CENTRAAL BESTURINGSGEBOUW DIJLEVALLEI INFORMATIEPAKKET
CENTRAAL BESTURINGSGEBOUW DIJLEVALLEI INFORMATIEPAKKET
Auteur :
Roel De Coninck
Datum :
30/03/2010
Status :
Finale versie
Classificatie :
Publiek
[email protected]
3E nv
T +32 2 217 58 68
Fortis Bank 230-0028290-83
RPR Brussel
www.3E.eu
Vaartstraat 61
F +32 2 219 79 89
IBAN: BE14 2300 0282 9083
BTW BE 0465 755 594
B-1000 Brussel
SWIFT/BIC: GEBABEBB
KWALITEITSINFORMATIE Verificatie door : Catherine Delahaye 12/03/2010
Volgens de Algemene Voorwaarden van 3E, ontvangt de klant het niet-exclusief, niet-overdraagbaar recht op het gebruik van de resultaten, gerapporteerd door 3E voor intern gebruik. Tenzij expliciet anders overeengekomen, kan 3E niet verantwoordelijk of aansprakelijk gesteld worden voor de gevolgen van het gebruik door de klant van de resultaten, rapporten, aanbevelingen of andere gegevens door 3E aangeleverd in het kader van een project of bestelling.
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
3 / 29
INHOUDSOPGAVE
Inhoudsopgave
4
1
Inleiding
5
2
Gebouwbeschrijving
6
3
Watergebruik
10
4
Gebouwschil
12
4.1 Gevel
12
4.2 Vloer
12
4.3 Dak
13
4.4 schrijnwerk
14
4.5 Overzicht
15
HVAC
16
5.1 Installatie
16
Monitoring
19
6.1 Data-acquisitie
19
6.2 Meetpunten
19
5
6
Bijlage A:
Opbouw van de schildelen
20
Bijlage B:
HVAC installatie
23
Bijlage C:
Monitoring
27
Bijlage D:
Gedetaileerde plannen
29
[email protected]
3E nv
T +32 2 217 58 68
Fortis Bank 230-0028290-83
RPR Brussel
www.3E.eu
Vaartstraat 61
F +32 2 219 79 89
IBAN: BE14 2300 0282 9083
BTW BE 0465 755 594
B-1000 Brussel
SWIFT/BIC: GEBABEBB
1
GEBRUIKSVOORWAARDEN
De gegevens uit dit informatiepakket mogen vrij gebruikt worden in het kader van wetenschappelijk onderzoek, publicaties, lezingen of andere disseminatieactiviteiten. De ontwerpers vragen om steeds correct te verwijzen naar bouwheer VMM, architecten evr-Architecten en studiebureau 3E.
2
INLEIDING
Op 20 oktober 2008 werd, in aanwezigheid van Vlaams minister Hilde Crevits en provinciegouverneur Lodewijk De Witte, het centraal besturingsgebouw voor de Dijlevallei ingehuldigd. Het gebouw, gelegen naast de Leuvense brandweerkazerne op de Gasthuisbergsite, biedt onderdak aan de server waarop de nieuwe overstrommingsvoorspeller voor het Dijle- en Zennebekken wordt gedraaid en wordt gebruikt door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), afdeling operationeel waterbeheer. Het gebouw werd ontworpen voor een continue bezetting van ongeveer vijf personen, tijdens kantooruren in normale omstandigheden. In de uitzondelijke omstandigheden van dreigende wateroverlast zal het gebouw dienst doen als crisiscentrum en zijn meer faciliteiten vereist dan in een typisch kantoorgebouw aanwezig. In noodsituaties kan het gebouw de uitvalsbasis van ongeveer 40 extra personen worden. Deze specifieke veranderlijke bezetting van het besturingsgebouw vroeg uiteraard een aangepast ontwerp. De huidige invulling geeft onderdak aan ongeveer vijftien personen, drie keer meer dan de oorspronkelijke ontwerpbezetting. Zoals men van een milieu-overheidsinstelling mag verwachten, heeft de opdrachtgever reeds van bij het begin gekozen voor een duurzame oplossing. Het eindresultaat is een kantoorgebouw met een aangenaam comfort, bewust duurzaam materiaalgebruik en een goede waterhuishouding. De Vlaamse Milieumaatschappij wil haar voorbeeldfunctie ook na de bouw verder uitspelen. Daartoe is een gedetailleerde monitoringinstallatie voorzien in het gebouw. De meetgegevens worden ter beschikking gesteld van de onderzoekswereld om zo ervaringen inzake passiefkantoren op te bouwen en uit te wisselen en een basis te leggen voor communicatie naar een breed publiek Dit document is opgevat als informatiepakket bij de verzamelde en verspreide meetgegevens. Het omvat een beschrijving van het gebouw zelf, de gebouwconstructie, de voorziene installaties en de details van het monitoringssysteem.
