Floron
Nieuws
Botaniseren in de diepte: een nieuw onderzoeksterrein John Bruinsma (
[email protected])
Rivierfonteinkruid (Potamogeton nodosus). foto: Klaus van de Weyer
Door de winning van zand, grind en klei zijn er in Nederland, vooral in de tweede helft van de 20e eeuw, op veel plekken diepe plassen ontstaan. Vaak wordt gedacht dat deze plassen alleen langs de kant begroeid zijn en dat er verder niets in groeit. Door het duiken met gebruik van persluchtflessen, het zogenaamde scubaduiken, is duidelijk geworden dat er op veel grotere diepten nog begroeiing voorkomt. Hogere planten en kranswieren zijn tot ruim 10 m diep aangetroffen en mossen zelfs tot 17 m diep. Om de uiterste vegetatiegrenzen in Nederland vast te kunnen stellen zouden veel meer plassen onderzocht moeten worden. In diverse andere landen is plantengroei tot op veel grotere diepten bekend. Nieuw onderzoeksterrein Bij ‘gewone’ duikers is de belangstelling voor waterplanten over het algemeen gering. Als ze al biologisch geïnteresseerd zijn, gaat de blik vooral uit naar de fauna, liefst grote snoeken. In de beschrijvingen van duikstekken op het internet worden slechts een enkele keer foto’s van waterplanten getoond en waterplanten benoemd. In het buitenland, bijvoorbeeld in Duitsland, worden diepe meren, zowel natuurlijke als kunstmatige, al langer op planten onderzocht door middel van scubaduiken. In Nederland zijn mij maar twee voorbeelden bekend: de Maarsseveense Plas bij Maarssen en de Zevenhuizense plas bij Rotterdam. Ander uiterlijk Voor wie gewend is de planten in ondiep water te benoemen of nog liever de planten in de hand heeft om ze te bekijken, is het
herkennen van planten op grotere diepte niet altijd eenvoudig. Verzamelen is vaak noodzakelijk. De vormen en kleuren kunnen anders zijn en de planten zijn soms bedekt met een dun laagje slib. Gele plomp (Nuphar lutea) bijvoorbeeld vormde op 3-4 m diepte alleen “slabladen” en de karakteristieke drijfbladen ontbraken hier geheel. Opmerkelijk was ook de frisgroene kleur van Teer vederkruid (Myriophyllum alterniflorum) en Glaskroos (Elatine spec.) zoals we dat na een lange periode van ijs- en sneeuwbedekking in februari zagen. Bij veenmossen ontbraken op 14-15 m diepte de hyaliene cellen bij de bladtop en waren de bladranden getand. Zonering In de onderwatervegetatie kunnen we grofweg drie zones onderscheiden: 1) een helofytenzone, 2) een zone ondergedoken vaatplanten en 3) een kranswierenzone. In de helofytenzone groeit bijvoorbeeld waterriet, dat tot ongeveer 3 m diep nog voor kan komen. Daaronder volgt eventueel tot 6-8 m diepte een zone met bijvoorbeeld veel fonteinkruiden, soms gemengd met kranswieren. In de onderste zone (tot 10-12 m diep) komen uitsluitend kranswieren voor. Maar in vele gevallen is het toch ‘heel anders’. Zo kan bijvoorbeeld Waterpest (Elodea nuttallii), al dan niet samen met Aarverderkruid (Myriophyllum spicatum), domineren tussen 2 en 6 m, terwijl daaronder de vegetatie abrupt ophoudt. Ook komt het voor dat er bijna niets groeit, ondanks redelijk helder water met een horizontaal zicht van 4 – 6 m. Soms is er in het ondiepe deel een zone met kranswieren tussen het riet.
Nummer 14 – april 2011
Soorten van diep water Veelal groeien in het diepere water tamelijk gewone soorten zoals Waterpest, Aarvederkruid, smalle fonteinkruiden als Smal, Schede-, en Haarfonteinkruid (Potamogeton pusillus, P.pectinatus en P.trichoides) en brede fonteinkruiden als Glanzig en Doorgroeid fonteinkruid (P. lucens en P. perfoliatus). Toch leverden de duiktochten op enkele plaatsen al bijzonderheden op. Zo troffen we in de Maarsseveense Plas op 2-3 m diepte Puntig fonteinkruid (P. mucronatus) aan. In ’t Veenmeer, een recreatieplas bij Tynaarlo, zagen we tussen 2 en 4 m diep Teer vederkruid en waarschijnlijk Gesteeld glaskroos (Elatine cf. hexandra) (zie ook pag 9). Omdat kranswieren – in vergelijking met vaatplanten – zeldzaam zijn, betekent vrijwel elke vondst ook een nieuwe stip in een km-hok. Het meest saillante voorbeeld daarvan betreft Sterkranswier (Nitellopsis obtusa). In Midden-Europa groeit deze soort in diepe meren. In ons land is het vooral bekend van veenplassen in West-Nederland en van de Gouwzee; kort na de aanleg van de Afsluitdijk ook uit het IJsselmeer. Inmiddels heb ik Sterkranswier op drie geheel nieuwe plekken (bij Best, Beuningen en Zoelen) aangetroffen. Telkens als onderste soort in de zonering. Ook mossen groeien op grotere diepte dan we vermoedden. In de Maarsseveense Plas hebben we Ondergedoken vedermos (Octodiceras fontana) en Bronmos (Fontinalis antipyretica) gezien op ongeveer 3 m diep. Ronduit spectaculair is het optreden van Vensikkelmos (Warnstorffia fluitans), Geveerd sikkelmos (W. exannulata), Waterveenmos (Sphagnum cuspidatum) en Geoord Veenmos (S. denticulatum) bij Breda en Gilze-Rijen. Tot op heden waren deze soorten alleen waargenomen in de oeverzone en in het ondiepe water van zure heidevennen. Op bovengenoemde vindplaatsen groeien deze soorten echter tot 17 m diep en zelfs op deze diepte was de bedekking nog steeds vrijwel 100%. Ware het water dieper geweest, dan zou de ondergrens van de vegetatie hier zonder twijfel nog dieper gelegen hebben! Duiken geeft een veel beter beeld van de onderwatervegetatie dan ‘harken’ vanuit een boot of vanaf de oever. Er worden aantoonbaar meer soorten aangetroffen en al duikend kan de vegetatiestructuur (zonering) beter onderzocht worden. Bovendien maakt duikonderzoek onder water aanzienlijk minder stuk dan ‘in den blinde’ harken. Al scubaduikend kan men ook veel rustiger onderwaterfoto’s maken en planten verzamelen dan snorkelend. Als we meer willen weten van de plantengroei in dieper water is samenwerking van duikende floristen – of zij die dat willen worden – noodzakelijk. Belangstellenden kunnen zich bij mij melden.
