Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort, gelezen de nota (...) d.d. (...) nr. (...);
gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de vigerende Algemene Subsidieverordening;
SUBSIDIEREGELING VOLWASSENEN EDUCATIE 2016
Artikel 1.
Begripsbepalingen
In deze regeling en de daarop rustende bepalingen wordt (mede) verstaan onder: -
Aanvrager:de instelling, zoals bedoeld in artikel 1.1.1 sub b WEB, die een aanvraag indient op grond van deze subsidieregeling;
-
Ambtelijk vertegenwoordiger: de hiertoe door een regio gemeente aangewezen ambtenaar die de gemeente vertegenwoordigt in het regionaal overleg volwassenen educatie;
-
Arbeidsmarktparticipatie: deelnemen aan het arbeidsproces.
-
ASV: vigerende Algemene subsidieverordening;
-
Budget beslag: bedrag per activiteit genoemd in de tabellen van paragraaf 5.4 van het RPE;
-
Plan van aanpak: een door de aanvrager op te stellen plan waarin wordt beschreven op welke wijze de aanvrager de gesubsidieerde activiteit gaat verrichten.
-
College: college van burgemeester en wethouders van Amersfoort;
-
Contactgemeente: gemeente Amersfoort is de aangewezen contactgemeente, zoals bedoeld in artikel 2.3.1 WEB;
-
Maatschappelijke participatie: deelnemen aan maatschappelijke activiteiten buiten het eigen huishouden, arbeidsparticipatie daarvan uitgezonderd.
-
Professional: adequaat geschoolde docenten
-
Raad: gemeenteraad gemeente Amersfoort;
-
Regeling: Deze subsidieregeling;
-
Regio: Arbeidsmarktregio Amersfoort;
-
Regiogemeenten: gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Leusden, Nijkerk, Soest en Woudenberg;
-
Regionaal overleg volwassenen educatie: overleg met ambtelijke vertegenwoordigers onder voorzitterschap van de contactgemeente
-
RPE: Regionaal Programma volwassenen Educatie;
-
Samenwerkingsovereenkomst: regionale samenwerkingsovereenkomst volwassenen educatie; arbeidsmarkt regio Amersfoort;
-
Standaarden en eindtermen: de op het moment van aanvragen vigerende versie van de standaarden en eindtermen, zoals gepubliceerd door het Steunpunt taal en rekenen volwassenen educatie.
-
Uitkering: de uitkering die de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verstrekt aan de contactgemeente ten behoeve van de educatievoorzieningen overeenkomstig het regionaal programma van educatievoorzieningen, zoals bedoeld in artikel 2.3.2 WEB;
-
VE: Volwassenen educatie;
-
WEB: Wet educatie en beroepsonderwijs;
-
Wet: Algemene wet bestuursrecht. 1
Artikel 2.
Doel van de regeling
Deze regeling heeft primair tot doel om de zelfstandigheid en zelfredzaamheid te verbeteren van volwassenen die zichzelf niet goed kunnen redden in de samenleving en op de arbeidsmarkt door middel van volwassenen educatie. Dit onderwijs geeft volwassenen de mogelijkheid om de Nederlandse taalvaardigheid te verbeteren, vaardigheden aan te leren en/of een diploma of certificaat te behalen. De regiogemeenten willen deze volwassenen een betere kans op een baan bieden en voorkomen dat zij (langdurig) afhankelijk zijn van een uitkering.
Artikel 3.
Subsidiabele activiteiten
1. Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten: -
NT1: gericht op mensen waarvoor Nederlands de moedertaal is
-
NT2:gericht op mensen waarvoor Nederlands een tweede taal is
-
ANT: gericht op mensen die in aanmerking komen voor alfabetiseringscursussen gericht op de Nederlandse taal. Deze categorie kan verder onderverdeeld worden in ANT1, voor mensen waarvoor Nederlands de moedertaal is, en mensen waarvoor Nederlands een tweede taal is, dus ANT2.
2. De subsidiabele activiteiten genoemd in het eerste lid kunnen op twee verschillende manieren worden aangeboden: a) Een formeel traject gericht op arbeidsparticipatie, dat voldoet aan de volgende randvoorwaarden: -
het traject is formeel hetgeen blijkt uit het behalen van een diploma of certificaat;
-
het traject wordt verzorgd door een professional;
-
het traject is gericht op het makkelijker verkrijgen van een stageplek of een baan.
b) Een traject gericht op maatschappelijke participatie, dat voldoet aan de volgende randvoorwaarden: -
de voortgang van de cursist moet meetbaar zijn;
-
uitvoering vindt hoofdzakelijk plaats door inzet van (getrainde) vrijwilligers en inzet van professionals wordt zo veel als mogelijk beperkt.
Artikel 4.
