MIGRATIE
INFO NUMMER 4 15e JAARGANG december 2009
IOM Internationale Organisatie voor Migratie
migratie en religie, cultuur en traditie _ Hoe belangrijk zijn religie, cultuur en traditie voor de migrant en de samenleving? Wat is de rol van religieuze gemeenschappen en wat is de winst van een multiculturele samenleving?
Minaretten aan de horizon, meer hoofddoekjes in het straatbeeld. De discussie over migranten lijkt nu een op een samen te vallen met een oordeel over een religieuze opvatting. Dat de Indische keuken als een Nederlandse specialiteit wordt gezien is echter evenzeer een inbreng door migratie. En wie is niet blij met de verrijking met het exotische groenten- en fruitassortiment dat in grote voorraden op de markten wordt aangeboden? Ook daar zien we diezelfde migranten ons van dienst zijn. Met andere woorden diversiteit, of dat nu cultureel, religieus of etnisch is geeft de samenleving kleur en draagt bij tot een verrijking maar niet door de polarisatie waar nu zoveel publiciteit over is ontstaan. Moeten wij onze ogen richten op de verschillen die er ontegenzeglijk zijn of op datgene wat we allemaal met elkaar overeen komen? Natuurlijk is er een groot belang bij cohesie in de samenleving. Dat dit versterkt wordt door integratie zal niemand ontkennen. Dit is zowel vanuit een sociaal als een economisch belang noodzakelijk. En die integratie bestaat uit twee belangrijke elementen: het vermogen om met de omgeving te communiceren én deel te nemen aan de ontwikkeling van die samenleving. Taal en opleiding zijn daartoe de sleutel. Maar die integratie is een gradueel proces dat een wederkerige verantwoordelijkheid bij de migrant en de samenleving neerlegt. Isolatie (= verwijzing naar de verschillen) echter leidt tot vervreemding – met als gevolg uitingen van verwerping en afstoting zoals die nu de boventoon dreigen te krijgen. Bij acceptatie van de migrant hoort ook een erkenning van diens rechten, die ruimte moet geven aan culturele en religieuze vrijheden zoals die voor de hele samenleving gelden. Daar geldt toch als goede Nederlandse traditie om respect voor elkaar op te brengen. Die traditie waarin de diversiteit onze ontwikkeling heel veel moois heeft gegeven. Dat verenigt ons en geeft kleur aan ons leven.
Chief of Mission IOM in Nederland
2
Inhoud
Migratie Info 15e jaargang, nummer 4
VOORWOORD Hoe belangrijk zijn religie, cultuur en traditie voor de migrant en de samenleving waar hij deel van gaat uitmaken? In welke mate zijn het kansen en bedreigingen voor integratie? In het dit themanummer van Migratie Info over ‘Migratie en religie, cultuur en traditie’ centraal geven uiteenlopende deskundigen hun visie op het onderwerp. Voormalig minister-president en huidig Minister van Staat in Nederland, Ruud Lubbers, houdt een pleidooi voor participatie. Halleh Ghorashi, bijzonder hoogleraar Management van Diversiteit en Integratie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam concludeert dat Nederland wel degelijk een migratieland is, maar weet niet wat ze moet met zoveel diversiteit. Geesje Werkman van Kerk in Actie wijst erop dat het contact zoeken wordt geremd door de beeldvorming over migranten. Vertrouwenspersonen van Nieuwe Sporen proberen een brug te slaan tussen de leefwereld van migranten en de wet- en regelgeving in Nederland. De Cursus Religie en levensbeschouwing voor ambtenaren in Rotterdam opent ogen en legt vooroordelen bloot. Peter Jorna van FORUM, instituut voor multiculturele ontwikkeling, pleit voor de dialoog met Roma- en Sintibevolking. Kenmerkend voor dit nummer is de uitspraak van Halleh Ghorashi: “Als je ruimte maakt voor diversiteit geef je ruimte aan mensen om vanuit hun eigen achtergronden hun talenten te ontwikkelen.” De redactie
Inhoudsopgave Vertrouwenspersonen voor migranten “De vertrouwenspersonen zijn in feite cultuurvertalers. Ze hebben de wil en de moed iets voor een ander te betekenen en zich te conformeren aan het Nederlandse systeem.” Derwish Maddoe coördineert het project Nieuwe Sporen in Den Haag. Pagina 2, 3 en 4
Migratie en religie in een globaliserende wereld Culturele en religieuze tolerantie zijn een voorwaarde voor succesvolle integratie. Dit bleek tijdens een conferentie die plaatsvond in Rabat, Marokko, georganiseerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken van Marokko. Pagina 5, 6 en 7
Culturele diversiteit in Nederland “Als je ruimte maakt voor diversiteit geef je ruimte aan mensen om vanuit hun eigen achtergronden hun talenten te ontwikkelen. Het mooie van diversiteit in een democratie is het recht van anders zijn en anders denken,” aldus Halleh Ghorashi, bijzonder hoogleraar Management van Diversiteit en Integratie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Pagina 8, 9 en 10
“Nadruk op participeren” “We moeten meer mensen binnenhalen en alle inzet richten op participatie. Het gaat om werken, meedoen in de samenleving, op school en in de sport.” Dit stelt voormalig minister-president en huidig Minister van Staat in Nederland Ruud Lubbers.
Dialoog met Roma- en Sintibevolking “Om de communicatie met de Roma- en Sintibevolking in Nederland te verbeteren moeten we in die gemeenschappen investeren als in krachtwijken.” Dit advies komt van Peter Jorna van FORUM. Pagina 14 en 15
Religie en identiteit “Kerken en moskeeën moeten werken vanuit begrippen als verzoening en gelijk-zijn”, zegt Geesje Werkman van Kerk in Actie. Pagina 16, 17 en 18
Cursus Religie en levensbeschouwing Ambtenaren wisten niet zoveel over levensbeschouwelijk Rotterdam. Daarom volgden zij de cursus Religie en levensbeschouwing. Pagina 20, 21 en 23
Pagina 11, 12 en 13
1
IOM
Nieuwe Sporen
Vertrouwenspersonen voor migranten “De vertrouwenspersonen zijn in feite cultuurvertalers. Ze hebben de wil en moed iets voor een ander te betekenen en zich te conformeren aan het Nederlandse systeem. Zo proberen we een brug te slaan tussen de leefwereld van migranten en de wet- en regelgeving in Nederland.” Derwisj A. Maddoe coördineert het project Nieuwe Sporen in Den Haag. Met twintig vertrouwenspersonen uit zeven leefgemeenschappen, elk voor een specifieke migrantengroep, werkt Nieuwe Sporen met name in het stadsdeel Centrum in Den Haag. Samen met de heer Koçak, vertrouwenspersoon voor de Turkse gemeenschap en mevrouw Talhaoui, vertrouwenspersoon voor Marokkaanse vrouwen, vertelt Maddoe over de ervaringen. Beide vertrouwenspersonen noemen zich goed geïntegreerd. Ze spreken de Nederlandse taal, houden zich aan de regels en kennen de normen en waarden. Najoua Talhaoui voelt zich vrij om te geloven zoals zij het wil. Ze draagt een hoofddoek. “Dat doe ik ter bescherming voor de andere mannen. Het belemmert me niet in mijn integratie. Ik woon midden in de Schilderswijk. Mijn zoon zit hier op een zwarte school, maar in Rijswijk op de voetbalvereniging. Dat heb ik gedaan omdat daar Nederlandse kinderen zitten. Ik wil per se niet dat mijn zoon later met een meisje uit Marokko trouwt.” Koçak is 39 jaar in Nederland. “Ik ben moslim maar weet echt niet wanneer ik voor het laatst naar de moskee ben geweest, bidden kan je overal. Zo vrij voel ik me”, vertelt hij over zichzelf. Zijn zoon zit in Havo 5. “Nederland is een diplomaland dus ga je naar school en studeren”, zei hij tegen zijn zoon. Luisterend oor Als vertrouwenspersonen zijn ze inmiddels goed bekend in de wijk. “Mensen weten
2
ons steeds beter te vinden”, zegt Talhaoui. “Marokkaanse vrouwen horen van elkaar dat ik dit werk doe en komen met hun problemen naar me toe. Vaak gaat het over huwelijks- of opvoedingsproblemen, zaken waarmee ze niet snel naar de Nederlandse hulpverleners gaan.”
“Wie niet op tijd komt, is niet ingeburgerd!” Direct voegt ze eraan toe dat het niet betekent dat de vertrouwenspersonen de rol van hulpverlener spelen. “Nee, per se niet. Het gaat om een luisterend oor en als het mogelijk (en soms onvermijdelijk) is, om toeleiding naar hulpinstellingen. Als een vrouw bijvoorbeeld mishandeld wordt door haar man, wat regelmatig voorkomt, zet ik alles op alles dat ze bij de juiste instelling komt. En als ze niet alleen durft of geen Nederlands spreekt, ga ik met haar mee.”
Koçak wil Turkse en andere allochtone bewoners wegwijs maken in de Nederlandse wet- en regelgeving en normen en waarden. De mensen houden zich dom, vindt hij. “Ze zijn vaak al jaren hier en klagen steen en been over wat ze moeten met de papieren. Maar ze hebben zich er nooit in verdiept. Dat brengt hen vaak in grote problemen, van werkeloosheid tot detentie en van problemen met de kinderen tot onduidelijke verblijfsdocumenten.” Cultuurvertalers De vertrouwenspersonen worden geworven in de leefgemeenschappen zelf. Als cultuurvertalers kunnen ze een brug slaan tussen de leefwereld van migranten en de wet- en regelgeving in Nederland. Maddoe: “In hun werk zien we drie fasen, namelijk preventief, curatief en nazorg. Voorlichting is belangrijk als het gaat om preventie, zowel aan migranten over het Nederlandse systeem als aan Nederlandse hulpverleners over de benadering en bejegening van migranten. Het is bijvoorbeeld niet goed om direct naar
Migratie Info 15e jaargang, nummer 4
Kennisprogramma Integratie (KIEM) De Nederlandse samenleving is een samenleving
regelgevingen, nuttige instrumenten, actuele
Deze groepen moeten in staat worden gesteld om
van kennisbijeenkomsten. Een maandelijkse
met een grote diversiteit aan etnische groepen. actief en volwaardig te participeren in de maat-
schappij. Het integratiebeleid draagt hier al jaren aan bij. Er is inmiddels veel kennis ontwikkeld
nieuwsberichten en actuele aankondigingen
nieuwsbrief zorgt ervoor dat de doelgroep op de hoogte is van de meest actuele kennis.
rondom integratiebeleid en de uitvoering ervan in
Organisatie
niet beschikbaar is voor iedereen die op dit
Ministerie van VROM, directie Inburgering
de praktijk. Het zou jammer zijn als deze kennis gebied werkzaam is. Daarom is in 2003 besloten het Kennisprogramma Integratie (KIEM) op te
zetten, hét kennisprogramma over integratiebeleid Doelstelling
De doelstelling van KIEM is de effectiviteit van het integratiebeleid te vergroten. Het
Kennisprogramma Integratie fungeert als spin in het web voor relevante en actuele kennis
over integratievraagstukken. Met behulp van
KIEM wordt uitgevoerd in opdracht van het en Integratie. Deze directie heeft als taak
de verschillende groepen in de Nederlandse samenleving te laten participeren op
verscheidene maatschappelijke gebieden.