van het landelijk bureau Versterking gevraagd
Natuurbescherming onder druk
Voortgang validatie
Peter van Ruth, die jarenlang FLORONdistrict Noord-Brabant Baronie heeft geleid als DC, heeft vorig jaar aangekondigd zijn DC-schap te beëindigen. Als validator van de gegevens blijft hij voorlopig nog actief. Peter heeft de afgelopen jaren ook zelf bijzonder veel waarnemingen gedaan. Niet alleen aan planten trouwens. De oproep tot opvolging bracht Ben Delbaere er toe zich aan te melden voor een op te richten districtsteam om de FLORON-projecten hier aan te sturen. Inmiddels zijn nog twee mensen gevonden die daar mogelijk in willen participeren. Ook in Groningen wordt onderzocht of een team van betrokken floristen de coördinatietaken van Anneke Nieuwenhuijs kan gaan overnemen. Anneke heeft al vanaf het begin van FLORON in Groningen-oost de coördinatie verzorgd, maar zou gezien haar leeftijd graag haar taken aan anderen overdragen. Er is inmiddels al een bijeenkomst met een aantal belangstellenden geweest, maar het moet nog verder zijn beslag krijgen. Simon Pepping heeft zich aangemeld om een deel van de DC-taken in NoordHolland-midden over te nemen van Aart Swolfs, die zijn DC-schap afgelopen jaar heeft beëindigd. Koos Ballintijn verzorgt in dit district de validatie. Ook hier zijn we nog op zoek naar versterking van het team. In district Zuid-Holland-zuid is Adrie van Heerden gestopt met zijn coördinatie. Ook Adrie heeft het DC-schap lange tijd voor zijn rekening genomen. We hopen dat zich hier enthousiaste waarnemers melden om ook in deze regio een nieuw districtsteam op te richten.
Het beleid van de coalitie van VVD, PVV en CDA ziet er voor de natuur niet goed uit. De afgesproken verbindingen binnen de Ecologische Hoofdstructuur verdwijnen van de kaart, er wordt onevenredig bezuinigd op ecologisch beheer, Staatbosbeheer moet terreinen verkopen, enkele natuurgebieden staan al op de rol om de beschermde status van Natura 2000 ontnomen te worden… Deze plannen vragen om reacties. Zo is een brede coalitie ontstaan van organisaties onder de noemer ‘Hart voor natuur’. FLORON heeft zich hier uiteraard van harte bij aangesloten. Een overzicht van de coalitiepartners, achtergrondinformatie en actuele zaken staan op de website http:// www.hartvoornatuur.nu/
De kwaliteit van onze floragegevens is van het grootste belang. En niet alleen omdat we het zelf belangrijk vinden dat er geen fouten in de Nationale Database Flora en Fauna (NDFF) zitten. Het is namelijk zo dat alleen goedgekeurde waarnemingen worden geleverd aan de klanten van de NDFF. En hoe meer waarnemingen kunnen worden geleverd, hoe belangrijker de NDFF wordt voor potentiële nieuwe klanten. Met meer (betalende) klanten kunnen we niet alleen de NDFF beter maken – en daarmee de beschikbaarheid van data voor bescherming, beheer en onderzoek vergroten -, maar ook de vrijwilligers beter ondersteunen.
Ook binnen koepelorganisaties als Soortenbescherming Nederland en de VOFF wordt nagedacht over consequenties van het kabinetsbeleid en mogelijke tegenzetten. De organisatorische versnippering binnen de natuurbescherming wordt algemeen gevoeld als een nadeel. Verbetering van samenwerking en strategische afstemming is dus belangrijk. Verder is benoemd dat de natuurbeschermingsorganisaties (deels door goede samenwerking met de overheid de afgelopen decennia) kennelijk verleerd hebben om, waar nodig, hun tanden te laten zien. Nu een hardvochtig antinatuurbeleid wordt gevoerd, waarbij internationale regels overtreden worden, is het voor de toekomst van de natuur belangrijk om de publieke en juridische druk op te voeren. Interessant is om na te gaan welke rol FLORON hierbij kan en wil nemen. Deze ontwikkelingen hebben vanzelfsprekend veel te maken met het voornemen om onze beschermingsdoelstelling beter voor het voetlicht te brengen. Landelijk kunnen we het gezamenlijk geluid van de natuursector mede ondersteunen en uitdragen. Lokaal kunnen we wellicht bijdragen aan diverse activiteiten om bedreigde gebieden te behouden.
In een aantal delen van Nederland schieten we nog niet goed op, met name in de districten Zuid-Holland-Zuid en Achterhoek. Valideren is best een tijdrovende klus, maar het geeft goed zicht op de bijzondere waarnemingen en actieve waarnemers. We nodigen mensen met een goede florakennis van een van deze (of andere) gebieden uit om als validator deel te nemen in de groeiende districtteams. Informatie bij de DC of bij Baudewijn Odé.
We bedanken Peter, Anneke, Aart en Adrie hier van harte voor hun jarenlange inzet voor FLORON!
Rectificaties In het vorige nummer van FLORONnieuws (no. 13, december 2010) zijn, naar achteraf gebleken is, enkele onjuistheden geslopen. Op pagina 4 wordt onder de kopjes “Exoten, Cabomba lijkt niet te stuiten” een nieuwe groeiplaats van Waterwaaier (Cabomba caroliana) bij het Brabantse Fijnaart genoemd. Aan de hand van ter plekke verzameld herbariummateriaal kon door het NCB Naturalis afdeling NHN worden vastgesteld dat het hier een Waterranonkel betrof. In het verslag van het kamp in Haaren (NB) op pagina 10 wordt abusievelijk een vondst van Kleine biesvaren (Isoetes echinospora) uit de IJzeren Man bij Vught genoemd. Dit moet echter Grote biesvaren (Isoetes lacustris) zijn.
In ieder geval wordt het 125-jarig bestaan van KNNV (110) en VOFF (15) samen aangegrepen om op zaterdag 1 oktober in Utrecht een gezamenlijk jubileumcongres te organiseren over het thema 'van waarneming tot natuurbescherming'. De insteek hierbij is om dan ook veel praktische tips en ervaringen uit te wisselen.
Het validatieteam voor vaatplanten heeft afgelopen half jaar bijna 80000 plantwaarnemingen beoordeeld. Niet alleen waarnemingen van FLORON, maar ook steeds meer vanuit andere bronnen (o.a. Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat, Landelijke Vegetatiedatabank). Ook aan de kant van waarneming.nl is hard gewerkt aan kwaliteitscontrole. We kunnen zeer trots zijn op wat we bereikt hebben, dus een woord van dank aan alle validatoren is op zijn plaats!
Van waarneming naar natuurbescherming Op 1 oktober 2011 organiseren VOFF en KNNV het congres ‘Van waarneming naar natuurbescherming’. Het doel van dit congres is om vrijwillige waarnemers, onderzoekers en betrokken burgers aan te sporen om de natuurbescherming nu verder zelf ter hand te nemen. Door middel van lezingen en presentaties worden de bezoekers geïnformeerd over goede voorbeelden van natuurbeschermingsinitiatieven. In workshops wordt hen de praktische kneepjes van het vak bijgebracht door specialisten van onder andere: Vogelbescherming Nederland, Landschapsbeheer Nederland, Milieudefensie, Stichting Natuur en Mileu, de Groene elf, FLORON, SOVON, RAVON, de Vlinderstichting en Wageningen Universiteit. Het programma wordt in april bekend gemaakt. Zie ook www.knnv.nl en/of www.voff.nl.
