CALAMITEITENPLAN waaronder
BRANDBESTRIJDINGS- EN ONTRUIMINGSPLAN
ALGEMENE GEGEVENS
4
0. INLEIDING
5
0.1 KADERS: 0.2 OPZET EN AANPAK
5 6
1. BRAND
7
1.1 EXTERNE ALARMERING 1.2 INTERNE ALARMERING 1.3 BLUSMIDDELEN 1.4 WANNEER REDDEN EN BLUSSEN? 1.5 VLUCHTWEGEN 1.6 INSTRUCTIES
7 7 7 9 10 10
2. BRANDINSTRUCTIE
11
2.1 ALGEMENE INSTRUCTIE 2.2 INSTRUCTIE PERSONEEL 2.3 INSTRUCTIE DIRECTIE 2.4 ALGEMENE RICHTLIJNEN TER VOORKOMING VAN BRAND EN ONGEVALLEN BIJ BRAND
3. HET ONTRUIMINGSPLAN
11 11 11 12
14
3.1 HET ONTRUIMINGSSIGNAAL 3.2 COMMANDOPOST 3.3 VERZAMELPLAATSEN 3.4 WANNEER ONTRUIMEN 3.5 HOE ONTRUIMEN 3.6 BEZITTINGEN 3.7 E.H.B.O. 3.8 A.E.D. 3.9 INSTRUCTIE LEIDING 3.10 INSTRUCTIE ONTRUIMINGSFUNCTIONARISSEN (INCLUSIEF LEERKRACHTEN MET EIGEN KLAS)
4. BOMMELDING
14 14 14 14 14 15 15 15 16 17
19
4.1 REËLE BOMPLAATSING EN MELDING 4.2 IRREËLE BOMPLAATSING EN MELDING 4.3 DE MELDING 4.4 PROCEDURE
19 19 20 21
5. RAMPSITUATIE
22
5.1 BASISSCENARIO
22
6. EEN INDRINGER
24
6.1 PREVENTIEF 6.2 SCENARIO’S
24 24
7. DE PERS
25
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 2 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
8. INFORMATIE
26
8.1 VOORLICHTING AAN HET PERSONEEL 8.2 VOORLICHTING AAN DE LEERLINGEN 8.3 OUDERS 8.4 ALGEMENE OPMERKINGEN 8.5 ALS KINDEREN VANAF DE VERZAMELPLAATS NAAR HUIS MOETEN
26 26 26 26 27
9. DE STROOM VALT UIT
28
9.1 ALGEMEEN 28 9.2 DE STROOM VALT KORTSTONDIG UIT 28 9.3 ALS DE STROOM LANGER UITVALT 29 9.4 TIJDENS AVONDACTIVITEITEN 29 BIJLAGE 1 BOMMELDINGSFORMULIER 30 BIJLAGE 2 EVALUATIES ONTRUIMINGSOEFENINGEN 31 BIJLAGE 3 VOORBEELD ONTRUIMINGSPLATTEGROND BEGANE GROND 32 E E BIJLAGE 4 VOORBEELD ONTRUIMINGSPLATTEGROND 1 EN 2 VERDIEPING 33 BIJLAGE 5 HOE TE HANDELEN BIJ CALAMITEITEN – EEN VERKORT OVERZICHT – PCPOAFSPRAKEN 34
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 3 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
Algemene gegevens Naam object:
Christelijke basisschool De Ark
Adres:
Badhuisstraat 17, 2861 XT, Bergambacht
Telefoon:
(0182) 35 70 75
Gemeente:
Bergambacht
Directie - waarschuwingsadressen/telefoonnummers: Naam:
Eerstverantwoordelijke: Dhr. M. Belder – schooldirecteur Privé: 0182-342686 of 06-38049261
Medeverantwoordelijk: Dhr. V. Geense – lid MT Privé: 06-52410704 Dhr. A. Hanse – lid MT Privé: 06-45534945
Eindverantwoordelijke: Dhr. T. Segers – verenigingsdirecteur/-bestuurder Privé: 0182-350554 of 06-22947561 Stafbureau: 0182-350870
Voorzitter schoolbestuur: Dhr. R. de Pater Prive: 0182-386568 of 06-42598116 Aantal leerlingen:
289 (teldatum 1 oktober 2011 zonder telling instroomgroep)
Aantal personeelsleden:
23–wisselend aantal in gebouw aanwezig (OP en OOP) Aanwezigheidscheck middels aan-/afwezigheidsbordje bij hoofdingang
BHV’ers:
Martin Belder (hoofd BHV), Els Zuidbroek, Marianne Verwijs, Marjan Burggraaf, Nienke Vd Vlist, Vincent Geense, Renza van Eek, Gerrie Kasbergen, Mariëlle vd Berg
Vindplaats van dit plan:
De directieruimte, linkerkast map arbo/veiligheid
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 4 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
0.
INLEIDING
0.1
Kaders:
-
Een school kan onverwacht geconfronteerd worden met een bedreigende situatie waarbij de veiligheid van de aanwezigen in gevaar komt. Hierbij kan gedacht worden aan brand, maar ook aan een agressieve gestoorde indringer, een constructiefout van het gebouw met instorting als gevolg, een bommelding, een natuur- of milieuramp.