Subsidieplafond
1. Het Rijk stelt jaarlijks de uitkering vast. Het college stelt jaarlijks binnen de kaders van de door de raad opgestelde begroting subsidieplafonds voor volwassenen educatie vast. 2. Het totale beschikbare bedrag bedraagt voor 2016 € 819.664, onder voorbehoud van verstrekking van deze middelen door de raad. 3. Van het bedrag, genoemd in het tweede lid, is een deel vrij besteedbaar. Daarvoor gelden voor 2016 de volgende subsidieplafonds bij toepassing van deze regeling: a. voor de gemeenten Amersfoort en Leusden gezamenlijk € 263.100; b. voor de gemeenten Baarn, Bunschoten en Soest gezamenlijk € 96.723; c. voor de gemeente Nijkerk € 43.917;
Artikel 5. Verdeelregels 1. Om in aanmerking te komen voor subsidie moet worden voldaan aan de beoordelingscriteria zoals genoemd in artikel 6 en dient zich niet één van de weigeringgronden zoals genoemd in artikel 8 voor te doen.
2
2. Bij de beoordeling van de criteria en de bevestiging van de subsidieaanvragers die voldoen aan de beoordelingscriteria neemt het college kennis van het advies van de adviescommissie, zoals bedoeld in artikel 9. Het college kan gemotiveerd van dat advies afwijken. 3. Indien het totaal van alle door het college bevestigde subsidieaanvragen, zie lid 2, een subsidieplafond genoemd in artikel 4 lid 3 onder a, b of c, overschrijdt, vindt een gesprek plaats met al deze subsidieaanvragers teneinde na te gaan of een samenwerkingsverband of een andere gezamenlijke oplossing tot de mogelijkheden behoort. Indien dit laatste niet het geval is, wordt er geloot onder alle door het college bevestigde subsidieaanvragen. 4. Voor het gesprek, zoals genoemd in lid 3, wijst het college van de contactgemeente een onafhankelijke procesbegeleider aan. De procesbegeleider zit het gesprek voor en bewaakt de termijnen. Het gesprek vindt plaats tussen alle door het college bevestigde subsidieaanvragen per budget-beslag en per gemeente(n), zoals genoemd in de tabellen in paragraaf 5.4 RPE. 5. In de uitnodigingsbrief voor het gesprek stelt het college de termijn vast waarbinnen de genodigden gezamenlijk aan het college moeten laten weten of zij tot afspraken zijn gekomen zijn gekomen over activiteiten passend binnen het beschikbare budget. In het geval dit niet (tijdig) geschiedt, vindt de loting plaats. 6. In het geval van loting wordt er geloot tot aan het moment dat het subsidieplafond wordt bereikt. Mogelijkerwijs ontvangt de subsidieaanvrager die als laatste getrokken wordt slechts een deel van zijn aangevraagde subsidiebedrag.
Artikel 6. 1.
Aanvragen worden op basis van het plan van aanpak beoordeeld. Beoordelingscriteria daarbij zijn: a.
hoe de aanvraag past binnen het RPE, met name de tabellen in paragraaf 5.4;
b.
de wijze waarop wordt voldaan aan de standaarden en eindtermen;
Artikel 7. 1.
2.
Beoordelingscriteria
Vereisten plan van aanpak.
In het plan van aanpak dient de aanvrager in te gaan op de volgende onderwerpen: a.
op welke regiogemeente(n) de aanvraag betrekking heeft;
b.
aard en omvang van de te bereiken doelgroep;
c.
planning van de uitvoering van de subsidiabele activiteiten
d.
het bedrag van de aanvraag
Het plan van aanpak mag niet meer dan 5 pagina’s (enkelzijdig) bevatten.
Artikel 8.
Weigeringgronden
De subsidie wordt in ieder geval – naast het bepaalde in artikelen 4:25 en 4:35 van de wet en de artikelen 10 en 13 van de Algemene Subsidieverordening 2015 van gemeente Amersfoort – geweigerd, indien: a.
De aanvrager niet voldoet aan de begripsbepaling ‘aanvrager’, zoals bedoeld in artikel 1;
b. de aanvraag betrekking heeft op activiteiten waarvoor al een budget, in welke vorm dan ook, is of wordt verstrekt; c.
de aanvraag niet past binnen de subsidiabele activiteiten genoemd in artikel 3;
d. de aanvrager niet is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel; e.
de aanvrager niet een recente Verklaring omtrent het gedrag (VOG) kan overleggen;
3
f.
de aanvrager niet een formeel document kan overleggen waaruit blijkt dat een verklaring omtrent het gedrag voor alle (huidige en toekomstige) medewerkers een voorwaarde is om werkzaam te kunnen zijn voor/bij de aanvrager;
Artikel 9. Adviescommissie 1.
De adviescommissie is als volgt samengesteld: a.
De ambtelijk vertegenwoordiger van de gemeente Amersfoort;
b.
Een lid afkomstig uit de regiogemeente indien de aanvraag (mede) betrekking heeft op die regiogemeente;
c.
Een lid met expertise op het gebied van volwassenen educatie.
2.
De in de adviescommissie zittende leden hebben geen persoonlijk belang bij de verdeelprocedure.
3.
De adviescommissie beoordeelt de subsidieaanvraag aan de hand van de beoordelingscriteria zoals genoemd in artikel 6.
4.
De adviescommissie brengt aan het college een unaniem advies uit over welke subsidieaanvragers in aanmerking zouden moeten komen voor een subsidie op grond van de beoordelingscriteria en deze regeling.
