CAR POLICY 2005 CAR POLICY. 10 november blz. 1 van 35

CAR POLICY 2005

CAR POLICY

10 november 2005

blz. 1 van 35

CAR POLICY 2005

INHOUDSTAFEL I. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.

POLICY INLEIDING ..................................................................................................... 3 BEGRIPPEN & DEFINITIES.............................................................................. 4 TOEKENNINGSVOORWAARDEN....................................................................... 5 WAGENPARK .................................................................................................. 7 LEASEBUDGET ............................................................................................. 10 KOSTEN TEN LASTE VAN DE WERKNEMER ................................................... 11 GEBRUIK EN BEHEER .................................................................................. 12 ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN ............................................................... 14 AANSPRAKELIJKHEID .................................................................................. 14 VERZEKERINGEN ......................................................................................... 14 SCHADEGEVAL............................................................................................. 15 TANKKAART ................................................................................................ 15 FISCALE IMPLICATIES: VOORDEEL IN NATURA............................................. 15 DUURTIJD.................................................................................................... 16 OPSCHORTING / BEEINDIGING VAN DE BEDRIJFSWAGEN-OVEREENKOMST . 16

II. PROCEDURES 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

18

BESTELPROCEDURE .................................................................................... AFLEVERING ................................................................................................ BOORDDOCUMENTEN................................................................................... ONDERHOUD EN HERSTELLING.................................................................... SCHADEGEVAL............................................................................................. TANKKAART ................................................................................................ MELDINGSPLICHT ........................................................................................ INLEVEREN BEDRIJFSWAGEN ......................................................................

18 19 19 20 20 21 21 22

III. BIJLAGEN

IV. BEDRIJFSWAGEN-OVEREENKOMST

blz. 2 van 35

CAR POLICY 2005

I.

POLICY

1.

INLEIDING

Real Software kent reeds lange tijd Bedrijfwagens toe aan haar personeel, en heeft dan ook een uitgebreid wagenpark ontwikkeld. Omwille van bedrijfseconomische en wettelijke redenen, diende Real Software het bestaande wagenpark te herevalueren en herstructurereren. In het licht daarvan werden nieuwe contracten onderhandeld met autoconstructeurs, Leasingmaatschappijen, en andere ondernemingen die bij de leasing van bedrijfswagens betrokken zijn. Deze onderhandelingen hebben tot gevolg gehad dat het wagenparkbeleid van Real Software enigzins zal worden gewijzigd, en bijgevolg ook de toepasselijke Car Policy. De Car Policy bevat een éénduidige en objectieve regeling voor de toekenning van een bedrijfswagen aan de medewerkers van Real Software. Zij regelt de toekenningsvoorwaarden, de voorwaarden voor het gebruik van en de procedures met betrekking tot de Bedrijfswagens en is van toepassing op alle Bedrijfswagens in het wagenpark van de verschillende vestigingen van de Real Software Groep in België. Deze Car Policy werd aangenomen op 1 oktober 2005 door het Managementcomité en valt integraal en uitsluitend onder haar bevoegdheid. Enkel het Managementcomité zal aan deze policy wijzigingen kunnen aanbrengen of ervan afwijkende regelingen kunnen toestaan op basis van wettelijke of bedrijfseconomische overwegingen en dit na overleg met de syndicale afvaardiging en na goedkeuring door de ondernemingsraad. De Car Policy zal jaarlijks door Real Software worden geëvalueerd en indien daartoe noodzaak bestaat, worden aangepast. Na elke herziening zal de geactualiseerde versie ervan worden gepubliceerd op de RealPortal. De geldende versie van de Car Policy en de Bijlagen zal aan de Werknemers worden medegedeeld en kan worden geraadpleegd via RealPortal. De Car Policy treedt onmiddellijk in werking. Iedere bestelling van een nieuwe wagen na inwerkingtreding van deze Car Policy, zal dan tevens onderworpen zijn aan de voorwaarden van deze Car Policy en de daaraan verbonden Individuele Bedrijfswagenovereenkomst. Aan de op dat ogenblik nog rijdende Bedrijfswagens in het wagenpark van Real Software, verandert er echter niets. Deze zullen verder onderworpen blijven aan de voorwaarden en overeenkomsten die oorspronkelijk werden gesloten met betrekking tot die Bedrijfswagens.

blz. 3 van 35

CAR POLICY 2005

2.

BEGRIPPEN & DEFINITIES

Bedrijfswagen:

De wagen die door de Werkgever wordt geleased bij de Leasingmaatschappij en die voor beroepsdoeleinden ter beschikking wordt gesteld van de Werknemer.

Bedrijfswagen-overeenkomst:

De overeenkomst die door iedere individuele Werknemer wordt onderschreven met betrekking tot de aan die Werknemer toegekende Bedrijfswagen.

Car Policy:

Deze Car Policy beschrijft het bedrijfswagenbeleid van de Real Software Groep.

Leasecategorie:

De door de Werkgever vastgelegde categorieën A t.e.m. F, waarbij aan iedere categorie een vastgesteld referentiebudget wordt gekoppeld, alsmede een vaste selectie van pregedefinieerde Bedrijfswagens. Zie bijlage I.

Leasingmaatschappij:

De Leasingmaatschappij waarmee de Werkgever een overeenkomst heeft afgesloten met betrekking tot de huurkoop van de Bedrijfswagen.

Poolwagen:

Een vervroegd vrijgekomen Bedrijfswagen of korte termijn huurwagen

Referentiebudget

Budget dat verbonden Leasecategorie

Wagenparkbeheerder:

Een door de Werkgever aangeduide persoon die voor de Werkgever het wagenpark beheert. Alle meldingen aan de Werkgever dienen via de Wagenparkbeheerder te worden ingediend.

Werkgever:

Real Software NV

Werknemer:

Een medewerker die middels een arbeidsovereenkomst is verbonden aan de Werkgever, en aan wie een Bedrijfswagen wordt toegekend.

is aan een

bepaalde

blz. 4 van 35

CAR POLICY 2005

3.

TOEKENNINGSVOORWAARDEN

3.1.

ALGEMEEN

De toekenning van een Bedrijfswagen is strikt verbonden aan de aard van de door de Werknemer uitgeoefende beroepswerkzaamheden. De Bedrijfswagen zal door de Werknemer dan ook gebruikt worden voor het uitoefenen van deze beroepswerkzaamheden. De Werknemer die over een Bedrijfswagen beschikt, dient de verplaatsingen die hij in opdracht van de Werkgever doet, uit te voeren met de aan hem toegekende Bedrijfswagen, tenzij anders schriftelijk wordt overeengekomen. Aan de Werknemer wordt echter ook een privé gebruik van de Bedrijfswagen toegestaan. De Werknemer zal de Bedrijfswagen en de Poolwagen steeds gebruiken en beheren als een goed huisvader, overeenkomstig de aard en de bestemming van de Bedrijfswagen.

