CDA Bunschoten
Verkiezings programma 2006 -2010 Duurzaam, Duidelijk, Dichtbij
De toekomst met vertrouwen tegemoet! CDA Verkiezingsprogramma 2006-2010
Programmacommissie CDA-Bunschoten redactie: Ariean van de Groep
Voorwoord Voor u ligt het werkprogramma van het CDA. Het is het resultaat van een half jaar informatie vergaren, denken, overleggen en schrijven. Onder andere een enquete onder de leden van het CDA, een zaterdag op de markt om de ideeën en de meningen van de bevolking te peilen lagen aan de basis van dit programma. Daarnaast hebben individuele leden van het CDA de commissie van informatie voorzien. De programmacommisie bestond uit, Wout Malestein, Tjalling van Halteren, Ariean van de Groep, Henry Wieldraaijer, Menno Nagel en Menno Matthijssen. Door de commissie is veel werk verzet. Vooral Ariean van de Groep, die als secretaris optrad, heeft een uitzonderlijke klus geklaard. Het resultaat mag er dan ook zijn. Het bestuur en de ledenvergadering van onze plaatselijke afdeling waren in grote lijnen ook meteen akkoord met het ontwerp van de commissie. Dit door de ledenvergadering definitief vastgestelde werkprogramma vormt een goede basis voor de CDA fraktie in de komende jaren In dit programma leest u wat het CDA in de raadsperiode 2006-1010 wil bereiken voor de inwoners van ons dorp. Het CDA blijft sociaal, solide en waardenvast. Ook in de komende jaren. Vandaar de titel van dit programma: "De toekomst met vertrouwen tegemoet!"
Menno Matthijssen
Voorzitter programmacommissie.
1. Het CDA en zijn uitgangspunten Het Christen Democratisch Appèl Het CDA is een christen-democratische volkspartij. Voor het CDA staat de gemeenschap centraal. De betrokkenheid van mensen bij hun gemeente, het gezin, de school, de wijk, het bedrijf, de vereniging: dat is het draagvlak van de gemeente. De christen-democratie onttrekt zich daarmee aan het versleten ‘links en rechts’-schema. Het CDA heeft een geheel eigen plaats in de Nederlandse politiek: betrokken op sociaal-economisch gebied, degelijk als het gaat om geld, vasthoudend en appellerend op het terrein van waarden en normen en staat een effectief milieubeleid voor.
Onze inspiratiebron: de Bijbel Het CDA is een brede volkspartij, geworteld in alle lagen van de samenleving. Daarom biedt het plaats aan verschillende mensen. De Bijbelse boodschap is onze grondslag en inspiratiebron bij het zoeken naar oplossingen voor hedendaagse problemen. Het gaat ons daarbij om mensen. Menselijk geluk, waardigheid, vrijheid, veiligheid, zorg voor elkaar, respect en gemeenschapszin.
negatieve effecten van de individualisering worden steeds duidelijker. Maar gelukkig ontstaan er nieuw verantwoordelijkheidsbesef en maatschappelijke actiebereidheid. Er wordt uit verschillende hoeken weer gepleit voor een samenleving met ‘respect en bezieling’. Het CDA zet zich juist op lokaal niveau er voor in, dat burgers hun verantwoordelijkheid waar kunnen maken. Het wil het gesprek aangaan met vrijwilligersorganisaties, actiegroepen, ouderraden, milieugroeperingen, woongroepen, culturele verenigingen, gespreksgroepen binnen kerken en wijk- of dorpscomités om gemeenschappen van mensen te versterken, zodat waarden en normen weer een breed draagvlak verwerven. Dit betekent niet besturen onder het motto ‘u vraagt, wij draaien’. Juist uit respect voor de verantwoordelijke burgers en hun organisaties moet uiteindelijk het gemeentebestuur op grond van het algemeen belang een open en duidelijke afweging maken en een besluit nemen. Dat betekent dat ook aan de burgers en organisaties gevraagd mag worden verantwoordelijkheid te nemen en verder te kijken dan het eigen erf.
Dat vraagt… verantwoordelijke burgers Politiek is geen doel op zich Het CDA wil een degelijke en betrouwbare politieke beweging zijn, die nieuwe wegen inslaat verankerd in vaste waarden. Politiek is voor het CDA geen doel op zich, maar een manier om zaken in de samenleving voor elkaar te krijgen. Het CDA heeft duidelijke standpunten over de toekomst en streeft naar een breed draagvlak. Besluiten die op steun in de gemeente kunnen rekenen, zijn duurzamer dan die met een krappe basis. Daarom vinden wij samenwerking zo belangrijk.
Christen-democratische politiek in de gemeente Bunschoten Inzet voor gemeente één gemeenschap In de wisselwerking tussen de gemeenschap en het openbaar bestuur zoekt de christen-democratie de kracht van de gemeente. Dit noemen we een levende gemeente: een gemeente die bruist van maatschappelijke energie. Een gemeente waarin sprake is van een actief verenigingsleven, een gezond bedrijfsleven, een gezellig uitgaansleven, maar ook onderlinge betrokkenheid van burgers in buurten en wijken. Zo’n gemeente kent een bestuur dat daarop inspeelt. De samenleving met haar eigen kracht staat voorop, het gemeentebestuur speelt daar op in. Het gemeentebestuur schept randvoorwaarden, kan soms stimuleren, maar moet soms ook afremmen. Wij willen een levende gemeente, met verantwoordelijke burgers, met een betrouwbare overheid en een levendige gemeentepolitiek.
Dat vraagt… verantwoordelijke gemeenschappen Een samenleving kan niet functioneren als optelsom van individuen die vooral op zichzelf gericht zijn. Waar individualisering en informalisering doorslaan naar anonimiteit, verslonzing en verruwing, ontstaat isolement en uitsluiting, ofwel een ‘niemandsland’ waar het recht van de sterkste geldt. De
Voor de christen-democratie telt ieder mens, omdat elk individu uniek is. Menselijke waarden als persoonlijke integriteit en waardigheid, respect, geluk, zorg voor en trouw aan elkaar, veiligheid en geborgenheid, staan voorop. Het CDA vindt dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor het eigen handelen en de keuzes die zij in hun leven maken. Dat verstaan wij onder het begrip de verantwoordelijke burger, en daar ligt ook de basis voor het burgerschap.
Dat vraagt… een betrouwbaar gemeentebestuur In een levende gemeente zijn verschillende spelers. Zij moeten zich aan spelregels houden. Voor de gemeente betekent dit dat zij als overheid betrouwbaar en voorspelbaar moet zijn in haar gedrag. Burgers, ondernemers, maatschappelijke organisaties en instellingen moeten ervan op aan kunnen dat het beleid van de overheid, gemaakte afspraken of gewekte verwachtingen niet zomaar van overheidswege veranderd of
geschonden kunnen worden. Een levende gemeente kent levendige politici. Wij verstaan daaronder raadsleden en wethouders. Zij vormen, samen met de burgemeester het gemeentebestuur. Ieder heeft zijn eigen rol, zeker na de dualisering. Deze verdeling van rollen biedt kansen voor een levendige gemeentepolitiek. CDA-raadsleden staan er als volksvertegenwoordiger midden in en zijn een
afspiegeling van die samenleving. Zij zijn herkenbaar vanuit hun veelkleurigheid, maar zijn als gemeentebestuurders in de eerste plaats betrouwbare bestuurders. Voor het CDA zijn de volgende kenmerken voor gemeentebestuurders van belang: • zij moeten uitdragen dat zij in hun denken en handelen geïnspireerd worden door de Bijbelse boodschap; • zij moeten integer zijn bij het behartigen van publieke belangen; • zij moeten in het openbaar verantwoording afleggen voor de keuzes die zij maken. Politici en bestuurders mogen worden aangesproken op keuzes en gedrag of voor handelingen van degenen die onder het bereik van de politieke verantwoordelijkheid vallen (de ambtenaren); • zij moeten inspirerend en betrokken zijn. Geïnspireerd door het christen-democratische gedachtengoed durven zij zich te mengen in het publieke debat. Zij zoeken naar achterliggende waarden en daar waar de technocratie zo dikwijls op de loer ligt, kiezen zij voor de inhoud. Zij richten zich meer op mensen dan op dossiers; • zij moeten gezag uitdragen en met een zeker overwicht optreden. Gezag, dat overigens verworven moet worden, brengt ook met zich mee respect hebben voor anderen die openbare functies bekleden. CDA-gemeentebestuurders moeten in staat zijn dit gezag te verwerven.
Dat vraagt… een verantwoordelijk gemeentebestuur Om de verantwoordelijkheid van burgers, organisaties en gemeenschappen in de gemeente te versterken, zal het gemeentebestuur zijn verantwoordelijkheden moeten kennen en nemen. Gemeentebestuurders dienen zich steeds de vraag te stellen op welke wijze zij invulling geven aan hun verantwoordelijkheid voor het publieke belang en hoe dat belang het meest adequaat - gemeten naar de norm van publieke gerechtigheid - behartigd kan worden. Voor gemeentebestuurders staan daarbij, nadat bepaald is of er sprake is van een gemeentelijke taak, drie opties open. Afhankelijk van de verantwoordelijkheden en belangen die in het geding zijn, dienen deze tegen elkaar afgewogen te worden: de gemeente moet er leiding aan geven, deze ondersteunen of deze overdragen. Leiding geven Het bestuur van de gemeente moet op sommige terreinen leiding geven door toekomstgerichte visies te ontwikkelen op de lokale samenleving van morgen, door normen te stellen en op eigentijdse wijze gezagvol op te treden. Dat vraagt ook om een bestuurlijke cultuur die past bij de huidige samenleving van geëmancipeerde, mondige burgers. Het besturen van een gemeente heeft ook alles te maken met een stelsel van waarden en normen en rolopvattingen die ten grondslag liggen aan de wijze waarop openbare functies worden vervuld.
Ondersteunen Op andere terreinen dient het gemeentebestuur maatschappelijke initiatieven en samenwerkingsverbanden te ondersteunen door voorwaarden te scheppen, initiatieven aan te moedigen, faciliteiten of middelen te verstrekken. Overdragen In andere gevallen, ten slotte, kan het gemeentebestuur ervoor kiezen om gemeentelijke taken los te laten en over te laten aan burgers en hun maatschappelijke verbanden of aan de marktsector. Het is daarbij wel zaak dat het gemeentebestuur bepaalde eisen en randvoorwaarden, gemeten aan de publieke-gerechtigheidsnorm, stelt aan de uitvoering van taken, voordat ze deze loslaat dan wel overdraagt. Op grond van het uitgangspunt ‘gespreide verantwoordelijkheid’ dient het gemeentebestuur steeds te overwegen of de uitvoering van gemeentelijke besluiten kan worden overgedragen aan maatschappelijke organisaties. Als dat het geval is, zal het gemeentebestuur zo nodig randvoorwaarden moeten stellen en de resultaten rapporteren aan de burgers of maatschappelijke organisaties.
Collegebesprekingen In het college van burgemeester en wethouders moeten de politieke verhoudingen vanuit de gemeenteraad zo goed mogelijk weergegeven worden. Het CDA wenst zijn taak als stabiele factor in het dagelijks bestuur van onze gemeente voort te zetten en is voorstander van beleid op basis van collegiaal bestuur. Dat betekent niet dat het CDA onder elke omstandigheid deel van het college zal uitmaken als daartoe gelegenheid wordt geboden. Dat zal mede afhangen van de mate van herkenbaarheid voor het CDA van de eigen programmapunten in een beleid dat een college voorbereidt en in opdracht van de raad uitvoert.
2. De gemeente De belangrijke rol van de gemeente De gemeente is voor de christen-democratie uitermate belangrijk om twee redenen: 1. Verreweg de meeste zaken waar burgers in het dagelijks leven mee worden geconfronteerd spelen zich af op het niveau van de gemeente, de plek waar men woont en leeft; 2. De gemeente heeft een belangrijke taak bij het ondersteunen en beschermen van ons dorp en zijn inwoners binnen gezinnen, scholen, kerken, verenigingen, maar ook binnen hun eigen straat en buurt.
De gemeente: betrouwbaar en begrijpelijk Het CDA vindt dat de gemeentelijke overheid betrouwbaar en begrijpelijk moet zijn in haar beleid. Burgers, ondernemers, maatschappelijke organisaties en instellingen moeten ervan op aan kunnen dat de gemeente niet zomaar terugkomt op gemaakte afspraken of gewekte verwachtingen. Mocht dat om dringende redenen toch niet anders kunnen, dan dient de overheid dat duidelijk uit te leggen en eventuele schade zoveel mogelijk te beperken of te herstellen.
De gemeente: duidelijk en eerlijk Een betrouwbare gemeentelijke overheid betekent ook dat tijdig, duidelijk en in het openbaar verantwoording wordt afgelegd over het gevoerde beleid. Verder betekent het dat op strakke wijze wordt toegezien op naleving van wettelijke regels en voorschriften. Een cultuur van gedogen is onduidelijk, oneerlijk en onwenselijk. Het CDA vindt het vanuit het begrip gerechtigheid onjuist als de overheid een enkeling of een bepaalde groep iets toestaat wat aan anderen verboden is.
De gemeente: waarden en normen Voorts wordt van een betrouwbare gemeentelijke overheid verwacht dat zij zich laat leiden door duidelijke waarden en normen en corrigerend optreedt waar waarden van de gemeenschap worden bedreigd. De overheid dient ook onvolkomenheden van de markt waar nodig om te buigen in de gewenste richting en ruimte te scheppen voor duurzame verbeteringen van het milieu.
