Chirurgie
Operatie van een tumor in uw slokdarm
Chirurgie
U heeft een tumor in uw slokdarm. Tijdens het multidisciplinaire overleg is besproken hoe u het best behandeld kunt worden. Dit is vastgelegd in een voorlopig behandelplan. Uit dit plan blijkt dat u in aanmerking komt voor een operatie.
Uitleg over de operatie Voorafgaand aan uw operatie bespreekt de chirurg met u wat de operatie voor u betekent. Hij legt daarbij uit wat hij gaat doen en bespreekt onder andere hoe lang het gaat duren voordat u bent hersteld en uw dagelijkse activiteiten weer kunt hervatten. Ook geeft hij u een aantal leefregels om te zorgen dat uw conditie voor de operatie zo goed mogelijk is, zoals stoppen met roken en aanpassen van uw voeding. Een operatie brengt altijd bepaalde risico’s met zich mee. Deze risico’s zijn onder andere afhankelijk van uw lichamelijke conditie. De chirurg informeert u uitgebreid over de risico’s en eventuele complicaties die kunnen optreden tijdens of na de operatie aan uw slokdarm. Mogelijke complicaties na de operatie zijn bijvoorbeeld: longontsteking, naadlekkage, nabloeding of een infectie van de wond.
Voorbereidende onderzoeken op uw operatie Als voorbereiding op uw operatie vindt eerst een voorbereidend onderzoek plaats op de Pre Operatieve Polikliniek Anesthesiologie (POPA). De chirurg verwijst u naar de POPA. Hier onderzoekt de anesthesioloog uw gezondheidstoestand en uw lichamelijke conditie.
1
Operatie van een tumor in uw slokdarm
Aan de hand van dit onderzoek beoordeelt de anesthesioloog of u algehele verdoving (anesthesie) kunt krijgen of dat u eerst verder onderzocht moet worden door bijvoorbeeld een longarts of cardioloog. Tijdens uw bezoek aan de POPA krijgt u informatie over de vorm van verdoving die voor u het meest wenselijk en geschikt is. Verder moet u op de POPA een vragenlijst invullen met vragen die betrekking hebben op uw gezondheid. De antwoorden zijn belangrijk voor de anesthesioloog om een goed beeld te krijgen van uw huidige gezondheidstoestand. Als u en de anesthesioloog akkoord gaan met de operatie, wordt u op de wachtlijst geplaatst voor een operatie.
Gang van zaken rondom de operatie De opnamedag Zodra er een operatiedatum bekend is, krijgt u een brief van het ziekenhuis met daarin de opnamedatum en algemene informatie over hoe laat en waar u zich moet melden. U wordt meestal één dag voor de operatie opgenomen. Nadat u zich heeft gemeld bij de opnamebalie in de ontvangsthal van het ziekenhuis, begeleidt een gastvrouw u naar de verpleegafdeling waar u wordt opgenomen. Op de verpleeg afdeling krijgt u met verschillende hulpverleners te maken, zoals de afdelingsassistent, de verpleegkundige, de voedingsassistente, de medewerker van de zorgadministratie en de zaalarts. Op de opnamedag komen ook de anesthesioloog en de chirurg die u opereert bij u langs. Zij beantwoorden eventuele vragen die u nog heeft. De anesthesioloog bespreekt met u of u behoefte heeft aan slaapmedicatie. De fysiotherapeut komt ook nog bij u langs en informeert u alvast over ademhalingsoefeningen die u na de operatie kunt doen.
2
Chirurgie
Voorbereiding op de operatie U moet voor de operatie nuchter zijn. Dit betekent dat u meestal vanaf 24.00 uur (de avond voor de operatie) niet meer mag eten en drinken. Als u heeft aangegeven daar behoefte aan te hebben, krijgt u voor de nacht slaapmedicatie. De operatiedag De verpleegkundige van de verpleegafdeling brengt u naar het operatiecentrum. Daar verblijft u eerst in de holding (een ruimte waar u wacht totdat de operatiekamer in gereedheid is gebracht). Vaak wordt er op de holding al een infuus bij u aangelegd. Via dit infuus dient de anesthesioloog op de operatiekamer de medicijnen voor de verdoving toe.
