JAARGANG 3, NR.1 28 SEPTEMBER 2015 REF.NR.: 15.R.0917
Carbon Footprint Analyse 2014
Inhoudsopgave Directieverklaring Organisatie Rapporterende organisatie Verantwoordelijk persoon Organisatiegrenzen ISO 14064 verklaring Verificatie verklaring Carbon Footprint Analyse Grondslag van de analyse Meetresultaten en toelichting Gerapporteerde periode Scope 1: Directe CO2-emissie Verklaring van weggelaten CO2-bronnen of putten CO2-emissie van verbranding biomassa Scope 2: Indirecte CO2-emissie Indirecte CO2-emissie door aangekochte energie Invloed van meetonnauwkeurigheden en onzekerheden Scope 3: Indirecte overige CO2-emissie CO2-compensatie Voortgang ten opzichte van referentiejaar Historisch basisjaar Aanpassingen aan historisch jaar Normalisering meetresultaten Berekeningsmodellen Kwantificeringsmethodes Verklaring voor veranderingen in de kwantificeringsmethodes Annex 1: CO2-emissie 2014 scope 1 en 2
Pagina 2
Carbon Footprint
Directieverklaring Pneuman BV is een succesvol samenwerkingsverband dat in harmonie met de omgeving het welzijn van vele individuen nastreeft door het creëren van overzicht met duurzame oplossingen. Daarmee verbeteren wij de veiligheid en het comfort voor mensen in gebouwen. Dat is winst voor Pneuman BV en voor de samenleving. Een respectvolle omgang met mens en natuur is altijd een leidraad geweest binnen onze organisatie. Onze verantwoordelijkheid tegenover de maatschappij en toekomstige generaties brengen we ook graag tot uitdrukking in onze manier van werken. Intern bevorderen we de vitaliteit, inzetbaarheid en ontwikkeling van onze medewerkers en laten op geen enkele wijze ruimte voor discriminatie onderling. De heer Kwakman Directeur Pneuman B.V.
We voeren een arbeidsomstandighedenbeleid, dat gericht is op het zo goed mogelijk inrichten van de arbeidsomstandigheden voor alle medewerkers en derden en we willen dit continue verbeteren. Dit houdt in het zo goed mogelijk zorg dragen voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de medewerkers van Pneuman BV en van derden evenals het voorkomen van persoonlijk letsel, materiële en milieuschade. Door dit in woord en daad uit te dragen en door te leren van de opgedane ervaringen trachten wij steeds te verbeteren op het gebied van VGM & Kwaliteit. Door eerlijkheid en openheid creëren wij een vertrouwensvolle verhouding met onze klanten, medewerkers en leveranciers. We staan open voor samenwerking en partnerschappen en zijn bereid kennis en ervaringen actief te delen. Periodiek toetsen we onze richtlijnen en geven over de vorderingen eerlijke en heldere informatie en zijn bereid hierover met belanghebbenden in overleg te treden. Waar het kan, produceren we volledig schoon om de milieubelasting en de CO2 uitstoot zo laag mogelijk te houden. Afval wordt gescheiden zodat het gerecycled kan worden en met energie wordt zuinig omgegaan. Bovendien houden we een scherp oog op nieuwe kansen waar het duurzame producten en diensten betreft. Jaarlijks presenteren wij onze Carbon Footprint en nemen we maatregelen die bijdragen deze te verbeteren. Tenslotte streven we er ook buiten het zakelijk speelveld naar met verschillende (sponsor) activiteiten een reële bijdrage te leveren aan de leefbaarheid in de plaats en regio waarmee we zijn verbonden. We willen richting onze omgeving transparant zijn over onze activiteiten. Wij willen betrokken worden bij de MVO doelstellingen in de branche en van onze klanten. Deze Carbon Footprint Rapportage draagt hieraan bij. Evenwicht tussen natuur, mens en rendement C.A.D.M. Kwakman Directie Pneuman BV
Carbon Footprint
Pagina 3
Organisatie Rapporterende organisatie Pneuman B.V. richt zich op het ontwerpen, vervaardigen, verkopen, (groothandel) en installeren van blindschema systemen en besturingspanelen. Pneuman is zowel leverancier als fabrikant van besturingspanelen met meer dan 40 jaar ervaring. Producten zijn onder andere brandmeldpanelen, alarmpanelen, ontruimingspanelen. Pneuman heeft ca. 30 medewerkers, voornamelijk werkzaam vanuit de locatie Morseweg 73, in Volendam.