KIEM is ondergebracht bij - en wordt uitgevoerd door - Nicis Institute. Net als Nicis Institute draagt dit kennisprogramma bij aan de
uitwisseling van kennis en ervaring tussen steden.
dit kennisprogramma wordt kennis en ervaring uitgewisseld via de website en de daaraan
gekoppelde databank. Op de website staan
onderzoeken, praktijkvoorbeelden, beleid en
www.humanistischverbond.nl
allerlei gevoelige onderwerpen te vragen. Als mensen problemen hebben en hulp krijgen, kunnen de vertrouwenspersonen hen stimuleren om het vol te houden en zijn ze complementair aan de hulpverlening. Daarna bieden vertrouwenspersonen steun en nazorg om te voorkomen dat men terugvalt in de problemen.” De Nederlandse instellingen en organisaties hebben volgens Maddoe vaak te weinig tijd om echt te praten. “Onze vertrouwenspersonen nemen de tijd om erachter te komen wat er aan de hand is, ze helpen als het ware bij het uitpellen van het probleem. Pas als je de wortel van het probleem kent, kun je iets doen.” Behalve weinig tijd, valt het ook op dat de Nederlandse hulpverleners nog geringe kennis hebben van religieuze, culturele en traditionele waardes. “Een mannelijke hulpverlener moet niet met een traditionele Turkse of Marokkaanse vrouw praten over man/vrouw verhoudingen of over lichamelijke klachten. Bovendien moet er ruimte zijn voor deze mensen die een migratie hebben doorgemaakt, uit een heel andere wereld komen en nu in een situatie zijn beland waarbij veel druk op hen wordt uitgeoefend. Dat zijn ze niet gewend, daardoor klappen ze dicht, komen ze afspraken niet na en worden ze angstig.” Wanneer spreek je over een cultuur of identiteit, vraagt Koçak zich af. “Toen ik bij de PTT werkte had ik een Hans als vriend en een Kees. Hans was Hagenees, Kees kwam uit Scheveningen. Kees ging vaak met zijn dochtertje en zijn vrouw naar het strand. Ze waren lekker naakt,
3
Vlnr: de heer Koçak, vertrouwenspersoon voor de Turkse gemeenschap de heer Maddoe, coördinator Nieuwe Sporen en mevrouw Talhaoui, vertrouwenspersoon voor Marokkaanse vrouwen. “Mensen zijn hier in den vreemde en het enige wat ze bij zich hebben is hun geloof. Dat is hun houvast.”
vertelde Kees op een goed moment. Ik ging met hem in discussie, want dat is geen Nederlandse cultuur. Ik vond hem een slecht mens. Kees was het niet met me eens. Ik riep Hans en vertelde wat Kees had gezegd. Wat? riep Hans kwaad. Wat een vieze Scheveninger. Natuurlijk kan hij niet met zijn vrouw en dochter naakt naar het strand. Dat is niet de Nederlandse cultuur.” Sociale druk In veel migrantengezinnen speelt religie een dominante rol. Dat is vrijwel gelijk aan Nederlandse gezinnen, maar de beleving is anders, legt Maddoe uit. “Mensen zijn hier in den vreemde en het enige dat ze bij zich hebben is hun geloof. Dat is hun houvast. Religie telt hier zwaarder dan in het land van herkomst. Bovendien is er de sociale druk vanuit de eigen gemeenschap dat je je religie niet los mag laten.” Wat Talhaoui opvalt is dat veel mensen de inhoud van hun eigen religie niet kennen. “Vrouwen accepteren blindelings wat iemand beweert omdat het in de Koran staat. Daar zien we nu verandering in komen. Vrouwen beseffen dat mishandeling onder de noemer van religie nooit de bedoeling kan zijn.” Binnen Nieuwe Sporen draaien inmiddels acht vrouwengroepen met vrouwen van de eerste, tweede en derde generatie. Ze spreken over allerlei onderwerpen, ook over seksualiteit en man/vrouwverhoudingen. “Ik weet het nog, mijn moeder mocht niet eens door het raam kijken. Nu komt op één van de groepen een Marokkaanse vrouw van tachtig jaar. Ze is er altijd en probeert
4
nu Nederlands te leren.” Indrukwekkend was ook de voorlichtingsbijeenkomst met iemand van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). “Wat bleek: veel vrouwen denken dat ze pas recht hebben op zelfstandig verblijf na drie jaar. Maar dat geldt niet als er sprake is van mishandeling en een hulpverlening. Dan heeft een vrouw recht op een eigen verblijfsvergunning. Er waren 44 vrouwen en geen één wist dat het zo zat.” Koçak ergert zich er aan dat veel migranten uit de zestiger jaren van de vorige eeuw zich niet goed hebben ontwikkeld. “Ik wil hen wakker schudden over hoe het werkt in Nederland. Ze zeuren over schulden, over instanties en over de kinderen, maar ze doen er zelf niets aan. Ze zitten bij de sociale dienst en hangen in Turkse koffiehuizen. Maar een werkgever investeert in zijn bedrijf en zoekt geen mensen van de sociale dienst. Gelukkig is het nu afgelopen dat je een bruid van ver kan halen. Dat had Nederland al veel eerder moeten doen.” Koçak herkent de angst in de samenleving voor onbekende religies. “Goed opgeleide migranten en de media moeten realistischer spreken over de Islam en bijvoorbeeld aandacht besteden aan de Marokkaanse vrouwen die het goed doen. Veel mensen denken dat een moslimvrouw niets mag, dat de man de baas is. Dat is niet zo.” Aan die beeldvorming kan volgens Talhaoui ook een einde komen door elkaar als buren uit te nodigen en naar buurtbijeenkomsten
te gaan. “Maar het allerbelangrijkste is: leer de Nederlandse taal. Je woont hier en als je de taal niet spreekt kom je niet in de goede opleiding en vind je geen werk. Ten tweede moet je je afspraken nakomen. Werkgevers hebben de ervaring dat allochtonen vaak te laat komen. Ik zie het zelf ook. Ik bied ondersteuning aan een vrouw die nu al vier keer achter elkaar gewoon niet op de afgesproken tijd komt. Ik weet hoe belangrijk ze het vindt om met mij te praten. De laatste keer ben ik na twintig minuten wachten weggegaan. Ik kwam haar op de hoek tegen. Ik heb duidelijk gemaakt dat het zo niet kan. Wie niet op tijd komt, is niet ingeburgerd! Dat vind ik.” –
Nieuwe Sporen is een project van STIOM, Stichting ter ondersteuning van de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Den Haag. www.stiom.nl
Migratie Info 15e jaargang, nummer 4
Terugblik op conferentie
Migratie en Religie in een globaliserende wereld “De mondialisering, de diversiteit en het religieuze pluralisme zouden voor zich moeten spreken”, stelde de toenmalige Directeur-Generaal van IOM Brunson McKinley bij de start van de conferentie ‘Migratie en Religie in een Globaliserende Wereld’, eind 2005 in Rabat. De conferentie was georganiseerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken van Marokko met ondersteuning van IOM. Culturele en religieuze tolerantie is een voorwaarde voor succesvolle integratie, zo blijkt. “Onze maatschappij wordt steeds mondialer en wij moeten er voor zorgen dat onze jongere generaties ervan kunnen profiteren”, aldus McKinley. Hij schetste enkele vraagstukken over migratie en religie in de 21ste eeuw. “Hoe ondersteunen we migranten die zich uit een relatief homogene religieuze samenleving vestigen in een pluriforme religieuze samenleving? Hoe kunnen we verschillende praktijken en geloven respecteren met inachtneming van de fundamentele rechten van de mens? En onder welke voorwaarden krijgen gelovige migranten een band met het gastland?” De conferentie had als doel beleidsmakers meer inzicht te geven in de rol van religie. Daartoe is onder andere gekeken naar de relatie tussen migratie en religie, de rol van religie in het migratieproces en de rol van religieuze gemeenschappen bij het integreren in de nieuwe gemeenschap. Hoewel de participanten geen definitie gaven van succesvolle integratie, werd algemeen bevestigd dat succesvol geïntegreerde migranten meestal zijn betrokken bij gemeenschapsactiviteiten én in religieuze organisaties. Een omgeving van culturele en religieuze tolerantie is daarbij een eerste vereiste.
Veel participanten gaven aan het onjuist en onterecht te vinden om misdaad en terrorisme vanzelfsprekend te associëren met religie. Herhaaldelijk werd benadrukt dat aanslagen zoals in New York, Washington, Madrid en Londen misdaden waren tegen de menselijkheid en veroordeeld moeten worden. Nadrukkelijk werd gesignaleerd dat moslimmigranten vaak leven in een klimaat van ‘islamofobie’, waarbij onwetendheid, verdenking en angst gebaseerd op veronderstellingen die leiden tot intolerantie en uitsluiting van gastgemeenschappen. Men is het er over eens dat het sociale, culturele en religieuze erfgoed van migranten in herkomst- en gastlanden moet worden gerespecteerd. Dergelijke wederzijdse tolerantie moet eenzelfde erkenning krijgen als gemeenschappelijke waarden zoals recht, gelijkheid en vrijheid en mensenrechten. Wereldwijd besteden de media toenemende aandacht aan de menselijke dimensie van migratie. Ook het vraagstuk van religie vormt een centraal onderdeel van het integratiedebat. Migratie en religie worden steeds meer betrokken in het politieke debat. In deze dynamische omgeving staan overheden voor de uitdaging om religieus pluralisme te
managen in toenemend heterogene samenlevingen. In deze diversiteit van geloven moeten overheden het sociale kapitaal dat migranten meebrengen in de vorm van religieuze waarden en praktijken een plaats bieden. Dit vereist nieuwe wegen van denken en nieuwe beleidsvormen. Religie in transnationale context Tijdens de conferentie werd duidelijk dat religie moet worden gezien door een transnationale bril. Religie en cultuur zijn niet langer alleen nationale aangelegenheden en individuen en groepen organiseren zich niet meer alleen binnen landsgrenzen. De tijd dat religieuze groeperingen waren gekoppeld aan een immigratiegemeenschap in het nieuwe land behoort tot het verleden. Deze groeperingen kiezen voor een meer universele en bredere benadering. Migranten kunnen in het herkomstland actief zijn op sociaal, economisch of politiek gebied en zich tegelijkertijd vestigen in nieuwe gastlanden. Soms zijn banden tussen migranten en nietmigranten in het herkomstland zo sterk dat migratie ook het leven van niet-migranten beïnvloedt. Met die sterke banden wordt zichtbaar dat religieuze, sociale en politieke groeperingen over grenzen heen opereren.
5
aan lokale culturen en houden daarnaast vast aan hun originele identiteit. De nieuwe migrant wordt soms zelfs gezien in dezelfde sfeer als internationale handel en vrijheid van goederen, diensten en kapitaal. Overigens is deze benadering van transnationale migranten en de groeiende beweging van mensen niet alleen van toepassing op permanente migranten. Ook tijdelijke migratie en herintegratie na terugkeer vragen om een passende benadering met uiteenlopende integratiebehoeften. De groeiende diversiteit van migratiebewegingen in gemeenschappen, het groeiend religieus pluralisme en een bredere belangstelling in het algemeen voor religie vragen om hernieuwde aandacht voor de relatie tussen religie en migratie en de rol van religie in het integratieproces. Sommige deelnemers aan de conferentie vonden dat de wereld zich in een post-seculaire periode bevindt. In plaats van het verlaten van religieuze overtuigingen, is nu sprake van een religieuze pluriformiteit waar terecht aandacht voor wordt gevraagd.
Het verslag van de conferentie ‘Migratie en Religie in een Globaliserende Wereld’.
Culturele en religieuze tolerantie is een voorwaarde voor succesvolle integratie, zo blijkt.