De operatie Bij een operatie zal de chirurg de slokdarmtumor ruim willen verwijderen. Om bij de tumor te komen, maakt de chirurg een opening in de buik en aan de linker- of rechterzijde van de borstholte. Als de tumor hoog in de slokdarm zit, maakt de chirurg soms ook een opening in de hals. Voordat de chirurg de tumor verwijdert, voelt en kijkt hij via de gemaakte openingen of er eventuele aanwijzingen zijn voor uitzaaiingen (metastasen) die niet op de gemaakte PET- en/of CT-scan te zien waren. Als er uitzaaiingen zijn, biedt de operatie geen uitzicht op genezing en breekt de chirurg de operatie af. In dat geval bespreekt de chirurg zo snel mogelijk na de operatie met u welke alternatieve behandelmogelijkheden er voor u zijn. Als er geen aanwijzingen voor uitzaaiingen zijn, verwijdert de chirurg via de gemaakte openingen de slokdarmtumor en een groot gedeelte van uw slokdarm. Meestal verwijdert de chirurg ook de nabij gelegen lymfeklieren. Al het weefsel dat tijdens deze operatie verwijderd is, wordt naar de patholoog opgestuurd voor onderzoek. 3
Operatie van een tumor in uw slokdarm
Vervolgens verbindt de chirurg het overgebleven deel van de slokdarm weer met de rest van het maag-darmkanaal. Hiervoor zijn verschillende technieken. • Het overgebleven deel van de slokdarm wordt met de maag verbonden. Bij deze methode wordt van de maag een buis gemaakt die naar boven wordt verplaatst (een buismaag). • Soms wordt een nieuwe verbinding gemaakt met behulp van een stuk van uw dikke darm. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn als u in het verleden al een maagoperatie heeft gehad en er geen of onvoldoende maag over is om een buismaag te kunnen maken. Het stuk dikke darm wordt dan tussen de rest van de slokdarm en de rest van de maag of darm geplaatst. Als de operatie achter de rug is, belt de chirurg met de contact persoon die u heeft opgegeven.
De intensive care Na de operatie verblijft u gemiddeld één à twee dagen op de intensive care. Dit is noodzakelijk in verband met de duur en de complexiteit van uw operatie. Een gemiddelde slokdarmoperatie duurt zes tot acht uur. Direct na de operatie bent u door een aantal slangen verbonden met apparaten. Dat kunnen zijn: • een beademingsbuis als u nog kunstmatig beademd wordt; • een of twee infusen (waarvan soms één in de hals) voor vochttoediening; • een dun slangetje in de rug voor pijnbestrijding; • een slang (sonde) door de neus die in de buismaag ligt (om de hechtnaden in de maag te ontlasten en overtollig maagsap af te voeren); 4
Chirurgie
• • •
meestal twee drains in de borstholte voor afvoer van inwendig wondvocht; een blaaskatheter voor afvoer van urine; een voedingssonde in uw dunne darm waardoor sondevoeding wordt gegeven.
De verpleegafdeling De arts van de intensive care beslist wanneer u weer naar de verpleegafdeling kunt. Op de verpleegafdeling werkt u aan uw verdere herstel. De eerste dagen op de afdeling krijgt u nog volledige ondersteuning van de verpleegkundige. Zij helpt u bij het wassen en uit bed komen maar langzamerhand merkt u dat u zichzelf weer kunt redden. Hoe lang uw verblijf in het ziekenhuis duurt, hangt af van verschillende factoren. Gemiddeld duurt een verblijf ongeveer veertien dagen.
Gevolgen van uw operatie Voeding Na de operatie mag u meerdere dagen niet eten en drinken, om de hechtnaden van uw maag te ontlasten. U krijgt daarom na de operatie sondevoeding. Meestal wordt de sondevoeding gedurende uw verblijf in het ziekenhuis en ook daarna, in de thuissituatie, voortgezet. Als u weer thuis bent, wordt de sonde voeding langzaam afgebouwd en gestopt. In het begin krijgt u dag en nacht sondevoeding, later krijgt u alleen sondevoeding tijdens de nacht. Afhankelijk van uw herstel mag u op een gegeven moment (naast de sondevoeding) weer
5
Operatie van een tumor in uw slokdarm
beginnen met eten en drinken. U bouwt dit voorzichtig op: eerst alleen vloeibare producten, daarna ook steviger voedsel. Als bij u een buismaag is aangelegd, is de opslagcapaciteit van uw maag geheel of gedeeltelijk weggevallen. Hierdoor kunt u, zelfs na het eten van een kleine maaltijd, al het gevoel hebben ‘vol’ te zijn. Om toch voldoende voeding binnen te krijgen is het daarom van belang dat u over de hele dag verdeeld kleine porties eet. Deze situatie verbetert meestal binnen drie tot zes maanden. De diëtist komt tijdens uw opname bij u langs om u adviezen te geven over uw voeding. U kunt eventuele problemen met eten en drinken met haar bespreken. U ontvangt van de diëtist de brochure ‘Voedingsadviezen na een slokdarmoperatie’. Als gevolg van de operatie, waarbij de opslagfunctie van uw maag is weggevallen, kan het zogenaamde ‘dumpingsyndroom’ optreden. Het voedsel kan daarbij sneller en in grotere hoeveelheden in uw dunne darm terecht komen. Sommige voedingsstoffen worden daardoor sneller opgenomen dan normaal. Uw voedsel kan ook te snel worden afgebroken. Het dumpingsyndroom kan de volgende lichamelijke klachten geven: - misselijkheid - buikpijn - diarree - hartkloppingen - transpireren - sterk hongergevoel. Niet iedereen krijgt te maken met deze klachten. De diëtist kan u uitleg geven over het dumpingsyndroom en advies geven hoe u klachten kunt voorkomen.