-
Omdat brand het meest waarschijnlijke scenario is en een ontruimingsplan ook gebruikt kan worden bij eventuele andere calamiteiten, vormt dit de kern van dit document.
-
De kans op een ramp is uiterst klein. Toch is een calamiteitenplan van belang. Als school heb je namelijk te maken met een speciale verantwoordelijkheid: de kinderen van een ander.
o Scholen hebben een hoge bevolkingsdichtheid o We werken met jonge kinderen die weinig of geen kennis hebben van onveilige situaties o Het overbrengen van informatie omtrent veiligheidsvoorlichting vereist een special pedagogisch/didactische aanpak. o Er moet naar gestreefd worden dat ouders er in geval van een calamiteit van overtuigd zijn dat hun kind(eren) op school in goede handen zijn.
-
Een plan is een theoretisch protocol. Het biedt geen garantie voor een goede afloop bij een ramp. Het is wel onze verantwoordelijkheid om van te voren over een aantal zaken goed na te denken zodat in panieksituaties toch nog zo veel mogelijk de juiste beslissingen worden genomen.
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 5 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
-
Voor het hele terrein van de sociale veiligheid, verwijzen we naar het gedragsprotocol.
0.2
Opzet en aanpak
De schoolleiding neemt de centrale plaats in bij de aanpak van de preventieve voorlichting. Immers, het is de schoolleiding die verantwoordelijk is voor de veiligheid van alle personen in en om het schoolgebouw. De schoolleiding moet er dan ook voor zorgen dat iedereen bij een (dreigende) calamiteit handelt volgens een basisscenario. In dit basisscenario komt aan de orde:
•
Voorzorgsmaatregelen
•
Brandinstructie en ontruimingsplan
•
Andere calamiteiten direct bij school zoals bommelding,
•
Calamiteiten van buitenaf, rampsituatie
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 6 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
1.
BRAND
1.1
Externe alarmering
Bij het uitbreken van brand moet ongeacht de grootte van de brand en ongeacht het resultaat van de eigen bluspoging in principe (bij twijfel na overleg met directeur)
altijd onmiddellijk de brandweer worden gewaarschuwd. Hiervoor kunnen in de school aanwezige telefoontoestellen worden gebruikt. Toets eerst een 0. Bij het inslaan van een brandmeldglaasje, gaat het ontruimingssignaal in de hele school en wordt de alarmcentrale automatisch in kennis gesteld. De centralist informeert middels een terugbelactie of de brandweer daadwerkelijk gebeld moet worden. Alarmnummer 112
1.2
Interne alarmering
De school is niet voorzien van een intercom (omroepinstallatie) of een geluidsinstallatie (zoemer). Alarmering van brand – melding tot ontruiming geschiedt dus uitsluitend via de brandmeldalarminstallatie.
In principe is de directeur hoofdBHV’er. Hij neemt initiatief tot ontruiming. Bij afwezigheid of als hij niet snel bereikbaar is, kan ieder ander beslissen tot ontruiming. Zo mogelijk moet daarna alsnog z.s.m. de hoofdBHV’er/directeur op de hoogte worden gesteld van de plaats en de aard van de brand.
1.3
Blusmiddelen
Het gebouw is voorzien van slanghaspels, schuimblussers en CO2/koolzuursneeuwblussers. Ze worden tenminste éénmaal per jaar gekeurd. Alle personeelsleden moeten de bedieningsvoorschriften van deze blusmiddelen kennen. De keuze van het soort blusmiddel is afhankelijk van de soort brandbare stoffen in de omgeving waar het geplaatst is. Zo kunnen
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 7 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
vaste stoffen over het algemeen het beste geblust worden met een slanghaspel of schuimblusser
vloeistoffen en technische installaties (waaronder computers) het beste met een koolzuursneeuwblusser.
of
Deze blusmiddelen zijn er voor gemaakt om door een leek te worden bediend. Ieder personeelslid moet alert zijn op de aanwezigheid en de werking van de blustoestellen. Op eik blusmiddel is een duidelijke gebruiksaanwijzing geschreven. Ieder personeelslid wordt geacht deze gelezen te hebben.
DE SLANGHASPEL 1.
afsluiter opendraaien
2.
slang afrollen
3.
uitlopen
4.
straalpijp openen
Let op:
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 8 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
Blijf laag bij de grond in verband met hitte en rook. Zorg dat u zelf achter de beschermende straal blijft
DE SCHUIMBLUSSER 1.
lees de op het apparaat aangebrachte gebruiksaanwijzing
2.
neem het toestel van de muur en benader de brand
3.
trek ondertussen de zekering eruit
4.
richt straalpijp en blus door de brand – laag blussen – er is maar voor enkele seconden blusmiddel aanwezig!
5.
let na de blussing op mogelijke herontsteking
DE CO-2-BLUSSER (herkenbaar aan breed spuitstuk) Zie werking schuimblusser
Let op: Pas op voor bevriezing – richt nooit op personen!
1.4
Wanneer redden en blussen?
Als u een brand ontdekt zorgt u direct dat dit gemeld wordt. Daarna probeert u bedreigde personen te evacueren.