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
5 / 29
3
GEBOUWBESCHRIJVING
Het gebouw is opgetrokken op de Terbankstraat 22, naast de nieuwe Leuvense brandweerkazerne in de Terbankstraat. De locatie van het crisiscentrum (Figuur 1) is zorgvuldig uitgekozen, naast het provinciaal crisiscentrum van de brandweer, de snelweg E314 en het Universitair Ziekenhuis Leuven, site Gasthuisberg.
E314
Gasthuisberg
Brandweer
Figuur 1: Inplanting van het Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei.
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
6 / 29
Het architecturale ontwerp werd uitgewerkt door het Gentse architectenbureau voor duurzame architectuur en stedenbouw, evr-Architecten. Het studiebureau voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie, 3E nv, stond in voor het ambitieus energie-technisch gebouwconcept. De technieken werden uitgewerkt door ingnieur Chris Ebinger in onderaanneming van 3E en de stabiliteitsberekeningen zijn uitgevoerd door Herman Fraeye nv. Hoofdaannemer van het project is Batech Construct nv, dat via Vanhout nv deel uitmaakt van de Besix Group. Figuur 2 toont de verschillende gevels van het gebouw. De buitenaanleg is nog niet voltooid op deze foto’s.
Figuur 2: Gevels van het Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei. De linkse foto’s tonen de voorgevel, rechtse fotos tonen de achtergevel. De grondplannen van de gelijkvloerse en de eerste verdieping worden getoond in Figuur 3 en Figuur 4.
Gedetailleerde plannen, aanzichten, snedes en detailtekeningen zijn als afzonderlijke documenten (pdf) toegevoegd aan dit informatiepakket.
De Het beschermd volume op het gelijkvloers is een stuk kleiner dan op de eerste verdieping, door de integratie van een overdekte fietsenstalling, een afvalberging en een overdekte parkeerruimte voor een viertal voertuigen. Deze buitenruimte is nadelig voor de compactheid van het gebouw, maar het aantal parkeerplaatsen was één van de ontwerpeisen waaraan zeker voldaan moesten worden.
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
7 / 29
De binnengarage voor twee voertuigen met aanhangwagens behoort tot het beschermd volume, maar is slechts afgesloten door middel van een klassieke sectionaalpoort (U-waarde 2,0 W/m².K). Om de luchtdichtheid van het gebouw niet in het gedrang te brengen, werd gekozen om de garage niet op te nemen in het luchtdicht volume. De deuren tussen de garage en de berging, de hal en de kleedruimtes zijn daartoe over de volledige omtrek voorzien van dichtingsstrips. Door de garage buiten het luchtdicht volume te houden kon men een zeer goede luchtdichtheid (n50 < 0,601/h) realiseren.
Figuur 3: Grondplan gelijkvloerse verdieping.
Figuur 4: Grondplan eerste verdieping.
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
8 / 29
Men komt het gebouw binnen via een sas grenzend aan de overdekte buitenruimte. Van hieruit heeft men toegang tot de centrale hal op het gelijkvloers. Deze hal geeft uit op het archief en, via de garage, naar de berging, de kleedruimtes en het toilet. Om volledige toegankelijkheid voor mindervalide bezoekers te garanderen, werd naast de trap ook een lift voorzien tussen de centrale hal en de foyer op de eerste verdieping. Deze foyer functioneert in hoofdzaak als uitloopzone voor de grote vergaderruimte. Indien nodig kan deze laatste door een uitvouwbare akoestische wand in twee kleinere lokalen opgedeeld worden. In het huidig gebruik, wordt één deel van de vergaderruimte als extra kantoorruimte gebruikt. Tegenover de grote vergaderruimte bevindt zich het zenuwcentrum van het gebouw, opgedeeld in een kantoorruimte en een computerzaal. In deze ruimte is een groot samengesteld scherm opgesteld, waarop alle camerabeelden van de Dijlevallei en de grafieken van het overstromingsmodel geprojecteerd kunnen worden. Aan de voorzijde van het gebouw bevindt zich verder nog een kantoor, een sanitaire blok en een kleine keuken. De elektrische apparaten in deze keuken zijn bewust zo energiezuinig mogelijk (klasse AAA) gekozen. Aan de overkant van de hal bevinden zich het technisch lokaal, een berging en het serverlokaal.
Figuur 5: (a) De centrale hal met daglichttoetreding via de sunpipes. (b) De afgewerkte vergaderzaal. Figuur 5 toont rechts de afgewerkte vergaderzaal met de akoestische plooiwand en links de centrale hal. De foto’s zijn genomen bij helder buitenweer en er brandt nergens kunstlicht. In het dak boven de foyer zijn dertien lichtkoepels geïntegreerd. De kokers hebben een reflecterende binnenmantel waardoor ze het licht uniform en efficiënt in de hal brengen zonder risico op oververhitting tijdens de zomer. Alle ramen werden voorzien van zonwerend glas en boven de glaspartij op het zuid-oosten (voorgevel) hangt een vaste horizontale zonwering, voorzien van fotovoltaïsche panelen.
