9HLOLJ$PHUVIRRUWZRUGWYHUYROJG ,QWHJUDDO9HLOLJKHLGVSURJUDPPD
6WDGPHWHHQKDUW
BURGEMEESTERSWOORD Veiligheid maak je niet met mooie woorden op papier. Veiligheid maak je dagelijks en met z’n allen. Op straat, in winkel- en uitgaansgebieden, bij bedrijven, in huizen. Wij dragen allemaal bij aan veiligheid in de samenleving. Toch is het belangrijk dat dit Integraal Veiligheidsprogramma (IVP) 2011-2014 op papier staat. Want om een bijdrage te kunnen leveren aan een veilige stad moet je je rol weten. Om je verantwoordelijkheid te kunnen nemen, heb je vertrouwen nodig. Met dit IVP leggen we de basis voor het veiligheidsbeleid in Amersfoort. Dat is geen sinecure. Om te beginnen is onze stad het afgelopen decennium in grote lijnen veiliger geworden. Mensen voelen zich prettig en het aantal incidenten is gedaald. Het is al een uitdaging om die positieve resultaten vast te houden. Daar komt nog bij dat we leven in economisch zware tijden. Ook op veiligheidsgebied ontkomen we niet aan bezuinigingen en de effecten daarvan zullen zichtbaar worden. Tegelijkertijd ben ik me ervan bewust dat bepaalde misdrijven, zoals woninginbraken en (gewelddadige)overvallen, een enorme impact hebben op het veiligheidsgevoel van onze inwoners en ondernemers en dus krachtig bestreden moeten worden. Ook op het gebied van jeugdoverlast moet de komende jaren nog het nodige gebeuren. Hierbij moeten we echter niet uit het oog verliezen dat het met verreweg de meeste jongeren goed gaat en Amersfoort een plek moet blijven waar jongeren zich kunnen ontwikkelen en ontplooien. Toch spreek ik mijn vertrouwen uit in de ontwikkeling van de veiligheid van Amersfoort. Vooral vanwege de grote betrokkenheid van al onze partners. Natuurlijk de inwoners, waarvan veel zich persoonlijk inspannen om hun straat, buurt of wijk veiliger te maken. Want juist in de directe leefomgeving kunnen en willen Amersfoorters zich inspannen voor zichtbare en voelbare resultaten. Daarnaast mogen we rekenen op de inzet van partnerorganisaties in de stad. Natuurlijk de politie en het openbaar ministerie, maar het besef bij bijvoorbeeld corporaties en het bedrijfsleven groeit ook. Dat is nodig, want veiligheid is in ieders belang. Als burgemeester zal ik alle partners blijven aanspreken op hun verantwoordelijkheid en alle inwoners blijven oproepen om aangifte te doen en te melden, zoals zij mogen vertrouwen op de inzet van de gemeente. De samenwerking voor die ambitie heeft het college geprobeerd in dit document vast te leggen: verbondenheid, verantwoordelijkheid en vertrouwen. Zo’n Integraal Veiligheidsprogramma draagt wel degelijk bij aan een veiliger stad. De animo om gezamenlijk de hardnekkige veiligheidsproblemen te lijf te gaan, is voelbaar. Juist die breed gedeelde ambitie creëert het fundament voor een nog veiliger Amersfoort.
De burgemeester van Amersfoort, Lucas Bolsius
2
Inhoudsopgave BURGEMEESTERSWOORD ............................................................................................................. 2 SAMENVATTING ................................................................................................................................ 4 INLEIDING ........................................................................................................................................... 7 2. KADER .......................................................................................................................................... 9 2.1 Missie ...................................................................................................................................... 9 2.2 Visie ........................................................................................................................................ 9 2.3 Strategie.................................................................................................................................. 9 2.4 Strategische doelstelling en uitgangspunten ..................................................................... 10 3. VEILIGHEIDSBEELD............................................................................................................... 14 3.1 Demografische ontwikkelingen .......................................................................................... 14 3.2 Objectieve veiligheid: geregistreerde criminaliteit en overlast ....................................... 14 3.2 Subjectieve veiligheid .......................................................................................................... 18 3.3 Kern van de problematiek/conclusies ................................................................................ 20 4. VEILIGHEIDSBELEID 2011-2014 ........................................................................................... 21 4.1 Beleidsproces & Aanpak ..................................................................................................... 21 4.2 Hoofdthema’s ....................................................................................................................... 24 I. Overlast en verloedering........................................................................................................... 25 II. Aandachtsbuurten ................................................................................................................ 27 III. Veelvoorkomende criminaliteit ............................................................................................ 28 IV. Ingrijpende misdrijven ......................................................................................................... 29 V. Georganiseerde criminaliteit en Bestuurlijke aanpak criminaliteit ....................................... 31 4.3 Regulier beleid ..................................................................................................................... 33 4.4 Fysieke veiligheid en Crisisbeheersing .............................................................................. 34 4.5 Toezicht en handhaving ...................................................................................................... 34 4.6 Veiligheid bij evenementen ................................................................................................. 35 5. COMMUNICATIE ..................................................................................................................... 36 6. FINANCIEN ................................................................................................................................ 36 AFKORTINGEN
3
SAMENVATTING De afgelopen jaren is hard gewerkt om de veiligheid en leefbaarheid in Amersfoort te vergroten. En met succes, sinds 2003 is het aantal aangiften vrijwel constant gedaald, terwijl de bevolkingsomvang in deze periode juist flink is toegenomen. Dit terwijl de aangiftebereidheid in Amersfoort de afgelopen jaren – met een lichte daling in 2009 - ongeveer gelijk is gebleven. Ook is in 2009 het percentage bewoners dat zich nooit onveilig voelt in de eigen buurt licht gestegen van 74% naar 77%. Om deze positieve resultaten vast te houden en op onderdelen te versterken, heeft ook de komende periode veiligheid prioriteit. In dit Integraal Veiligheidsprogramma worden de kaders en prioriteiten van ons veiligheidsbeleid voor de komende vier jaar vermeld. De kernwoorden in ons veiligheidsbeleid zijn: verbondenheid, verantwoordelijkheid en vertrouwen. Bewoners zijn mondig, hebben talent, en kunnen verantwoordelijkheid dragen. Zij zijn prima in staat om samen beslissingen te nemen over zaken die spelen in hun directe leefomgeving. Die eigen kracht willen wij meer ruimte geven. Dit betekent dat het primaat van veiligheid vooral in de buurten moet komen te liggen en dat de sleutel voor een succesvolle aanpak van onveiligheid op buurt (of zelfs straat-) niveau ligt. Goede communicatie met bewoners is essentieel in de aanpak van onveiligheid. Dit vormt dan ook een nadrukkelijk onderdeel van onze communicatiestrategie (zie hiervoor paragraaf 5). Naast een bijdrage van bewoners, is betrokkenheid van en inzet op (onderdelen van) andere beleidsterreinen door in- en externe partners noodzakelijk om de stad echt veiliger te maken. Zo zijn bijvoorbeeld gezamenlijke inspanningen op het tegengaan van vroegtijdig schooluitval vereist, om te voorkomen dat jongeren gaan rondhangen met mogelijk overlast of zelfs crimineel gedrag tot gevolg. Inspanningen op het gebied van de fysieke woonomgeving, zoals het snoeien van groen, verwijderen van graffiti, plaatsen van prullenbakken en hekken, vervangen van kapot straatmeubilair en het aanbrengen van voldoende verlichting zijn niet alleen van invloed op het aangezicht van de stad, maar ook op (het gevoel van) veiligheid. Onze strategische doelstelling luidt: het voorkomen en zichtbaar bestrijden van criminaliteit en overlast en het voorkomen en adequaat aanpakken van calamiteiten in Amersfoort. Om deze doelstelling te realiseren richten wij ons de komende jaren vooral op vijf hoofdthema’s. Thema’s die onze nadrukkelijke aandacht vragen. Zo is de jeugdoverlast in de afgelopen jaren steeds verder toegenomen en is het aantal woninginbraken en gewelddelicten weliswaar afgenomen, maar nog steeds hoog. Ook vormt veel voorkomende criminaliteit (auto-inbraak, fietsendiefstal en vernieling) nog steeds een onevenredig groot deel van de totale criminaliteit (ca 40%) en signaleren wij een aantal (sub)buurten dat dreigt af te glijden als we daar niet actief op gaan inzetten. Hoofdthema’s I. Overlast en verloedering (jeugdoverlast, verloedering fysieke woonomgeving) II. Aandachtsbuurten III. Veelvoorkomende criminaliteit (fietsendiefstal, auto-inbraak en vernieling) IV. Ingrijpende misdrijven (woninginbraken, overvallen, (uitgaans)geweld) V. Georganiseerde criminaliteit en Bestuurlijke aanpak criminaliteit Jeugdoverlast Begin 2009 is Amersfoort van start gegaan met de stadsbrede uitrol van de Groepsaanpak conform de landelijke ‘Beke-methodiek’. Met de implementatie van deze methodiek zijn maatregelen gericht op de jeugdgroepen en op de buurt uitgebreid met maatregelen gericht op de individuele jongere en zijn gezin.
4
Verloedering Met de bestuurlijke strafbeschikking kan door de gemeentelijke toezichthouders handhavend tegen kleine overlastgevende feiten in de openbare ruimte worden opgetreden. Zelf kunnen inwoners actief bijdragen aan een schone, hele en veilige buitenruimte door bij kleine ergernissen het Meldpunt Woonomgeving van de gemeente een sms te sturen, te bellen of te mailen. Ook willen we bewoners (nog) meer bewust maken van hun eigen rol in het tegengaan van verloedering van hun buurt, zowel met behulp van voorlichting als met gerichte buurtprojecten. Aandachtsbuurten De komende periode wordt onderzoek verricht naar (sub)buurten met spanningen. Het kan hier gaan om spanningen tussen verschillende bevolkingsgroepen maar ook om spanningen doordat demografische gegevens hiertoe aanleiding geven. Een graadmeter voor zo’n buurt is bijvoorbeeld het aantal uitkeringen, botsende leefstijlen, cultuurverschillen tussen bevolkingsgroepen, de staat van de woningen, de hoeveelheid en de druk op de openbare ruimte. Deze buurten hebben een extra impuls nodig om niet af te glijden naar hotspots. Veel voorkomende criminaliteit (auto-inbraken, fietsendiefstal, vernieling) In nauwe samenwerking met de politie richten we ons door middel van campagnes en gerichte acties op het bewust(er) maken van inwoners van hun eigen rol in het voorkomen van veelvoorkomende criminaliteit. De aanpak gericht op autokraken zal in dezelfde vorm worden voortgezet waarbij de intensiteit en locatie kunnen verschillen. Binnen de aanpak van fietsdiefstal blijft de aandacht voor het bewust maken van fietseigenaren van hun eigen rol om de kans op een diefstal zo klein mogelijk te maken. De komende periode willen we het onderwerp fietsdiefstal verbreden naar de aanpak van heling. Met gerichte inzet van de politie en behulp van een campagne gericht op heling van fietsen willen we bewoners bewust maken van hun rol en de consequenties van het aankopen van gestolen fietsen. Woninginbraken Door een gezamenlijk aanpak van gemeente, politie en woningcorporaties willen we het aantal woninginbraken terugdringen. Enerzijds willen we door middel van preventie bewoners bewust maken van hun eigen rol om de kans op een woninginbraak te verkleinen. Ook willen we hen stimuleren extra alert te zijn en wellicht op die wijze bij te dragen aan het oplossen of voorkomen van een inbraak. Anderzijds willen we door extra inzet van politiezijde woninginbrekers aanhouden en zaken oplossen. Uitgaansgeweld De integrale aanpak zoals die afgelopen jaren heeft plaatsgevonden wordt ook voor de komende jaren vastgelegd in een convenant veilig uitgaan. Hierin onderschrijven horeca, gemeente, brandweer, politie en openbaar ministerie concrete activiteiten om de veiligheid zowel sociaal als fysiek te vergroten. Deze activiteiten hebben betrekking op geweld, alcohol en drugs, overlast, discriminatie, brandveiligheid, toezicht en handhaving. Instrumenten als het weekendarrangement en de collectieve horecaontzegging krijgen een vervolg. Overvallen De afgelopen jaren is op een aantal winkelcentra en een bedrijventerrein geïnvesteerd in Keurmerken Veilig Ondernemen. Om voor een keurmerk in aanmerking te komen starten ondernemers een integraal samenwerkingsverband met als doel het tegengaan van winkelcriminaliteit en het vergroten van de veiligheid en leefbaarheid in het winkel of bedrijvengebied. Preventie van overvallen is één van de onderwerpen die tijdens de aanpak centraal staat. Het Regionaal Platform Criminaliteitsbestrijding ondersteunt ondernemers in de regio Utrecht door middel bijvoorbeeld preventieavonden met als thema: ‘voorkom een overval’ Georganiseerde criminaliteit en bestuurlijke aanpak criminaliteit Uitgangspunt bij de aanpak van de georganiseerde misdaad is een geïntegreerde aanpak. Dat wil zeggen grensoverschrijdend, waarbij alle ketenpartners de instrumenten inzetten die mogelijk/nodig 5
zijn. De integrale aanpak zoals die is vastgelegd in een aantal convenanten (zoals convenant vrijplaatsen, convenant mensenhandel) en samenwerkingsverbanden (zoals het Regionaal Informatie en Expertise Centrum) wordt onverminderd voortgezet en waar nodig verder doorontwikkeld.