Verantwoordelijke persoon De statutair verantwoordelijk persoon voor de rapporterende organisatie is C.A.D.M. Kwakman, directeur Pneuman B.V.
ISO 14064 Verklaring Hierbij verklaart Pneuman B.V. dat deze rapportage voor het CO2-bewust certificaat is opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen in NEN-ISO 14064, versie maart 2012.
Organisatiegrenzen De organisatiegrenzen van Pneuman B.V. zijn in het kader van CO2 bewustzijn bepaald volgens het principe van de juridische eigendomsstructuur van het te certificeren bedrijf. Binnen het Greenhouse Gas (GHG) Protocol wordt dit omschreven als ‘organizational boundary’ en ’operational boundary’: de organizational boundary is bepaald aan de hand van de equity share methode, de operationele boundary is bepaald tot scope 1 en 2. In de praktijk betekent dat waar activiteiten door Pneuman B.V. wordt uitgevoerd, de verantwoording voor de CO2-productie van haar eigen organisatie wordt genomen: de sturing ligt duidelijk op de eigen organisatie. De onderbouwing voor de boundary staat vermeld in het boundary rapport (Doc.nr 13.R.1131). Voor 2014 is de boundary niet gewijzigd. De organisatiegrenzen voor deze inventarisatie omvatten Pneumannen Holding B.V., Pneumannen Onroerend Goed B.V. en Pneuman B.V., allen gevestigd te Volendam en in deze rapportage benoemd als Pneuman B.V.
Verificatie verklaring Hierbij verklaart Pneuman B.V. dat deze rapportage is geverifieerd door KEMA Emission Verification Services B.V.
•
De inventarisatie is opgezet conform de eisen en wensen vanuit de ISO 14064-1, het GHG-Protocol, het CO2prestatieladder-handboek versie 2.2;
• Genoemde CO2-inventaris bevat geen materiële onjuistheden, afbreuk doende aan de materialiteitseis van 5%.
JAARGANG 3, NR. 1
Carbon Footprint Analyse Grondslag van de analyse Op basis van de vastgestelde operationele grenzen zijn de CO2-emissies en -absorpties door de activiteiten van de organisatie geïdentificeerd. Bij de identificatie van emissies wordt, conform het Greenhouse Gas (GHG) Protocol, onderscheid gemaakt tussen drie bronnen van emissie (bekend als scopes) in twee categorieën: directe emissies en indirecte emissies.
•
Scope 1 omvat de directe emissies die onder het beheer vallen en worden gecontroleerd door de organisatie. Voorbeelden hiervan zijn de verbranding van brandstoffen in vaste machines, het zakelijk vervoer in voertuigen die eigendom zijn van of geleased worden door de rapporterende organisatie en de emissies van koelapparatuur en klimaatinstallaties;
•
Scope 2 omvat de indirecte emissies door opwekking van gekochte elektriciteit, stoom of warmte en zakelijk reizen middels vliegen of met privé auto’s;
•
Scope 3 omvat de andere indirecte emissies van bronnen als woon-werkverkeer, productie van aangekochte materialen en uitbestede werkzaamheden zoals goederenvervoer.
Deze Carbon Footprint Analyse omvat de CO2-emissie (één van de zes broeikasgassen) van Pneuman B.V. betreffende scope 1 en 2 van het kalenderjaar 2014. De CO2-emissie is geanalyseerd in overeenstemming met de CO2–prestatieladder, handboek versie 2.2, april 2014.
