, maar de verander- en herstelopgave op deze terreinen blijft groot. We hebben met de gemeenten afspraken gemaakt over het tempo van de gronduitgifte en de planning van bedrijventerreinen. De verplaatsing van de zoutwinning onder land naar onder zee betekent een grote verbetering voor de regio Noordwest-Fryslân. Concreet werken we daaraan in de gebiedsontwikkeling Franekeradeel-Harlingen. Voorzieningen We hebben beleidsinhoudelijk gestuurd op de gevolgen van de demografische veranderingen We hebben programma’s ontwikkeld voor de leefbaarheid van de dorpen en de spreiding van voorzieningen. Speerpunten: goede digitale voorzieningen, maatwerk in bereikbaarheid openbaar vervoer en goede spreiding van primair en voortgezet onderwijs. We kunnen hiermee echter geen volledige waarborg bieden tegen het wegvallen van voorzieningen (zoals bibliotheek en pinautomaat) in de dorpen. Het door ons opgerichte Breedbandfonds voor de aanleg van snelle internetverbindingen op het Friese platteland is vanaf 2014 operationeel. Het fonds beschikt over een nominaal revolverend kapitaal van € 60 miljoen. Het is nu aan de betrokken inwoners om hier gebruik van te maken. Verkeer en Vervoer De geplande wegenprojecten in Fryslân zijn volop in uitvoering. In december 2014 is de Haak om Leeuwarden opengesteld. De Centrale As en de N381 zijn grote projecten die bij de provincie in beheer en uitvoering zijn. Van De Centrale AS vinden in 2015 de eerste openstellingen plaats. Rond beide projecten zijn gebiedsontwikkelingsprojecten gestart, die leiden tot een goede inpassing van deze wegen in hun omgeving. Wat betreft de spoorinfrastructuur hebben we op grond van een maatschappelijke kostenbatenanalyse het besluit moeten nemen om de spoorlijn Heerenveen-Groningen niet aan te leggen. De daardoor vrijvallende middelen zijn voor andere infrastructuurprojecten ingezet, onder meer als onderdeel van het Investeringsprogramma Drachten Heerenveen. Onze inspanningen om de dienstregeling op het spoor vanuit Fryslân naar Groningen en Zwolle te verbeteren, hebben resultaat opgeleverd. Er rijden op de verschillende trajecten straks extra treinen. De lange wachttijden voor de doorgaande treinen in Zwolle naar/van Amersfoort zullen helaas nog geruime tijd blijven bestaan. Mede door onze inspanningen is de verkeersveiligheid verder verbeterd. We hebben tussentijds extra maatregelen getroffen voor de veiligheid van het fietsverkeer. De ongevalscijfers leiden echter steeds weer tot nieuwe urgente aandachtsgebieden, zoals de snelheidsverschillen op fietspaden. Water, Natuur en Landschap, Landbouw Fryslân beschikt ook in 2015 over voldoende, schoon en veilig water. Ten opzichte van 2011 is het kwaliteitsniveau op de drie onderdelen verder verbeterd. Bodemdaling en verdroging (vooral in natuurgebieden) vragen nog veel aandacht, evenals de ecologische toestand van watersystemen. Onze inzet is gericht op het realiseren van veerkrachtige watersystemen, waarmee we op tijd klaar zijn voor een toekomst met stijgende zeespiegel, klimaatverandering en bodemdaling. Ook stellen we eind 2015 een nieuw waterhuishoudingsplan op. In dat kader gaan we nieuwe afspraken met
9
Wetterskip Fryslân maken over de programmering van het voldoen aan de veiligheidsnormen van de resterende 400 km regionale keringen (oevers en kaden) vanaf 2016. Op grond van de Nota natuer en lanlik gebiet (2012) hebben we ons beleid voor natuur, landschap en landbouw uitgevoerd. In 2014 is een nieuw uitvoeringsprogramma vastgesteld, het Program Lanlik Gebiet 2014-2020. We pakken de uitvoering voortaan integraal op aan de hand van gebiedsprojecten. Het natuurbeleid is in 2014 volledig gedecentraliseerd naar provincies (Natuurpact rijk-provincies 2013). In dat kader hebben we de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) herijkt en met 4500 hectare ingekrompen. Het beleid is gericht op de afronding van een aantal robuuste natuurgebieden. We kiezen voor een geleidelijke overgang naar nieuwe (collectieve) contracten voor agrarisch natuurbeheer vanaf 2016. We plegen grote inspanningen om via agrarisch weidevogelbeheer de achteruitgang van aantallen weidevogels te stoppen en te herstellen. In 2015 gaan we weidevogellandschappen aanwijzen en gaan we starten met de inrichting. Het project Kening fan ‘e greide, opgenomen in onze Weidevogelnota, is sleutelproject in de plannen voor KH2018. In 2014 hebben we een nieuwe landbouwagenda met resultaten tot en met 2020 vastgesteld. Aandachtsgebieden zijn landbouwstructuurversterking, kennis en innovatie en communicatie boer/burger. De verduurzaming van de landbouwsector in Fryslân zet door. Leefmilieu en duurzame energie We hebben over een breed front de schadelijke onttrekkingen en toevoegingen aan het Friese milieu teruggebracht, zoals van het huishoudelijk restafval, de geluidbelasting en lichthinder. In oktober 2013 hebben we het provinciale Uitvoeringsprogramma Duurzame Energie 2014-2020 vastgesteld. De voorziene duurzame energiemix in 2020 bestaat voor ruim 50% uit windenergie, ruim 20% uit zonne-energie en ruim 25% uit warmte-energie (waaronder het REC en biogas). We hebben in december 2014 verder richting gegeven aan de invulling van de Friese taakstelling voor windenergie van 530,5 MW op land. Bij Breezanddijk is de Blue Energycentrale (proefinstallatie) in gebruik genomen. Het Fûns Skjinne Fryske Enerzjy is door ons opgericht en najaar 2014 van start gegaan. Het fonds bevat € 90 miljoen als revolverend startkapitaal voor de financiering van nieuwe projecten die aantoonbaar tot reductie van uitstoot van broeikasgassen leiden en daarnaast ook een toegevoegde waarde hebben voor de werkgelegenheid in Fryslân. Voorbeelden zijn aardwarmte, zonne-energie, biomassa maar ook energiebesparing in de bebouwde omgeving. Einbalâns Fryslân is in 2010 verkozen tot mooiste provincie van Nederland en draagt die titel nog altijd. Terecht, in onze ogen. De ruimtelijke kwaliteit is op veel terreinen verder verbeterd. We dragen bij aan het behoud van het voorzieningenniveau op het platteland. De Friese hoofdwegenstructuur is straks op orde. Ook in 2015 beschikt Fryslân over voldoende, schoon en veilig water. Op alle terreinen zijn vorderingen gemaakt met het verder terugbrengen van schadelijke onttrekkingen en toevoegingen. Fryslân zit met 8 % opwekking duurzame energie flink boven het landelijk gemiddelde, het percentage energiebesparing loopt daarin achter. Onze duurzame energiedoelstellingen voor 2020 zijn nog steeds haalbaar.
1.5 Balans inwoners in 2015 Staat Het coalitieakkoord bevat twee indicatoren die representatief worden geacht voor het beleidsterrein inwoners. Percentage inwoners van Fryslân dat de Friese taal verstaat, praat, leest en schrijft Het beheersniveau van het Fries is in de periode 2007 tot 2011 toegenomen. Dit betreft zowel de verstaanbaarheid, de spreekvaardigheid, de leesvaardigheid als de schrijfvaardigheid. Een
10
taalonderzoek (nulmeting 2012) geeft aan dat 94% van de inwoners het Fries aardig tot heel goed verstaat, voor het spreken is het percentage 74%, voor lezen 76% en voor het schrijven 30%. Aanwezigheid culturele basisinfrastructuur Tot de culturele basisinfrastructuur worden de culturele instellingen, evenementen en partijen gerekend die een dragende rol vervullen in het Friese culturele leven op een minimaal (boven)regionale schaal en waarvan het wegvallen tot omissies in het aanbod zou leiden. Om de culturele basisinfrastructuur te versterken heeft de provincie tijdelijke subsidies van relevante cultuurinstellingen in 2013 structureel gemaakt. In 2015 worden 24 instellingen financieel gesteund, waaronder instellingen als Tryater, ’n Meeuw, Fries museum en Keunstwurk. Inzet Taal en cultuur zijn belangrijke dragers onder de Friese samenleving. Vanuit onze kerntaken op dit gebied hebben we ons ingezet voor het behoud en de verdere ontwikkeling ervan. Onze activiteiten hebben we in 2013 vastgelegd in de integrale beleidsnota Grinzen oer. We hebben veel aan bewustwording van de Friese taal gedaan en onder andere de campagne Praat mar Frysk ondersteund. Ons doel is dat in 2016 het beheersniveau van het Fries voor verstaanbaarheid, spreekvaardigheid en lezen enkele procenten hoger ligt dan de nulmeting in 2012 en voor schrijven zelfs 5% hoger, te weten 35%. Speerpunt in ons taalbeleid is het bevorderen van de doorgaande meertalige leerlijn in het onderwijs. Ten opzichte van 2011 hebben we in 2015 een behoorlijke toename van het aantal scholen (peuterspeelzalen, basisscholen, voortgezet onderwijs) gerealiseerd. Ons doel is dat in 2016 38% van de Friese bevolking deelneemt aan culturele activiteiten. Met de structurele financiële ondersteuning van instellingen, die tot de culturele basisinfrastructuur behoren, hebben we daaraan een belangrijke voorwaardenscheppende bijdrage geleverd. Ook belangrijk voor de Friese inwoners is onze inzet voor KH2018 en de toekomst van Thialf geweest. We hebben een ingewikkeld proces achter de rug met de KNSB en andere partijen, maar het resultaat is dat bij Thialf de schop in de grond is gegaan. In het sociale domein hebben we twee decentralisatie-ontwikkelingen zo goed mogelijk begeleid en gerealiseerd. We zorgen voor een ‘warme’ begeleiding van de gesubsidieerde maatschappelijke organisaties naar de gemeenten. Ons eigen beleid op dit terrein hebben we geïntegreerd in de andere beleidsvelden. We hebben de jeugdzorg in de afgelopen vier jaar met extra eigen middelen (€ 4 miljoen per jaar) ondersteund en verbeterd. De overdracht naar de gemeenten per 1 januari 2015 is goed begeleid. Dat hebben we kunnen doen zonder wachtlijsten. Einbalâns De positie van de Friese taal is verstevigd. De Friese culturele basisinfrastructuur heeft door onze inspanningen een structurele financiële basis gekregen en is stabiel. Thialf wordt verbouwd en de Astatus is in ieder geval tot 2019 verzekerd. De aanwijzing van Leeuwarden tot KH2018 is binnengehaald. Sociaal beleid/zorg en jeugdzorg zijn op 1 januari 2015 goed overgedragen aan de gemeenten.
1.6 Balans economie in 2015 Staat Het coalitieakkoord bevat één indicator die representatief wordt geacht voor het beleidsterrein economie. Aantal innovatieclusters in Fryslân In een dunbevolkte regio als Fryslân zijn de condities waarbinnen innovaties tot stand komen van nature beperkt aanwezig. Uit onderzoek naar het innovatiepotentieel van Nederlandse provincies blijkt dat Fryslân op de negende plek op de ranglijst staat en hiermee iets lager dan het gemiddelde scoort. Het aantal starters in innovatieve sectoren is sinds 2010 met circa 725 per jaar in Friesland constant, dit is beter dan de achteruitgang die in geheel Nederland te zien was. Vooral in de
11
agrarische sector en de industrie is er een bovengemiddeld aantal starters. Het aantal banen binnen de vijf (top)sectoren waar de provincie Fryslân zich beleidsmatig op richt is in 2013 gezamenlijk goed voor bijna 70.000 banen. In de periode 2006-2010 zijn in Fryslân in negen sectoren 74 octrooien aangevraagd (een octrooidichtheid van 0,38%). Hiermee staat Fryslân op een zevende plaats. Fryslân telt tot nu toe één als zodanig onderscheiden innovatiecluster, het Innovatiecluster Drachten High Tech Systems. In het cluster werken eind 2014 elf hoogwaardige en innovatieve bedrijven in en rond Drachten met elkaar samen. Het Innovatiecluster Drachten vertegenwoordigt ruim 2.700 werknemers, waarvan ongeveer 860 fte in de productontwikkeling. In het cluster worden meer dan 50 nieuwe productintroducties per jaar gerealiseerd. Daarnaast kent Fryslân nog andere innovatieve hotspots, die door ons worden gesteund. Voorbeelden: Dairy Campus, Watercampus/Wetsus, Healthy Ageing. Inzet De drie p’s van duurzaamheid (people, planet en profit) hebben we zowel in ons beleid en uitvoering als in onze organisatie en werkwijzen geïntegreerd. We hebben ons met onze nota Groen, Slim en Grensverleggend vanaf 2012 gericht op het versterken en vernieuwen van de economische structuur van Fryslân door middel van generiek stimuleringsbeleid en door het stimuleren van innovatie op vijf voor Fryslân belangrijke speerpunten. Dat zijn watertechnologie, duurzame energie, agrofood, zorgeconomie en toerisme en recreatie. Halverwege onze bestuursperiode, begin 2013, werd manifest dat Nederland een periode van negatieve economische groei tegemoet ging, met in Fryslân nog een hogere krimp dan het Nederlands gemiddelde. Voldoende reden voor de Staten om ten opzichte van het coalitieakkoord extra maatregelen te treffen. Met € 300 miljoen uit de NUON-gelden is het investeringsprogramma Wurkje foar Fryslân vastgesteld. Vernieuwing in een economie hangt samen met innovatievermogen. Naast financiering en stimulering hebben we de belangrijke rol opgepakt van het samenbrengen en verbinden van partijen om gezamenlijke innovatie te creëren. Het Innovatiecluster Drachten is de grootste exponent van dit clusterbeleid. Het doel is om de regio Drachten als innovatief, technologisch en kennisintensief op de kaart te zetten, onder andere door het aantrekken van hoog opgeleid personeel en het uitwisselen van kennis en ervaringen. We dragen hier voor € 8 miljoen (REP-middelen) aan bij. Het clusterbeleid wordt in de periode 2014-2020 ook vanuit Europa gestimuleerd. De Europese middelen (OP-EFRO) zijn fors teruggelopen, van € 169 naar € 103 miljoen. In SNN-verband zetten we hierop in met de Noordelijke Innovatiestrategie, de Regional Innovation Strategy for smart specialisation (RIS). In het EFRO-programma 2007-2013 (OP Noord) lag het accent op versterking van het regionaal concurrentievermogen. In dat kader is bijvoorbeeld de uitbreiding van het park Groot Vijversburg bij Tytsjerk door ons meegefinancierd. In de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in Fryslân is de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt een cruciale factor. We hebben alle relevante partijen samengebracht in bestuurlijk platform economie en arbeidsmarkt. Het Programma University Campus Fryslân is er op gericht om academische activiteiten en kennisontwikkeling bij de economische hotspots in Fryslân met elkaar te verknopen. De University Campus Fryslân ontwikkelt zich de komende jaren tot elfde faculteit van de Rijksuniversiteit Groningen. Recent zijn er bestuurlijke stappen gezet om het Innovatiepact Fryslân te formaliseren als plaats waar onderwijs, overheid en bedrijfsleven richting geven aan de innovatiekoers van Fryslân. Gebleken is dat de werkgelegenheid in het mkb achterblijft bij die van de grotere bedrijven. Met het Doefonds hebben we het innovatievermogen in het mkb een risicodragende impuls van € 8 miljoen gegeven. Ook de werkgelegenheid in de sector recreatie en toerisme blijft achter. Met vooral het Friese Merenproject proberen we ook hier een structuurversterking te realiseren. We hebben de organisatie van de toeristische marketing in Fryslân aangepakt en verbreed. Vanaf 1 oktober 2014 is een nieuwe organisatie - Stichting Merk Fryslân – verantwoordelijk voor zowel marketing, productontwikkeling als gastheerschap.
12
Einbalâns We hebben ons niet willen neerleggen bij de economische crisis. Onze bestuursperiode was een tijd om niet bang te zijn en te investeren en dat hebben we gedaan. Dat voelden we ons verplicht aan de Friese burgers. Investeringen die nu al resultaat hebben, maar op langere termijn zeker positieve effecten zullen hebben. De Nederlandse economie kruipt langzaam uit het dal, de Friese economie loopt daarin wat achter. De verschillende fondsen (FSFE, Doefonds, Breedband) hebben de nodige voorbereidingstijd gevraagd, maar zijn alle vanaf 2014 operationeel geworden. We hebben onze Nuon-reserve gedeeltelijk ingezet om de Friese economie structureel te versterken. Dat doen we met het programma Wurkje foar Fryslân. De effecten van onze inspanningen op de Friese economie zijn op korte termijn niet altijd goed aan te geven. We hebben vooral willen inzetten op versterking van de economische structuur en innovatievermogen op de langere termijn, in het bijzonder bij het mkb en de sector toerisme & recreatie. De Europese middelen voor de economische structuurversterking in het Noorden zijn fors omlaag gegaan, maar de bijdrage is nog steeds substantieel. Met de (taken van) de Stichting Merk Fryslân is de structuur van de regiomarketing verbreed en versterkt.