6
INLEIDING De afgelopen jaren is hard gewerkt om de veiligheid en leefbaarheid in Amersfoort te vergroten. En met succes, sinds 2003 is het aantal aangiften vrijwel constant gedaald. Dit terwijl de bevolkingsomvang sinds 2003 is gegroeid met 9%; in 2010 telt Amersfoort ruim 145.000 inwoners. Een daling van het aantal aangiften en een groei van het aantal inwoners betekent dat de criminaliteit relatief gezien nog sterker is gedaald. Als we kijken naar veiligheid in vergelijkbare steden scoort Amersfoort opvallend positief ten opzichte van de G27 gemeenten.1 Dat geldt vooral voor sociale en fysieke kwaliteit en de mate waarin overlast van onder andere drugs en openbare dronkenschap wordt ervaren. Verder onderscheidt Amersfoort zich positief van de andere G27 en van Nederland als geheel in het oordeel over de politie. Zo hebben de inwoners in Amersfoort in het algemeen meer vertrouwen in de politie en zijn zij vaker van mening dat de politie haar taken goed uitoefent in deze stad. De mate waarin Amersfoorters zich veilig voelen is vergelijkbaar met het veiligheidsgevoel van de inwoners van de overige G27-gemeenten. Ook door onze eigen monitor Leefbaarheid en Veiligheid die in 2009 is gehouden wordt dit positieve beeld bevestigd. Amersfoorters zijn sinds het vorige onderzoek positiever over hun stad en buurt. Men is vaker tevreden over de voorzieningen en het onderhoud en men is optimistischer over de toekomst van zijn buurt. Men voelt zich veiliger en is minder vaak slachtoffer van een misdrijf. Om deze positieve resultaten vast te houden en op onderdelen te versterken, heeft ook de komende periode veiligheid prioriteit. Het kader daarvoor vindt u in een actueel Integraal Veiligheidsprogramma. In dit Integraal Veiligheidsprogramma 2011 – 2014 (IVP) zijn het beleidskader en de gezamenlijk met de veiligheidspartners benoemde prioriteiten voor de komende raadsperiode opgenomen. Bewust is de keuze gemaakt om het IVP in het najaar van 2010 op te stellen zodat de nieuwe gemeenteraad, het nieuwe college en de nieuwe burgemeester hun stempel kunnen drukken op de prioriteiten voor de periode 2011-2014. In het coalitieakkoord 2010 – 2014 vormt veiligheid een belangrijke ambitie. Het tegengaan van overlast en criminaliteit door jongeren en de bestuurlijke aanpak van onveiligheid heeft prioriteit. Daarnaast ligt de focus ligt op het verhogen van de betrokkenheid, eigen verantwoordelijkheid en het versterken van het zelfoplossend vermogen van inwoners. Op moment van schrijven is het Regeerakkoord VVD-CDA gepresenteerd. Hoewel in de veiligheidsparagraaf niet echt prioriteiten op veiligheidsthema’s worden aangegeven, is een aantal richtinggevende kaders wel duidelijk. Zo stelt het nieuwe kabinet dat het daadkrachtig aanpakken van straatterreur, overlast, intimidatie, agressie, geweld en criminaliteit om een zichtbaar, gezaghebbend en doortastend optreden van politie en justitie vraagt. Verder ligt de nadruk in de veiligheidsparagraaf van het Regeerakkoord vooral op steviger handhaven, (zwaarder) straffen en de dadergerichte aanpak in de veiligheidshuizen. Het nieuwe kabinet geeft aan dat de veiligheidshuizen worden voortgezet en verder ontwikkeld. Een belangrijk punt in de aanpak van lokale onveiligheid, is de zinsnede dat bij de vaststelling van de landelijke en regionale prioriteiten in jaarplannen in de prioritering meer nadruk komt te liggen op lokale knelpunten in de buurten en wijken. Leeswijzer
Hoofdstuk 2 geeft het kader met daarin de Amersfoortse missie, visie en strategie van het veiligheidsbeleid weer. Dit hoofdstuk sluit af met de strategische doelstelling voor de komende vier jaar en een aantal uitgangspunten dat daarbij leidend is. In hoofdstuk 3 vindt u een korte schets van het
1
In het najaar van 2009 heeft Amersfoort met 236 andere Nederlandse gemeenten meegedaan aan de landelijke integrale Veiligheidsmonitor (IVM). Door de afdeling O&S zijn de uitkomsten van Amersfoort vergeleken met het gemiddelde van alle gemeenten en met de deelnemende G27-gemeenten.
7
veiligheidsbeeld met daarin ontwikkelingen en trends over de afgelopen 6 jaar. Het veiligheidsbeleid 2011 – 2014 staat in hoofdstuk 4 beschreven. Hierin vindt u een beschrijving van de thema’s en de manier waarop de veiligheidsaanpak vorm krijgt. Tot slot geeft hoofdstuk 5 – voor zover bekend – inzicht in de financiële situatie voor de komende jaren.
8
2.
KADER
2.1 Missie We streven naar een veilig en leefbaar Amersfoort, waarin inwoners zich verbonden voelen met de stad, zich (mede) verantwoordelijk voelen en zich vanuit hun eigen kracht, actief inzetten voor de veiligheid en leefbaarheid in hun eigen buurt waarin vertrouwen is in de overheid, de overheid handhaaft waar nodig en er alles aan doet om de veiligheid te waarborgen en ernstige calamiteiten te voorkomen. 2.2 Visie Wij zijn in Amersfoort met elkaar en met de stad verbonden. Vanuit die onderlinge verbondenheid is onze samenleving tot veel in staat. Die eigen kracht willen wij meer ruimte geven. Bewoners, ondernemers en organisaties gaan in Amersfoort met elkaar in gesprek, leggen verbindingen en nemen initiatieven. Mensen zijn mondig, hebben talent, en kunnen verantwoordelijkheid dragen. Mensen zijn prima in staat om samen beslissingen te nemen over zaken die spelen in hun directe leefomgeving (uit: Coalitieakkoord 2010-2014) Het verhogen van de betrokkenheid, eigen verantwoordelijkheid en het versterken van het zelfoplossend vermogen van burgers vormt een belangrijke pijler van de veiligheidsaanpak voor de komende jaren. Door het geven van voorlichting willen we bewoners bewust maken van hun eigen rol. Door bijvoorbeeld bewoners te bewegen om zoveel mogelijk te melden, wordt niet alleen de pakkans van daders verhoogd, maar leveren zij ook een bijdrage aan verbetering van de informatiepositie van de politie, waardoor de politie meer zaken kan oplossen. En door bewonersinitiatieven te stimuleren en te ondersteunen in (kleinschalige) buurtprojecten krijgen bewoners meer grip op de ontwikkelingen in hun dagelijkse woonomgeving. Gebleken is dat hierdoor ook de veiligheidsbeleving van mensen positief wordt beïnvloed. Goede communicatie met bewoners is in deze aanpak essentieel. Dit vormt dan ook een nadrukkelijk onderdeel van onze communicatiestrategie (zie hiervoor paragraaf 5). Het geven van meer ruimte aan bewoners om zelf verantwoordelijkheid te dragen voor de veiligheid en leefbaarheid in hun eigen buurt, betekent niet dat de overheid zich op dit terrein terugtrekt. Veiligheid blijft hoog op de agenda staan. Ook daar waar de veiligheid van onze burgers daadwerkelijk gevaar loopt, mag men rekenen op een actieve overheid, die klaar staat om in te grijpen. 2.3 Strategie Buurt in beeld Meer en meer vat de opvatting post dat bewoners in hoge mate medeverantwoordelijk zijn voor hun eigen veiligheid. Van hen mag dus worden verwacht dat zij actief bijdragen om hun eigen veiligheid te vergroten. Zowel in preventieve zin (bijvoorbeeld door geen waardevolle spullen in de auto te laten liggen of door geen ramen en deuren van de woning open te laten staan) als in het leveren van een bijdrage in de informatievoorziening van politie (bijvoorbeeld door alert te zijn en verdachte situaties te melden). Niemand kent de buurt immers beter dan de eigen buurtbewoners! Jack zoekt een maatje Hondenbezitters zijn regelmatig op straat om hun hond uit te laten. Daardoor kennen zij de omgeving goed en valt het hen vaak sneller op als er bijvoorbeeld iets is vernield of als er iets gebeurt dat niet door de beugel kan. Door dit te melden, weten de gemeente en de politie nog beter waar inzet nodig is. Daarom is de gemeente Amersfoort in eind 2008 het project ‘Jack zoekt een maatje’ gestart in Schothorst-Noord. Hierbij werden hondenbezitters gevraagd ook hun ogen en oren open te houden om de veiligheid in hun buurt te vergroten. Inmiddels is het project uitgerold over de gehele stad en zijn er al zo’n 140 hondenbezitters die extra alert zijn als Maatje van Jack.
9
Dit betekent dat het primaat van veiligheid vooral in de buurten moet komen te liggen en dat de sleutel voor een succesvolle aanpak van onveiligheid op buurt (of zelfs straat-) niveau ligt. Een steviger rol voor burgers in het voorkomen en tegengaan van onveiligheid heeft ook gevolgen voor de rol van de betrokken professionals. Dit betekent dat de rol van burgers in de buurt nadrukkelijk moeten worden erkend en bevorderd, maar ook dat snel en adequaat moeten worden gereageerd als dat nodig is. Sleutelwoorden hierbij zijn: motiveren, stimuleren en faciliteren. Maar niet solitair! De kracht van slagvaardige burgers schuilt voor een groot deel ook in onderling goed op elkaar afgestemde randvoorwaarden van overheidswege, zodat initiatieven op het gebied van wonen, participatie, wijkbeheer, sport, cultuur, onderwijs, zorg en welzijn, jeugd en ouderen een versterkend effect op elkaar hebben. Dit vergt van alle professionals een grondhouding van ‘verder willen kijken en denken’ dan het eigen beleidsterrein. Naast het feit dat wij ervan overtuigd zijn dat het verstevigen van de eigen rol van bewoners een goede manier is om de veiligheid in de stad (blijvend) te vergroten, sluit deze ontwikkeling ook aan op de komende periode waarin de (financiële) middelen beperkter zullen zijn. Financiële schaarste leidt onherroepelijk tot het maken van scherpe keuzes en een herdefiniëring van ieders rol en verantwoordelijkheid. Een kritische kanttekening hierbij is overigens wel dat het verstevigen van de eigen rol van bewoners een gedragsverandering vergt. Gebleken is dat extra investeren op voorlichting, bijvoorbeeld door een stevige anti-autoinbraak campagne, voor de korte termijn wel een gedragsverandering bij de betreffende doelgroep (in dit geval autobezitters) oplevert, maar dat dit op langere termijn niet altijd stand houdt. Om ook op langere termijn succes te boeken en een blijvende gedragsverandering te bereiken, is voor de komende tijd een extra investering (in personele inzet en financiële middelen) of het op andere wijze inzetten van de beschikbare middelen noodzakelijk. Wij beseffen ons goed dat onze visie voor de komende vier jaar een grote uitdaging vormt. We stellen ons ten doel om met minder middelen dezelfde resultaten te boeken waarbij we bewoners meer dan voorheen willen betrekken bij de uitvoering van het veiligheidsbeleid. Met minder middelen dezelfde resultaten boeken vormt een uitdaging, te meer omdat veel organisaties moeten bezuinigingen en het risico bestaat dat organisaties zich gaan focussen op hun kerntaken, wat ook zijn weerslag zal hebben op veiligheid. Positief is dat er op korte termijn een wijziging in de manier van werken van de wijkpolitie plaatsvindt. De wijkpolitie gaat zich meer focussen op binding en aanspreekbaarheid in de wijk. De positie van wijkagenten wordt versterkt waarbij zij meer ruimte krijgen om in te spelen op de ontwikkelingen die door bewoners worden aangedragen.
2.4 Strategische doelstelling en uitgangspunten Strategische doelstelling: Het voorkomen en zichtbaar bestrijden van criminaliteit en overlast en het voorkomen en adequaat aanpakken van calamiteiten in Amersfoort. Richtinggevende uitgangspunten Voor de Amersfoortse veiligheidsaanpak hanteren we een aantal richtinggevende uitgangspunten die wij essentieel vinden voor een succesvolle aanpak van onveiligheid.
10
Programmatisch aanpak
Omdat veiligheid als een rode draad door het totale gemeentelijke beleid loopt, is een integrale, programmatische aanpak onontbeerlijk om onveiligheid adequaat tegen te gaan. Integraliteit kent drie verschijningsvormen: 1. inhoudelijke integraliteit: de beleidsinhoudelijke samenhang tussen fysieke en sociale veiligheid en andere beleidsterreinen die direct of indirect van invloed zijn op de veiligheid (zoals stedelijk beheer, jeugdbeleid, welzijn, onderwijs, verkeer, wijkontwikkeling, sociale zekerheid, integratie etc.); 2. procesmatige integraliteit: de samenhang tussen de verschillende fasen in de veiligheidsketen (van proactie tot nazorg); 3. organisatorische integraliteit: de samenhang/samenwerking tussen de actoren in veiligheid. Hierbij gaat het zowel om interne en externe partners als om horizontale en verticale samenwerking. Een integrale, programmatische aanpak betekent ook dat de drie vormen van integraliteit op elkaar zijn afgestemd, elkaar goed aanvullen en versterken. Ketensamenwerking & gemeentelijke regie
Naast dat het inmiddels gemeengoed is dat de overheid niet alleen verantwoordelijk kan worden gehouden voor het vergroten van de veiligheid, moge duidelijk zijn dat alleen een harde repressieve aanpak of alleen een preventieve aanpak niet tot succes kan leiden. Er zijn verschillende fasen in het veiligheidsbeleid die tot uitdrukking komen in de veiligheidsketen. Het is belangrijk dat alle schakels van de keten goed op elkaar aansluiten en dat er samenhang en samenwerking is bij de uitvoering van het veiligheidsbeleid. Pro-Actie
Preventie
Preparatie
Repressie
Nazorg
Figuur 1: veiligheidsketen
Pro-Actie Preventie
Preparatie
Repressie Nazorg
Het structureel voorkomen van onveiligheid, veelal in het kader van lange termijnplanning Het in een gegeven (potentieel onveilige) situatie treffen van maatregelen die effect hebben op de directe oorzaken van onveiligheid en/of op het verminderen van de gevolgen er van. De daadwerkelijke voorbereiding op de bestrijding van mogelijke aantasting van de veiligheid: te denken valt aan het opstellen van rampenplannen en het organiseren van oefeningen. De bestrijding van onveiligheid en de hulpverlening in acute noodsituaties door daadwerkelijke inzet van politie, brandweer en andere hulpverleningsdiensten. Alles wat nodig is om zo snel mogelijk terug te keren naar normale verhoudingen. Hierbij is zowel aandacht voor opvang en begeleiding van slachtoffers, als voor opsporing, vervolging en/of begeleiding van daders.