Meetresultaten en toelichting Gerapporteerde periode Pneuman B.V. rapporteert synchroon aan het boekjaar over haar Carbon Footprint. Het boekjaar voor Pneuman B.V. loopt van 1 januari tot en met 31 december. De gerapporteerde periode is het hele kalenderjaar 2014.
Pagina 4
JAARGANG 3, NR. 1
Scope 1: Directe CO2-emissie DE DIRECTE EMISSIE VAN CO2 IS GEMETEN EN BEREKEND ALS 54,5 TON CO2
Stationaire verbrandingsapparatuur 22,6 ton CO2 (41%) van de directe CO2-emissie wordt veroorzaakt door het gebruik van stationaire verbrandingsapparatuur. Het betreft het verbruik van aardgas voor de verwarming van de kantoren.
Lekkage van koelgassen In 2014 is de inventarisatie van het verbruik van koudemiddelen voor de klimaatsystemen nog geen onderdeel van de rapportage.
Brandstofgebruik van het eigen wagenpark en materieel Het wagenpark van Pneuman bestaat uit vijf eigen voertuigen. Met dit wagenpark is in 2014 3.237 liter benzine en 7.303 liter diesel getankt. Het brandstofverbruik veroorzaakte in 2014 een CO2 emissie van 31,9 ton CO2, 59% van de directe CO2-emissie.
Verklaring van weggelaten CO2-bronnen of putten Alle geïdentificeerde bronnen en putten van CO2 zijn verantwoord in de rapportage. Binding van CO2 vindt niet plaats, waardoor geen sprake is van putten.
CO2-emissie van verbranding biomassa De verbranding van biomassa heeft binnen Pneuman B.V. niet plaatsgevonden.
Pagina 5
JAARGANG 3, NR. 1
Scope 2: Indirecte CO2-emissie DE INDIRECTE CO2-EMISSIE IS GEMETEN EN BEREKEND ALS 1,3 TON CO2
Elektriciteitsgebruik De indirecte CO2-emissie wordt veroorzaakt door het gebruik van ingekochte elektriciteit. Er werd in 2014 84.899 kWh gebruikt, goed voor 1,3 ton CO2. Conform de voorwaarden van de CO2 prestatieladder betreft dit allemaal stroom met een groen label.
Privéauto’s voor zakelijk verkeer De medewerkers van Pneuman B.V. hebben voor zakelijke doeleinden geen gebruik gemaakt van de privé-auto en de gereden kilometers gedeclareerd. Wanneer zakelijk wordt gereden, worden de ter beschikking staande leaseauto’s gebruikt.
Vliegreizen voor zakelijke doeleinden Er zijn in het jaar 2014 geen vliegreizen voor zakelijke doeleinden door medewerkers van Pneuman B.V. gemaakt.
Pagina 6
JAARGANG 3, NR. 1
Invloed van meetonnauwkeurigheden en onzekerheden binnen Scope 1 en 2 Uit het voorgaande blijkt dat het overgrote deel van de CO2-emissie wordt veroorzaakt door gebruik van het eigen wagenpark (22,6 ton CO2) en het elektraverbruik (1,3 ton CO2). Het is dan ook van belang om deze emissies nauwkeurig vast te leggen.
Scope 1:
De meetgegevens van het eigen wagenpark zijn door leverancier BP aangeleverd aan de organisatie. De voertuigen zijn gekoppeld met eigen brandstofpassen. Er wordt een beperkte kilometerregistratie bijgehouden, tevens zijn de omgevingscondities tijdens het verbruik zodanig van invloed dat is gekozen om de CO2-emissie op basis van de brandstofgegevens te bepalen. De meetgegevens van het brandstofgebruik van stationaire verbrandingsapparatuur ten behoeve van verwarming komen van facturen van Nuon. Pneuman B.V. Het verbruik van eventuele lasgassen komt van facturen van de leverancier van het gas en alleen gassen met een mix van CO2 zijn opgenomen in het overzicht. Deze methode wordt voldoende betrouwbaar geacht.