FloronNieuws - April 2011
2
inventarisaties De Flora van de Stille Kern
van het landelijk bureau Het nieuwe strepen
Egbert de Boer
In de floristische traditie is strepen van kmhokken altijd een belangrijke techniek geBepaalde gebieden hebben zo hun eigen weest om gebiedsgericht verspreidingsgegeaantrekkingskracht. Bij de Stille Kern is dat vens van alle soorten te verzamelen. Het wellicht de naam alleen al. De vondst van verspreidingsonderzoek van de afgelopen vele honderden planten Rode Ogentroost jaren is veel meer soortgericht geworden; de langs het fietspad daar, bracht me op het aandacht is verlegd naar het actualiseren van idee het hele gebied maar eens te onderzoe- beschermde en/of bedreigde soorten. Dat ken op deze soort. Dat gebeurde uiteindelijk komt omdat we zelf gedetailleerdere gegeeind september en in oktober. En als je er vens willen verzamelen van soorten die dan toch rondstruint, noteer je natuurlijk beter beschermd moeten worden, maar ook ook de andere soorten. omdat de belangrijkste gebruikers (en financiers!) van die gegevens dat van ons vragen. Horsterwold Voor de zeer zeldzame soorten blijft het De Stille Kern behoort tot het Horsterwold. verzamelen van detailgegevens ook in de Na de drooglegging van Zuidelijk Flevoland toekomst belangrijk. (1968) bleek de behoefte aan landbouwgrond minder dan verwacht. Daarom werd Nieuwe statistische technieken in bepaalde delen van de nieuwe polder bos Dat wil echter niet zeggen dat we het streaangelegd. Ook in de ruit ten westen en ten pen van km-hokken willen verlaten. Sterker zuiden van Zeewolde werden bomen aange- nog, er zijn nieuwe statistische mogelijkheplant, het Horsterwold. Het bos dankt zijn den om dat strepen nu zo aan te passen dat naam aan Horst, een kleine kern op het oude we jaarlijks actuele verspreidingsgegevens land in de gemeente Ermelo. De eerste boen trendgegevens van de meeste soorten men in het Horsterwold werden aangeplant boven tafel kunnen toveren. En daarvoor in 1972. Ze wortelen in de betrekkelijk hoeven we niet eens heel intensief een kmvruchtbare grond van keileem en zand en hok te inventariseren. Dankzij statistische doen het uitstekend. technieken is het mogelijk om veel beter te Onstaansgeschiedenis Het gebied werd na de inrichting doorkruist door een aantal wegen. Het centrale deel tussen Spiekweg en Flediteweg en aan weerszijden van de Bingelweg was oorspronkelijk ingericht als akkerbouwgebied. Dit gebied werd in 1996 overgedragen aan SBB, waarna de natuur er zijn gang kon gaan. Er werden kreken en plassen gegraven. Paden en wegen werden grotendeels aan hun lot overgelaten en raakten soms overwoekerd. Paarden, runderen en reeën zorgen er voor dat het gebied niet helemaal dichtgroeit. Zo is een vrij natuurlijk gebied ontstaan: De Stille Kern. Flora Mijn zoektocht richtte zich in eerste instantie op Rode ogentroost. Deze bleek ook de absolute topper: in 12 van de 18 kilometerhokken trof ik het aan. Opvallend was dat de soort ten noorden van de Flediteweg ontbrak. In het centrale deel - met plassen groeiden verder o.a. Lidsteng, Watertorkruid en Aardbeiklaver. Een andere regelmatig voorkomende plant was Heggendoornzaad, die op allerlei plekken langs paden en vooral onder struiken werd aangetroffen. Andere opvallende soorten waren Echt duizendguldenkruid - te vinden in allerlei pioniersituaties - en Brede wespenorchis. Deze laatste overigens minder dan je elders in Flevoland gewend bent. Meer bijzonder was de vondst van een grote populatie Heksenkruid, eveneens langs een fietspad.
voorspellen waar soorten voorkomen (ook als ze niet gevonden zijn!). De belangrijkste voorwaarde hiervoor is dat we een deel van de km-hokken twee keer in een jaar bezoeken, door twee verschillende waarnemers
(zgn. onafhankelijke inventarisaties). Dat lijkt heel ingrijpend en tijdrovend, maar dat valt in de praktijk mee omdat de tijd die in een hok besteed mag worden gelimiteerd is. We gaan voorlopig uit van een veldbezoek van hooguit een dag. De voorspellende kracht kan bovendien worden gebruikt om de gegevens van éénmaal bezochte km-hokken beter te kunnen interpreteren. Proefjaar 2011 In 2011 wordt een proefonderzoek gedaan om te kijken of waarnemers het leuk vinden om mee te doen, of we de verwachte voorspellende resultaten kunnen boeken en hoe het toekomstige meetnet er vervolgens uit zou kunnen zien. We hebben voor het proefonderzoek gekozen voor heide op de droge zandgronden en in het heuvelland. We werken nauw samen met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voor de analyses en terugrapportage naar de waarnemers. In de loop van mei worden de geselecteerde km-hokken met heide zichtbaar op de website. Je kunt daar één of meer kmhokken reserveren. We streven er naar in minstens 50 km-hokken twee (eventueel meer) onafhankelijke inventarisaties te realiseren. Als we meer km-hokken kunnen bezoeken in 2011, al is het maar éénmaal, kunnen die ook meedoen in de analyses.
Proefprotocol 2011 (N.B. check website voor meest actuele protocol!) - Reserveer je hok via de website - Gebruik een nieuwe (W11 of N11) streeplijst - Inventariseer een km-hok (eventueel alleen de heide als er veel van is) - Inventariseer tussen 1 juni en 1 september 2011 (meer bezoeken mag) - Inventariseer in totaal tussen 4 en 8 uur, niet meer! - Vul de streeplijst zo compleet mogelijk in (incl. kaartje, deelnemers, bezochte biotopen) - Vul bij ‘methode’ een ‘Z’ in - Stuur de streeplijst uiterlijk begin september naar het landelijk bureau - Invoer geschiedt centraal
Nieuwe versie streeplijst uitgebracht Sinds afgelopen zomer hebben we een nieuwe streeplijst (W10 en N10) waarop de typische soorten zijn gemarkeerd. Onlangs is hiervan een aangepaste nieuwe oplage gedrukt (W11 en N11) met een aantal kleine aanpassingen. Abundantieklasse G (ten onrechte weggevallen op versie 2010) is weer toegevoegd en er is bij de kopgegevens op de binnenzijde een hokje waarop kan worden aangegeven of de inventarisatie volgens een vaste methode is uitgevoerd. Ook kan de bezoekduur worden vermeld. Dit loopt vooruit op een nadere protocollering voor km-hokinventarisaties (zie hierboven). Om kennis
te maken met de nieuwe lijst is deze meegestuurd met dit nummer van FLORONNieuws. Ook voor degenen die al een tijdje geen streeplijst hebben ingestuurd wellicht een kans…
FloronNieuws - April 2011
3
verspreidingsonderzoek Verspreidingsonderzoek 20102011 Het verspreidingsonderzoek naar typische soorten staat sinds afgelopen jaar centraal binnen de gegevensverzameling van FLORON. Iedereen wordt van harte uitgenodigd hieraan deel te nemen. De aandacht blijft gericht op bijzondere soorten in natuurgebieden, zoals we dat sinds het Bedreigde Soorten Project (BSP) gewend zijn. In 2011 gaan we dus verder met het actualiseren van het verspreidingsbeeld van bijzondere soorten. Door herbezoek van vindplaatsen uit het verleden en het noteren van nieuwe vindplaatsen. De locatiegegevens van de aangetroffen populaties leggen we zo veel mogelijk gedetailleerd vast. Voor de meer algemene soorten volstaat een waarneming op kmhok-niveau. Het verspreidingsonderzoek richt zich op de circa 300 ‘typische soorten’ (veelal Rode-Lijstsoorten), maar de focus ligt op het zeldzamere deel daarvan.