1.7 Balans openbaar bestuur in 2015 Staat Het coalitieakkoord bevat twee indicatoren die representatief worden geacht voor het beleidsterrein openbaar bestuur. Tevredenheid van inwoners over de dienstverlening door overheden in Fryslân Vanaf 2012 houdt iedere provincie naar eigen inzichten elk jaar een klanttevredenheidsonderzoek. De provincie Fryslân doet dat in de vorm van een onderzoek onder relaties. De respondenten gaven de provincie Fryslân in 2013 voor de dienstverlening van de provincie als geheel een 7,4. Dit is iets hoger dan in 2012, toen de score een 7,2 was. Tevredenheid personeel over de provincie Fryslân als werkgever Ook de tevredenheid van het personeel over de provincie Fryslân als werkgever wordt regelmatig getoetst. In het onderzoek van 2014 gaven de medewerkers (respons 75%) de provincie voor de algemene tevredenheid over het werken bij de provincie Fryslân gemiddeld een 7,6. Dit resultaat is gelijk aan de score in 2013. Inzet We hebben ons gericht op de primaire kerntaken en op zaken waar we meerwaarde hebben. In IPOverband hebben we in 2011 een Bestuursakkoord 2011-2015 met de andere overheden en het Rijk afgesloten. Het profiel van de provincie en haar kerntaken is daarin herbevestigd. De open huishouding en het eigen belastinggebied zijn niet aangetast. Er zijn in de bestuursperiode belangrijke taken gedecentraliseerd naar de provincie, zoals met betrekking tot natuur. Op onze beurt hebben we de decentralisatie van de jeugdzorg van de provincie naar de gemeenten per 1 januari 2015 goed begeleid. We hebben toegezien op de kwaliteit van het Friese lokaal bestuur in de toekomst. In dat verband hebben we een breed gedragen beeld van de toekomstige lokaal-bestuurlijke inrichting opgesteld. In onze bestuursperiode is het aantal gemeenten in Fryslân verder afgenomen tot 24 gemeenten. We faciliteren de gemeenten, waar nieuwe ontwikkelingen voor samenwerking of herindeling spelen. Het ziet er naar uit dat in 2018 samenvoeging van Leeuwarderadeel bij de gemeente Leeuwarden volgt evenals samenvoeging van de drie gemeenten Het Bildt, Franekeradeel en Menaldumadeel. Met de gerealiseerde afslanking van SNN is de bestuurlijke rol van de noordelijke samenwerking vergroot en meer gericht op de gemeenschappelijke belangenbehartiging en lobby over noordelijke onderwerpen, zoals de noordelijke innovatieagenda en sluisverbreding Kornwerderzand. Ook binnen de provincie hebben we de samenwerking versterkt. Voor alle vier grote kernen zijn samenwerkingsagenda’s waar nodig geactualiseerd en in uitvoering.
13
We coördineren samen met het rijk, de buurprovincies en de waddengemeenten het waddenbeleid en de waddengerelateerde programma’s en projecten met als doel een goed bestuur voor de Wadden. Met de ondertekening van het bestuursakkoord op 14 september 2011 is het Waddenfonds gedecentraliseerd naar de Waddenprovincies. Daarmee is de besteding van het fonds een autonome taak van Fryslân, Groningen en Noord-Holland geworden. De provincie Fryslân beheert de middelen en is verantwoordelijk voor het organiseren van de gezamenlijke besluitvorming over de besteding van de middelen uit het Waddenfonds. Vanuit die rol hebben we het Waddenfonds vanaf 2011 vlotgetrokken. De structuur is verbeterd, we hebben een inhaalslag gepleegd met betrekking tot de bestedingen van het fonds en we hebben een goede intercollegiale samenwerking met de andere provincies tot stand gebracht. Sinds 2014 zijn we voorzitter van de internationale Waddenseaboard, waarin Nederland, Duitsland en Denemarken samenwerken. Met kansen voor kruisbestuiving met KH 2018 zal de trilaterale Waddenzeeconferentie in 2018 in Leeuwarden plaatsvinden. De drie Waddenprovincies voeren overleg met het ministerie van EZ om medeverantwoordelijk te worden voor het programma Naar een rijke Waddenzee, waarin ecologieprojecten in het Waddengebied worden uitgevoerd. De samenwerking met de mienskip in brede zin heeft gestalte gekregen in de streekagenda’s, die voor vier regio’s in uitvoering zijn genomen. In Noordoost betreft het de Agenda Netwerk Noordoost (ANNO). Met een provinciale bijdrage aan de zogenoemde quick wins van € 24 miljoen, het gebiedsbudget en het Iepen Mienskipsfûns versterken we het fundament onder de verdere ontwikkeling van het Friese platteland. We hebben nieuwe werkwijzen over een breed front binnen de organisatie ingevoerd. Daardoor zijn we meer zichtbaar, flexibeler en beter in staat om concrete resultaten voor Fryslân te bereiken. Onze ambtelijke organisatie is verder ingekrompen. In de vergelijking met andere provincies liggen onze apparaatskosten (bedrijfsvoering en personeel samen) afgezet tegen de totale lasten met 14,5% op het gemiddelde van de provincies, terwijl we grote ambities aan het realiseren zijn. Klanten en personeel tonen zich tevreden over onze dienstverlening respectievelijk over onze rol als werkgever. Einbalâns Het profiel en de kerntaken van de provincies zijn op dit moment, zowel in Den Haag als in onze eigen regio, onbetwist. We doen er toe. De kwaliteit van het lokaal bestuur in Fryslân heeft zich toekomstbestendig ontwikkeld. De meerwaarde van de noordelijke samenwerking is vergroot. De samenwerking met de mienskip binnen Fryslân heeft een stevig fundament gekregen. Samenwerkings- en streekagenda’s zijn volop in uitvoering. We hebben belangrijke stappen gezet met de vernieuwing van de ambtelijke organisatie.
1.8 Balans financiën in 2015 Staat Het coalitieakkoord bevat geen indicatoren die representatief worden geacht voor het beleidsterrein financiën. Begrotingsevenwicht en financieel gezond meerjarenperspectief kunnen we als zodanig beschouwen. Begrotingsevenwicht en meerjarenperspectief Vanwege extra investeringsimpulsen zijn de uitgaven in de coalitieperiode tijdelijk fors omhooggegaan. Van de NUON-middelen is € 300 miljoen ingezet voor Wurkje foar Fryslân en € 498 miljoen voor versneld afschrijven van investeringen in infrastructuur (balansverkorting). In de vier jaren van 2012-2015 is steeds een begrotingsevenwicht gerealiseerd, waarbij het (negatieve) begrotingssaldo is verrekend met de VAR. In meerjarenperspectief is eveneens sprake van een begrotingsevenwicht. Op grond van de Begroting 2015 dalen de uitgaven van € 500 miljoen naar € 300 miljoen in 2020. De in te zetten VAR, na aftrek van de ondergrens van € 10 miljoen, verloopt van € 17,1 miljoen in 2015 naar € 22,5 miljoen in 2020. De structurele ruimte voor 2016 en volgende jaren bedraagt € 11
14
miljoen. Incidenteel is er nog € 22 miljoen beschikbaar. Binnen de NUON-reserve kan nog € 152 miljoen ingezet worden. Inzet In het coalitieakkoord hebben we de volgende uitgangspunten voor ons financiële beleid meegekregen. De meerjarenbegroting is in evenwicht. De structurele uitgaven zijn even hoog als de structurele inkomsten. De vrij aanwendbare reserve brengen we terug tot € 10 miljoen, waarmee we een beleidsruimte van jaarlijks € 26 miljoen realiseren (€ 105 miljoen over vier jaar). De zo beschikbaar komende reserves gebruiken we alleen voor nieuw tijdelijk beleid. Nieuwe structureel beleid wordt gedekt uit (bestaande of nieuwe) structurele inkomsten. Oud voor nieuw. Nieuw beleid leidt niet tot extra personeel. We gaan maximaal inzetten op middelen uit Europa. We bieden nog in 2011 helderheid over de wijze waarop we met het provinciaal vermogen willen omgaan. Alle budgetgesubsidieerde instellingen krijgen een efficiencykorting van 5%. Het subsidiestelsel wordt vernieuwd. De opcenten worden alleen met het inflatiepercentage verhoogd. Rekening houdend met deze uitgangspunten hebben we ons in deze coalitieperiode ingezet als provincie te blijven investeren in maatschappelijke gewenste opgaven. Daarbij is de begroting steeds in evenwicht gebleven en was het niet nodig de VAR tot het minimale niveau terug te brengen. De bezuinigingen zijn gerealiseerd, de personeelsomvang is afgenomen en we hebben oud voor nieuw – beleid gerealiseerd en structureel gemaakt. De Europese middelen voor de periode 2014-2020 zijn helaas behoorlijk naar beneden gegaan. Met Wurkje foar Fryslân hebben we een deel van ons NUON-vermogen in extra investeringen voor de Friese economie omgezet. Opgeteld hebben we € 450 miljoen vanuit Wurkje foar Fryslân, Fûns Skjinne Fryske Enerzjy (FSFE) en Breedband aan investeringen beschikbaar gesteld. Van dit investeringsbedrag wordt € 263 miljoen revolverend ingezet. Dit is inclusief het subsidiedeel van Breedband (circa € 15 miljoen), dat door de rente op het leningdeel wordt gecompenseerd. Vanwege de financiële positie van de gemeenten hebben we in het kader van Wurkje foar Fryslân de afspraak uit het coalitieakkoord, dat minimaal 2/3 van de financiering door derden (gemeenten en markt) wordt gerealiseerd, losgelaten. Bij de REP-projecten is de gewenste cofinanciering overigens wel gerealiseerd. In het kader van Wurkje fora Fryslân zijn we de weg ingeslagen om ons zelf om te vormen van een subsidiërende overheid naar een investerende overheid. Dit doen we door projecten te steunen door middel van kredieten. Dit vindt in eerste instantie vooral plaats in de woningmarkt om met additionele financiering stagnerende projecten los te trekken. Einbalâns We hebben ons goed aan de financiële uitgangspunten van het coalitieakkoord gehouden. We hebben fors geïnvesteerd in de maatschappelijk gewenste opgaven, in het bijzonder de Friese economie. Hieraan hebben we de opdracht verbonden om een groot deel van de middelen financieel resolverend in te zetten. De provinciale bestedingen zijn door verschillende maatregelen, zowel in de realisatie van het beleid als in de organisatie, doelmatiger geworden. De afgesproken bezuinigingen zijn gerealiseerd. De inhuur is door anticipatie op de personeelskrimp in de komende jaren en de tijdelijke piek in de uitvoering van projecten niet verminderd. Er ligt een gezonde financiële nalatenschap voor de volgende bestuursperiode.
15
2.
Nieuwe energie voor de leefomgeving in 2015
2.1 Fryslân is nog altijd de mooiste provincie van Nederland Staat In 2010 is Fryslân door de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap (VNC) uitgeroepen tot mooiste provincie van Nederland. In 2012 geven de inwoners van Fryslân, in een onderzoek door de Friese Milieu Federatie in opdracht van de provincie naar de beleving van het Friese landschap, gemiddeld een 8,1 aan de Friese landschappen. Inzet We stimuleren de ruimtelijke kwaliteit van Fryslân op vele manieren. In 2012 is de thematische structuurvisie Grutsk op ‘e Romte opgesteld. Deze visie werkt door in onze eigen provinciale en in gemeentelijke plannen en projecten. Grutsk is verwerkt in de Verordening Ruimte. Met gemeenten wordt samengewerkt aan de doorwerking op gemeentelijke schaal. Een provinciaal ruimtelijk kwaliteitsteam adviseert over gemeentelijke en provinciale plannen en projecten. Er is geadviseerd in projecten zoals De Centrale As, Waterfronten uit het Friese Merenproject, de Afsluitdijk, de landgoederenzone Beetsterzwaag en het project Kloppend Hart Fryslân. Het Atelier Fryslân heeft t/m 2012 ongeveer 15 adviezen uitgebracht over ruimtelijke kwaliteitsthema’s. Bewustwording is gestimuleerd door de debat- en platformfunctie van Ark Fryslân. Ook onze inzet op het tegengaan van de achteruitgang van karakteristieke gebouwen, het versterken van cultuurlandschappelijke structuren, het opknappen van woongebieden en bedrijventerreinen en bundeling/sanering van windmolens draagt bij aan een mooier Fryslân. Natuurcompensatie en zuinig ruimtegebruik bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zijn daarin eveneens succesfactoren. Als de verkiezing zou worden herhaald zou Fryslân, gelet op het criterium van het percentage mooi van het landoppervlak aan cultuurlandschap, bos en natuurgebied, waarschijnlijk weer als eerste eindigen. Einbalâns: Zowel bij overheden als bij de Friese bevolking is er een grote inzet voor het behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteit in Fryslân. Fryslân is in 2010 verkozen tot mooiste provincie van Nederland en draagt die titel in onze ogen nog altijd terecht.
2.2
Op vernieuwende en creatieve wijze is het voorzieningenniveau op het platteland geborgd, gebruikmakend van digitale ontwikkelingen
Staat De provincie als geheel heeft te maken met stagnatie in bevolkingsgroei en demografische veranderingsprocessen zoals ontgroening en vergrijzing. In december 2014 zijn Noordoost-Fryslân, Noordwest-Fryslân, de Friese Waddeneilanden en Zuidoost-Fryslân door het rijk aangewezen als anticipeerregio’s; de Tweede Kamer moest hier begin 2015 nog mee instemmen. Door een krimpende bevolking kan het voorzieningenniveau op het platteland dalen. Dat is bijvoorbeeld in de dorpen te zien aan een afname van scholen, winkels, sportvoorzieningen, zwembaden, bibliotheken en pinautomaten. Inzet We geven aandacht aan demografische ontwikkelingen binnen alle relevante provinciale beleidsterreinen. De gemiddelde omvang van huishoudens bijvoorbeeld neemt steeds verder af, dit werkt door in de vraag naar woningen. We zorgen voor verbinding en regisseren beleidsinhoudelijk de gevolgen van demografische veranderingen. We faciliteren de provinciebrede beweging Fan Mear nei Better, waaronder de uitvoering van landelijke experimentenprogramma’s. Bij projecten en
16
programma’s die worden uitgevoerd in de regio’s binnen de streekagenda’s, wordt rekening gehouden met demografische ontwikkelingen. Krimp is een speerpunt in de uitvoering van de Nota Plattelandsbeleid van 2014. In het kader van de Integrale Beleidsagenda Bevolkingsontwikkeling Fryslân zetten we in op de leefbaarheid van de dorpen en spreiding van voorzieningen. Het wegvallen van bepaalde voorzieningen in de dorpen kunnen we niet keren. Onze inzet om voorzieningen te behouden en te vernieuwen is gericht op de volgende speerpunten: goede digitale voorzieningen, bereikbaarheid openbaar vervoer (maatwerktoepassingen) en goede spreiding van primair en voortgezet onderwijs. Enkele voorbeelden. Met het Breedbandfonds stimuleren we de aanleg van supersnel internet op het platteland. In het kader van de uitvoering van de Beleidsnota Plattelân 2014-2017 stellen we subsidie beschikbaar voor bewonersinitiatieven die bijdragen aan de leefbaarheid op het platteland. Daarnaast stimuleren we de realisatie van dorpshuizen of multifunctionele accommodaties en de verduurzaming daarvan. We bieden financiële ondersteuning voor de aanleg van WIFI in de belangrijke plaatsen voor recreatie en toerisme. Nieuwe OV-concepten, waaronder slimme combinaties van allerlei vervoervormen (regulier -, WMO -, lokaal -, leerlingvervoer) kunnen de mobiliteit in het landelijk gebied helpen waarborgen. We hebben de Opstapper rijden, waarbij men van kleine, niet door regulier OV bediende kernen naar een halte van het OV wordt gebracht. Einbalâns: Krimp staat stevig op de beleidsagenda van de Friese gemeenten. Met onze stimuleringsregelingen leveren we een bijdrage aan het behoud van het voorzieningenniveau van het platteland. Het wegvallen van bepaalde voorzieningen in de dorpen kunnen we niet keren.