Scope 2:
De meetgegevens van het elektriciteitsverbruik zijn verzameld van facturen van GDF Suez. De elektra van GDF Suez betreft groene stroom hollandse wind met certificaten van oorsprong en afgemeld bij het CertiQ volgens de kwalificaties van de CO2 prestatieladder. Deze methode wordt voldoende betrouwbaar geacht.
Scope 3: Indirecte overige CO2-emissie Een volledige emissie-inventaris voor scope 3 valt momenteel nog buiten de CO2-inventarisatie en is daarom niet opgenomen in deze rapportage.
CO2-compensatie Er vindt geen compensatie plaats van CO2-emissies. Beschikbare middelen worden aangewend om verbetering te bewerkstelligen binnen de eigen organisatie en het wagenpark om hiermee de bedrijfsmiddelen optimaal te laten presteren in het kader van de CO2-emissie.
Pagina 7
JAARGANG 3, NR. 1
Pagina 8
Voortgang ten opzichte van het referentiejaar Historisch basisjaar Voor Pneuman B.V. zijn de derde metingen in het kader van de ISO 14064-norm uitgevoerd over het kalenderjaar 2014. 2012 geldt als referentiejaar op basis waarvan de toe- of afname van de CO2-emissie wordt vastgesteld.
Aanpassingen aan historisch jaar De meting over 2014 betreft de derde meting in het kader van de ISO 14064-norm. Er zijn geen aanpassingen aan het historisch jaar.
Normalisering meetresultaten De omvang van de CO2-emissie heeft een duidelijke correlatie met de omvang van de activiteiten welke door Pneuman B.V. zijn ontplooid. Ten behoeve van vergelijking van de emissie in het referentiejaar en die tijdens de gerapporteerde periode, wordt daarom een maatstaf bepaald op basis waarvan de meetresultaten kunnen worden genormaliseerd. Voor Pneuman B.V. zal de omvang van bedrijfsactiviteiten worden genormeerd aan de hand van de omzetindex (2012 = 100) en het aantal FTE. In onderstaande tabellen is de totale CO2-emissie van scope 1 en scope 2 genormeerd weergegeven.
Scope 1 Factor
Kg CO2 Scope 1 Kg CO2 Scope 1 / omzet Kg CO2 Scope 1 / FTE
2012
2013
2014
62.272
60.119
54.515
622,7 2.224
621,1 2.171
621,2 2.243
Scope 2 Factor
Kg CO2 Scope 2 Kg CO2 Scope 2 / omzet Kg CO2 Scope 2 / FTE
2012
2013
47.075 470,8 1.681
41.251 426,1 1.490
2014
1.273 14,5 52
De CO2 emissie is in 2014 49% lager dan in 2012. Genormaliseerd naar het aantal FTE bedroeg de reductie ten opzichte van 2012 ruim 41%, genormaliseerd naar omzet is in 2014 bedroeg de reductie 42%. Onderbouwing trend Scope 1 directe emissies Het aardgasverbruik voor verwarmingsinstallatie van de locatie daalde significant in 2014. De daling is een gevolg van de temperatuurgevoeligheid in het gasverbruik, 2014 was bijna 17% warmer dan 2012. Uit de analyse voor het gasverbruik genormaliseerd op basis van graaddagen werd een beperkte stijging van 1,4% van het gasverbruik ten opzichte van 2012 geconstateerd. Het brandstofverbruik van het wagenpark in absolute zin in 2014 is ruim 10% lager ten opzichte van 2012. 60% van het wagenpark is al label A of B. De gemiddelde CO2 emissie per kilometer van het wagenpark kon nog niet met voldoende nauwkeurigheid worden bepaald.