Migranten houden niet alleen sterkere banden met hun herkomstlanden, ze volgen ook niet langer het traditionele model van enkelvoudige contacten. De transnationale migrant beweegt zich van het ene naar het
6
andere land zonder daadwerkelijk te zijn opgenomen. De paden van deze mannen en vrouwen kunnen bestaan uit verschillende tussenstoppen tussen vertrek en terugkeer naar het thuisland. Ze passen zich aan
Relatie kerk en staat Voorts is het belangrijk om in gedachten te houden dat overheden op verschillende manieren omgaan met de relatie tussen kerk en staat, zo blijkt. Migranten die uit een land met één religie naar een land met meerdere religies gaan, komen verschillende uitdagingen in het integratieproces tegen. Religieuze behoeften, overtuigingen en waarden kunnen botsen met de manier van leven in het gastland. Die spanning wordt groter
Migratie Info 15e jaargang, nummer 4
wanneer religieuze instellingen in het herkomstland het leven van migrantengemeenschappen in gastlanden blijven beïnvloeden. Bovendien kunnen migranten uit landen waar religie een centrale rol speelt, extra ondersteuning nodig hebben om te integreren in landen met meer sociaalculturele diversiteit. Als niet wordt voorzien in adequate ondersteuning bij de integratieinspanningen, of wanneer mensen zich geïsoleerd voelen en hun identiteit dreigen te verliezen, vallen migranten terug op de meer behoudende en traditionele waarden en praktijken in het gastland. Rol religieuze gemeenschappen Nieuwe migranten zijn niet voorbereid op de cultuur en gewoonten van hun gastlanden. Ze staan voor nieuwe uitdagingen en meestal voor een onvoorspelbare toekomst. Terwijl ze zoeken naar integratie in het gastland, moeten ze hun leven herinrichten in de nieuwe omgeving en vaak nieuwe regels en een nieuwe taal leren. Door deel uit te maken van een gemeenschap kan religie een bindende kracht zijn tussen migranten. Deze netwerken, ontstaan door het delen van religieuze overtuigingen voorzien niet alleen in een emotionele en spirituele verbinding. Ze voorzien in een sociaal netwerk, geven een gevoel van veiligheid en helpen migranten bij het bereiken van hun doelen. Zo helpen religieuze gemeenschappen hun ‘nieuwkomers’ bij het vinden van werk, bij hun oriëntatie op de samenleving en het geven van informatie over bepaalde dienstverlening of het voorzien daarin. Deze ondersteuning is in het bijzonder belangrijk
wanneer de migrant vanwege zijn status is uitgesloten van sociale dienstverlening of wanneer hij bevreesd is voor deportatie. Persoonlijke getuigenissen van migranten tijdens de conferentie bevestigden dat religie en geloof een migrant kan helpen een weg te vinden in een nieuwe cultureel en gemeenschappelijk systeem. Het helpt ook bij het sluiten van vriendschappen met mensen met uiteenlopende achtergronden en bij het waarderen van de rijke culturele diversiteit in het gastland, in combinatie met het gevoel er bij te horen. Een voorbeeld van Somalische migranten in Finland illustreerde dat migranten religieuzer worden in het nieuwe land dan ze waren in hun thuisland. Religie kan een belangrijk deel van de identiteit worden als ze staan voor de noodzaak hun identiteit te verdedigen, zelfs wanneer hun interesse in religieuze zaken niet zo groot was voordat ze vertrokken. Integratiebeleid bepaalt isolement of erbij horen Opmerkelijke conclusie was dat het integratiebeleid van het gastland een positief of een negatief effect heeft op het persoonlijke integratieproces. Religie kan namelijk een isolerend effect hebben of het gevoel geven erbij te horen. Als de gastgemeenschap van migranten verlangt dat zij assimileren en de culturele waarden en normen aannemen, bestaat het gevaar van ghetto’s of ‘religieuze silo’s’. Daarin raken migranten geïsoleerd van wat zij zien als een vijandige en discriminerende omgeving. Door het ontbreken van acceptatie bij de meerderheid, zullen
migranten proberen meer aanzien en respect te vinden in de eigen gemeenschappen door het aannemen van meer traditionele standaarden en gewoontes. In een open en tolerante gastgemeenschap daarentegen, die migranten de mogelijkheid biedt voor wederzijdse aanpassing, zullen migranten overwegen of ze willen bijdragen aan een gemeenschappelijke set van fundamentele waarden. Religieuze diversiteit wordt immers niet gezien als een bedreiging voor hun integratie, als nieuwkomers de gelegenheid krijgen zich te ontwikkelen en met behoud van de identiteit te leven in een tolerante cultuur. Het belang van migratie en religie voor sociale cohesie Een goede integratie heeft niet alleen een religieuze en culturele, maar ook een sociale en economische dimensie, bleek uit de conferentie. De term integratie moet niet worden verward met assimilatie. Dat begrip moet plaatsmaken voor participatie, overeenstemming en acceptatie. De cultuur van de migrant moet niet worden beoordeeld als goed of slecht. Gekeken moet worden naar de positieve aspecten en de overeenstemming met de cultuur in het gastland. Dat vraagt sociale cohesie van de gemeenschap. Om dat te bereiken is het nodig om bijdragen te leveren aan de publieke discussie en open te staan voor interactie met andere groepen. Op deze manier leiden deze dialoog en aanpassing tot samenwerking op alle niveaus en tussen alle betrokken partijen. –
7
prof. dr. Halleh Ghorashi
Culturele diversiteit in Nederland “Amsterdam telt 171 nationaliteiten, dat is echt een multiculturele stad. Dus Nederland is wel degelijk een migratieland, maar weet niet wat ze moet met zoveel diversiteit en wat het betekent voor buren, voor onderwijs en voor de straat. Dat vraagt namelijk een samenleving die daarvoor openstaat en aan migranten gelijke ontplooiingsmogelijkheden wil bieden”, aldus Halleh Ghorashi, bijzonder hoogleraar Management van Diversiteit en Integratie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ze houdt zich bezig met onderwerpen als integratie, diversiteit en emancipatie. Bijzondere aandacht heeft ze voor migrantenvrouwen en diversiteitsvraagstukken in organisaties. Ghorashi vluchtte in 1988 uit Iran naar Nederland. Balans tussen verschil en gelijkheid Ghorashi is ervan overtuigd: “Een samenleving zonder diversiteit bestaat niet. Diversiteit is het leven en de kern van ons bestaan. Veel mensen vinden de diversiteit echter eng en ongemakkelijk. Ze kunnen hun weg niet vinden en komen niet verder dan de vraag Waar kom je vandaan en hoe lang ben je hier?” In een samenleving met zoveel diversiteit is het de kunst om een balans te vinden tussen de verschillen en de overeenkomsten. “Als je ruimte maakt voor diversiteit geef je ruimte aan mensen om vanuit hun eigen achtergronden hun talenten te ontwikkelen. Het mooie van diversiteit in een democratie is het recht van anders zijn en anders denken.” “We zijn overigens niet alleen divers, we zijn in veel opzichten ook gelijk”, vervolgt Ghorashi. “Onze dromen zijn hetzelfde, we willen de beste toekomst voor de kinderen en een goede relatie. Het wonen in Nederland bindt ons. In die verbinding moeten we investeren en beseffen dat wij een gemeenschappelijke basis hebben. We moeten dus kijken naar de verschillen
8
en de overeenkomsten en daar een goede balans in vinden.”
“Integratie vraagt een samenleving die openstaat voor diversiteit en aan migranten ontplooiingsmogelijkheden wil bieden.” Diversiteit in geloven en beleven Ghorashi vluchtte voor een religieus regiem. Ze had nooit gedacht dat religie ook positieve effecten kan hebben en bevrijdend kan zijn. “Ik wist niet anders dan dat religie onderdrukkend is. Hier in een democratische samenleving leer ik wat het betekent om onderscheid te maken tussen betekenissen van religies, hoe het beleefd, gebruikt en soms misbruikt wordt. Voor de één is religie bevrijdend, voor de ander onderdrukkend.” Ghorashi merkt dat migrantenvrouwen en
islamdeskundigen bezig zijn hun religie als het ware ter herinterpreteren. “Teksten worden zo gelezen dat ze ruimte maken voor vrouwenrechten. Vrouwen krijgen daardoor inspiratie. Zij hoeven de beleving van de religie niet af te schudden om te emanciperen, ze proberen combinaties te maken. Dan is religie juist heel erg bevrijdend, vooral ten opzichte van tradities. Bij eergerelateerd geweld bijvoorbeeld is hun retoriek dat mannen en vrouwen in de ogen van hun god gelijk zijn.” Tegelijkertijd weet Ghorashi dat religie ook gebruikt wordt om vrouwen te onderdrukken. “Bij islamitische jongeren zie je dat ze een islam kiezen die anders is dan die van hun ouders om op die manier bewuste keuzes te maken die anders zijn dan de traditionele keuze van hun ouders. Ik zie wat dat betreft mooie dingen gebeuren. En tegelijk zie je het risico van andere keuzes, bijvoorbeeld voor geweld of radicalisme.” Ze vindt dat de wijze waarop in de media over de Islam gesproken wordt absoluut geen recht doet aan deze diversiteit van
Migratie Info 15e jaargang, nummer 4
Halleh Gorashi: “Minister Vogelaar had de moed om te zeggen dat migranten een rijkdom zijn voor Nederland”
interpretatie en beleving. “Het is eenzijdig en geeft een statisch beeld. Migranten die hun geloof zien als een bevrijding en iets waar ze rust bij vinden voelen zich door die benadering aangevallen. Ze gaan hun religie en traditionele patronen versterken en zich verdedigen met als kenmerk dat er nauwelijks ruimte voor reflectie is. Er is geen tijd om naar je zelf te kijken. Je vormt een front en verdedigt je. In die frontvorming gaan de bevrijdende elementen verloren.” Het veranderen van die beeldvorming vindt Ghorashi een verantwoordelijkheid van ons allemaal. “De publieke opiniemakers die vaak aan het woord zijn moeten beseffen wat de effecten van hun woorden zijn. Waarom spreek je van een achterlijke religie? Wat bereik je daarmee? In ieder geval geen constructieve discussie, wel polarisatie. We hebben veel meer tegengeluiden in de publieke ruimte nodig die deze eenzijdige en simplistische geluiden een tegenwicht kunnen bieden. Nu Wilders zoveel stemmen schijnt te krijgen lijken we wat wakkerder te worden.”
9
Halleh Ghorashi is werkzaam als bijzonder
Exiles in the Netherlands and the US aan
Integratie (PaVEM leerstoel) bij de afdeling
In 2006 sprak ze bij het aanvaarden van
hoogleraar Management van Diversiteit en
COM (Cultuur, Organisatie en Management) aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Zij studeerde van 1989 tot 1994 Culturele
Antropologie aan de VU. Tussen juni 1995
en juli 2000 was zij werkzaam als assistent in
opleiding bij het Centrum voor Vrouwenstudie
en de sectie Culturele en Sociale Antropologie van de Katholieke Universiteit Nijmegen.
In mei 2001 verdedigde zij haar proefschrift:
de KU in Nijmingen.
het ambt van bijzonder hoogleraar de rede ‘Paradoxen van culturele erkenning,
management van diversiteit in Nieuw Nederland’. Tijdens haar verblijf in Nederland heeft zij tal
van lezingen gehouden en interviews voor de
media gegeven. Zij publiceerde verscheidene
artikelen in het Nederlands, Engels en Perzisch in nationale en internationale tijdschriften.