Artikel 10. 1.
Indieningtermijn en gegevens aanvraag
De subsidieaanvraag dient uiterlijk op 1 maart 2016 te worden ingediend met gebruikmaking van het formulier "Aanvraag subsidie volwassenen educatie 2016".
2.
Het college besluit uiterlijk op 29 maart 2016 over het advies van de adviescommissie.
3.
Indien het besluit over het advies van de adviescommissie niet uiterlijk op 29 maart 2016 kan worden genomen, stelt het college de aanvrager(s) daarvan in kennis en noemt daarbij de termijn waarbinnen het besluit tegemoet gezien kan worden.
4.
5.
Een aanvraag bevat in ieder geval de volgende stukken: a.
het volledig ingevulde aanvraagformulier;
b.
een plan van aanpak als bedoeld in artikel 7.
De aanvrager is verantwoordelijk voor een juiste en volledige informatieverstrekking op grond waarvan het college redelijkerwijs tot een besluit kan komen. Een onvolledige aanvraag wordt, na afloop van een herstel verzuimtermijn, niet in behandeling genomen.
6.
In aanvulling op artikel 9, tweede lid, sub a, van de ASV legt de aanvrager die een rechtspersoon is bij een eerste subsidieaanvraag bij de gemeente Amersfoort de volgende aanvullende gegevens over: a.
een kopie van de meest recente oprichtingsakte of statuten en een actueel uittreksel uit het handelsregister (niet ouder dan 12 maanden);
b.
Artikel 11.
een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) betreffende de aanvrager.
Hardheidsclausule
Het college kan van de bepalingen in deze subsidieregeling afwijken indien toepassing van de bepalingen zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard. Daarnaast is het college bevoegd te beslissen in alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet of onduidelijk is.
4
Artikel 13.
Inwerkingtreding
Deze subsidieregeling treedt in werking 1 dag na publicatie en eindigt op 31 december 2016.
Artikel 14.
Citeertitel
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als Subsidieregeling volwassenen educatie 2016.
Vastgesteld in de vergadering van 2 februari 2016.
De secretaris,
De burgemeester,
5
Toelichting bij de Subsidieregeling volwassenen educatie 2016
Artikel 1: Het RPE en de samenwerkingsovereenkomst zijn in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) verplicht voorgeschreven. Het begrip standaarden en eindtermen wordt verder toegelicht in de bijlage bij het RPE. De publicatie zelf is hier te vinden.
Artikel 3: De subsidiabele activiteiten worden uitgewerkt en toegelicht in het RPE.
Artikel 4: De subsidieregeling heeft uitsluitend betrekking op het vrij besteedbare deel van de WEB-gelden. Het vrij besteedbaar deel is het totale budget verminderd met de kosten van activiteiten uit te voeren door ROC Midden Nederland en ROC Landstede. De WEB schrijft voor de opdrachten aan de ROC’s gefaseerd af te bouwen; in 2016 moet minstens de helft van het budget bij deze ROC’s worden besteed. In artikel 3 is geen subsidieplafond opgenomen voor de gemeente Woudenberg omdat de activiteiten in Woudenberg in 2016 geheel worden uitgevoerd door ROC Midden Nederland en deze activiteiten dus vallen in het verplichte deel van het budget.
Artikel 5: In lid 3 en volgende leden van dit artikel is geregeld wat te doen indien de gezamenlijke aanvragen het beschikbare budgetbeslag voor een bepaalde activiteit overschrijden. In het RPE is in de tabellen van paragraaf 5.4 voor iedere activiteit een bedrag genoemd. Voorbeeld: voor Amersfoort en Leusden samen is er in 2016 een bedrag van € 79.000 beschikbaar voor activiteiten gecoördineerd via het Taalhuis. Indien de gezamenlijke aanvragen voor deze activiteiten het budget-beslag van € 79.000 overschrijden, wordt er door het college gehandeld als beschreven in de leden 4, 5 en 6 van artikel 5.
Artikel 6: Het RPE beschrijft het regionale beleid en daarmee ook het belangrijkste toetsingkader voor de aanvragen. Amersfoort stelt als budgetbeheerder de subsidieregeling vast en stelt als centrumgemeente het regionale beleid integraal vast.
Artikel 7: Dit artikel beschrijft inhoud en omvang van het plan van aanpak.
Artikel 8: Sub b heeft tot doel uit te sluiten dat uit te voeren activiteiten niet twee keer worden gesubsidieerd of op een andere manier twee keer worden betaald. 6
Artikel 9: Het feit dat de adviescommissie unaniem moet adviseren voorkomt dat het belang van de ene of de andere partij c.q. gemeente doorslaggevend kan worden. De leden van de adviescommissie moeten het eens worden.
Artikel 10: Toepassing van lid 3 kan aan de orde komen indien artikel 5 lid 3 - een gesprek tussen subsidieaanvragers als een subsidieplafond wordt overschreden – wordt uitgevoerd.
document: #5154828 v1 - subsidieregeling volwassenen educatie 2016
7