De gemeente: midden in de samenleving Het CDA in Bunschoten-Spakenburg, Eemdijk en Zevenhuizen, wil een partij zijn die tussen de mensen en in de gemeenschap staat, om op die manier invulling te geven aan het bestuur van de gemeente. Het CDA realiseert zich daarbij dat burgers, organisaties en gemeenschappen nodig zijn om de gemeente op te bouwen en in stand te houden. Het CDA kiest ervoor gemeenschappen van mensen – gezinnen en families, scholen, kerken, verenigingen, maar ook straten, buurten, wijken en dorpen – te versterken. Juist in een tijd waarin grenzen vervagen en de wereld via de media praktisch in de huiskamer komt, maar het er niet van komt om de buurman op te zoeken, kiest het CDA voor een samenleving waarin iedereen telt. Economie en markt zijn van groot belang, maar dragen ook risico’s in zich. Ook de overheid is dan nodig om de samenleving bijeen te houden, het nemen van verantwoordelijkheden te stimuleren en conflicten te beslechten. Ons parool is dus: gezagvol optreden, maatschappelijke initiatieven ondersteunen en overheidstaken soms loslaten waar dat leidt tot sterkere gemeenschappen van mensen!
Een krachtige gemeente Bunschoten Het CDA beziet de positie van de gemeente Bunschoten vanuit de kracht van onze inwoners, verenigingen, kerken, plaatselijke cultuur en alles wat ons bindt. Kortom: mensen die deel uitmaken van een unieke gemeenschap. Gemeentebestuurders moeten daarom oog hebben voor de plaatselijke maatschappelijke ontwikkelingen. De gemeente moet alert zijn op ontwikkelingen in de samenleving en daarop anticiperen. Meer nog dan andere overheden neemt juist de gemeente democratische besluiten die direct gevolgen hebben voor de inwoners. Wat dat betreft staat de gemeente in de frontlinie van de democratie. Van groot belang is daarom de inzet, creativiteit en kwaliteit van gemeentebestuur en ambtelijke organisatie.
Zelfstandige toekomst Vanwege het unieke karakter van ons dorp en de inwoners, is
het CDA een onvermoeibaar voorvechter van het behoud van zelfstandigheid van de gemeente Bunschoten. Om een sterke basis te leggen voor een zelfstandige toekomst dient Bunschoten zijn zelfstandigheid politiek te versterken.
Takenpakket Het takenpakket van de gemeente is steeds aan verandering onderhevig. In de afgelopen jaren zijn door de wetgever steeds meer nieuwe taken toegevoegd. De toenemende invloed van hogere overheden (provincie, Rijk, Europa) werkt direct of indirect door op het gemeentelijke niveau en heeft effecten op de beleidsruimte, de financiële positie en de verantwoordelijkheid van de gemeente. Bij het groter wordende takenpakket behoort ook een meeromvattende informatieplicht naar de inwoners. Inwoners hebben recht op een goede en complete informatie die eenvoudig verkrijgbaar is, ook via elektronische weg.
Dicht bij de burger Er wordt nogal eens gesproken over de afstand tussen burgers en het openbaar bestuur, tussen kiezers en gekozenen. Getracht wordt de inwoners direct te benaderen en zo meer bij het beleid te betrekken. Wijkbezoeken, informatiebijeenkomsten, brieven en interactief bestuur moeten blijvend gehanteerd worden om aan deze aanpak inhoud te geven.
Mee met de maatschappij Op grond van het uitgangspunt ‘gespreide verantwoordelijkheid’ dient het gemeentebestuur waar dat kan de ruimte te laten of mee te werken aan initiatieven van maatschappelijke organisaties. Deze vorm van samenwerking verdient de voorkeur als blijkt dat die een meerwaarde voor de lokale gemeenschap kan opleveren.
Actiepunten De verwachte uitbreiding van het inwonersaantal van de gemeente zal Bunschoten krachtiger maken. De gemeente Bunschoten moet die krachtiger positie nu al omzetten in een invloedrijker positie in regio en provincie, teneinde de belangen van de inwoners sterker te kunnen behartigen. Het CDA wil voldoende woonruimte voor opvang van de eigen bevolking binnen de gemeente Bunschoten, uitbreiding van de plaatselijke werkgelegenheid en een voorzieningenniveau dat daarbij past. Dat kán het CDA ook door haar sterke positie en contacten op provinciaal, landelijk en Europees niveau.
Een betere dienstverlening van de gemeente Afhandeling van brieven en telefoontjes Inwoners moeten kunnen rekenen op een snelle reactie van de gemeente wanneer zij de gemeente schrijven of bellen. Er moet bij brieven niet alleen een ontvangstbevestiging worden gestuurd, maar er moet ook duidelijkheid verschaft worden over de tijd waarbinnen een inhoudelijke reactie kan worden verwacht. Van afspraken en toezeggingen die vanuit het gemeentehuis worden gemaakt of gedaan, dient de gemeente een schriftelijke bevestiging naar de betrokkene(n) te sturen om onderlinge verwarring en conflicten over deze afspraken of toezeggingen te voorkomen.
Gemeentepersoneel Het werken bij de gemeente Bunschoten is afwisselend, veelzijdig en dynamisch. De sterk aan verandering onderhevige samenleving vraagt steeds meer flexibiliteit van de gemeentelijke medewerkers. Het CDA kiest voor kwaliteit en integriteit van het gemeentepersoneel en de organisatie van de gemeente. Door die kwaliteit kan het inschakelen van externe advies- en consultantsbureaus beperkt worden. Verder streeft het CDA ernaar om de gemeentelijke taken zoveel mogelijk zelf uit te voeren. Alleen als samenwerking met andere gemeenten leidt tot verhoging van de dienstverlening en/of grote besparingen, verleent de gemeente medewerking.
Actiepunten Dienstverlening aan het loket De gemeente moet de diensten van het loket versterken. Inwoners moeten niet van loket naar loket gestuurd worden, maar worden te woord gestaan aan éÈéÈn loket. Verder moeten mensen geen vrije dag hoeven nemen om iets te regelen op het gemeentehuis. Het CDA juicht daarom de avondopenstelling van het gemeentehuis van harte toe.
Internet en e-mail De gemeente moet investeren in een goede en actuele internetsite waar inwoners terecht kunnen voor informatie en het regelen van simpele zaken als het aanvragen van een uittreksel uit het bevolkingsregister of van een eenvoudige vergunning. Communicatie met de gemeente via e-mail moet dezelfde status hebben als het schrijven van een brief.
Aanbiedstation Het gemeentelijke aanbiedstation voor afval aan de Groeneweg moet goed toegankelijk blijven voor de inwoners van onze gemeente. Het principe ‘de vervuiler betaalt’, is een goed uitgangspunt, maar de kosten mogen niet te hoog zijn. Uit het oogpunt van kostenbesparing is het ook nodig om alert te blijven op ‘vuilnistoerisme’ uit omliggende gemeenten, waar hogere tarieven gelden voor het aanbieden van afval.
‘Snel herstel’ De ‘Snel Herstel’ service van de gemeente Bunschoten, waarbij de gemeente door inwoners snel ingeschakeld kan worden om kleine herstelwerkzaamheden uit te voeren, is een goed initiatief dat voortgezet moet worden. Wel kan ‘snel’ soms sneller en is lang niet voor iedereen duidelijk wat er allemaal mogelijk is via ‘Snel Herstel’. Er moet daarom geregeld bekendheid worden gegeven aan deze vorm van dienstverlening.
Brieven moeten sneller beantwoord worden. De gemeente moet dit nauwkeurig bijhouden. De avondopenstelling van het loket Burgerzaken en de openstelling op woensdagmiddag moeten behouden blijven. De gemeentelijke internetsite moet behalve informatie ook de mogelijkheid bieden om eenvoudige transacties uit te voeren zoals het aanvragen van een uittreksel uit het bevolkingsregister of het aanvragen van een eenvoudige vergunning. ‘Snel herstel’ is goed maar kan sneller en duidelijker! Inschakeling van externe adviesbureaus moet worden beperkt. Samenwerking met andere gemeenten doen wij alleen als het leidt tot betere dienstverlening en/of besparing van kosten. Trouwen moet op meer locaties mogelijk gemaakt worden. Hier is vraag naar, zowel van de kant van aanstaande bruidsparen als van de beheerders van mogelijke trouwlocaties.
De evenwichtige financiën van de gemeente Sober en efficient Het financiële beleid van de gemeente Bunschoten moet gericht zijn op een sobere en efficiënt besteding van middelen. De gemeentelijke financiën moeten in evenwicht zijn op zowel korte als lange termijn. Het CDA is daarom voorstander van kostendekkendheid van gemeentelijke belastingen. Dat wil zeggen dat structurele uitgaven, structurele dekking behoeven.
Geen verspilling Zoals iedere goede ondernemer kan beamen zijn er altijd investeringen nodig om toekomstig beleid te realiseren. Ook een gemeente moet investeren ten gunste van het algemeen belang. Gemeentegeld is gemeenschapsgeld dat ten goede dient te komen aan de belangen van de burgers van de gemeente. Het CDA wil een overheid die controleerbaar, doelmatig en zonder verspilling omgaat met gemeenschapsgeld. De gemeente heeft de taak door heldere voorlichting aan te geven welke voordelen de inwoners van de besteding van belastinggeld mogen verwachten. Verder zal de gemeentelijke Rekenkamer nauwkeurig onderzoeken of gemeenschapsgeld goed wordt besteed.
Actiepunten Het CDA is uiterst waakzaam ten aanzien van de ontwikkeling van de lastendruk van de burger. De gemeente heeft de taak door heldere voorlichting aan te geven welke voordelen de inwoners van de besteding van belastinggeld kunnen verwachten. Voordat de gemeente Bunschoten tot investeringen overgaat, moet zij vaststellen waar en waarom de investering nodig is, wat het gewenste kwaliteitsniveau is en welke rijks-, provinciale of Europese middelen beschikbaar zijn. Bij aanbestedingen moeten zo veel mogelijk bedrijven uit de gemeente Bunschoten uitgenodigd worden offerte te doen. Uiterst belangrijk is dat er volle aandacht is voor integriteit op het gebied van aanbesteding en dat er nagegaan wordt of er sprake kan zijn van belangenverstrengeling.
3. Jeugd-, Gezins- en Ouderenbeleid De gemeente Bunschoten is éÈéÈn van de gemeenten in de provincie Utrecht met een relatief lage gemiddelde leeftijd van de bevolking. Het CDA pleit ervoor dat er in de komende raadsperiode extra aandacht voor de jeugd in ons dorp komt.
Veranderende tijden Onze dorpen hebben in de afgelopen decennia grote veranderingen ondergaan. De deuren naar de wereld om ons heen stonden vroeger op een kiertje, maar staan nu wijd open. Veel jongeren in ons dorp gaan buiten ons dorp naar school of hebben elders hun werk. Sommigen vinden buiten onze gemeente een huis. De band van jongeren met het dorp en hun houding en ideeën ten aanzien van de leefwijze in ons dorp veranderen. Sommige veranderingen die hebben plaatsgevonden zijn positief. Ze zijn het voorlopige sluitstuk van een tijd van groei naar mondigheid, emancipatie en zelfontplooiing. Maar deze veranderingen brengen ook risico’s met zich mee. Velen binnen het CDA wijzen op het doorschieten van de individualisering en de verzakelijking van de maatschappij. Sociale en bijbelse waarden komen in het gedrang als alleen economie en marktdenken de politieke agenda bepalen. De druk van het werk maakt het ook in ons dorp steeds moeilijker om tijd te vinden voor het onderhouden van vriendschaps- en familierelaties. Relaties lijken minder hecht te wor-
den dan vroeger en ook in Bunschoten komt het nu voor dat mensen hun buren of buurtgenoten niet meer kennen. Bijvoorbeeld in Eemdijk vestigen zich veel mensen van buiten het dorp. Dat maakt de onderlinge verhoudingen anders. De kerken in Eemdijk kunnen dat bijvoorbeeld merken. Ook de komst van mensen met andere culturen en religies en contacten met mensen van buiten het dorp maken de sociale samenhang anders. Van de oude onderlinge sociale controle is in onze gemeente steeds minder sprake; mensen spreken elkaar minder gemakkelijk aan op elkaars gedrag en accepteren dat ook minder van anderen.
Gemeenschapszin blijft noodzaak
Op zich is het ‘losser’ worden van sociale verbanden en het verdwijnen van sociale controle niet alleen maar negatief. Sociale controle in ons dorp kan immers - vooral door jongeren - als erg beklemmend worden ervaren en de vrijheid om zelf keuzes te kunnen maken is een belangrijke verworvenheid. Bovendien komen soms voor oude vormen van sociale binding nieuwe in de plaats. Maar ons dorp kan het niet stellen zonder gemeenschapszin. Als dorpsgenoten zich niet langer (mede)verantwoordelijk voelen voor elkaar, voor de buurt waarin zij wonen, voor de instandhouding van gemeentelijke voorzieningen en voor het welzijn van medeburgers, dan zal dat in de toekomst de kwaliteit van het leven in de gemeente Bunschoten aantasten.
Gezins- en jeugdbeleid Om het belang van de gemeentelijke verantwoordelijkheid op het terrein van het jeugd- en gezinsbeleid te onderstrepen zou het goed zijn om een onderdeel ‘jeugd- en gezinszaken’ in het programma van het nieuwe college op te nemen en daarvoor een portefeuillehouder uit het college als eerste verantwoordelijk te maken. De gemeente kan, bijvoorbeeld in een nota “Jeugd en Gezin”, beleid ontwikkelen ter ondersteuning van ouders bij de opvoeding van kinderen en het combineren van werk en zorg. Instellingen die zich bezighouden met opvoedingsondersteuning, zoals consultatiebureaus, de GGD en de jeugdhulpverlening, moeten ouders actief informeren over de hulp en voorzieningen die zij bieden. Ook het organiseren van opvoedingscursussen en het houden van spreekuren, zoals in verschillende gemeenten al gebeurt, is gewenst. Daarnaast
voldoende ruimte gereserveerd wordt waar kinderen kunnen spelen en sporten.
vervullen in de praktijk kerken, kinderdagverblijven en scholen een ondersteunende rol in de opvoeding van kinderen. De koppeling tussen hulpverlening, kinderopvang en onderwijs is versterkt, maar moet onder andere in het netwerk Jeugdhulpverlening nog meer worden versterkt door verdere professionalisering.