Dat je voor deelname aan het verspreidingsonderzoek overal aan de slag kunt, blijkt uit de waarnemingen van verspreidingsonderzoeksoorten die afgelopen jaar werden gedaan (figuur 1). Soortenrijke gebieden als de duinen, het waddengebied en Zuid-Limburg springen er uiteraard uit, maar ook veen- en kleigebieden zijn met enkele typische soorten vertegenwoordigd. Website met actualisatietool Wie mee wil doen met het verspreidingsonderzoek kan via de FLORON-website (onder tellen/verspreidingsonderzoek) de ‘actualisatietool’ raadplegen. Daar zijn kaartjes te zien waarop voor de zeldzaamste typische soorten is weergegeven in welke km-hokken ze nog geactualiseerd moeten worden. Bij het (met de muis) aanwijzen van het te onderzoeken
hok verschijnt de onderliggende topografische kaart. Dat geeft houvast bij het plannen van een veldbezoek.
Waarnemingen melden Steeds vaker worden waarnemingen digitaal doorgegeven via de portals telmee.nl en waarneming.nl. Dat is prettig, want het voorkomt fouten in de bewerking en de gegevens komen sneller beschikbaar. Zeker voor het verspreidingsonderzoek is het online melden van vondsten gewenst. Zo worden vorderingen van het onderzoek snel zichtbaar en kunnen we dubbel werk voorkomen. De nieuwe waarnemingen verschijnen immers vrijwel meteen op de kaartjes in de actualisatietool. Een ander voordeel van een vlotte toevoeging aan het centrale databestand (NDFF) is dat de data zo ook snel beschikbaar komen voor natuurbeheer en bescherming. Voor het noteren van de gegevens in het veld kan gebruik worden gemaakt van het detailformulier. Wie niet zelf invoert kan de formulieren ter verwerking opsturen naar het Landelijk Bureau van FLORON (of de FLORON-DC). Afstemming met coördinatoren Wie mee wil werken aan het verspreidingsonderzoek kan het beste contact opnemen met de districtscoördinator. De DC beschikt in sommige gevallen nog over detailinformatie van de eerdere vondst en kan eventueel nagaan welke andere soorten in het te bezoeken hok geactualiseerd moeten worden.
Voor alle gemarkeerde soorten vragen we een abundantieschatting voor het onderzochte gebied te noteren. Bovendien willen we van t-soorten (net als voor r-, en hsoorten) graag detailgegevens ontvangen. Gebruik hiervoor het detailformulier of geef de detaillocaties door via een PDA. Voor regelmatig verspreid voorkomende soorten binnen het kmhok, volstaat het om een paar verspreide punten binnen het kmhok te noteren, waarbij in elk geval ook de grote concentraties van de soort worden genoteerd.
Valkruid (Arnica montana), Beschermd, Rode lijst (Bedreigd) en nu ook Typisch. foto: Wout van der Slikke
Ambrosiabestrijding In 2010 was er veel aandacht voor Alsemambrosia en de schadelijkheid voor hooikoortsgevoelige personen. Meer achtergrondinformatie is te vinden op www.ambrosiavrij.nu en www.nederlandsesoorten.nl. In 2010 zijn een aantal grotere populaties bestreden (o.a. door maaien). De meningen over het nut van deze maatregelen zijn verdeeld. Daarom is het van belang om deze populaties in 2011 te herbezoeken (en door te geven via de invoerportals). Dat geldt ook voor het doorgeven van andere grote groeiplaatsen van Alsemambrosia. Met bestrijding is de soort misschien niet uit te roeien, maar is wel de hoeveelheid schadelijk pollen in de lucht te beperken. Ook in 2011 blijven we aandacht houden voor Ambrosia en andere exoten. Deze soorten doen mee in het verspreidingsonderzoek van FLORON. Kijk op de website onder tellen/exoten voor de actuele soortenlijst.
Typische soorten op streeplijst Naast de gerichte zoektochten naar oude vindplaatsen kunnen ook toevallige waarnemingen en vondsten uit gebiedsinventarisaties bijdragen aan het actuele verspreidingsbeeld van typische soorten. Daartoe zijn alle typische soorten op de streeplijst (versie 2010 en versie 2011 – zie pag. 3) met een ‘t’ gemarkeerd. FloronNieuws - April 2011
4
verspreidingsonderzoek
Typische soorten van droge heide Nederland kent een rijke verscheidenheid aan landschappen. Die variatie is er zowel ondanks als dankzij de mens. Eén van de landschappen waarbij de mens sterk bepalend is geweest voor ontstaan en instandhouding zijn de droge heiden van de hoger gelegen zandgronden. Sinds 1900 steeds minder heide Het binnenlandse heidelandschap ontstond vanaf de middeleeuwen toen ‘woeste gronden’ voor agrarische doeleinden in gebruik werden genomen. Rond 1800 werd de heide in hoofdzaak met schapen beweid. De mest van de schapen werd in de z.g. potstal gemengd met heideplaggen en gebruikt voor de bemesting van de akkers. Door deze vorm van landgebruik werden er voedingsstoffen aan de heidegronden onttrokken. In de loop der tijd heeft dit geleid tot het ontstaan van het voedselarme heideecosysteem. Toen in het begin van de 20e eeuw kunstmest beschikbaar kwam, was mestproductie via het potstalsysteem niet langer meer nodig. Een deel van de heiden werd met behulp van kunstmest omgezet in bouwland. De heiden op de droogste en schraalste bodems werden veelal omgezet in bos. Door het staken van het oude agrarische beheer in de vorm van beweiding en plaggen, en later ook door de toename van de depositie van meststoffen afkomstig uit de intensieve veehouderij, ging de kwaliteit van de resterende heiderelicten sterk achteruit. Doordat er niet meer beweid werd sloegen er bomen op en door de vermesting werden de heideplanten meer en meer verdrongen door grassen. Dat had ook consequenties voor de karakteristieke flora en fauna van de heide. Kenmerkende plantensoorten Vanwege de geringe beschikbaarheid van voedingstoffen, de vegetatiestructuur en het microklimaat bieden heiden onderdak aan gespecialiseerde plant- en diersoorten die juist onder deze schrale omstandigheden de concurrentie met meer algemene soorten aan kunnen. Hun aantal is beperkt, maar het zijn veelal karakteristieke soorten die je buiten het heidelandschap in weinig andere habitats zult tegenkomen. Bij de planten gaat het om soorten als Kruipbrem, Stekelbrem, Klein warkruid, Kleine wolfsklauw, Valkruid, Heidezegge en Kleine schorseneer. Afgezien van deze zeldzame soorten
zijn het -naast aspectbepalende soorten als Struikheide en Dopheide- een aantal grassen die veelvuldig in heiden voorkomen, met name Pijpenstrootje, Bochtige smele en Fijn schapengras. Ook Pilzegge is een regelmatige verschijning op heidevelden. Natura 2000 en Typische soorten Het voor Nederland zo kenmerkende heidelandschap is ook in Europees verband waardevol. Verschillende typen droge heide zijn daarom aangemerkt als Habitattypen, waarvoor binnen de Natura 2000 gebieden (het netwerk van Europese natuurgebieden) instandhoudingsdoelstellingen moeten worden opgesteld. Verschillende heidegebieden in ons land zijn aangewezen als Natura2000gebied. Elke 6 jaar moeten de Europese lidstaten rapporteren hoe het staat met de kwaliteit van de natuur in deze gebieden. Een regelmatige inventarisatie van het voorkomen van de ‘Typische soorten’, die de habitattypen karakteriseren, is nodig om de kwaliteit te kunnen vaststellen.