3.2.

CRITERIA De toekenning van een Bedrijfswagen is afhankelijk van de volgende voorwaarden: (i)

De functieomschrijving: De Werknemer oefent werkzaamheden uit met een mobiel of representatief karakter, waarvoor het gebruik van een Bedrijfswagen noodzakelijk is.

(ii)

Tewerkstellingsgraad: De Werknemer oefent minstens op 65% basis werkzaamheden uit.

(iii)

Ogenblik van toekenning Een Bedrijfswagen kan slechts eerst worden toegekend na afloop van zes maanden ononderbroken dienst. Gedurende de eerste zes maanden kan eventueel en in onderling overleg, een Poolwagen ter beschikking worden gesteld.

Rekening houdende met specifieke omstandigheden, kan van deze criteria worden afgeweken.

blz. 5 van 35

CAR POLICY 2005

3.3.

FUNCTIEWIJZIGINGEN De toekenning van een Bedrijfswagen is verbonden aan de functie van de Werknemer, zolang de Werknemer deze functie bekleedt. Mocht de Werknemer een andere functie binnen het bedrijf krijgen, waarbij het gebruik van de Bedrijfswagen niet meer verantwoord kan worden op basis van functieomschrijving en tewerkstellingsgraad, zullen er onderhandelingen gestart worden met de betreffende werknemer omtrent het compenseren van het verlies van het voordeel in natura verbonden aan zijn bedrijfswagen.

3.4.

UITZONDERINGSREGIME: TOEKENNING VAN EEN VERVANGENDE KOSTENVERGOEDING VOOR HET GEBRUIK VAN DE PRIVEWAGEN Dit uitzonderingsregime geldt enkel indien de werknemer reeds gebruik maakte van dit regime bij de ingebruikname van deze policy. Bepaalde categoriën van Werknemers, die in aanmerking komen voor de toekenning van een Bedrijfswagen, doch die in het verleden beslisten geen Bedrijfswagen-overeenkomst te wensen onderschrijven, kunnen verder gebruikmaken van hun privé-wagen of van het openbaar vervoer, en uitzonderlijk aanspraak maken op een vervangende kostenvergoeding. De vervangende kostenvergoeding wordt toegekend op basis van een maandelijkse kostennota en bedraagt 70% van deze kostennota, geplafonneerd tot het Referentiebudget + brandstofkaart. De fiscus gaat ervan uit dat 70% van een verplaatsingsvergoeding de wagenkosten dekt (afschrijvingen en onderhoud) en 30 % de brandstof. Op de onkostennota moeten de gereden km's vermeld worden aan het wettelijke tarief, maar wordt er maar rekening gehouden met 70% hiervan, en moet er een maand-maximum staan dat kleiner of gelijk is aan het normale leasing budget. De Werknemer die opteert voor het uitzonderingsregime kan in voorkomend geval niet langer aanspraak maken op een sociaal abonnement.

blz. 6 van 35

CAR POLICY 2005

4.

WAGENPARK

4.1.

LEASECATEGORIEEN

4.1.1. Het wagenpark is ingedeeld in Leasecategorieën. Per Leasecategorie wordt een beperkte Bedrijfswagens (merk en type) aangeboden Leasebudget vastgelegd.

selectie pregedefinieerde en wordt een referentie

Een overzicht van de verschillende Leasecategoriën en de daaraan verbonden voordelen, is opgenomen in Bijlage I “Leasecategoriën - wagenpark”. 4.1.2. De in de onderscheiden Leasecategorieën opgenomen Bedrijfswagens (merk/type/uitvoering) en Leasebudgetten kunnen door de Werkgever enkel in overleg met de syndicale afvaardiging en na goedkeuring door de Ondernemingsraad worden aangepast. 4.2.

KEUZE VAN DE BEDRIJFSWAGEN

4.2.1. De Werknemer wordt op basis van zijn functie-niveau ingedeeld in een Leasecategorie (Bijlage I “Leasecategoriën – Wagenpark”).

De Werknemer kan een Bedrijfswagen kiezen uit een selectie pregedefinieerde wagens, binnen de voor hem geldende Leasecategorie.

4.2.2. De Werknemer kan een Bedrijfswagen Leasecategorie.

kiezen uit

van

maximaal 1 hogere

In dat geval zal de Werknemer een eigen bijdrage ten laste nemen, zoals uiteengezet onder 4.6..

4.2.3. De overgang van de Werknemer naar een hoger functie-niveau en dus naar een hogere Leasecategorie heeft nooit tot gevolg dat de Bedrijfswagen wordt vervangen vóór het verstrijken van de duurtijd van de individuele Bedrijfswagen-overeenkomst.

blz. 7 van 35

CAR POLICY 2005

4.3.

POOLWAGEN

4.3.1. De Werkgever behoudt zich het recht voor om een vrijgekomen bedrijfswagen (Poolwagen) toe te wijzen als Bedrijfswagen. In dergelijk geval wordt bij eventuele toekenning van een Bedrijfswagen van een hogere Leasecategorie, de overschrijding van het Leasebudget niet in rekening gebracht van de Werknemer. De toegekende poolwagen zal minstens Leasecategorie waartoe de Werknemer behoort.

overeenstemmen

met

de

4.3.2. De Werknemer kan zich tegen de toekenning van een Poolwagen slechts verzetten in de mate dat deze Poolwagen qua uitrusting teveel zou afwijken van een door de Werknemer aangeduide Bedrijfswagen uit de voor hem/haar geldende Leasecategorie en in de mate dat deze aanduiding berust op objectieve elementen (zoals gezondheidstoestand, gezinsgrootte, reeds eerder toegewezen poolwagen, anciënniteit, etc.). 4.3.3. Ook in de volgende omstandigheden kan aanloopwagen/poolwagen worden toegekend: -

aan

de

Werknemer

een

Gedurende de eerste 6 maanden na indiensttreding; In afwachting van de levering van de bestelde Bedrijfswagen; Ingeval van tijdelijke onbeschikbaarheid van de Bedrijfswagen, tengevolge van diefstal, ongeval, etc....

In deze gevallen kan de poolwagen van een lagere of hogere categorie zijn dan de Bedrijfswagen waarop de Werknemer aanspraak kan maken overeenkomstig zijn Leasecategorie. 4.4.

STANDAARDUITRUSTING

4.4.1. De in bijlage I opgenomen Bedrijfswagens worden toegekend in de standaarduitvoering die door de constructeur wordt aangeboden en die past binnen het beschikbare Leasebudget per Leasecategorie. De standaarduitvoering van de Bedrijfswagen voorziet in ieder geval steeds: - dieselmotor - metaalkleur - airco (manueel of electrisch) - radio/CD - frontale airbags en ABS - wettelijk voorgeschreven kit - carkit Voornoemde standaardopties worden reeds bij bestelling bij iedere wagen voorzien en zijn niet inruilbaar voor andere opties.

blz. 8 van 35

CAR POLICY 2005

Eventuele andere opties waarmee de Bedrijfswagen wordt uitgerust - bovenop de standaarduitrusting van 4.4.1. – zijn afhankelijk van het type en merk van Bedrijfswagen en worden afzonderlijk per Leasecategorie vermeld in Bijlage 1. 4.5.