Hoe ver moet u hiermee gaan? Uw veiligheid komt op de eerste plaats; twee slachtoffers is erger dan één! Indien de bedreigde persoon zich in een ruimte bevindt, waar brand kan zijn, doe dan de deur niet direct open, maar voel met de hand of deze warm is. Als dit het geval is, kunt u niets meer doen. Laat de deur dicht en vang de brandweer op om hun zo snel mogelijk naar de brand te brengen. Dit geldt ook als er rook onder de deur uitkomt! Indien de deur niet bijzonder warm aanvoelt, kunt u het riskeren deze een klein stukje te openen. Ga hierbij laag zitten om een eventuele steekvlam te ontwijken. Als in de ruimte alles nog redelijk zichtbaar is, kunt u de bedreigde persoon eruit halen. Doe dit niet als er veel rook in de ruimte hangt! Wacht dan op de brandweer.
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 9 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
Het voorgaande geldt ook voor een bluspoging, uiteraard moet u hierbij eik risico vermijden! Als u door een ruimte moet waar rook hangt om een veilige plaats te bereiken, blijf dan laag bij de grond. Blijf altijd bij elkaar en kruip langs de muur.
1.5
Vluchtwegen
Een vluchtweg is een weg bestemd om de in een ruimte in een gebouw aanwezige personen, in geval van brand, gelegenheid te geven vanuit die ruimte op een veilige wijze een veilige plaats te bereiken. Alle gangen en trappenhuizen zijn vluchtwegen. De vluchtwegen zijn in het gebouw aangegeven door middel van groene vluchtbordjes. Het gebouw is voorzien van rooken/of brandwerende klapdeuren, deels werken deze automatisch d.m.v. aan de meldinstallatie gekoppelde kleefmagneten. Bij brand moeten alle deuren zo snel mogelijk dicht gedaan worden, maar zij moeten nog wel geopend kunnen worden om te ontvluchten. Niet op slot doen dus! De vluchtwegen zijn op bijgevoegde plattegrond door middel van groene richtingspijlen aangegeven. In ieder van de schoollokalen en in de gangen is een dergelijke plattegrond op een duidelijk zichtbare plaats aan de muur bevestigd.
1.6
Instructies
Alle personeelsleden zijn verplicht kennis te nemen van de brandveiligheidsinstructie en van het brandbestrijdings- en ontruimingsplan. Deze instructies zullen jaarlijks worden doorgenomen en aan de praktijk worden getoetst door oefening.
In alle schoollokalen hangt op 1 A4: a.
een brandinstructie
b.
een plattegrond, zoals omschreven in 1.4. De leerlingen worden jaarlijks geïnformeerd over hetgeen er van hen verwacht wordt bij brand en ontruiming.
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 10 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
2.
BRANDINSTRUCTIE
2.1
Algemene instructie
•
•
meld brand onmiddellijk: -
per telefoon via alarmnummer 112
-
bij de directeur van de school
blijf kalm, paniek is erger dan brand. Uw houding is bepalend voor de reacties van de mensen in uw buurt
•
breng eventueel direct bedreigde personen in veiligheid
•
sluit deuren en ramen
•
probeer de brand te blussen
•
bij het ontvluchten van een met rook gevulde ruimte laag bij de grond blijven
2.2
Instructie personeel
•
handelen volgens de algemene instructie bij het ontdekken van brand
•
waarschuw de directie met vermelding waar het brandt en wat er brandt
•
vraag zonodig om een hulp (BHV’er) die kan trachten de brand of het begin van brand te blussen met de beschikbare blusmiddelen
•
keer zo snel mogelijk terug naar uw eigen klas of groep om deze verder te begeleiden
•
Is het gezien de omstandigheden niet verantwoord om de groep tijdelijk alleen te laten dan moet hij/zij zijn/haar groep overdragen aan de dichtstbijzijnde collega
2.3
Instructie directie
•
overtuig u ervan dat de brand gemeld is
•
win informatie in over de aard en de omvang van de brand
•
overtuig u ervan dat ter plaatse de juiste maatregelen getroffen zijn (worden)
•
stel indien noodzakelijk ook voor de komst van de brandweer het ontruimingsplan in werking
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 11 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
•
laat de brandweer/andere hulporganisaties opvangen en houdt u zich ter beschikking van de brandweer
•
roep afhankelijk van de omvang van de brand extra personeel op ter voorbereiding van het ontruimingsplan
•
houd de gegevens van de leerlingen per groep in gereedheid, onder andere het actuele leerlingenaantal
•
wijs een EHBO-er aan en bepaal waar eventuele gewonden verzameld en behandeld worden in afwachting van de ambulance.
De brandweer heeft de leiding van de brandbestrijding.