Tabel 1: toelichting schakels veiligheidsketen
De gemeentelijke rol ligt in de veiligheidsketen vooral op de schakels preventie (overlast en criminaliteit), preparatie (opleiden en oefenen crisisorganisatie) en nazorg (gemeentelijke handhaving, veelplegers en ex-gedetineerden). De politie richt zich meer op de handhaving van de openbare orde en de opsporing van strafbare feiten (repressie) en het openbaar ministerie op het vervolgen c.q. begeleiden van daders (nazorg). Samenwerking is zowel extern als intern een belangrijkere succesfactor. Extern zijn onze belangrijkste samenwerkingspartners de politie, het openbaar ministerie, de partners in het Veiligheidshuis, ondernemers, maatschappelijke organisaties, zoals woningbouwcorporaties, welzijn-, zorg- en hulpverleningsorganisaties, scholen en bewoners. Verder is het essentieel dat iedere gemeentelijke sector ( (Stedelijke Ontwikkeling & Beheer en Welzijn, Sociale Zekerheid & Onderwijs) zijn bijdrage levert aan het brede veiligheidsdomein.
11
Om al deze samenwerkingsverbanden in goede banen te leiden en samenhang en afstemming te creëren, is goede regie een vereiste. Medio augustus 2010 is het wetsvoorstel ‘Versteviging regierol gemeenten’ naar de Tweede Kamer verstuurd. Dit wetsvoorstel beoogt de regierol van gemeenten op het terrein van lokale veiligheid te verstevigen door middel van twee maatregelen. Enerzijds wordt de gemeenteraad verplicht tot het vaststellen van een integraal veiligheidplan. Anderzijds wordt de zorgplicht2 voor de burgemeester ingevoerd. Beide maatregelen zullen, juist ook in onderlinge samenhang, een bijdrage leveren aan mogelijkheden op gemeentelijk niveau om de regierol waar te maken (uit: Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel ‘Wijziging van de Gemeentewet in verband met de versteviging van de regierol van de gemeente ten aanzien van lokaal veiligheidsbeleid’.) Voor de gemeente Amersfoort zal de eventuele invoering van deze wetswijziging geen verstrekkende gevolgen hebben, aangezien hiermee vooral een situatie die zich in Amersfoort al voordoet wordt geformaliseerd. De gemeente Amersfoort wil haar regierol invullen door het veiligheidsbeleid te initiëren, andere partijen te stimuleren, duidelijke prestatieafspraken met hen te maken en hen aan te spreken op hun bijdrage aan het realiseren van de gezamenlijke doelstellingen, onderlinge verbanden te leggen en – waar nodig – sturend op te treden. Kort samengevat: door richting te geven, te coördineren met gezag en te sturen op prestaties. Zichtbaarheid
De uitvoering van het veiligheidsbeleid gebeurt grotendeels decentraal, dat wil zeggen op wijk-, buurtof zelfs straatniveau. De afgelopen jaren heeft deze decentrale aanpak al tot succes geleid. Een bijkomend voordeel hiervan is dat een decentrale aanpak de zichtbaarheid voor inwoners vergroot. Een belangrijk uitgangspunt, omdat zichtbare maatregelen en resultaten bijdragen aan het vergroten van het gevoel van veiligheid dat mensen in een bepaalde buurt hebben. Bestuurlijke verankering
De burgemeester is bestuurlijk verantwoordelijk voor de openbare orde & veiligheid in Amersfoort en voert het gezag over de politieorganisatie bij handhaving van de openbare orde en uitvoering van de hulpverleningstaak. In voornoemd wetsvoorstel ‘Versteviging regierol gemeenten’ krijgt de burgemeester een expliciete zorgplicht met betrekking tot lokaal veiligheidsbeleid. Met deze zorgplicht wordt beoogd de natuurlijke gezagspositie van de burgemeester te versterken bij de totstandkoming en realisatie van het veiligheidsbeleid, aldus de Memorie van Toelichting. In de staf Openbare Orde & Veiligheid bespreekt de burgemeester twee keer per maand de uitvoering van het veiligheidsbeleid en actuele openbare orde en veiligheidzaken met de districtschef van de politie, de commandant van de brandweer en betrokken beleidsadviseurs. De officier van justitie is hierbij agendalid. Naast de verantwoordelijkheid van de burgemeester voor openbare orde en veiligheid, hebben de wethouders vanuit hun portefeuilles raakvlakken met (delen) van de veiligheidsthema’s. Het college van Burgemeesters en Wethouders is dan ook als geheel verantwoordelijk voor het Integraal Veiligheidsprogramma. Om het thema veiligheid ook integraal te bespreken, wordt de Staf Openbare Orde en Veiligheid het eerste half uur van de vergadering uitgebreid met de wethouder jeugd en de wethouder stedelijk beheer/openbare ruimte. In het lokaal Driehoeksoverleg overleggen de burgemeester, teamchef van politie en de officier van justitie onder meer over de integrale aanpak van lokale veiligheidsproblemen en de prioritering. Focus
Zoals hierboven al is aangegeven, geeft de huidige (en toekomstige) financiële situatie aanleiding om nog scherpere keuzes te maken en focus aan te brengen in onze aanpak. Dit geldt niet alleen voor de gemeente, maar voor alle betrokken partners. Juist in tijden waarin de financiële en capacitaire 2
De tekst in het wetsvoorstel m.b.t. de zorgplicht (artikel 171a Gemeentewet) luidt: ‘de burgemeester ziet toe op het lokaal veiligheidsbeleid’
12
mogelijkheden beperkter zijn, is het gezamenlijk met alle partners op hetzelfde moment op dezelfde problematiek inzet plegen cruciaal om op gezamenlijk geprioriteerde thema’s succes te boeken. Relatie met andere beleidsterreinen
Zoals gezegd is betrokkenheid van en inzet op (onderdelen van) andere beleidsterreinen noodzakelijk om de stad echt veiliger te maken. Zo zijn bijvoorbeeld vanuit de sector WSO en maatschappelijke organisaties inspanningen op het tegengaan van vroegtijdig schooluitval vereist, om te voorkomen dat jongeren gaan rondhangen met mogelijk overlast of zelfs crimineel gedrag tot gevolg. Ook het realiseren c.q. in stand houden van goede opvang van dak- en thuislozen en jeugdvoorzieningen heeft een directe relatie met (het voorkomen van) overlast en criminaliteit. Inspanningen vanuit de sector SOB op het gebied van de fysieke woonomgeving, zoals het snoeien van groen, verwijderen van graffiti, plaatsen van prullenbakken en hekken, vervangen van kapot straatmeubilair en het aanbrengen van voldoende verlichting zijn niet alleen van invloed op het aangezicht van de stad, maar ook op (het gevoel van) veiligheid. Maar ook inspanningen van onze externe partners hebben raakvlakken met veiligheid. Op het moment dat woningbouwcorporaties hun woningbezit voorzien van goed hang- en sluitwerk heeft dit invloed op het aantal woninginbraken in deze complexen. En zo is goed jongerenwerk van cruciaal belang in het tegengaan van jeugdoverlast en kan het opbouwwerk mede bijdragen aan het slaan van bruggen tussen (groepen) bewoners, waardoor de sociale cohesie toeneemt en eventuele spanningen in de buurt verminderen. Tot slot vormen veiligheid & leefbaarheid een belangrijke pijler van het Programma Amersfoort Vernieuwt. In de totale aanpak van Amersfoort Vernieuwt versterken fysieke ingrepen (renovatie, sloop- of nieuwbouw), sociale inspanningen (mede door de AV-teams) en inspanningen op het gebied van veiligheid elkaar om de kwaliteit in brede zin van een wijk te vergroten.
13
3. VEILIGHEIDSBEELD Om een zo compleet mogelijk beeld te schetsen van de veiligheidssituatie in Amersfoort is een criminaliteitsbeeld gemaakt waarin resultaten, meerjarentrends en ontwikkelingen zijn te lezen. Dit criminaliteitsbeeld is gebaseerd op de Monitor Leefbaarheid & Veiligheid 2009, de criminaliteitscijfers van de politie en de professionele input van verschillende veiligheidspartners zowel intern als extern. In dit hoofdstuk wordt een aantal hoofdpunten van dit criminaliteitsbeeld geschetst.3 In het criminaliteitsbeeld is onderscheid gemaakt tussen objectieve veiligheid en subjectieve veiligheid. Onder objectieve veiligheid verstaan wij de aangiften en meldingen van criminaliteit en overlast die bij de politie worden geregistreerd. Onder subjectieve veiligheid verstaan wij de veiligheidsbeleving van inwoners. In het criminaliteitsbeeld is gebruik gemaakt van politiecijfers in de periode 2003 tot en met 2009. Allereerst krijgt u een beeld van een aantal demografische ontwikkelingen in Amersfoort. 3.1
Demografische ontwikkelingen
Amersfoortse bevolking
Op 1 januari 2010 telde Amersfoort 144.858 inwoners. Net als enkele voorafgaande jaren is in 2009 het natuurlijk verloop hoger dan het migratiesaldo. Amersfoort zal fors blijven groeien. We verwachten dat t de stad over tien jaar ruim 161.000 inwoners zal tellen en het inwoneraantal tot 2023 blijft door groeien. Amersfoort is een jonge stad, meer dan de helft van de inwoners is jonger dan 40 jaar en maar één op de tien inwoners is ouder dan 65 jaar. In juni 2009 telde Amersfoort 38.099 jongeren onder de 20 jaar, dat is ruim 26 % van het totaal aantal inwoners. De meeste jongeren wonen in Kattenbroek, Nieuwland en Hoogland. Toch begint in Amersfoort ook de vergrijzing geleidelijk aan toe te slaan. Het aantal en aandeel 50 – 79 jarigen neemt fors toe. Van 36.164 inwoners in 2009 tot naar verwachting 52.785 inwoners in 2024. In Amersfoort wonen 20.308 niet-westerse allochtonen, 14,1% van de bevolking. Dit is gemiddeld in vergelijking met andere steden van vergelijkbare grootte. Afgelopen 14 jaar is de totale bevolking met 27% gegroeid maar het aantal niet-westerse allochtonen met 93%. In deze periode zijn het juist niet de groepen niet-westerse allochtonen (Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen/Arubanen) die het sterkst groeien, maar vluchtelingen uit landen als Iran, Irak, Somalië en Afghanistan. Uit cijfers van het CWI blijkt dat begin 2010 bijna 4% van de potentiële beroepsbevolking (15-64 jaar) als niet-werkende werkzoekende staat geregistreerd. Dat komt neer op bijna 3.700 mensen. Daarmee komt een eind aan de daling van de werkloosheid zoals die vanaf 2005 zichtbaar was. Het percentage niet-werkende werkzoekenden is het hoogst in de wijken De Koppel, De Kruiskamp en Liendert. Deze percentages liggen rond de 7%. In Hoogland en Hooglanderveen is de werkloosheid laag, onder de 2%. 3.2 Objectieve veiligheid: geregistreerde criminaliteit en overlast Sinds 2003 is het aantal aangiften vrijwel constant gedaald: gemiddelde met 5% per jaar. In 2009 bedroeg het aantal aangiften 9.529; een daling van 29% ten opzichte van 2003. Vooral het aantal bedrijfsinbraken (-60%), diefstal van auto’s (-62%), veel voorkomende criminaliteit (-39%), straatroof (-33%) en zakkenrollerij (-37%) is in de periode 2003 tot en met 2009 spectaculair gedaald. In deze periode is alleen het aantal winkeldiefstallen (+6%) en het aantal meldingen jeugdoverlast (+82%) gestegen.
3
Het volledige Criminaliteitsbeeld is op te vragen bij de afdeling Openbare Orde en Veiligheid.
14
Tabel 1. Aangiften4 politie in Amersfoort 2003-2009 Aangiften
2003
2004
2005
2006
Aangiften totaal
13.374 12.608 12.013 11.541 10.814 11.049 9.523
Gewelddelicten
1.088
1.175
1.171
1.082
1.113
1.112
948
Bedreiging Mishandeling openlijk geweld Straatroof Zedenmisdrijf Overval uitgaansgeweld huiselijk geweld veel voorkomende criminaliteit Vernieling Fietsdiefstal diefstal af /uit auto (poging tot) woninginbraak
271 501 69 162 67 18
268 568 74 182 61 22
296 556 84 146 57 32
6.570
6.439
243 5.943
285 522 69 149 50 7 51 194 5.779
310 537 84 101 63 18 55 223 5.095
282 602 48 103 60 17 1845 223 5.242
247 477 59 108 40 15 1416 177 4.023
1.653 1.900 3.017 819
1.810 2.061 2.568 1.065
1.690 2.062 2.191 1.121
1.679 1.539 2.561 1.017
1.786 1.151 2.243 752
1.658 1.695 1.998 764
1.506 1.030 1.487 732
Bedrijfsinbraak
1.011
750
656
551
388
479
407
winkeldiefstal diefstal van auto's
510 276
421 223
391 213
439 160
394 122
514 97
541 105
zakkenrollerij
367
249
236
188
285
282
232
overig
2.733
2.286
2.282
2.325
2.665
2.559
2.535
Meldingen Jeugdoverlast
2003 695
2004 1.105
2005 1.090
2006 1.152
2007 1.081
2008 1.108
20097 1.268
Burengerucht
1.533
1.579
1.249
1.585
1.297
1.4078 1.400
672
680
925
287
286
273
Geluidsoverlast Drankoverlast
263
271
340
342
2007
2008
2009
2009 tov 2008 -14% -15% -15% -16% -12% -21% +23% +5% -33% -12%
2009 tov 2003 -29% -35% -13% -20% -9% -5% -15% -33% -40% -17%
-23% -26% -9% -39% -26% -4% -5% -15% -15% +5% +8% 0% -18% -20% -1% -2%
-39% -44% -9% -46% -51% -11% -19% -60% -70% +6% -62% -65% -37% -42% -7% -15%
‘09 tov ’08
‘09 tov ‘03
+14% +13% -1% -2% +36% +34% -5%
+82% +67%
+4%
4
De absolute aangiften zijn in zwart weergegeven, de donkerrode trendpercentages geven de relatieve (per 1.000 inwoners) groei of daling aan. 5 Vanaf 2008 is de definitie van uitgaansgeweld gewijzigd: zo vallen – naast meldingen – aangiften nu ook onder de definitie. Daarnaast is het aantal delicten dat onder uitgaansgeweld valt uitgebreid (van 3 delictsoorten naar 16) en zijn de tijdstippen verruimd. 6 Dit betreft het aantal incidenten in de periode januari 2009 t/m november 2009. I.v.m. de invoering op 8 december 2009 van een nieuw registratiesysteem voor de politie, is het aantal incidenten van uitgaansgeweld van de maand december niet beschikbaar. 7 Dit betreft een doorberekening op basis van de eerste 11 maanden. Doordat het registratiesysteem van de politie begin december is gewijzigd, zijn de cijfers van de laatste maand niet meer goed vergelijkbaar. 8 In 2008 is de definitie van burengerucht gewijzigd en is geluidsoverlast (aangevuld met andere vormen van geluidsoverlast, zoals geluidsoverlast door horeca en evenementen) een aparte categorie geworden. Door deze wijzigingen zijn de cijfers op dit punt niet meer vergelijkbaar met voorgaande jaren.