OPTIES

4.5.1. Opties op het ogenblik van de bestelling Indien de Werknemer bij de bestelling van de Bedrijfswagen bijzondere opties wenst te bekomen, die niet zijn voorzien in de lijst van pregedefinieerde Bedrijfswagens die worden voorgesteld binnen de voor de Werknemer geldende Leasecategorie, dan heeft de Werknemer de volgende mogelijkheden: (i)

Hogere Leasecategorie: de Werknemer kan ervoor opteren om een pregedefinieerde Bedrijfswagen te selecteren uit een hogere Leasecategorie, waarin de gewenste opties wel voorkomen; of

(ii)

Individuele bestelling van opties Indien de gewenste opties niet voorkomen in de pregedefinieerde Bedrijfswagens van een hogere leasecategorie, dan kan de Werknemer deze opties separaat bestellen, tenminste, voor zover deze opties voorkomen op een vooraf gedefinieerde optielijst.

De voorwaarden voor en de financiële gevolgen bij toevoeging van opties, wordt hierna geregeld onder artikel 5.2. “Budgetoverschrijding”. 4.5.2. Opties buiten de bestelling/ na aflevering De Werknemer mag na aflevering van de Bedrijfswagen niet op eigen initiatief opties of accessoires bijplaatsen. Opties en accessoires kunnen slechts worden toegekend na goedkeuring van de Werkgever, en gebeuren steeds op eigen kosten van de Werknemer. De Bedrijfswagen moet steeds een zakelijk en neutraal uitzicht behouden. De Werkgever behoudt zich dan ook het recht om in dit kader bepaalde opties te weigeren. De plaatsing van goedgekeurde opties en accessoires dient uitsluitend te gebeuren bij een door de fabrikant van de Bedrijfswagen erkende verdeler. Opties of accessoires die zonder goedkeuring of door een niet-erkende verdeler werden aangebracht op eigen initiatief van de Werknemer, zullen op

blz. 9 van 35

CAR POLICY 2005

kosten van laatstgenoemde worden verwijderd. De daardoor veroorzaakte kosten en/of schade zijn integraal ten laste van de Werknemer. Opties of accessoires die niet kunnen worden verwijderd, worden zonder vergoeding eigendom van de Leasingmaatschappij. 4.6

AANREKENING VAN DE CATEGORIEOVERSCHRIJDING Het bedrag waarmee de Leasekost wordt overschreden, wordt aan de Werknemer in rekening gebracht op de volgende wijze: (i)

Bedrijfswagen uit een hogere Leasecategorie De Werknemer zal maandelijks een eigen bijdrage ten laste nemen, gelijk aan het nettoverschil tussen het referentiebudget dat van toepassing is voor de Leasecategorie waarop de Werknemer gerechtigd is, en het referentiebudget van de hogere Leasecategorie. Wanneer de Werknemer het bedrijf verlaat stopt de individuele bedrijfswagenovereenkomst met de Werknemer en tevens ook de bijbetaling.

(ii)

Bestelling van bijkomende opties De Werknemer dient het bedrag van de budgetoverschrijding integraal te betalen bij aflevering van de Bedrijfswagen. Hij zal hiervoor van de Werkgever een gedetailleerde factuur ontvangen.

5.

LEASEKOST

5.1.

LEASEKOST STANDAARDUITVOERING

5.1.1. De maandelijkse Leasekost omvat de volgende posten: -

leasing van de wagen via de Leasingmaatschappij verkeersbelasting en wettelijke taksen vervanging van banden bij normale slijtage volledige onderhoud van de Bedrijfswagen bij een door de fabrikant erkende verdeler/hersteller; wettelijke verzekeringen voor burgerlijke aansprakelijkheid en rechtsbijstand omniumverzekering bijkomende verzekeringen zoals reisbijstand in België wettelijke en reglementaire vergoedingen

5.1.2. Het maandelijkse Referentiebudget wordt vastgesteld rekening houdende met een een leasingduur van 36 maanden en 40.000 km per jaar.

blz. 10 van 35

CAR POLICY 2005

De Werknemer moet de Werkgever in kennis brengen indien hij het vooropgestelde aantal kilometers zal overschrijden. .

6.

KOSTEN TEN LASTE VAN DE WERKNEMER

6.1.

De hiernavolgende kosten zijn voor eigen rekening van de Werknemer, tenzij anders wordt overeengekomen: • Parkeergelden, stallingskosten, veer- en tolgelden: tenzij deze kosten werden gemaakt in opdracht van de Werkgever. • Kosten voor het wassen en poetsen (binnen en buiten); • Kosten voor sneeuwkettingen; • Kosten met betrekking tot de trekhaak (onderhoud en jaarlijkse keuring); • De onderhouds- en herstelkosten, inclusief de eventuele gevolgschade, die veroorzaakt worden door grove nalatigheid of onzorgvuldig beheer door de Werknemer. In voorkomend geval kunnen de gemaakte kosten verhaald worden op de Werknemer, voor zover door een onafhankelijke deskundige de eigen fout van de Werknemer is vastgesteld; • De onderhoudskosten gemaakt in het buitenland, indien dit niet ter gelegenheid is van een dienstreis in opdracht van de Werkgever; •

Indien de Bedrijfswagen uitzonderlijk in het buitenland dient te worden onderhouden of hersteld, zal de Werknemer de daaraan verbonden kosten in eerste instantie voor eigen rekening nemen. Later kan hij de kosten terugvragen via de Leasingmaatschappij of de Werkgever via een onkostenaangifte.

• Brandstofkosten tengevolge van tanken bij andere tankstations dan de vooropgestelde Belgische tankstations; • Brandstofkosten tengevolge van tanken in het buitenland indien dit niet ter gelegenheid is van een dienstreis in opdracht van de Werkgever; • Verkeersboetes en andere kosten, alsmede de gerechtelijke kosten (inzoverre deze niet gedekt zijn door de rechtsbijstandverzekering) die voortvloeien uit inbreuken op de verkeersregels of ongevallen, ongeacht in welk land zij zijn opgelopen en ongeacht opgelopen tijdens het professioneel- of privégebruik van de Bedrijfswagen. Terzake ontkennen de Werkgever en de Leasingmaatschappij elke verantwoordelijkheid en kunnen zij niet beschouwd worden als zijnde burgerrechtelijk of strafrechtelijk aansprakelijk;

blz. 11 van 35

CAR POLICY 2005

• Schade en kosten die voortvloeien uit ongevallen veroorzaakt door of in een toestand van intoxicatie, vastgesteld door de bevoegde wettelijke instanties. • Het bedrag van de vrijstelling (“Franchise”) op de omniumverzekering, met een maximum van de herstellingskosten:
in geval van een schadegeval “eigen schade” of indien er geen tegenpartij is of deze onbekend is en de kosten dus niet kunnen verhaald worden op de tegenpartij
en dit voor de schadegevallen opgelopen bij het privé-gebruik van de wagen
vanaf het tweede ongeval (de eerste franchise valt ten laste van de Werkgever).
De Werknemer kan terug een schadevrije positie opbouwen in een periode van 3 jaar.