Peuterspeelzaalwerk en kinderopvang Het gezin staat onder druk. Opvoeden vergt veel tijd van (alleenstaande) ouders. In steeds meer gezinnen moeten beide partners – vaak ook uit financieel oogpunt - werken. Het is moeilijk en inspannend om werk en de zorg voor de kinderen goed op elkaar af te stemmen. Kinderopvang is een belangrijk hulpmiddel om werk en zorg te kunnen combineren. Overheid en bedrijven bieden dan ook meer mogelijkheden voor kinderopvang en doen hun best om duidelijke kaders te scheppen. Het CDA juicht de ontwikkeling van een federatie voor christelijk peuterspeelzaalwerk toe en zal deze waar mogelijk steunen. Daarmee beoogt het CDA dat voldoende aanbod van christelijk peuterspeelzaalwerk ontstaat.
Jongeren Met de meeste jongeren in ons dorp gaat het gelukkig goed. De overgrote meerderheid ondervindt geen grote problemen op de weg naar volwassenwording en vormt geen bijzonder probleemgebied voor de politiek. Toch kan aan de verhouding tussen jongeren en de politiek, mede met het oog op de toekomst, nog wel het éÈéÈn en ander worden verbeterd. Voor de lichamelijke en sociale ontwikkeling van kinderen is het belangrijk dat bij de inrichting van nieuwe woonwijken
Probleemjongeren Een deel van de jongeren ondervindt helaas wel problemen: thuis, op school of in hun sociale omgeving. Vooral het drugsgebruik baart ernstige zorgen. Daarnaast is het toenemende alcoholgebruik onder jongeren zorgwekkend. Wie verslaafd is geraakt aan drugs vervalt tot grote afhankelijkheid, maar blijft verantwoordelijk voor zijn eigen gedrag. Dat is volgens het CDA het uitgangspunt bij de verslavingszorg. De aanpak van de drugsproblematiek is erop gericht overlast tegen te gaan. Ook alcohol- en gokverslaving vragen om een actief beleid van de gemeente. Vooral jonge drugsverslaafden vragen aandacht. In het kader van preventie en bescherming van de jeugd moeten er in de gemeente Bunschoten geen drugsdealers worden getolereerd. Zij die verslaafd zijn moeten worden geholpen om van hun drugsverslaving af te komen. Belangrijk voor een preventief jongerenbeleid is de ‘vroegtijdige signalering van problemen’. Hierbij gaat het om het tijdig signaleren van symptomen van mogelijk toekomstig probleemgedrag van een kind. Een hoofdrol is hier weggelegd voor het gezin, de school, de kerk en maatschappelijke en sportorganisaties als plaatsen voor de overdracht van waarden en normen aan een nieuwe generatie. Wanneer ouders moeite hebben met opvoeden dient er de mogelijkheid tot opvoedingsondersteuning te zijn.
Ouderen In ons dorp nemen oudere mensen een steeds prominentere plaats in. Oudere mensen zijn met hun pensionering ‘pas’ 65. Zij laten meer van zich horen en komen voor zichzelf op. De groep bestaat uit verschillende soorten mensen. Lang niet iedere oudere vraagt zorg. Met veel ouderen gaat het gelukkig goed als een gevolg van een betere inkomenspositie, goede gezondheidszorg en aangepaste huisvesting. Een aanzienlijke groep ouderen behoort echter tot de kwetsbaren in onze gemeente. Voor deze groep is bijzondere aandacht nodig. Hierbij gaat het speciaal om de ouderen die - ook na een leven van hard werken – van een klein inkomen, veelal alleen AOW, moeten zien rond te komen. De gemeente Bunschoten dient de ouderen evenals de jongeren als groep te betrekken bij het beleid. De gemeente ontwikkelt daartoe instrumenten om de wensen en behoeften van de ouderen te vernemen. Verder ondersteunt zij allerlei vormen van activiteiten die ouderen met eventuele andere organisaties ontwikkelen. Daarnaast draagt de gemeente er zorg voor dat voorzieningen zowel lichamelijk, financieel als mentaal toegankelijk blijven voor de heel brede groep ouderen. Het CDA prijst zich gelukkig met de inzet die verenigingen en de vele particulieren dagelijks leveren om de ouderen deel uit te laten maken van het ‘normale’ leven. De versnippering van het aanbod van zorginstanties voor ouderen in ons dorp wordt door de hulpverleners echter als een probleem ervaren. Mantelzorg Gelukkig zijn er in onze gemeente velen, die een familielid of
een kennis verzorgen. Met hun hulp leveren deze mantelzorgers een wezenlijke bijdrage aan een gemeenschap, waarin solidariteit hoog in het vaandel staat geschreven. Waar mantelzorg in de knel komt dient er professionele ondersteuning te worden geboden, zodat de mantelzorg zo lang mogelijk plaats kan vinden. Bij een zorg/dienstencentrum kunnen mantelzorgers terecht met hun vragen. Dit biedt de betrokken instanties ook de kans de hulp aan de mantelzorgers te coöˆrdineren. Hulp die niet alleen de verzorgden ten goede komt, maar ook de verzorgers zelf.
nen blijven wonen. Er dienen voldoende verpleegbedden te zijn binnen de gemeente. Het CDA is voorstander van vraaggerichte zorg.
Actiepunten
4. Onderwijs
Om de betrokkenheid van de ouders bij peuterspeelzaalvoorzieningen te vergroten is het CDA voorstander van ouderparticipatie.
Gemeentelijk onderwijsbeleid
Kinderopvang moet voor alle inkomensgroepen bereikbaar zijn. Subsidies voor kinderopvang en peuterspeelzalen moeten worden uitgebreid. De gemeente moet, in gevallen waar nodig, naschoolse opvang door gastouders subsidiëren. De gemeente moet de interesse van jongeren voor (lokale) politiek bevorderen. Er moet een speciaal alcohol- en drugspreventieprogramma komen voor de jeugd.
Om tegemoet te komen aan de wens van stervenden om de laatste levensfase door te brengen dichtbij dierbaren, in een zorgzame en gepaste omgeving in het eigen dorp, moet onderzocht worden of een hospice binnen de gemeente een plek kan krijgen.
De rol van de gemeente in het onderwijsbeleid is veranderd. De verantwoordelijkheid voor het onderwijsbeleid is van het Rijk grotendeels naar de gemeenten verschoven. Ook de scholen hebben over het algemeen een grotere autonomie gekregen. Onderwijsbeleid komt voor scholen en gemeente steeds vaker neer op het samenstellen en uitvoeren van een eigen beleid. Wezenlijk voor het gemeentelijke onderwijsbeleid is het wettelijk voorgeschreven overleg tussen de gemeente en de schoolbesturen dat op overeenstemming dient te zijn gericht. Gemeentelijk onderwijsbeleid is dus geen soloactiviteit van de gemeente. Het is beleid op lokaal niveau waarbij verschillende partners vanuit hun eigen verantwoordelijkheid zijn betrokken.
Scholen zijn meer dan leerinstituten Subsidies aan jongerencentra dienen uitgebreid te worden. Het reeds op jonge leeftijd uitgaan in de horeca dient door de gemeente te worden ontmoedigd. Er dient een streng toezicht te zijn op alcoholverstrekking aan jongeren die beneden de leeftijd van 16 jaar bars en discotheken bezoeken. Jongerenwerk moet de volle aandacht hebben van de gemeente; daarin moet geinvesteerd worden. Het CDA stimuleert ouders zelf initiatieven te nemen om problemen onder jongeren te voorkomen of te verminderen en bespreekbaar te maken zoals de organisatie “Moedige Moeders” dat doet. Om te voorkomen dat een ouder met kinderen door acute problemen binnen het gezin plotseling op straat komt te staan, is het nodig dat er binnen de gemeente een woonruimte gereserveerd is voor kortdurend verblijf zodat de grootste problemen opgelost kunnen worden zonder dat kinderen plotseling uit de vertrouwde omgeving van het eigen dorp worden gerukt. De gemeente moet ook inspelen op de woningbehoefte die bij ouderen leeft. Het aantal alleenstaanden in deze categorie neemt toe. Het CDA wil daarom specifieke woningbouw voor 55-plussers. De gemeente moet stimuleren dat er levensloopbestendig gebouwd wordt, o.a. door het bouwen van seniorenappartementen met zorg. Het zorgaanbod in ons dorp moet zo ingericht zijn dat ouderen zo lang mogelijk in onze eigen plaats en omgeving kun-
Het CDA ziet de scholen in hun maatschappelijke omgeving. Scholen zijn daarin meer dan alleen leerinstituten. Zij moeten een open oor en oog hebben voor wat er in de samenleving leeft. Ieder kind brengt zijn eigen verhaal en geschiedenis mee. Scholen zullen samenwerking moeten zoeken met andere instanties met het doel een totaalpakket te bieden voor de individuele leerling. Op vele terreinen zal moeten worden samengewerkt door scholen: • op het gebied van achterstandenbeleid • het voorkomen van voor- en vroegtijdig schoolverlaten • het terugdringen van schoolverzuim • de voor- en naschoolse opvang • de kinderopvang • het peuterspeelzaalwerk • de volwasseneneducatie • de huisvesting van het onderwijs. Het CDA hecht belang aan een goede opvoeding van kinderen. Daarvoor zijn in eerste instantie de ouders verantwoordelijk; het gezin vormt de basis. Maar de positie van het gezin is aan het veranderen: in toenemende mate werken beide ouders; het aantal eenoudergezinnen is groot en bovendien groeiende; kinderen beschikken over eigen (digitale) informatiekanalen. Deze ontwikkelingen hebben invloed op kinderen: meer en meer worden zij gevormd door wat zich buiten het gezin afspeelt. Parallel aan de ontwikkelingen in het gezin neemt het belang van de rol die de school speelt bij de opvoeding en ontwikkeling van kinderen toe. Opvoeding en onderwijs liggen in
elkaars verlengde. Het CDA hecht daarom aan het bijzonder onderwijs en hecht ook grote waarde aan de betrokkenheid van ouders bij de school, zowel in schoolbesturen als bij leerprojecten. Als medeopvoeders van kinderen fungeren leerkrachten als gesprekspartners van ouders bij opvoedingsondersteuning. Voor kinderen die thuis niet kunnen rekenen op optimale zorg van de ouders, vormen de leerkrachten de eerste opvang: zij vangen signalen op van verwaarlozing, mishandeling en sociaal-emotionele problemen.
Schoolverzuim heeft soms een directe relatie met de gezinssituatie. Ouders en verzorgers dienen op hun verantwoordelijkheid te worden aangesproken. Leerplichtbeleid en het voorkomen van voortijdige uitval vormen een integraal onderdeel van het achterstandenbeleid en dienen breder te worden aangepakt dan alleen het constateren van schoolverzuim. Goed toezicht is een vorm van maatschappelijke zorg. Hoewel de gemeente toezicht houdt op de uitvoering van de Leerplichtwet, ligt de eerste verantwoordelijkheid bij ouders en scholen.
De Brede school Het begrip ‘Brede school’ is in vrijwel elke gemeente onderwerp van gesprek. Ook in onze gemeente zien wij dit gespreksonderwerp opdoemen. Het CDA ziet de ontwikkeling van scholen tot een brede school als mogelijkheid om bij het gemeentelijke onderwijsbeleid rekening te houden met veranderingen in de samenleving. Een brede school heeft het karakter van een voorziening die niet alleen onderwijs biedt, maar ook sport, cultuur en ontspanning en - indien nodig - sociale hulp. Met het oog op deze hulp wordt samengewerkt met onder meer de jeugdhulpverlening, de gezondheidszorg en de politie. Een goed instrument voor deze samenwerking kan het afsluiten van een ‘contract’ zijn. School en ouders spreken hierin af welke verantwoordelijkheden zij op zich nemen. Uitgangspunt voor de brede school is het bieden van goede ontwikkelingskansen voor alle kinderen, ook door middel van voor- en naschoolse opvang en, indien nodig, een scholingsprogramma over het ouderschap. Het CDA ziet het verbreden van de zorgfunctie van de school als middel tot versterking van de sociale samenhang. Onderwijs is van groot belang bij de bestrijding van achterstanden en het bevorderen van respect voor de verscheidenheid in de samenleving. De vorming van een brede school kan prima gestalte krijgen in samenwerking met andere scholen. Wel hecht het CDA er aan dat ook in die gevallen de samenwerkende scholen hun eigen identiteit kunnen blijven behouden. Het begrip brede school beperkt het CDA niet tot een voorziening voor hulp. Het CDA ziet ook mogelijkheden de gebouwen breder te gebruiken, bijvoorbeeld als wijkcentrum, vergaderlocatie, of voor evenementen ter bevordering van de culturele ontwikkeling in de gemeente. Bijvoorbeeld de aula van het Farel College is een uitstekende locatie voor [kleine] voorstellingen.