2.3
Er zijn forse stappen gezet in de verbetering en verduurzaming van de bestaande woningvoorraad
Staat Begin 2014 bestaat de woningvoorraad in Fryslân uit circa 284 duizend woningen. Volgens de laatste provinciale prognose zullen nog enkele jaren ongeveer 1500 woningen per jaar gebouwd moeten worden. Vanaf 2016 zal de woningbehoefte geleidelijk verder afnemen. In 2011 is de woningvoorraad met 1344 woningen uitgebreid: een groei van 0,5%. Recentere cijfers zijn niet beschikbaar, maar in de jaren daarna zullen de aantallen fors omlaag zijn gegaan. Ongeveer één derde van de woningvoorraad is in 2014 voorzien van een energielabel. Het gaat om ruim 95.000 woningen. Daarvan heeft begin 2014 46% een label C of hoger. In de periode 2011-2015 is de verduurzaming van de woningvoorraad met behulp van provinciale regelingen (ISV, Energiepremie) en het Aanvalsplan Woningmarkt bij elkaar opgeteld met betrekking tot circa 10.000 woningen verbeterd. Niet bekend is hoeveel woningen daarnaast in Fryslân buiten de provinciale ondersteuning om zijn verduurzaamd. Inzet In 2012 hebben we de Nota herstructurering naoorlogse Friese woningvoorraad vastgesteld. We zetten ons in voor de kwaliteit van de gebouwde omgeving, in het bijzonder de staat en kwaliteit (verduurzaming) van de bestaande particuliere woningvoorraad en die van corporaties. We hebben daarover kwantitatieve afspraken gemaakt met gemeenten, woningcorporaties en andere partijen. We ondersteunen deze afspraken met financiële regelingen op verschillende terreinen. De provincie is verantwoordelijk voor het gecentraliseerde (rijks)Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 2011-1014. Voor herbestemming van gebouwen en herstructurering woningen is een totaalbedrag van € 10.8 miljoen beschikt. Dit is vooral aanjaaggeld, waarmee diverse projecten in de afgelopen anderhalf jaar zijn losgetrokken. De grootste investering vindt plaats door derden, waaronder de corporaties. In totaal gaat het in de afgelopen vier jaar om circa 3000 woningen.
17
In het kader van Wurkje foar Fryslân hebben we vanaf 1 november 2013 de Fryske Energypremie voor particuliere woningeigenaren ingesteld, met een subsidieplafond van € 11,2 miljoen. Tot oktober 2014 hebben ruim 4000 Friese huishoudens de Fryske Energypremie aangevraagd. In 2013 is het Aanvalsplan Friese Woningmarkt, onderdeel van het programma Wurkje foar Fryslân, opgesteld met een financiële omvang van € 60 miljoen. Met deze forse financiële impuls hebben we de werkgelegenheid in de bouw op korte termijn willen stimuleren. Op basis van het aantal leningen en subsidies die zijn verstrekt in het kader van de verschillende regelingen uit het Aanvalsplan woningmarkt worden circa 700 tijdelijke arbeidsplaatsen gerealiseerd. Hiervoor worden 80 particuliere woningen gerenoveerd, circa 600 zorgwoningen en 50 vrijesectorwoningen gerealiseerd en 150 studentenwoningen gebouwd. De provinciale bijdrage van circa € 15 miljoen heeft bijna € 102 miljoen aan investeringen losgemaakt. De nota herstructurering wordt in 2015 geactualiseerd, waarmee inzicht wordt geboden in de herstructureringsopgave die er voor de komende jaren ligt. De voorlopige aanname is dat jaarlijks 2000-3000 woningen verduurzaamd dienen te worden. In de afgelopen bestuursperiode zaten we hier nog onder. Einbalâns: Onze inspanningen in crisistijd zijn vooral gericht op het stimuleren van de spelers in het veld. Met onze woningbouwafspraken met partijen en onze financiële stimuleringsregelingen dragen we stevig bij aan de verbetering en de verduurzaming van de woningvoorraad. Als gevolg van verdere veroudering van de woningvoorraad door leeftijd en demografische ontwikkelingen blijft de veranderopgave onverminderd groot.
2.4 De achteruitgang van karakteristieke gebouwen is gestuit Staat Door financiële ondersteuning van de provincie zijn honderden karakteristieke gebouwen gerestaureerd of herbestemd. Sinds 2012 zijn provincies verantwoordelijk voor het restaureren van rijksmonumenten. Uit evaluatie blijkt dat de provincies er in slagen om veel extra geld (waaronder eigen middelen) te genereren ten behoeve van restauraties van rijksmonumenten Uit de jaarlijkse inspecties van de Monumentenwacht rijst het beeld op dat de onderhoudstoestand van de Friese monumentale rijksgebouwen de laatste jaren gestaag verbetert. De restauratiebehoefte is vanaf 2010 gedaald van 8,0% naar 7,1% en het achterstallig onderhoud van 15,0 naar 11,4%. Hierbij wordt aangetekend dat dit alleen een indicatie geeft voor het totaal aan karakteristieke gebouwen omdat de monitor alleen betrekking heeft op rijksmonumenten van abonnees van de monumentenwacht. Uit steekproeven blijkt dat het beeld van het totaal aan karakteristieke gebouwen minder gunstig is. Inzet We stimuleren de restauratie en vernieuwend hergebruik van karakteristieke gebouwen. We ondersteunen het Kennispunt Herbestemming Noord, waarin herbestemmingsstrategieën worden ontwikkeld, onder meer voor krimpgebieden. We hebben de Nota Erfgoed verlengd tot en met 2015. We verlenen bijdragen door een subsidie of door ondersteuning van het Cultuurfonds voor Monumenten Fryslân, voor het behoud en herbestemming van karakteristieke bouwwerken. Hierdoor zijn er ongeveer 350 monumenten opgeknapt. Kerken en molens zijn hierin belangrijke categorieën. Er is bijna € 15 miljoen besteed wat een totale investering van ongeveer € 52 miljoen opleverde. De vraag naar steun overtreft jaar op jaar onze middelen. Vanuit het programma Wurkje foar Fryslân hebben we ruim 5 miljoen aan extra middelen beschikbaar gesteld vanwege de impuls voor de kwaliteit van de leefomgeving en de economie. Onze investering levert ongeveer 700 manjaren werk en 100 leerlingbouwplaatsen voor het restauratieambacht op. Via het Deltateam Fryske Tsjerken hebben we bijgedragen aan hergebruik of nevengebruik van tientallen kerkgebouwen.
18
Bescherming en draagvlak voor terpen en andere archeologische waarden zijn gestimuleerd door gemeentelijke verdiepingsslagen van de FAMKE, het Terpenproject, een tiental archeologische opgravingen met open dagen en door archeologische steunpunten. Einbalâns: Er is duidelijke voortgang in het opknappen en herbestemmen van karakteristieke gebouwen. De achteruitgang is gestuit. De opgave blijft echter groot.
2.5
Bestaande bedrijventerreinen zijn verbeterd, er zijn nauwelijks nieuwe bedrijventerreinen aangelegd
Staat Fryslân heeft in totaal ongeveer 300 bedrijventerreinen met een totale oppervlakte van bijna 3770 hectare. Ruim 500 hectare is nog vrij uitgeefbaar. De jaarlijkse vraag naar bedrijventerreinen is gedaald van 80 ha in 2007 naar 19 ha in 2012. In 2013 betrof de uitgifte 26 ha, waarvan 19 ha werd gerealiseerd op het IBF te Heerenveen. De herstructureringsopgave heeft betrekking op 124 ha bedrijventerreinen. Voor zes terreinen is de herstructurering afgerond, voor één terrein is deze gaande. In totaal gaat het hier om de aanpak van 32 ha verouderde terreinen. Inzet Op ons initiatief hebben de gemeenten onderling in vier samenwerkingsregio’s bedrijventerreinenplannen opgesteld. In deze plannen zijn afspraken gemaakt over temporisering van de uitgifte van beschikbare terreinen en over de planning van nieuwe terreinen. Een deel van de nog uitgeefbare voorraad zal niet eerder dan in 2020 aan de orde zijn. Een eerdere uitgifteprognose voor de periode 2010-2020 van 760 ha is waarschijnlijk aan de hoge kant. Aan een nieuwe raming voor de periode tot 2025 wordt gewerkt. In lijn met het Provinciaal Herstructureringsprogramma is in deze plannen ook de herstructureringsopgave in beeld gebracht, dan wel geagendeerd voor verdere uitwerking. De regionale bedrijventerreinenplannen worden in 2015 geactualiseerd. Mede vanwege de financiële situatie bij gemeenten zijn er minder herstructureringsprojecten dan oorspronkelijk werd verwacht. Met een provinciale bijdrage van € 1,5 miljoen is de problematiek van het bedrijventerrein Hallum Doniaweg opgelost. Einbalâns: Door de financiële situatie bij de gemeenten zijn minder bedrijventerreinen verbeterd dan verwacht. De problematiek van bedrijventerrein Hallum Doniaweg is opgelost. De verkoop van uitgeefbare terreinen lijkt weer toe te nemen. De aanleg van nieuwe bedrijventerreinen is getemporiseerd.
2.6 Fryslân beschikt ook in 2015 over voldoende, schoon en veilig water Staat Het huidige peilbeheer zorgt er voor dat 93% van de landbouwgronden optimaal bediend worden. Voor natuur ligt de doelrealisatie lager. In feite kampt 40% van de circa 30.000 ha natuurgebied binnen de EHS met verdroging. Nagenoeg het gehele beheergebied van Wetterskip Fryslân voldoet aan de normen voor regionale wateroverlast; de afvoercapaciteit van de boezem is door diverse maatregelen toegenomen en goed op orde. Hoewel de uitvoering van maatregelen voor de verbetering van de waterkwaliteit goed verloopt, heeft in Fryslân geen enkel waterlichaam volgens de normen van de Kaderrichtlijn water, een goede ecologische toestand. De chemische toestand varieert van jaar tot jaar. Het aantal probleemstoffen is afgenomen. Het oplossen van knelpunten met de resterende probleemstoffen in grote wateren is
19
vooral afhankelijk van het landelijke generieke beleid. Ook wordt samengewerkt met de landbouwsector voor het oplossen van de problemen met de waterkwaliteit. De kwaliteit van het zwemwater op de 51 officiële zwemlocaties is op 44 locaties uitstekend of goed, op 5 locaties aanvaardbaar en op 2 locaties slecht. Op de locaties die slecht scoren worden in 2015 extra inspanningen verricht om de kwaliteit te verbeteren. De primaire keringen in Fryslân zijn veilig, er zijn geen urgente veiligheidsproblemen. De uitvoering van de dijkversterkingsprojecten om aan de normen te voldoen ligt op koers. In 2015 worden de dijkversterkingen langs de Friese Waddenzeekust en die bij Lemmer voltooid. In 2018 zal 71% van de primaire waterkeringen aan de norm voldoen. Van de regionale waterkeringen (3.200 km) is in 2015 in totaal bijna 85% voldoende hoog. Inzet We hebben samen met onze waterpartners uitvoering gegeven aan het waterhuishoudingsplan en aan het Fries bestuursakkoord waterketen. De samenwerking in de waterketen heeft ons naar oordeel van de visitatiecommissie in de positie van koploper gebracht. Met het FYLG-budget zijn veel oevers en kaden integraal aangepakt. In 2015 leggen we een Veenweidevisie aan de Staten voor. Realisatie van het gemaal Lauwersoog is (voorlopig) van de baan; zoals afgesproken met de Staten onderzoeken we samen met Wetterskip Fryslân de alternatieven. Door de verminderde middelen voor natuur richten we de verdrogingsbestrijding in 2015 vooral op de Natura-2000-gebieden met een grondwateropgave uit de Kaderrichtlijn Water. Eind 2015 zijn tien projecten van het huidige (rijks)Hoogwaterbeschermingsprogramma voor de primaire keringen voltooid. Alleen de dijkversterking op Ameland loopt nog. Onze rol is het beoordelen van de integrale kwaliteit van dijkversterkingsplannen. We zien toe op de uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water door de waterbeheerders. We zetten vanaf 2015 POP3-cofinancieringmiddelen in voor het oplossen van het probleem van teveel nitraat- en fosfaatbelasting vanuit de landbouw. Onze inzet blijft gericht op het realiseren van veerkrachtige watersystemen, waarmee we op tijd klaar zijn voor een toekomst met stijgende zeespiegel, klimaatverandering en bodemdaling. Ook stellen we eind 2015 een nieuw Waterhuishoudingsplan op. In dat kader komen we met een voorstel voor de aanpak van de verdroging in natuurgebieden en gaan we nieuwe afspraken met Wetterskip Fryslân maken over de programmering van het voldoen aan de veiligheidsnormen van de resterende 400 km regionale keringen (oevers en kaden) vanaf 2016. Vanaf 2015 wacht ook de regionale uitvoering van de Deltabeslissingen op grond van de landelijk gesloten Bestuursovereenkomst Deltaprogramma 2015. Einbalâns: Fryslân beschikt ook in 2015 over voldoende, schoon en veilig water. Ten opzichte van 2011 is het kwaliteitsniveau op de drie onderdelen verder verbeterd. Bodemdaling en verdroging vragen nog veel aandacht, evenals de ecologische toestand van watersystemen.
2.7 Zoutwinning onder land is vervangen door zoutwinning onder zee Staat Zoutproducent Frisia Zout mag vanaf 2021 zout gaan winnen onder de Waddenzee. De vergunningenprocedure loopt. Onderdeel van de afspraken is de gebiedsontwikkeling FranekeradeelHarlingen. De doorlooptijd is verschoven tot 2021. Inzet We hebben onze bevoegdheden en verantwoordelijkheden voluit ingezet om de transitie van de zoutwinning van onder het vaste land naar onder de Waddenzee mogelijk te maken. De planologische voorwaarden zijn vervuld en het gebiedsproject Franekeradeel-Harlingen wordt
20
uitgevoerd. Voor de uitvoering van het plan zijn overeenkomsten met de delfstofwinners in het gebied (gas, zout) gesloten. In september 2014 heeft de staatssecretaris van Economische Zaken besloten de aangevraagde vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet te verlenen. Eerder werd in oktober 2013 door de minister van Economische Zaken een ontwerpinstemmingsbesluit op het ingediende winningsplan op grond van de Mijnbouwwet gepubliceerd. Na vertraging is de uitvoering van de gebiedsontwikkeling Franekeradeel-Harlingen in 2014 goed op gang gekomen. Met deze integrale gebiedsbenadering pakken we de problemen van de bodemdaling aan, die veroorzaakt worden door de gas- en zoutwinning in dit gebied. Het plan bevat ook maatregelen ter verbetering van het landschap, de landbouw en de leefbaarheid van de dorpen. Einbalâns: Aan onze kant zijn de voorwaarden vervuld om de zoutwinning te kunnen verplaatsen. De realisatie hangt verder af van het verloop van de vergunningverlening door het ministerie van EZ. Alles wijst de goede kant op, maar het doel is nog niet volledig gehaald.
2.8 De geplande infrastructuurwerken zijn volop in uitvoering Staat Van de Bereikbaarheidsprojecten Leeuwarden Vrij-Baan wordt in 2015 alleen nog gewerkt aan het aquaduct Drachtsterweg en omgeving. De Noordwesttangent, de Haak om Leeuwarden en de Westelijke invalsweg zijn alle in gebruik. Voor wat betreft het Rijkswegennet in de provincie Fryslân is in 2015 begonnen met de verdiepte ligging en het aquaduct in de N31 Traverse Harlingen. In 2015 volgt de aanbesteding van de ombouw van het Knooppunt Joure. Voor wat betreft provinciale wegenprojecten zijn De Centrale As en de N381 in 2015 volledig in uitvoering. Het eerste onderdeel van de Centrale As, de rondweg Garyp, is begin 2015 in gebruik genomen. De verruiming van het Prinses Margrietkanaal bestaat uit twee fasen. De verruiming van het kanaal is gereed. Met betrekking tot de aanpassing van de kunstwerken is de brug Burgum en kanaalverlegging bij het aquaduct De Centrale As eind 2013 aanbesteed en in uitvoering genomen (oplevering eind 2016). Inzet De provincie voert de projecten voor provinciale wegen en vaarwegen van het Provinciale Verkeeren Vervoerplan uit op basis van het Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer. De grote infrastructuurwerken van rijk en provincie, die in de afgelopen jaren in onze provincie in uitvoering zijn genomen, sommige als onderdeel van het programma Leeuwarden Vrij-Baan, liggen op schema. Eind 2014 is de Haak om Leeuwarden in gebruik genomen. Een uitzondering betreft de traverse Lemmer (N359), waarover de definitieve besluitvorming nog niet is afgerond en waarvan de uitvoering voor 2015 nog niet is gestart. We hebben voor dit knelpunt in het najaar van 2014 gekozen voor de basisvariant als beste oplossing, die afwijkt van de eerder in het Uitvoeringsprogramma coalitieakkoord opgenomen voorkeursoplossing voor een aquaduct onder de Sylroede en andere maatregelen. De basisvariant bestaat onder andere uit het optimaliseren van de bestaande weg door deze gedeeltelijk te verdubbelen, betere afstemming van de verkeerslichten (groene golf) en bloktijden voor de bediening van de Zijlroedebrug. Voor wat betreft verbeteringen aan het rijkswegennet in Fryslân heeft ons ‘krewearjen’ voor een aquaduct onder de Skarster Rien in de A6 geen positief resultaat opgeleverd. Einbalâns: De geplande infrastructuurwerken zijn volop in uitvoering. De Friese hoofdwegenstructuur is in de nabije toekomst, op een enkel provinciaal knelpunt na, te weten de traverse Lemmer, op orde.