15
Meldingen
2003
2004
2005
2006
2007
2008
20097
‘09 tov ’08
‘09 tov ‘03
Drugsoverlast
74
62
65
85
68
59
55
-6% -6% -7%
-5% -25% -31%
Bron: politie Eemland zuid (GIDS), bewerking afdeling O&S, Gemeente Amersfoort
NB. De relatieve cijfers voor winkeldiefstal en meldingen burengerucht zijn niet goed te berekenen door onvoldoende achtergrondgegevens of door veranderde definities. Toelichting Geweld
Nadat het totaal aantal gewelddelicten per 1.000 inwoners in de jaren 2006 tot en met 2008 redelijk stabiel was, is dit aantal in 2009 fors gedaald (16%). Ten opzichte van 2003 is het relatieve aantal gewelddelicten in 2009 zelfs met 20% gedaald. Het aantal geweldsmisdrijven per 1000 inwoners is sterk geconcentreerd in de Stadskern. Verder is het aandeel aangiften geweld per 1000 inwoners bovengemiddeld in Kruiskamp, Koppel, Liendert, Schuilenburg en Bergkwartier-Noord (richting station). De wijken waar relatief de minste gewelddelicten werden gemeld, liggen in AmersfoortNoord en Rustenburg. Veelvoorkomende criminaliteit
Een belangrijk deel van alle aangiften valt onder de categorie veelvoorkomende criminaliteit (vvc). Het gaat daarbij om diefstal af/uit auto (gemiddeld 40%); vernieling/zaakbeschadiging (33%) en fietsdiefstal (27%). Het totaal van de aangiften bereikte in 2003 een piek (6.570 aangiften) en is sindsdien flink gedaald tot 4.024 aangiften in 2009. Een sterk concentratie voor veelvoorkomende criminaliteit is te zien in de binnenstad en in Berg-Noord (stationsgebied). Tegelijkertijd is de daling hier in 2009 relatief sterk: ruim 40% aangiften minder in de binnenstad en bijna 40% minder in de Berg-Noord dan in 2008. Die daling komt vooral voor rekening van de autocriminaliteit. Fietsdiefstal blijft het merendeel van de veelvoorkomende criminaliteit in de binnenstad uitmaken. Vernielingen worden verspreid over de hele stad gepleegd, maar kwamen in 2009 in relatieve zin vooral voor in Vermeerkwartier, Stadskern, Berg-Noord, Liendert en Kruiskamp. Het aantal aangiften van vernieling is in 2009 in de Stadskern met 17% gedaald. Ook in Kruiskamp, Schothorst-Zuid, Schuilenburg en Randenbroek loopt de veelvoorkomende criminaliteit na 2008 sterk terug. Ook hier komt de daling vooral door minder aangiften van diefstal af/uit auto’s. Stijgers waren er in 2009 ook: de wijk Rustenburg, Zielhorst en Vathorst zag het aantal aangiften per 1.000 inwoners in 2009 toenemen. In deze wijken komt dat vooral door een toename van het aantal aangiften autokraak. Woninginbraak
Het aantal aangiften voor woninginbraken (of pogingen daartoe) beleefde in Amersfoort een record in 2005 met 1.121 aangiften: dit bedroeg 2% van de woningvoorraad. Daarna volgde een daling met bijna 10% in 2006 en met een kwart in 2007. In 2008 bleef het aantal ongeveer gelijk (764 inbraken). In 2009 lag het aantal aangiften woninginbraken op 732; een daling met 4% t.o.v. 2008. Afgezet tegen het aantal woningen, is de daling van het aantal aangiften woninginbraak in 2009 iets sterker: -9% t.o.v. 2008. De meeste woninginbraken per 1.000 inwoners vonden in de afgelopen jaren plaats in Berg-Noord. Maar ook in de Koppel, Vermeerkwartier en Liendert vonden in 2009 per 1.000 relatief veel woninginbraken plaats. Inbraakgolven in het Leusder- en Vermeerkwartier, zoals in 2006, hebben zich de laatste drie jaren niet meer voorgedaan. In 2009 daalde vooral het aantal inbraken in Kruiskamp en Hooglanderveen met bijna 50% t.o.v. 2008. Maar ook in Schothorst-zuid, Hoogland en Schuilenburg is in 2009 een flinke daling van het aantal woninginbraken van respectievelijk 34%, 29% en 32% t.o.v. 2008. In Zielhorst, Nieuwland, De Koppel en Liendert nam het aantal woninginbraken in 2009 juist sterk toe.
16
Overige vermogensdelicten Zakkenrollerij
Het aantal aangiften van zakkenrollerij daalde in de periode 2003 tot en met 2006 tot een niveau van minder dan 200 in 2006. In 2007 en 2008 nam het aantal aangiften opnieuw toe tot ruim 280 per jaar. In 2009 daalde het aantal weer met 18% ten opzichte van 2008 tot 232 aangiften. Dit delict is sterk geconcentreerd in de binnenstad en Berg-Noord (het stationsgebied). Meer dan tweederde van alle aangiften van zakkenrollerij vindt in deze wijken plaats. Diefstal van auto’s
Het aantal autodiefstallen is sinds 2003 (276 auto’s) flink gedaald tot nog geen 100 in 2008 (-62%). In 2009 nam het aantal met 8% weer licht toe tot 105 aangiften. Autodiefstallen doen zich de laatste jaren het meest voor in Amersfoort-Zuid: Leusder- en Bergkwartier. Verder zijn autodieven relatief vaak actief in Kruiskamp, Randenbroek en Schuilenburg. Inbraken bedrijven of instellingen
In 2002 bereikte het aantal bedrijfsinbraken of pogingen daartoe een voorlopige piek met ruim 1.100 aangiften. In de afgelopen jaren is dat aantal fors gedaald tot 388 aangiften in 2007 en vervolgens weer iets toegenomen tot 479 in 2008. In 2009 is het aantal verder gedaald tot 407 aangiften; een afname met 15% ten opzichte van 2008 en maar liefst met 60% in vergelijking met 2003. In absolute zin komen de meeste bedrijfsinbraken voor op Isselt (bijna een kwart van alle aangiften), gevolgd door de Valleipoort (De Hoef), de Stadskern en Calveen. Ook in verhouding tot het aantal bedrijven wordt er op Isselt veel vaker ingebroken dan op de andere bedrijvenlocaties. Dit kan te maken hebben met de grotere inbraakgevoeligheid van de vaak oudere panden. Stadskern waar voorheen veel bedrijfsinbraak plaats vond, is sinds 2004 (met uitzondering van het jaar 2006) sterk gedaald in de politiecijfers. Winkeldiefstal
In 2003 werd 510 keer aangifte gedaan van winkeldiefstal. Dat aantal liep terug naar ongeveer 400 in 2007. Daarna nam het weer toe tot 514 in 2008 en in 2009 is het aantal verder opgelopen tot 541 aangiften. Ten opzichte van 2003 is dit een toename van 6%, in vergelijking met 2008 een toename van 5%. (Omdat het bij de hier gepresenteerde cijfers voornamelijk om zaken gaat, waarbij de dief is betrapt en overgedragen is aan de politie, ligt het werkelijk aantal winkeldiefstallen waarschijnlijk veel hoger. Jeugdoverlast
Het totaal aantal meldingen jeugdoverlast is de afgelopen jaren bijna verdubbeld van 695 meldingen in 2003 tot 1.268 meldingen in 2009. In absolute zin blijven Kattenbroek en Nieuwland koploper. Relatief (per 1.000 jongeren) komen de meeste meldingen voor in de Koppel. Deze wijk zag het aantal absolute meldingen ook sterk stijgen, van 18 meldingen in de eerste 11 maanden van 2008 naar 65 in dezelfde periode van 2009.
17
3.2
Subjectieve veiligheid
Veiligheidsgevoel
In het voorjaar van 2009 is de tweejaarlijkse Amersfoortse Monitor Leefbaarheid en Veiligheid uitgevoerd. Hierin zijn de veiligheidsgevoelens van bewoners in alle wijken gemeten. In 2009 is het percentage bewoners dat zich wel eens onveilig voelt met 3% gedaald van 26% naar 23%. Dat betekent dat in 2009 het overgrote deel van de volwassen bevolking (77%) zich nooit onveilig voelt in de eigen buurt. Er zijn verschillen per wijk. Vooral in de Stadskern en in Kruiskamp voelt men zich veiliger. In Schothorst-Zuid, Koppel en Nieuwland voelen bewoners zich iets vaker onveilig dan in 2007. Het veiligheidsgevoel is in Amersfoort vergelijkbaar met de G27-gemeenten. Uit de monitor Leefbaarheid en Veiligheid blijkt dat persoonskenmerken van invloed zijn op het veiligheidsgevoel. Zo voelen vrouwen zich vaker onveilig dan mannen. Opvallend is dat jongeren zich vaker onveilig voelen in de eigen buurt dan ouderen. Onder de 25 jaar voelt 28% zich wel eens onveilig in de eigen buurt: boven de 65 is dat maar 19%. Hoewel ouderen kwetsbaarder zijn voor de gevolgen van criminaliteit, lopen jongeren veel meer risico. Verder is het onveiligheidsgevoel het grootst onder alleenstaanden, eenoudergezinnen, allochtonen en mensen met een lage sociaaleconomische status. Zij zijn vaak kwetsbaarder, hebben minder middelen om zich tegen criminaliteit te beschermen en kunnen minder goed omgaan met de (psychische) gevolgen van een misdrijf (Monitor Leefbaarheid en Veiligheid, 2009) Aangiftebereidheid
In diverse (landelijke en lokale) onderzoeken wordt de aangiftebereidheid gemeten. Omdat de vraagstellingen in de diversen onderzoeken verschillen, zijn de uitkomsten onderling niet één op één met elkaar te vergelijken. Desondanks lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat de aangiftebereidheid in Amersfoort hoger is dan de landelijke aangiftebereidheid9. Voor een deel komt dit mogelijk door een iets andere vraagstelling. Het heeft waarschijnlijk ook te maken met het feit dat Amersfoorters gemiddeld meer vertrouwen hebben in de politie, dan burgers in andere 100.000+ gemeenten en in Nederland als geheel (zoals blijkt uit de Veiligheidsmonitor).10 Naarmate burgers meer vertrouwen hebben in de politie (en daarmee eerder het gevoel hebben dat er iets met hun aangifte wordt gedaan) zijn zij eerder bereid om aangifte te doen. “Er wordt toch niks gedaan met mijn aangifte” wordt namelijk als belangrijkste reden genoemd om geen aangifte te doen. Ook hangt de aangiftebereidheid af van de aard van het misdrijf. Bij het ene misdrijf (bijv. woninginbraak) is de aangiftebereidheid hoger dan bij het andere. Gemeenten waar bijvoorbeeld het aantal woninginbraken relatief hoog is (in Amersfoort ligt de slachtofferkans op woninginbraak iets boven het landelijk gemiddelde), scoren derhalve vaak ook hoger op de bereidheid van burgers om aangifte te doen. Hoewel zoals gezegd ten aanzien van de onderlinge vergelijkbaarheid enige voorzichtigheid is geboden, wordt in onderstaande tabel de aangiftebereidheid in Amersfoort vergeleken met de landelijke aangiftebereidheid. Aangifte
totaal geweldsmisdrijf woninginbraak poging tot woninginbraak fietsdiefstal diefstal fiets of bromfiets
Nederland 2008
2009
Amersfoort 2007
2009
26,3%
26,7%
44%
41%
12% 74%
12% 76%
*) 87%
*) 92%
29% 36%
34% 40%
41%
38%
50%
52%
9
Door de afdeling O&S zijn de cijfers met elkaar vergeleken, waarbij voor de landelijke cijfers de Integrale Veiligheidsmonitor als de bron is gebruikt en voor de Amersfoortse cijfers de Monitor Leefbaarheid & Veiligheid. 10 Zie de Integrale Veiligheidmonitor 2009.
18
diefstal uit auto zakkenrollerij
73% 55%
70% 55%
73% 56%
70% 51%
*) te weinig cases om verantwoorde uitspraak te doen.
De afgelopen jaren hebben wij bij iedere communicatie-uiting op het gebied van veiligheid, tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt om bewoners op te roepen zaken te melden of aangifte te doen. Ook in de toekomst zullen wij nadrukkelijk bewoners hiertoe blijven oproepen. Veiligheidsgevoel nader beschouwd
In de monitor Leefbaarheid en Veiligheid is gevraagd te noteren welk van de lijst van 25 voorvallen of misdrijven het meest voorkomen en welke het belangrijkste probleem vormt in de woonbuurt, dat met voorrang zou moeten worden aangepakt. Hierbij moet overigens worden opgemerkt dat de lijst van voorvallen niet alleen veiligheidsonderwerpen, maar ook leefbaarheidsonderwerpen betreft. Opvallend is dat iets dat vaak voorkomt in de woonbuurt, niet per definitie het buurtprobleem is waarvan men vindt dat het met voorrang moet worden aangepakt. De top-vijf van buurtproblemen die volgens de ondervraagden als eerste moeten worden aangepakt ziet er als volgt uit: 1 onvoldoende parkeerruimte 2 te hard rijden 3 hondenpoep 4 overlast van (groepen) jongeren 5 parkeeroverlast
19
Figuur 3: belangrijkste buurtproblemen onvoldoende parkeerruimte te hard rijden hondenpoep op straat overlast groepen jongeren op straat parkeeroverlast onoverzichtelijke verkeerssituatie rommel op straat vernielingen inbraak in w oningen geluidsoverlast door verkeer diefstal uit auto's andere vormen van geluidsoverlast diefstal of beschadiging buitenkant auto's overlast door omw onenden agressief verkeersgedrag drugsoverlast fietsendiefstal stankoverlast bekladding van muren of gebouw en overlast door zw ervers mensen die op straat w orden lastiggevallen
moet als eerste aangepakt w orden
dronken mensen op straat
komt vaak voor
tasjesroof bedreiging gew elddelicten
% 0
5
10
15
20
25
30
35
40
Toelichting:‘komt vaak voor’ in % van totaal van de antwoorden Bron: O&S/ Stadspeiling 2009
3.3 Kern van de problematiek/conclusies De criminaliteit in Amersfoort is de afgelopen jaren zeer fors gedaald; in 2009 bedroeg de daling maar liefst 35% ten opzichte van 2003, terwijl de bevolkingsomvang in deze periode juist flink is toegenomen. Ook is in 2009 het percentage bewoners dat zich nooit onveilig voelt in de eigen buurt licht gestegen van 74% naar 77%. Toch blijft een aantal veiligheidsthema’s onze nadrukkelijke aandacht vragen. Zo is de jeugdoverlast in de afgelopen jaren steeds verder toegenomen en is het aantal woninginbraken en gewelddelicten weliswaar afgenomen, maar nog steeds hoog. Ook vormt veel voorkomende criminaliteit (autoinbraak, fietsendiefstal en vernieling) nog steeds een onevenredig groot deel van de totale criminaliteit (ca 40%) en signaleren wij een aantal (sub)buurten dat dreigt af te glijden als we daar niet actief op gaan inzetten.