Schoolverzuim tegengaan
Gelijke kansen op ontplooiing Ieder mens is op zich uniek én tevens gelijkwaardig aan ieder ander. Hoewel mensen verschillen in gaven en talenten, komen ze pas volledig tot hun recht in relatie tot anderen. Ieder mens dient gelijke kansen op ontplooiingsmogelijkheden te krijgen waarbij belemmerende factoren dienen te worden weggenomen. Dit is het uitgangspunt van het CDA waarop het achterstandenbeleid gefundeerd dient te zijn. Het achterstandenbeleid – of zo u wilt onderwijskansenbeleid – vormt het hart van het gemeentelijke onderwijsbeleid. Een succesvol doorlopen opleiding is een belangrijke voorwaarde voor het verwerven van een zelfstandige positie in de samenleving en op de arbeidsmarkt. Onderwijsachterstand vindt zijn oorsprong grotendeels in de voorschoolse periode en blijkt vooral uit taalachterstand en de wijze van participatie van peuters in peuterspeelzalen. Kinderen die al in het begin van hun scholing een achterstand hebben, lopen die niet gemakkelijk in. De kans bestaat dat ze daardoor later op allerlei gebieden buiten de boot vallen.
Openbaar onderwijs Het openbaar onderwijs verkeert in Bunschoten in een bijzondere positie. Bunschoten telt slechts éÈéÈn openbare basisschool tegenover elf basisscholen op protestants-christelijke grondslag. De wens van ouders om uit het grote aanbod aan onderwijs juist dat onderwijs te kiezen dat bij hun kinderen en de visie van de ouders past, neemt landelijk en ook in onze gemeente toe. Het behoud van de openbare basisschool Het Kruisrak in onze gemeente gaat het CDA dan ook ter harte.
Volwassenenonderwijs Het CDA is van mening dat aan volwassenen die vroeger weinig kansen en mogelijkheden hadden op het gebied van scholing en onderwijs, alle steun gegeven dient te worden om zoveel mogelijk aan het volwassenenonderwijs deel te kunnen nemen. Naast algemeen vormende vakken dient daarbij ook veel aandacht te zijn voor het leren werken met de computer. De nota ‘Nieuwe Kansen’, waarin het educatiebeleid van de gemeente Bunschoten is vastgelegd, dient de komende periode geevalueerd en waar nodig bijgesteld te worden.
Leerlingenvervoer Ondanks het bestaan van vele basisscholen in ons dorp kan niet iedere leerling in de leerplichtige leeftijd binnen de gemeentegrenzen terecht voor geschikt onderwijs. Dat kan te maken hebben met levensovertuiging, een lichamelijke of geestelijke handicap of andere oorzaken. Het CDA is voor
handhaving van een tegemoetkoming door de gemeente in de vervoerskosten voor de ouders van deze leerlingen van en naar school.
waar mogelijk de deelname van burgers aan de samenleving te vergroten.
De wijken/buurten in ons dorp
Actiepunten Bevordering van de samenwerking tussen scholen van verschillende denominaties teneinde door uitwisseling van expertise de kwaliteit van het onderwijs in de gemeente te verbeteren. In de ontwikkeling van de brede school is nog veel te winnen, vooral door uitbreiding van het peuterspeelzaalwerk en door meer en anders gebruik van de gebouwen. Nu gemeenten en scholen meer vrijheid en verantwoordelijkheid krijgen stelt het CDA voor nieuw beleid te ontwerpen, waarbij de nadruk ligt op het tegengaan van onderwijsachterstanden en het beperken van de verwijzingen naar speciaal onderwijs. Versterking van het voortgezet onderwijs in de gemeente Bunschoten. Het CDA pleit voor overleg, opdat vaker van dit onderwijs ter plaatse gebruik wordt gemaakt, waardoor meer faciliteiten denkbaar worden binnen Bunschoten en op die manier aan kwaliteit wordt gewonnen. Meervoudig gebruik van schoolgebouwen met inachtneming van de vereisten voor de verschillende leeftijdscategorieën. Bij nieuwbouwplannen (en eventuele plannen tot renovatie) dient rekening te worden gehouden met meervoudige gebruik, met name ten behoeve van [wijk]vergaderingen, creatieve en culturele doeleinden. Behoud van openbaar onderwijs binnen de gemeente Bunschoten. Prioriteit voor vroegschoolse educatie en beheersing van de Nederlandse taal, teneinde te voorkomen dat kinderen een achterstand oplopen in het onderwijs. De gemeente dient zorg te dragen voor een adequate naleving van de Leerplichtwet. Daartoe onderneemt zij actie teneinde te bevorderen dat gemeentebreed een eenvormig beleid wordt gevoerd ter vermindering van het verzuim. Zij overlegt met scholen en probeert een breed onderschreven beleid op te stellen ook ten behoeve van ‘de tien dagen’, waarin de directeuren een bepaalde bevoegdheid hebben. Versterking en zo nodig professionalisering van de bestaande netwerken voor kinderen tot 12 jaar en van 10 t/m 18 jaar.
5. Onderlinge betrokkenheid Landelijk is al jaren een proces van individualisering gaande. Mensen trekken zich meer terug in de privéÈ wereld waardoor de samenleving aan het verschralen is. Een voorbeeld daarvan is het feit dat veel organisaties in Nederland moeizaam vrijwilligers kunnen krijgen voor maatschappelijk nuttige taken. Het CDA beoordeelt deze ontwikkeling in zijn algemeen als negatief en vindt dat de politiek de taak heeft om
Het CDA vindt dat de burgers in ons dorp moeten worden betrokken bij de leefbaarheid van hun straat en buurt. De gemeente moet er voor zorgen dat de kwaliteit van de leefomgeving in orde is (schoon en heel) en moet snel reageren op klachten. Waar mogelijk kan de gemeente in overleg met bewoners periodiek problemen in de buurt inventariseren. Daarbij kunnen zaken aan de orde komen als verlichting, bestrating, speelveldjes en -toestellen, overlast etc. Dit resulteert vervolgens in een plan waarin prioriteiten en activiteiten of taken staan. Ook speciale acties van bewoners, zoals de actie Zomerschoon, kunnen de gezamenlijke betrokkenheid bij straat en buurt vergroten.
Actiepunten De bewoners van een buurt/wijk betrekken bij de keuzes die gemaakt worden als er grotere investeringen in een buurt/wijk gedaan worden. De gemeente verdelen in buurten/wijken met een eigen buurt/wijkcommissie, die de gedachten en ideeën, die leven bij de bewoners van de wijk over de inrichting en de problemen in hun wijk, onder de aandacht van het gemeentebestuur brengt (wijkgericht werken). De gemeente zorgt dat er een aanspreekpunt op het gemeentehuis is, dat ook terugkoppelt naar de wijken.
Kerken Kerken en levensbeschouwelijke organisaties vervullen – misschien nu zelfs wel meer dan ooit – een belangrijke rol bij de bewustwording van maatschappelijke problemen en de maatschappelijke samenhang in de gemeente. De gemeente moet dan ook aandacht besteden aan de vraag hoe zij kerken en organisaties bij het zoeken naar oplossingen voor sociale problemen kan betrekken. In het wijkgericht werken zouden wijkouderlingen en –diakenen kunnen worden betrokken.
Vrijwilligerswerk In onze gemeente bestaat gelukkig nog een ruim aanbod van vrijwilligers. Veel burgers zetten zich vrijwillig en belangeloos
in voor familie, kerk, gebedshuis, buren, verenigingen en andere groepen. Dat gebeurt niet alleen voor mensen binnen ons dorp, maar ook voor mensen elders in deze wereld. Het CDA zet zich in voor een goede ondersteuning van vrijwilligers, zowel immaterieel als materieel, en voor grotere waardering voor het vrijwilligerswerk. Ook kan vrijwilligerswerk meer dan tot nu toe worden benut om langdurig werklozen uit hun sociale isolement te halen.
Actiepunten De onkostenvergoeding voor vrijwilligers wordt niet van de uitkering afgetrokken. Samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties en de politiek. In overleg kunnen problemen in onze dorpen worden geinventariseerd (bijvoorbeeld die van vereenzamende ouderen, langdurig werkelozen, probleemjongeren, verslaafden) en kan worden besproken wat de verschillende organisaties voor die groepen kunnen betekenen.
Sport In Bunschoten-Spakenburg zijn gelukkig veel sportverenigingen actief, waarbij ook een groot aantal vrijwilligers betrokken is. Sporten is méér dan recreatie en vrijetijdsbesteding: Actieve deelname aan de sport is niet alleen van groot belang voor de volksgezondheid, maar ook om jongeren en ouderen in teamverband te leren optreden, regels in acht te nemen en eigenwaarde op te bouwen. De gemeente moet daarom de sportverenigingen zowel financieel als organisatorisch ondersteunen.
Actiepunt Het CDA roept de sportverenigingen op om samen met de gemeente hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen door bepaalde doelgroepen als probleemjongeren, allochtonen, mensen met een laag inkomen of gehandicapten te enthousiasmeren voor sportbeoefening. Een startweek van alle sporten met open huis en gratis deelname aan de activiteiten zou daarvoor een initiatief kunnen zijn.
Cultuur, historie, kennis en kunst Bij het instandhouden van culturele voorzieningen is een duidelijke taak weggelegd voor de gemeente. In alle kernen van onze gemeente bevinden zich bouwwerken die in historisch of cultureel opzicht als monumenten kunnen worden aangemerkt. De zorg voor monumenten en architectuur verdient bijzondere aandacht. Het CDA is verheugd over de moeite die de historische vereniging ‘Bunscote’ zich getroost om het plaatselijke verleden aan de vergetelheid te onttrekken. Verenigingen en stichtingen die zich inzetten voor de plaatselijke cultuur en het behoud van het culturele erfgoed, verdienen de volle steun van het gemeentebestuur. Maar kennis van het heden is minstens zo belangrijk als die van het verleden. Plaatselijk neemt de Chr. Openbare Bibliotheek hierbij een prominente plaats in. Het gemeentebestuur erkent die belangrijke rol door een financiële bijdrage. Tegelijk wordt hiermee voorkomen dat de hoogte van de contributie mensen afhoudt van het lidmaatschap van de
bibliotheek. Het CDA wil de mogelijkheden voor (plaatselijke) kunstenaars om te exposeren uitbreiden. Het gemeentehuis en museum ’t Vurhuus of de bibliotheek zouden hiervoor mogelijkheden bieden. Voor podiumkunsten zou bijvoorbeeld de aula van het Farel College in aanmerking kunnen komen.
Actiepunten De gemeente onderzoekt de behoefte aan kleinschalige literaire en kunstzinnige uitingen in de dorpen. Hierbij kan gedacht worden aan exposities, optredens van kleine gezelschappen of van musici. De gemeente moet onderzoeken of de plaatselijke cultuurprijs alleen gericht moet blijven op cultuuruitingen die direct met de eigen gemeente te maken hebben. De gemeente dient zich te bezinnen op mogelijkheden om de in ernstig verval verkerende boerderij/herberg ’t Lam in de Dorpsstraat van de ondergang te redden.
Lokale media De Lokale Omroep Spakenburg is een belangrijk onderdeel van het lokale media-aanbod. Het CDA staat achter de subsidie die de omroep van de gemeente ontvangt en de continuering daarvan op langere termijn. Het is in het belang van de LOS en de gemeente dat alle groepen in de samenleving hun stem kunnen laten doorklinken op radio en tv. Het CDA vindt het logisch dat de subsidie verbonden wordt aan de wijze waarop de LOS erin slaagt vorm te geven aan de pluriformiteit van de plaatselijke gemeenschap.
6. Openbare orde en veiligheid Veiligheid: een taak voor iedereen Aan het veiliger maken van Bunschoten-Spakenburg moeten gemeente, politie en justitie, burgers, ouders, scholen, buurtverenigingen, horeca en winkeliers, woningcorporaties en (sport)verenigingen meewerken. Veiligheid begint bij preventie: voorkomen dat mensen in een vroeg stadium met politie en justitie in aanraking komen. Dat begint al met de opvoeding van onze kinderen. Door over-
dracht van waarden en normen in gezin, scholen, verenigingen en kerken, leren kinderen basisprincipes van onze rechtsstaat: respect voor elkanders waarde, mening en bezit.
Een stevig veiligheidsbeleid Inzet van de politiesurveillanten Het CDA pleit daarom voor een stevig gemeentelijk veiligheidsbeleid waarin geen plaats is voor een gedoogcultuur
rond criminaliteit. Het is hoog tijd voor duidelijke keuzes. De gemeente moet daarom nog beter samenwerken met politie en justitie. De inzet van politiesurveillanten moet beantwoorden aan de problemen die inwoners in hun leefomgeving ervaren. Voldoet die inzet niet, dan moet de gemeente de surveillanten anders inzetten. Het Horecaconvenant Het Horecaconvenant ‘Veilig Uitgaan’ heeft de veiligheid in horecagelegenheden verbeterd, maar werkt nog niet optimaal in het voorkomen van overlast van bezoekers na sluitingstijd. Dat probleem kan verholpen worden door het systeem van ‘glijdende sluitingstijden’ écht te laten werken. Dat systeem kan alleen echt werken door de tijd tussen de laatste toegang en de definitieve sluiting van de horecagelegenheid te verlengen. Het ene uurtje tussen laatste toegang en definitieve sluiting, zoals nu het geval, is eenvoudigweg te kort. Om te voorkomen dat grote groepen horecabezoekers massaal naar buiten moeten gaan, is meer dan éÈéÈn uur nodig. Uitbreiding van de glijdende sluitingstijd is daarom het streven van het CDA. Preventie en bestrijding van drugs- en drankgebruik Uit recente cijfers van de GGD blijkt dat het drugs- en drankgebruik in onze gemeente hoger ligt dan in omliggende gemeenten. Dit pleit voor een actief beleid op het gebied van preventie en bestrijding van drugs- en overmatig drankgebruik. In samenwerking met horeca, scholen, kerken en verenigingen moet de gemeente het gebruik terugdringen. Onze jeugd verdient het! Veiliger verkeer Veiligheidsbeleid hangt ook samen met een weloverwogen inrichting en beheer van de publieke ruimte. Wegen, fiets- en voetgangerspaden en kruisingen moeten veilig zijn voor alle verkeersdeelnemers, met name de wegen buiten de bebouw-
de kom. Kinderspeelplaatsen moeten zoveel mogelijk zijn afgeschermd van de bewegingen van het drukke autoverkeer. Voorbereid op rampen Voor het bestrijden van grote calamiteiten die ondanks een preventief veiligheidsbeleid toch kunnen gebeuren, dient er een actueel en regelmatig geoefend rampenplan te zijn, zodat hulpdiensten zo snel en efficient mogelijk hun levensreddende werk kunnen doen. Te denken valt ondermeer aan ongelukken met giftige stoffen en branden waarbij gevaarlijke rook vrijkomt over een groot gebied. Het is in die gevallen cruciaal dat de bevolking zo snel mogelijk gealarmeerd kan worden. De conventionele methode van het aanzetten van de sirenes heeft een aantal nadelen. Zij worden niet door iedereen gehoord en bieden geen informatie over de aard van de ramp. En in geval van een stroomuitval die verband houdt met de calamiteit, kan het inschakelen van de lokale rampenzender op radio of televisie ook onmogelijk zijn. Het belangrijkste waar inwoners op zo’n moment behoefte aan hebben is informatie: wat is er aan de hand en wat moet ik doen? Het versturen van zogenaamde SMS-alerts via de mobiele telefoon aan degene die zich daarvoor hebben opgegeven, kan de effectiviteit van de alarmering van de bevolking belangrijk bevorderen. Overal waar men op dat moment is, weet men via het SMS-bericht op de mobiele telefoon meteen wat er aan de hand is en wat men moet doen. Als men op dat moment op een plaats is waar ook andere mensen zijn, kan deze informatie meteen worden doorgegeven zonder dat er een radio of televisie in de buurt hoeft te zijn en zonder dat de op dat moment cruciale telefoonlijnen van nooddiensten belast hoeven worden met vragen naar informatie. Ook op deze wijze kan de bevolking van Bunschoten betrokken worden bij het verhogen van de veiligheid.