21
2.9
De Centrale As, waar nodig met inachtneming van de uitspraken van de Raad van State, is volop in uitvoering
Staat Medio 2015 wordt er op alle onderdelen aan De Centrale As gebouwd. De rondweg Garyp is in januari 2015 opengesteld voor het verkeer. Eind 2015 wacht de openstelling van het weggedeelte Dokkum-De Westereen. Inzet Het provinciaal inpassingsplan is ongeschonden door de procedures gekomen. Op 9 november 2011 heeft de Raad van State alle beroepen ongegrond verklaard. De aanleg is in juni 2012 van start gegaan. De uitvoering van De Centrale As ligt op schema. In 2015 zijn alle contracten naar de markt gebracht. Gebleken procedurele tekortkomingen bij de grondverwerving (aankoop en onteigening) hebben geleid tot een nieuwe generieke, aangescherpte werkwijze binnen de provinciale organisatie. Het project Kansen voor Kernen zorgt voor de herinrichting van de huidige provinciale weg door de dorpen Garyp, Burgum, Hurdegaryp, Feanwâlden, De Falom en Damwâld. Ruimtelijke kwaliteit en de sociaaleconomische ontwikkeling in de dorpen krijgen via dit project extra kansen. Het provinciale aandeel in de totale kosten van € 22 miljoen van het project Kansen voor Kernen bedraagt € 15 miljoen. Einbalâns: De Centrale As is volop in uitvoering. Eind 2014 is het project Kansen voor Kernen van start gegaan.
2.10
De gebiedsontwikkeling rond De Centrale As en N381 heeft geleid tot een goede inpassing van deze wegen in hun omgeving
Staat De gebiedsontwikkeling rond De Centrale As en N381 zijn beide in uitvoering. In 2015 worden resterende onderdelen aanbesteed. Inzet Met deze twee gebiedsontwikkelingen zetten we een plus op de ruimtelijke inrichting, onder andere door de ontwikkeling van natuur, het verbeteren van de landbouwstructuur en de aanleg van nieuwe fiets-, wandel- en ruiterpaden. Bij De Centrale As gaat het om maatregelen in een gebied van 7000 hectare, waarmee een bedrag van circa € 40 miljoen is gemoeid. De financiering van de 2e fase is nog niet geregeld. De uitvoering van de maatregelen in 2015 staat zowel bij de gebiedsontwikkeling Centrale As als bij het inrichtingsplan N381 onder druk vanwege grondverwerving op basis van vrijwilligheid. Einbalâns: De uitvoering van de twee gebiedsontwikkelingen is goed op gang gekomen. Voor de realisatie van gebiedsmaatregelen zijn we in veel gevallen afhankelijk van vrijwillige medewerking van grondeigenaren.
2.11
Met nieuwe concepten voor openbaar vervoer en het gebruik van de fiets is de bereikbaarheid van Fryslân verbeterd
Staat Na een toename tussen 2004 en 2007 blijft het aantal buspassagiers tussen 2007 en 2011 ongeveer gelijk (17,1 miljoen reizigers). In 2012 daalt het aantal tot ruim 17 miljoen buspassagiers. Het aantal treinreizigers blijft na een toename tot 2007 vrij stabiel en beweegt zich tussen de 6,4 en 6,8 miljoen
22
reizigers in 2013. Het aantal treinreizigers nam tussen 2004 en 2013 toe met 17%, het aantal buspassagiers slechts met 10%. Sinds eind 2010 worden op 28 wegen in Fryslân het aantal passerende fietsers permanent geteld. In 2013 ging het op deze telpunten in totaal om 8,8 miljoen fietsbewegingen. Inzet Om de bereikbaarheid van het platteland op peil te houden, ontwikkelen wij in het Programma Duurzaam OV nieuwe concepten van openbaar vervoer. Hiervoor werd de nota ‘Verbetering vervoer in het landelijk gebied: uitgangspunten en maatregelen’ opgesteld. We investeren in het openbaar vervoer binnen Fryslân om ondanks kostenstijgingen toch de dienstverlening op het platteland op peil te houden. Daarvoor voeren we het Programma Duurzaam OV uit. Onderdeel van dit programma is de integrale regeling Butenút foarút 2014-2015/2018, waarmee we een bijdrage leveren aan de leefbaarheid en de bereikbaarheid van het landelijk gebied. Nieuwe OV-concepten, waaronder slimme combinaties van allerlei vervoervormen (regulier -, WMO -, lokaal -, leerlingvervoer) kunnen de mobiliteit in het landelijk gebied helpen waarborgen. We hebben de Opstapper rijden, waarbij men van kleine, niet door regulier OV bediende kernen naar een halte van het OV wordt gebracht. Integratie met het WMO-vervoer wordt nog onderzocht. Samen met de ANNO-gemeenten in Noordoost-Fryslân wordt bekeken hoe aan een Mobiliteitscentrale vorm kan worden gegeven, waarbij zoveel mogelijk aanbod van vervoer in landelijk gebied aan de vraag gekoppeld wordt. Via de subsidieregeling Bûtenút Foarút stimuleren we initiatieven vanuit de mienskip op vervoergebied. De eerste twee aanvragen zijn eind 2014 gehonoreerd. Ook zetten we bij de concessieverlening in op het verbeteren van de samenhang binnen het totale vervoernetwerk van Fryslân. In 2016 gaat het om de concessies Zuidoost en Waddeneilanden. We investeren in de bereikbaarheid voor fietsers, in de sfeer van ketenvoorzieningen maar ook met betrekking tot verbetering van het fietsnetwerk. De infrastructurele maatregelen zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma verkeer en vervoer 2011-2015. Daarnaast hebben we geïnvesteerd in het openbaar vervoer per trein tussen de belangrijke kernen in Fryslân en met Zwolle en Groningen om zodoende het aantal autokilometers terug te dringen. Met betrekking tot het railnetwerk hebben we afspraken gemaakt over de 3e trein naar Zwolle (nu nog rijdend tot Meppel), de 4e trein naar Zwolle/Meppel in 2017 en vermindering van de wachttijd in Zwolle met drie minuten voor de intercity’s met Utrecht/Rotterdam. Uitbreiding van de dienstregeling Leeuwarden-Groningen is afgesproken, waarbij we in de tijd afhankelijk zijn van de uitvoering van de voorgenomen maatregelen op het baanvak. Gezien de verhouding tussen hoge kosten aan de ene kant en bescheiden passagiersaanbod en relatief grote afstanden tussen stations aan de andere kant is de in het coalitieakkoord genoemde mogelijkheid van Light Rail in onze provincie geen kansrijke optie. Dit blijkt uit een binnenkort uit te brengen studie over de OV-hoofdstructuur. We zetten in op verbetering van de bestaande treindiensten vanuit Leeuwarden richting Groningen, Zwolle, Sneek en Harlingen. Daarbij gaat het al naar behoefte om frequentieverhoging, versnelling of een grotere regelmaat. Einbalâns: Met onze beleidsmatige en financiële inspanningen hebben we de bereikbaarheid van Fryslân gewaarborgd en verder verbeterd.
2.12 Een besluit over de aanleg van de spoorlijn Heerenveen-Groningen is gevallen Staat In 2012 is besloten niet over te gaan tot aanleg van de spoorlijn Heerenveen-Groningen. Inzet
23
We hebben ons ingezet voor aanleg van de spoorlijn Heerenveen-Groningen, met de gedachte dat binnen het gestelde budget een levensvatbare exploitatie mogelijk zou zijn. Uit nader onderzoek is gebleken dat de spoorlijn een laag maatschappelijk rendement zou hebben en dat de financiële onzekerheden en risico’s groot waren. In de Kadernota 2013 zijn de vrijkomende middelen overgeheveld naar het Regionaal Specifiek Pakket (RSP). Onder andere ter compensatie is de Investeringsagenda Drachten Heerenveen opgesteld en in uitvoering genomen. Einbalâns: De aanleg van de spoorlijn is niet doorgegaan. Met de vrijkomende middelen hebben we andere projecten met een hoger maatschappelijk rendement kunnen realiseren (waaronder De Centrale As en de N381).
2.13 Een nieuwe visie op vaarwegen wordt tot uitvoering gebracht Staat (intern) Meteen al in het Uitvoeringsprogramma van het coalitieakkoord is besloten geen middelen beschikbaar te stellen voor een nieuwe visie op vaarwegen, in het bijzonder de uitwerking van die visie. Inzet We hebben onze vaarwegenvisie opgenomen in de actualisatie van het Provinciale Verkeer- en Vervoerplan. Daarin is het gebruik van het vaarwegennetwerk voor de verschillende doelgroepen, waaronder het beroepsmatig transport, vastgesteld. De kaders voor het onderhoud van provinciale vaarwegen (en wegen) zijn in 2014 geactualiseerd. Eveneens in 2014 hebben we een visie over verbreding van het Van Harinxmakanaal aan Provinciale Staten voorgelegd. En we doen onderzoek naar een verbetering van de vaarroute naar Heerenveen. We hebben ons voorbereid op herverdeling van het vaarwegenbeheer op grond van de nieuwe Waterwet. Het beheer van de Friese vaarwegen is vanaf 2014 herverdeeld tussen de verschillende overheden. Het beheer van het Prinses Margrietkanaal is overgedragen aan het rijk. Einbalâns: We hebben geen zelfstandige vaarwegenvisie uitgebracht, maar deze opgenomen in het PVVP. Het Friese vaarwegennet biedt, op een enkel knelpunt na, voldoende mogelijkheden voor het transport over water.
2.14 De verkeersveiligheid is verder verbeterd Staat De daling van het aantal verkeersdoden in Fryslân ontwikkelt zich (spectaculair) positief, van 64 (2000) naar 26 in 2014. Op provinciale wegen vallen jaarlijks 6 tot 7 dodelijke slachtoffers, in 2013 waren dit er 4. Fietsen brengt meer risico’s op ongevallen en letsel met zich mee dan andere vormen van verkeersdeelname. Inzet We werken onverminderd door aan het verbeteren van de verkeersveiligheid op de provinciale wegen. In 2014 heeft een ANWB-onderzoek ons aanleiding gegeven om opnieuw te kijken naar het verbeteren van de verkeersveiligheid, bijvoorbeeld in combinatie met onderhoudsmaatregelen. Op 12 november 2014 hebben de Staten besloten om infrastructurele knelpunten in de N359 tussen Bolsward en Wommels versneld aan te pakken. Uit monitoringsgegevens blijkt dat de veiligheid van het fietsverkeer niet in de pas loopt met die van overige verkeersdeelnemers. Daarom hebben wij in 2013 een Plan van aanpak Fietsveiligheid
24
opgesteld, met extra kleinschalige infrastructurele maatregelen en maatregelen op het gebied van verkeersgedrag. De kans op conflicten op fietspaden door variatie in (fiets)voertuigen en snelheden neemt toe. In 2015 doen we onderzoek naar mogelijkheden van langeafstandfietsroutes voor het utilitaire fietsverkeer. Einbalâns: Er wordt goede resultaten geboekt met het verbeteren van de verkeersveiligheid. Het aantal verkeersdoden neemt verder af. De ongevalscijfers voor sommige situaties en doelgroepen blijven echter aandacht vragen en leiden tot nieuwe aandachtsgebieden.
2.15
Er is aanzienlijke voortgang geboekt met de totstandkoming van de digitale snelweg in Fryslân
Staat In Fryslân hebben ongeveer 32.700 percelen geen aansluiting op een Next Generation Access (NGA)netwerk. Dat wil zeggen dat zij niet beschikken over een snelle internetverbinding via een kabel- of glasvezelnetwerk. Het betreft hier woningen en bedrijven op bedrijventerreinen in de zogenaamde ‘witte gebieden’ in de provincie. Inzet Onze inzet is om zoveel mogelijk van de 32.700 percelen in de ‘witte gebieden’ te voorzien van een snelle internetverbinding via een NGA-netwerk. Aangezien er in deze gebieden sprake is van marktfalen is hulp van de overheid nodig. In 2013 hebben we het Investeringsplan voor supersnel internet in Fryslân vastgesteld. Hierin is een investerende en faciliterende rol voor de provincie gedefinieerd. En zijn drie belangrijke instrumenten uitgewerkt: een Breedbandloket (faciliterend), en een Breedbandfonds en Aansluitsubsidies (investerend). Vanaf 2015 zijn deze instrumenten volledig operationeel. Voor het Breedbandloket, het Breedbandfonds en de Aansluitsubsidies is een nominaal revolverend kapitaal van € 60 miljoen beschikbaar. Daarbij wordt het subsidiedeel (circa € 15 miljoen) van het fonds gecompenseerd door de ontvangen rente op de verstrekte leningen uit het fonds. Belangstellenden voor een NGA-aansluiting in de ‘witte gebieden’ kunnen zich aanmelden op www.friesland.opglas.nl. Als opstap naar het Breedbandfonds is in 2014 aan acht kleinschalige projecten een subsidie van in totaal ruim € 1,1 miljoen uit het programma Wurkje foar Fryslân toegekend. Einbalâns: Het provinciale instrumentarium voor de realisatie van NGA-netwerken in de ‘witte gebieden’ in Fryslân is operationeel. De bewoners van de witte gebieden zijn nu aan zet om de krachten te bundelen en projecten voor financiering vanuit het Breedbandfonds in te dienen.
2.16 Natuur en landschap zijn met provinciale middelen versterkt Staat Een belangrijke indicator voor de toestand van de Friese natuur is de biodiversiteit. De totale biodiversiteit van Fryslân is teruggelopen van 53% in 1900, naar 33% halverwege de twintigste eeuw tot 19% in de huidige situatie. Deze resultaten komen sterk overeen met de landelijke cijfers. Sinds 1994 werken rijk en provincie aan de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). ). In 2014 was ruim 12 duizend hectare EHS verworven. Daarmee was 82% van de beoogde oppervlakte (taakstelling 2014: 14.790 ha) EHS verworven. In 2014 was 55% van de verworven oppervlakte EHS ingericht. Het gaat om ruim 8.000 hectare. Het aantal weidevogels neemt al enkele decennia gestaag af. De landelijke gruttopopulatie neemt bijvoorbeeld jaarlijks met 5-8% af. In Fryslân zien we ook een afname, hoewel vanaf 2007 een zekere stabilisatie zichtbaar is.
25
Inzet Op grond van de Nota natuer en lanlik gebiet (2012) hebben we ons beleid voor natuur, landschap en landbouw uitgevoerd. In 2014 is een nieuw uitvoeringsprogramma vastgesteld, het Program Lanlik Gebiet 2014-2020. We pakken de uitvoering integraal op aan de hand van gebiedsprojecten. Het natuurbeleid is in 2014 volledig gedecentraliseerd naar provincies (Natuurpact rijk-provincies 2013). In dat kader hebben we de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) herijkt en met 4500 hectare ingekrompen. Het beleid is gericht op de afronding van een aantal robuuste natuurgebieden. We kiezen voor een geleidelijke overgang naar nieuwe (collectieve) contracten voor agrarisch natuurbeheer vanaf 2016. De horizon voor realisatie van de EHS is als inspanningsverplichting voor de provincies verschoven naar gereed in 2027. Alle 26 Natura2000-beheerplannen worden in 2015 vastgesteld, waarvan zes door de provincie. Vaststelling van deze plannen in 2015 hangt af van de afronding van de besluitvorming van de Programmatische Aanpak Stikstof. In de thematische structuurvisie Grutsk op ‘e romte hebben we landschapsstructuren van provinciaal belang aangewezen. We concentreren onze investeringen in landschap in de drie integrale gebiedsprojecten De Centrale As, N381 en Franekeradeel-Harlingen. De kleinschalige aanpak van landschapsherstel en instandhouding buiten de gebiedsprojecten verloopt door subsidiëring van projecten onder andere via de streekagenda’s. Draagvlak en organisatiegraad van de beide Nationale Landschappen vormen hierbij een specifiek onderdeel. In 2014 hebben we de Nota Weidevogels (2014-2020) vastgesteld met als doelstelling het realiseren van vitale weidevogelpopulaties in Fryslân waarbij de grutto als gidssoort fungeert. We kiezen voor de meest kansrijke weidevogelgebieden en zetten daar onze inspanningen en middelen op in. Hiervoor zijn weidevogellandschappen aangewezen waarbinnen vanaf 2015 weidevogelkerngebieden worden gerealiseerd. Deze gebieden bestaan uit natuurgebieden en/of agrarische gebieden tezamen waarbinnen beheer en inrichting op de weidevogels wordt afgestemd. Dit is een sleutelproject in de plannen voor KH2018. Einbalâns: Met de beschikbare provinciale middelen zijn natuur en landschap versterkt.