6.2.

Indien nodig zullen bovenvermelde bedragen ingehouden worden op het netto salaris van de Werknemer, in overeenstemming met artikel 23 van de Loonbeschermingswet.

7.

GEBRUIK EN BEHEER

7.1.

De Werknemer zal de Bedrijfswagen en de Poolwagen steeds gebruiken en beheren als een goed huisvader, overeenkomstig de aard en de bestemming van de Bedrijfswagen. De Werknemer zal ten alle tijde de wetten en reglementen, de bepalingen van de verzekeringspolis en de handleidingen van de constructeur en de Leasingmaatschappij, respecteren.

7.2.

Het is de Werknemer uitdrukkelijk verboden om: •

De Bedrijfswagen te vervreemden, te belenen, te verpanden, te verhuren, in onderhuur te geven, met de wagen personen tegen betaling te vervoeren.

•

De Bedrijfswagen uit te lenen aan derden, met uitzondering van een uitlening ten occasionele titel en van korte duur in dringende gevallen of om veiligheidsredenen. In voorkomend geval zal de Werknemer de Bedrijfswagen uitsluitend laten besturen door personen die in het bezit zijn van een geldig rijbewijs. Worden evenwel niet als derden beschouwd: de bij de Werknemer gedomicilieerde gezinsleden: echtgeno(o)t(e), samenwonende partner die bij de Werknemer is gedomicilieerd en de meerderjarige kinderen.

blz. 12 van 35

CAR POLICY 2005

Worden evenmin als derden beschouwd: iedere Werknemer. •

De Bedrijfswagen te gebruiken voor professionele doeleinden die buiten de contractuele relatie met de Werkgever liggen.

•

Te rijden onder invloed van intoxicatie of andere door de Wet verboden producten.

•

De Bedrijfswagen te gebruiken voor wedstrijden, prestatieritten of lesdoeleinden.

•

Stickers aan te brengen op de Bedrijfswagen, welke niet zijn opgelegd door de Werkgever tenzij wegenvignetten en andere aanduidingen in samenwerking met de overheid.

•

De Bedrijfswagen te gebruiken voor het vervoer van gevaarlijke materialen of materialen die niet door de verzekering worden gedekt.

•

In de Bedrijfswagen dieren te vervoeren, tenzij de nodige voorzieningen voor de veiligheid en de zuiverheid worden getroffen.

•

In de Bedrijfswagen lifters te vervoeren.

snelheidsproeven,

rally’s,

De Werkgever kan voor deze verbodsbepalingen afwijkende regelingen toestaan, doch dient hiervoor zijn uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming te verlenen. Iedere afwijkende regeling zal in tijd beperkt zijn. 7.3.

Bij vertrek naar het buitenland De Werknemer zal voor zijn vertrek naar het buitenland steeds: - Nagaan of eventueel een bijkomende persoonlijke pechbijstandsverzekering vereist is in functie van de territoriale dekking van de bestaande verzekeringen (Landenlijst is beschikbaar bij de boorddokumenten); - Zich ervan verzekeren dat de Bedrijfswagen voldoet aan de vereisten van technisch onderhoud.

7.4.

De Werknemer zal de Bedrijfswagen proper houden (binnen- en buitenkant) en in goede staat van onderhoud voor wat betreft de lichten, de bandenspanning, het olie- en waterpeil, de batterijen en het antivries.

7.5.

De Werkgever en/of de Leasingmaatschappij zijn ten alle tijde gerechtigd om controle uit te oefenen op de staat van de Bedrijfswagen. Daartoe zal de Werknemer steeds toegang geven tot de plaats waar het voertuig zich bevindt.

blz. 13 van 35

CAR POLICY 2005

8.

ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN

8.1.

De Werknemer zorgt ervoor dat de Bedrijfswagen regelmatig, overeenkomstig het onderhoudsschema en volgens de richtlijnen en aanwijzingen van de constructeur en/of de Werkgever wordt onderhouden bij een erkende verdeler/hersteller. De kosten voor het gebruikelijk onderhoud en herstellingen in België worden rechtstreeks aan de Leasingmaatschappij gefactureerd.

8.2.

De schade (onderhoudskosten en gevolgschade) veroorzaakt door nietnaleving van de onderhoudsplicht of door grove nalatigheid/ onzorgvuldig beheer zal integraal ten laste zijn van de in gebreke blijvende Werknemer, evenals alle herstellingen die niet onder het normale onderhoud van de Bedrijfswagen vallen.

8.3.

Onderhoud in het buitenland. Indien de Bedrijfswagen uitzonderlijk in het buitenland dient te worden onderhouden of hersteld, zal de Werknemer de daaraan verbonden kosten in eerste instantie voor eigen rekening nemen. Later kan hij de kosten terugvragen via de Leasingmaatschappij of de Werkgever.

9.

AANSPRAKELIJKHEID

9.1.

Indien de Werknemer de richtlijnen en verplichtingen, zoals omschreven in deze Car Policy, in de individuele Bedrijfswagen-overeenkomst, het Leasecontract, de officiële boorddocumenten en het verzekeringscontract niet naleeft, en daaruit voor de Werkgever, derden of de Leasingmaatschappij enigerlei schade ontstaat, is de Werknemer voor deze schade exclusief aansprakelijk.

9.2.

De Werknemer is aansprakelijk voor het risico en de financiële consequentie van inbeslagname en verbeurdverklaring van de Bedrijfswagen, voor zover dit toerekenbaar is aan de Werknemer.

10. VERZEKERINGEN 10.1. De Bedrijfswagen wordt door de Werkgever verzekerd voor : Een kopie van de verzekeringsovereenkomst wordt aan de Bedrijfswagenovereenkomst aangehecht.

blz. 14 van 35

CAR POLICY 2005

11. SCHADEGEVAL 11.1. Elk schadegeval, ongeacht de omvang ervan, moet – in de mate van het mogelijke - binnen 2 dagen na het ontstaan ervan worden aangegeven. Het is niet toegelaten op eigen initiatief herstellingen uit te voeren. 11.2. Ingeval van een schadegeval met lichamelijke schade moet de Werknemer een proces-verbaal laten opmaken door de bevoegde overheid. 11.3. Ingeval er een twijfel bestaat in verband met de verantwoordelijkheid, dient er steeds een proces verbaal opgemaakt te worden door de bevoegde overheid.