Recente verspreiding Het verspreidingsonderzoek van FLORON richt zich sinds afgelopen jaar specifiek op deze Typische soorten. Het merendeel van de hierboven genoemde zeldzamere soorten zijn geselecteerd als Typische soort voor de habitattypen van droge heide en de daaraan verwante habitattypen heischrale graslanden en stuifzanden. Een ruimtelijke presentatie van het voorkomen van deze groep van Typische soorten laat zien dat we ze vooral kunnen aantreffen in de kustduinen en de
pleistocene zandgronden in de oostelijke helft van ons land. Het voorkomen langs de kust hangt samen met de overlap in soorten met de duinheiden, die we hier buiten beschouwing laten. Daarbuiten zien we concentraties op de Veluwe, de Utrechtse heuvelrug, Noord-Brabant, Salland, Drenthe, Twente en de Achterhoek. Kruipbrem als voorbeeld Vanuit het verspreidingsonderzoek zijn de laatste jaren al veel oude vindplaatsen van deze soorten geactualiseerd. Dat blijkt bijvoorbeeld uit onderstaand verspreidingskaartje van Kruipbrem. We zien dat de soort niet in alle gebieden waar zij eerder werd aangetroffen ook wordt teruggevonden. In bijna 13% van de 10 x 10 km-hokken waarin de soort binnen een of meer km-hokken gezocht is, lijkt zij in de laatste decennia verdwenen te zijn.
Bedreigingen De achteruitgang die zich bij Kruipbrem lijkt voor te doen, geeft aan dat ook in de afgelopen decennia de droge heide nog steeds onder druk staat. De atmosferische depositie van bemestende en verzurende stoffen is weliswaar teruggebracht, maar nog steeds is verschralingsbeheer noodzakelijk om vergrassing van de heide tegen te gaan. Beheersmaatregelen als maaien, plaggen en chopperen zijn duur en ook ingrijpend voor de aanwezige fauna, waardoor ze met terughoudendheid worden uitgevoerd. Begrazing met schaapskudden wordt op diverse plaatsen weer met succes als beheersmaatregel toegepast. Beeld nog niet compleet Met het verspreidingsonderzoek in 2011 en 2012 willen we het actuele verspreidingsbeeld van alle typische soorten verder completeren. Het proefproject voor trendanalyse (zie pagina 3 “Het nieuwe strepen”) zal komend veldseizoen vooral gericht zijn op de typische soorten van de habitattypen van droge heide.
FloronNieuws - April 2011
5
inventarisaties Floristisch onderzoek op een biologisch bedrijf Gertie Papenburg In het agrarisch gebied is het vaak lastig te beoordelen of er nog percelen voorkomen die de moeite van het inventariseren waard zijn. Ook hebben lang niet alle boeren behoefte aan (floristisch) onderzoek op hun land. Sommige boeren hebben echter wel degelijk belangstelling voor een floristische inventarisatie. Even ten zuiden van het Groningse dorpje Niezijl ligt het biologische veeteeltbedrijf van de familie Luinstra. Een plantenwerkgroep van FFF/FLORON heeft het bedrijf in 2010 geïnventariseerd op het voorkomen van wilde flora. Directe aanleiding voor het inventariseren van het bedrijf was het voorkomen van Moerasmelkdistel . Deze imposante, tot drie meter hoge, distelachtige plant was al van afstand herkenbaar. Er werden in totaal 202 soorten op het bedrijf aangetroffen, wat een ongekend hoog aantal is voor strikt agrarisch gebied in noordelijk Nederland. Het bedrijf is een kleine 30 ha groot en ligt ingeklemd tussen het Niezijlsterdiep en het Hoerediep (‘hoer’ is een oud woord voor ‘slijk, modder’). Drie kenmerken van de biologische bedrijfsvoering zijn 1) een extensieve veebezetting, 2) het vermijden van kunstmest en gif, en 3) het vermijden van rigoureuze grondbewerkingen. Rondom de boerderij manifesteren zich twee minder interessante groepen, die je doorgaans in elk kilometerblok met bewoning aantreft. De eerste groep bestaat uit planten die karakteristiek zijn voor verstoorde gronden zoals Duizendknopen, Melden en Ganzenvoeten. Overigens was er één in het noorden nogal zeldzame soort bij nl.: Bolletjesraket. De tweede groep wordt gevormd door aangeplante en uitgezaaide planten, die vervolgens verwilderen. Inheemse bomen worden meestal mee geïnventariseerd ook al zijn ze aangeplant (met code 9), zoals hier Witte abeel. Bij de verwilderde soorten gaat het doorgaans om tuinplanten. De laatste jaren blijken die overal in Nederland de tuinen te ontvluchten om een min of meer wilde carrière te beginnen. Om die reden worden deze soorten met code 8 in de streeplijst opgenomen. Er werden in totaal 18 code 8 en 9-soorten aangetroffen, waaronder Fraaie vrouwenmantel. In de sloten werden veel min of meer bijzondere soorten gevonden. Dat gold niet zo zeer voor het Niezijlsterdiep en het Hoerediep. Deze wateren bevatten het in Nederland alom aanwezige voedselrijke water. Bovendien zijn deze watergangen nogal diep. De oogst beperkte zich hier dan ook tot algemene soorten als Gele plomp en
Pijlkruid. De sloten tussen de bedrijfskavels kenmerken zich door bovengemiddeld schoon water. Vooral het gegeven dat er geen kunstmest of drijfmest inspoelt is bepalend voor deze goede waterkwaliteit. De sloten waren soortenrijk en herbergden enkele vrij zeldzame soorten. Er werden vrij grote aantallen van de merkwaardige Lidsteng aangetroffen. Deze soort lijkt op de paardenstaarten (en ‘hippuris’ betekent ook ‘paardenstaart’) maar hij behoort niet tot die familie van sporenplanten. Net als de ook aangetroffen soorten Aarvederkruid en Schedefonteinkruid wijst Lidsteng op oude, zilte zee-invloeden, welke invloed we trouwens ook in de oeverbegroeiingen aantroffen. In sommige sloten is ook kwelinvloed aanwezig en komt Holpijp rijkelijk voor. De oeverbegroeiingen tonen ook duidelijk aan dat er duurzaam geboerd wordt, om te beginnen weer door de veelheid aan soorten. De eerder genoemde Moerasmelkdistel is hier de topper. Deze betrekkelijk zeldzame plant breidt zich de laatste jaren in Nederland uit, maar hier blijkt het om een “oude” populatie te gaan die al minstens vijftien jaar aanwezig is. Omdat rigoureuze grondbewerkingen gemeden worden, en de oevers daarom niet krachtig en steil opgetrokken worden bij de jaarlijkse slootschoningen, zijn er veel ‘gradiëntrijke’ oevers. Dat wil zeggen dat ze veel geleidelijke overgangen kennen. Min of meer bijzondere soorten voor strikt agrarisch land zijn: Moeraszoutgras, Pijptorkruid, Platte rus, Slanke waterkers en Slanke waterweegbree. De graslanden zijn in dit bedrijf van grote ecologische én cultuurhistorische waarde. In tegenstelling tot het gangbare agrarische gebied zijn ze niet grootschalig over de kop gehaald en niet ‘vergiftigd’ met kunstmest. Hierdoor treffen we behoorlijk oude graslanden aan, met in één perceel zelfs nog volop Kamgras, een Rodelijstsoort. Over de hele bedrijfskavel komt de in Nederland sterk teruggedrongen Beemdlangbloem frequent voor. Verder werd regelmatig Klein timoteegras gevonden. Bijzonder is ook de op twee plaatsen voorkomende Grote ratelaar. Let wel, deze soort komt hier van oudsher voor en is dus niet (zoals op veel huidige groeiplaatsen) uitgezaaid! De graslanden bevatten zeker ook Engels raaigras, maar worden er niet door gedomineerd zoals in gangbare percelen regel is. De graslanden zijn zeer kruidenrijk, met plaatselijk zelfs Margriet. Tenslotte is het ook interessant te letten op wat er niet is. Het overal sterk oprukkende gras Hanenpoot en verwante C4-planten ontbraken op het bedrijf. Dat is geen verlies: ze zijn indicator voor allerlei over-
maat. Een soort die slechts in één exemplaar aanwezig was, is Jacobskruiskruid. Deze gevreesde giftige plant heeft de inventarisatie niet overleefd. Maar daar kwam op dit bedrijf gelukkig geen gif aan te pas.