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
9 / 29
4
WATERGEBRUIK
Eén van de belangrijkste aandachtspunten bij het gebouwontwerp was de waterhuishouding van het gebouw. Het regenwater afkomstig van het groendak wordt rechtstreeks via de wadi geïnfiltreerd in de bodem. Het hemelwater afkomstig van het klassiek dak wordt, na voorfiltering, opgeslagen in een regenwatertank. Dit recuperatiewater wordt gebruikt voor de spoeling van toiletten in het gebouw, voor de laarzendouche en de buitenkraantjes en voor alle uitgietbakken binnen. Deze bakken hebben telkens twee kranen zodat men de keuze heeft tussen drinkbaar water en gezuiverd regenwater.
Figuur 6: (a) De dakoppervlakte werd onderverdeeld in een groendak en een klassiek dak. (b) De uitgietbakken biedt de keuze tussen hemelwater en drinkbaar water. Naast het hemelwater werd ook een milieuvriendelijke oplossing gezocht voor de behandeling van grijs en zwart afvalwater. Zwart water wordt opgeslagen in een septische put, waarvan de overloop gekoppeld is aan een waterzuiverend rietveld. Het grijs water wordt rechtstreeks afgevoerd en behandeld in dit rietveld. Het rietveld bestaat uit een grote bak waar het water aan de bovenkant instroomt en vervolgens tussen de planten naar beneden zakt. Het gezuiverde water stroomt onderaan uit de bak naar de wadi. Figuur 1.7a toont het infiltratiebekken (wadi) samen met het rietveld in opbouw en na afwerking.
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
10 / 29
Figuur 7: De wadi met het waterzuiverende rietveld (a) in opbouw, (b) na afwerking (vóór begroeiing).
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
11 / 29
5
GEBOUWSCHIL
In dit hoofdstuk wordt de gebouwschil, bestaande uit de vloeren, de gevels, het dak en het buitenschrijnwerk, uitvoerig beschreven. In bijlage A vindt men een gedetailleerde opbouw voor ieder gebouwdeel.
5.1
GEVEL
Het gebouw werd aan de buitenkant volledig omhuld in een houten gevelbekleding, bestaande uit thermisch behandeld vurenhout met FSC-label. De houten bekleding werd aangebracht op een lattenwerk, met daarachter gebitumineerde houtvezelplaten. Deze zijn op hun beurt bevestigd op een dubbele vakwerkstructuur waartussen de thermische isolatie werd aangebracht. De twee lagen kruislings geplaatste minerale wol heeft een totale dikte van 28 cm. De structuur bestaat uit dragende silicaatsteen (14 cm), aan de binnenkant afgewerkt met 3mm dunpleister. In de vergaderzaal en in het grote kantoor werd een akoestische isolatie van minerale wol (25mm) tussen latwerk tegen de pleisterlaag geplaatst. Deze wand werd afgewerkt met een geperforeerde, geluidsabsorberende multiplexplaat.
Figuur 8: (a) Proefopstelling gevelopbouw: silicaatsteen, minerale wol, celitplaat, houtbekleding. (b) Thermische behandeld vurenhout, FSC-gelabeled.
5.2
VLOER
De vloer op volle grond bestaat uit een gewapende funderingsplaat van 25 cm op een laag van 5 cm zuiverheidsbeton. Ingesloten tussen twee PE-folies zitten twee isolatieplaten van 8 cm: de onderste plaat bestaat volledig uit resolschuim, de bovenste plaat bestaat uit 6 cm resolschuim met daarop 2 cm perliet. Waar de vloer is afgewerkt met keramische tegels werd een uitvullingslaag van 9 cm geplaatst. In de garage heeft men gekozen voor een gepolierde betonplaat van 10 cm. De verdiepingsvloer boven de buitenruimte werd langs de onderzijde, tegen de welfsels, geïsoleerd. Ook hier werd gewerkt met twee platen resolschuim met een totale isolatiedikte van 18 cm. Bovenop de welfsels werd een druklaag van 3 cm gestort.