Actiepunten Het CDA kiest voor een krachtig en slagvaardig veiligheidsbeleid dat is gebaseerd op waarden en normen en dat een eind maakt aan de gedoogcultuur. Het takenpakket van de politie in Eemland-Noord moet beter worden afgestemd op het aanpakken van de problemen in onze gemeente, waaronder bestrijding van de criminaliteit en drugsoverlast. De burgemeester moet zich daarvoor in het regionale overleg met de andere korpsleiders sterker maken. De Vaartweg is een gemeentelijke weg waarop maar al te
vaak veel te hard wordt gereden, zelfs tot in de bebouwde kom. De gemeente moet maatregelen nemen om de weg veiliger te maken en het te hard rijden te ontmoedigen. Op de Amersfoortseweg is de oversteekplaats naar manege Vermeer ondanks snelheidsremmende maatregelen nog altijd gevaarlijk voor met name de vele kinderen die hier lopend of per fiets oversteken. De oversteek moet veel veiliger of er moet gekeken worden of de manege bereikbaar kan worden gemaakt via een fietspaadje aan de oostzijde van de Amersfoortseweg dat aansluit op de bestaande oversteekplaats met verkeerslichten bij Polynorm. Overleg met de Provincie zal daartoe noodzakelijk zijn. Bedrijventerreinen zijn extra kwetsbaar voor criminaliteit als inbraken en vandalisme. De gemeente moet in overleg met politie en bedrijven plannen maken om die terreinen beter te bewaken. Er moet een duidelijk jaarplan komen met de verantwoording van de tijd die de politiesurveillanten besteden aan gemeentelijke taken. De meerwaarde van de inzet van politiesurveillanten moet getoetst worden. Is die meerwaarde niet voldoende aan te tonen, dan moet de gemeente overwegen in plaats van het subsidiëren van politiesurveillance over te gaan tot het zelfstandig aanstellen van een buitengewoon opsporingsambtenaar, waarvan de inzet en meerwaarde onder directe controle van de gemeente vallen. De gemeente moet bekijken hoe SMS-alerts in geval van calamiteiten ingezet kunnen worden om de bevolking effectiever te alarmeren. De politie moet een e-mailadres openstellen voor het ontvangen van digitale foto’s van verdachte of criminele personen of situaties, die getuigen hebben gemaakt met de momenteel zeer gangbare mobiele telefoon met digitale camera. Dit kan politieonderzoek helpen.
naar werk wordt, wat het CDA betreft, gevormd door jongeren. Er is nu sprake van jeugdwerkloosheid, maar over enkele jaren zal de vergrijzing dit probleem oplossen. Dat is echter te laat voor de jongeren die nu op de arbeidsmarkt komen. Wie vier jaar werkloos is, loopt het risico nooit meer aan de bak te komen. Er mag geen nieuwe verloren generatie komen zoals in de jaren tachtig. Daarom wil het CDA dat alle jongeren die zich voor een bijstandsuitkering melden direct actief aan de slag gaan in een traject. Wie nog geen diploma heeft, moet de kans krijgen om, eventueel in een leer-werktraject, alsnog een startkwalificatie te halen. Verder moeten wat het CDA betreft alle jongeren met behulp van sollicitatiecursussen, arbeidstrainingen, het opdoen van werkervaring met behoud van uitkering en actieve samenwerking met bedrijven zo snel mogelijk aan regulier werk worden geholpen.
Gezinnen met kinderen ondersteunen Voor gezinnen met kinderen is het langdurig aangewezen zijn op de bijstand extra moeilijk, juist ook voor de kinderen. Daarom vindt het CDA dat bij gezinnen met kinderen door de gemeente een extra inspanning moet worden verricht bij het bemiddelen van de ouder(s) naar werk. Het CDA erkent echter ook dat het verzorgen en opvoeden van kinderen een belangrijke taak is, die de mogelijkheden tot sollicitatie beperkt. Met name voor alleenstaande ouders kan het moeilijk zijn om zorg en opvoeding van de kinderen te combineren met een fulltime baan. De Wet Werk en Bijstand biedt de mogelijkheid deze groep geheel of gedeeltelijk een ontheffing te geven van de sollicitatieplicht. Het CDA pleit ervoor hiervan gebruik te maken. Om toch contact met de arbeidsmarkt te houden kan parttime werken voor deze groep gestimuleerd worden met een jaarlijkse premie van maximaal ?Ä 1.900,=. Deze ouders krijgen financieel een steuntje in de rug en kunnen werkervaring opdoen als springplank naar volledige uitstroom uit de bijstand.
Actiepunten 7. Sociaal beleid Sociale zekerheid Het CDA vindt werk de beste vorm van sociale zekerheid. Werk biedt mensen een eigen inkomen, sociale contacten, het gevoel een nuttige bijdrage te leveren aan de samenleving en de mogelijkheid zich te ontplooien; kortom het kan mensen helpen zin en richting aan het leven te geven. Langdurige werkloosheid is voor veel mensen een tragedie, omdat na verloop van tijd de armoede steeds nijpender wordt, het sociale netwerk afbrokkelt en de prikkeling tot activiteit steeds minder wordt. Uiteraard geldt dit niet voor iedereen, maar het is wel een reëel gevaar. Juist daarom wil het CDA zich inzetten voor een zo groot mogelijke uitstroom naar werk. De Wet Werk en Bijstand (WWB) biedt daarvoor veel aanknopingspunten, maar vereist ook door beperktere budgetten heldere keuzes.
Jeugdwerkloosheid bestrijden De groep die de hoogste prioriteit verdient bij het toeleiden
De gemeente moet bevorderen dat wie kan werken ook aan de slag geholpen wordt. Vooral jongeren van 18 tot 27 jaar mogen niet aan de kant staan. Zij moeten direct aan de slag in een door de gemeente georganiseerd traject. Het CDA wil een nieuwe ‘verloren generatie’ voorkomen! Het CDA staat ervoor alleenstaande ouders met kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar - geheel of gedeeltelijk (afhankelijk van hun wens) vrij te stellen van sollicitatieplicht.
Bestrijding van sociaal isolement en armoede Een ruimhartiger armoedebeleid Rondkomen van een minimuminkomen is er met de komst van de Wet Werk en Bijstand in 2004 niet eenvoudiger op geworden. Het CDA pleit, binnen de wettelijke mogelijkheden, voor een ruimhartig gemeentelijk armoedebeleid. Bij armoedebeleid gaat het ook om maatschappelijke participatie en bestrijding van sociaal isolement. Natuurlijk heeft de gemeente de taak mensen die aan het werk kunnen weer aan het werk te helpen, maar het is een illusie te denken dat we iedereen aan het werk zullen krijgen. Het CDA vindt dat de gemeente bij het armoedebeleid aandacht moet hebben voor de armoedeval die kan optreden als mensen aan het werk gaan. Tegelijkertijd is het CDA zich ervan bewust dat voor sommige mensen de weg naar werk definitief is afgesloten. Voor hen is een goed armoedebeleid levensnoodzaak. Op basis van de eerder geformuleerde principes kiest het CDA daarom voor beleid gericht op die mensen die (soms tijdelijk) geen uitzicht meer hebben op werk vanwege medische en/of sociale redenen. Het CDA wil handhaving van de categoriale regeling ter compensatie van de verborgen kosten ten gevolge van chronische ziekte of handicap. Ook wil het CDA extra financiële ondersteuning van ouderen met uitsluitend AOW of met AOW en een klein pensioen. Het CDA maakt zich ook zorgen over de maatschappelijke participatie van kinderen in een gezin met een minimuminkomen. Om er voor te zorgen dat deze kinderen, letterlijk en figuurlijk, niet langs de kant komen te staan vanwege de inkomenspositie van de ouders, staat het CDA handhaving voor van de bestaande subsidieregeling voor de kosten van vrijetijdsbesteding en van de mogelijkheid dat gezinnen met schoolgaande kinderen een extra bijdrage kunnen krijgen. Tot slot moet de bestaande regeling voor vergoeding van de aanschaf van noodzakelijk nieuw witgoed in stand blijven. Ook al wordt het financieel moeilijker voor de gemeente, dan dient zij geen gebruik te gaan maken van de wettelijk toegestane mogelijkheid een drempel te hanteren alvorens tot het verstrekken van bijzondere bijstand over te gaan.
Samenwerken met andere organisaties De gemeente zoekt niet alleen naar oplossingen voor armoede, maar gaat tevens het gesprek aan met het maatschappelijke middenveld: kerken, vrouwengroepen, allochtonen- en gehandicaptenorganisaties en andere mogelijke partners. Zo komen overheid en samenleving tot een lokaal programma, gericht op het bestrijden van armoede bij mensen met een minimuminkomen zonder uitzicht op werk. Het CDA is voorstander van het subsidiëren van diaconale hulpvormen voor situaties, dat mensen in schulden zijn geraakt en schuldhulpverlening niet voldoende soulaas biedt. Wezenlijk van belang is dat de gemeente substantieel inzet op het verkrijgen van werk door mensen met een uitkering. Dat betekent dat zij probeert hetzij via regulier werk, hetzij door het stimuleren van detacheringsregelingen of op andere manieren met behulp van subsidies, deze mensen weer in het arbeidsproces opgenomen te krijgen. Ook hier kan de gemeente proberen als regisseur met behulp van kerkelijke of andere organisaties reïntegratie in het arbeidsproces te versterken. Die regiefunctie kan de gemeen-
te op dezelfde manier uitoefenen om te proberen vereenzaming en verslaving te voorkomen of te beperken.
Schuldhulpverlening Het CDA staat voor een duidelijk beleid op het gebied van schuldhulpverlening. De gemeente dient daarin vooral een preventief beleid te voeren. Zij maakt hiertoe afspraken met de woningbouwvereniging Het Gooi en Omstreken met betrekking tot het tijdig signaleren van huurschulden, zodat huisuitzettingen kunnen worden voorkomen. Ook dient de gemeente afspraken te maken met het maatschappelijk werk en de vaste kredietbank over mogelijkheden voor schuldsanering en over begeleiding bij budgettering. Voor het aangaan van een regeling voor hoge schulden kunnen de wettelijke mogelijkheden van schuldsanering worden benut. Verder zal de gemeente haar kwijtscheldingsbeleid bij een langdurig goed aflossingsgedrag verruimen.
Kwijtschelding van lasten voor lage inkomens Het CDA is voorstander van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen voor mensen met een inkomen op of rond het niveau van een bijstandsuitkering die niet of nauwelijks in staat zijn om een gemeentelijke belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen. Het toekennen van de kwijtschelding vindt plaats op basis van de wettelijk verplichte vaststelling van ieders betalingscapaciteit. Aan bijstandsgerechtigden zonder uitzicht op een betaalde baan en belastingplichtigen van 65 jaar en ouder die meerdere opeenvolgende jaren kwijtschelding hebben aangevraagd en gekregen, wordt geen gemeentelijke belastingaanslag meer gestuurd. Betrokkenen zijn verplicht eventuele wijzigingen in hun inkomenspositie aan de gemeente te melden. Door middel van een steekproefsgewijze controle gaat de gemeente na of dit inderdaad is gebeurd.
Actiepunten De gemeente moet bevorderen dat zoveel mogelijk mensen met een uitkering aan het werk worden geholpen, waar dat kan in samenwerking met het maatschappelijke middenveld. Dat houdt in dat voor de mensen die een uitkering aanvragen wordt gezorgd dat zij zo snel mogelijk (weer) aan het werk kunnen, al dan niet met behoud van de uitkering. Voor mensen, die al een uitkering hebben wordt zo actief mogelijk werkgelegenheid gezocht dan wel hulp geboden bij het zelf vinden van werk.