20
4.
VEILIGHEIDSBELEID 2011-2014
4.1
Beleidsproces & Aanpak
Elke beleidsproces kent een aantal belangrijke fasen. Simpelgezegd komt dit hier op neer, Beleidsproces: Analyseren Prioriteren Uitvoeren Evalueren Analyseren Voor de analysefase is een uitgebreid criminaliteitsbeeld opgesteld waarin trends en ontwikkelingen op het gebied van criminaliteit en overlast in de periode 2003 tot en met 2009 zijn af te lezen. Dit criminaliteitsbeeld biedt een belangrijke basis voor de prioritering van de thema’s die de komende vier jaar centraal staan. Prioriteren In nauwe samenspraak met de strategische partners stelt de gemeente het Integraal Veiligheidsbeleid en de daarin gestelde geprioriteerde hoofdthema’s op. Ieder jaar stelt de gemeente een Jaarplan op, waarin wordt aangegeven op welke subthema’s (binnen de kaders van de hoofdthema’s) gedurende dat jaar extra inzet wordt gepleegd. Samen met de politie en het openbaar ministerie hebben gemeenten in de regio Utrecht gezamenlijk keuzes gemaakt in de Regionale Veiligheidsstrategie. De Regionale Veiligheidsstrategie loopt door tot en met eind 2011. Voor 2011 zijn de volgende thema’s als prioriteit benoemd: Woninginbraak, Groepsaanpak jeugd, Diefstal af/uit auto, Mensenhandel, georganiseerde heling en hennepteelt en Overvallen. Deze strategie vormt de leidraad voor de veiligheidsaanpak in Amersfoort. Daarbij geldt het uitgangspunt dat er lokaal eigen keuzes worden gemaakt. De nieuwe Regionale Veiligheidsstrategie loopt van 2012 – 2014 en sluit dan aan op de beleidscycli van de gemeenten in de regio Utrecht. Uitvoeren Per geprioriteerd thema wordt jaarlijks een uitvoeringsplan opgesteld, waarin concrete de doelstellingen, de aanpak en de inspanningen van de betrokken partners op dat thema beschreven staat. Evalueren Na twee jaar vindt een tussenevaluatie plaats. Op basis van de resultaten hiervan, nieuwe ontwikkelingen of gewijzigde inzichten, kan de Raad het college opdracht te geven om het Integraal Veiligheidsprogramma (op onderdelen) bij te stellen. Aan het begin van het vierde jaar (2014) vindt een eindevaluatie plaats. De resultaten en bevindingen van deze eindevaluatie vormen weer input voor het opstellen van het Integraal Veiligheidsprogramma 2015 – 2018. In onderstaande tabel vindt u een schematisch overzicht van de beleidscyclus van het Integraal Veiligheidsprogramma. Naam Integraal Veiligheidsprogramma 2011 2014 Jaarplan
Uitvoeringsplan
Tussenevaluatie Eindevaluatie
Inhoud Meerjaren beleidsplan dat het kader vormt voor de veiligheidsaanpak Jaarlijkse prioritering van veiligheids (sub)thema’s binnen de hoofdthema’s van het IVP Jaarlijks uitvoeringsplan waarin de geprioriteerde veiligheidsthema’s verder worden uitgewerkt in concrete activiteiten per partner Evaluatie van het IVP na 2 jaar Evaluatie van het IVP na ruim 3 jaar ter voorbereiding op het IVP 2015-2018
Besluitvorming Vaststelling gemeenteraad (Voorbereiding besluit in De Ronde en vaststelling in Het Besluit) Peilen gemeenteraad Vaststelling College Vaststelling in staf OOV
Kennisneming gemeenteraad Kennisneming gemeenteraad
Planning Najaar 2010
Najaar 2010, 2011, 2012, 2013 Begin 2011, 2012, 2013, 2014 Eind 2012 Begin 2014
21
Aanpak Themagericht en persoonsgericht
De Amersfoortse veiligheidsaanpak kenmerkt zich door een themagerichte en persoonsgerichte aanpak De themagerichte aanpak wordt voor een groot deel op wijk, buurt of straatniveau uitgevoerd. Dit betekent niet dat voor elke wijk of buurt een nieuwe aanpak wordt bedacht. Wanneer een thematische aanpak in een bepaalde wijk/buurt goed werkt, kan deze aanpak op maat worden gemaakt voor een andere wijk/buurt die hier ook behoefte aan heeft waarbij de basis dezelfde blijft. Gebleken is dat wij met deze werkwijze sneller, flexibeler, adequater en efficiënter kunnen inspelen op de actuele veiligheidssituatie in een wijk of buurt. Daarnaast kunnen wij door ontwikkelingen goed te monitoren, preventief maatregelen inzetten om te voorkomen dat er in een wijk of buurt een probleem op dat betreffende veiligheidsthema ontstaat. In de persoonsgerichte aanpak speelt het veiligheidshuis Amersfoort een grote rol. Veiligheidshuis Amersfoort
Binnen het veiligheidshuis werken vele partners op het gebied van veiligheid (preventie en repressie) samen. Uitgangspunt van de samenwerking is de persoonsgerichte aanpak en een integrale samenwerking waarbij de verschillende partners vanuit hun eigen kennis en expertise gezamenlijk casussen bespreken en oplossen. De kerndoelstellingen van het veiligheidshuis zijn onder meer het terugdringen en voorkomen van recidive bij veelplegers, jeugd, jong volwassenen en daders van huiselijk geweld en het voorkomen van eerste delicten bij genoemde doelgroepen. Naast de dader en persoonsgerichte aanpak is er ook nadrukkelijk aandacht voor de slachtofferzorg. De meerwaarde van de samenwerking van organisaties op één fysieke werkplek is de sluitende aanpak van criminaliteit en de achterliggende problemen bij de verdachte. Om deze aanpak te laten slagen is het van belang dat problemen en kansen tijdig worden gesignaleerd, zodat hulp en zorg zo vroeg mogelijk worden ingezet. In het veiligheidshuis hebben de partners de verdachten goed in beeld. Samen signaleren de partners de achterliggende problemen van een verdachte, bedenken ze oplossingen, stippelen trajecten uit en ondernemen actie. Het veiligheidshuis is volop in ontwikkeling. Het aantal deelnemers in het netwerk neemt toe en ook de regierol komt steeds meer bij gemeenten te liggen. Het OM blijft vanzelfsprekend verantwoordelijk voor de inzet van het strafrecht, maar de gemeente regisseert voor een groot deel de inzet vanuit zorg, toezicht en bestuursrechtelijke handhaving. Wij hebben de ambitie om het veiligheidshuis door te ontwikkelen tot een samenwerkingsverband waarin strafrecht, zorg, toezicht en bestuurlijke handhaving bij elkaar komen en werkprocessen en interventies met elkaar verbonden en op elkaar afgestemd zijn. Uitgangspunt voor het veiligheidshuis is dat wordt gewerkt vanuit een persoons-, gebieds- en delictgebonden aanpak. Sturingsinstrumenten
De gemeente heeft de beschikking over drie sturingsinstrumenten: juridische, economische en communicatieve instrumenten. Voorbeelden van juridische instrumenten zijn de bevoegdheden van de burgemeester zoals vastgelegd in de Gemeentewet, de Algemene Plaatselijke Verordening en bijvoorbeeld het huisverbod. Onder economische instrumenten worden onder meer subsidies en boetes verstaan. Met communicatieve instrumenten wordt voorlichting bedoeld om bepaald gedrag te beïnvloeden, een voorbeeld is de campagne die afgelopen jaren gevoerd is om auto-inbraken tegen te gaan. Wanneer binnen het veiligheidsbeleid gewerkt wordt met een combinatie van deze drie instrumenten, vergroot dit de kans van slagen van het veiligheidsbeleid. Monitoring
Beschikbare informatie vormt de basis voor een effectieve en integrale veiligheidsaanpak. Om het veiligheidsbeleid goed te kunnen monitoren en evalueren maken we gebruik van periodieke politiecijfers (objectieve veiligheid), de veiligheidsmonitor (subjectieve veiligheid) en evaluaties. In het najaar van 2009 is de landelijke Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) op stadsniveau uitgevoerd. Omdat de uitkomsten zijn gebaseerd op een kleine steekproef wordt voorlopig gebruik gemaakt van de 22
uitkomsten van de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2009. In het najaar van 2011 wordt de IVM op wijkniveau uitgevoerd. De uitkomsten zijn vanaf voorjaar 2012 beschikbaar. De IVM vervangt dan de huidige monitor Leefbaarheid en Veiligheid. Hoewel er niet rechtstreeks een causaal verband bestaat tussen de objectieve veiligheid (geregistreerde criminaliteit en overlast) en de subjectieve veiligheid (gevoelens van veiligheid) vormen de gevoelens van veiligheid van de inwoners in Amersfoort wel een belangrijke graadmeter van het veiligheidsbeleid.
23
4.2 Hoofdthema’s De gemeente Amersfoort wil zich de komende jaren vooral gaan richten op een vijftal hoofdthema’s. Deze thema’s zijn leidend voor de veiligheidsaanpak in de periode 2011-2014. Elk hoofdthema kent een aantal subthema’s. Hoewel de hoofdthema’s dus voor een periode van vier jaar vastgesteld worden, is jaarlijks een accentverschuiving in de aanpak van de subthema’s mogelijk. Naast het feit dat het criminaliteitsbeeld van Amersfoort aanleiding voor de keuze van de hoofdthema’s biedt, hebben wij er bewust voor gekozen om de komende jaren te benutten om behaalde resultaten te bestendigen. Dit betekent dat wij veiligheidsthema’s als veel voorkomende criminaliteit, ingrijpende misdrijven en overlast & verloedering ook de komende jaren extra aandacht blijven geven. Naast het feit dat vanuit maatschappelijk oogpunt inzet op deze thema’s gerechtvaardigd is, spelen hier ook efficiencyoverwegingen een rol. Op veel van deze thema’s is de afgelopen jaren een succesvolle aanpak ontwikkeld, die met relatief weinig inspanning en financiële middelen in diverse buurten inzetbaar is. Het betreft de volgende thema’s. Hoofdthema’s I. Overlast en verloedering (jeugdoverlast, verloedering fysieke woonomgeving) II. Aandachtsbuurten III. Veelvoorkomende criminaliteit (fietsendiefstal, auto-inbraak en vernieling) IV. Ingrijpende misdrijven (woninginbraken, overvallen, (uitgaans)geweld) V. Georganiseerde criminaliteit en Bestuurlijke aanpak criminaliteit
Rode draad: zelfredzaamheid bewoners De aanpak van onveiligheid hangt nauw samen met respect voor elkaar en de omgeving. Vandalisme, agressie, geluidsoverlast, straatvuil: het zijn voorbeelden van ongewenst gedrag. Mensen spreken elkaar steeds minder aan op dit gedrag en houden weinig rekening met belangen van anderen. Dit gedrag kan niet alleen leiden tot overlast en verloedering, maar uiteindelijk ook tot (ernstiger) vormen van agressie en geweld. Wanneer buren elkaar kennen en weten wat hen bezig houdt, bestaat er meer begrip voor elkaars gedrag. Situaties worden minder snel als overlast ervaren en waar toch irritatie ontstaat, spreekt men elkaar eerder en op respectvolle wijze op aan. Door bewoners te laten participeren en zelf initiatieven voor meer binding en betrokkenheid in de buurt te laten ondernemen, krijgen bewoners daadwerkelijk meer grip op de ontwikkelingen in hun directe leefomgeving. Wij gaan ervan uit dat dit ook invloed heeft op hun veiligheidsbeleving: bewoners die meer grip op (de veiligheid en leefbaarheid in) hun buurt hebben, voelen zich in het algemeen veiliger dan anderen. Om bewoners te faciliteren en goed toe te rusten om hun eigen rol in het bevorderen van hun veiligheid te kunnen pakken, ontwikkelen wij een soort wijkgerichte ‘toolkit’. Deze wijktoolkit omvat naast tips voor bewoners om hun eigen veiligheid te bevorderen ook handreikingen om (kleinschalige) buurtprojecten op te zetten. In 2009 heeft een aantal bewoners aan de Jerolimodreef in Schothorst met elkaar afspraken gemaakt om samen te werken aan een veilige woonomgeving. Ze zijn onder meer alert op wat er in de wijk gebeurt en houden de voorzieningen en elkaars huizen in de gaten. Ook onderhouden de bewoners contact met politie en gemeente in geval van vandalisme of gebreken in de openbare ruimte. Op verzoek van de bewoners heeft de gemeente een bord in de straat laten ophangen waarmee de bewoners hun samenwerking om hun buurt veiliger te maken kenbaar maken.
24
Daarnaast noemen we in de toolkit een aantal bestaande projecten waaraan bewoners - afhankelijk van hun wijk - kunnen deelnemen, zoals het hondenuitlaatproject “Jack zoekt een maatje”, Burgernet, Buurtmentoren/-vaders, Wijk@lert Schothorst, veiligheidsambassadeurschap en SMS-service. Ook bieden we regelmatig themagerichte workshops aan, zoals Streetwise en de workshop “iedereen kan ingrijpen”. In de workshop “iedereen kan ingrijpen”leren de deelnemers hoe zij anderen kunnen aanspreken op bijvoorbeeld verloedering of overlast in de buurt, zonder zichzelf daarbij in gevaar te brengen. Conflictsituaties worden inzichtelijk gemaakt en een trainer geeft praktische tips om handelend op te treden en anderen aan te spreken op hun gedrag. Aansluitend op de theorie spelen acteurs herkenbare praktijksituaties na en kunnen de deelnemers door rollenspellen zelf oefenen met eigen ingebrachte praktijkvoorbeelden. .Deze workshop is in 2010 vier keer gehouden met gemiddeld ongeveer 20 deelnemers.