6
Chirurgie
Slaaphouding Om terugvloeien van eten, drinken en maagsappen tijdens het slapen tegen te gaan, is het aan te bevelen het hoofdeinde van uw bed omhoog te zetten of zo te ondersteunen dat er een hoek van 30 graden ontstaat. Zo voorkomt u dat het voedsel en/of darm sappen omhoog komen en de zogenaamde refluxklachten veroorzaken, zoals ontsteking van de slokdarm en astmatische ademhalingsklachten. Dit advies blijft uw verdere leven van kracht. Medicatie Om een ontsteking van de slokdarmwand door het terugvloeien van de maaginhoud (reflux-oesophagitis) te voorkomen wordt bij buismaagreconstructies een protonpomp-remmer (Nexium) aanbevolen. Een protonpompremmer is een medicijn dat de zuurgraad van het maagzuur beïnvloedt. Vaak ontstaat ook een vitamine B12- tekort. U krijgt daarom na de operatie vitamine B12-injecties van uw huisarts.
Uitslag van de operatie Het verwijderde weefsel tijdens de operatie wordt opgestuurd naar de patholoog voor onderzoek. De patholoog onderzoekt in het laboratorium of de randen van het weggesneden weefsel schoon zijn, dat wil zeggen vrij van kankercellen. Eventueel onderzoekt de patholoog ook lymfeklierweefsel dat tijdens de operatie is verwijderd op afwijkende cellen. Deze cellen wijzen mogelijk op een uitzaaiing van de tumor. De uitslag hoort u van de chirurg. Meestal is de uitslag na zeven tot tien dagen bekend. Als u nog bent opgenomen, hoort u de uitslag van de chirurg op de verpleegafdeling. Als u al thuis bent, krijgt u de uitslag bij uw eerstvolgende polikliniekbezoek.
7
Operatie van een tumor in uw slokdarm
Psychosociale begeleiding Bij het verwerken van de diagnose ‘slokdarmkanker’ en de behandeling daarvan, kan het zijn dat u behoefte heeft aan een gesprek met een maatschappelijk werker of een geestelijk verzorger. U kunt dit kenbaar maken bij de zaalarts of de verpleeg kundige die u verzorgt. Als u dat wilt, kan de psychosociale begeleiding ook een vervolg krijgen in de thuissituatie.
Ontslag Als u weer voldoende hersteld bent om het ziekenhuis te verlaten, mag u naar huis. Soms is daarbij thuiszorg nodig. In sommige gevallen laat uw thuissituatie vertrek naar huis niet toe. U wordt dan tijdelijk naar een verpleeghuis overgeplaatst. De zaalarts bespreekt tijdig met u de datum van uw ontslag. U kunt zich er dan op voorbereiden en de verpleging heeft voldoende tijd om eventueel thuiszorg te regelen. Dit gebeurt in overleg met u en uw naasten.
Sondevoeding De sondevoeding die u tijdens uw ziekenhuisverblijf kreeg, wordt thuis voortgezet. Meestal alleen ‘s nachts. Na de operatie moet u wennen aan een nieuw eetpatroon en eet u in het begin misschien nog niet zoveel. Het is daarom belangrijk dat u bijvoeding krijgt in de vorm van sondevoeding. Hoe lang u de sondevoeding thuis moet gebruiken, hangt af van hoe het gaat met uw eten. De chirurg neemt de beslissing en de diëtiste adviseert hierin. Als u mag stoppen met sondevoeding wordt de sonde die in uw darm zit, verwijderd tijdens een bezoek op de polikliniek.
8
Chirurgie
Controle Ongeveer vier weken na ontslag uit het ziekenhuis komt u voor controle bij de chirurg op de polikliniek Chirurgische Oncologie.
Casemanager voor vragen en klachten Als u, na uw verblijf in het ziekenhuis, weer thuis bent, is het voor u belangrijk te weten bij wie u terecht kunt als u klachten krijgt of vragen heeft. De casemanager is uw centrale aanspreekpunt tijdens uw zorgtraject in het ziekenhuis én daarna. Bij haar kunt u terecht met eventuele vragen en/of problemen. U kunt de casemanager telefonisch bereiken op werk dagen van 8.00 - 16.30 uur via telefoonnummer (050) 361 23 93 of 06-21839112. Als dat mogelijk is, geeft zij direct antwoord op uw vraag. In alle andere gevallen overlegt zij met uw behandelaar en belt u terug. Als u ’s avonds of in het weekend klachten krijgt of vragen heeft die niet kunnen wachten, kunt u contact opnemen met het centrale nummer van het UMCG, telefoonnummer (050) 361 61 61. U vraagt dan naar de dienstdoende chirurg.
9
Operatie van een tumor in uw slokdarm
Aantekeningen
10
Chirurgie
11
Operatie van een tumor in uw slokdarm
12
Patiënteninformatie vlc 683/1008