2.4
Algemene richtlijnen ter voorkoming van brand en ongevallen bij brand
•
vermijd het in voorraad hebben van gevaarlijke vloeistoffen
•
gebruik geen ondeugdelijke elektrische apparatuur of armaturen, zoals driewegstekkers en dergelijke
•
het is niet toegestaan elektrische of gastoestellen te plaatsen in vertrekken, welke niet voor het gebruik hiervan zijn bestemd
•
meld defecten of beschadigingen aan elektrische toestellen zo spoedig mogelijk aan de directeur
•
stel u vroegtijdig (en herhaal dit regelmatig) op de hoogte van het gebruik van de aanwezige blusmiddelen
•
de in het gebouw voorkomende rook- en/of brandwerende deuren dienen te allen tijde gesloten (niet op slot) te zijn, zodat deze bij een eventuele brand hun werk kunnen doen als rook en/of brandwerende deur
•
vermijd het geheel of gedeeltelijk blokkeren van vluchtwegen, trappen, (nood)uitgangen enz. door obstakels, zodat bij een eventuele ontvluchting deze vluchtwegen niet geblokkeerd worden.
•
zorg dat u steeds bekend bent met de vluchtwegen, nooduitgangen, blusmiddelen enz.
•
voorkom het geheel of gedeeltelijk aan het gezicht onttrekken van blusmiddelen
•
schakel elektrische apparatuur uit bij het beëindigen van de werktijd en bij een eventuele ontruiming (m.u.v. computers)
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 12 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
•
houd kasten zoveel mogelijk gesloten
•
Plaats geen brandbare materialen bij warmteverspreidende toestellen (CVruimtes)
•
Hang geen brandgevaarlijke versiering op (kindertekeningen/papieren slingers etc.) of zorg dat er een blusmiddel in de buurt is (emmer water).
•
Waarschuw leerlingen voor brandgevaarlijke handelingen en maak ze attent op gevaarlijke situaties
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 13 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
3.
HET ONTRUIMINGSPLAN
3.1
Het ontruimingssignaal a. bij ontruiming worden alle in het gebouw aanwezige personen gewaarschuwd via het geluidssignaal van het brandalarm. b. Dit signaal blijft gaan tot de laatste aanwezig het gebouw heeft verlaten of tot de brandweer gearriveerd is.
3.2
Commandopost
De kamer van de directeur wordt gebruikt als commandopost. Indien deze niet te gebruiken is fungeert de personeelsruimte als uitwijkmogelijkheid. De brandweer en de directie plegen hier overleg met elkaar. Alle functionarissen, die iets moeten melden doen dit op de commandopost. Alle in- en uitgaande verbindingen worden vanuit de commandopost gedirigeerd.
3.3
Verzamelplaatsen
Bij ontruiming verzamelen alle personen achter het hek buiten de grote speelplaats. Als reserveverzamelplaats fungeren de ruimte bij het monument. Indien nodig wordt uitgeweken naar het schoolgebouw van De Kiezel en Kei. Men stelt zich op per groep zodat er gemakkelijk appèl kan worden gehouden. Niemand verlaat zonder uitdrukkelijke toestemming van de leiding de verzamelplaatsen.
3.4
Wanneer ontruimen
Na het ontruimingssignaal moet het gebouw direct, doch kalm en zonder paniek te veroorzaken, verlaten worden.
3.5
Hoe ontruimen
Er wordt gebruik gemaakt van de gangen, trappenhuizen en uitgangen zoals aangegeven op de bijgevoegde plattegrond.
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 14 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
De ontruiming moet groepsgewijs plaatsvinden onder leiding van de leerkracht.
3.6
Bezittingen
Alle bezittingen, alsmede jassen en tassen moeten worden achtergelaten. Niemand mag terug in het gebouw om eventuele bezittingen op te gaan halen.
3.7
E.H.B.O.
Personen die gewond zijn geraakt worden in de personeelsruimte verzameld en behandeld in afwachting van eventueel vervoer naar het ziekenhuis of arts.
3.8
A.E.D. Op school is een Automatische Externe Defibrillator aanwezig. Deze hangt naast het brandpaneel bij de hoofdingang. Een AED is een draagbaar toestel dat wordt gebruikt voor het
reanimeren van een persoon met een circulatiestilstand als gevolg van ventrikelfibrilleren. De AED dient op een geautomatiseerde manier een elektrische schok toe met als doel een gestoord hartritme te stoppen. Dan krijgt de sinusknoop de kans de controle over het hartritme terug te krijgen, waardoor het hart weer in een normaal ritme gaat kloppen. Een AED is geen hartmassageapparaat. Bij personen met een circulatiestilstand, is het van belang dit zo snel mogelijk te herkennen en zo snel mogelijk hulp te bieden. Deze hulp wordt de keten van
overleven genoemd en bestaat uit: •
zo spoedig mogelijk alarmeren via het noodnummer 112;
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 15 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
•
zo spoedig mogelijk starten met de eerste EHBO-handelingen (o.a. beademen) – Roep altijd een collega –(bij voorkeur een BHV-collega) om bijstand!
•
zo spoedig mogelijk een AED inzetten en slachtoffer overdragen aan de medische professionals.
zodra professionele hulp is gearriveerd – of zo mogelijk eerder: •
ouders informeren!