Hieronder volgt per (hoofd)thema een korte motivatie waarom dit thema geprioriteerd wordt en de ambities die we stellen. De daadwerkelijk activiteiten en inspanningen van de diverse partners vermelden we in het Uitvoeringsplan. I. Overlast en verloedering Manifest Bestrijding Overlast en Verloedering In het kader van het nieuwe stedenbeleid hebben 40 gemeenten (waaronder Amersfoort) en het Rijk – met het ondertekenen van een Manifest - aangegeven gezamenlijk een extra impuls te geven aan het terugdringen van overlast en verloedering, mede in het kader van het vergroten van de leefbaarheid in de wijken. Om dat mogelijk te maken, stelt het Rijk de zogenoemde Van Monfransmiddelen (BZK) en de Leefbaarheidsmiddelen (WWI) voor de jaren 2010 en 2011 ter beschikking. Om voor deze financiering in aanmerking te komen, hebben de deelnemende gemeenten aan het Rijk moeten aangeven welke vijf maatregelen zij in 2010 en 2011 inzetten om overlast en verloedering te verminderen. Op 28 augustus 2009 hebben wij de vijf maatregelen die de gemeente Amersfoort neemt aan de Ministers van BZK en WWI aangeleverd. Deze maatregelen zijn: • Aanpak overlast door (risico)jongeren • Aanpak uitgaansoverlast/-geweld • Aanpak verloedering van de fysieke woon- en leefomgeving • Versterken van de lokale samenwerking • Versterken van het zelfoplossend vermogen van burgers. Inmiddels is bekend dat wij in 2011 bijna 1.1 miljoen euro ter beschikking krijgen voor het bestrijden van overlast en verloedering (leefbaarheid en veiligheid). Jeugdoverlast
Amersfoort is en blijft voorlopig een jonge stad. De Amersfoortse jongeren geven deze stad een jonge, vlotte en dynamische uitstraling en met de meeste jongeren gaat het goed. Echter, zowel uit de registratie van de politie als uit de monitor Leefbaarheid en Veiligheid komt het beeld naar voren dat een klein deel van de jongeren overlast en criminaliteit veroorzaakt. Dit deel van de jongeren heeft vanuit het veiligheidsbeleid onze nadrukkelijke aandacht. Ambitie
Huidige situatie Aantal in 2009
Doelstelling voor 2014 % ontwikkeling 2014 tov Aantal in 2014 2009 - 13% 1100
Meldingen jeugdoverlast
1.268
Jeugdoverlast als ervaren buurtprobleem
4e plaats
-
6e plaats
13%
-3%
10%
% bewoners dat vaak overlast van groepen jongeren ervaart
25
Hoofdlijnen aanpak
Begin 2009 is Amersfoort van start gegaan met de stadsbrede uitrol van de Groepsaanpak conform de landelijke systematiek van Advies- en Onderzoeksbureau Beke. Met de implementatie van deze methodiek is de voormalige ‘Jongeren Op Straat methodiek’ een onderdeel geworden van de Groepsaanpak, waarbij maatregelen op de jeugdgroep als geheel en gericht op de buurt zijn uitgebreid met maatregelen gericht op het individu en het gezin. De groepsaanpak vormt het operationele kader waarbinnen het jeugd- en veiligheidsbeleid concreet vorm krijgt middels activiteiten en projecten. Het jeugd & veiligheidsbeleid maakt onderdeel uit van het algemeen veiligheidsbeleid (afdeling OOV) en het algemeen jeugdbeleid (afdeling WSO). Voor een goede uitvoering en verantwoording van gemeentelijk beleid op wijkniveau, is eenduidige regie en aansturing noodzakelijk. Daarom brengen wij vanaf 2011 de regie op de Groepsaanpak onder bij de afdeling Wijkontwikkeling. Hierdoor wordt de cyclus van de groepsaanpak geïntegreerd binnen het wijkgericht werken van de gemeente. Als onderdeel van de Groepsaanpak is door de politie een inventarisatie gemaakt van alle problematische jeugdgroepen in Amersfoort. Uit deze inventarisatie kwam naar voren dat er in 2010 12 problematische jeugdgroepen in Amersfoort zijn. Hierbij gaat het om 6 hinderlijke jeugdgroepen, 5 overlastgevende jeugdgroepen en 1 criminele jeugdgroep. De hinderlijke jeugdgroepen zijn redelijk verspreid over de hele stad. De meeste overlastgevende jeugdgroepen, alsmede de criminele jeugdgroep bevinden zich in Centrum/Zuid, terwijl er slechts één overlastgevende groep in Amersfoort Noord aanwezig is. In de Lokale Driehoek zijn vervolgens 9 jeugdgroepen geprioriteerd. Voor elke geprioriteerde jeugdgroep is een plan van aanpak opgesteld, waarin de partners gezamenlijk aangeven welke activiteiten op groeps-, domein- en individueel niveau noodzakelijk zijn en welke inspanningen elke partners daarvoor levert. Als interventie binnen de Groepsaanpak worden vanaf 2010 straatcoaches ingezet. Dit zijn toezichthouders en handhavers van de afdeling Handhaving Openbare Ruimte die samenwerken met de politie en het jongerenwerk. De straatcoaches worden in een aantal buurten ingezet om de veiligheid te vergroten en richten zich vooral op de geprioriteerde jeugdgroepen met een extra focus op Marokkaans-Nederlandse jongeren tussen de 12-24 jaar die in buurten rondhangen en incidenten, overlast of kleine criminaliteit plegen. Ook wordt in iedere wijk met een geprioriteeerde jeugdgroep een veldwerker van de verslavingszorg ingezet (Centrum Maliebaan). Deze persoon ondersteunt het reguliere ambulant jongerenwerk bij het herkennen van verslavingsproblematiek onder jongeren. Daarnaast legt de werker zelf ook actief contact met jongeren waarbij hij hen motiveert hulp te aanvaarden, hulp- en dienstverleningsactiviteiten verricht en begeleidt bij verwijzing. Partners in de aanpak
Centrum voor Jeugd en Gezin, Politie, Veiligheidshuis waaronder Openbaar Ministerie, Beweging 3.0, Bureau Jeugdzorg Utrecht, Eduniek, GGD, NIS, PC Eemland, Rec4-4, SOVEE, SWV –VO, SWA, MEE Utrecht Gooi & Vecht, RIAGG Amersfoort & Omstreken en Centrum Maliebaan. Relevante beleidsprogramma’s
Aanpak Marokkaans-Nederlandse risicojongeren 2010-2012, Algemeen Jeugdbeleid Verloedering fysieke woonomgeving
Hoewel de afgelopen jaren met succes al flink geïnvesteerd is in de verbetering van de kwaliteit van de buitenruimte, blijft dit een voortdurende prioriteit. Een buitenruimte die beschikt over voldoende voorzieningen, schoon, heel en veilig is, draagt bij aan het gevoel van veiligheid. Een hoogwaardige openbare ruimte waarin inwoners zich ontspannen en veilig voelen is een essentiële voorwaarde om het veiligheidsbeleid succesvol te laten zijn. Tevens stimuleert dit inwoners om hierin zelf ook bij te dragen. Door de aangenomen bezuinigingsvoorstellen op het gebied van onderhoud en beheer komt een schone, hele en veilige ruimte mogelijk onder druk te staan.
26
Ambitie
Schaalscore fysieke kwaliteit van de buurt
Huidige situatie Aantal in 2009 5,6
Doelstelling voor 2014 ontwikkeling 2014 tov Aantal in 2014 2009 + 0.4 6
De aspecten rommel op straat, hondenpoep, graffiti en vernielingen vormen samen het kengetal ‘fysieke kwaliteit’ van de buurt
Hoofdlijnen aanpak
Met de bestuurlijke strafbeschikking kan door de gemeentelijke toezichthouders handhavend tegen kleine overlastgevende feiten in de openbare ruimte worden opgetreden. Zelf kunnen inwoners actief bijdragen aan een schone, hele en veilige buitenruimte door bij kleine ergernissen het Meldpunt Woonomgeving van de gemeente een sms te sturen, te bellen of te mailen. Ook willen we bewoners (nog) meer bewust maken van hun eigen rol in het tegengaan van verloedering van hun buurt, zowel met behulp van voorlichting als met gerichte buurtprojecten. Partners in de aanpak
Politie, opbouwwerk, jongerenwerk, Stadstoezicht, woningcorporaties en bewoners.
Relevante beleidsprogramma’s
Jaarplan Politie, gemeentelijk beleid gericht op beheer en onderhoud.
II. Aandachtsbuurten De afgelopen jaren kenmerkte de veiligheidsaanpak zich onder meer door het vaststellen van een aantal hotspots en thema’s. Wijken of buurten waar een opeenstapeling van problemen plaatsvond werden eruit gelicht en daar werd een intensieve gerichte en integrale aanpak op gezet. Door het plegen van een aantal gerichte interventies en het investeren in zowel fysieke als sociale maatregelen, werd de veiligheid en leefbaarheid vergroot. Het nadeel van deze aanpak is dat de problemen soms al in een vergevorderd stadium zijn waardoor interventies veelal een repressief karakter kennen. De komende vier jaar willen we investeren in een meer preventieve aanpak. Ambitie Analyseren van 5 buurten die extra aandacht verdienen om te voorkomen dat deze afglijden en problemen verergeren. Preventief ingrijpen in deze buurten die dreigen af te glijden om te voorkomen dat probleemwijken ontstaan.
Hoofdlijnen aanpak
De komende periode wordt onderzoek verricht naar wijken met (sub)buurten met spanningen. Het kan hier gaan om spanningen tussen verschillende bevolkingsgroepen maar ook om spanningen doordat demografische gegevens hiertoe aanleiding geven. Een graadmeter voor zo’n buurt is bijvoorbeeld het aantal uitkeringen, botsende leefstijlen, cultuurverschillen tussen bevolkingsgroepen, de staat van de woningen, de hoeveelheid en de druk op de openbare ruimte. Deze buurten hebben een impuls nodig om niet af te glijden naar hotspots. Deze aanpak kenmerkt zich door preventie. Voordat er problemen ontstaan en escalatie dreigt, moeten signalen naar betreffende hulpverleningsinstanties plaatsvinden. De aanpak kent verschillende sporen. Allereerst vindt door het Verwey-Jonker instituut in opdracht 27
van de gemeente in drie wijken onderzoek plaats naar de leefbaarheid van die wijken. Vanuit het Regionaal Bureau Veiligheidsstrategie vindt onderzoek plaats naar polarisatie, discriminatie en radicalisering. Daarnaast worden van alle wijken scans gemaakt waarbij zowel kwalitatieve (via wijkagent, wijkmanager) als kwantitatieve (monitor V + L, politiecijfers) informatie over die wijken wordt verzameld. Deze drie onderzoeken belichten vanuit verschillende invalshoeken spanningen in wijken. In het voorjaar van 2011 zijn de uitkomsten van de onderzoeken bekend en worden op basis hiervan voor de veiligheidsaanpak in totaal 5 buurten geprioriteerd die extra aandacht gaan krijgen. Concreet is hierbij een sleutelwoord. De toegevoegde waarde van de aanpak in een buurt met spanningen is om door te kunnen pakken op een top 3 van ergernissen. Dit vraagt om doorzettingsmacht en een onorthodoxe aanpak. De uitdaging ligt in het maken van een combinatie tussen wat bewoners zelf kunnen en willen en het doorpakken van professionals. Deze aanpak laat trouwens onverlet dat we ook in andere buurten – als daartoe aanleiding is - adequaat inspelen op recente ontwikkelingen op dit terrein. Partners in de aanpak
Ministerie van BZK, Verwey-Jonker Instituut, politie, professionals in de betreffende buurten en bewoners.
III. Veelvoorkomende criminaliteit De afgelopen jaren zijn mooie resultaten geboekt in het tegengaan van auto-inbraken, fietsdiefstal en vernieling. Deze drie delicten vallen samen onder de noemer veelvoorkomende criminaliteit. Aangezien het aantal aangiften veelvoorkomende criminaliteit in 2009 en 2010 nog steeds 40% van het totaal aantal aangiften vormt, vormt dit voldoende aanleiding om ook de komende periode VVC tot thema te benoemen. Ambitie
Huidige situatie Aantal in 2009
Doelstelling voor 2014 % ontwikkeling 2014 tov Aantal in 2014 2009 -3% 3900
Totaal aantal aangiften VVC
4023
Aantal aangiften autoinbraken
1.487
-5%
1.413
Totaal aantal aangiften fietsendiefstal
1.030
-5%
978
Hoofdlijnen aanpak
In nauwe samenwerking met de politie richten we ons door middel van campagnes en gerichte acties op het bewust(er) maken van inwoners van hun eigen rol in het voorkomen van veelvoorkomende criminaliteit. De aanpak gericht op autokraken zal in dezelfde vorm worden voortgezet waarbij de intensiteit en locatie kunnen verschillen. Binnen de aanpak van fietsdiefstal blijft de aandacht voor het bewust maken van fietseigenaren van wat ze zelf kunnen doen om de kans op een diefstal zo klein mogelijk te maken. De komende periode willen we het onderwerp fietsdiefstal verbreden naar de aanpak van heling. Met gerichte inzet van de politie en behulp van een campagne gericht op heling van fietsen willen we bewoners bewust maken van hun rol en de consequenties van het aankopen van gestolen fietsen. Wanneer je een fiets accepteert die mogelijk van diefstal afkomstig is, ben je als koper ook strafrechtelijk vervolgbaar.