12. TANKKAART 12.1. De Werknemer zal beschikken over een tankkaart met een geheim codenummer. Door middel van deze tankkaart kan de Werknemer met de Bedrijfswagen tanken in België bij alle vooropgestelde benzinestations. Het is de Werknemer niet toegestaan de tankkaart te gebruiken voor andere wagens dan de aan hem toegekende Bedrijfswagen, Poolwagen of vervangwagen. 12.2. De Werknemer zal verantwoordelijk voor de toegekende tankkaart en het geheime codenummer. 12.3. De Werknemer is steeds aansprakelijk voor alle kosten en schades die voortvloeien uit een ernstige fout, fraude en/of oneigenlijk gebruik van de tankkaart. Bij vaststelling van misbruik van de tankkaart, behoudt de Werkgever zich het recht voor om passende maatregelen te nemen, zoals beschreven in artikel 15.1. of 15.2. .

13. FISCALE IMPLICATIES: VOORDEEL IN NATURA 13.1. Het ter beschikking stellen van een Bedrijfswagen aan een Werknemer, die deze wagen gedeeltelijk voor privé-doeleinden kan gebruiken, wordt door de wetgever beschouwd als een voordeel in natura. Dit gebruik is bijgevolg onderworpen aan sociale zekerheid (solidariteitsbijdrage) en aan bedrijfsvoorheffing.

blz. 15 van 35

CAR POLICY 2005

Het voordeel in natura wordt berekend op basis van het fiscaal vermogen van elk voertuig en op basis van een jaarlijkse forfaitair vastgesteld aantal kilometers. Het bedrag van het voordeel in natura wordt voorgesteld in Bijlage IV “Voordeel van alle aard”. 13.2. De Werkgever houdt de wettelijke inhoudingen op het voordeel in natura maandelijks in op het salaris van de Werknemer. De Werkgever behoudt zich het recht voor het bedrag van het aan te geven voordeel in natura te wijzigen, na verwittiging van de werknemers, mocht zulks nodig blijken in overleg met de belasting- of RSZ-controleur van de vennootschap of ten gevolge van een wetswijziging.

14. DUURTIJD 14.1. Voor de berekening van de leasetermijn wordt uitgegaan van een looptijd van 36 maanden of een maximaal aantal van 40.000 km per jaar. De effectieve looptijd van de individuele Bedrijfswagenovereenkomst kan hiervan afwijken. Concreet betekent dit dat afhankelijk van het totaal jaarlijks aantal kilometers, de looptijd kan variëren tussen 2 en 5 jaar.

15. OPSCHORTING / BEEINDIGING BEDRIJFSWAGEN-OVEREENKOMST

VAN

DE

15.1. OPSCHORTING Het gebruik van de Bedrijfswagen kan door de Werkgever tijdelijk worden opgeheven, zonder vergoeding voor de Werknemer: •

indien de arbeidsovereenkomst wordt geschorst voor een periode langer dan drie maanden door voltijdse loopbaanonderbreking.. Deze regel geldt niet gedurende de normale periode van 15 weken zwangerschapsverlof of indien daarover tussen partijen anders wordt overeengekomen.

•

Bij vaststelling van oneigenlijk/frauduleus gebruik Bedrijfswagen of bij frauduleus gebruik van de tankkaart.

van

de

blz. 16 van 35

CAR POLICY 2005

•

Bij intrekking van het rijbewijs voor een periode langer dan 3 maanden;

•

Bij aanwijsbaar oneigenlijk gebruik en overtredingen van de individuele Bedrijfswagendocumenten, het Leasecontract, de officiële boorddocumenten en verzekering en mits de Werknemer hiervan door de Werkgever werd verwittigd doch geen gevolg heeft verleend aan deze verwittiging;

15.2. BEEINDIGING De Bedrijfswagen-overeenkomst wordt beëindigd vóór het verstrijken van haar duurtijd (afgelegde kilometers dan wel looptijd): • • •

Indien de arbeidsovereenkomst eindigt, ongeacht de wijze van beëindiging; Wanneer de Werknemer niet langer voldoet aan de toekenningsvoorwaarden; De bedrijfswagen-overeenkomst reeds 2 x werd opgeschort conform art. 15.1.

blz. 17 van 35

CAR POLICY 2005

II.

PROCEDURES

1.

BESTELPROCEDURE

1.1.

WANNEER? Een bestelprocedure kan worden opgestart: 1) voor een eerste Bedrijfswagen: ten vroegste na afloop van 6 maanden na indiensttreding, mits ononderbroken tewerkstelling gedurende de eerste 6 maanden. 2) voor een nieuwe Bedrijfswagen: maximum 6 maanden vóór de beëindiging van het lopende Individuele Bedrijfswagenovereenkomst. De Werknemer heeft vóór het einde van de nog lopende Bedrijfswagen-overeenkomst geen recht op vervroegde aflevering en gebruik van de Bedrijfswagen,. De Wagenparkbeheerder zal de Werknemer informeren wanneer hij in aanmerking komt voor de bestelling van een Bedrijfswagen. De Werkgever behoudt zich steeds het recht voor om een vrijgekomen bedrijfswagen (“Poolwagen”) toe te wijzen als Bedrijfswagen. De Werkgever zal hierbij rekening houden met objectieve elementen (vb. reeds eerder een poolwagen toegewezen, gezinsgrootte, anciënniteit, etc).

1.2.

VOORWAARDEN Een bestelling voor een Bedrijfswagen kan slechts worden geplaatst na ondertekening door Werkgever en Werknemer van de individuele Bedrijfswagen-overeenkomst. In deze overeenkomst worden ook de eventuele opties vermeld en wordt het totale bedrag Budgetoverschrijding vermeld.

1.3.

KILOMETER-VERWACHTING OF LEASETERMIJN Bij de bestelling van de Bedrijfswagen dient door de Werknemer bepaald te worden welke de feitelijke kilometer verwachting is. Indien de Werknemer jaarlijks meer dan 10% zou afwijken (in positieve of negatieve zin) van de vooropgestelde 40.000 kilometers of van de opgegeven kilometer verwachting, dient hij de Wagenparkbeheerder hiervan in kennis te stellen, zodat de kilometerverwachting in Bedrijfswagen-overeenkomst daaraan kan worden aangepast.

blz. 18 van 35

CAR POLICY 2005

1.4.

AANLOOPWAGEN In specifieke omstandigheden kan de Werkgever aan de Werknemer, in afwachting van de levering van de bestelde Bedrijfswagen, een Poolwagen toekennen als aanloopwagen.

2.

AFLEVERING

2.1.

De aflevering van de Bedrijfswagen/poolwagen gebeurt op een door de Wagenparkbeheerder bepaald adres in België.

2.2.