Ways to Survive, Battles to Win: Iranian Woman
Waar zijn de andersdenkenden? Ghorashi mist dan ook de andersdenkenden. In de media zijn steeds dezelfde mensen aan het woord met dezelfde boodschap. Wie anders denkt, moet het veld ruimen. “Zoals minister Vogelaar. Ze had duidelijk een positieve boodschap voor migranten en had de moed om te zeggen dat migranten een rijkdom zijn voor Nederland. Dat de Islam over honderd jaar ook in de geschiedenis van Nederland hoort. Ik begrijp gewoon niet wat er gek is aan die uitspraak. Ze is van alle kanten aangevallen en kapot gemaakt, door de publieke en politieke opinieleiders en de media. Ik vond Nederland daarin zo klein! En we accepteren het kennelijk. We krijgen een beetje ‘laat maar’ gedrag.” Ghorashi constateert dat het imago van een tolerante en open samenleving wordt ingehaald door extreme vormen van uitsluiting. “Als we hier niks mee doen blijven we conflicten en onbehagen houden. De enige uitweg is dat mensen stoppen met het vertellen van eenzijdige en ongenuanceerde verhalen. Ze moeten nadenken over de effecten als je alleen maar over individuele ongenoegens en incidenten praat. Het leidt bij de hele samenleving tot angst, onbehagen en bij migranten het idee dat ze een last zijn. Het is onmenselijk om bepaalde groepen op deze wijze te benaderen.” Hetzelfde niet-nadenken gebeurde in de jaren tachtig van de vorige eeuw. “Diversiteit en een multiculturele samenleving werden als iets moois gezien. Er werd echter niet goed nagedacht over de effecten voor de samenleving als een land van karakter verandert, als de huizen van karakter veranderen, als
10
mensen hun vertrouwde omgeving zien veranderen.” Migreren is winst en verlies Een migrant houdt te allen tijde twee referentiekaders. Ghorashi kent het proces. “Als je migreert heb je op een goed moment voldoende geschiedenis in je nieuwe land waardoor het ook jouw land wordt. Daarna blijf je altijd in die tussenpositie: Je bent de vreemdeling die enigszins native is geworden en die altijd de buitenstaander blijft. De eigenschap van een balling of migrant is dat je per definitie altijd ten minste twee referentiekaders hebt. Je kunt nooit zeggen ‘ik hoor hier compleet bij’. Maar een migrant kan zoals ieder ander een nieuw thuis creëren en daarvoor is de handreiking van de nieuwe samenleving essentieel.” Migreren is volgens Ghorashi dan ook winst en verlies. “Het is vernieuwend en verrijkend. Tegelijkertijd verlies je de vanzelfsprekendheid van het hebben van een thuis. Je bent wereldburger, maar je hebt momenten dat je ontworteld bent, nergens bij hoort. Hoe Nederlands ik me ook voel, ik word door mijn accent en mijn uiterlijk als een buitenlander gezien.” Dat is in deze tijd extra beklemmend. Ghorashi merkt dat er een wind waait dat een migrant alleen nog ‘allochtoon’ is en om die reden niet meer welkom is. Gelukkig ontmoet ze overal in het land mensen die met het vraagstuk bezig zijn. “Ik geloof in de krachten van de samenleving. Maar wat we niet in de hand hebben is de retoriek die je voortdurend in kranten leest, op radio en
televisie hoort en ziet. De reikwijdte en het effect van die constante negatieve berichtgeving én het feit dat we het kennelijk allemaal gewoon vinden dat een bepaalde groep minderwaardig is, dat vind ik heel eng. Deze vooroordelen zijn heel erg schadelijk. Migranten gaan aan zichzelf twijfelen. Sommige incidenten hebben een zwaar symbolisch effect. Wat Ayaan Hirsi Ali overkwam, al ben ik het helemaal niet met haar standpunten eens, namelijk dat haar Nederlandse nationaliteit werd ingetrokken, terwijl ze vrijwel alles had opgegeven om Nederlander te zijn, dat kan mij dus ook overkomen. Dan lig je wakker hoor, en dat doet vrijwel elke vluchteling.” Integratie en participatie van migranten is des te belangrijker. “Integratie is geslaagd als je je hebt kunnen ontwikkelen en bijvoorbeeld een baan vindt. Maar het is niet genoeg. Als je deel van de samenleving wilt zijn en een toekomstperspectief wilt hebben, moet je je ook ergens thuis voelen en er bij horen. Dat vraagt een samenleving die openstaat voor diversiteit en aan migranten ontplooiingsmogelijkheden wil bieden. Een samenleving die migranten het gevoel geeft dat het land hen bindt. Dat gaat verder dan integratie. Dan pas spreek je over participatie en gemeenschapsgevoel. Ik hoop dat het onbehagen solidariteit creëert en dat mensen zich willen inzetten om deze samenleving onze samenleving te laten zijn.” –
Interview
Migratie Info 15e jaargang, nummer 4
dr. R.F.M. Lubbers
Nadruk op participeren
“Europa hangt nog steeds aan het model ‘hoe minder mensen er binnenkomen hoe beter het is’. Dat is de verkeerde opstelling. We moeten de beste mensen binnenhalen en alle inzet richten op participatie. Dat geldt voor nieuwe migranten en voor de kinderen en kindskinderen van de oude migranten. Ik praat niet over integratie want dat is gebruikt alsof migranten Hollander moeten worden. Het gaat om werken, meedoen in de samenleving, op school en in de sport.“ Dit stelt voormalig minister-president en huidig Minister van Staat in Nederland, dr. R.F.M. (Ruud) Lubbers. Door te participeren komen er ook antwoorden op bepaalde spanningen, zoals over het dragen van bepaalde kleding, vervolgt Lubbers. “De overheid kan niet bepalen wat iemand wel of niet kan dragen in zijn werk. Daar komen de mensen samen uit. Participeren kan bovendien een einde maken aan het misverstand dat migranten alleen maar komen om te genieten van onze verzorgingsstaat.” Participatie begint wat Lubbers betreft snel na toelating tot Nederland. Hij maakt zich zorgen dat in Nederland de oproep om te werken niet wordt opgepakt omdat men vreest dat mensen ‘dan niet meer terugkeren’. “Dan zijn we niet goed bezig!” Reguleer migratie Het is hoog tijd voor een goede regulering van migratie, vindt Lubbers. Hij onderscheidt daarin twee vormen van migratie, namelijk gedwongen migratie en vrijwillige migratie. De eerste gaat over vluchtelingen en de tweede over mensen die de wereld intrekken. Als voormalig High Commissionar van de VN Vluchtelingenorganisatie weet hij: “Vluchtelingen zijn het meest gebaat
bij repatriëring, teruggaan naar waar je vandaan komt. Als dat niet mogelijk is, dan is opvang in de regio, dicht bij het thuisland, de beste optie. Er zijn echter mensen met traumatische ervaringen die echt moeten vluchten. Daarvoor moet Nederland plaats
bieden.” Dat brengt voor de mensen ook plichten met zich mee. Lubbers is voorstander van een strenge selectie bij de aanmelding. “Wie niet als echte vluchteling erkend wordt, kan niet blijven. Voor wie dat wel is en voorgoed of voor langere tijd in Nederland blijft,
11
De vrees voorbij “Allochtonen integreren beter als de nadruk wordt gelegd op participatie in de samenleving. Die zou een einde kunnen maken aan de
tweedeling tussen allochtonen en autochtonen.” Dat stelt oud-premier Ruud Lubbers in zijn in 2007 verschenen boek ‘De vrees voorbij’.
Daarin spreekt de voormalige commissaris voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties zich uit tegen de koers van oud-minister voor
Vreemdelingenzaken Rita Verdonk (VVD). Volgens Lubbers ontstond
onder haar verantwoordelijkheid ‘de nationale waan dat je de problemen in Nederland oplost door het aantal migranten terug te dringen’.
geldt een aantal verplichtingen. Mensen moeten direct de taal gaan leren en na zes maanden moeten ze werken.” Lubbers weet dat het haaks staat op de huidige tendens in Nederland hoe meer mensen weg, hoe beter het is. “Zo is het niet! Als op een goed moment een herkomstland weer veilig is, moet Justitie aan de gemeente vragen hoe het met de mensen gaat en wat het beste is voor beide partijen: terugsturen of hier blijven. De gemeente weet hoe het met de mensen gaat, op werk, op school en in de buurt. Justitie beslist op grond van die informatie wat er moet gebeuren, in het belang van de mensen en in het belang van het land.” Wat betreft de vrijwillige migratie wordt het volgens Lubbers tijd dat Europa erkent dat migranten nodig zijn. “Door de vergrijzing kunnen we migranten goed gebruiken en moeten we ook die instroom reguleren. We moeten toetsen of mensen over de gevraagde kwaliteiten beschikken om werk te vinden en toegelaten te worden. We kunnen veel leren van de traditionele immigratielanden als VS, Canada en Australië. In Nederland komt dat nu langzaam op gang met kennismigranten. Dat is een goede zaak, maar een kennismigrant wordt specifiek gevraagd door een instellingen die bepaalde kennis nodig heeft. We moeten dus breder kijken welke kwaliteiten ons land kan gebruiken.” Handvest van de Aarde Lubbers behoort tot de opstellers van het Handvest van de Aarde. “Voor Nederland, dat momenteel sterk in verandering en
12
verwarring is onder invloed van gevoelens van angst en kwetsbaarheid voor terrorisme, globalisering en culturele vervreemding, biedt het Handvest van de Aarde een positief tegenwicht”, citeert Lubbers uit het document. “Want als we de aarde succesvol willen bewaren en bewaken dan moeten we verder kijken dan natuur en milieu”, vervolgt hij. “Dan moeten we ook werken aan armoedereductie en afschaffing van discriminatie. Daarbij is solidariteit over grenzen én over toekomstige generaties heen van essentieel belang.” Het initiatief tot het ‘Handvest van de Aarde’ ontstond tijdens een VN-conferentie voor milieu en ontwikkeling in 1992 in Rio de Janeiro. Er volgde een jarenlange wereldwijde, interculturele dialoog over gezamenlijke doelen en waarden, waarna het Handvest in 2000 is opgesteld. Lubbers is trots op de uitkomsten. In het boek Inspiration for Global Governance (2007) legt hij de relatie tussen het Handvest van de Aarde met de Universele verklaring van de rechten van de mens (1948). “Centraal staat eigenlijk de ontwikkeling van ‘individuele rechten naar gezamenlijke verantwoordelijkheden’ met in het bijzonder vijf kernpunten. Ten eerste dat mensen zich bewust moeten zijn dat alles wat leeft met elkaar verbonden is. Ten tweede dat we moeten beseffen dat we de aarde lenen van onze kinderen en kindskinderen met daaraan onlosmakelijk verbonden solidariteit over grenzen heen en met de mensen die na jou komen. Als derde punt zie ik de enorme winst van culturele diversiteit.” Als vierde noemt Lubbers het besef dat politiek bestuur niet langer
effectief kan zijn zonder samenhang met het bedrijfsleven en de samenleving. Het vijfde punt ten slotte is het belang en de behoefte aan spiritualiteit. “Door de globalisering ontstond weer behoefte aan rust, reflectie en samen vieren. Daar moeten we ruimte voor geven en benutten. Deze vijf elementen zijn de kern voor mij!”, aldus Lubbers.
“Solidariteit over grenzen én over toekomstige generaties heen is essentieel.” Het Handvest is geen onbereikbare droom van wereldvreemde idealisten. Lubbers geeft ook heel praktisch vorm aan deze principes. Hij doet dat onder andere als voorzitter van het Energie Onderzoekcentrum in Petten, het Rotterdam Climat Initiative, het Universitair Asielfonds en Stichting UAF vluchtelingenstudenten. Ook ziet Lubbers toenemende belangstelling in de samenleving. “Dat groeit door er iedere keer over te vertellen, te praktiseren en enthousiast over zijn. Ja zeker, het wordt opgepakt. Natuurlijk is dat moeilijk. Maar toen ik gastspreker was op het Lowlands festival voor jongeren merkte ik dat jongeren veel bewuster bezig zijn dan vaak wordt gedacht.” Overheid, bedrijfsleven en samenleving Het Handvest van de Aarde vraagt om overstijging van het individualisme en korte termijn denken. Ook pleit het voor samenwerking tussen overheden, bedrijfsleven en
Migratie Info 15e jaargang, nummer 4
Inspiration for Global Governance Dat mensenrechten en de manier waarop de mens met de aarde omgaat van groot belang zijn is evident. Maar hoe zijn deze twee belangen
met elkaar verweven en op welke manier kunnen wij daar invloed op
uitoefenen? In het boek Inspiration for Global Governance neemt eerst
Ruud Lubbers de lezer mee door de recente geschiedenis van politieke besluitvorming. Hij laat zien hoe belangrijk het binnen de moderne
politieke besluitvorming is om een basis te hebben in the Universal
Declaration of Human Rights uit 1948 en the Earth Charter uit 2000.