Opkrikken en afkicken in District 11 Patrick Lansing Sinds de start van FlorBase, in 1975, zijn grote delen van district 11 geïnventariseerd. Van de 2200 km² die dit district groot is, waren er eind 2004 nog maar ongeveer 70 hokken waarin minder dan 70 soorten bekend waren. Van sommige hokken waren zelfs minder dan 20 soorten bekend. Dat kon natuurlijk zo niet blijven. Daarom startte Wim Vuik in 2005 met een nieuw project: de oktober-opkrikhokken. Doel was om ook de laatste hokken in dit district te inventariseren. Veel van deze hokken lagen in ´saaie´ agrarische gebieden, dus konden ze ook wel aan het eind van het seizoen bekeken worden. Een mooie manier om even af te kicken voordat het winterseizoen begint. Na een aarzelende start, werd het wegwerken van deze hokken door verschillende waarnemers voortvarend opgepakt. Met Wim uiteraard op kop. In 2009 werden zelfs 21 hokken weggewerkt. Vrijwel alle hokken kwamen zo ruim boven de 100 soorten. Enkele hokken die iets intensiever waren bekeken, gingen zelfs over de 200 soorten. Ook wat soorten betreft waren er verrassingen. Soorten als Hengel, Kamgras, Paarbladig fonteinkruid, Tongvaren, Gewone agrimonie werden meerdere keren aangetroffen. En afgelopen jaar maakte de vondst van Bittere veldkers midden in de Gelderse vallei de dag weer goed. Dat niet alle agrarische hokken even saai zijn, is daarmee wel aangetoond. En hoe staat het er nu aan het begin van 2011 voor? Er zijn nog maar vijf hokken over. Eén daarvan ligt midden in een vogelbroedgebied in de Nieuwkoopse Plassen. Het is nog even spannend of dat gaat lukken met de toestemming. Maar de andere vier hokken zijn al opgenomen in de planning. De laatste twee doen we tijdens een Floronexcursie eind september in polder Arkemheen. Een weidevogelgebied én een Natura2000-gebied met veel slootjes. Zijn we dan eindelijk klaar? Welnee! Met planten inventariseren ben je nooit klaar. Ons Regionaal Flora Signaal gaat gewoon door. Gegevens verzamelen voor Natura2000 en de huidige verspreiding van bedreigde soorten vragen aandacht. En natuurlijk zijn er van die 2200 hokken weer een aantal waar al een hele tijd niet meer is geinventariseerd. Genoeg te doen dus in dit gevarieerde district. FloronNieuws - April 2011
6
flora - nieuws Dysphania carinata al 25 jaar onopgemerkt in Nederland Wim Vuik Op 21 augustus 2010 werd tijdens een FLORON-excursie ten zuiden van Hilversum (omgeving Laapersheide) een aantal exemplaren gevonden van een plant die na een intensieve speurtocht als Dysphania carinata (voorheen Chenopodium carinatum) kon worden benoemd. Een wellicht nog grotere verrassing van deze speurtocht is dat deze soort zeer waarschijnlijk al sinds 1985 standhoudt op deze groeiplaats. Tijdens bovengenoemde excursie werd ook een door vee opengehouden, droog, tamelijk zonnig en ietwat ruderaal, schraal zanderig gedeelte in de buurt van een spoorlijn bezocht, waar ongeveer 20 exemplaren van een ganzenvoet-achtige groeiden. Begeleidende soorten waren o.a. Gewone spurrie, Kleine leeuwenklauw, Gewone reigersbek en Grote brandnetel. Praktisch alle exemplaren waren nog erg klein. Slechts één exemplaar kon als vrijwel volgroeid betiteld worden. De aanwezige excursiegangers waren tamelijk unaniem in de gedachte dat er ‘iets’ niet klopte aan deze exemplaren. Arie van den Bremer maakte veel foto’s, terwijl van het grote exemplaar door mij twee takjes als herbariummateriaal werden meegenomen.