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
12 / 29
Op de eerste verdieping werd gewerkt met een verhoogde kantoorvloer. De tussenruimte wordt gebruikt als plenum voor de inblaaslucht en om de ventilatiekanalen in onder te brengen (in de foyer). Onder de keuken en het aangrenzend sanitair blok werd dit plenum opgevuld met droge Argexkorrels. De bovenkant van de vloertegels werd afgewerkt met linoleum. Een aantal vloertegels werden uitgerust met ronde vloerroosters voor de ventilatielucht. Door de volledige ruimte onder de vloer te gebruiken als inblaasplenum bekomt men een heel flexibel systeem. Indien nodig kan men de inblaastegels losklikken en ergens anders in de ruimte neerleggen, zodat men nooit gehinderd wordt door een ongewenste luchtstroom. In de foyer werd gewerkt met een parketvloer in plaats van linoleum, omdat flexibiliteit hier niet meteen nodig is.
Figuur 9: (a) De ventilatiekanalen onder de verhoogde vloer. (b) De verhoogde vloer op de eerste verdieping.
5.3
DAK
Ongeveer 60% van de beschikbare dakoppervlakte werd ingericht als extensief groendak met een sedumbeplanting. Tussen het substraat en de EPDM-dakbedekking werd een speciale draineerlaag voor de afvloeiing van hemelwater voorzien. Onder de dakbedekking zitten twee isolatieplaten van achtereenvolgens 2 cm perliet en 17 cm resolschuim. Daaronder werd een aluminium dampscherm aangebracht met daartegen een OSB-plaat. Onder deze plaat komt de eigenlijke draagstructuur van het dak, die bestaat uit TJI-liggers. Deze houten I-liggers zijn bijna 41 cm hoog. De onderste 6 cm tussen de liggers werd opgevuld met een laag minerale wol. Het plafond werd afgewerkt met een brandwerende gipsplaat van 18 mm dik op een metalen structuur tegen de TJI-liggers. Figuur 10 (a) toont de houten dakstructuur van TJI-liggers, Figuur 10 (b) toont de isolatie, 2 cm perliet en 17 cm resolschuim, onder de EPDM-bedekking.
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
13 / 29
Figuur 10: (a) De houten dakstructuur van FJI-liggers. (b) De isolatie van 2 cm perliet en 17cm resolschuim.
5.4
SCHRIJNWERK
Alle buitenramen bestaan uit houten passiefhuis-raamkaders met thermische onderbreking en driedubbele beglazing met een U-waarde van 0,60 W/m².K. De dikte van het tweede glasblad varieert in functie van de totale glasoppervlakte, maar de meeste ramen zijn van het type 6/15Ar/4/15Ar/6: •
6mm zonwerend glas
•
15mm Argon spouwvulling
•
4mm helder floatglas
•
15mm Argon spouwvulling
•
6mm zonwerend glas
De globale g-waarde van van deze combinatie bedraagt 32%. De ramen aan de zuidkant (1e verd.) werden uitgerust met een vaste horizontale zonwering, bestaande uit fotovoltaïsche panelen (4.2 kWp). De ramen aan de noordkant zijn voorzien van zonwerende screens aan de buitenzijde.
Figuur 11: (a) Passsiefhuis buitenschrijnwerk met driedubbele beglazing. (b)Sunpipes in de centrale hal.
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
14 / 29
Het dak boven de centrale hal werd voorzien van sunpipes. Dit zijn kokers met een reflecterende binnenmantel waardoor ze het daglicht maximaal in de ruimte brengen. Bovenaan zijn de kokers voorzien van een polycarbonaat diamantvormige dakkoepel. Er werden 13 sunpipes voorzien met een diameter van 40cm. In Figuur 12 vindt men de samenstelling van de geïnstalleerde sunpipes terug.
Figuur 12: Onderdelen van de Sunpipe met diamantvormige koepel.
5.5
OVERZICHT
De U-waardes van de belangrijkste schildelen, de gemiddelde U-waarde en de globale luchtdichtheid werden samengevat in Tabel 1. Tabel 1: Overzicht van de belangrijkste gebouwschilparameters. Bouwdeel Vloer op volle grond
U = 0,12 W/m²K
Vloer boven buitenruimte
U = 0,16 W/m²K
Dak
U = 0,10 W/m²K
Buitenmuur
U = 0,15 W/m²K
Buitenschrijnwerk
U = 0,60 W/m²K
Gemiddelde U-waarde
Ugem = 0,198 W/m²K
Luchtdichtheid
n50 = 0.45 1/h
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
15 / 29
6
6.1
HVAC
INSTALLATIE
De technische installaties zijn relatief belangrijk geworden in dit passiefkantoor wegens de aanwezigheid van een grote server, met bijhorende warmtewinsten en koelbehoefte. De ontwerpspecificaties waren een maximale servertemperatuur van 24°C voor een afgifte van 15kW. De zoektocht naar een minimaal energieverbruik voor de koeling van deze server leidde het ontwerpteam naar een rechtstreeks grondgekoppelde luchtkoeling. De grond/water warmtewisselaar wordt aangesloten op een ringleiding waar verder ook twee koelbatterijen in parallel en een water/water warmtepomp op zijn aangesloten. Het hydraulisch principeschema wordt getoond in Figuur 13. In bijlage B.1 vindt men een meer uitgebreid hydraulisch schema.