Het gemeentelijke armoedebeleid moet activerend zijn voor wie nog kan werken en toereikend zijn voor wie dat niet meer kan. De kosten als gevolg van chronische ziekte of handicap voor mensen met een minimuminkomen moeten gecompenseerd worden. De gemeente handhaaft hiervoor, binnen de kaders van de wet, het bestaande categoriale beleid, waarin bewust een vergoeding voor verborgen kosten is opgenomen. Ouderen met uitsluitend een AOW-uitkering en ouderen met een AOW-uitkering die wordt aangevuld met slechts een klein pensioen, komen in aanmerking voor aanvullende financiële steun van de gemeente. De gemeente handhaaft hiervoor het bestaande categoriale beleid. Het CDA pleit voor een preventief beleid vanuit de gemeente met betrekking tot schuldhulpverlening. Dat betekent met behulp van het Maatschappelijk Werk inzetten van voorlichtingsprojecten. D e bestaande kwijtschelding van gemeentelijke lasten voor mensen met een minimuminkomen moet gehandhaafd blijven. Het CDA is zich ervan bewust dat voor sommige mensen de weg naar werk definitief is afgesloten. Voor hen is een ruimhartig armoedebeleid een levensnoodzaak. Het CDA kiest voor beleid gericht op die mensen die (soms tijdelijk) geen uitzicht meer hebben op werk vanwege medische en/of sociale redenen. De gemeente staat niet alleen in het zoeken naar oplossingen voor armoede. Er zijn meer (plaatselijke) organisaties die deze zorg delen. De gemeente moet het gesprek aangaan met deze organisaties. Zo komen overheid en samenleving gezamenlijk tot een lokaal programma gericht op het bestrijden van armoede binnen deze groepen en het voorkomen van sociaal isolement. Aan bijstandsgerechtigden zonder uitzicht op een betaalde baan en belastingplichtigen van 65 jaar en ouder die het voorgaande jaar kwijtschelding hebben aangevraagd en gekregen, wordt geen gemeentelijke belastingaanslag gestuurd.
Mensen met een handicap
eerste instantie van belang dat de gehandicapte medemens voldoende informatie en advies kan krijgen over bijvoorbeeld wonen, vervoer, werken, recreëren en zorgvoorzieningen. Daarom moet de gemeente het Cliënteninformatiepunt zo van dienst zijn dat het blijft bestaan en ook in de toekomst goed kan functioneren. Versnippering van voorzieningen en financiële regelingen is ongewenst. Alles omvattende indicatiesystemen kunnen de gewenste helderheid bieden. Het gehandicaptenvervoer vraagt nauwlettende aandacht. In het kader van de besluitvorming over collectief vraagafhankelijk vervoer zal het CDA de mogelijkheden voor gehandicapten goed in de gaten houden. Bij nieuwbouw of reconstructie van woningen is aandacht nodig voor aanpasbaar bouwen, vooral om rekening te houden met de bijzondere behoeften van gehandicapten.
Maatschappelijk ondersteunen Gehandicaptenbeleid is ook in het kader van de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) een aandachtspunt. CDA-bestuurders zetten zich in voor verkorting van deze procedures. Wanneer het helder is wat het probleem is, hoeven adviserende organen er niet meer aan te pas te komen. Steeds zal bezien worden of het binnen de balans van zorgvuldigheid en effectiviteit mogelijk is procedures te bekorten. Het is gewenst subsidies te verstrekken voor projecten die de toegankelijkheid van openbare gebouwen, recreatie- en sportvoorzieningen en de openbare ruimte vergroten.
Actiepunten Eén loket met informatie voor gehandicapten door structurele samenwerking tussen zorgaanbieders en financiers. Gehandicapten moeten zonder angst voor de gevolgen voor zorg- en dienstverlening een klacht kunnen indienen wanneer activiteiten van zorginstanties te wensen overlaten. De klachtenbehandeling dient daarom onafhankelijk van de zorgaanbieders vorm te krijgen. Bij nieuwbouw of reconstructie van woningen is aandacht nodig voor aanpasbaar bouwen, vooral om rekening te houden met de specifieke behoeften van gehandicapten. Het CDA vindt het een vereiste subsidies te verstrekken voor projecten die de toegankelijkheid van openbare gebouwen, recreatie- en sportvoorzieningen, alsmede de publieke ruimte vergroten.
Mensen met een handicap zijn vanzelfsprekend volwaardige burgers, met rechten en plichten. Daarom is het CDA van mening dat gehandicapten binnen vast te stellen grenzen moeten kunnen beschikken over een Persoonsgebonden Budget (PGB), zodat zij zelf de benodigde zorg kunnen inkopen. Daarnaast moet er oog zijn voor het sociale netwerk waarbinnen gehandicapten leven. Familie, vrienden, buren en kennissen vormen immers de achtervang waarop zij kunnen terugvallen als het collectieve zorgsysteem onvoldoende kan inspelen op hun specifieke zorgbehoeften.
Gehandicapte kinderen moeten aan het gewone onderwijs kunnen deelnemen, teneinde een maatschappelijk geintegreerd sociaal netwerk op te bouwen. Het CDA zet zich in voor het inventariseren en verkleinen van drempels naar het reguliere onderwijs.
Zelfstandigheid bevorderen
Verslaafden en dak- en thuislozen
Zelfstandig kunnen (blijven) leven en beslissen is voor ieder mens een groot goed, dus ook voor gehandicapten. Het is in
Het CDA is voor medewerking aan een regionale opvang van dak- en thuislozen. Wie verslaafd raakt vervalt tot grote
Bushaltes moeten zo ingericht zijn dat rolstoelgebruikers op een makkelijke manier aan het busvervoer kunnen deelnemen.
afhankelijkheid, maar blijft verantwoordelijk voor zijn eigen gedrag. Dat is volgens het CDA het uitgangspunt bij de verslavingszorg. Vooral jonge drugsverslaafden vragen aandacht. In het kader van preventie betekent dit dat geen coffeeshops worden getolereerd. Zij die verslaafd zijn worden geholpen - desnoods tegen hun wil - af te komen van hun drugsverslaving in instellingen voor verslavingszorg. De aanpak van de drugsproblematiek is er enerzijds op gericht om de verslaafde te helpen om van de verslaving af te komen en anderzijds om de overlast tegen te gaan. Daarnaast streeft het CDA naar actief inzetten van opsporingsambtenaren ter handhaving van dit strikte beleid. Naast drugsverslaving vragen ook rook-, alcohol- en gokverslaving om een vooral preventief voorlichtingsbeleid van de gemeente. In het verlengde hiervan ligt de noodzaak als gemeente voorlichting te geven, in het bijzonder aan de jeugd, over goede voeding, voldoende beweging en de gevolgen van overgewicht.
eigen identiteit te beschermen.
Een hoog voorzieningenniveau in eigen dorp Er bestaat steeds meer behoefte aan voorzieningen op een zo kort mogelijke afstand van de burger. In veel kleine gemeenten in Nederland is het voorzieningenniveau echter verschraald. Het CDA wil werken aan een leefbare gemeente, want verschraling van het voorzieningenniveau bedreigt ook Bunschoten. Al gauw komen dan de leefbaarheid of levendigheid van een gemeente in het gedrang. Het CDA is daarom voorstander van een zelfstandige en vitale gemeente Bunschoten. Een van de kenmerken van een zelfstandige vitale gemeente is een ruim voorzieningenniveau.
Actiepunten De gemeente Bunschoten moet streven naar een hoog eigen voorzieningenniveau om een vitale, zelfstandige gemeente te blijven.
Het CDA is voor een regionaal gestructureerde opvang van dak- en thuislozen, gericht op terugkeer in de maatschappij.
De gemeente Bunschoten moet inzetten op combinaties van functies, zodat Bunschoten-Spakenburg een zo compleet mogelijk dorp blijft. Daartoe zijn combinaties van werken, zorgen, wonen en leren noodzakelijk.
De gemeente tolereert geen coffeeshops.
Volkshuisvesting
De gemeente werkt, met behulp van het maatschappelijke middenveld, naar een actief preventiebeleid ter voorkoming van verslavingen.
Goede en betaalbare huisvesting
Actiepunten
Vluchtelingenwerk In samenwerking met de NVA (Nieuwkomers en Vluchtelingenwerk Amersfoort), afdeling Bunschoten, dient de gemeente Bunschoten ruimhartig te doen wat van haar gevraagd wordt: onderdak bieden aan en bijstaan van vluchtelingen, zodat aan de van rijkswege gestelde taakstelling wordt voldaan. Mede dankzij het werk van vrijwilligers worden de leefomstandigheden van deze mensen in onze gemeente verbeterd. De gemeente dient het werk van deze vrijwilligers waar mogelijk positief te beïnvloeden.
8. Ons dorp, het landelijk gebied en ruimte Voorzieningen De gemeente Bunschoten heeft een eigen karakter met een specifieke cultuur en een bloeiend verenigings- en kerkelijk leven. Het CDA is van mening dat het waardevol is deze
Goede en betaalbare huisvesting is een eerste menselijke levensbehoefte. Dat houdt in dat de gemeente met name de zwakkere groepen aan geschikte huisvesting moet helpen. Ook dient de huisvesting van ouderen en mensen met een handicap speciale aandacht te krijgen. Doorstroming vanuit starterswoningen moet gestimuleerd worden, zodat starters een betere kans krijgen op een relatief goedkope bestaande woning. Aansluiten bij de behoefte van de bevolking De woningvoorraad moet aansluiten bij de behoefte van de bevolking. Er is grote behoefte aan een meer gevarieerde woningvoorraad: appartementen, sociale huurwoningen, huurwoningen voor senioren en starterswoningen. Snelle realisering van woningbouwplannen Het CDA is voorstander van spoedige realisering in Kortelanden, Zuidwenk-zuid en Rengerswetering, waarbij de mogelijkheid van de combinatie wonen/zorg uitputtend dient te worden benut. Meer huurwoningen Het CDA is voorstander van het vergroten van het contingent huurwoningen. Vooral betaalbare huurwoningen voor starters, kunnen ertoe bijdragen dat jongeren in het eigen dorp blijven wonen. De woningbouwvereniging moet aangesproken worden op haar maatschappelijke rol om bij te dragen aan de bouw van voldoende huurwoningen, zowel in de lagere als in de midden prijsklasse. Om de woningbouwvereniging Gooi en Omstreken te stimuleren, kan samenwerking en het afsluiten van een overeenkomst een goed hulpmiddel zijn. De gemeente Bunschoten biedt daarbij vrijkomende gemeentelijke gronden aan als woningbouwlocatie.
Actiepunt De gemeente Bunschoten moet stimuleren dat er voor de inwoners betaalbare (huur)woningen gebouwd worden.
tengebied in Bunschoten is in gebruik voor de landbouw. De landbouwsector staat echter onder druk. Zonen en dochters van boeren zien vaak onvoldoende perspectief om het bedrijf
Het landelijk gebied en de ruimte Ruimte in Bunschoten is schaars. Elke plek in ons dorp heeft een functie: wonen, werken, landbouw, natuur, recreatie en vervoer. Voor al deze functies wordt extra ruimte gevraagd. De verschillende ruimteclaims gaan ver boven de beschikbare ruimte uit. Er moeten dus keuzes gemaakt worden.
Natuur en cultuur in evenwicht Leefbaarheid is gebaat bij voldoende ruimte om te recreëren. De polders en het Eemmeer hebben hier een belangrijke functie. In dit kader past het eerbiedigen van de zogenoemde ecologische hoofdstructuur. Natuur dient in ons dorp een positie te krijgen die vergelijkbaar is met die van cultuur. Er moet een nieuw evenwicht gevonden worden tussen zorg voor het verleden, zorg voor het bestaande en zorg voor morgen.
Actiepunten Aan de zuidzijde van Bunschoten dient, naast de uitbreiding van het bedrijventerrein, een groene buffer in stand te blijven. Op nieuw te stichten bedrijventerreinen dient de ruimte multifuntioneel ingericht te worden, waarbij parkeren op of onder de gebouwen plaats moet vinden. Parkeren rond gebouwen neemt teveel nuttig te bebouwen ruimte in beslag.
over te nemen. Het ruimtelijke beleid moet daarmee rekening houden en ook ruimte bieden voor het ontwikkelen van andere, duurzame semi- of niet-agrarische economische activiteiten. Dit mag niet direct leiden tot een toename van het ruimtegebruik, maar wel tot hergebruik van de bestaande agrarische ruimte. Bij voorkeur dienen deze activiteiten milieu- en landschapsbelangen te ondersteunen. Landbouw, natuur en recreatie vormen de hoofdfuncties in het buitengebied. Er moet een nieuw evenwicht ontstaan waarbij een duurzame, concurrerende agrarische sector, natuur, recreatie en nieuwe, passende economische bedrijvigheid in onderlinge samenwerking ten volle tot hun recht komen. Als duidelijk is dat regelgeving het ontstaan van zo’n nieuw evenwicht bij voorbaat verstikt, ligt versoepeling van die regels voor de hand. Dit alles om de agrariër echt de kans te geven om het buitengebied te beheren. Initiatieven zoals een zorgboerderij, kinderopvang op de boerderij, een boerencamping, boeren golf, ‘groene diensten’ of een educatiebedrijf bieden sommige boeren nieuwe perspectieven.
Actiepunt Verruiming van de bestemmingsmogelijkheden voor vrijkomende agrarische gebouwen, mits de bestemming en de activiteiten duurzaam zijn en passen bij het karakter van de omgeving. De gemeente moet actief werken aan het behouden van historische panden en ruimte.
Landbouw De boer of agrariër is nog steeds bij uitstek diegene die het buitengebied (waar natuur, recreatie en landbouw dominant zijn) in stand dient te houden. Het grootste deel van het bui-
Het bestemmingsplan moet ruimte bieden voor uitbreiding van de horeca-functie in relatie tot ‘kamperen bij de boer’. Dat geldt ook voor verkoop van producten van de boerderij.