Dysphania carinata foto: Arie van den Bremer
Al vrij snel werd een vermoeden uitgesproken richting Dysphania carinata. Het toeval wilde dat het weekend erop een OFG-excursie plaatsvond in Rotterdam met een aantal bevriende Belgische collega’s, waaronder Filip Verloove, een groot kenner van adventieven. Herbariummateriaal en foto’s van de groeiplaats werden aan hem voorgelegd, waarop hij ons vermoeden vrijwel meteen kon bevestigen. De speurtocht nam nu serieuze vormen aan, want tijdens de excursie werd ook veelvuldig de naam Liggende ganzenvoet
(Chenopodium pumilio) genoemd. Een soort die inderdaad nogal op Dysphania carinata lijkt. De boeken werden er op nageslagen, internet bekeken, de floradatabank geraadpleegd en Arthur van der Heijden, een bevriende florist uit Hilversum werd om informatie gevraagd. In een later stadium werd ook de interesse gewekt van Ton Denters. Uiteindelijk leverden deze naspeuringen verrassende resultaten op. Allereerst kwam Arthur met herbariummateriaal aanzetten van exact dezelfde groeiplaats uit 1991 waarbij het herbariumvel C. pumilio vermeldde met een vraagteken! De landelijke floradatabank Florbase bevat een vondst van C. pumilio uit 1985 uit hetzelfde km-hok, met als bron de Atlas van het Gooi. In de Flora van de Nederlandse Spoorwegen daarentegen wordt in 1987 van het desbetreffende baanvak de naam Druifkruid (C. botrys) opgegeven. Over C. pumilio wordt niet gesproken. Ton Denters kwam in een later stadium met dia’s uit 1990 en 1993. Ze waren het archief ingegaan als Chenopodium pumilio, maar na het bekijken van dit materiaal kwam hij ook tot de conclusie dat het D. carinata moest zijn. Hij meldde ook nog dat ze “toentertijd met diverse floristen op de desbetreffende plek waren geweest en dat er tientallen exemplaren hadden gestaan”. Tijdens de variadag in Leiden werd het herbariummateriaal van 2010, het materiaal van Arthur van der Heijden uit 1991 en de foto’s van Arie van den Bremer doorgespeeld aan Wout Holverda van het Nationaal Herbarium Nederland. Hij kwam eveneens tot de conclusie dat zowel het materiaal uit 2010 als uit 1991 Dysphania carinata betrof. De speurtocht heeft niet alleen helderheid gebracht in de vondsten bij Hilversum, maar geeft ook aanleiding andere waarnemingen nog eens opnieuw te bekijken. Zo kunnen de vondsten uit Florbase van C. pumilio uit 1985 en C. botrys uit het rapport van de Spoorwegen nu als zeer waarschijnlijk foutief worden bestempeld. Herbariummateriaal van andere vondsten van C. botrys en C. pumilio zou nog eens nagelopen moeten worden. Beide soorten stonden in de jaren ‘80 en begin jaren ‘90 nogal in de belangstelling als inburgerende soorten in het rivierengebied. Het voortschrijdend inzicht geeft echter aanleiding toenmalige vondsten op andere, niet gelijkende plaatsen in het land nog een kritisch te bezien. Tegelijkertijd een mooi startpunt om dergelijke vindplaatsen nog eens goed te onderzoeken. Uit gegevens van het Nationaal Herbarium blijkt dat Dysphania carinata als adventief gevonden is bij een Tilburgse wolwasserij in de jaren 1948 en 1950. Uit 1959 is een vondst in een verlaten grindgroeve aan de Maas ten zuiden van Grevenbricht bekend. Meer waarnemingen uit ons land zijn er niet in de laatste 60 jaar. De groeiplaats bij Hil-
versum is dus bijzonder te noemen. De soort blijkt hier met zekerheid sinds 1990 en zeer waarschijnlijk al tenminste sinds 1985 voor te komen. We mogen hem dan ook als ingeburgerd beschouwen. De warmteminnende Dysphania carinata komt oorspronkelijk uit Australië en is met wolimport in Europa terechtgekomen. Hierbij is de soort in Zuid-Engeland inmiddels zeldzaam ingeburgerd. Ook van België wordt het voorkomen van de soort via wolimport genoemd. Het blijft uiteraard gissen hoe de soort op deze plek terecht is gekomen. In het rapport van de Nederlandse Spoorwegen uit 1987 wordt vermeld, dat op het dertien kilometer lange baanvak Hilversum-Sportpark/UtrechtOvervecht “enkele jaren geleden veel soorten met koolas en mijnsteen zijn aangevoerd”. De groeiplaats ligt weliswaar langs het spoor, maar het lijkt hoogst onwaarschijnlijk dat deze koolas en mijnsteen op de bewuste groeiplaats terecht zijn gekomen, tenzij deze open plek tijdelijk als stortplaats heeft gediend. De groeiplaats wordt zeer waarschijnlijk door paarden en/of ezels opengehouden. Ongetwijfeld een van de voorwaarden voor de soort om het hier zo lang uit te kunnen houden. Het hele terrein zag er gedateerd uit, maar was nog wel in gebruik. Eventuele eigenaren hebben we echter niet kunnen bevragen. Dankzij voortschrijdend taxonomisch onderzoek zullen beklierde, “welriekende” ganzenvoeten als Chenopodium botrys, C. pumilio en C. ambrosoides in een volgende druk van de Heukels´ worden ondergebracht in het geslacht Dysphania. Een officiële Nederlandse naam voor Dysphania carinata is er nog niet. In Engeland wordt de soort, vanwege de gekielde bloemdekbladen, “Keeled goosefoot” genoemd. Vrij vertaald in het Nederlands “Gekielde ganzenvoet”. Het lijkt mij wel een aardige naam.
Bloeiwijze van Dysphania carinata met opvallend gekielde bloemdekblaadjes. foto: Arie van den Bremer
FloronNieuws - April 2011
7
flora - nieuws Adventieven als verstekeling bij ingevoerde containerplanten uit Zuid-Europa. Toon Verrijdt en Fons Reijerse Mediterrane planten zijn ook in onze noordelijker streken in trek als tuin-, kas- of kamerplant. Olijven, Palmen en Citrusplanten bijvoorbeeld gaan hier vlot over de toonbank. Waar vraag is, is handel en dergelijke planten worden hier dan ook in toenemende hoeveelheden aangevoerd. Daarmee bereiken niet alleen de beoogde planten ons land, maar ook vele ‘verstekelingen’ met hen.