JAARGANG 3, NR. 1
Voortgang ten opzichte van het referentiejaar Onderbouwing trend Scope 2 indirecte emissies Het elektraverbruik op de locatie daalde in 2014 verder en is inmiddels bijna 18% lager dan het niveau van 2012. De daling is deels een gevolg van de verminderde productie activiteiten in 2014, daarnaast zijn door bewustwording en maatregelen significante besparingen gerealiseerd. Daarnaast is in 2014 besloten tot de inzet van echte groene stroom, leidend tot een emissie reductie van in totaal 40 ton CO2 en een totale reductie van 97% van de scope 2 emissies ten opzichte van het basisjaar 2012. In absolute termen werd ca. 18.500 kWh bespaard, gelijkwaardig aan het gemiddelde jaarverbruik van 5,5 huishoudens per jaar (bron: Nibud).
Berekeningsmodellen Kwantificeringsmethodes De kwantificering van grondstoffen naar CO2-emissiewaarden is telkens gedaan door geregistreerde volume-eenheden van de gebruikte brandstoffen te benutten. De omrekening van volume naar emissiewaarden is eenduidig en geeft de meest betrouwbare vergelijking. In die situaties waar geen volume-eenheden van brandstof beschikbaar waren, is gebruikgemaakt van de meest betrouwbare informatie die beschikbaar was. Het gas– en elektriciteitsgebruik is genomen aan de hand van geijkte meters en/of aan de hand van de facturen van het energiebedrijf. Door de geldende wetgeving is dit de meest betrouwbare informatiebron die beschikbaar is.
Verklaring voor veranderingen in de kwantificeringsmethodes De meting over 2014 betreft de derde meting in het kader van de ISO 14064-norm. In de kwantificeringsmethodes is geen sprake van aanpassingen aan het historisch jaar.
Pagina 9
Pagina 10
Annex 1: CO2-emissie 2014 scope 1 en 2 CO2-em issie factor 1 Hoeveelheid Eenheid Hoeveelheid [totaal]
2014 Eenheid
CO2-emissie [ton]
Scope 1: Directe emissie
54,5
Stationaire verbrandingsapparatuur
22,6 1.825
g CO2 / Nm3
12.395 Nm3
- Benzine
2.780
g CO2 / liter
3.237 liter
9,0
- Diesel
3.135
g CO2 / liter
7.303 liter
22,9
- LPG
1.860
g CO2 / liter
0 liter
0,0
- Aardgas
22,6
Gebruik eigen w agenpark
31,9
CO2-em issie factor 1 Hoeveelheid Eenheid Hoeveelheid [totaal]
2014 Eenheid
CO2-emissie [ton]
Scope 2: Indirecte emissie
1,3
Elektriciteitsgebruik en centrale w arm televering - Windkracht
1,3 15
g CO2 / kWh
210
g CO2 / voertuigkm
84.899 kWh
1,3
Privé-auto's voor zakelijk verkeer - Personenauto, brandstoftype niet bekend
0,0 0 km
0,0
Zakelijk vliegen
0,0
- Afstand < 700 km
270 g CO2 / reizigerskm
0 reizigerskm
0,0
- Afstand 700 - 2.500 km
200 g CO2 / reizigerskm
0 reizigerskm
0,0
- Afstand > 2.500 km
135 g CO2 / reizigerskm
0 reizigerskm
0,0
Referenties 1: Bron: CO2-Prestatieladder, Handboek 2.2 bijlage C Conversiefactoren, geldig m.i.v. 4 april 2014
Scope 1 Overzicht
Stationaire verbrandingsapparatuur Airco en koelingapparatuur Eigen wagenpark Scope 2 overzicht
Elektriciteitsgebruik Elektriciteitsgebruik mobiliteit Privé auto's voor zakelijk verkeer Zakelijk vliegen
Ton CO2 22,6 31,9
41,5% 0,0% 58,5%
Ton CO2 1,3 -
100,0% 0,0% 0,0% 0,0%