De Werknemer ontvangt bij aflevering een ontvangstbewijs waarop volgende zaken worden vermeld: (i) (ii) (iii) (iv)

de datum van de aflevering de kilometerstand het merk en type van Bedrijfswagen eventuele gebreken en/of onvolkomendheden

De Werknemer moet controleren of de uitvoering en de staat van de Bedrijfswagen overeenstemt met de bestelling. 2.3.

Ernstige gebreken en/of onvolkomendheden die worden vastgesteld na ingebruikname moeten schriftelijk worden gemeld aan de Werkgever.

2.4.

Door aanvaarding van de Bedrijfswagen en ondertekening van het ontvangstbewijs, verklaart de Werknemer akkoord te gaan met de geleverde Bedrijfswagen en de daaraan verbonden verplichtingen.

3.

BOORDDOCUMENTEN

3.1.

Bij aflevering van de Bedrijfswagen, ontvangt de Werknemer: -

Nummerplaten Reservesleutel en indien toepasselijk een veiligheidscode internationaal verzekeringsbewijs (groene kaart) inschrijvingsbewijs gelijkvormigheidsattest (roze kaart) schadeformulier handleiding van de wagen onderhoudsboekje lijst van landen waar pechverhelping geldt nuttige stukken van het verzekeringsdossier

blz. 19 van 35

CAR POLICY 2005

3.2.

Bij verlies van de documenten en items vermeld onder 3.1., dient de Werknemer binnen 24 u aangifte te doen bij de politie en/of de Wagenparkbeheerder.

4.

ONDERHOUD EN HERSTELLING

4.1.

IN BELGIË

4.1.1. Klein- en groot onderhoud: Onderhoud en herstellingen dienen te gebeuren bij een door de fabrikant van de Bedrijfswagen erkende verdeler/hersteller. De Werknemer moet de Bedrijfswagen tijdig laten onderhouden, conform het onderhoudsplan zoals voorgeschreven door de fabrikant.en/of de Leasemaatschappij. De kosten worden rechtstreeks door de verdeler/hersteller gefactureerd aan de Leasingmaatschappij.

4.2.

IN HET BUITENLAND Bij onderhoud en herstellingen in het buitenland moet contact worden opgenomen met de Wagenparkbeheerder of de alarmcentrale van de Leasingmaatschappij. Onderhoud en herstellingen worden in onderling overleg met deze laatste verricht.

5.

SCHADEGEVAL De Werknemer moet iedere vorm van schade en verlies onmiddellijk na vaststelling, en in ieder geval de eerstvolgende werkdag, telefonisch melden aan de Wagenparkbeheerder. De Werknemer moet binnen een termijn van 2 werkdagen per e-mail of per fax een schade-aangifte en indien toepasselijk een ongevalaangifte, overmaken aan de Wagenparkbeheerder. Schade die niet conform deze regeling werd ter kennis gebracht aan de Werkgever, kan op de Werknemer worden verhaald.

blz. 20 van 35

CAR POLICY 2005

6.

TANKKAART

6.1.

De Werknemer ontvangt een tankkaart met geheime code, waarmee kan worden getankt in de tankstations in België die door de Werkgever worden aangeduid.

6.2.

De Werknemer dient bij elke tankbeurt de correcte kilometerstand van de Bedrijfswagen in te geven. De Wagenparkbeheerder kan de evolutie van de gereden kilometers controleren op basis van de ingegeven kilometers bij gebruik van de Tankkaart. Indien op basis van deze gegevens zou blijken dat het werkelijk gebruik van de Bedrijfswagen afwijkt van de vooropgestelde kilometerverwachting en/of leasetermijn, dan kunnen hiervoor de noodzakelijke maatregelen worden getroffen.

6.3.

De brandstofkosten die worden gemaakt in het kader van dienstreizen in het buitenland, worden in eerste instantie door de Werknemer gedragen, doch kunnen worden teruggevorderd van de Werkgever, mits voorlegging van stavingsstukken. De Werknemer zal hiertoe een expensesheet indienen, conform het in Bijlage III “expense sheet” bijgevoegde model. Hetzelfde geldt voor tankbeurten gedaan in België doch zonder gebruik van de tankkaart (in geval van verlies, diefstal of afwezigheid), op voorwaarde dat deze tankbeurten plaatsvonden bij de door de Werkgever aangeduide benzinestations.

6.4.

Bij verlies, diefstal of beschadiging van de tankkaart dient de Werknemer dit zo snel mogelijk te melden aan de Wagenparkbeheerder en zelf de nodige maatregelen treffen om misbruiken te voorkomen, bijvoorbeeld door het laten blokkeren van de tankkaart.

7.

MELDINGSPLICHT Alle meldingen conform deze Car Policy dienen schriftelijk te gebeuren ter attentie van de Wagenparkbeheerder, Kristel Moons of per mail ter attentie van [email protected].

blz. 21 van 35

CAR POLICY 2005

8.

INLEVEREN BEDRIJFSWAGEN

8.1.

De Bedrijfswagen moet bij de beëindiging van de Bedrijfswagen-overeenkomst worden ingeleverd op een door de Wagenparkbeheerder vastgestelde plaats en tijdstip. De inlevering moet gebeuren uiterlijk op de dag waarop de Bedrijfswagenovereenkomst een einde neemt. De tankkaart moet uiterlijk bij het verlaten van het bedrijf worden terugbezorgd aan de Werkgever.

8.2.

Op het ogenblik van de inlevering wordt nagegaan of alle aan de Bedrijfswagen verbonden documenten en toebehoren zoals bepaald in art. 3.1. en zoals beschreven in de Bedrijfswagen-overeenkomst, aanwezig zijn. De staat waarin de Bedrijfswagen zich bevindt en eventuele schade, wordt schriftelijk vastgesteld op het ogenblik van de aflevering. De vastgestelde kosten en eventuele waardevermindering, met uitzondering van de normale kosten of sleepkosten, worden aan de Werknemer in rekening gebracht.

8.3.