Figuur 13: Hydraulisch principeschema van de HVAC-installatie. Een eerste koelbatterij is voorzien in de ventilatieunit van de serverruimte. Hiermee wordt warme lucht uit het serverlokaal aangezogen, gekoeld en vervolgens opnieuw in de ruimte ingeblazen aan een debiet van 4500m³/h. Indien de koelbatterij zou uitvallen, kan tijdelijk buitenlucht aangezogen worden en warme lucht via een uitblaasopening op het dak afgevoerd worden. De koelbatterij van de luchtgroep is ontworpen voor een 13/17°C-regime. H et koude water wordt aan de ringleiding onttrokken en het opgewarmde water wordt in de ring teruggepompt. Parallel aan de serverkoelbatterij staat een koelbatterij voor topkoeling van de ventilatielucht voor de kantoren. Deze centrale topkoeling van de ventilatielucht is normaal gezien enkel op zeer warme zomerdagen in gebruik.
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
16 / 29
Door de serverlucht te koelen wordt het water in de ringleiding opgewarmd. Deze warmte wordt via de warmtepomp, met een vermogen van 8.3 kW (bij 35/10°C), opgewaardeerd tot water aan 45°C. We spreken daarom niet van een rechtstreek gebruik, maar van een secundaire valorisatie van de interne warmtewinsten uit de serverruimte. De warmtepomp wordt hydraulisch gescheiden van het verwarmingscircuit door middel van een buffervat (inhoud 500 l) met bijkomende elektrische weerstandsverwarming van 3 kW als back-up. Wanneer de serverruimte gekoeld wordt, warmt het water in de ringleiding langzaam op. Wanneer de warmtepomp in werking is, koelt het water in de ringleiding langzaam af. De warmtevraag van de kantoren en de koudevraag van de server zijn echter niet, op elk ogenblik, op elkaar afgestemd. De temperatuur in de ringleiding wordt daarom geregeld door de grondkoppeling. Grondwater wordt uit de zuigput opgepompt, door de warmtewisselaar gestuurd en via de infiltratieput terug in de grond gepompt. De grond/water warmtewisselaar functioneert dus als warmte- en als koudebron, maar het water wordt steeds uit dezelfde put opgepompt en in de andere put geïnjecteerd. De verschillende componenten in het hydraulisch systeem worden getoond in Figuur 14. Vooraan centraal op de foto ziet men de blauwe platenwarmtewisselaar, aangesloten op de zuig- en infiltratieleiding. De blauwe opslagtank van het verwarmingscircuit is gekoppeld aan de blauwe warmtepomp. Achter de warmtepomp kan men nog net de luchtgroep van de kantoren onderscheiden. De oranje tank is een buffervat (500 l) op de centrale ringleiding, die in hoofdzaak bedoeld is om thermische inertie in de ringleiding te introduceren.
Figuur 14: Opstelling in het technisch lokaal. De meeste lokalen worden verwarmd via de ventilatielucht. Om het aantal luchtcircuits toch enigszins onder controle te houden en toch een goede temperatuurregeling te verzekeren in de minder gebruikte lokalen zijn daar plaatselijk overgedimensioneerde radiatoren voorzien. De ventilatiegroep bevat, naast de koelbatterij, een niet-hygroscopisch wiel voor warmteterugwinning met een rendement van 85%.