samenleving. Wat betreft het bedrijfsleven schetst Lubbers wat een ondernemingsraad kan doen. “Een OR kan zich er hard voor maken dat ook migranten worden aangenomen. Ze kunnen tegengas bieden tegen negatieve beweringen of vooroordelen over migranten. Vervolgens kan de OR zorgen voor diversiteit in de samenstelling van de raad. Een OR kan op die manier ook bewerkstelligen dat er rolmodellen komen, net zoals in de sport gebeurt. Zo kun je laten zien wat mensen presteren.” De spiritualiteit waar het Handvest over schrijft betreft een breed terrein, van religie en muziek tot meditatie en samen vieren. Lubbers geeft als voorbeeld de migrantenkerken en -gemeenschappen. “Zij komen samen, vieren samen en zetten zich in voor anderen. Maar binnen de gemeenschappen groeit het gevoel van discriminatie en uitsluiting. Daarom moet er als samenleving meer verbinding met deze gemeenschappen komen. We moeten de brug kleiner maken, mensen aanmoedigen en uitnodigen. Dan kunnen we de participatie bevorderen.” Lubbers zou graag zien dat er meer migranten op de lijst komen voor de jaarlijkse lintjesuitreiking. “Het maakt mensen trots, het getuigt van waardering voor hun inzet.”
op reis gaan naar een vreemd land met een onbekende cultuur. Die verrijking vind je nu ook in je eigen land. Niemand hoeft zijn wortels op te geven en er is niets op tegen als mensen een dubbele nationaliteit willen behouden.” Culturele diversiteit en de verschillende levenswijzen kunnen echter ook spanningen met zich meebrengen, weet Lubbers. Het uit zich in negatieve en afhoudende reacties op migratie. “We staan voor de uitdaging om de problemen er om heen op te lossen. Natuurlijk kan een gemeenschap honderd procent autochtoon zijn, maar diversiteit vind ik positiever. Dat het moet kunnen zien we aan de Verenigde Staten. Het succes daar wordt in hoge mate toegewezen aan de melting pot en verscheidenheid van culturen sinds het ontstaan ervan. Gelukkig zijn er steeds meer aanwijzingen dat mensen in Nederland het ontmoeten van andere culturen als verrijkend beschouwen.” –
Ruud Lubbers (1939) was van 11 mei 1973 tot 19 december 1977 minister van Economische Zaken (CDA) in het Kabinet-Den Uyl.
Van 4 november 1982 tot 22 augustus 1994 gaf Lubbers leiding aan drie achtereen-
volgende kabinetten (Lubbers I, II en III) en werd daarmee niet alleen de jongste maar
ook de langst zittende minister-president in
de (naoorlogse) Nederlandse geschiedenis. Lubbers was van 2001 tot 2005 voorzitter van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR en is thans Minister van Staat.
Winst van culturele diversiteit Culturele diversiteit betekent volgens Lubbers ‘winst voor de samenleving.’ “In het Handvest van de Aarde beschrijven we de wereld met respect voor andere culturen en verbanden. Diversiteit betekent het ontmoeten van andere culturen en manieren van leven. Dat prikkelt en verlevendigt, net zoals het
13
Interview
Peter Jorna van FORUM
Kies voor dialoog met Roma- en Sintibevolking “De integratie van en communicatie met de Sintien Romabevolking in Nederland kenmerkt zich door ‘stapjes voor- en achteruit, veel verwarring en wantrouwen’. Om dat te verbeteren moeten we hen zien als nationale minderheid en in die gemeenschappen investeren als in krachtwijken. Veel meer dan tot nu toe moet hun kwaliteit als onderhandelaars en gesprekspartner worden benut.” Dit advies komt van Peter Jorna, beleidsadviseur Sinti- en Romazaken bij FORUM, instituut voor multiculturele ontwikkeling. In de afgelopen elf jaar heeft hij er aan bijgedragen dat ‘de Sinti- en Roma-aangelegenheden’ op de politieke agenda staan. Maar dat wil nog niet zeggen dat de situatie voor deze migranten er beter op is geworden. Sinds de Nederlandse overheid dit beleid heeft gedecentraliseerd en het dus bij de gemeenten ligt, gebeurt er nog te weinig positiefs en wordt teveel ingezet op beheersbaarheid. Het wonen in een wagen is niet het enige waarin Sinti en Roma zich onderscheiden. Ook de taal (Romanes), cultuuruitingen en geografische herkomst zijn kenmerkend. Ze zijn te vinden in ruim honderd gemeenten in Nederland. Jorna had gehoopt dat na de erkenning door Nederland voor het enorme lijden van de Sinti en Roma in de Tweede Wereldoorlog, er meer ingezet zou worden op verzoening. Maar dat is niet gebeurd. “Daarom zien we nog steeds in alle geledingen binnen de Roma- en Sintigemeenschappen een cultuur van wantrouwen ten aanzien van alles wat boven de familie uitgaat. Het is een soort ‘samenleven tegen de staat’. De mensen zijn er in geslaagd om buiten de samenleving te blijven, maar zijn en voelen zich wel burger
14
van de stad waar ze wonen. Alleen moeten ze nog beseffen dat ze zich gevestigd hebben, dat een nieuwe levenswijze van hen verlangd wordt en hoe ze hun rechten en plichten in de Nederlandse praktijk kunnen brengen.” De cultuur is aan het veranderen, merkt Jorna. “Eeuwenlang zijn meisjes opgevoed voor het huishouden en gingen de jongens met vaders buiten een vak leren. Dat verandert.” Tot zijn spijt zien veel buitenstaanders die beweging niet en komt een dialoog maar moeizaam op gang. “Terwijl we internationaal vermaard staan met ons poldermodel, begrijp ik niet waarom het Nederland niet lukt met de mensen in gesprek te gaan. Zo lastig is het niet. Mijn advies is ga rond de tafel zitten, binnen een structureel kader met een fatsoenlijke agenda en stel verwachtingen helder. Ga concreet aan de slag op het gebied van onderwijs en werk.” Europese aandacht Jorna is blij dat op Europees niveau de aandacht voor deze bevolkingsgroepen toeneemt. Een belangrijk onderdeel daarin is de Decade of Roma 2005-2015, een politiek engagement van de Europese regeringen om de sociaal-economische status en sociale integratie van de Roma te verbeteren. Jorna zelf is op verzoek van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken sinds 2005 adviseur voor de Raad van Europa commissie van experts inzake Roma en betrokken bij het opstellen van daaruit voortkomende aanbevelingen. “Het gaat om verbetering van de situatie op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, gezondheid
en huisvesting. Nederland onderschrijft de aanbevelingen.” Daarnaast heeft Nederland vanwege Europees beleid een aantal verdragen ondertekend, zoals het Europees handvest voor minderheidstalen. “Daarin is ook de taal van de Roma, het Romenes, erkend. Probleem is echter dat Nederland de taal wel erkent maar niet communiceert met de sprekers ervan. Dat zou natuurlijk moeten, net zoals Nederland dat doet met het Fries en de inwoners van Friesland.” Gemeenten verantwoordelijk Nederland telt zo’n duizend locaties waar 8300 woonwagens staan. In 1999 is de Woonwagenwet afgeschaft. Op zich een goede ontwikkeling vindt Jorna. “De grote centra van toen waren niet meer van deze tijd. De bedoeling was die centra terug te dringen en de situatie voor deze burgers te verbeteren. Bij de afschaffing van deze wet werden gemeenten en woningcorporaties verantwoordelijk.” Die verantwoordelijkheid pakken ze echter niet goed op. “Het aanbod van voldoende standplaatsen versloft. Gemeenten kennen vijf beleidsopties, waarbinnen naar mijn mening het uitstervingsbeleid de boventoon voert. Dat betekent dat mensen uit de wagen gaan en in versteende vormen van wagens komen te wonen. In Nederland gebruikelijke huisvesting dus. Daarmee gaat in die zin een rijke cultuur verloren en dat is jammer.” Langzaam maar zeker komt er verbetering. Jorna: “We hebben inmiddels een aantal gemeenten bij elkaar gekregen om de
Migratie Info 15e jaargang, nummer 4
Peter Jorna: “We moeten in de Roma- en de Sintigemeenschappen investeren als in krachtwijken.”
De Roma- en Sintibevolking in Nederland.
550 personen, nu bijna 3.000) werden verspreid
aantal Roma in de afgelopen dertig jaar fors
bewoners in taal (Romanes), cultuuruitingen,
huizen toegewezen en werden via projecten en
aanwas en immigratie van huwelijkspartners.
Sinti en Roma onderscheiden zich van woonwagensoms in woonvorm en geografische herkomst.
Ongeveer de helft leeft in een wagen, gevestigd op kleinere woonwagencentra in vooral het
zuiden van het land. Deze Sinti en Roma zijn
al langer, ruim voor de Tweede Wereldoorlog, gevestigd in Nederland. De Roma die nadien
met caravans door Europa trokken en in Nederland neerstreken, verkregen een verblijfsgunning door een Generaal Pardonregeling van de
toenmalige regering (1977). Deze Roma (toen
problemen rond de Roma op te pakken. Mijn focus was gericht op zowel handhaving als emancipatie. Die twee polen moeten uiteindelijk samenkomen.” Op dit moment vormen twaalf gemeenten het Platform Roma-gemeenten. Zij voeren ambtelijk en bestuurlijk overleg en werken nauw samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het platform is het niet eens met het standpunt van Minister Van der Laan voor Wonen, wijken en integratie. Hij schreef in juni in een kabinetsbrief ‘dat Roma-gemeenten de problematiek op lokaal niveau moeten oplossen en bestaande instrumenten en maatregelen moeten inzetten. Wel stelt de minister voor de periode 2010 tot en met 2012 jaarlijks € 60.000 beschikbaar voor een steunpunt handhaving bij de VNG.’ Het Platform Roma-gemeenten vindt dat zonder steun van de Rijksoverheid duurzame resultaten zullen uitblijven. Er is enkel sprake van incidentbestrijding. Vanwege de
over ongeveer 11 ‘opvanggemeenten’, kregen programma’s geïntegreerd in de Nederlandse samenleving. In de jaren negentig van de
vorige eeuw vertrokken Roma individueel of in familieverband uit midden- en oost Europese landen, toen het Oostblok uiteen viel en ook de oorlog in de Balkan uitbrak. Volgens de
Raad van Europa verblijven sindsdien ongeveer 12.000 Roma uit voormalig Joegoslavië in
is toegenomen. Door onder andere natuurlijke De populatie is jong: 50% is jonger dan 18 jaar,
40% tussen de 18-50 jaar, 10% ouder dan 50 jaar.
Ongeveer de helft van deze migrantengroepering heeft een wagen als woonvorm, ze zijn sterk
ondervertegenwoordigd in het hoger onderwijs, er is sprake van hoge werkeloosheid en van
complexe verslavings- en schulden problemen.
Nederland.