2.17 De landbouwsector is verder verduurzaamd en nog meer actief als landschapsbeheerder Staat Ruim 78% van het landoppervlak van Fryslân bestaat uit landbouwgrond. Binnen de landbouw is de melkveesector veruit het grootst (89% van de landbouwgrond). Het aandeel biologische landbouwgrond is ongeveer 2,7%, dit percentage is gelijk aan heel Nederland. In 2013 werkten 12.150 personen in de landbouw, dit is 18% minder dan in 2003. Inclusief indirecte werkgelegenheid komt het totaal aantal personen in de Friese agrofoodsector uit op 24.500 personen of 11% van de totale werkgelegenheid. De komst van zuivelbedrijven als A'ware en Fonterra naar Heerenveen en de uitbreidingsplannen van FrieslandCampina in Leeuwarden zorgen voor meer dan € 500 miljoen euro aan investeringen in de Friese zuivelsector. Dit heeft als gevolg dat er veel nieuwe arbeidsplaatsen beschikbaar komen in de primaire melkveehouderij, zuivelbedrijven en toeleverende, verwerkende en dienstverlenende sectoren. De verwachting is dat de arbeidsmarkt in de zuivelsector naar 2020 toe flink onder druk komt te staan. Het totaal aantal bedrijven in de landbouw is afgenomen van 6400 in 2004 naar 5500 in 2013, een afname van 14%. Het aantal zeer grote bedrijven is in de afgelopen tien jaar met 150% gestegen naar 150. De schaalvergroting zal de komende jaren nog doorgaan. In 2013 hadden ruim 1700 bedrijven (31% van het totaal) neveninkomsten op het gebied van agrarisch natuur- en landschapsbeheer. In het aantal biologische bedrijven zit weinig groei.
26
De landbouw heeft in de afgelopen decennia een flinke duurzaamheidslag gemaakt. Metingen van rijk en waterschap aan water en lucht tonen aan dat de emissies van nutriënten, ammoniak, broeikasgassen en bestrijdingsmiddelen de afgelopen decennia fors afgenomen zijn. De laatste jaren is op veel fronten echter sprake van een stabilisatie. De steeds grotere stallen bergen niet alleen meer koeien maar bieden ook meer ruimte, lucht en comfort en dragen zo bij aan dierwelzijn en diergezondheid. Daar staat tegenover dat het aantal koeien dat geweid wordt afgenomen is. De zuivelcoöperaties proberen via financiële prikkels weidegang te stimuleren. Inzet Onze inzet is een landbouw die modern en renderend is, die schoon en zuinig en in harmonie met zijn omgeving produceert. We hebben de Landbouwagenda 2012-2013 uitgevoerd. In 2014 hebben we een nieuwe Landbouwagenda met resultaten tot en met 2020 vastgesteld. Aandachtsgebieden zijn landbouwstructuurversterking, kennis en innovatie en communicatie boer/burger. De groei van de melkveehouderij die vanwege de afschaffing van de melkquotering vanaf 2015 verwacht wordt, vraagt om extra regelgeving (zoals de PAS en de nieuwe Melkveewet) en maatregelen van de boeren in onder andere het kringloopboeren en emissiearme stallen. Alleen dan kan de sector aan de milieuvoorwaarden blijven voldoen. De provincie ondersteunt dit met subsidies voor ontwikkeling en demonstratie van innovaties. De provincie opent in 2015 een regeling voor maatregelen om de lichtuitstoot uit melkveestallen terug te dingen. Meteen na de aankondiging hiervan in het voorjaar van 2014 meldden zich al de eerste bedrijven aan. In 2015 moet blijken in welke mate daadwerkelijk van de regeling gebruik wordt gemaakt. Via het kavelruilbureau zal tussen 2014 en 2020 11.200 ha aan vrijwillige kavelruil plaatsvinden (gemiddeld 1600 ha per jaar), zowel voor landbouwstructuurversterking, weidevogelkerngebieden, de EHS en water. In Sexbierum is een duurzaam glastuinbouwontwikkelingsgebied gepland. De realisatie hiervan loopt vanwege aanhoudende economische problemen in de glasgroentensector stroef. We ondersteunen de ontwikkeling van de Dairy Campus Fryslân. Vanaf 2011 is deze in bedrijf. Het innovatiefonds voor de dairysector is in 2014 van start gegaan. Oplevering van bouw en grondverwerving van de dairycampus zal in 2015 plaatsvinden. De landbouwsector kan tevens profiteren van de (innovatie)stimulering van het investeringsprogramma Wurkje foar Fryslân. Specifiek hebben we bijgedragen aan het oprichten van Dairy Chain Friesland (totale investering € 15 tot 20 miljoen in zes jaar). De ambitie van de Dairy Chain Friesland is om door te ontwikkelen naar een internationaal toonaangevend instituut op het gebied van opleidingen, trainingen en toegepast onderzoek. Einbalâns: De verduurzaming van de landbouwsector in Fryslân zet door en investeringen in het beheer van weidevogelkerngebieden en natuurvriendelijke oevers dragen bij aan het landschap.
2.18
De schadelijke onttrekkingen en toevoegingen aan het Friese leefmilieu zijn verder teruggebracht
Staat Met de uitvoering van Milieuprogramma zijn substantiële stappen zijn gezet op de weg naar verbetering van het Friese milieu. Eind 2014 was meer dan 80% van de voorgenomen activiteiten gerealiseerd. Ook qua effecten heeft het Milieuprogramma resultaten geboekt. Eind 2014 zijn er in Fryslân nog 19 bodemverontreinigingsknelpunten, 15 geluidhinderknelpunten en 3 knelpunten op het gebied van de omgevingsveiligheid over. De sanering van industrieel lawaai is afgerond. Ook geluidhinder van railverkeer is in Fryslân geen sprake meer. Er bestaan alleen nog geluidhinderknelpunten rond het wegverkeer.
27
In 2012 is in Fryslân gemiddeld 236 kilo per inwoner aan huishoudelijk restafval ingezameld (landelijk 256 kilo). Deze hoeveelheid neemt geleidelijk af. Sinds 2011 wordt praktisch alle restafval verbrand voor energieopwekking. De hemelhelderheidskaart laat zien dat 15% van Fryslân erg donker is en 41% donker; 5,5% is licht tot zeer licht. Er komt steeds meer aandacht voor het terugdringen van kunstlichtgebruik, onder andere bij overheden. De belichting van kassen neemt nog wel toe. Inzet We willen alle schadelijke onttrekkingen en toevoegingen aan het Friese milieu in 2030 hebben uitgebannen. Met de uitvoering van het Milieuprogramma hebben we substantiële stappen gezet op de weg naar deze verbetering van het Friese milieu. Eind 2014 was meer dan 80% van de voorgenomen activiteiten gerealiseerd. Ook qua effecten heeft het milieuprogramma resultaten geboekt. Voor onze inzet hebben we binnen het milieuprogramma drie sporen gekozen: toepassen van slim milieubeheer, stimuleren van duurzame innovaties en bouwen aan een duurzame samenleving. De inzet op het eerste spoor heeft tot een halvering van het aantal overblijvende milieuknelpunten geleid, van 70 naar 37. De inzet op duurzaamheid in de sporen 2 en 3 heeft er onder onder meer toe geleid dat inwoners van Fryslân het milieu gemiddeld genomen minder belasten. Over een breed front hebben we schadelijke onttrekkingen en toevoegingen teruggebracht, zoals van het huishoudelijk restafval, de geluidbelasting, lucht-, bodem- en waterverontreiniging, licht- en CO2-emissie. We hebben sterk ingezet op het hergebruik van baggerspecie en grond uit provinciale werken. Ook is geurhinder en emissie uit de veeteelt aangepakt. Voor externe veiligheid is de risicokaart sterk verbeterd. Risicosituaties rond buisleidingen zijn aangepakt. De aanpak van de overblijvende milieuknelpunten wordt voortgezet in het verlengde Milieuprogramma 2015-2016. De inzet op duurzaamheid krijgt hierin een andere vorm. Daarbij wordt de aandacht specifiek gericht op vier thema’s: de Friese Grondstoffenagenda, Duurzame transportbrandstoffen, Fair Trade-/Millenniumdoelen en Eetbaar Fryslân. Ook het verlengde milieuprogramma zal jaarlijks worden gevolgd. Hiervoor is een nieuwe monitor ontwikkeld die een beter onderscheid maakt in de voortgang van de uitvoering en de maatschappelijke effecten die daarmee worden bereikt. Einbalâns: Op alle terreinen zijn vorderingen gemaakt met het verder terugbrengen van schadelijke onttrekkingen en toevoegingen. Dit is gunstig, mede in het licht van onze ambitieuze doelstelling voor 2030.
2.19 Fryslân produceert op diverse manieren een substantiële hoeveelheid schone energie Staat In 2012 was de totale energiebehoefte in Fryslân 61,3 Peta Joule (PJ). Hiervan werd 5,2 PJ (8,6%) duurzaam opgewekt. Duurzame warmte speelt een belangrijke rol in de duurzame energiemix van Fryslân: 50% van de totaal opgewekte hoeveelheid duurzame energie ontstaat via hernieuwbare warmte uit afvalverbrandingsinstallaties van de Reststoffen Energie Centrale (REC) in Harlingen. Landelijk ligt het aandeel hernieuwbare warmte uit afvalverbrandingsinstallaties slechts op 12%. Verder heeft ook windenergie met 31% een groot aandeel in de energiemix van Fryslân. Zonneenergie speelt een bescheiden rol met slechts een aandeel van 2%. Fryslân zit in 2015 op 4% energiebesparing ten opzichte van 2010. Als de huidige trend doorzet komt Fryslân uit op 14% energiebesparing in 2020, waar de doelstelling op 20% ligt. Het aantal energiegerelateerde banen in Fryslân is toegenomen van 2.000 in 2010 tot 2.282 in 2013 (prognose). De proefinstallatie Blue Energy, onderdeel van het project Nieuwe Afsluitdijk, is gestart.
28
Inzet In oktober 2013 hebben we het provinciale Uitvoeringsprogramma Duurzame Energie 2014-2020 vastgesteld. Hierin is als doel vastgelegd: 20% energiebesparing, 16% duurzame energieproductie en 4.000 energiegerelateerde banen. De voorziene duurzame energiemix in 2020 bestaat voor ruim 50% uit windenergie, ruim 20% uit zonne-energie en ruim 25% uit warmte-energie (waaronder het REC en biogas). Om de energiebesparingsdoelstelling van 20% in 2020 te realiseren zullen extra maatregelen moeten worden getroffen. In de afgelopen periode is het Nationaal Energie Akkoord vastgesteld. We hebben samen met NoordHolland, Groningen en Drenthe hierop antwoord gegeven met het vaststellen van Switch, een noordelijke energieagenda. Begin 2013 hebben de gezamenlijke provincies met het Rijk afgesproken dat in 2020 landelijke 6000 MW op land is gerealiseerd, waarvan 530,5 MW in Fryslân. In december 2014 hebben de Staten deze taakstelling volgens afspraak met het Rijk nader ingevuld. Binnen de kaders van het coalitieakkoord is besloten tot plaatsing van 316 MW in het IJsselmeer (2 locatiemogelijkheden), Windpark Noordoostpolder 18 MW, Kop Afsluitdijk 36,5 MW en Bestaand op land 160 MW. Verder is besloten tot sanering van 65 MW aan bestaande molens, met gebundelde herplaatsing met minder molens op land (locaties Heerenveen en Kop Afsluitdijk). Ook gaan we onderzoek doen naar de mogelijkheden voor dorpsmolens. Het Fûns Skjinne Fryske Enerzjy is door ons opgericht en najaar 2014 van start gegaan. Het fonds bevat € 90 miljoen als revolverend startkapitaal voor de financiering van nieuwe projecten die aantoonbaar tot reductie van uitstoot van broeikasgassen leiden, en daarnaast ook een toegevoegde waarde hebben voor de werkgelegenheid in Friesland. Voorbeelden zijn aardwarmte, zonne-energie, biomassa maar ook energiebesparing in de bebouwde omgeving. Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVN) voert het beheer over het fonds. Verschillende initiatieven voor energiebesparing lopen ook na 2015 door. We stimuleren op allerlei manieren energiebesparing in de verschillende sectoren, waaronder de woningvoorraad, maatschappelijk en zakelijk vastgoed, landbouw, mobiliteit en circulaire economie. We nemen met verschillende duurzaamheidsprojecten deel aan het project Nieuwe Afsluitdijk, zoals Blue Energy. Het Duurzaamheidscentrum is in 2012 vanwege onvoldoende marktinteresse niet doorgegaan. Er wordt een marktconsultatie uitgevoerd naar een informatiecentrum voor Afsluitdijk en Waddengebied. Einbalâns: Fryslân zit in 2013 met 8 % opwekking duurzame energie ten opzichte van 2010 vanuit verschillende bronnen flink boven het landelijk gemiddelde. Het percentage energiebesparing blijft daarin achter. De FSFE BV is in 1,5 jaar tijd tot stand is gekomen. Bij continuering van voldoende middelen vanaf 2016 zullen we onze energiedoelstellingen voor 2020 kunnen realiseren.
29
3
Nieuwe energie voor de inwoners in 2015
3.1
Het sociaal domein is bij de provincie niet meer geformuleerd in zelfstandig beleid, maar integraal onderdeel van andere beleidsvelden
Staat De provincie heeft met de inwerkingtreding van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning geen wettelijke steunfunctietaak meer in het sociaal domein. Inzet We hebben het Plan van aanpak Transitie Sociaal Beleid en Zorg 2013 uitgevoerd. Sociale en zorgaspecten maken voortaan deel uit van de integrale beleidsontwikkeling van de provincie. De eerste effecten zijn in de begroting 2015 zichtbaar gemaakt. Structurele subsidierelaties met maatschappelijke organisaties worden door de provincie per 1 januari 2017 beëindigd. In 2017 en 2018 stelt de provincie middelen beschikbaar aan gemeenten voor activiteiten die bijdragen aan de dezelfde maatschappelijke doelstellingen als van de maatschappelijke organisaties. Voor de periode 2015-2018 richten wij een noodfonds in als vangnet voor personen die vanwege de transitie niet meer geholpen zouden worden. Ter ondersteuning van het inclusief maken van het provinciaal beleid faciliteren wij vanaf 2015 het Fries Sociaal Planbureau. Het Fries Sociaal Planbureau biedt inzicht in maatschappelijke ontwikkelingen en trends die relevant zijn voor de provinciale kerntaken. Einbalâns: We hebben maatregelen getroffen voor een ‘warme’ begeleiding van de gesubsidieerde maatschappelijke organisaties naar de gemeenten en een noodfonds ingericht. Het inclusief beleid met betrekking tot het sociale domein is in de verschillende provinciale begrotingsprogramma’s opgepakt en zal in de nieuwe bestuursperiode verder verdiept worden.
3.2
De jeugdzorg is verder verbeterd en klaar voor een verantwoorde overdracht aan gemeenten
Staat De wettelijke taken van de provincie voor de jeugdzorg zijn op 1 januari 2015 overgedragen aan de Friese gemeenten. De Friese instellingen waar de provincie via Bureau Jeugdzorg tot 2015 voor verantwoordelijk was, laten al enkele jaren geen wachtlijsten zien. De omvang van de wachtlijsten bij de overige Friese jeugdinstellingen laat over de jaren heen geen reductie zien. Het aantal minderjarige jeugdigen dat langer dan negen weken op zorg wacht is in Fryslân gestegen van 36 in 2012 naar 52 in 2013. Het aantal eerste contacten met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) laat na eerdere stijging in 2012 voor het eerst een daling zien tot een totaal van 2630. Dat wil niet zeggen dat onmiskenbaar sprake is van een afname van kindermishandeling; de bereidheid tot melding en bekendheid met het AMK kan hierbij een rol spelen. Inzet Onze inzet is geweest dat alle kinderen tijdig en adequate hulp ontvangen, dat het proces rond de toegang van de zorg (de indicatiestelling) wordt verbeterd en dat er een goede afstemming is tussen de toegang tot de zorg en het zorgaanbod. Daarvoor hebben we jaarlijks een uitvoeringsprogramma jeugdzorg vastgesteld en uitgevoerd. Hierin was ook de transitie van jeugdzorg naar de gemeenten een voornaam aandachtspunt.
30
Het is de gezamenlijke provincies gelukt de enorme groei in vraag naar jeugdzorg grotendeels op te vangen met ambulante vormen van hulp, waardoor uithuisplaatsingen konden worden voorkomen. Daardoor is het aandeel van zware, specialistische jeugdzorg sterk afgenomen en bleven de kosten beheersbaar. Voor de provincie betekent de overdracht van taken naar de gemeente een nieuwe werkelijkheid. We ronden af waar we ons jarenlang voor hebben ingezet met als hoofddoel een overdracht van de provinciale jeugdzorg richting de gemeenten met een op de toekomstige ontwikkelingen voorbereid jeugdzorgstelsel. Met bestuurlijke inzet en met geld uit de doeluitkering, maar ook met geld van de provincie zelf. We hebben achtmaal € 4 miljoen eigen middelen in de afgelopen jaren in de provinciale Jeugdzorg geïnvesteerd. Voor 2015 hebben wij nog een bedrag van € 4 miljoen gereserveerd voor een eventueel noodzakelijke ‘warme’ overdracht van de jeugdzorgtaak naar de gemeenten. Einbalâns: Vanuit onze taak hebben wij de jeugdzorg met een extra jaarlijkse provinciale bijdrage van € 4 miljoen gefinancierd en qua organisatie verder verbeterd. De feitelijke vraag naar jeugdzorg wordt vooral door maatschappelijke ontwikkelingen bepaald. We hebben, gezamenlijk met de andere provincies, de transitie van de jeugdzorg zorgvuldig begeleid. Daarbij hebben we altijd het belang van de kinderen die de zorg nodig hebben centraal gezet.