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
17 / 29
De mechanische balansventilatie (2400m³/h) bestaat uit vijf afzonderlijke circuits, waarvan vier VAVsystemen en één CAV-systeem voor de centrale hal met foyer. Het debiet in de VAV-systemen wordt geregeld door CO2-sensoren in de respectievelijke lokalen. Dit debiet kan verhoogd worden om de comforttemperatuur in het lokaal te bekomen of te behouden. Koeling van de ventilatielucht gebeurt door de koelbatterij in de luchtgroep. Naverwarming gebeurt door afzonderlijke verwarmingsbatterijen per circuit. De ontwerpdebieten voor de balansventilatie worden samengevat in bijlage B.2. De fotovoltaïsche panelen, die eveneens dienst doen als buitenzonwering voor de ramen op de eerste verdieping aan de zuidkant, bestaan uit mono-kristallijn silicium. Er zijn 24 panelen geplaatst, elk goed voor een piekvermogen van 180 Wp. De oriëntie van de panelen is zuidoost (in lijn met de gevel), de helling is 16°. Een functionele beschrijving van de regeling van de HVAC-installatie wordt gegeven in Bijlage B.3
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
18 / 29
7
7.1
MONITORING
DATA-ACQUISITIE
Het gebouw is uitgerust met een monitoringsysteem om de werkelijke prestaties op te volgen. De communicatie naar de gebruikers verloopt via een display in het gebouw en via een online webtoepassing (ip-adres 87.66.13.138). Het geïnstalleerde Sauter-Novaweb data-acquisitiesysteem, slaat de meetgegevens lokaal op in het geheugen van de data-acquisitie eenheid. Als dat geheugen vol is worden de data doorgestuurd naar de webserver waar ze tijdelijk opgeslagen worden. De gegevens kunnen geraadpleegd worden over verschillende perioden: de voorbije uren, voorbije dagen, voorbije weken of voorbije jaren. De oude gegevens worden echter niet even gedetailleerd bijgehouden als de nieuwe. Ieder uur worden de 30-seconden waarden gehergroepeerd tot 5minutenwaarden. Ieder week worden alle 5-minutenwaarden dan weer gegroepeerd tot uurlijkse waarden. En ieder jaar worden de uurlijkse waarden gegroepeerd tot dagelijkse waarde. Om de meest gedetailleerde data over langere termijn te kunnen raadplegen, wordt op regelmatige tijdstippen een e-mail met deze data verstuurd vanuit de webserver. 3E staat in voor de collectie van deze emails en de verwerking naar een standaard formaat. Zo worden de gedetailleerde meetgegevens gegroepeerd in één database die vervolgens gemakkelijk verspreid kan worden. Deze gedetailleerde meetgegevens kunnen via het VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer opgevraagd worden.
7.2
MEETPUNTEN
Om de HVAC-installatie op gedetailleerde wijze te volgen, werden 25 meetpunten voorzien. Sommige van deze meetpunten worden zowel voor monitoring als voor de regeling gebruikt. Een overzicht van de meetpunten wordt gegeven in Bijlage C.1.
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
19 / 29
BIJLAGE A:
1.
OPBOUW VAN DE SCHILDELEN
GEVEL
Tabel 2: Gevelopbouw (buiten naar binnen) Opbouw van buiten naar binnen
Dikte [mm]
λ [W/mK]
Vurenhouten beplanking, thermisch behandeld
27
-
Horizontaal latwerk
27
-
Verticaal latwerk
27
-
Gebitumeerde houtvezelplaat
22
0.055
Glaswol (2x140mm)
280
0.040
CLS 38x140 vertikaal hoh 600mm
140
0.180
CLS 38x140 horizontaal hoh 600mm
140
0.180
Silicaatsteen lijmblok
140
0.500
Dunpleister
3
0.570
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
20 / 29
2.
VLOER
Tabel 3: Opbouw van de vloer op volle grond (buiten naar binnen) Opbouw van buiten naar binnen
Dikte [mm]
λ [W/mK]
Zuiverheidsbeton
50
1.700
Betonplaat
250
2.200
PE-folie
-
-
Isolatieplaat resolschuim
80
0.022
Combi-isolatieplaat resolschuim
80
Resolschuim
60
0.022
Perliet toplaag
20
0.050
PE-folie
-
-
Gewapende uitvullingslaag
90
0.400
Keramische tegels
9
1.200
Tabel 4: Opbouw van de vloer op volle grond in de garage (buiten naar binnen) Opbouw van buiten naar binnen
Dikte [mm]
λ [W/mK]
Zuiverheidsbeton
50
1.700
Betonplaat
250
2.200
PE-folie
-
-
Isolatieplaat resolschuim
80
0.022
Combi-isolatieplaat resolschuim
80
Resolschuim
60
0.022
Perliet toplaag
20
0.050
PE-folie
-
-
Polybeton
100
1.700
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
21 / 29
Tabel 5: Opbouw van de vloer boven de buitenruimte (buiten naar binnen) Opbouw van buiten naar binnen
Dikte [mm]
λ [W/mK]
Vezelcementplaat
8
-
Latwerk
30
-
Wind- en regendichte folie
-
-
Isolatieplaat resolschuim (2x90mm)
180
0.022
CLS 38x89 kruisend
89
0.180
CLS 38x89 kruisend
89
0.180
Welfsels
180
1.150
Druklaag
30
1.300
Plenum
448
-
Verhoogde vloer
42
-
Opbouw van buiten naar binnen
Dikte [mm]
λ [W/mK]
(Groendaksysteem)
90
-
EPDM-dichting
3
0.250
Combi-isolatieplaat resolschuim
90
3.
DAK
Tabel 6: Opbouw van het dak (buiten naar binnen)
Perliet toplaag
20
0.050
Resolschuim
70
0.022
Isolatieplaat resolschuim
80
0.022
Alu dampscherm, zelfklevend
-
-
OSB-plaat
22
0.130
TJI55 balken 55x406mm hoh 500mm
406
0.180
Minerale wol
60
0.040
Latwerk
30
0.180
Rf-gipsvezelplaat
18
0.350
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
22 / 29
BIJLAGE B:
1.