28
De gemeente Amersfoort en de politie Eemland zuid startte in maart 2010 samen met een aantal scholen van het Voortgezet Onderwijs een project om fietsdiefstal- en heling op scholen te voorkomen en te bestrijden. De politie heeft daarvoor op en rondom de scholen extra gecontroleerd op gestolen fietsen en heling van fietsen. Gestolen fietsen werden in beslag genomen, verdachten van diefstal/heling liepen risico op aanhouding en vervolging. Daarnaast werden fietsregistratiekaarten uitgereikt en aangifte van fietsdiefstal gestimuleerd. Partners in de aanpak
Politie, opbouwwerk, jongerenwerk, scholen, woningcorporaties en bewoners Relevante beleidsprogramma’s
Jaarplan Regionale Veiligheidsstrategie 2011, Jaarplan Politie
IV. Ingrijpende misdrijven Ingrijpende misdrijven zoals woninginbraken, overvallen en geweld kunnen een grote impact hebben op je gevoel van veiligheid. Deze delicten verdienen dan ook de hoogste aandacht van gemeente, politie en openbaar ministerie. Woninginbraken
Hoewel het aantal woninginbraken over de jaren 2003 – 2009 met 11% is afgenomen, is in de eerste 8 maanden van 2010 het aantal woninginbraken in Amersfoort aanzienlijk gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. In de periode januari t/m augustus 2009 vonden in Amersfoort 478 woninginbraken plaats, in dezelfde periode in 2010 bedroeg dit aantal 584 aangiften, een stijging van ruim 22%. Deze stijgende trend in het aantal woninginbraken speelt overigens niet alleen in Amersfoort, maar in de hele regio Utrecht. Hoofdlijnen aanpak
In de gezamenlijke aanpak van woninginbraken heeft elke partner zijn eigen rol. De gemeente richt zich vooral op preventie. Door preventie willen we inwoners bewust maken van hun eigen rol om de kans op een woninginbraak te verkleinen. Zo kunnen maandelijkse politiecijfers aanleiding geven om in een wijk of buurt, of zelfs op straatniveau, extra inzet te plegen. Enerzijds is die inzet gericht op het bewustmaken van bewoners van hun eigen rol in het voorkomen van inbraak in eigen woning, anderzijds ook om bewoners te stimuleren extra alert te zijn en wellicht op die wijze bij te dragen aan het oplossen of voorkomen van een inbraak. Deze Buurtacties kunnen schriftelijk (via mailings), persoonlijk (‘de deuren langs’) en door middel van het organiseren van voorlichtingsavonden. Na een explosieve stijging van het aantal woninginbraken in de wijk Schothorst, hield de gemeente in het voorjaar van 2009 samen met politie, woningcorporaties, Stichting Welzijn Amersfoort en het wijkbeheerteam twee inbraakpreventieavonden met ex-inbreker Evert Jansen. Voorafgaand aan de avond maakte Evert Jansen, tegenwoordig werkzaam bij stichting Preventie & Veiligheid, foto’s in de wijk van inbraakgevoelige situaties zoals open ramen, een ladder in een tuin, een touwtje uit de brievenbus etc. en confronteerde bewoners met deze foto's. De avonden waren bedoeld om bewoners in Schothorst te laten zien wat zij zelf kunnen doen om de kans op een inbraak in hun woning zo klein mogelijk te maken. De twee voorlichtingsavonden werden in totaal door ruim driehonderd wijkbewoners bezocht.
In de donkere maanden voeren we (gemeente, politie, ROC-ASA) het project Smurf uit. In dit project draait het om verhoogd toezicht in wijken met een groter inbraakrisico. Naast een preventieve werking die van verhoogd toezicht 29
uitgaat, is ook het doel om bewoners te wijzen op de inbraakrisico’s in deze maanden en hen tips te geven dit inbraakrisico te verkleinen. In de zomermaanden, als de kans op insluiping groter is door openstaande ramen en deuren voeren we de “voetjesactie” uit. Een voetje is een papieren voetafdruk, met daarop een waarschuwingstekst en aan de andere kant tips om insluiping of een inbraak te voorkomen. Door middel van het binnen leggen c.q. naar binnen werpen van een voetje, wijzen we de bewoners op de risico’s die zij lopen door op deze wijze met ramen en deuren om te gaan. Periodiek (vooral tijdens de wintermaanden) voert de politie gebiedsgebonden acties uit, die bestaan uit het thuis bezoeken van potentiële daders en het actief controleren en aanspreken van de bekende potentiële daders. Met de woningbouwcorporaties wordt overleg gevoerd over investeringen zoals het aanbrengen van camera’s in de woningcomplexen en het aanbrengen van inbraakwerend hang- en sluitwerk. Partners in de aanpak
Politie, Openbaar Ministerie, Woningcorporaties, ROC ASA (geüniformeerde beroepen), opbouwwerk, Buurttoezichtteam en bewoners. Relevante beleidsprogramma’s
Jaarplan 2011 Regionale Veiligheidsstrategie, Jaarplan politie
Uitgaansgeweld
Uitgaan in Amersfoort moet gezellig en veilig zijn. Een bruisend uitgaansleven draagt bij aan een aantrekkelijke binnenstad voor jong en oud. De historische binnenstad van Amersfoort kent een sfeervol en populair uitgaansgebied, verdeeld over drie pleinen. De populariteit van de binnenstad en de groei van het aantal bezoekers kent naast de levendigheid en gezelligheid ook een keerzijde, die zich kenmerkt door verschillende vormen van uitgaansoverlast. Een klein deel van het uitgaanspubliek zorgt, veelal onder invloed van drank en/of drugs, voor overlast en problemen op het vlak van openbare orde. Sinds enkele jaren registreert de politie specifiek het uitgaansgeweld. Hoewel het aantal gewelddelicten in de Stadskern in 2009 flink is gedaald, blijft het aantal gewelddelicten relatief hoog. De Stadskern is dan ook niet te vergelijken met een gemiddelde woonwijk vanwege het speciale karakter. Dit gebied kenmerkt zich door een hoge concentratie van winkels en horecagelegenheden dat dagelijks tot een groot aantal bezoekers leidt. Hoofdlijnen aanpak
De integrale aanpak zoals die afgelopen jaren heeft plaatsgevonden wordt ook voor de komende jaren vastgelegd in een convenant veilig uitgaan. Hierin onderschrijven horeca, gemeente, brandweer, politie en openbaar ministerie concrete activiteiten om de veiligheid zowel sociaal als fysiek te vergroten. Deze activiteiten hebben betrekking op geweld, alcohol en drugs, overlast, discriminatie, brandveiligheid, toezicht en handhaving. Het weekendarrangement, het instrument waarmee geweldplegers na een gewelddelict een weekend vastzitten, krijgt een vervolg. Met de collectieve horecaontzegging hebben horecaondernemers en politie een effectief middel in handen om plegers van strafbare feiten voor een bepaalde periode uit het horecagebied te weren.
30
Partners in de aanpak
Ondernemers (KHN), politie, openbaar ministerie, brandweer, artikel 1 Midden Nederland Relevante beleidsprogramma’s
Convenant Veilig Uitgaan 2011-2014 Overvallen
Het thema overvallen is één van de vijf thema’s in de Regionale Veiligheidsstrategie. Ook in Amersfoort zijn de afgelopen jaren overvallen gepleegd. Hierbij waren zowel winkels als tankstations als horecagelegenheden doelwit van een overval. Ambitie
Huidige situatie Aantal in 2009
Meldingen uitgaansgeweld
154
Aangiften Woninginbraken
732
Aangiften overval
15
Doelstelling voor 2014 % ontwikkeling 2014 tov Aantal in 2014 2009 -6% 145 -4,5% -6,5%
700 14
NB. 154 meldingen uitgaansgeweld is geëxtrapoleerd van 11 naar 12 maanden
Hoofdlijnen aanpak
De afgelopen jaren is op een aantal winkelcentra en het bedrijventerrein Vathorst geïnvesteerd in Keurmerken Veilig Ondernemen. Om voor een keurmerk in aanmerking te komen start je een integraal samenwerkingsverband met als doel het tegengaan van winkelcriminaliteit en het vergroten van de veiligheid en leefbaarheid in het winkel- of bedrijvengebied. Preventie van overvallen is één van de onderwerpen die tijdens de aanpak centraal staat. Het Regionaal Platform Criminaliteitsbestrijding ondersteunt ondernemers in de regio Utrecht door middel van preventieavonden met als thema: ‘voorkom een overval’ Partners in de aanpak
Ondernemers, RPC, politie, Kamer van Koophandel, openbaar ministerie, Bureau Slachtofferhulp Relevante beleidsprogramma’s
Jaarplan 2011 Regionale Veiligheidsstrategie V. Georganiseerde criminaliteit en Bestuurlijke aanpak criminaliteit Landelijk krijgt het bestrijden van georganiseerde misdaad steeds meer aandacht. Uitgangspunt is de mening dat de aanpak van de georganiseerde misdaad uitsluitend effectief als dit geïntegreerd aangepakt wordt. Dat wil zeggen grensoverschrijdend, waarbij alle ketenpartners de instrumenten inzetten die mogelijk/nodig zijn. Concreet betekent dit voor de gemeente dat zij in toenemende mate geïnformeerd wordt door ketenpartners over (mogelijk) verdachte zaken. Dan wordt bekeken of op basis van de betreffende informatie het bestuurlijke instrumentarium ingezet kan worden. Deze landelijke tendens ziet men terug in diverse regionale convenanten die afgesloten zijn om de informatie-uitwisseling tussen de partners mogelijk te maken, waaronder:
31
Convenant Vrijplaatsen:
Dit convenant is afgesloten op 16 april 2007 tussen de Belastingdienst Utrecht-Gooi, politie Utrecht, OM en gemeente Amersfoort met als doel: door integrale samenwerking een einde maken aan maatschappelijk ongewenste ontwikkelingen ten aanzien van overheidsregelingen binnen de gemeente. Het convenant richt zich op de prostitutiesector, de cannabissector, belwinkels, woonwagencentra, patsers en vastgoed. Convenant Mensenhandel:
In de regionale veiligheidsstrategie van de regio Utrecht hebben politie, OM en gemeenten zich verbonden om de bestrijding van mensenhandel tot prioriteit te maken. Dit heeft geleid tot het convenant Mensen handel, afgesloten op 29 maart 2010, tussen gemeenten Amersfoort, Utrecht, Woerden en Zeist, politie Utrecht, OM, Belastingdienst Utrecht & Gooi/FIOD, Sociale Inlichtingenen Opsporingsdienst, Arbeidsinspectie en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. Het doel van dit convenant is het krijgen van inzicht in de misstanden in de prostitutiesector en overige arbeid/diensten en het realiseren van een adequate lokale en geïntegreerde bestuurlijke aanpak mensenhandel. Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC)
De landelijke behoefte om georganiseerde misdaad effectief te bestrijden is duidelijk terug te zien in de vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken gestuurde keuze voor de oprichting van Regionale Informatie en Expertise Centra, waaronder een RIEC voor de regio Midden Nederland (Utrecht, Flevoland en Gooi & Vechtstreek). Het RIEC fungeert als informatieknooppunt en expertisecentrum voor aangesloten gemeenten, provincies, OM, politie, bijzondere opsporingsdiensten, belastingdienst en andere (semi)overheden. Ook voor het RIEC MN geldt dat er een samenwerkingsconvenant is afgesloten om informatieverstrekking en –uitwisseling mogelijk te maken. Amersfoort is een van de vijf gemeenten die tijdens de pilotfase (2010 en 2011) op casusniveau samenwerkt met het RIEC Midden-Nederland (in oprichting). Concreet betekent dit dat het casusoverleg in het kader van het convenant Vrijplaatsen ‘omgebouwd’ is tot een casusoverleg RIEC. De meerwaarde van deze casusoverleggen en de samenwerking is: - de informatie-uitwisseling: in sommige gevallen leidt deze uitwisseling tot de inzet van diverse instrumenten van verschillende organen, die zeer effectief blijkt. - Het ‘leren van elkaar’: o elke organisatie kijkt vanuit haar eigen discipline naar een probleem. Uitwisseling van deze manieren van kijken, verbreedt de eigen blik; o door met elkaar de informatie te delen, blijkt in sommige zaken informatie boven tafel te komen waarvan men niet wist dat dit voor een andere partij zinvolle informatie kan zijn; De verwachting is dat het RIEC MN uiteindelijk de bestaande convenanten/overlegstructuren op de diverse terreinen waarop georganiseerde misdaad zich afspeelt gaat ondervangen. Wet BIBOB (Wet bevordering Integriteitbeoordeling door het Openbaar Bestuur)
Criminele organisaties zijn soms afhankelijk van vergunningen, subsidies of aanbestedingen, bijvoorbeeld voor witwasconstructies. Om te voorkomen dat de overheid ongewild criminaliteit in de hand werkt, is de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet BIBOB) ingevoerd. Door deze wet hebben bijvoorbeeld de gemeenten de mogelijkheid om bedrijven en personen te screenen. Screening is mogelijk bij de aanvraag voor een vergunning, subsidie of aanbesteding waarop de Wet BIBOB van toepassing is. In de gemeente Amersfoort wordt het de Wet BIBOB selectief ingezet voor (vergunningen voor) horeca-, en seksinrichtingen en speelautomatenhallen. In het verlengde van deelname aan het RIEC, de diverse convenanten en de voorziene uitbreiding van de Wet BIBOB, wordt in 2011 gekeken of het BIBOB-instrument effectiever danwel breder ingezet moet worden.