3.3 Het over Thialf genomen besluit, dat leidt tot behoud van de A-status, is in uitvoering Staat Thialf wordt op de bestaande plek vernieuwd. De planning van de bouwwerkzaamheden loopt tot 1 juli 2016. In november 2014 is de A-status (opnieuw) in ieder geval tot 2019 aan Thialf verleend. Inzet Ons doel was om tot een besluit over nieuwbouw of verbouw te komen. Dat is gehaald. Niet gehaald is het streven om het bedrijfsleven mee te laten investeren. In juni 2013 hebben de Staten groen licht gegeven voor deelname in de rechtspersoon Thialf en € 50 miljoen beschikbaar gesteld voor de vernieuwbouw van de wedstrijdhal. Daarnaast is voor de overname van de aandelen € 4 miljoen uitgetrokken. In relatie tot Thialf hebben de Staten in het kader van de Begroting 2015 besloten tot ondersteuning van het Centrum voor Topsport Onderwijs (CTO) in Heerenveen. Einbalâns: Ondanks de nodige tegenwind is de toekomst van Thialf, met verbouw en behoud van de A-status, in ieder geval tot 2019 verzekerd.
3.4 De Friese taal heeft een steviger positie in de Fryske mienskip Staat Het beheersniveau van het Fries is in de periode 2007 tot 2011 toegenomen. Een taalonderzoek (nulmeting 2012) geeft aan dat 94% van de inwoners het Fries aardig tot heel goed verstaat, voor het spreken is het percentage 74%, voor lezen 76% en voor het schrijven 30%. Inzet Op grond van onze beleidsnota Grinzen oer (2013) is de Friese taal integraal onderdeel van al onze activiteiten. Wij ondersteunen de Fryske Akademy financieel voor een taalsociologisch onderzoek om beter inzicht te krijgen in de actuele taalsituatie in onze provincie. Het onderzoek is begonnen in 2013 en loopt door in de jaren 2015-2016. De uitkomsten van het onderzoek worden in 2016 betrokken bij ons toekomstige taalbeleid.
31
We doen veel aan bewustwording en ondersteunen onder andere de campagne Praat mar Frysk. Ons doel is dat in 2016 het percentage inwoners in Fryslân dat het Fries redelijk tot heel goed: verstaat op 95%, spreekt op 75%, leest op 80% en schrijft op 35% ligt. Dit is enkele percentages hoger dan de nulmeting in 2007 en de 1e meting in 2012. Met het project Lân fan Talen leveren we op taalgebied een belangrijke bijdrage aan KH2018. Onze internationale contacten rond minderheidstalen hebben we uitgebouwd met onze deelname aan het Network to Promote Linguistic Diversity. Speerpunt in ons beleid is het bevorderen van de doorgaande meertalige leerlijn in het onderwijs. In 2015 heeft Fryslân 200 tweetalige peuterspeelplaatsen, is 25% van alle basisscholen drietalig en zijn er ten minste 6 locaties voor voortgezet onderwijs met een meertalige stroom. Vanaf 2014 is de provincie wettelijk bevoegd voor het vaststellen van de kerndoelen voor het Fries in het onderwijs en voor het verlenen van ontheffingen voor het vak Frysk. Ook is in 2014 de Wet Gebruik Friese taal van kracht geworden, die onder andere voorschrijft dat de Friese gemeenten een taalbeleid formuleren. Voor hulp daarbij hebben we het Stipepunt 2.0 bij de Afûk opgericht. We zetten in op het behouden van een regiodekkende omroep met volledige Frysktalige programmering. We ondersteunen de journalistieke modernisering van de Friese media. We dragen ook bij aan de promotie van de Friese literatuur in het buitenland. Einbalâns: We waarborgen het Fries en de streektalen als levende talen in onze provincie. We hebben de mogelijkheden aangegrepen om de positie van de Friese taal te verstevigen en hebben daar ook nieuwe wettelijke bevoegdheden voor gekregen.
3.5
Cultuur en taal in Fryslân hebben een impuls gekregen op weg naar onze rol als Kulturele Haadstêd in 2018
Staat In 2013 trokken de ruim zeventig musea die bij de Museumfederatie Fryslân zijn aangesloten gezamenlijk ongeveer 870.000 bezoekers. Dit is 8% meer dan in 2012. De groei is vooral te danken aan de heropening van het Fries museum in 2013. Door de voortgaande digitalisering van collecties zal de toegankelijkheid van het Friese erfgoed nog verder toenemen. Het aantal professionele kunstenaars is tussen 2000 en 2013 licht toegenomen van 466 tot 496. Het aantal koren neemt af, het waren er 516 in 2013. Het aantal toneel- en muziekverenigingen is de laatste jaren stabiel gebleven. De vier grote poppodia verzorgden in 2013 in totaal 404 concerten, die bijna 59.000 bezoekers trokken. Inzet We hebben onze inzet voor cultuur en taal in 2013 vastgelegd in één integrale beleidsnota Grinzen oer en hebben de maatregelen in het uitvoeringsprogramma uitgevoerd. Ons doel is dat in 2016 38% van de Friese bevolking deelneemt aan culturele activiteiten. Om de culturele basisinfrastructuur te versterken zijn tijdelijke subsidies van relevante cultuurinstellingen in 2013 structureel gemaakt. In 2015 zijn dit er 24, waaronder instellingen als Tryater, ’n Meeuw en Keunstwurk. We geven tijdelijke impulsen aan activiteiten die aan de mienskip bijdragen. Met het in 2014 ingestelde Brûsfûns ondersteunen we projecten op het gebied van participatie, meertaligheid en gemeenschapszin. Verder ondersteunen we talentontwikkeling, door diversiteit in disciplines te stimuleren. In 2015 zijn dit er 8, waaronder toneel, muziek en dans. Met behulp van het project Kultueredukaasje mei Kwaliteit (KEK) bevorderen we de cultuureducatie op scholen voor primair onderwijs. In 2015 doen 60% van de scholen hier aan mee. We willen Fryslân cultureel nog beter op de kaart zetten, binnen de provincie, nationaal én internationaal. We hebben bijgedragen aan het verkrijgen van Leeuwarden als Europese Culturele Hoofdstad 2018. We zijn betrokken bij het oprichten van het Stipepunt 2018 voor KH2018. Samen
32
met de gemeente Leeuwarden werken we aan een gemeenschappelijk festivalbeleid en aan het opstellen van een evenementenkalender voor KH2018. Met financiële steun van ons is in 2014 het Kolleksje Sintrum Fryslân (depot) aanbesteed. Vanaf 2014 is het Fries mediafonds operationeel. Einbalâns: De Friese culturele basisinfrastructuur heeft een structurele financiële basis. Cultuur en Taal in Fryslân hebben een impuls gekregen. Een groeiend aantal mensen in Fryslân doet (actief of passief) mee aan een breed en laagdrempelig aanbod van cultuuruitingen. Leeuwarden is in 2013 tot Europese Culturele Hoofdstad 2018 uitgeroepen.
33
4
Nieuwe energie voor de economie in 2015
4.1 De Friese economie is over de volle breedte versterkt, is verbreed en vernieuwd Staat Sinds twee jaar is in Nederland sprake van een negatieve economische groei. Deze neergang is in Fryslân hoger dan het Nederlands gemiddelde. In 2012 bedroeg de afname in Fryslân 1,5% en in 2013 naar verwachting 0,9%. Voor 2014 wordt nog een kleine daling verwacht van 0,2%, gevolgd door een kleine groei in 2015 van 0,9%. Sectoren die extra van de crisis te lijden hebben betreffen onder andere de bouw (- 8,1% tussen 2012 en 2013) en de sector recreatie & toerisme. Volgens voorlopige cijfers uit het Provinciaal werkgelegenheidsregister 2014 waren er op 1 april 2014 in Fryslân 220.905 voltijdsbanen (minimaal 15 uur). Dit betekent een krimp van 1,3% (2.920 banen) ten opzichte van 2013. Het verlies van het aantal banen volgt op de vorige daling van 1,6% in 2013. Vooral de werkgelegenheid in de financiële sector is fors gedaald. Ook in de sectoren handel, bouw, onderwijs en overheid was sprake van een redelijke werkgelegenheidsafname. Bij de zorg, industrie en landbouwsector trad een klein baanverlies op. Alleen de zakelijke dienstverlening kende een banengroei. De economische crisis is nog steeds sterk waarneembaar in de Friese economie. Terwijl het bedrijfsleven langzaam herstelt van de crisis, moet in de collectieve sector (zorg en welzijn, overheid) rekening worden gehouden met werkgelegenheidsverlies in de komende jaren als gevolg van overheidsmaatregelen. De werkgelegenheid bij financiële instellingen, de industrie en de landbouw zal ook verder krimpen. Augustus 2014 telde Fryslân 34.411 niet-werkende werkzoekenden, dit is 11,5% van de beroepsbevolking. Landelijk was 10,1% van de beroepsbevolking op zoek naar werk. Tussen 1e kwartaal 2013 en 1e kwartaal 2014 groeide het aantal werkzoekenden met 6.200. Het gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden is in Fryslân in de periode 2008-2010 met gemiddeld € 400 euro afgenomen. Inzet Op 19 september 2012 hebben de Staten ingestemd met de Economische beleidsvisie Groen, Slim en Grensverleggend. De Friese beleidsinzet is gestoeld op vijf prioriteiten: duurzame energie, watertechnologie, recreatie & toerisme, agrofood en zorgeconomie. Met deze thema’s hebben we aansluiting gezocht bij het landelijke Topsectorenbeleid. Voor alle thema’s zijn uitvoeringsprogramma’s vastgesteld in de periode 2012-2014. In deze programma’s willen we onze ambitie om de innovatiekracht van het bedrijfsleven te versterken realiseren op de voor Fryslân belangrijke speerpunten watertechnologie, duurzame energie, agribusiness, metaal, zorgeconomie en toerisme & recreatie. Op het gebied van technologie hebben we in 2012 een bijdrage van € 38 miljoen uit REP-middelen verleend aan Wetsus, centre of excellence for sustainable watertechnology. Het doel is dat Wetsus, onderdeel van de Watercampus Leeuwarden, zich kan ontplooien tot een van de drie wereldwijde centra voor watertechnologie, met minimaal 200 kenniswerkers in 2020. Verder zijn we aan de slag gegaan met enkele specifieke aandachtsvelden, waaronder University Campus Fryslân, economie-arbeidsmarkt en breedband. Ook hebben we bijgedragen aan de totstandkoming van het Innovatiecluster Drachten. Zie over de innovatieclusters verder paragraaf 1.6. Bij de vaststelling van de economische beleidsvisie hebben we besloten het voorgenomen Fries Ontwikkelbedrijf niet verder te ontwikkelen. Reden is dat er met de inrichting van verschillende andere omvangrijke fondsen (Energiefonds FSFE, Doefonds, Wurkje foar Fryslân) in eerste instantie voldoende ontwikkelcapaciteit en fondsen zijn opgericht. In 2014 zijn we begonnen met de uitvoering van Wurkje foar Fryslân. Dit extra investeringsprogramma van € 300 miljoen zet in op het versterken van de Fries economische structuur. Met dit programma willen we een werkgelegenheidstoename bewerkstelligen van 1600 tijdelijke arbeidsjaren t/m 2016 en 2000-5000 vaste arbeidsplaatsen tot en met 2020. Dit doen we door te
34
investeren in het innovatievermogen, in het realiseren van bedrijfsfinanciering, in het menselijk kapitaal, in het organiserend vermogen en in de aantrekkelijkheid van de leefomgeving. Met de ondernemersimpuls vanuit Wurkje foar Fryslân stellen we nog eens € 5 miljoen voor leningen aan het MKB beschikbaar. We hebben actief ingezet op de vestiging van zuivelbedrijven in Heerenveen (A-ware en Fonterra). Dit is goed voor de werkgelegenheid en passend bij waar Fryslân sterk in is. Einbalâns: De Nederlandse economie klimt langzaam uit het dal, de Friese economie loopt daarin wat achter. Met onze (financiële) inspanningen leveren we belangrijke impulsen aan de werkgelegenheid en aan de versterking van de economische structuur en innovatievermogen over de volle breedte op de langere termijn.
4.2
De drie p’s van duurzaamheid (people, planet en profit) zijn het uitgangspunt voor het totale provinciale beleid. We zijn al in 2012 een Millenniumprovincie en in 2015 een Fair Tradeprovincie
Staat Vanaf 2012 voldoet Fryslân aan de doelstellingen voor een Millenniumprovincie. In 2014 waren 4 gemeenten Fair Tradegemeente. Voor 2014 werd verwacht dat 50% van de Friese gemeenten actief met Fair Trade bezig is en dat 25% de Fair Tradetitel heeft behaald. Dit doel is niet gehaald. Inzet Duurzaamheid zit in de bloedvaten van al ons beleid en uitvoering. De drie p’s zijn vertaald in de vormgeving van onze organisatie, in ons inkoopbeleid en in onze economische beleidsvisie. Biobased economy (BBE) is het overkoepelend thema van het economisch beleid en wordt onder andere in het Frysk Miljeuplan, het Uitvoeringsprogramma Agrofood en enkele maatregelen uit Wurkje foar Fryslân verder uitgewerkt. We geven uitvoering aan het plan van aanpak Fryslân Millennium Provincie 2012 en streven het behalen van de titel Fair Tradeprovincie na. Het doel hiervan is dat 75% van de Friese gemeenten actief bezig met Fair Trade en dat 45% de gemeentelijke Fair Tradetitel behaalt. Het behalen van de titel Fair Tradeprovincie vergt echter een traject van langere adem. Als gevolg van de vele bezuinigingen hebben gemeenten andere prioriteiten gesteld. Einbalâns: De provincie gedraagt zich naar de 3p’s, zowel met betrekking tot het bedrijf als met betrekking tot het beleid en de uitvoering. Fryslân is sinds 2012 Millenniumprovincie. De ontwikkeling naar Fair Tradeprovincie gaat door, maar minder snel dan we hadden gehoopt.
4.3 De positie van het midden- en kleinbedrijf is versterkt Staat Ruim 90% van het Friese bedrijfsleven valt onder het midden- en kleinbedrijf. Bedrijven en instellingen met één tot 250 werkzame personen vallen onder het MKB. Exclusief de landbouw gaat het om 47.589 MKB-ondernemingen en 77 ondernemingen met meer dan 250 fulltime medewerkers, het zogenaamde grootbedrijf. De grotere bedrijven zijn voornamelijk grote gezondheidsinstellingen, overheidsinstanties en industriële bedrijven. Opvallend is dat in de regio Heerenveen zich onlangs grote internationale spelers in de zuivelindustrie hebben gevestigd. De werkgelegenheidsontwikkeling in het mkb is de laatste jaren minder gunstig dan in de grotere bedrijven.
35
Inzet We hebben een Doefonds opgericht en daaraan een risicodragend startkapitaal van € 8 miljoen toegekend. Het doel van de Doefonds BV is het versterken van de economische structuur en uitbouw van de werkgelegenheid in Fryslân door stimulering van innovatie bij het MKB (combinatie van financiële en strategische ondersteuning). Het Doefonds is vanaf april 2014 operationeel. Het beheer is uitbesteed aan de NOM. Eind 2014 was de eerste financiering verleend. In 2015 wil het Doefonds zeven leningen en drie participaties aangaan. We hebben het investeringsprogramma Wurkje foar Fryslân vastgesteld. Hierin zijn instrumenten opgenomen, waarin wordt ingespeeld op de groeiende financieringsbehoefte van MKB-ers, waar banken tegenwoordig minder snel overgaan tot kredietverstrekking. We hebben ons aanbestedingsbeleid aangepast om de kans op opdrachten voor kleinere bedrijven te vergroten. Einbalâns: Het Friese mkb lijkt meer te lijden van de economische ontwikkeling dan de grotere bedrijven. Het Doefonds en Wurkje foar Fryslân komen op gang. Dit betekent een duw in de rug voor het Friese MKB.