Doordat een AED een eenvoudig te bedienen automatisch toestel is, is het mogelijk dat defibrilleren niet uitsluitend door de professionele hulpverleners kan worden uitgevoerd, maar ook door elke leek-hulpverlener die getuige is van de noodsituatie. Na het aanzetten zal het toestel de hulpverlener door middel van gesproken instructies begeleiden. Het zal de hulpverlener vragen om de elektroden op de borst van het slachtoffer te plakken en het zal nadien automatisch een analyse van het hartritme maken. Stelt het toestel vast dat er sprake is van ventrikelfibrilleren of ventrikeltachycardie, dan zal een elektrische schok worden geadviseerd en zal het de hulpverlener instrueren om deze toe te dienen. Of bij de recentere vol-automatische toestellen zal de defibrillator op automatische wijze de schok toedienen. Vervolgens gaat men weer door met borstcompressies en beademen (Basic Life Support). Het is iedereen toegestaan om in geval van een noodsituatie of een levensbedreigende situatie een AED te gebruiken. Op onze school zijn alle BHV’ers getraind in het gebruik van de AED.
3.9
Instructie leiding
De leiding is tijdens de ontruiming in handen van de directeur (of diens plaatsvervanger). Hij geeft de opdracht voor de ontruiming en coördineert de ontruiming daarna vanuit de commandopost.
•
Beslis of het schoolgebouw ontruimd moet worden
•
Stel het ontruimingssignaal in werking of geef hiertoe de opdracht
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 16 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
•
Informeer de leerkrachten (eventueel, indien nog mogelijk) als de afgesproken vluchtweg(en) niet gebruikt kan/kunnen worden en geef een alternatieve vluchtroute
•
Op 4 plaatsen in het gebouw hangen oranje BHV-hesjes. Een willekeurige BHV’er pakt een dichtstbijzijnd hesje (indien aanwezig). Op deze wijze zijn er altijd 4 BHV’ers herkenbaar aanwezig.
•
De hoofdBHV’ er voert een laatste check uit en informeert buiten bij de leerkrachten of alle kinderen buiten zijn.
•
Informeer de leerkrachten op de appelplaats en laat een personeels- en leerlingenappèl houden
•
Controleer of er gewonden zijn en dat, indien nodig, al een ambulance is gewaarschuwd
•
Blijf zoveel mogelijk ter beschikking van de operationele diensten op de commandopost
3.10 Instructie ontruimingsfunctionarissen (inclusief leerkrachten met eigen klas) •
Voorkom paniek
• Begeleid leerlingen, personeel en bezoekers via de vooraf bepaalde route (zie bijlage) naar de uitgang. Alleen bij andersluidende instructie of blokkering van de vluchtweg wordt van de voorgeschreven weg afgeweken. Indien alle vluchtwegen zijn geblokkeerd, begeleid de betrokkenen dan naar een voor de redding meest gunstig gelegen plaats en probeer de leiding op de commandopost hiervan in kennis te stellen •
Zorg dat iedereen de persoonlijke bezittingen achterlaat
•
Schakel de apparatuur uit, waarvan dit van tevoren is afgesproken
•
Op de ontruimingsplattegrond in het lokaal staan extra lokaalspecifieke instructies.
•
Sluit alle ramen en deuren
•
Nadat de school is ontruimd, controleer deze op achterblijvers (denk aan toiletten en dergelijke
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 17 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
•
Meld aan de directie, dat de school is ontruimd. Dit wordt buiten nog een keer nagevraagd.
•
Let op uw eigen veiligheid-, neem geen onverantwoorde risico's
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 18 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
4.
BOMMELDING
4.1
Reële bomplaatsing en melding
De basisgedachte bij een bommelder is altijd levenssparend. Zou hij deze gedachtegang niet hebben dan zou hij nalaten de melding te doen en zondermeer zijn bom laten ontploffen. Zijn oogmerk zal er dan ook op zijn gericht om uitsluitend materiële schade te veroorzaken.
4.2
Irreële bomplaatsing en melding
De gedachtegang van deze dader is moeilijker in te schatten. Bepaalde ontevredenheid, agressiviteit, sensatiebelustheid of wrok liggen hieraan vaak ten grondslag. Dit is ook de dader die naar aanleiding van een persbericht (krant of journaal) ook een bommelding doet zonder dat daartoe enige aanleiding bestaat.
Het meest cruciale onderdeel is het inschatten van de melding: Is het reëel of irreëel? Voor bedrijven en instellingen is deze vraag uiterst moeilijk te beantwoorden daar de verantwoordelijk persoon of personen, aan de hand van de melding, moeten inschatten of de noodzaak tot ontruiming aanwezig is. De verantwoording voor het wel of niet ontruimen ligt volledig bij deze verantwoordelijke persoon of personen.
Van politiezijde uit kan gesteld worden dat elke bommelding als reëel zal worden benaderd. Wanneer een bommelding ter kennis komt van de politie zal hierop te allen tijde gereageerd worden met een inzet van politiepersoneel, dan wel een contact name door de politie met het bedrijf of instelling. Afhankelijk van de melding, de verschafte informatie, de beschikbare tijd (tussen melding en uur-U) en de vooraf ontvangen ambtelijke informatie (risico-groeperingen) wordt bezien of dat een speciaal bomverkenningsteam in actie zal komen.
Wanneer door de verantwoordelijk persoon van het bedrijf of instelling besloten is NIET tot ontruiming over te gaan en de politie heeft uit de ambtelijke informatie
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 19 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
bekendheid met het feit dat de gedane bommelding uiterst reëel is, dan wel als een verdacht voorwerp wordt aangetroffen, kan de ontruiming worden bevolen. Op grond van art. 219 van de Gemeentewet kan door de Burgemeester een noodverordening worden uitgevaardigd waarin een gedwongen ontruiming kan worden opgenomen. Gesteld kan worden: VEILIGHEID BOVEN ALLES, DOCH NIET TEN KOSTE VAN ALLES.