Indien de Werknemer bij uitdiensttreding het leasecontract tussen de Werkgever en de Leasingmaatschappij wenst over te nemen, kan de Werkgever hieraan zijn medewerking verlenen.

blz. 22 van 35

CAR POLICY 2005

III. BIJLAGEN BIJLAGE I - LEASECATEGORIEEN – WAGENPARK -

Real Software wagenpark tabel Versie Juli2005V1.1 Fin.department 13/07/2005

Uitgangspunten a Bij keuze uit 1 category hoger, dient opleg te worden bijbetaald volgens kolom "Opleg" b Als extra opties te 1. Cruise control bestellen (indien niet in de 2. Navigatiesysteem aangeboden uitvoering opgenomen) 3. Dakrails 4. Trekhaak

blz. 23 van 35

CAR POLICY 2005

Category

Wagen

A

Focus 5 deur 1,6TDCi 90pk Ghia Astra 1,7 CDTI 100 pk Essentia 5 d 206 X-LINE 1.4 HDI 70 pk 5 d Megane Authentique Confort 15 DCI 85 pk Golf 5 Trendline 1,9l TDI 105pk 6v Golf Plus 1,9TDI 105pk 5v B2B

A A A A A

Merk Ford

C02 Emissie g/km 125

Opel

140

Peugeot

113

Renault

120

VW

139

VW

146

blz. 24 van 35

Bedrag in EUR per maand Opleg

CAR POLICY 2005

Category

Wagen

A+

New A4 Berline 1,9L TDi 115pk 5v Kit Extenso Mondeo 5 deur 2,0 TDCi 115 pk Ambiente Vectra 1,9 CDTI 120 PK Comfort Break Silver pack 307 SW 1.6 HDI 110 pk Megane Dynamic Luxe 1,5 DCI 105 pk Pack Scenic Dynamic Luxe 1,5 DCI 105 pk New Passat Berline Trendline 1,9 TDI 105pk 5v

A+

A+

A+ A+

A+ A+

Merk Audi

C02 Emissie g/km 151

Ford

148

Opel

162

Peugot

131

Renault

120

Renault

138

VW

151

blz. 25 van 35

A naar A+ 81 Euro Opleg

CAR POLICY 2005

Category

Wagen

B

New A4 Berline 1,9L TDi 115pk 5v Kit Loung. + Business 118d Option line Mondeo 5 deur 2,0 TDCi 115 pk Trend Vectra GTS 19CDTI 120 pk Elegance Silver pack 407 SR Comfort Berl. 2.0 HDI 136 pk Grand Scenic Authentique Confort 1,5 DCI 105 pk

B B B

B B

B B

S40 1.6 D 110 pk Kinetic New Passat Variant 1,9 TDI 105pk 5v

Merk Audi

C02 Emissie g/km 151

BMW Ford

150 151

Opel

154

Peugeot

155

Renault

144

Volvo

148

VW

151

blz. 26 van 35

A+ naar B 47 Opleg

CAR POLICY 2005

Category

Wagen

C

New A4 Avant 2,0L TDi 140pk 6v Kit Lounge New A4 Berline 2,0L TDi 140pk 6v Kit Lounge Signum 19CDTI 120 pk Silver Pack Vectra 1,9 CDTI 120 pk Cosmo Break Gold pack 407 ST Comfort Berl. 2.0 HDI 136 pk V50 Kinetic 2,0 D New Passat Berline Trendline 2,0 TDI 140pk 5v Sharan Upgrade 1,9 TDI 115 pk

C

C C

C C C

C

Merk Audi

C02 Emissie g/km 153

Audi

153

Opel

162

Opel

162

Peugot

155

Volvo VW

153 159

VW

170

blz. 27 van 35

B naar C 55 Opleg

CAR POLICY 2005

Category

Wagen

D

New A6 Avant 2,0l TDI 140pk 6v New A6 Berline 2,0l TDI 140pk 6v Corporate 320d New Model Option line 320 d New Model Touring Option line C 200 CDI Classic Signum 19CDTI 120 Pk Cosmo Gold pack Espace Authentique 19 Dci 115 pk S60 2,4 D Business line

D

D D D D D D

Merk Audi

C02 Emissie g/km 164

Audi

161

BMW

153

BMW

158

Mercedes Opel

161 162

Renault

183

Volvo

169

blz. 28 van 35

C naar D 74 Opleg

CAR POLICY 2005

Category E E E E E E E

Wagen New Audi A6 Berline 2,0 TDI 140 pk Kit Busin + Exec New A6 Avant 2,0l TDI 140pk 6v Corporate Pack 525 D Business line 2.5 L D 163 pk 520 D Touring Business line 2.5 D 163 pk E 220 CDI Grand Espace Privilege 22 Dci 150 pk V70 2,4 D 126 pk Business line

Category F F F

Wagen 5 Serie ML 280 CDI S80

Merk Audi Audi BMW BMW Mercedes Renault Volvo

Merk BMW Mercedes Volvo

C02 Emissie g/km 161 164 179 182 167 211 176

C02 Emissie g/km 174 249 171

blz. 29 van 35

D naar E 121 Opleg

CAR POLICY 2005

BIJLAGE IV VOORDEEL VAN ALLE AARD OVERZICHT PERSOONLIJKE BIJDRAGE

MAANDELIJKS VOORDEEL VAN ALLE AARD 2005

scale PK

5000 km per jaar 99,38 € 108,13 € 119,63 € 131,13 € 138,92 € 147,67 € 153,21 € 159,63 € 164,25 € 167,46 € 171,58 € 174,83 €

7500 km per jaar 149,07 162,20 179,45 196,70 208,38 221,51 229,82 239,45 246,38 251,19 257,37 262,25

€ € € € € € € € € € € €

Conform de vigerende wetgeving wordt het jaarlijks forfaitair aantal kilometers bepaald op: -

5.000 kms, wanneer het woon-werk verkeer minder dan 25 km per dag bedraagt of wanneer Werknemers rechtstreeks naar de klant rijden; 7.500 kms, wanneer het woon-werk verkeer meer dan 25 km per dag bedraagt.

blz. 30 van 35

CAR POLICY 2005

INDIVIDUELE BEDRIJFSWAGEN-OVEREENKOMST TUSSEN REAL SOFTWARE NV, Prins Boudewijnlaan 26, 2550 KONTICH, hierbij vertegenwoordigd door dhr [ ]; Hierna genoemd de “Werkgever” En De heer/mevrouw, [adres], Hierna genoemd de “Werknemer” WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT 1.

Toekenning

De Werkgever stelt vanaf [datum] aan de Werknemer voor beroepsdoeleinden de volgende Bedrijfswagen ter beschikking: Merk: [merk] Type: [type] Leasecategorie: [leasecategorie] Kleur: [kleur] Chassisnummer: [chassisnummer] Brandstof: [diesel] Opties/accessoires in leasecontract: [in te vullen] Kostprijs opties: [ €] Kost categorieoverschrijding - Totaal [ €] - Per maand [ €] (tot einde looptijd): Kilometerverwachting: [ km/jaar] Aan de Werknemer wordt echter ook een privé gebruik van de Bedrijfswagen toegestaan. Het privégebruik van de Bedrijfswagen dient te gebeuren op een wijze die overeenstemt met het zakelijk gebruik ervan. Indien het privé-gebruik onredelijke vormen aanneemt, behoudt de Werkgever zich het recht voor om de Bedrijfswagen-overeenkomst op te schorten of te beëindiging, conform art. 9.1. en 9.2. van deze overeenkomst, op voorwaarde dat de Werknemer hiervan door de Werkgever werd verwittigd, doch aan deze verwittiging geen gevolg heeft verleend. De Bedrijfswagen wordt toegekend voor een duurtijd en een totaal aantal kilometers van [ in te vullen kms per jaar/totaal aantal + looptijd]. De Werknemer verbindt zich ertoe de afgelegde kilometerwaarde te controleren en de Wagenparkbeheerder

blz. 31 van 35

CAR POLICY 2005

te informeren van elke afwijking hoger of gelijk aan 10% van het bepaalde kilometeraantal per jaar. 2.