Bron: Factsheet Roma en Sinti, van Forum,
mobiliteit van de Roma binnen Nederland en Europa overstijgen de problemen het lokale niveau en de spankracht van de gemeenten. Samenwerking tussen gemeenten en Rijk is daarom noodzakelijk om tot een integrale aanpak te komen en maatwerk te leveren.”
minderheid en als ‘bovenlokale krachtwijk’. We moeten hun kwaliteiten als onderhandelaars benutten en iets meer vertrouwen geven en vragen. Ik heb er alle vertrouwen in.” Wel is hij bezorgd over het te langzame tempo en, daardoor, toenemende vervlechting met georganiseerde mensen (vrouwen) handel - via Brussel naar Noord-Nederlandverbonden met Oost-Europese en Balkan landen. “Ook een punt voor IOM, dunkt me.” –
De actuele bevolkingssituatie laat zien dat het
Na jarenlange inspanningen is Jorna hoopvol. Hij gelooft in de kleine bewegingen die er zijn en heeft hoge verwachtingen van Europese inspanningen en van het VNG platform. Het streven is dat alle honderd gemeenten met Roma- en Sinti-inwoners gaan meedoen. “Er komt een nieuwe generatie die anders denkt en beseft dat onderwijs belangrijk is. Vrouwen beseffen dat er meer is dan kinderen krijgen. Zaak is nu de partijen bij elkaar te brengen en landelijk en lokaal om de tafel te gaan. Het begin is er. Eind augustus nodigde Minister Van der Laan een delegatie uit van het Platform Nederlandse Roma en Roma Emancipatie Organisatie. Ik pleit er voor hen te zien als nationale
instituut voor multiculturele ontwikkeling
15
Interview
Geesje Werkman, Kerk in Actie
Religie en identiteit verdienen respect “Integratie vindt makkelijker plaats via de universiteit en de sportvereniging dan via de kerk. Integreren vanuit de kerken is misschien wel het lastigste, want het geloof raakt je identiteit.” Dit stelde Geesje Werkman tijdens de studieconferentie van SKIN (Samen Kerk in Nederland) en CCME (Churches’ Commission for Migrants in Europe) op 23 oktober. Werkman werkt bij Kerk in Actie Binnenland, de diaconale afdeling van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Ze heeft als portefeuille ‘multiculturele samenleving’. Ze licht haar stelling toe. “Religie raakt ten diepste wie je zelf bent en is heel sterk verbonden met je cultuur”, vertelt ze. “Zoals onze religie met de Westerse cultuur is verweven, is de Afrikaanse kerk met de cultuur aldaar vermengd. Dat kun je niet losmaken. Juist datgene waarin je ten diepste gekend en thuis bent, dat verander je niet. Elk geloof heeft de eigen rituelen, bijvoorbeeld de begrafenissen. Die houd je vast. Daarom is integreren op religieus vlak zo moeilijk.” Ter illustratie wijst Werkman op het verschil met een universiteit of sportvereniging. Daar is integreren een stuk gemakkelijker. Op de universiteit gaat het om kennis en leren, in de sport om winnen. Daar tellen kwaliteiten, hoef je niets in te leveren en word je gewaardeerd op kennis en voetbal. “De religie en daaraan verbonden identiteit verdienen onze erkenning en respect. Zeker omdat rituelen zoals begraven op hetzelfde neerkomen, namelijk afscheid nemen en verdriet.” De mate waarin ‘witte kerken’ in Nederland openstaan voor contacten met migrantenkerken, verschilt. “Dat ligt in de grote steden anders dan op het platteland. In grote steden zijn kerken vaak ook
16
inloophuizen en zijn de drempels laag. Daar kun je zeker zeggen dat ze openstaan. Op het platteland daarentegen vind je in feite weinig migranten en is de afstand groter. Wellicht dat naarmate migranten hier langer wonen en wij een multiculturele samenleving vormen, komen mensen dichter tot elkaar.” Werkman tekent hier direct bij aan dat het contact zoeken wordt geremd door de beeldvorming alsof zouden alle migranten moslim zijn. “Terwijl heel veel migranten christen, protestant of rooms-katholiek zijn. De rooms-katholieke kerk is bovendien een wereldkerk, dus waar rooms-katholieke gelovigen ook wonen of naar toe gaan, ze zijn allemaal lid van ‘Rome’.” De PKN werkt nauw samen met SKIN (Samen Kerk in Nederland, zie kader). Onder andere rond het Jaar van Migratie 2010, dat volgend jaar door de Europese kerken wordt georganiseerd. Religie is soms nadrukkelijk een reden om te migreren. Werkman: “Waar religie onder druk staat, of als je als moslim of christen ergens gevaar loopt, is het reden om weg te gaan. Nu op Atjeh, in Indonesië steeds
meer de sharia wordt ingevoerd, is de kans groot dat christenen er vertrekken. Net zoals veel moslims uit voormalig Joegoslavië en Servië vertrokken en christenen en roomskatholieken Noord-Ierland verlieten. Eigenlijk is migratie vanwege religie dichterbij dan je vaak denkt.”
“Het lijkt wel alsof we vragen aan mensen om op te houden te zijn wie ze zijn en in ruil daarvoor allochtoon te worden.” Daarbij ziet Werkman dat migranten vaak al snel een eigen kerk of gemeenschap oprichten. “Net zoals Nederlanders in Canada dat doen (maar ook in Nederland), zie je hier dat bijvoorbeeld Ghanezen hun kerkgemeenschap oprichten.” De vraag rijst of migranten met een religie makkelijker of moeilijker hun weg in Nederland vinden. Werkman legt uit dat het per
Migratie Info 15e jaargang, nummer 4
Geesje Werkman: “Migratie vanwege religie is vaak dichterbij dan je denkt.”
Samen Kerk in Nederland SKIN Nederland brengt migrantenkerken met Nederlandse kerken, de overheid en andere organisaties in contact. Dat is nodig, want
migrantenkerken hebben nog steeds te maken met veel vooroordelen. Op lokaal niveau kan daar gericht aan gewerkt worden.
In Nederland wonen honderdduizenden
christenen uit Azië, Afrika en Midden- en
Zuid-Amerika.
Met name de afgelopen tien jaar hebben talloze christenen uit die continenten zich in Nederland gevestigd. Een aantal van hen vormden in 1992 een platform. Daaruit
ontstond in 1997 SKIN, een vereniging van migrantenkerken en gemeenschappen. Nu zijn 50 kerken lid van SKIN en hun aantal groeit. Het bestuur wordt gevormd door
vertegenwoordigers van een aantal lidkerken.
De leden erkennen de bijbel als Gods woord en spreken elkaar daarop aan.
Wat willen wij?
gelovige en per kerk verschilt. “Onder gelovigen, waar ook ter wereld, zie je altijd dat de één meer bezig is met zijn hoofd, de ander met zijn hart en de derde met zijn handen, bijvoorbeeld in het diaconaat. In migrantenkerken zie ik dat mensen veel met elkaar hebben. Ze delen hun problemen, armoede en ze sturen remittances naar het thuisland. Ook christenmigranten en moslimgelovigen kennen diaconale projecten vanuit hun opdracht om te zorgen voor de naaste. In Rotterdam heeft een migrantenkerk een project voor hangjongeren opgezet en is betrokken bij een project rond leefbaarheid.”
De kerken willen in Nederland een plaats om
thuis te zijn. Allereerst een samenkomstruimte die betaalbaar is. Wij willen de weg weten
naar registratie, inburgering en werk en de
wetten en regels leren kennen. Wij willen de taal verstaan en worden verstaan in onze
missionaire betrokkenheid bij de nederlandse samenleving.
Wat doen wij?
Wij organiseren cursussen voor leidinggevenden in onze
kerken en studiedagen zoals over opvoeding
en gezondheid. Wij wisselen adviezen uit over allerlei practische zaken. In onze nieuwsbrief
vindt u informatie over onze kerken, opleidingen en andere activiteiten.
Wat verwachten wij?
Kerken die bidden, leren, en vieren in de eigen cultuur en taal, op een manier die uitnodigend is voor een ieder uit onze samenleving.
Onze feestelijke korenfestivals laten de veel-
kleurigheid zien. Wij delen de problemen die, die vaak mogelijkheden blijken te zijn.
www.skinkerken.nl
Tegelijkertijd zijn er kerken die sterk in zichzelf keren. “Zeker kerken die vinden dat ze tot het uitverkoren volk behoren. In vrijwel alle religies zie je een vorm van fundamentalisme.” Geslaagde integratie “Om te kunnen integreren en mee te kunnen doen – en dat geldt voor elk mens – moet je goed in je vel zitten”, stelt Werkman. “Als dat niet zo is, of je hebt het gevoel dat je er niet mag zijn of eerst een ander moet worden, dan kun je niet meedoen. We moeten dus zorgen dat migranten ervaren dat ze er bij mogen zijn. We moeten de Turk,
Marokkaan, Afghaan of Irakees erkennen. Het lijkt wel alsof we vragen aan mensen om op te houden te zijn wie ze zijn en in ruil daarvoor allochtoon te worden. Denk eens in, wat betekent het als dat je identiteit is? Niemand wordt als allochtoon geboren. Het is bijna misdadig mensen zo te noemen. Waar ik in de wereld ook ben, ik ben altijd en overal een Nederlander. Ik zal nooit een ander worden. Erken dat en dan pas kan ik mee doen!” Diversiteit vraagt groei Als integreren op die manier kansen krijgt,
17
European churches responding to migration 2010 Migratie is een dagelijkse realiteit en stelt
samenlevingen en kerken voor uitdagingen. Tegelijkertijd biedt migratie perspectieven
op een leven in diversiteit en een verrijking voor het persoonlijk en het kerkelijk leven.
Christenen zijn uitgenodigd en verplicht om de vreemdeling welkom te heten. www.migration2010.eu
Kerk in Actie bij de aanbieding van 138.000 handtekeningen aan kamerleden aan het slot van de actie ‘Geen kind in de cel’ in 2006.
kan culturele en religieuze diversiteit een samenleving voordelen bieden. “De samenleving wordt gevormd door al die individuen samen en die moeten allemaal groeien om het nieuwe aan te kunnen. Daardoor krijgen we op den duur een andere, rijkere samenleving.” Persoonlijke groei gaat echter niet zonder crisis. “Groei betekent dat je iets achterlaat en het lijkt alsof onze samenleving nu in die crisis zit. Mensen vinden het moeilijk om los te laten
18
hoe het was en te zien dat de samenleving verandert.” Om die groei te bevorderen ligt zeker voor kerken en moskeeën een taak. “Ze willen en moeten werken vanuit begrippen als verzoening en gelijk-zijn. Daar ligt een opdracht en een mogelijkheid voor de geloofsgemeenschappen. Ik zie dat ook steeds meer gebeuren. Het is geen makkelijk weg, maar het komt uiteindelijk goed.” –
Kort nieuws
Migratie Info 15e jaargang, nummer 4
Aantal vertrekkers 2006 t/m oktober 2009 Aantal
3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0
Verblijfsstatus vertrekkers t/m oktober 2009 43%
52%
Asiel achtergrond Niet-assielgrond (regulier) Irregulier
2006
2007
2008
2009
5%
Jaar
Vrijwillig vertrek met IOM in 2009 toegenomen In de periode januari t/m oktober is het vrijwillig
vertrek met IOM uit Nederland toegenomen naar 2.165 vertrekkers. In de vergelijkbare periode
van 2008 zijn 1.420 migranten vrijwillig met IOM
vertrokken. De verwachting is dat eind 2009 circa
Nieuw herintegratieproject Irak Op 1 december is het project Assisted Voluntary Return and Reintegration of Iraqi Nationals
(AVRR - Iraq) van start gegaan. Met dit project
biedt IOM individueel afgestemde herintegratieondersteuning aan in Nederland verblijvende Irakese asielzoekers.
Binnen het Nederlandse project dat wordt
gefinancierd door het ministerie van Buitenlandse Zaken wordt ook verdere samenwerking en
afstemming met de al bestaande projecten, gericht op Irak, gezocht om een bijdrage te leveren aan een verdere Europese harmonisering van het
migratiebeleid. Hiervoor zijn twee internationale bijeenkomsten gepland in 2010 en 2011.
2.600 migranten door bemiddeling van IOM
Irakezen die aan de voorwaarden voldoen en
Tot slot voorziet het project in de ondersteuning
Nederland kan bestaan uit terugkeer naar het land
assistentie krijgen bij aankomst en verdere
gemeenschappen in Irak zijn geïdentificeerd.
Nederland hebben verlaten. Het vertrek uit
van herkomst of de vestiging in een derde land
waar de toelating is gewaarborgd. Na een daling in vrijwillig vertrek uit Nederland in 2007, is er sinds 2008 een stijgende lijn te signaleren.
Het grootste aantal vertrekkers in 2009 bestond
uit 629 (ex-)asielzoekers uit Irak. Hierop volgend is het aantal vertrekkers naar Brazilië het hoogst
met 263 vertrekkers en met 126 vertrekkers staat China op de derde plaats. De vertrekkers naar
Brazilië en China hadden veelal nimmer verblijf
in Nederland aangevraagd. Van het totale aantal vertrekkers over de periode januari t/m oktober
2009 had 52% een asielachtergrond. Daarnaast had 43% van de vertrekkers nooit verblijf in Nederland aangevraagd.