4.3
De melding
De bommelding wordt vaak telefonisch gedaan. Degene die de melding aanneemt zal met de procedure op de hoogte moeten zijn. Een alerte behandeling van de melding is van cruciaal belang voor de verder te nemen maatregelen.
Meldingbehandeling.1.
Noteer het tijdstip van ontvangst
2.
Noteer de letterlijke inhoud van het bericht
LAAT ZE PRATEN vragen: -
wanneer springt de bom?
-
waar ligt hij?
-
hoe ziet hij er uit?
-
wat voor soort bom is het? (Explosief / brand)
-
waarom doet u dit?
uit tweede hand:
3.
-
van wie gehoord?
-
hoe heeft u dit gehoord?
Identificatie berichtgever + plaats melding
Gebruik daarvoor een bijgevoegde lijst (bijlage) en vul deze zo gedetailleerd mogelijk in.
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 20 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
SPREEK HIEROVER MET NIEMAND ANDERS DAN MET DE VERANTWOORDELIJKE FUNCTIONARIS.
Als de melding bij de politie binnenkomt zult u hierover geïnformeerd worden, zodat u de eventuele maatregelen kunt nemen.
Komt de melding bij u binnen, laat de directeur de politie inlichten. De politie vraagt o.a. naar:
-
de letterlijke melding
-
beschikbare informatie
-
is het object beveiligd?
-
is er een plan voor bommeldingen?
-
wordt er gezocht? Hoe en door wie?
-
wordt er ontruimd?
4.4
Procedure
•
De melding wordt direct bekendgemaakt bij de directeur en de politie.
•
De berichtontvanger en de directeur blijven op de commandopost (directiekamer).
•
Er wordt in overleg met de politie besloten om tot ontruiming over te gaan. Bij twijfel wordt altijd tot ontruiming overgegaan!
•
In overleg met de politie kan ook besloten worden tot een BEDEKTE INSPECTIE al dan niet door een bomverkenningsteam.
•
Te inspecteren ruimten: o door de dader genoemde ruimte o publiek toegankelijke ruimten o toiletten o in- en uitgangen o rondom gebouw
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 21 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
5.
RAMPSITUATIE
Bij een rampsituatie kan gedacht worden aan een dreiging van buitenaf. (watersnood, gifwolk, terreurdreiging,…) Hier treedt ook het gemeentelijk rampenplan in werking.
5.1
Basisscenario
Drie stappen Het basisscenario legt de burgers in drie stappen uit hoe te handelen zodra de sirene gaat of de geluidswagens in de straat waarschuwen voor een (naderende) ramp. Na het alarmsignaal dienen de volgende stappen te worden genomen-
"Ga naar binnen" moet direct worden opgevolgd.
Dit betekent dat de bel gaat en alle kinderen binnengeroepen worden. Iedere leerkracht verzamelt alle kinderen in het lokaal en controleert of de groep compleet is. Indien een leerkracht in het zwembad of in de sporthal is, worden de instructies aldaar opgevolgd.
"Sluit deuren en ramen"
Alle buitenramen en -deuren worden gesloten. Alle ventilatieroosters worden dichtgezet. De leerkracht in lokaal met vlizotrap, zorgt dat de stekker op de zolder uit het systeem wordt getrokken. De leerkracht van het lokaal naast het IB-kantoor doet hetzelfde in de keuken op de 2e verdieping.
"Zet radio of TV aan” Via de radio en TV geeft de overheid verdere aanwijzingen. Die moeten nauwlettend worden opgevolgd. Vanuit de commandopost/directieruimte zullen berichten via Radio West en/of Internet worden gevolgd. Eventuele instructies worden mondeling in de school doorgegeven (begane grond wordt een leerkracht ingelicht – deze meldt het
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 22 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
bericht in de andere lokalen op dezelfde verdieping; idem voor de eerste verdieping).
Nodig: •
Noodradio met batterijen – in directiekamer.
•
Opgeladen mobiele telefoon met voldoende beltegoed
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 23 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
6.
EEN INDRINGER
6.1
preventief
De buitendeuren vallen vanzelf in het slot. Dit is uit veiligheidsmotief. Er zijn echter 2 uitzonderingen mogelijk: 1. de deur kan dicht en niet in het slot vallen d.m.v. een vastzettouwtje (eerste kwartier schooltijden) en 2. de deur kan open en vastgezet worden aan een haak.
Situatie 1 wordt gebruikt als er van buitenaf mensen verwacht worden en het ondoenlijk is om steeds de deur te gaan openen. (bijv. met een contactavond). Situatie 1 of 2 wordt ook gebruikt bij buitenspel kinderen. De leerkrachten dienen er echter op toe te zien dat deze situatie uitzonderingssituaties blijven. In principe zijnde deuren altijd dicht! (Bijkomend voordeel: hele jonge kinderen lopen niet zomaar naar buiten + gunstiger voor de gasrekening).