HVAC INSTALLATIE
HVAC PRINCIPESCHEMA
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
23 / 29
2.
VENTILATIE DEBIETEN
Code
Lokaal
Debiet [m³/h]
Verwarming [W]
CAV1 CAV2
Hal en foyer
+610
2740 (WL1)
Sanitair en bergingen
-610
VAV1
Klein kantoor
+130
VAV2
Klein kantoor
-130
VAV3
Kleine vergaderruimte
+355
VAV4
Kleine vergaderruimte
-355
VAV5
Groot kantoor
+680
VAV6
Groot kantoor
-680
VAV7
Grote vergaderruimte
+530
VAV8
Grote vergaderruimte
-530
3.
597 (WL2)
1192 (WL3)
3154 (WL4)
1979 (WL5)
REGELING HVAC-INSTALLATIE
Luchtgroep server Voor de sturing van de luchtgroep in de serverruimte meet men de ruimte- en de buitentemperatuur. Als de ruimtetemperatuur te hoog wordt, kunnen volgende acties genomen worden: •
Bij hoge buitentemperatuur en wanneer de ruimtetemperatuur groter is dan de buitentemperatuur, zal men via de luchtklep werken om frissere lucht binnen te brengen in de serverruimte en aldoende free-cooling te gebruiken.
•
Bij lage buitentemperatuur zal men trachten het teveel aan warmte in de serverruimte te recupereren voor verwarming van de kantoorruimtes met de warmtepomp. De koeling van de serverruimte gebeurt dan via de koelbatterij, waarbij het teveel aan warmte in de ringleiding gestoken wordt.
•
Indien men koelt via de koelbatterij, maar de ruimtetemperatuur blijft stijgen, dan zal, in het geval de buitentemperatuur lager is dan de ruimtetemperatuur, de buitenklep zich openen.
Bij vorstgevaar sluit de buitenklep.
Koelbatterij server De koelbatterij volgt dezelfde beschrijving als de luchtgroep. De koeling van de server gebeurt dus ook in functie van de buitentemperatuur. Deze wordt vergeleken met TBuiWinter om te bepalen of we in winter- of zomersituatie zijn. •
Indien de buitentemperatuur kleiner is dan TBuiWinter (wintersituatie) veronderstellen we dat warmterecuperatie naar de warmtepomp mogelijk is en wordt prioriteit gegeven aan koeling van de server via de ringleiding. Indien de server toch te warm wordt (er is een kritische servertemperatuur die onafhankelijk ingesteld kan worden van de normale settemperatuur) wordt gekoeld via de buitenlucht (door het openen van de luchtklep).
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
24 / 29
•
Indien de buitentemperatuur groter is dan TBuiWinter (zomersituatie) geven we prioriteit aan serverkoeling via de buitenlucht. Indien echter de buitentemperatuur groter is dan de servertempreratuur, wordt toch gekoeld via de ringleiding, die op zijn beurt gekoeld wordt via de grond.
Luchtgroep algemeen De algemene luchtgroep wordt gestart, als één van de lokalen hierom vraagt. De luchtgroep kan ook gestart worden via een softwareschakelaar (auto-uit-in). De luchtgroep gebruikt de ruimtevoeler van het groot kantoor als referentie en een voeler in de toevoerlucht voor het lokaal. In de temperatuurregeling is er een setpunt voor koeling (24°C) en verwarming (21°C) voorzien. Indien de ruimte afwijkt van deze waarden, dan zal de cascaderegelaar een inblaas setpunt berekenen, om zo vlug mogelijk naar de juiste waarde in de ruimte te evolueren. Hiervoor gebruikt de luchtgroep de recuperatie batterij en de koelbatterij. De cascaderegelaar is nu ingesteld tussen 17°C en 24°C, dit zijn de min en max pulsietemperatuur v an de ventilatiegroep. Bij vorstgevaar evenals bij brandmelding stopt de luchtgroep. Verder doen we een controle op de filter voor verse lucht en retourlucht. Er is een drukregeling voorzien, zodat wanneer de VAV’s van de naregelingen openen of sluiten, een constante druk in de inblaas verzekerd wordt. Deze drukregeling is instelbaar door de gebruiker.