32
4.3 Regulier beleid Het integraal veiligheidsbeleid omvat meer onderwerpen dan de thema’s zoals beschreven in paragraaf 4.2. Dit beleid richt zich vooral op de wettelijke taken en bevoegdheden van de burgemeester zoals het coffeeshop- en prostitutiebeleid. Ook de nazorg van ex-gedetineerden valt hieronder. Coffeeshops
Het coffeeshopbeleid van Amersfoort dateert van 1996. Er is toen besloten om het aantal toegestane coffeeshop terug te brengen van 13 naar 11. Vanaf 1999 mogen er nog 9 coffeeshops zijn in Amersfoort en in dat jaar zijn de vestigingscriteria duidelijker geformuleerd. In 2007 zijn op verzoek van de gemeenteraad deze criteria verder aangescherpt. In de praktijk waren er sinds 2005 7 coffeeshops in Amersfoort gevestigd. Vanaf eind 2009 zijn dit er 6 en met ingang van 1 januari 2011 zullen het er nog 4 zijn, omdat dan twee coffeeshops geen gedoogverklaring meer krijgen omdat ze te dicht bij een basisschool liggen. Gebleken is dat er voldoende animo is om een coffeeshop te beginnen in Amersfoort, de vrij strikte vestigingscriteria (en het tot overeenstemming komen met een pandeigenaar) maken dit echter zeer moeilijk. In het regeerakkoord (september 2010) heeft het kabinet een paragraaf opgenomen over coffeeshops. De regering Rutte is voornemens een afstandscriterium van tenminste 350 meter tussen scholen en coffeeshops in te voeren. Tevens is het voornemen geuit om coffeeshops voortaan alleen toegankelijk te maken voor diegenen die in het bezit zijn van een clubpas. Daarnaast is in november 2010 met de Amersfoortse gemeenteraad gesproken over de (on)wenselijkheid van een zogeheten wietboulevard, een clustering van coffeeshops. In het licht van dit gesprek met de gemeenteraad, alsmede naar aanleiding van de voornemens van het kabinet, wordt het Amersfoortse coffeeshopbeleid opnieuw bekeken. Prostitutie
In Amersfoort zijn zes vergunde seksinrichtingen. Het maximum aantal dat – volgens de in 2000 vastgestelde Nota Prostitutiebeleid – in Amersfoort aanwezig mag zijn is zeven. Sinds jaar en dag was dit aantal ook ingevuld. In het derde kwartaal van 2010 heeft één eigenaar van een vergunde inrichting zijn zaak stopgezet. Zowel bij de gemeente als bij de politie zijn geen overlastmeldingen bekend met betrekking tot de vergunde inrichtingen. De gemeente, brandweer en GGD voeren periodiek controles uit op hygiëne, bouwaspecten en brandveiligheid Daarnaast voert de divisie Mensenhandel van de politie Utrecht met regelmaat onaangekondigde controles uit waarbij illegale prostitutie en mensenhandel de insteek is. Nazorg ex-gedetineerden
De gemeente is verantwoordelijk voor de nazorg van ex-gedetineerden. Het doel van deze persoonsgerichte aanpak is het terugdringen van vermogenscriminaliteit en het verminderen van recidive. Deze aanpak komt in nauwe samenwerking met de partners in het Veiligheidshuis tot stand. Concreet richt de aanpak zich op het coördineren van de nazorg op vier basisvoorzieningen (IDbewijs, werk/inkomen, huisvesting en zorg). BIJ (Bestuurlijke Informatie Justitiabelen)
De gemeente Amersfoort is in januari 2010 bij een pilot aangesloten over bestuurlijke informatievoorziening betreffende terugkerende ernstige gewelds- en zedendelinquenten aan gemeenten. Vanaf 2011 nemen 30 gemeenten deel aan deze pilot. Dit project is in 2009 gestart om verstoringen in de sfeer van openbare orde en veiligheid bij terugkeer van ernstige geweld- en zedendelinquenten te voorkomen. De landelijke pilot is vanaf eind 2009 geëvalueerd. Eén van de conclusies is dat de informatie in vroegtijdig stadium met lokale partners in het kader van het Veiligheidshuis gedeeld wordt. Tevens maken gemeenten effectief gebruik van de lokale structuren zoals het Coördinatiepunt Nazorg. Een andere conclusie uit de landelijke pilot is dat er verschillende opvattingen zijn over het delen van informatie naar collega-burgemeesters bij verhuizing van een betrokken persoon. Ook bestaan verschillende opvattingen over de bevoegdheden van de burgemeester om naar aanleiding van de ontvangen informatie actie te ondernemen. 33
Vooralsnog wordt de pilot met één jaar verlengd waarbij met betrekking tot de informatiestroom nog een aantal vragen moet worden beantwoord. Deze richten zich vooral op de verhouding rijk en gemeenten en op de bevoegdheden van de burgemeesters op het gebied van openbare orde en veiligheid
4.4
Fysieke veiligheid en Crisisbeheersing
Fysieke veiligheid
De gemeentelijke brandweer Amersfoort is in 2010 overgegaan naar de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Afspraken tussen de gemeente en de VRU zijn nu vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst. Hierin staat benoemd welke taken uitgevoerd moeten worden en welke prestatieafspraken hieraan gekoppeld worden. De brandweer heeft de taken ingedeeld naar de schakels van de veiligheidsketen. Pro-actie en preventie:
De brandweer zet zich in om structurele oorzaken van onveiligheid te voorkomen of vroegtijdig weg te nemen; een proactieve veiligheidsaanpak. Dit doet de brandweer door het geven van advies bij ruimtelijke planvorming: voorgenomen (grote) bouwprojecten, nieuwe bestemmingsplannen en stedelijke ontwikkelingsprojecten. Naast het verstrekken van adviezen ziet de brandweer toe op de naleving van brandveiligheidsvoorschriften, uit vergunningen of algemene bepalingen. Ook bewoners en ondernemers hebben een rol in het voorkomen van brand. Door bijvoorbeeld rookmelders aan te brengen in de eigen woning of onderneming signaleer je vroegtijdig een eventuele brand waardoor de gevolgen kunnen worden beperkt. . Preparatie, repressie en nazorg
Het doel voorbereid zijn op en feitelijk uitvoeren van adequate brandbestrijding en hulpverlening. Bij een calamiteit moet inwoners snel hulp worden geboden van een professionele hulpverleningsdienst die hiervoor is toegerust en geoefend. Om hieraan te kunnen voldoen is de brandweer dagelijks bezig met het opleiden en oefenen van brandweerpersoneel; technisch onderhoud en beheer aan gebouwen en voertuigen; het actueel houden van plannen en procedures en het bestrijden van incidenten. Crisisbeheersing
Het doel van de crisisbeheersingsorganisatie is het organisatorisch voorbereid zijn op en uitvoering geven aan de bestrijding van rampen en crises. In 2010 is een meerjaren oefen- en opleidingsbeleidsplan geschreven dat doorloopt tot 2013. In 2011 geven we uitvoering aan de oefen-trainings-en opleidingskalender die voortvloeit uit dat meerjaren beleidsplan. 4.5 Toezicht en handhaving Handhaving (repressie) vormt het sluitstuk van de veiligheidsketen en het inzetten van handhavende instrumenten is soms noodzakelijk om de openbare orde & veiligheid in Amersfoort te waarborgen. Daarnaast is de overheid ook aan zichzelf verplicht om regelgeving niet alleen vast te stellen maar ook te handhaven. Omdat er veel meer overtredingen van regels zijn dan de gemeente kan constateren en kan (laten) beëindigen, is het zaak om de toezichthoudende controleurs ‘slim’ in te zetten: Het team Handhaving Openbare Ruimte (HOR) van de afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving levert een belangrijke bijdrage aan de uitvoering van het veiligheidsbeleid. Het team HOR bestaat uit een aantal bijzondere opsporingsambtenaren die met de komst van de Bestuurlijke Strafbeschikking de bevoegdheid hebben om zonder tussenkomst van de rechter voor bepaalde overtredingen (kleine ergernissen in de openbare ruimte) een geldboete op te leggen. Ook beschikt de afdeling over straatcoaches die toezicht houden op Marokkaans-Nederlandse jongeren tussen de 12 – 24 jaar die rondhangen en overlast en criminaliteit plegen. Daarnaast assisteert het team HOR ook bij het terugdringen van winkeldiefstal in de binnenstad en voert daarvoor de nodige surveillances uit.
34
4.6 Veiligheid bij evenementen Veiligheid bij evenementen ziet op een veilig en doelmatig gebruik van de openbare ruimte. Enerzijds betekent dit een voorafgaande toetsing van initiatieven en de daarbij gebruikte materialen (tenten, podia, tribunes) aan de geldende normen. Anderzijds wordt gekeken naar de algemene beheersbaarheid, crowdmanagement en beïnvloeding van publieksgedrag. Organisatoren worden bij de vergunningverlening hier nadrukkelijk op aangesproken. Zij worden ook bij de uitvoering van het evenement verantwoordelijk gesteld voor de aspecten van openbare orde en veiligheid (bijvoorbeeld de inzet van gecertificeerde veiligheidsfunctionarissen). Het evenementenbeleid en de vergunningprocedures zijn onlangs verder aangescherpt. In relatie tot de veiligheid is er meer expliciete aandacht voor de mogelijkheden en verantwoordelijkheden van de organisator. De reguliere publieksfunctie van de openbare ruimte moet zoveel mogelijk worden gerespecteerd. Hierbij spelen leefbaarheidaspecten, bereikbaarheid en hinder een rol. Daarbij wordt ook gestreefd naar een evenwichtige belasting van locaties. Naast de in het evenementenbeleid ontwikkelde visie ten aanzien van de waarde en betekenis van evenementen voor de stad en haar inwoners, zal in de aankomende jaren steeds meer aandacht moeten uitgaan naar de beheersbaarheid van evenementen in relatie tot de eindigheid aan de groei en mogelijkheden van de inzet van politie- en hulpdiensten. De toenemende eisen op het gebied van veiligheid, die mede wordt veroorzaakt door een toename van publiek, een verdere professionalisering van evenementen en een beter inzicht in risico’s, kunnen er in bijzondere situaties voor zorgen dat vergunningen moeten worden geweigerd, beperkende voorwaarden aan evenementen worden gesteld voorafgaand of tijdens een evenement, dan wel dat evenementen moeten worden afgelast. Om te voorkomen dat de natuurlijke spanning die wordt opgeroepen rond de inzet van politie- en hulpdiensten bij evenementen – nu nog voornamelijk in de zomermaanden of vakantieperioden – tot problemen leidt, wordt jaarlijks een evenementenkalender voor alle evenementen voor het volgende kalenderjaar opgesteld. Bij de totstandkoming spelen de adviezen van politie en hulpdiensten een belangrijke rol. Met ingang van 2011 wordt op de evenementenkalender per evenement een risico-indicatie aangegeven. Aan de hand van een publieks-, ruimte- en activiteitenprofiel van de grote evenementen wordt een risico-inschatting gemaakt. Hierdoor zijn die eisen die aan de organisatie worden gesteld al in een vroeg stadium duidelijk en kunnen de organisatoren hierop tijdig inspelen. De duiding van de profielen geeft ons een goed inzicht in de aard en omstandigheden van het evenement en de daarbij horende kans op calamiteiten. Deze risicoscan leidt tot een uitkomst in termen van een evenementencategorie. Deze toevoeging aan de kalender sluit aan op de in regionaal verband gezette stappen om tot een betere onderlinge afstemming over de inzet van de hulpdiensten bij samenloop van evenementen in de regio te komen.
35
5. COMMUNICATIE Communicatie blijft een essentieel onderdeel van de veiligheidsaanpak van de gemeente Amersfoort. Naast de gebruikelijke taak tot openbaarmaking en voorlichting, biedt communicatie ook de gelegenheid om een aantal doelstellingen van het Integraal Veiligheidsprogramma te bereiken. Immers, gevoelens van (on)veiligheid worden mede beïnvloed door informatie. Intensieve samenwerking met partners, ook in de communicatie, is essentieel voor het bestrijden van onveiligheid. In het veiligheidsbeleid blijven wij uitgebreid de nadruk leggen op de verantwoordelijkheid van de professionele organisaties enerzijds en van de inwoners en bezoekers van de stad anderzijds. Dit komt ook tot uitdrukking in de twee pijlers van onze communicatiestrategie: 1. ‘Mensen maken veiligheid’: concrete en inspirerende voorbeelden communiceren. In deze pijler staat de mens centraal: de weerbare mens die zelf invloed uitoefent om zijn omgeving en zich daarbij gesteund weet door instanties en hun professionals. Daarmee kent deze pijler ook een belangrijke preventieve werking. De communicatieboodschap is “iedereen kan bijdragen aan een veilige stad”. 2. De harde aanpak van onveiligheid: waarschuwen, handhaven en successen communiceren. In deze pijler staat de repressieve aanpak van onveiligheid centraal. De communicatieboodschap is “Amersfoorters kunnen rekenen op een harde aanpak van veroorzakers van onveiligheid”. Innovatief Herkenbaarheid in de communicatie over veiligheid is van groot belang. Daarom blijven we, samen met de partners, onder de paraplu ‘Veilig Amersfoort’ communiceren. Het zoeken van nieuwe vormen waarin we deze communicatie bedrijven, blijft een belangrijk aandachtspunt. Juist op het gebied van veiligheid kan innovatie en verrassing bijdragen aan de aandacht die het onderwerp verdient.
6. FINANCIEN De afgelopen jaren is de rijksbijdrage, in het kader van het Grote Steden Beleid (GSB), een belangrijke financiële drager geweest voor de Amersfoortse veiligheidsaanpak. Eind 2009 hebben de grote gemeenten (G31, waaronder Amersfoort) en het Rijk een manifest getekend voor de aanpak van overlast en verloedering. Op grond daarvan krijgen we, via de decentralisatie-uitkering van het rijk nog 1,1 miljoen in 2011 (in vergelijking met 2010 een vermindering van €500.000). De omvang en continuering van de rijksbijdrage na 2011 is onzeker. Als de rijksbijdragen na 2011 wegvallen of sterk verminderen resteert een beperkt eigen budget (1 miljoen) Daarnaast is er een taakstelling van het programma veiligheid en handhaving in het kader van de gemeentelijke bezuinigingoperatie. Het effect van zowel rijks- als lokale bezuinigingen zal zijn dat er naast de uitvoering van de wettelijk noodzakelijke taken, beperkt middelen beschikbaar zijn voor preventie en gericht aanpak van (jongeren)overlast en veelvoorkomende criminaliteit. Dit vraagt om scherpe keuzes en prioritering in het nieuwe veiligheidsprogramma.
36
AFKORTINGEN IVP OM VHA SOB WSO AV CWI VVC IVM BZK WWI OOV V+L KHN RPC RIEC MN FIOD BIBOB GGD BIJ VRU HOR GSB
Integraal Veiligheidsprogramma Openbaar Ministerie Veiligheidshuis Amersfoort Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Welzijn, Sociale zekerheid en Onderwijs Amersfoort Vernieuwt Centrum Werk en Inkomen Veelvoorkomende criminaliteit Integrale Veiligheidsmonitor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Wonen, Werk en Integratie Openbare orde en Veiligheid Veiligheid en Leefbaarheid Koninklijk Horeca Nederland Regionaal Platform Criminaliteitsbestrijding Regionaal Informatie en Expertisecentrum Midden-Nederland Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst Bevordering Integriteit Beoordeling Openbaar Bestuur Gemeentelijke Gezondheidsdienst Bestuurlijke Informatie Justitiabelen (voorheen Bestuurlijke informatievoorziening ex-gedetineerden) Veiligheidsregio Utrecht Handhaving Openbare Ruimte Grote Stedenbeleid
37