6.2
Scenario’s
Indien persoon aanspreekbaar, maar agressief: proberen te kalmeren, rustige plek opzoeken (directiekamer), niet tegenspreken en zo snel mogelijk iemand anders waarschuwen. Deze waarschuwt de politie.
Indien persoon aanspreekbaar, maar met onbekende ‘missie’. Proberen te achterhalen wat hem/haar beweegt. ‘Kan ik u ergens mee helpen? ‘U zoekt iemand?
Indien persoon bewapend: rustig en zeer alert blijven. Zoek naar een mogelijkheid om collega’s te waarschuwen. Zo mogelijk kinderen in lokaal en deur van binnenuit op slot doen.
Indien persoon gaat schieten, op de grond gaan liggen en ‘dood’ spelen.
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 24 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
7.
DE PERS
In principe wordt de pers altijd te woord gestaan. Als het tijdstip niet uitkomt, of als de woordvoerder eerst goed wil overdenken, wat te zeggen, maakt hij/zij een nieuwe afspraak. De directeur of dienst vervanger is perswoordvoerder. Het is meestal –tenzij anders overeengekomen- niet gewenst dat leerkrachten of kinderen de pers te woord staan. Dit vraagt namelijk een bepaalde tact/vaardigheid omdat persmensen geen slachtofferhelpers zijn, maar verhalenschrijvers. M.a.w. zij zoeken emotie/sensatie. Het is de kunst eerlijk/oprecht te zijn zonder aanleiding te geven tot overtrokken verhalen. Mocht de directeur zelf in het geding zijn of slachtoffer zijn, dan is het schoolbestuur of de bovenschools manager woordvoerder.
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 25 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
8.
INFORMATIE
8.1
Voorlichting aan het personeel
De brandweer-preventiefunctionaris kan u uitleg geven over de inhoud en werking van het gemeentelijk rampenplan. De brandweerpreventiefunctionaris kan u ook bijstaan bij het opzetten van een calamiteitenplan voor uw school, voor bommelding de politie. Een essentieel onderdeel van het plan zal de verdeling van taken zijn. Het verdient aanbeveling het calamiteitenplan op schrift te zetten, te vermenigvuldigen en aan het voltallige personeel uit te delen.
8.2
Voorlichting aan de leerlingen
Naast de voorlichting aan de docenten en het onderwijsondersteunend personeel, kan wellicht ook voorlichting gegeven worden aan de leerlingen over onder andere het basisscenario en dat van hen verwacht wordt dat zij de instructies van het personeel op moeten volgen in geval van een ramp.
8.3
Ouders
Mogelijkheden om de ouders hiervan op de hoogte te stellen, zijn bijvoorbeeld eventueel in combinatie-: •
Middels de schoolgids wordt in eenvoudige bewoording het bestaan en de werking van het calamiteitenplan uitgelegd. Het belangrijkste onderdeel van de tekst vermeldt dat in noodsituaties de kinderen in school blijven en dat de ouders niet naar school moeten komen of bellen totdat de alarmfase is opgeheven.
•
8.4
Ouders worden mondeling geïnformeerd tijdens de ouderavond,
Algemene opmerkingen
Belangrijk is de ouders te verzoeken om bij een (dreigende) ramp niet naar school te bellen, met het argument dat dan de telefooncentrale overbelast raakt.
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 26 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
De informatie aan de ouders moet minimaal eenmaal per jaar worden herhaald, al is het maar omdat de school ieder jaar met een nieuwe "lichting" ouders te maken krijgt.
8.5
Als kinderen vanaf de verzamelplaats naar huis moeten
Alle leerkrachten hebben de namen/adressen/telefoonnummerlijst bij zich. Iedere leerkracht gaat zorgdragen dat alle ouders van de kinderen uit zijn/haar klas gebeld worden. Dit kan met behulp van een mobiele telefoon of vanaf een andere locatie. Desnoods vanuit/met behulp van de telefoon van een buurtbewoner. De eerste leerling wordt gebeld. Met deze ouder worden de volgende 4 leerlingen + telefoonnummers uitgewisseld. Deze ouder blijft proberen tot hij/zij alle ouders te pakken heeft gekregen. De leerkracht gaat dan verder met nummer 6 op de lijst etc. Leerlingen die opgehaald zijn, worden afgevinkt op de leerlingenlijst. De leerkracht blijft bij de leerlingen tot de laatste opgehaald is.
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 27 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
9.
DE STROOM VALT UIT
9.1
Algemeen
Als de stroom uitvalt, functioneren de computers, de digitale schoolborden, de verlichting, de verwarming of airco, maar ook de brandmeldinstallatie en de telefooninstallatie niet meer. Welke consequenties kan dit hebben voor de voortgang van de kinderen/het personeel? Het is goed om te realiseren dat er in alle gevallen geen gewoon telefoonverkeer mogelijk is en dat de computer niet te raadplegen is. Telefoonnummers e.d. moeten daarom ook middels een papieren gids of anderszins te raadplegen zijn.
9.2
De stroom valt kortstondig uit
De directeur of diens vervanger doet meteen onderzoek naar de oorzaak.