4.4 Recreatie en toerisme in en naar Fryslân zijn toegenomen Staat Sinds het uitbreken van de economische crisis in 2008 is de Friese werkgelegenheid in de sector Recreatie en Toerisme afgenomen van 19.800 naar 18.400 banen in 2013. Een verlies van 1400 banen, vooral in de horeca en de jachtbouw. Met inbegrip van indirecte effecten is 8,8% van de Friese werkgelegenheid afhankelijk van recreatie en toerisme. De gemiddelde besteding per dag per persoon is in Fryslân in de afgelopen 10 jaar met 18% gestegen naar 31 euro per dag in 2013 (landelijk 26 euro). De totale bestedingen in de toeristische sector bedragen in Fryslân jaarlijks ca. € 1 miljard. In 2013 bezochten ruim 1,4 miljoen toeristen Friesland. Dat is een stijging van vier procent vergeleken met 2012. Inzet We willen de werkgelegenheid in de sector recreatie en toerisme laten groeien. Op 27 maart 2014 hebben we de uitvoeringsnota Gastvrij Fryslân 2014-2017 vastgesteld. De nota bestaat uit vier kernthema’s: internationalisering, versterking recreatieve basisinfrastructuur, kwaliteitsverbetering en duurzaamheid, innovatie. Deze nota voeren we uit langs verschillende programmalijnen: Fryslân Topattractie, Wadden, Elfsteden, Friese Wouden. In het kader van de Investeringsagenda Wurkje foar Fryslân stimuleren we de uitrol van vuilwaterafvoersystemen in havens, extra investeringen in de verduurzaming en kwaliteitsverbetering van de bedrijfsvoering in de sector. Via de STINAF regeling heeft een provinciale bijdrage van € 3,5 miljoen een investering uitgelokt van € 37 miljoen in de verbetering van de kwaliteit van verblijfsaccommodaties in de sector. Daarnaast hebben we ingezet op de beschikbaarheid van Wifi in de publieke ruimte in toeristische gebieden. In maart 2014 hebben wij de Subsidieregeling Wifinetwerken op toeristische locaties gepubliceerd. In het kader van deze regeling kunnen 47 door ons aangewezen toeristische locaties voor subsidie in aanmerking komen voor de realisatie van een wifinetwerk. Hiermee willen we de (digitale) dienstverlening aan de toeristen verder verbeteren. Eind 2013 waren 7 plaatsen voorzien van gratis Wifi. Het Friese Merenproject voeren we op basis van het Uitvoeringsprogramma 2011-2015 uit langs drie programmalijnen: grenzeloos varen, stimuleren bestedingen aan de wal, mitigatie, ecologie en duurzaamheid. Het provinciale aandeel in het totale programma van € 225 miljoen bedraagt € 92 miljoen. Het Friese Merenproject wordt in 2015 beëindigd. Het doel is 30% meer werkgelegenheid in de sector ten opzichte van het startjaar 2000 van het Friese merenproject. Tussen 2000 en 2009 is de werkgelegenheid in de Friese watersport gegroeid met
36
22,7% (cijfers 2009). In banen uitgedrukt zijn dit 844 structurele banen (fulltime en parttime). Tussen 2008 en 2013 is de werkgelegenheid in de totale sector recreatie en toerisme overigens afgenomen met 1400 banen. Daarnaast heeft het Friese Merenproject de watersporter al veel opgeleverd: nieuwe vaarroutes, nieuwe vaargebieden, nieuwe aquaducten, nieuwe aanlegvoorzieningen, bruggen, sluizen en havens. Bovendien betekent dit minder wachttijden voor bruggen en sluizen. Einbalâns: De sector recreatie en toerisme heeft meer dan gemiddeld te lijden van de economische teruggang. Bezoeken en bestedingen zijn in de bestuursperiode toegenomen, de werkgelegenheid niet. Onze inspanningen dragen bij aan de groei van de werkgelegenheid en de structuurversterking op langere termijn.
4.5
Europa draagt substantieel bij aan het bereiken van de structuurversterking van de Friese economie
Staat In de periode 2007-2013 ontving Noord-Nederland € 169,4 miljoen aan Europese middelen voor het Europees fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO/Operationeel programma Noord), exclusief cofinanciering rijk. Voor de periode 2014-2020 is dit bedrag afgenomen tot € 103,5 miljoen voor het operationeel programma EFRO. Dit is een afname met 40 %. De bijdrage van het Rijk bedraagt € 18,5 miljoen. De middelen voor het Interreg IVa –programma, dat betrekking heeft op economische samenwerking met het Duitse grensgebied, zijn voor de nieuwe periode daarentegen fors toegenomen met 60%. Voor de Nederlands-Duitse regio stelt de Europese Unie voor de periode 2014-2020 € 215 miljoen beschikbaar. Inzet In 2013 is het EFRO-programma (OP Noord) geëindigd, dat het SNN in de periode 2007-2013 heeft uitgevoerd voor de economische versterking van het Noorden. Onze bijdrage aan de uitvoering van OP Noord bedroeg ruim € 29 miljoen. De doelstelling van het programma was versterking van het regionaal concurrentievermogen. In het belang van het vestigingsklimaat voor Leeuwarden en omgeving is bijvoorbeeld de uitbreiding van Groot Vijversburg in Tytsjerk vanuit OP Noord door ons meegefinancierd. Aan de totale investering van € 6,2 miljoen is een EFRO-bijdrage verleend van € 2,8 miljoen; de provinciale cofinancieringsbijdrage bedroeg € 0,9 miljoen. Om toegang te houden tot de Europese economische middelen (EFRO) in de periode 2014-2020 is in SNN-verband de Regionale Innovatie Strategie for smart specialisation tot stand gekomen. De drie noordelijke provincies verenigen zich in de Noordelijke Innovatie Agenda (NIA). Met een gezamenlijke Duitslandagenda wordt de samenwerking met partners in Niedersachsen versterkt. In het programma Interreg IVa is ook ruimte voor projecten voor het Waddengebied of KH2018. De mogelijkheden voor Europese middelen voor KH2018 worden zo breed mogelijk verkend en in beeld gebracht. Europa als facetbeleid (regelgeving, middelen, grensoverschrijdende samenwerking) maakt meer integraal deel uit van ons beleid. Binnen de provincie is een Fries Expertisecentrum Europa gevormd dat ook samenwerkt met de provincies Groningen en Drenthe en de vier grootste noordelijke gemeenten (G4). Wij hebben onze lobbyactiviteiten in Brussel (en Den Haag) fors geïntensiveerd. In de Friese en de noordelijke lobbystrategie is meer structuur aangebracht. Einbalâns: Er blijven minder Europese middelen beschikbaar voor de Noordelijke en Friese economie dan in de vorige periode. Deze bijdrage is nog steeds substantieel. Voor KH2018 wordt ook ingezet op Europese middelen die buiten de traditionele economische fondsen liggen.
37
4.6
De kwaliteit van het basis- en hoger onderwijs, en de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt, zijn verbeterd
Staat Wat betreft de kwaliteit van het primaire onderwijs kijken we naar het aantal (zeer) zwakke scholen en het aantal drietalige basisscholen. Fryslân kent per 1 oktober 2014 16 zwakke scholen en 1 zeer zwakke school. Relatief gezien gaat het daarmee om respectievelijk 1,7% en 0,2% van de basisscholen. Daarmee ligt het percentage zwakke scholen iets onder het landelijk gemiddelde van 2%. Het percentage zeer zwakke scholen komt overeen met het landelijk gemiddelde. In 2013 hebben 2 Friese basisscholen het predicaat ‘excellente’ school gekregen. Het aantal drietalige basisscholen ligt per september 2014 op 72 en het aantal twee- of Friestalige kindercentra staat op ruim 160. Voor wat betreft de ontwikkeling van voortijdig schoolverlaters in het mbo-onderwijs is een dalende tendens waarneembaar. In het schooljaar 2005-2006 was het percentage voortijdig schoolverlaters in het mbo onderwijs nog 8%. In het schooljaar 2011-2012 is dit percentage gedaald naar 5,7% en in het schooljaar 2012-2013 is 4,3% van de mbo-studenten voortijdig opgehouden met de opleiding. In zeven jaar is het percentage voortijdige schoolvertalers gehalveerd; een gunstige ontwikkeling. Inzet We zijn in 2007 met het project Boppeslach begonnen, voor het inlopen van de kwaliteitsachterstanden in het basisonderwijs. Sindsdien is de kwaliteit van het primair onderwijs in Fryslân aanmerkelijk verbeterd. Voor het schooljaar 2014/2015 is aan de laatste 120 Boppeslachscholen subsidie toegekend. Samen met de gemeente Leeuwarden hebben we alle relevante partijen bij elkaar gebracht in een Bestuurlijk platform economie en arbeidsmarkt. Hierin bespreken we mogelijkheden van verbetering van de werking van de arbeidsmarkt. We hebben samen met andere partijen het Innovatiecluster Drachten en het Centrum Duurzaam opgericht. Deze projecten zijn mede bedoeld om nieuwe markten te ontwikkelen, die aantrekkelijk en van belang zijn voor de (toekomstige) werknemers in onze provincie. Het Centrum Duurzaam is een samenwerkingsverband tussen de provincie (bijdrage € 2 miljoen) en ROC Friese Poort en is op 1 januari 2015 van start gegaan. Voor het Programma University Campus Fryslân (UCF) 2010-2015 hebben we € 16,4 miljoen uitgetrokken. UCF heeft tot doel om met gerichte investeringen in academische activiteiten, de kennisinfrastructuur en kennisketen rond Fryske hotspots te versterken. In juni 2015 leggen we de Staten een voorstel voor de periode 2015-2020, op basis van het voorstel van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) om in Leeuwarden een 11e faculteit te vestigen. Intussen zijn drie masters ontwikkeld waaraan 90 studenten deelnemen en zijn 35 promotieplaatsen tot stand gekomen. Verder zijn vier andere masters in ontwikkeling. In een externe evaluatie is het UCF over het algemeen positief beoordeeld. Op 23 januari 2015 zijn de plannen gepresenteerd voor de ontwikkeling van de UCF tot universiteit, als elfde faculteit van de RUG. Naast het realiseren van nieuwe masteropleidingen is een belangrijk speerpunt om in Leeuwarden een internationaal residentieel University College te realiseren. Het University College wordt naar verwachting een brede driejarige bacheloropleiding op het gebied van Politics, Philosopy, Psychology and Economics waarbij de studenten op de campus wonen en studeren. Het University College moet groeien naar een opleiding met zo’n 600 studenten in het residential college en 400 studenten in de masteropleidingen. De masteropleidingen zijn en worden gerealiseerd in samenwerking met de andere universiteiten zoals de WUR, TU Twente en TU Delft. Met het onderwijsveld (vmbo en mbo) en vijf technische branches ontwikkelen we plannen om de instroom in het Technisch Beroepsonderwijs in Fryslân te verhogen. Recent zijn er bestuurlijke stappen gezet om het Innovatiepact Fryslân te formaliseren als plaats waar onderwijs, overheid en bedrijfsleven richting geven aan de innovatiekoers van Fryslân. Dit is de plek bij uitstel waar
38
onderwijs en bedrijfsleven met steun van de overheden elkaar ontmoeten en een gezamenlijke koers uitzetten voor een betere afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Een van de initiatieven is om de beroepsopleiding meer binnen bedrijven te laten plaats vinden. Einbalâns: De achterstanden in de onderwijskundige kwaliteit in het primair onderwijs zijn nagenoeg ingelopen. De samenwerking tussen de gouden Friese driehoek (overheid, onderwijs en bedrijfsleven) is in ieder geval op mbo-niveau verbeterd. Het Friese HBO loopt het risico om de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt te missen. De University Campus Fryslân ontwikkelt zich de komende jaren tot elfde faculteit van de Rijksuniversiteit Groningen.
4.7 Het beeld van Fryslân is versterkt Staat Fryslân is gestegen naar de derde plaats van de meest bekende provincie bij regiomarketing. Inzet Vanaf 2010 geven we naast toeristische marketing ook aandacht aan de bredere profilering van Fryslân. Sindsdien hebben wij de ontwikkeling ingezet naar een brede aanpak (toerisme, wonen, werken, studeren), waarbij versnippering wordt voorkomen. We zetten in op een robuuste en slimme structuur voor regiomarketing. Het ondernemersplein Fan Fryslân hebben we per 31 december 2013 beëindigd. Op 1 januari 2013 is de Stichting Fryslân Marketing opgeheven en tijdelijk opgevolgd door de Stichting Beleef Friesland. Vanaf 1 oktober 2014 is één nieuwe organisatie verantwoordelijk voor marketing, productontwikkeling en gastheerschap: Stichting Merk Fryslân. Op basis van het Strategisch marketingplan hebben de Staten in december 2014 voor de periode 2015-2017 een tijdelijk budget van € 530.000 per jaar aan Stichting Merk Fryslân ter beschikking gesteld, waarmee de totale subsidiebijdrage uitkomt op een bedrag van € 1,2 miljoen. Na een evaluatie eind 2015 wordt door de Staten een besluit genomen over de vervolgfinanciering. De doelstellingen op het gebied van toerisme zijn als volgt. In 2018 kennen 50 miljoen Europeanen Fryslân/Leeuwarden/Waddengebied, ontstaat een groei van 15% van het aantal buitenlandse bezoekers tussen 2015 en 2018 en behalen we een binnenlands marktaandeel van ten minste 10% en daarmee een positie in de top 5 van binnenlandse vakantiebestemmingen. Eind 2014 is de frl-extensie in pilotvorm beschikbaar gesteld aan een eerste groep van 100 geïnteresseerden. Per 2 december 2014 is de website van onze provincie overgegaan naar www.fryslan.frl. Einbalâns: Of het beeld van Fryslân in onze bestuursperiode is versterkt is lastig vast te stellen. We hebben de structuur van de regiomarketing versterkt. De Stichting Merk Fryslân zal zich naar onze verwachting als hét marketing(kennis)centrum van onze provincie ontwikkelen.
39
5
Nieuwe energie voor het openbaar bestuur in 2015
5.1 SNN is efficiënter en slanker geworden Staat(intern) Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) werkt sinds 2011 met twee bestuurscommissies: Economische Zaken en Stedelijke Ontwikkeling en Milieu. De Bestuurscommissie Europa is afgeschaft. Inzet Onze inzet met betrekking tot rol en functie van SNN is steeds gericht op het bewaken van de meerwaarde van de samenwerking. De rol van het SNN als uitvoeringsorganisatie voor Europese middelen is een vaste waarde. De invulling van de netwerkrol wordt verder verkend. De externe oriëntatie van SNN is voor de uitvoeringspraktijk van de provinciale organisaties steeds belangrijker. Einbalâns: De bestuurlijke afslanking en inkrimping van de uitvoeringsorganisatie zijn doorgevoerd. De bestuurlijke rol van SNN is steeds meer gericht op de gemeenschappelijke belangenbehartiging, waaronder de lobby in Den Haag en Brussel voor specifieke Friese en noordelijke onderwerpen.
5.2 De samenwerkingsagenda’s met de vier grote kernen in Fryslân zijn volop in uitvoering Staat De strategische samenwerkingsagenda’s met Leeuwarden en Súdwest-Fryslân en Smallingerland zijn volop in uitvoering. Vanwege het niet doorgaan van de spoorlijn Heerenveen-Groningen zijn de samenwerkingsagenda’s met Smallingerland en Heerenveen geactualiseerd. De gemeente Heerenveen heeft de samenwerkingsagenda vanwege de financiële omstandigheden niet ondertekend, in plaats daarvan wordt met een select aantal projecten uit de samenwerkingsagenda verder gegaan. Deze zijn opgenomen in de Investeringsagenda Drachten Heerenveen, die in 2014 tot uitvoering is gebracht. Inzet We hebben nadrukkelijk de samenwerking met andere overheden en partijen opgezocht, binnen en buiten Fryslân, voor het realiseren van projecten van gezamenlijk belang. We hebben strategische samenwerkingsagenda’s met de gemeenten van de vier grootste kernen in Fryslân opgesteld en geactualiseerd. De Investeringsagenda Drachten Heerenveen is onderdeel van de geactualiseerde samenwerkingsagenda’s van de betrokken gemeenten en is in 2014 in uitvoering gebracht. De samenwerkingsagenda met Leeuwarden en de gezamenlijke bijdrage aan KH2018 zijn na de uitverkiezing aan elkaar gekoppeld. De samenwerkingsagenda met Súdwest-Fryslân is volledig opgenomen in de gebiedsagenda voor de regio Zuidwest-Fryslân. Einbalâns: Voor alle vier grote kernen zijn samenwerkings- of investeringsagenda’s in het stadium van uitvoering gebracht.
5.3
De kosten van ons bestuur en onze organisatie zijn in overeenstemming met die van andere provincies Staat (intern) De omvang van de overhead (het aantal fte’s bij bedrijfsvoering versus het totaal fte’s) is behoorlijk lager dan het gemiddelde van de provincies, 30% tegen 36% (vergelijking Fryslân 2012).
40
Met betrekking tot de apparaatskosten (bedrijfsvoering en personeel samen) afgezet tegen de totale lasten, zit Fryslân met 14,50% op het gemiddelde van de provincies (vergelijking Noord-Brabant provinciale begrotingen 2013). Inzet We vinden dat de kosten van het bestuur en de organisatie in de pas moeten lopen met de andere provincies. We hebben in 2012 een vergelijking uitgevoerd met betrekking tot de overhead. De gunstige score van 30% hebben we als norm vastgehouden. Uit een andere vergelijking is gebleken dat de apparaatskosten op het gemiddelde van de twaalf provincies liggen. Een vergelijking tussen de provincies over de apparaatskosten per beleidsprogramma is er niet. Daarvoor zijn de programma’s te verschillend vanwege politieke keuzes en feitelijke opgaven en omstandigheden in de provincies. Einbalâns: De kosten van ons bestuur en organisatie liggen op het gemiddelde van de twaalf provincies (apparaatskosten) of daaronder (overhead), ondanks dat we bezig zijn grote ambities te realiseren (infrastructuur, Wurkje foar Fryslân, KH2018).