Welstand Welstand dient een gemeentelijke prioriteit te zijn bij alle
ruimtelijke ingrepen. Een nieuwe ontwikkeling moet zorgvuldig worden overwogen en vervolgens dient men, bij een bevestigend antwoord, te bezien hoe ze verantwoord kan worden ingepast zonder dat het karakter dat men nastreeft geweld wordt aangedaan.
Actiepunt Helderheid in het welstandsbeleid! Voor de burger moet glashelder zijn, hoe hij moet bouwen als hij mag bouwen.
De publieke ruimte Bunschoten ligt er over het geheel genomen goed bij. Het beleid van de gemeente om snel zaken die beschadigd of vervuild zijn te repareren en schoon te maken, wordt goed uitgevoerd door Grondgebiedzaken. Ook de groenvoorziening is goed en aantrekkelijk, maar het aantal bomen is op sommige plekken erg schaars. Het CDA is van mening dat de publieke ruimte ‘bezit van de gemeente is’, d.w.z. dat de gemeente daar de baas over is. Goed onderhoud daarvan door de gemeente is belangrijk. Want een vervuilde publieke ruimte kan gevoelens van onveiligheid oproepen en nodigt uit tot verdere vervuiling en vandalisme. Bij de (her)inrichting van straten dient er aandacht te zijn voor het gebruik van duurzame voorzieningen. Er moet rekening gehouden met de wensen en behoeften van kinderen, jongeren, ouderen en gehandicapten. Daarbij mogen kunstobjecten niet vergeten worden.
Actiepunten
Aan de andere kant is de arbeidsmarkt in Bunschoten nog steeds erg éénzijdig gericht. Voor hoger opgeleiden zijn er binnen de gemeentegrenzen relatief weinig geschikte banen. De gemeente Bunschoten zou een leidende rol moeten spelen om deze ontwikkeling te veranderen. Initiatieven van het gemeentebestuur kunnen dan als aanjager voor deze ontwikkeling dienen. Om het aanbod van werk in de gemeente Bunschoten in de toekomst meer divers te laten zijn, dient de gemeente er naar te streven dat het aantal banen voor hoger opgeleiden binnen de gemeente wordt vergroot. De gemeente moet een actief beleid ontwikkelen, in samenwerking met de regio, om werkgelegenheid voor hoger opgeleiden binnen de gemeente te bevorderen.
Regionaal samenwerken op economisch gebied Economische ontwikkeling binnen de regio Eemland overstijgt de gemeentegrenzen. Samenwerking en afstemming zijn daarom belangrijke voorwaarden. Naast een goede samenwerking en afstemming met de omliggende gemeenten, is ook samenwerking en afstemming met het bedrijfsleven (vertegenwoordigd door werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers in bijvoorbeeld de plaatselijke Bedrijvenkring, Kamers van Koophandel, de CMV) van groot belang. Door een regelmatig terugkerend onderzoek naar tevredenheid van ondernemers, kan ook de mening van niet-georganiseerde ondernemers worden gepeild. Knelpunten die uit het onderzoek naar voren komen, moeten worden opgelost.
Meer groen en speelvoorzieningen in de publieke ruimte.
Goede relaties met bedrijven Bestaande bomen zoveel mogelijk behouden en nieuwe bomen planten. Voor beeldbepalende bomen moet een kapvergunningenstelsel ingevoerd worden. Bij het inrichten van de openbare ruimte houdt de gemeente rekening met de behoefte aan uitlaatplekken voor honden in de wijk. Het CDA is er geen voorstander van dat rotondes worden opgeleukt met kunstobjecten die (vele) tienduizenden euro’s per stuk kosten.Met veel minder geld moet ook een leuk resultaat bereikt kunnen worden.
9. Economische ontwikkeling Economische ontwikkeling is een belangrijke voorwaarde voor het goed functioneren van onze dorpen. Doelstelling van het CDA blijft het creëren en behouden van sociaal-maatschappelijk en ecologisch verantwoorde rendabele werkgelegenheid. Ook de ontwikkeling van de “kenniseconomie” mag niet aan de deuren van Bunschoten-Spakenburg voorbijgaan.
Actief en veelzijdig bedrijfsleven stimuleren Het bedrijfsleven in Bunschoten-Spakenburg is zeer actief en ontplooit veel initiatieven. De gemeente moet hierbij een ondersteunende rol vervullen. Die ondersteuning zal zich vooral moeten richten op het scheppen van voorwaarden voor een gunstig ondernemingsklimaat, bijvoorbeeld op het terrein van de infrastructuur.
Nu de gemeente Bunschoten de verantwoordelijkheid heeft voor reïntegratie van bijstandsgerechtigden, komt de taak van de gemeente in nog een ander licht te staan als het gaat om economische ontwikkelingen. Het ontwikkelen van goede relaties met bedrijven die werkgelegenheid bieden voor lager opgeleiden, waardoor bijstandsgerechtigden een werkervaringsplaats of vaste werkplek vinden is van belang. Tevens dient de gemeente Bunschoten in de regio Eemland dergelijke contacten te realiseren.
De zondag als collectieve rustdag De gemeente Bunschoten moet geen blokkades opwerpen voor economische ontwikkelingen, maar ze moeten wel getoetst worden op sociaal-maatschappelijke en ecologische effecten. Om de sociaal ontwrichtende gevolgen van een 24uurs economie af te remmen wordt ernaar gestreefd een collectieve rustdag te handhaven. In de ogen van het CDA is de zondag hiervoor de enige geschikte dag.
Meer duidelijkheid voor ondernemers Ondernemers hebben met talloze vergunningen te maken. Om te voorkomen dat er onduidelijkheid bestaat over procedures heeft de gemeente Bunschoten voor ondernemers een duidelijk aanspreekpunt nodig.
Actiepunten Het CDA wijst een 24-uurs economie af. Openstelling van winkels op zondag wordt tegengegaan. Werkgelegenheid voor hoger opgeleiden binnen de gemeente
bevorderen door een actief beleid in samenwerking met de regio. In samenwerking met het bedrijfsleven zal veel aandacht moeten worden besteed aan voorlichting over vergunningsvoorwaarden en procedures. Een van de mogelijkheden is om samen met het bedrijfsleven een brochure op te stellen met informatie over gemeentelijke vergunningen. In gezamenlijk overleg met ondernemers zullen ervaringen met de uitvoering en naleving regelmatig aan de orde komen. Voor vergunningverlening dient een procedureschema te worden ontwikkeld waarmee het de aanvrager duidelijk wordt welke stappen moeten worden ondernomen.
Infrastructuur en bedrijventerreinen Optimale bereikbaarheid Samen met het bedrijfsleven moet de gemeente zoeken naar mogelijkheden om ons dorp optimaal bereikbaar te maken. Bereikbaarheid is immers een belangrijke voorwaarde voor het goed functioneren van bedrijven. Investeringen in infrastructuur hebben dan ook prioriteit. Met het bedrijfsleven moet echter tegelijkertijd worden gezocht naar mogelijkheden om verkeersstromen binnen de perken te houden. Gebruik van openbaar vervoer, bedrijfsvervoer en dergelijke zijn instrumenten die de gemeente samen met het bedrijfsleven verder moet stimuleren.
Toonaangevende bedrijventerreinen De ontwikkeling van bedrijventerreinen is een belangrijke stimulans voor de plaatselijke economische ontwikkeling. Om te komen tot samenhangende en toonaangevende bedrijventerreinen zijn samenwerking en afstemming binnen de regio van groot belang. Voorkomen moet worden dat een bedrijventerrein, door haar specifieke geografische ligging en door de historische ontwikkeling van dat terrein, een te grote aanslag pleegt op de bestaande infrastructuur. Het CDA ondersteunt de Toekomstvisie op het punt van de uitbreiding van bedrijventerreinen in Bunschoten-Zuid. Ook het imago en de aantrekkingskracht van de
bedrijventerreinen in ons dorp moeten verbeteren. De gemeente Bunschoten dient erop toe te zien dat bedrijventerreinen niet verpauperen of verslonzen en hiertoe richtlijnen op te stellen. Er dienen beperkingen gesteld te worden aan het parkeren van (vracht)auto’s op of langs de openbare weg. Tevens moeten er, om de uitstraling van onze bedrijventerreinen te verbeteren, meer bomen geplant worden, zodat er meer laanachtige straten ontstaan. Teneinde de uitstraling van de bedrijventerreinen verder te verbeteren, moet de gemeente stimuleren dat bedrijven niet alleen strakke hallen en halletjes bouwen. Hiervoor moet een beeldkwaliteitsplan opgesteld worden. Verdere uitbreiding van detailshandelsactiviteiten op de bedrijventerreinen moet worden tegengegaan. Detailshandelsactiviteiten moeten plaatsvinden in de dorpskernen van Spakenburg of van Bunschoten. De gemeente moet regie houden op de vestiging van bedrijven. Het bedrijventerrein de Zuidwenk moet geschikt gemaakt worden zodat er op den duur woningbouw plaats kan vinden. Dit dient onder meer door natuurlijk verloop te worden gerealiseerd. Met de provincie Utrecht dient de gemeente de discussie aan te gaan om bestemming van onze bedrijventerreinen te wijzigen van “bedrijfshal met kantoor” in “kantoor met bedrijfshal” + “uitsluitend kantoor”.
Actiepunten Bedrijventerreinen moeten daar gecreëerd worden waar de overlast voor de inwoners het minst is. Bedrijventerreinen moeten kwalitatief verbeterd en aantrekkelijker worden en dienen een eigen beeldkwaliteitsplan te krijgen.
Detailhandel
Levendige detailhandel Wat de detailhandel betreft heeft versterking van de bestaande structuur de voorkeur. De gemeente dient een leidende rol in te nemen in de ontwikkeling rond het winkelgebied van het Spuiplein / Spakenburg-Oost. Bij die ontwikkeling hoort ook het aanpakken van bestaande of toekomstige parkeerproblematiek. De detailhandel moet goed bereikbaar zijn en blijven voor klanten van binnen en buiten de gemeente. Het CDA streeft naar een winkelgebied met een gevarieerd winkelaanbod en regionale aantrekkingskracht. Het CDA wil doorgaan met de versterking van de functie van het Spuiplein. Wanneer na realisering van de parkeergarage in Spakenburg-Oost blijkt dat er parkeerproblemen blijven, moet de bouw van een parkeerdek in de nabije omgeving van het Spuiplein overwogen worden.
Actiepunt Het parkeren in de gemeente Bunschoten dient gratis te blijven, ook in de te bouwen parkeergarage.
Recreatie en Toerisme Door de toenemende welvaart stijgt de vraag naar toeristische activiteiten. Door haar klederdracht, haar haven en haar ligging aan het Eemmeer is Bunschoten-Spakenburg een aantrekkelijk dorp voor toeristen. Daarbij komt dat toerisme bij uitstek geschikt is om een bijdrage te leveren aan de plaatselijke economische ontwikkeling. Het aanbod van winkels en horecagelegenheden kan door de bestedingen van bezoekers op peil gehouden worden of zelfs worden uitgebreid. De plaatselijke VVV levert een belangrijke bijdrage aan de promotie van ons dorp. Zij doet dat op voortreffelijke wijze. Daarom juicht het CDA garantstellingen en subsidies door de gemeente bij activiteiten die door de VVV worden ontplooid van harte toe. Om de aantrekkelijkheid van BunschotenSpakenburg te behouden, moet de gemeente alert blijven en nieuwe activiteiten stimuleren.
Actiepunten Het CDA is voorstander van vestiging van een tweede hotel, met een goede uitstraling. Daarnaast is het CDA voorstander van het vestigen van een kleine, kwalitatief goede camping binnen de gemeentegrenzen. Het CDA is voorstander van uitbreiding van het aantal ligplaatsen voor de watersport. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met de parkeerdruk en de verkeersbewegingen in dit gebied.
10. Milieu, water, verkeer en vervoer Milieu Rentmeesterschap nog altijd actueel Het rentmeesterschap vereist dat bij alle beleid en bij alle te nemen besluiten gezien wordt naar de gevolgen voor de schepping. Economisch beleid en milieubeleid vragen daarom een integrale in plaats van een sectorale aanpak. Christen-democraten zien het als een opdracht om de schep-
ping te beheren en te bewerken en de aarde in een zo goed mogelijke staat door te geven aan de volgende generaties. Dat vereist zowel het voorkomen van nieuwe aantastingen van de schepping (preventie) als het herstellen van de schade die is aangericht. De taak van de overheid op het gebied van milieuzorg is drieërlei: het controleren en handhaven van bestaande regels en voorschriften; kaders formuleren waarbinnen anderen hun verantwoordelijkheid voor het milieu kunnen nemen (het definiëren van de zogenoemde milieugebruiksruimte); preventie en voorlichting. Uiteraard heeft de gemeente zelf een voorbeeldfunctie te vervullen op het gebied van milieuzorg. De zorg voor het milieu vraagt ook om inspanningen van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. De gemeente stimuleert hun betrokkenheid door hen in te schakelen bij en met hen samen te werken op het terrein van de milieuzorg. Een lokaal platform milieubeleid kan de rol van intermediair spelen door enerzijds de gemeente te adviseren en anderzijds burgers, organisaties, bedrijven en de gemeente aan te spreken.