Is er sprake van een deeluitval, dan is er waarschijnlijk sprake van een kortsluiting. In dat geval moet nagegaan worden welke activiteit/welk apparaat de eventuele veroorzaker kan zijn. Is er sprake van uitval in het hele gebouw, dan zou de oorzaak buiten de school kunnen liggen. In dat geval moet bij de buren worden nagegaan of zij stroom hebben.
In dit geval hebben we slechts te maken met een vervelende situatie die verder geen bedreiging vormt voor de voortgang van het onderwijs. De leerkrachten zullen gebruik moeten maken van de whiteboards, eventuele computeractiviteiten worden onderbroken en het niet onderwijsgevend personeel moet even op zoek naar niet digitaal werk. Mocht er onverhoopt ook een brandmelding zijn, dan moet de brandweer handmatig worden gebeld omdat de automatische doormelding niet werkt. Bellen kan in dat geval alleen nog maar mobiel omdat de telefooncentrale uit is gevallen.
Aan de kinderen zal op een rustige manier moeten worden verteld dat de stroom uitgevallen is.
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 28 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
9.3
Als de stroom langer uitvalt
Mocht de situatie langer aanhouden dan 10 minuten, dan wordt contact gezocht met de netwerk-/stroomleverancier (Dong Energie – 073-6160255). Zij kunnen dan waarschijnlijk vertellen wanneer het probleem opgelost is, zodat de school weet welke verdere maatregelen er genomen moeten worden.
In de winter betekent een langere storing dat de verwarming uitvalt. De school is dan niet meteen koud. Eventueel kunnen de kinderen de jassen aandoen. In de zomer valt de airco uit in de serverruimte. In dat geval moet de systeembeheerder om raad worden gevraagd. De server zal down moeten om verhitting te voorkomen. 9.4
Tijdens avondactiviteiten
Als de stroom uitvalt tijdens een 10-minutenavond of ouderavond, zal worden bezien of voortzetting van de avond zinvol is. Het is in ieder geval goed om eventuele presentaties ook altijd op papier voorradig te hebben zodat dit soort activiteiten voortgang kunnen vinden. In alle gevallen bepaalt de directeur samen met aanwezige MT-leden hoe gehandeld zal worden.
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 29 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
BIJLAGE 1 BOMMELDINGSFORMULIER U krijgt zelf de melding Tijdstip melding: Letterlijke tekst:
Wanneer springt de bom? Waar ligt hij? Hoe ziet hij eruit? Wat voor soort bom is het? Explosief/brandbom? Waarom doet u dit? Wie bent u?
U krijgt via derden de melding: Van wie hebt u dit gehoord?
IDENTIFICATIE ADHV STEM:: Man/vrouw/kind Geschatte leeftijd:
IDENTIFICATIE SPRAAK: Langzaam / Normaal / Snel / Afgebeten / Ernstig / Lachend / Frans / Duits / Engels / Dialect - welk Hakkelend / Lispelend / Hees / Andere bijzonderheden
ACHTERGRONDGELUIDEN: Lachen/praten/Kinderen/Muziek/Schrijfmachine/Werkplaats/Verkeer/Vliegtuig/Trein/..
Bericht ontvangen door: Bericht doorgegeven aan:
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 30 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
BIJLAGE 2 EVALUATIES ONTRUIMINGSOEFENINGEN Jaarlijks wordt minimaal 1 keer een ontruimingsoefening gedaan. Wat waren de bevindingen/aandachtspunten?
2009-2010:
Ontruiming op: Bijzonderheden (bijv. in pauze, met medewerking van brandweer, etc.):
Wat ging goed?
Wat moet anders/beter?
Moet het calamiteitenplan/ontruimingsplan bijgesteld?
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 31 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
BIJLAGE 3 VOORBEELD ONTRUIMINGSPLATTEGROND BEGANE GROND
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 32 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
BIJLAGE 4 VOORBEELD ONTRUIMINGSPLATTEGROND 1e en 2e VERDIEPING
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 33 van 34
Versie 1.0 | januari 2012
BIJLAGE 5 HOE TE HANDELEN BIJ CALAMITEITEN – EEN VERKORT OVERZICHT – PCPO-AFSPRAKEN Hoe te handelen bij calamiteiten? Wanneer er op school een calamiteit optreedt, is snel en doortastend handelen een noodzaak. Dit protocol is opgesteld met het oog op het zetten van de juiste stappen bij een calamiteit. Daarnaast willen we voorkomen dat in de hectiek belangrijke acties over het hoofd worden gezien. Een calamiteit is een onverwachte gebeurtenis die schade of letsel aanbrengt aan personen en/of goederen.
Er is een calamiteit
verantwoordel ijke BHV’ er beoordeelt of het ontruimingspl an uitgevoerd dient te worden
verantwoordelij ke BHV’ er beoordeelt of hulpdiensten worden ingeschakeld: • 112 • Politie • Ambulance • Brandweer
directeur informeert algemeen directeur en bestuursvoorzitt er PCPO Krimpenerwaar d directeur informeert instanties, in overleg met algemeen directeur
de school/schoolleiding informeert de ouders en/of verzorgers
Calamiteitenplan CBS De Ark Bergambacht
pag 34 van 34
een proactieve houding naar de pers in overleg met de algemeen directeur
Versie 1.0 | januari 2012