5.4 Er is een duidelijk beeld van de bestuurlijke inrichting van Fryslân Staat Het aantal gemeenten is in Fryslân afgenomen van 27 in 2011 tot 24 gemeenten op 1 januari 2014. Inzet We hebben het visievormingstraject voor de toekomstige lokaal-bestuurlijke inrichting van Fryslân in 2011 - na consultatie van gemeenten over het advies van de commissie Koopmans - afgerond met het vaststellen van een eindvisie in september 2012. Deze provinciebrede eindvisie is behandeld in de Statencommissie Boarger en Mienskip van 9 januari 2013. De visie vormt het toetsingskader voor toekomstige gemeentelijke herindelingsvoorstellen. De afgelopen jaren is een aantal gemeentelijke herindelingen afgerond. Enkele nieuwe gemeentelijke initiatieven tot samenwerking of herindeling liggen in het verschiet. Dergelijke initiatieven van onderop faciliteren we. Einbalâns: Er is een provinciebrede eindvisie op de lokaal-bestuurlijke inrichting van Fryslân vastgesteld. De kwaliteit van het Friese lokaal bestuur ontwikkelt zich als geheel toekomstbestendig.
5.5 De provinciale werkwijze is vernieuwd en toegesneden op de toekomst Staat(intern) Nieuwe werkwijzen zijn zichtbaar bij de integrale beleidsformulering, zoals rond de 3p’s, sociaal domein, taal/cultuur/onderwijs. Maar ook bij de aanpak van beleidsprocessen, zoals de methodiek van Beleid van deze tijd. De provincie werkt met innovatieve financieringsinstrumenten, zoals revolving funds en risicodragende investeringen. Het subsidiebeleid is vernieuwd. Nieuwe wijzen van samenwerking krijgen bijvoorbeeld gestalte in de samenwerkingsagenda’s en de streekagenda’s met de gemeenten. In het bijzonder rond KH2018 werken we samen met de gemeente Leeuwarden. Nieuwe vormen van uitvoering worden geëtaleerd door het programma Wurkje foar Fryslân en onderdelen daarvan zoals het Aanvalsplan Friese woningmarkt. Nieuwe vormen van communicatie zetten we actief in bij het bereiken van de Friese mienskip. In 2011 stond het social mediagebruik in de kinderschoenen, nu gebruiken we Twitter als actueel nieuwskanaal met meer dan 10.000 volgers. We hebben bijna 1300 Facebookvrienden.
41
Inzet We willen een overheid zijn die zichtbaar concrete resultaten voor Fryslân bereikt. We hebben op een breed front ingezet op vernieuwing van werkwijzen: bij integrale beleidsvorming en beleidsprocessen, in de samenwerking met gemeenten en andere partijen, in de keuze van nieuwe (financiële) uitvoeringsinstrumenten en in de externe communicatie. In 2014 zijn we binnen de organisatie een nieuw proces ingegaan met betrekking tot de organisatie van de toekomst. Daarbij staat ons een toekomstige organisatie voor ogen, waarbij de rol van de provincie zich meer faciliterend ontwikkelt ten opzichte van de maatschappelijke ontwikkelingen. We noemen dit ‘opgavengestuurd’. Wat betreft sociale media proberen we vragen die via Twitter binnenkomen snel te beantwoorden. We zijn eind 2011 begonnen met Facebook en laten daarop een vrolijk beeld van Fryslân en van de provinciale organisatie zien. LinkedIn gebruiken we voor vacatures. Dit gaat zo succesvol dat adverteren in klassieke media niet meer nodig is. Via de tool Obi4wan gaan we na wat er over de provincie en provinciale projecten rondgaat op internet. Dit vervangt voor een belangrijk deel de enquêtes die we eerder hielden. Einbalâns: Er zijn nieuwe werkwijzen op een breed front ingevoerd. Het denken over de organisatie van de toekomst gaat door.
5.6
De ambtelijke organisatie is aanmerkelijk kleiner geworden en geeft succesvol invulling aan de nieuwe werkwijze Staat (intern) Aan het begin van de bestuursperiode is de provinciale organisatie ingrijpend gewijzigd. Daarbij zijn onder andere de verschillende sectorale beleidsafdelingen geïntegreerd in drie nieuwe afdelingen, die ingedeeld zijn naar de drie p’s van duurzaamheid. Het betreft Kultuer & Mienskip (people), Stêd en Plattelân (planet) en Kennis en Ekonomy ( profit). Ook is in 2012 een nieuwe Organisatievisie opgesteld. In de loop van de bestuursperiode zijn verschillende nieuwe afdelingen ingesteld en er wordt gewerkt met een interne Flexpool. Op 1 januari 2014 is de Friese uitvoeringsdienst voor milieu (FUMO) begonnen. Vanwege de decentralisatie natuur is in 2015 een deel van de (rijks)Dienst Landelijk Gebied (28 fte) overgekomen naar de provincie. Sinds 2005 is op de bedrijfsvoering € 20 miljoen bezuinigd. De taakstelling t/m 2015 is gerealiseerd. De personeelsformatie is afgenomen van 831 (2011) naar 654 (2015). Inzet We werken aan een inspirerende, kleine, flexibele, efficiënte, resultaten boekende, moderne organisatie, waarmee we samen met de mienskip werken aan een mooie en sterke Fryslân. De in 2012 opgestelde organisatievisie bevat daarover vier kernwaarden: Mienskip op 1, betrouwbaar zijn, resultaten tellen, werken met hart en ziel voor Fryslân. De veranderstrategie is sindsdien gericht op het vertalen van deze kernwaarden naar het dagelijks werk. Het werken aan verbetering van de organisatiestructuur is een continu proces. Na de volledige nieuwe inrichting van de organisatie in 2012 zijn nieuwe afdelingen ingesteld voor Vastgoed, Subsidiezaken, Streekwurk, Facilitaire zaken & Inkoop, Informatievoorziening, Provinciale Waterstaat, Flexpool. De afdeling Programma Bebouwde Ruimte en Landelijk Gebied is met ingang van 1 januari 2015 opgeheven. De afdeling Infraprojecten en Advies is vanaf 1 januari 2015 na een integratieslag verder gegaan onder de naam Infraprojecten, Gebiedsinrichting en Natuur. De personeelsomvang neemt verder af tot 553 in 2018, dit is een verwachte inkrimping met 16% in de komende vier jaar. De inkrimping gaat gepaard met een mobiliteitsbeleid, waarbij interne doorstroming wordt gestimuleerd en de instroom van nieuwe medewerkers wordt beperkt. De verwachte instroom voor de komende jaren is gemiddeld 25 per jaar. Daarnaast maken we jaarlijks ruimte voor trainees (10 in 2015) en werkervaringsplaatsen voor jongeren (15 in 2015).
42
Einbalâns: Er zijn belangrijke stappen gezet met inkrimping en vernieuwing van de organisatie. De organisatiestructuur is efficiënter ingericht.
5.7 Er zijn streekagenda’s tot stand gekomen voor alle regio’s in Fryslân Staat Voor vier regio’s (Wadden, Noordwest, Zuidwest, Zuidoost) zijn streekagenda’s opgesteld, die vanaf 2014 in uitvoering zijn genomen. In Noordoost wordt gewerkt met de Agenda Netwerk Noordoost (ANNO). De uitvoering van de samenwerkingsagenda’s vindt plaats onder de gemeenschappelijke noemer Streekwurk. Inzet We werken al vanaf het begin van de jaren negentig samen met de Friese gemeenten, Wetterskip Fryslân, maatschappelijke organisaties en inwoners aan de gebiedsgerichte ontwikkeling van het Friese platteland. Onder de gemeenschappelijke noemer van Streekwurk hebben we deze samenwerking vernieuwd in streekagenda’s, die in 2014 als uitvoeringsprogramma van projecten van en voor de streek zijn vastgesteld. Voor de regio Noordoost wordt bezien of de samenwerking rond ANNO tot samenwerkingsagenda verbreed kan worden. In 2014 hebben we alvast een flink aantal streekagendaprojecten als quick win aangewezen, met een provinciale bijdrage van in totaal € 24,1 miljoen, te realiseren voor 31 december 2015. We benutten Streekwurk verder voor het realiseren van de quick wins en het realiseren van de samenwerkingsagenda’s met de F4. Vanaf 2015 willen we de inzet van middelen voor de gebiedsgerichte werkwijze van de streekagenda’s slagvaardiger en flexibeler maken. Dit doen we door te werken aan het gebiedsbudget (waarin alle provinciale middelen voor gebiedsgerichte doelen in één budget per gebied bij elkaar worden gebracht) en het Iepen Mienskipsfûns (IMF). Dit fonds bevat middelen (€ 10 miljoen in de periode 2015-2018) die initiatieven uit de regio's ondersteunen. De toekenning van middelen uit het Iepen Mienskipsfûns verloopt via Streekwurk. De middelen voor de quick wins worden in 2015 gekoppeld aan het gebiedsbudget. Einbalâns: De samenwerking met de mienskip heeft in Streekwurk/streekagenda’s vorm gekregen. Met het gebiedsbudget en het Iepen Mienskipsfûns wordt het fundament onder de verdere ontwikkeling van het Friese platteland verstevigd.
43
6
Nieuwe energie met minder geld in 2015
6.1 Er is een succesvol revolverend fonds ingesteld Staat (intern) Er zijn drie revolverende fondsen operationeel: Wurkje foar Fryslân bevat een investeringsbedrag van € 300 miljoen, waarvan € 113 miljoen revolverend. Het Fûns Skjinne Fryske Energy bevat een volledig revolverend kapitaal van € 90 miljoen. Het Breedbandfonds is eveneens volledig revolverend met een kapitaal van € 60 miljoen. Inzet We hebben de overstap gemaakt van louter verstrekking van investeringsbijdragen naar gedeeltelijke revolverende inzet van provinciale middelen. Daardoor komen in de toekomst middelen terug voor nieuwe investeringen. Einbalâns: De in het coalitieakkoord aangekondigde revolverende fondsen zijn alle in 2015 operationeel. Het succes van terugontvangen en opnieuw ingezette bedragen zal in de volgende bestuursperiode (moeten) blijken.
6.2 De uitgaven zijn fors verminderd, onder andere door minder inhuur Staat (intern) De uitgaven zijn tussen 2007 en 2015 toegenomen van € 365 tot € 496 miljoen. In de nieuwe bestuursperiode dalen we uitgaven volgens de meerjarenbegroting weer tot € 243 miljoen in 2018. De in het coalitieakkoord afgesproken structurele bezuiniging van € 18 miljoen is tussen 2011 en 2013 gerealiseerd. De omvang van de externe inhuur is ten opzichte van 2011 toegenomen tot een verwacht bedrag van bijna € 20 miljoen in 2014. Inzet We hebben ons laten leiden door de kernwoorden soberheid en doelmatigheid, zowel in de eigen bedrijfsvoering als in het verstrekken van middelen aan anderen. Sinds 2005 is op de bedrijfsvoering € 20 miljoen bezuinigd. De taakstelling tot en met 2015 in de bedrijfsvoering is gerealiseerd. Op subsidies is een efficiencykorting van € 1 miljoen gerealiseerd en op het nieuwe subsidiestelsel eveneens een bezuiniging van € 1 miljoen. De taakstelling van € 55 miljoen op de uitgaven voor complexe infrastructuurprojecten is in deze bestuursperiode vrijwel ingelopen door gunstige aanbestedingen en een meer efficiënte manier van werken. Vernieuwing van onze werkwijze, zoals we hebben ingevoerd bij het gebiedsbudget, waarin alle provinciale middelen voor gebiedsgerichte doelen in één budget per gebied bij elkaar worden gebracht, levert eveneens doelmatigheidswinst op. We hebben de begrotingssystematiek zodanig aangepast, dat er niet meer tegelijk jaarlijks grote overschotten en noodzakelijke bezuinigingen kunnen voorkomen. Door een stofkamoperatie is vanaf 2013 een bedrag van € 5 miljoen structureel aan de reserve toegevoegd. We hebben maatregelen getroffen om meer grip te krijgen op de besteding van tijdelijke budgetten. In het coalitieakkoord is vastgelegd om € 105 miljoen extra te investeren in de Friese samenleving, een bedrag van jaarlijks € 26 miljoen. We hebben dit geld, in combinatie met de bezuiniging van € 18 miljoen, ingezet voor het vrijmaken van nieuw beleid, voor investeringen en voor het structureel maken van oud beleid (uitgaven ov-concessies, waterhuishoudingsplan, leefbaarheid platteland). Door de verschillende investeringsimpulsen is in de coalitieperiode in totaal in ieder geval € 450 miljoen extra geïnvesteerd (WFF, FSFE, Breedband), waarvan € 263 miljoen als revolverend. Dit is
44
inclusief het subsidiedeel van Breedband (circa € 15 miljoen), dat door de rente op het leningdeel wordt gecompenseerd. We hebben in 2013 een bijdrage van € 24 miljoen vrijgemaakt als cofinanciering (50 %) voor gemeentelijke projecten. We hebben uit de NUON-middelen een bedrag van € 498 miljoen gehaald om te besteden aan het versneld afschrijven van investeringen in infrastructuur. Door deze balansverkorting worden toekomstige begrotingen ontlast. De inhuur van derden is, net als de inzet van de Flexpool, nodig voor een flexibele bedrijfsvoering en maakt deel uit van onze strategische personeelsplanning. Tijdelijke fricties tussen de vraag naar en het aanbod van deskundigheid en kennis worden opgevangen door interne of externe flexibele krachten. Waar vacatureruimte voorlopig niet wordt ingevuld, hebben we personeel ingeleend. Bijvoorbeeld om te anticiperen op het aflopen van de tijdelijke financiering van programma’s en projecten. Dekking van deze inhuur vindt plaats uit vacatureruimte en uit voor inhuur begrote goederen en dienstenbudgetten. Een bijzondere situatie betreft de tijdelijke inhuur in verband met de overgang naar op afstand bediende bruggen. Verder doet de inhuur van derden zich in belangrijke mate voor bij de grote infraprojecten (30% van de totale inhuur) zoals de Centrale As, N381 en RSP-traverse Harlingen. Dit betreft vooral inhuur van extra specialistische kennis. De kosten van inhuur van derden voor investeringsprojecten worden gedekt uit de investeringskredieten die de Staten voor deze projecten beschikbaar hebben gesteld. Ook voor de komende jaren wordt de inhuur voor een groot deel nog bepaald door de behoefte aan tijdelijk benodigde technische kennis voor de grote projecten. Einbalâns: In de afgelopen vier jaar zijn de provinciale bestedingen door verschillende maatregelen, zowel in de realisatie van het beleid als in de organisatie, doeltreffenderr geworden. De afgesproken bezuinigingen zijn gerealiseerd. De inhuur is door anticipatie op de personeelskrimp in de komende jaren en door de tijdelijke piek in de uitvoering van projecten niet verminderd.
6.3 De opcenten zijn met niet meer dan het inflatiepercentage verhoogd Staat (intern) In de gehele coalitieperiode 2011-2015 zijn de opcenten met niet meer dan het inflatiepercentage verhoogd. De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt in 2015 € 10,9 miljoen. Inzet Voor de uitvoering van de wettelijke provinciale taken is een eigen belastingdomein nodig. Rekening houdend met de economische omstandigheden voor de Friese burger hebben we het belastingtarief in alle vier begrotingsjaren slechts licht, met het inflatiepercentage, verhoogd. Einbalâns: Het doel is gerealiseerd. Voor het sluitend houdend van de provinciale begroting is extra verhoging van de opcenten –als laatste redmiddel- niet nodig geweest.
6.4
Er is een nieuw toekomstgericht subsidiestelsel, dat strak is toegesneden op het provinciale takenpakket Staat (intern) Het nieuwe subsidiestelsel is gerealiseerd en uitgewerkt in de Algemene subsidieverordening 2013. Deze is vanaf 1 juli 2014 van kracht. We hebben een centrale afdeling Subsidiezaken opgericht, waarin alle subsidieregelingen vanaf 1 januari 2015 zijn ondergebracht.
45
Inzet We hebben het subsidiestelsel herzien door subsidies tegen het licht te houden, efficiënter in te zetten en beter te laten aansluiten op het provinciale takenpakket. Naast het afschaffen van sommige subsidieregelingen is ook de vorm van de subsidie, zoals meer projectsubsidies in plaats van budgetsubsidies, in de herziening betrokken. Vanaf 2015 wordt het subsidieproces voor alle budgetinstellingen vereenvoudigd. De procescontrol van subsidietoekenningen wordt in een digitaal systeem geborgd. Uit accountantsrapportage blijkt dat het subsidieproces nog verbetering behoeft voor wat betreft de toetsing aan de provinciale doelen en het voorkomen van oneigenlijk gebruik. Einbalâns: Het nieuwe subsidiestelsel is gerealiseerd. Met de herziening is in 2013 een bezuiniging van € 1 miljoen gerealiseerd.
46