Regeling lokalen Elk lokaal heeft zijn eigen klokprogramma. Enkel waar men aanwezigheidsvoelers heeft, kan de klok uitgeschakeld worden via een soft schakelaar. (In het klein kantoor is het klokprogramma niet beschikbaar sinds de laatste wijziging aan het regelsysteem.) Elke ruimte heeft zijn eigen sonde en een eigen settemperatuur (via draaiknop). Hiermee trachten we de ruimte op de gewenste temperatuur te brengen, via de VAV regelaar. Indien het te koud wordt, gaan we de VAV openen en tevens een verwarmingsbatterij aansturen. Indien het te warm wordt sturen we enkel de VAV aan, om met de frisse lucht van de groep de ruimtetemperatuur af te koelen. In alle lokalen behalve foyer zit ook een CO2 voeler. Indien de lucht vervuilt kan de VAV ook meer openen, om de lucht te zuiveren. Een algemene spoelklok zorgt ervoor dat er, bij te veel warmte in de ruimte en frisse lucht buiten, gespoeld kan worden (= nachtkoeling). De delta tussen binnen en buiten is instelbaar via “SpoelDt Bui/Binnen”. Momenteel staat die op 5K.
Warmtepomp De warmtepomp is voorzien van een stooklijn. Men tracht het opslagvat op een bepaalde temperatuur te brengen in functie van de buitentemperatuur. Indien de warmtepomp niet voldoet, kan een elektrische weerstand bij geschakeld worden.
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
25 / 29
De warmtepomp zal steeds de stooklijntemperatuur proberen aan te houden in het opslagvat en uitschakelen indien het vat 2K warmer is. De elektrische weerstand volgt ook deze stooklijntemperatuur, min 5K. De warmtepomp wordt vrijgegeven op basis van de 'warmtevraag'. Deze 'warmtevraag' is een combinatie (logische AND) van de warmtevraag in elk van de regelbare ruimtes (groot kantoor, klein kantoor, vergaderzaal 1, vergaderzaal 2, foyer). De warmtevraag in deze ruimtes is een combinatie van een tijdsprogramma (of aanwezigheidsdetectie) en de thermostaatvoeler. Als de warmtepomp draait sluit 3MK/2 en start pomp P2, P3 en P4.
Regeling vat Het vat wordt op temperatuur gehouden via Pomp P2 en P1 en kraan 3MK/1 De pompen van het grondwater zijn geregeld op basis van de buffervattemperatuur. Momenteel is dat 8/14°C (minimale/maximale temperatuur). Deze tempe raturen kunnen onafhankelijk van elkaar ingesteld worden via de gebruikersinterface. Er is geen tijdsklok. De pomp P2 van de ringleiding is geregeld op basis van de serverkoeling, de temperatuur in het buffervat en de werking van de warmtepomp. De pomp zal 3 minuten nadraaien na uitschakeling van serverkoeling of WP.
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
26 / 29
BIJLAGE C:
1.
MONITORING
SENSOREN
Code
Beschrijving
CO2-sensoren voor regeling en monitoring CO2(1)
VAV2: afvoerlucht klein kantoor
CO2(2)
VAV4: afvoerlucht kleine vergaderruimte
CO2(3)
VAV6: afvoerlucht groot kantoor
CO2(4)
VAV8: afvoerlucht grote vergaderruimte
Temperatuursensoren voor regeling en monitoring T(1)
Aangevoerde buitenlucht serverlokaal
T(2)
Afgezogen binnenlucht serverlokaal (pomp P5)
T(3)
Afgevoerde binnenlucht kantoren
T(4)
Retourwater verwarming voor buffervat
T(5)
Vertrekwater verwarming na buffervat
T(6)
Ringleiding na buffervat
T(7)
Inblaaslucht kantoren (pomp P6 & 2MK/2)
Magneetcontacten voor regeling M(1) - M(4)
Ramen groot kantoor
M(5) - (M7) & M(13)
Ramen sanitair en bergingen
M(8) - M(9)
Ramen klein kantoor
M(10)
Ramen kleine vergaderruimte
M(11) - M(12)
Ramen grote vergaderruimte
Temperatuursensoren voor monitoring T(8)
Inblaaslucht serverlokaal
T(9)
Zuigleiding grondwater
T(10)
Ringleiding na pomp P2
T(11)
Ringleiding na koelbatterijen
T(12)
Afvoerlucht groot kantoor
T(13)
Afvoerlucht klein kantoor
T(14)
Afvoerlucht grote vergaderruimte
T(15)
Retourleiding batterij WL1 (hal en foyer)
Wattmeter voor monitoring W(1)
Warmtepomp
W(2)
Luchtgroep kantoren (WTW)
W(3)
Luchtgroep serverlokaal
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
27 / 29
Debietmeter voor monitoring D(1)
Verwarmingskring na pomp P4
D(2)
Ringleiding na pomp P2
Sensor relatieve vochtigheid voor monitoring RH(1)
Afgevoerde binnenlucht kantoren
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
28 / 29
BIJLAGE D:
GEDETAILEERDE PLANNEN
In samenwerking met evr-Architecten zijn de plannen ter beschikking gesteld als PDF.
Centraal Besturingsgebouw Dijlevallei
FINALE VERSIE
Informatiepakket
PUBLIEK
BEB513 – Roel De Coninck – 30/03/2010
29 / 29