Het aandeel vertrekkers dat bestond uit migranten die een reguliere verblijfsprocedure hadden doorlopen, bedroeg 5%. –
kiezen voor vrijwillig vertrek via IOM, kunnen
begeleiding gedurende de eerste zes maanden na
aankomst in Irak. Deze begeleiding kan betrekking
hebben op het vinden van een baan, het opzetten van een eigen bedrijf of het volgen van een
opleiding. Per volwassen terugkeerder of AMV is hiervoor een bedrag van € 2.500 beschikbaar
(€ 1.250 voor minderjarige, meereizende kinderen). Dit bedrag zal in samenspraak met IOM in Irak
grotendeels in natura worden besteed aan bijvoor-
van kleinschalige projecten die door lokale
Deze projecten, bijvoorbeeld op het gebied van
watervoorziening en onderwijs komen niet alleen
de terugkeerders, maar de gehele gemeenschap
ten goede. Sinds 2003 heeft IOM in Irak al ongeveer vijfhonderd van deze gemeenschapsprojecten
begeleid. Hiervan hebben meer dan twee miljoen Irakezen direct profijt gehad. –
beeld benodigde materialen voor het opzetten
van een eigen zaak, of kosten voor een beroeps-
opleiding. Een gedeelte van het bedrag (maximaal € 750 per terugkeerder) kan ook cash worden uitbetaald. De begeleiding door medewerkers van IOM in Irak en de nadruk op de in natura
ondersteuning beoogt de duurzaamheid van de terugkeer te bevorderen. Het opzetten van een
bedrijf voorziet bijvoorbeeld in het levensonderhoud op langere termijn en kan ook een positieve uitstraling hebben op de gemeenschap.
IOM in Irak heeft reeds veel expertise en ervaring
om dit soort herintegratie activiteiten te begeleiden. Vanuit verschillende Europese landen voert IOM herintegratieprojecten uit in Irak (Verenigd
Koninkrijk, Zwitserland, Noorwegen, Denemarken).
19
IOM
Voor ambtenaren in Rotterdam
Cursus Religie en levensbeschouwing In hoeverre kennen de Rotterdamse ambtenaren de religieuze gewoontes en activiteiten in hun stad? Weten ze waarom je soms wel of geen hand geeft, hoeveel vrijwilligerswerk er wordt gedaan en hoeveel kerken er eigenlijk in de stad zijn? Onvoldoende, merkten Marianne Vorthoren van de Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond, Nico van Scheijndel van het Humanistisch Verbond en Hanny de Kruijf van de stichting voor Kerkelijk Sociale Arbeid (KSA). Gezamenlijk liepen ze er tegen aan dat ambtenaren in de stad niet zoveel wisten over levensbeschouwelijk Rotterdam. Daarom namen ze het initiatief voor een Cursus over Religie en levensbeschouwing in Rotterdam. “In een stad waar ongeveer de helft van de inwoners iets heeft met een religie of levensbeschouwing is een goed begrip van dat aspect van de werkelijkheid essentieel bij het ontwikkelen van effectief beleid”, vinden ze. De cursus is nu vooral opgezet voor beleidsambtenaren, maar kan ook worden toegepast voor ambtenaren die direct met burgers te maken hebben, zoals bij de sociale dienst. Rotterdam telt ongeveer 18.000 ambtenaren voor beleid en uitvoerende diensten. De stad heeft inwoners uit 176 landen van herkomst. De gemeente was enthousiast over het voorstel om meer inzicht te geven in wat er speelt en gebeurt in het kader van levensbeschouwing. “Levensbeschouwing is voor veel Rotterdammers belangrijk. Als je beleid maakt, moet dat wel aansluiten op die realiteit. Als je bijvoorbeeld niet eens weet dat er christelijke migrantenkerken zijn, dan mis je de aansluiting daarbij”, aldus Vorthoren, seniorbeleidsadviseur bij SPIOR. “Veel ambtenaren weten ook niet dat levens-
20
Vlnr: Nico van Scheijndel van het Humanistisch Verbond, Marianne Vorthoren van
de Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond (SPIOR) en Hanny de Kruijf van de stichting voor Kerkelijk Sociale Arbeid (KSA).
beschouwelijke organisaties voor de gemeente belangrijke partners zijn bij zaken als huiselijk geweld of vluchtelingenproblematiek.” Meer dan moslims De cursusmap bevat veel concrete informatie. KSA-directeur De Kruijf: “Uit een boekje van de Schotse Kerk blijkt dat er maar liefst 140 migrantenkerken zijn. Dat is dus een ander beeld dan als zouden alle gelovigen met een migratieachtergrond moslim zijn. Als je afgaat op het publieke debat, wordt daar onevenredig de nadruk op gelegd. Wat velen ook niet weten is dat kerkgemeenschappen
vaak zijn georganiseerd rond taal, zoals de Engelse, de Waalse en de Russische kerk. Ze is ook betrokken bij een initiatief waarbij bezoeken aan gebedshuizen worden georganiseerd. “We vertellen dan van tevoren dat de rabbijn van de orthodoxe synagoge vrouwen geen hand zal geven. Dus dat is niet alleen in moslimkringen het geval. We moeten steeds de diversiteit aan en binnen geloven voor het voetlicht blijven brengen.” De cursus gaat vooral over de rol van de gemeenschappen en wat ze doen en betekenen voor hun mensen en buurten.
Migratie Info 15e jaargang, nummer 4
SPIOR SPIOR staat voor Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond. Het is de
koepelorganisatie van islamitische organisaties in Rotterdam en Omstreken. Het merendeel
van de moskeeen in Rotterdam is aangesloten bij SPIOR, alsmede algemene sociaal-culturele organisaties, jongerenorganisaties en vrouwenorganisaties.
SPIOR zet zich in voor de bevordering van de participatie van moslims in de Nederlandse
samenleving. Daartoe ontwikkelen zij diverse diensten en voeren deze uit, op de terreinen van maatschappelijke participatie & kadervorming, educatie & voorlichting en signalering & anti-
discriminatie. Dit gebeurt zelfstandig of in overleg en samenwerking met de overheid en andere maatschappelijke instellingen. www.spior.nl
Humanistisch Verbond Het Humanistisch Verbond is een vereniging die staat voor meer humaniteit in de samenleving. ‘Zelf denken samen leven’ is het uitgangspunt van het Humanistisch Verbond: iedereen is
verantwoordelijk voor zijn of haar eigen handelen maar heeft ook verantwoordelijkheid voor de
omgeving en voor anderen. Het Verbond maakt zich sterk voor waarden als zelfbeschikking, gelijke behandeling en verdraagzaamheid. De keuzevrijheid van individuen en eigen verantwoordelijkheid staan daarbij centraal.
www.humanistischverbond.nl
KSA De stichting voor Kerkelijk Sociale Arbeid (KSA) is een organisatie voor levensbeschouwelijk
maatschappelijk activeringswerk. Dat wil zeggen dat de kerkelijke achterban wordt betrokken
bij problemen in de maatschappij zoals armoede, huiselijk geweld, vluchtelingen, mantelzorg en gebrek aan dialoog. www.stichtingksa.nl
Van Scheijndel, bestuurslid van het Humanistisch Verbond, geeft het voorbeeld van hangjongeren. “Het is lastig om met hen in gesprek te komen en dat kan vaak wel via de geloofsgemeenschap vooral omdat daar gezag ligt. Aan de andere kant geven we ook aan dat niet alles met geloof te maken heeft. Thuis blijven van bijvoorbeeld vrouwen kan ook te maken hebben met sociaal economische omstandigheden, met taalbeheersing, soms met psychische problemen, waarvoor ze ook hulp zoeken bij de kerk of moskee. Eergerelateerd geweld komt onder diverse religieuze gemeenschappen voor. Het heeft
niets met religie te maken, maar met het type samenleving waar men uit komt. We willen dus ook laten zien dat het om veel meer gaat dan geloof.” Vooroordelen en onwetendheid Doel van de cursus is vooral dat de deelnemers met elkaar in gesprek gaan en zich bewust worden van de rol van religie en levensbeschouwing. “We hoorden dat de gemiddelde ambtenaar niet verder komt dan zijn bureau, natuurlijk met uitzonderingen. Maar dat betekent dus een beperkte scope en dat beleid wordt gebaseerd op berichten
en documentatie. Terwijl als je zelf eens in een gebedshuis komt, de wereld er anders uit gaat zien”, aldus Van Scheijndel. De deelnemers zelf vroegen aandacht voor de scheiding tussen kerk en staat. De Kruijf: “Als je uitlegt op welke manier de geloofsgemeenschap hulp verleent, bijvoorbeeld aan mensen in detentie, dan wordt duidelijker hoe en waarom er een subsidierelatie zou kunnen ontstaan met een dergelijke kerk. Dan kun je ook een gesprek voeren op welke voorwaarden dat zou kunnen.” Emanciperen Het belang van de kerkelijke gemeenschappen voor de Rotterdamse bevolking is tweeledig. Vorthoren: “Voor de leden ervan spelen de gemeenschappen een belangrijke rol. Mensen kunnen er hulp vragen. Dus de leden hebben er baat bij. Het risico is dat het een naar binnen gekeerde cultuur kan worden, want het is veilig en vertrouwd. Dan moet de organisaties dat oppakken en de deuren open zetten. Natuurlijk heeft iedereen het volste recht zijn geloof in eigen taal te beleven, maar ze hebben zeker een maatschappelijke rol om hen te begeleiden bij het participeren. Dat gebeurt ook al: moskeeën geven bijvoorbeeld voorlichting over het belang van stemmen of tegen gedwongen uithuwelijking.” Vorthoren wijst op de teneur in het maatschappelijke debat van ‘Gij zult naar buiten treden’. “Als je in een vreemd land komt, heb je behoefte aan zekerheden. Hoe meer zekerheden je hebt hoe beter je je voelt en makkelijker naar buiten kunt treden. Maar als je onder druk wordt gezet en als je loyaliteit
21
in twijfel wordt getrokken, dan is het niet uitnodigend om dat te doen. Als mensen het gevoel hebben ‘ze moeten me niet’ dan krijg je een reactie van ‘laat ook maar’. Dat geldt ook voor jongeren. Het is niet het goede mechanisme, want het lost niets op, maar we zien het gebeuren. Als je je niet geaccepteerd voelt of misschien zelfs bedreigd, dan gaan de luiken eerder dicht dan open. Dat moeten we ons als samenleving aantrekken.” Daar ligt ook een rol voor de Rotterdamse gemeenschap. “Het gaat om de houding van openheid, gelijkwaardigheid, elkaar als
De imam als pedagogisch begeleider
mensen en mede-Rotterdammer ontmoeten. Dat moet van iedereen komen.” De cursus duurt een dag en vindt plaats in een gebedshuis. Na de pilot met twee cursusdagen en zo’n 25 ambtenaren is besloten in november een nieuwe reeks te starten. –
begeleider’. Tien Turkse imams, alle tien
informatie. Regelmatig is de theorie dan ook
namen aan de zes bijeenkomsten deel.
ook beeldmateriaal en de moraal van de eigen
aangesloten bij Diyanet moskeeën in Nederland,
Stichting de Meeuw is een Rotterdamse
Maya Blom van Stichting De Meeuw is
ontwikkelt programma’s, activiteiten en
vrouwelijke docent is gegeven. De training is
stedelijke tweedelijns organisatie. De Meeuw methodieken voor scholen, peuterspeelzalen
en andere welzijnsinstellingen die gericht zijn op het verbeteren van onderwijskansen van kinderen in achterstandssituaties.
Elk jaar ontwikkelt en begeleidt de Stichting
de Meeuw activiteiten waar de rol van vaders in de opvoeding en hun betrokkenheid bij
het onderwijs centraal staat. Vanwege deze activiteiten kreeg De Meeuw de vraag van een aantal imams om voorlichting over de
pedagogische uitgangspunten in de opvoeding en het onderwijs in Nederland. Daaruit
ontstond de training ‘De imam als pedagogisch
22
medesamensteller van de training, die door een opgesteld en steeds aangepast aan de vragen van de deelnemers. De imams hebben naast
hun functie als voorganger vaak ook een rol voor de ouders als er problemen zijn met bijvoorbeeld de kinderen. Daarom bevat de training veel
informatie over onderwijs in Nederland, over
opvoeden, over communicatie, feedback geven,
in rollenspelen uitgewerkt. We hebben daarbij sprookjes gebruikt. De nadruk lag bovendien op de Nederlandse cultuur dat ouders zelf
verantwoordelijk zijn voor de opvoeding, dat ze in gesprek moeten gaan met de school van de
kinderen en dat de imam de oplossing niet kan bieden.”