Controleren en handhaven Prioriteit heeft de uitvoering en handhaving van de wettelijke milieutaken. De gemeente spant zich in om de milieuvergunningen actueel te houden. Het CDA is voor een glijdende schaal van verantwoordelijkheden. Te beginnen bij de vergunninghouder en de vergunningverlener en eindigend bij de instanties die verantwoordelijk zijn voor controle, inspectie, handhaving en opsporing. De vergunninghouder is primair verantwoordelijk voor het naleven van regels en voorschriften. De gemeente heeft als taak de milieuvergunningen adequaat te handhaven; zij ziet erop toe dat afspraken worden nagekomen. Hierbij past geen cultuur waarbij overtredingen van overheidswege worden gedoogd. In situaties die gevaar opleveren voor de veiligheid of de volksgezondheid treedt de gemeente consequent op en schroomt zij niet om bestuursdwang toe te passen. Inrichtingen en bedrijven die in strijd met de vergunning handelen en daarmee een gevaar voor de openbare veiligheid of de volksgezondheid vormen, krijgen beperkt de tijd voorzieningen en maatregelen te treffen. Als er binnen de gestelde termijn geen verbetering van de situatie optreedt, volgt sluiting van de betreffende inrichting door het bevoegd gezag. Daar staat tegenover dat regels ook duidelijk moeten zijn voor de samenleving. Burgers en bedrijfsleven moeten er op kunnen rekenen dat regels niet telkens veranderen of anders geinterpreteerd worden. Het CDA wil bezien of handhaving met behulp van een door de gemeente aangestelde bijzondere opsporingsambtenaar haalbaar is. Daarmee is de handhaving volledig in gemeentelijke handen, terwijl een dergelijke ambtenaar ook voor andere handhavingstaken kan worden ingezet. De kennis van wetgeving en regels bij het gemeentelijk appa-
raat verdient bijzondere aandacht. Waar de vereiste expertise bij ambtelijke diensten onvoldoende aanwezig is, kunnen erkende bureaus en regionale milieudiensten ingeschakeld worden.
Positieve prikkels Voor doeltreffend milieubeleid is draagvlak onder de bevolking noodzakelijk. Waar dat in het kader van het algemeen belang verantwoord is, werken positieve prikkels vaak beter dan heffingen, sancties en boetes. Voor het bereiken van het gewenste milieurendement geldt zoveel mogelijk het beginsel dat goed gedrag wordt beloond en slecht gedrag wordt ontmoedigd volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’. Zo zou de gemeente een korting kunnen geven op bepaalde tarieven voor huishoudens, bedrijven en instellingen die beneden een bepaalde milieugrens blijven. Ook zou de gemeente het tarief voor het aanleveren van schoon puin op het aanbiedstation kunnen verlagen. In het algemeen verdient het aanbeveling te bezien of door bijvoorbeeld minder knippen op de gemeentelijke knipkaart te verbeuren, gescheiden aanbod ten behoeve van hergebruik kan worden gestimuleerd. Op sommige terreinen verdient het de voorkeur om burgers, bedrijven en instellingen zelf verantwoordelijkheid te laten dragen voor de zorg voor het milieu. De gemeente formuleert daartoe een gemeentelijke milieugebruiksruimte waarbinnen de eigen verantwoordelijkheid kan worden beleefd en ingevuld.
Preventie en voorlichting Ook in het milieubeleid besteedt de gemeente de nodige aandacht aan het voorkomen van problemen. Zij stimuleert duurzaam bouwen, bevordert projecten om het energiegebruik terug te dringen en ondersteunt waar nodig milieueducatie. Door middel van voorlichting blijft de gemeente afvalpreventie door burgers en bedrijven stimuleren. Via aparte inzameling en reparatie van afgedankte spullen kan hergebruik worden bevorderd. Aparte inzameling van bepaalde soorten afval komt in aanmerking als recycling perspectieven biedt. Tariefdifferentiatie in de afvalstoffenheffing heeft het voordeel dat de burgers betalen naar rato van de hoeveelheid afval die zij aanbieden. Dit is een toepassing van het beginsel dat goed gedrag wordt beloond en, omgekeerd, dat ‘de vervuiler betaalt’.
Energie besparen Een gemeente die duurzame ontwikkeling nastreeft, ontwikkelt ook energiebeleid en geeft uiteraard ook zelf het goede voorbeeld. Het is zaak in beeld te brengen welke mogelijkhe-
den er zijn voor energiebesparing, duurzaam bouwen en vormen van duurzame energie, en die waar mogelijk te stimuleren.
Actiepunten Milieuregels moeten duidelijk zijn voor burgers en bedrijfsleven. Zij moeten er op kunnen rekenen dat regels niet telkens veranderen of anders geinterpreteerd worden. Tegen geluidsoverlast in de woonomgeving moet worden opgetreden door middel van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en via goede afspraken met politie en justitie. De poldergebieden rondom ons dorp bieden leefruimte aan een aantal bijzondere weidevogels. De gemeente Bunschoten dient deze unieke fauna te helpen beschermen. Voor de kwaliteit van het oppervlaktewater is de gemeente medeverantwoordelijk; hierbij werkt zij samen met het waterschap. Voor kwetsbare gebieden wordt zo snel mogelijk een adequaat plan van aanpak opgesteld. Een goed rioleringsplan (onderhoud en vervanging) is noodzakelijk. De kosten hiervan zullen door de vervuilers moeten worden gedragen. Voor doeltreffend milieubeleid is draagvlak onder de bevolking noodzakelijk. Positieve prikkels werken vaak beter dan heffingen, sancties, boetes en dergelijke. Voor het bereiken van het gewenste milieurendement geldt zoveel mogelijk het beginsel dat goed gedrag wordt beloond en slecht gedrag wordt ontmoedigd volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’. De gemeente moet zoeken naar mogelijkheden om dit principe handen en voeten te geven.
Water
Een duurzame ontwikkeling van ons land vraagt om meer ruimte voor water en meer aandacht voor water in de ruimtelijke ordening. Hier ligt een gezamenlijke opdracht voor alle overheden in Nederland. Op alle niveaus moet op een integrale manier naar water gekeken worden. Het CDA is van mening dat de gemeente in samenwerking met het waterschap Vallei & Eem en eventueel de provincie en private partijen moet zoeken naar oplossingen voor problemen op dit gebied. Het CDA onderschrijft de trits ‘vasthouden, bergen, afvoeren’. Op regionaal niveau moet onderzocht worden hoe en waar (periodieke) waterberging tot stand kan komen. Waterbeleid vergt ook een inspanning in te bebouwen gebied. Daar zal een bepaald, redelijk percentage wateroppervlakte gehaald moeten worden. Het CDA zal zich bij nieuwbouwplannen in Oostmaat, Rengerswetering en een nieuw bedrijventerrein daar voor inzetten. Ook daar dient in eerste instantie gekozen te worden voor ‘vasthouden’. Dit betekent een ontkoppeling van regenwater en riool, wat weer gevolgen heeft voor bodemgebruik en grondwaterstand. Het gaat hierbij niet alleen om een technische discussie, maar ook om een aspect van stedenbouw. De kwaliteit van de bebouwde omgeving kan toenemen als water daarvan deel uitmaakt. De gemeente houdt bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen rekening met een reservering voor water en weegt die af tegen andere ruimtelijke claims.
goed waar iedereen recht op heeft, ongeacht de plaats waar iemand woont. Ook mag niemand uitgesloten worden vanwege verminderde lichamelijke mobiliteit of hulpbehoevendheid. Het mobiliteitsvraagstuk overstijgt het niveau van de emeente. Het is een probleem waar alleen in samenwerking met andere gemeenten, de provincie en/of het Rijk een antwoord op gevonden kan worden. Daarnaast is het ook een onderwerp dat vraagt om een samenhangende benadering; ruimtelijke ordening en volkshuisvesting zijn beleidsterreinen die ook een rol spelen.
Onderscheid maken tussen verblijfsgebieden en ontsluitingswegen In haar verkeers- en vervoersbeleid maakt de gemeente onderscheid tussen verblijfsgebieden en ontsluitingswegen. In de verblijfsgebieden worden maatregelen genomen om de veiligheid en leefbaarheid te vergroten door de snelheid van het autoverkeer af te remmen. Op de ontsluitingswegen is er prioriteit voor het autoverkeer, met gescheiden alternatieven voor het langzame en kwetsbare verkeer, zoals voet- en fietspaden.
Meer verkeersveiligheid op gevaarlijke plekken
Inmiddels is besloten het zogenaamde ‘verbreed rioolrecht’ in te voeren. De gemeente krijgt hiermee de beschikking over een instrument om de lokale wateropgave te kunnen regelen.
De gemeente maakt een investeringsschema om door infrastructurele maatregelen de veiligheid te vergroten op die plaatsen waar de meeste ongevallen gebeuren. Routes waar schoolgaande kinderen veel gebruik van maken krijgen daarbij voorrang. Inzet van ouders en vrijwilligers ter verbetering van de verkeersveiligheid, bijvoorbeeld als verkeersouder, wordt gestimuleerd. De gemeente werkt aan een sluitend en veilig systeem van fiets- en voetpaden.
Actiepunt
Openbaar vervoer
De gemeente Bunschoten moet in samenwerking met het Waterschap Vallei en Eem en de provincie Utrecht en private partijen onderzoeken welke problemen er voor onze gemeente te verwachten zijn op het gebied van waterbeheer. Dit is nu nog onvoldoende in beeld.
In regionaal verband stimuleren gemeenten nieuwe vormen van openbaar vervoer, oftewel ‘vervoer op maat’. Om het vervoer op maat te bevorderen - met het juiste materieel, bijvoorbeeld een regiotaxi, de juiste doelgroep te bedienen, zoveel mogelijk ‘van deur tot deur’-, is het handhaven en zo mogelijk verbeteren van een ‘collectief vraagafhankelijk vervoersysteem’(CVV) noodzakelijk. Dit systeem moet tevens leiden tot integratie van de vervoersstromen die nu nog op bepaalde groepen (bijvoorbeeld gehandicapten) of op het individu gericht zijn. De huidige scheiding werkt stigmatiserend ten opzichte van gehandicapten en leidt tot hogere kosten. Gehandicapten moeten van ‘vervoer op maat’ gebruik kunnen maken tegen een door de gemeente vast te stellen gereduceerd tarief.
Verkeer en vervoer Het mobiliteitsvraagstuk domineert een belangrijk deel van de politieke discussie. Mobiliteit is een noodzaak en is van belang voor de vestiging van bedrijfsleven en daarmee voor het op peil houden van de werkgelegenheid. Het veroorzaakt echter ook grote problemen: verkeersongevallen, files, lawaai en luchtvervuiling. In beginsel is mobiliteit echter een groot
Goede regionale busverbindingen Het openbaar vervoer van en naar Bunschoten blijft een punt van aandacht voor het CDA. Door de specifieke geografische ligging van de gemeente volgt het openbaar vervoer geen doorgaande route. De gemeente moet alert zijn op eventuele veranderingen in het aanbod van verbindingen van de vervoersbedrijven. Dit aanbod mag kwalitatief niet minder worden. Het CDA is verder de mening toegedaan dat de gemeente zich moet blijven inspannen om Bunschoten ruimer toegankelijk te maken door middel van het openbaar vervoer. De verbindingen met Amersfoort en Baarn zijn de
afgelopen periode verbeterd. Aandacht voor mogelijke aansluiting van Eemdijk op het openbaar vervoer is nodig. Een [buurt]busverbinding naar Nijkerk en naar Eemdijk staat op het wensenlijstje van het CDA. Het beleid voor het openbaar vervoer dient deel uit te maken van discussies over ruimtelijke ordening.
Parkeerbeleid Gemeentelijk parkeerbeleid wordt in het algemeen ingegeven door het motief van leefbare binnensteden. Betaald parkeren is dan met name in een stadscentrum bedoeld als instrument om de parkeerdruk te doen afnemen en bezoekers te stimuleren gebruik te maken van openbaar vervoer. Aangezien de situatie in onze gemeente anders is dan in grote steden, pleit het CDA ervoor om het parkeren in Bunschoten gratis te houden. Op bepaalde plaatsen kan het kort parkeren de parkeercapaciteit vergroten. Het gratis parkeren heeft tevens een positieve uitwerking op bezoekers en toeristen van buiten ons dorp en betekent een versterking van de middenstand ten opzichte van de ons omringende plaatsen. Bij nieuwbouwplannen dient de gemeente zoveel mogelijk rekening te houden met de behoefte aan parkeerruimte voor auto’s én fietsen. Elke nieuw te bouwen woning dient wat het CDA betreft voorzien te zijn van minstens anderhalve parkeerplaats.
Fietspaden Het CDA is voorstander van het ontwikkelen van een goed en veilig fietsnetwerk. Met name voor de korte afstanden dient het gebruik van de fiets bevorderd te worden tussen de woongebieden en de dorpscentra. De Westsingel dient geheel van een fietspad aan de oostzijde te worden voorzien. Ook doortrekking van de fietspaden langs De Kronkels is een belangrijk onderwerp voor het CDA. Daarenboven verdient de Oostelijke Randweg aan de oostzijde een fietspad. Aan de westzijde van de Oostelijke Randweg kan de route Verlengde Oostsingel, Rengersweg als zodanig functioneren. Voor langere afstanden meent het CDA dat het uitzetten van fietsroutes aanbeveling verdient.
Actiepunten Verkeersveiligheid moet verbeterd worden door voorlichting, bijvoorbeeld verkeerslessen, speciale acties en het stimuleren van de inzet van verkeersouders. Gevaarlijke verkeerssituaties moeten aangepast worden. Aanpassing van gevaarlijke situaties is een tweede belangrijke
keus. Hier moet in het bijzonder worden gedacht aan de kruising Brahmslaan/Westsingel. Het CDA streeft naar aanleg van fietspaden, met name aan de oostzijde van de Westsingel, langs de Oostelijke Randweg en doortrekken van de fietspaden langs de Kronkels. Het CDA streeft naar de aanleg en bewegwijzering van fietsroutes, zowel voor woon/werk- en schoolverkeer als voor recreatie. Ten behoeve daarvan wordt nadrukkelijk bezien of een recreatieve route naar onze buurgemeenten kan worden bewerkstelligd. Het openbaar vervoer moet versterkt worden naar een systeem van collectief openbaar vervoer, waarbij rekening is gehouden met de noden van gehandicapten.