EVENTUEEL: Aanloopwagen

In afwachting van de levering van de Bedrijfswagen, wordt aan de Werknemer een aanloopwagen toegekend uit de pool. De aanloopwagen wordt ter beschikking gesteld vanaf [datum]. 3.

EVENTUEEL: Budgetoverschrijding

Hogere Leasecategorie De Werknemer heeft geopteerd voor een Bedrijfswagen van een hogere Leasecategorie. De Werknemer zal maandelijks een eigen bijdrage ten laste nemen van [ EUR], gelijk aan het nettoverschil tussen het referentiebudget dat van toepassing is voor de Leasecategorie waarop de Werknemer gerechtigd is, en het referentiebudget van de hogere Leasecategorie. Dit bedrag zal maandelijks netto worden verrekend. Aanvullende opties De Werknemer heeft geopteerd voor bijkomende opties, waardoor het voor hem beschikbare referentie Leasebudget met [ EUR] wordt overschreden. Dit bedrag zal door de Werknemer éénmalig, en bij aanvaarding van de Bedrijfswagen, worden voldaan. 4.

Eigendom bedrijfswagen

De Bedrijfswagen blijft eigendom van de Werkgever of van de Leasingmaatschappij waarmee de Werkgever een overeenkomst heeft afgesloten. Het is de Werknemer verboden de Bedrijfswagen te verkopen, in pand te geven, te bezwaren of te verhuren. 5.

Toepasselijke regeling

De toekenning en het gebruik van de Bedrijfswagen is onderworpen aan de Car Policy van de Werkgever. De bepalingen van de Car Policy maken integraal onderdeel uit van deze Bedrijfswagen-Overeenkomst. De Werknemer verklaart expliciet kennis te hebben genomen van de geldende Car Policy en de inhoud ervan te hebben aanvaard. De in deze overeenkomst opgenomen voorwaarden zijn mede van toepassing op iedere andere wagen die ter tijdelijke of definitieve vervanging in de plaats wordt gesteld van de Bedrijfswagen.

blz. 32 van 35

CAR POLICY 2005

6.

Wijziging van de Car Policy

De Werkgever behoudt zich het recht voor de Car Policy te wijzigen, op te schorten of te beëindigen indien omstandigheden dit zouden verantwoorden na overleg me de syndicale afvaardiging en goedkeuring door de ondernemingsraad. 7.

Einde van de Bedrijfswagen-Overeenkomst

Duurtijd – kms. 8.

Verzekering

De Bedrijfswagen is omnium verzekerd met een vrijstelling van [bedrag] €. Bij professioneel gebruik is wordt deze vrijstelling betaald door de werkgever. Bij privé-gebruik neemt de Werkgever de eerste vrijstelling ten laste. Volgende vrijstellingen vallen ten laste van de Werknemer. De Werknemer kan terug een schadevrije positie opbouwen in een periode van 3 jaar. 9.

Opschorting / beeindiging van de bedrijfswagen-overeenkomst

9.1. Opschorting Het gebruik van de Bedrijfswagen kan door de Werkgever tijdelijk worden opgeheven, zonder vergoeding voor de Werknemer: •

indien de arbeidsovereenkomst wordt geschorst voor een periode langer dan drie maand voltijdse loopbaanonderbreking. Deze regel geldt niet gedurende de normale periode van 15 weken zwangerschapsverlof of indien daarover tussen partijen anders wordt overeengekomen.

•

Bij vaststelling van oneigenlijk/frauduleus gebruik Bedrijfswagen of bij frauduleus gebruik van de tankkaart

•

Bij intrekking van het rijbewijs voor een periode van 3 maanden;

•

Bij aanwijsbaar oneigenlijk gebruik en overtredingen van enige bepalingen van de individuele Bedrijfswagendocumenten, het Leasecontract, de officiële boorddocumenten en verzekering, als en mits de Werknemer hiervan door de Werkgever werd verwittigd doch geen gevolg heeft verleend aan deze verwittiging;

van

de

9.2. Beëindiging De Bedrijfswagen-overeenkomst wordt beëindigd vóór het verstrijken van haar duurtijd (afgelegde kilometers dan wel looptijd): •

Indien de arbeidsovereenkomst eindigt, ongeacht de wijze van beëindiging;

blz. 33 van 35

CAR POLICY 2005

• •

Wanneer de Werknemer niet langer voldoet aan de toekenningsvoorwaarden; Indien de bedrijfswagen-overeenkomst reeds 2 x werd geschorst conform art. 9.1.

10. Aansprakelijkheid 10.1.

Bij ontvangst van de Bedrijfswagen moet de Werknemer controleren of de uitvoering en de staat van de Bedrijfswagen overeenstemt met de bestelling. Door aanvaarding van de Bedrijfswagen en ondertekening van het ontvangstbewijs, verklaart de Werknemer akkoord te gaan met de geleverde Bedrijfswagen en de daaraan verbonden verplichtingen.

10.2.

De Werknemer is exclusief aansprakelijk voor de schade veroorzaakt aan de Werkgever of aan derden: •

Die voortvloeit uit het niet naleven van de richtlijnen en verplichtingen, zoals omschreven in de individuele Bedrijfswagen-overeenkomst, de officiële boorddocumenten en het verzekeringscontract.

•

die niet gedekt wordt door een verzekering, tenzij de schade werd veroorzaakt tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en niet te wijten is aan de zware fout of bedrog.

De Werknemer is aansprakelijk voor alle schade en kosten die voortvloeien uit ongevallen veroorzaakt door of in een toestand van intoxicatie, vastgesteld door de bevoegde wettelijke instanties. 10.3.

11.

De Werknemer verklaart hierbij dat de Werkgever gemachtigd is om alle door de Werknemer verschuldigde sommen met betrekking tot de Bedrijfswagen netto te verrekenen met de aan de Werknemer uit te keren vergoedingen. Meldingsplicht Alle meldingen conform deze Car Policy dienen schriftelijk te gebeuren ter attentie van de Wagenparkbeheerder, Kristel Moons of per mail ter attentie van [email protected].

blz. 34 van 35

CAR POLICY 2005

12. Diversen Deze Bedrijfswagen-Overeenkomst is onderworpen aan de Belgische wetgeving en de rechtbanken van Antwerpen zijn exclusief bevoegd om kennis te nemen van eventuele geschillen.

Opgemaakt te Kontich op [datum] in 2 originele exemplaren, waarvan iedere partij verklaart een origineel te hebben ontvangen.

WERKGEVER

WERKNEMER

____________________________ [naam] [functie] Real Software NV

____________________________ [naam]

blz. 35 van 35