Meerwaarde van de training was bovendien de ontmoeting tussen de imams. Vaak werkt men
erg op zichzelf in een moskee en in de training herkenden ze de vragen van elkaar.
de rol van vaders in het gezin en bijvoorbeeld
Na afloop van de zes bijeenkomsten is de
bijvoorbeeld aandacht voor het feit dat de
bijeenkomsten verlengd. De Meeuw is nu bezig
de ontwikkelingsfasen van kinderen. Er was
relatie tussen jongens en hun vaders tijdens het voortgezet onderwijs vrijwel nihil is.
Maja Blom: “Wat opviel was dat de deelnemers vooral praktisch aan het werk wilden met die
training op verzoek van de imams met nog vier
met het leggen van contacten met andere imams om hen voor deze training te interesseren.
Kort nieuws
Migratie Info 15e jaargang, nummer 4
Indonesian Diaspora Workshop
PLURAL+
Staatssecretaris opent conferentie
Internationale conferentie over terugkeer minderjarige migranten Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’s) die vanuit Nederland willen terugkeren naar hun
land van herkomst, vormen een kwetsbare groep. Op 24 en 25 november organiseerde IOM in
Den Haag een internationale conferentie over hun begeleiding en ondersteuning voor vertrek en na
aankomst. Staatssecretaris Albayrak van Justitie opende conferentie.
Doel van de conferentie was een internationale
Verenigd Koninkrijk) en niet-Europese landen
Award Ceremony op 18 december, Internationale
IOM, maatschappelijk werkers, voogden,
www.unaoc.org/pluralplus
(Angola, Siërra Leone, Guinee en DR Congo), de ministeries van Justitie en Buitenlandse Zaken en door Nederlandse instellingen, waaronder
gemeenten en NGO’s, betrokken bij de terugkeer en herintegratie van ex-AMV’s en minderjarigen.
Videowedstrijd PLURAL+ blijkt populair
Centraal stond de besluitvorming rond hun
De makers, jongeren tussen de 9 en 25 jaar, doen
de ondersteuning, voorafgaand aan terugkeer en na terugkeer in het land van herkomst eruit moet
Indonesisch Diaspora Platform Tijdens de Indonesian Diaspora Workshop die
Jongeren uit landen hebben in totaal 151 video’s
terugkeer en de wijze waarop de uitvoering van
–
–
uitwisseling van resultaten en ervaringen met
betrekking tot de duurzame terugkeer van AMV’s.
Migrantendag, in New York bekendgemaakt.
gemaakt voor de videowedstrijd PLURAL+.
mee aan een initiatief van Alliance of Civilizations van de Verenigde Naties en IOM.
begin november plaatsvond in Den Haag, is door de deelnemers de intentie uitgesproken om een Indonesisch Diaspora Platform op te richten.
De bijeenkomst was georganiseerd door IOM
Den Haag en IOM Jakarta en Emic Research.
Dit was de eerste keer dat een dergelijke brede vertegenwoordiging vanuit de Indonesische
gemeenschap in Nederland rondom dit thema rond de tafel zat.
zien. IOM is in 2008 gestart met een speciaal
Door middel van de videowedstrijd willen beide
Doel van de workshop was om de mogelijkheid
land van herkomst te begeleiden. Sindsdien zijn
bij jongeren onder de aandacht brengen. Hoe
Indonesisch Diaspora Platform in Nederland en
project om minderjarige vreemdelingen naar hun 75 jongeren via het project teruggekeerd.
Een alleenstaande minderjarige vreemdeling is jonger dan 18 jaar en zonder ouders of voogd
naar Nederland gekomen. Doorgaans gaat het om alleenstaande minderjarige asielzoekers
(AMA’s) die onder voogdij staan van de Stichting Nidos. IOM werkt samen met Nidos om AMV’s
alsmede jonge migranten die voor hun 18e jaar asiel hebben aangevraagd en inmiddels meerderjarig zijn en willen terugkeren, te ondersteunen met een verantwoorde terugkeer en duurzame
herintegratie in hun het land van herkomst.
Aan de conferentie namen vertegenwoordigers deel van Europese (België, Ierland, Finland en
organisaties het onderwerp migratie wereldwijd kijken jongeren aan tegen migranten, integratie, multiculturele samenlevingen, diversiteit en
andere migratieaspecten. Uit de ingestuurde video’s blijkt dat jongeren zich zeker bewust zijn van de invloed die migratie heeft op
samenlevingen en op henzelf. Van de 151
ingezonden video’s zijn er 109 toegelaten voor
de Plural+ videowedstrijd. De ingestuurde video’s zijn verdeeld in drie leeftijdscategorieën: 9-12, 13-17 en 18-25 jaar.
In oktober heeft een voorselectie plaatsgevonden en zijn de 35 beste video’s overhandigd aan
de internationale jury, die de uiteindelijke drie winnaars (één uit elke leeftijdsgroep) moet kiezen. Deze winnaars worden tijdens een
te bespreken voor het opzetten van een
om samenwerking vanuit de diaspora op het vlak van migratie en ontwikkeling in Indonesië verder te ontwikkelen. Er waren vertegenwoordigers van meer dan veertig diasporagroepen,
waaronder politieke, religieuze, culturele en ontwikkelingsorganisaties.
Alle aanwezigen stemden in met een dergelijk
Indonesisch Diaspora Platform. Tijdens een diner
op de eerste dag op de Indonesische ambassade werd het initiatief tevens verwelkomd door
de plaatsvervangend Indonesisch ambassadeur. In het kader van het IOM Remittances Corridors
project faciliteert IOM Den Haag het proces rond het opzetten van het platform. –
23
Internationale publicaties
Migration - Autumn 2009 Published several times a year, Migration is
an update on the Organization’s activities and
international migration policy issues. Migration is available in English, French and Spanish.
The Moment of Truth-Adapting to Climate Change* Azerbaijan’s Sustainable Water Solution - One
Kahriz at a Time* Haiti Restores Old Waterways
for Farm Use* Water, Water, Not a Drop to Spare Rural-Urban Migration Highlights Tanzania’s
Environmental Challenges* Climate Change and Displacement in Bangladesh - A Silent Crisis?*
Moldovans Feel the Pinch of the Economic Crisis* Honduran Migrants and their Families Weather the Global Economic Crisis* The Remittance
Boomerang: Are Mexican migrants in the United States receiving money from their relatives to
Passport Examination Procedure Manual The manual is designed as a ready reference
tool which addresses travel document/passport
Almost half of the total number of migrant workers
practical information on every step of the
acknowledge that labour migration may benefit
examination pratique in a logical order, providing examination process. The book is divided into
nine sections: the first eight sections representing
each of the eight steps of the examination process; the last section being a Glossary of Security Features. The book describes a generic
procedure – with each of its eight steps linked
to the letters of the acronym “F.A.L.S.E.D.O.C.”
to make them easy to remember. At every step of the procedure, the manual anticipates questions and provides generic answers and advice.
tide them over until bountiful times return?*
Reference Number: 978-92-9068-371-1
Day Labourers in the U. S. Capital* Regular or
Year of Publication: 2009
Wage Theft and Homelessness: The Plight of
Irregular - Little Difference for North Carolina’s
Migrant Agricultural Workers* Raised Hopes to
End Human Smuggling in East Africa* Bhutanese Refugees in Nepal Opt for New Lives Abroad* A Cultural Orientation Trainer Who Beat the
Working to Prevent and Address Violence Against Women Migrant Workers
Language of Publication: English –
in the world today are women. It is important to them through economic and socio-cultural empowerment, however, due to their dual
vulnerability as migrants and women, they are still disproportionately exposed to a variety of risks
arising from their mobility. At every stage of their migratory experience, women migrant workers
may be more exposed to human rights violations such as discrimination, exploitation and abuse compared to their male counterparts.
This publication presents the approach IOM
takes toward the protection and empowerment of women migrant workers. By displaying key IOM activities in that area, the report seeks to better
inform policy makers, practitioners and the public of the vulnerability of these women and of good
practices for the protection of their human rights throughout the labour migration cycle.
Odds* The Somali Integration Conundrum* Sri
Reference Number: 978-92-9068-552-4
Displacement to Camps* Displaced Timorese
Year of Publication: 2009
Lanka’s 26-Year Conflict Ends, Triggers Massive Families Return Home* Former Resistance Fighter Turns Successful Entrepreneur*
Language of Publication: English –
Reference Number: 1813-2839-ATM09-E Language of Publication: English Year of Publication: 2009 _
Meer informatie: www.iom.int/Publications 24
Uitgave IOM Nederland Redactie Joost van der Aalst Noortje Jansen Marian Lenshoek Liesbeth van Dalen (Koopmans & Van Dalen bv) Redactieadres IOM Redactie Migratie Info Postbus 10796 2501 HT Den Haag T 070 - 318 15 00 E
[email protected] Vormgeving basisontwerp Vorm Vijf, Den Haag Illustratie omslag Klutworks, Den Haag Fotografie (voor zover niet bij de foto’s is vermeld) IOM Guus Dobbelman Peter Jorna Koopmans & Van Dalen Freek Visser / Kerk in Actie Vormgeving en druk Drukwerk Artoos Nederland bv, Rijswijk Oplage 2.000 ex.
Abonnementen Migratie Info wordt kosteloos verstrekt. Aanvraag of opzegging van een abonnement kan via e-mail:
[email protected] Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend. Publicatie van artikelen betekent niet dat de daarin vervatte meningen het inzicht van IOM weergeven. Overname van artikelen is in vele gevallen mogelijk na overleg met de redactie en met bronvermelding. Presentexemplaren worden op prijs gesteld. © IOM december 2009
www.iom-nederland.nl
25
IOM WERKT WERELDWIJD De koppen vormen een selectie uit persberichten die twee keer per week worden uitgegeven door het hoofdkantoor van IOM in Genève. Voor actuele berichten, kijk op www.iom.int
Sri Lanka
Zimbabwe
In samenwerking met de overheid en de Verenigde Naties heeft IOM de afgelopen maand meer dan 90.000 ontheemden begeleid bij hun terugkeer naar Noord en Oost Sri Lanka.
IOM, UNICEF en de Verenigde Naties Population Fund (ANFPA) bieden hulp en steun aan slachtoffers van sexueel geweld en misbruik in Zimbabwe. De sociale, politieke en economische instabiliteit in het land leidt tot meer sexueel geweld tegen vrouwen en meisjes.
Ontheemden terug naar Hulp voor slachtoffers huis sexueel geweld
Kenia
Mediacampagne over mensensmokkel In november is een landelijke multimediacampagne gestart over mensensmokkel. De campagne loopt via radio, tv, mobiele bioscopen, billboards en posters en is gericht op mensen die geteisterd worden door droogte, de voedselcrisis en politieke en sociale onrust waardoor veel mensen willen vertrekken.
Colombia
Herintegratie van gedemobiliseerden Meer dan 550 gedemobiliseerde soldaten van illegale legers, slachtoffers van geweld en hun familieleden hebben onlangs diploma’s gehaald in diverse opleidingen tot vormgever, boekhouder, winkelassistent, kapper en loodgieter. De opleidingen vergroten hun herintegratie.
Italië
Website helpt migranten De website www.mandasoldiacasa.it helpt migranten uit veertien landen met het zoeken naar de beste manier om geld over te maken naar hun landen van herkomst.
IOM Internationale Organisatie voor Migratie
IOM Postbus 10796 2501 HT Den Haag
26 Ned 0/1/520 T 2009