Enkele verstekelingen in een container met olijfboom. foto: Toon Verrijdt
In 2008 troffen we bij een importeur van mediterrane planten dergelijke adventieven aan. Het merendeel werd aangetroffen in de containers waarin de importplanten waren aangevoerd. Een klein deel ook erbuiten, maar eigenlijk alleen op een perceel met min of meer afgeschreven exemplaren buiten het tuincentrum. Om meer zicht te krijgen op de aanvoer van dit soort verstekelingen bezochten wij ook in 2009 en 2010 dezelfde importeur en enkele andere tuincentra met containerplanten in hun assortiment. Het op naam brengen van de adventieven bleek een lastige klus; het zijn immers merendeels mediterrane soorten. Een aantal soorten werd in bloei en/of met vruchten geoogst; een ander deel vroeg uitgestoken, opgepot en later geoogst. Waar mogelijk werd ook materiaal in een herbarium opgenomen, zowel gedetermineerde als nog onbekende soorten. Met dank aan het Natuurmuseum Nijmegen (Gerard Dirkse) konden we samen veel soorten op naam brengen. Halverwege onze inzameling verscheen er in 2009 een artikel in Dumortiera van Ivan Hoste, Filip Verloove en anderen, getiteld: De adventiefflora van in België ingevoerde mediterrane containerplanten (Dumortiera 97: 1-16). Zij verzamelden meer dan 120 soorten, waarvan slechts een klein deel (23) eerder voor België was vermeld. De
meeste overige soorten zijn inheems in Spanje en/of Italië, maar een derde deel ervan is toch ook daar niet inheems. Onze oogst is afkomstig van een beperkt aantal kwekerijen en bedraagt slechts een 40-tal soorten, maar er is een grote overeenkomst met de Belgische soortenlijst. Voorlopige soortenlijst van containerplanten (B= ook in Vlaanderen) Allium triquetrum Amaranthus albus (B) Amaranthus blitoides (B) Anagallis arvensis ssp foemina (B) Arabis cf collina Campanula erinus (B) Asparagus acutifolius (B) Chamaesyce maculata (B) Chamaesyce prostrata (B) Chamaesyce serpens ssp. serpens (B) Chenopodium album s.l. Chenopodium murale (B) Chenopodium vulvaria (B) Conyza bonariensis (B) Coronilla scorpioides (B) Diplotaxis cf erucoides (B) Erodium laciniatum Galium verrucosum Gamochaeta pensylvanica (B) Watercrassula bedreigd de Drentse veentjes en natte heidegebieden
Edwin Dijkhuis In ons oppervlaktewater komen steeds meer exotische waterplanten voor. Ze worden als vijver- of aquariumplant verhandeld en belanden vervolgens al dan niet opzettelijk in ons oppervlaktewater. Enkele soorten vermeerderen en verspreiden zich vervolgens explosief. Watercrassula (Crassula helmsii) is een van de invasieve waterplanten die zich in Nederland thuis voelt. Deze soort is bovendien in staat om ook zeer voedselarme milieus te kolonise-
Het merendeel van onze soorten (25 van de 42) komt ook op de Belgische lijst voor. Wie weet welke soorten we daarvan straks ook buiten de kwekerijen in het wild tegenkomen. Wij zullen het de komende jaren in elk geval met aandacht gaan volgen en zijn benieuwd naar de resultaten van anderen. Heliotropium europaeum (B) Herniaria hirsuta (B) Hippocrepis ciliata Lavatera cretica Malva parviflora (B) Malva pusilla (B) Marrubium vulgare Medicago littoralis Melilotus indicus (B) Parietaria cf judaica (B) Reseda phyteuma (B) Rubia peregrina Rubia tinctorum Scorpiurus muricatus Sisymbrium irio (B) Smilax aspera (B) Solanum cf alatum Solanum chenopodioides Solanum villosum Sonchus tenerrimus (B) Urtica membranacea (B) ren. Ook in Drenthe wordt Watercrassula steeds vaker waargenomen. Dat dit een ernstige bedreiging kan vormen voor de Drentse veentjes en natte heidegebieden, blijkt wel uit het opduiken van Watercrassula in een natuurontwikkelingsgebied op de Dwingeloosche heide. In 2010 was hier sprake van een zeer omvangrijke groeiplek van ruim 2000 m2. Watercrassula is door Staatsbosbeheer bestreden door de gehele groeiplek bij elkaar te schuiven en met plasticfolie af te dekken (zie foto). Dat ging helaas wel ten koste van leuke soorten als Grondster, Waterpostelein en Veelstengelige waterbies.
Bestrijding van Watercrassula op de Dwingeloosche heide. De hele groeiplek van 2000 m2 is bij elkaar geschoven en afgedekt met plasticfolie. foto: Albert Henckel, SBB. FloronNieuws - April 2011
8
flora-nieuws / publicaties Een Winterduik met verrassingen Edwin Dijkhuis In Drenthe bestaat de jaarlijkse aftrap naar het nieuwe veldseizoen uit een gezellige vrijwilligersdag aan het eind van de winter. Een van de sprekers op deze dag was John Bruinsma. Zijn verhaal had als thema “Planten in diep water” (zie voorpagina). Om zich wat te verdiepen in de Drentse onderwaterflora nam hij, samen met Michiel van der Waaij, een winterduik in het Veenmeer, een circa 50 jaar oude zandwinplas bij Zuidlaren. Het tijdens de duik verzamelde materiaal kon op de vrijwilligersdag uitgebreid worden bekeken. Voor velen was het een eye-opener dat al zo vroeg in het seizoen (half februari) fris groene waterplanten kunnen worden gevonden. Ook leverde het nog eens twee verrassende vondsten op: Teer vederkruid (Myriophyllum alterniflorum) en Glaskroos (Elatine cf hexandra). Teer vederkruid staat als bedreigd op de Rode lijst. In Drenthe is het altijd al schaars geweest. De meeste groeiplaatsen lagen zowel vóór als na 1950 in de kop van Drenthe. De vondst in het Veenmeer past binnen dit historische verspreidingspatroon. Teer vederkruid is sinds de jaren vijftig in Drenthe sterk afgenomen. Eind jaren zeventig resteerden in de kop van Drenthe nog vier groeiplaatsen. Zo kwam het onder andere voor in drie aaneengesloten km-hokken in de benedenloop van de Drentsche Aa, slechts enkele kilometers ten noorden van het Veenmeer. Het duurde vervolgens tot 2009 voordat Teer vederkruid opnieuw in deze omgeving werd gevonden. Ook hier ging het om een voormalige zandwinplas, de Sassenhein Zuidplas bij Haren, die nu in gebruik is als visplas. Haar opmerkelijkste begeleider in deze plas is Langstengelig fonteinkruid. Glaskroos-soorten zijn zeldzame, kleine, veelal kortlevende, planten die gebonden zijn aan periodiek droogvallende plaatsen. In het Veenmeer groeide Glaskroos echter op een diepte van 3 tot 4 meter als wintergroene bodembedekker. De planten staan hier volgens Michiel al zeker 8 á 10 jaar. Met welke soort we hier te maken hebben is niet met zekerheid te zeggen. Daarvoor zijn bloemen of vruchten nodig en die waren zo vroeg in het jaar nog niet aanwezig. Voorlopig gaan we ervan uit dat het om Gesteeld glaskroos (Elatine hexandra) gaat. Deze soort komt vooral in het pleistocene deel van Nederland voor en breidt zich de laatste jaren uit. In het noorden is het echter nog een zeldzaamheid. De vondst in het Veenmeer is de derde melding uit Drenthe. Na 1952 is het maar op één andere plek waargenomen. Ook deze groeiplaats lag in een zandwinplas en wel in de omgeving van
Zuidlaren, een kleine kilometer ten noorden van het Veenmeer. In deze plas is de soort na 1995 nooit meer aangetroffen.
Natuur in Drenthe Wout van der Slikke Onlangs presenteerde de directeur van het WNF een visie waarin bos, duin en delta de pijlers voor onze duurzame natuur zouden moeten worden. Robuuste natuur; geen door de mens gecreëerde cultuurlandschappen die met veel kosten en beheersinspanningen in stand moeten worden gehouden. Het bijgevoegde schetskaartje liet Drenthe geheel wit… Dat deze provincie daarmee zwaar te kort wordt gedaan, bewijst het boek ‘Natuur in Drenthe. Zicht op biodiversiteit’ dat afgelopen jaar door de provincie is uitgebracht. Heidevelden, hoogvenen en houtwallen herbergen prachtige soorten die het behouden waard zijn. Geïllustreerd met mooie foto’s en duidelijke verspreidingskaartjes wordt per biotoop aandacht geschonken aan de belangrijkste flora- en faunagroepen. Het boek geeft een duidelijk overzicht van de ontwikkelingen in de afgelopen jaren. Dat er zoveel bekend is over de Drentse natuur hebben we vooral te danken aan alle natuurwaarnemers in deze provincie. Dat al die kennis ook via mooie publica-
ties als Natuur van Drenthe en de Atlas van de flora van Drenthe naar buiten komt hebben we ook te danken aan de inzet van de betrokken provinciale medewerkers. Dat er ondanks alle bedreigingen nog veel mooie Drentse natuur aanwezig is hebben we mede te danken aan beleidsmakers zoals de gedeputeerde voor het landelijk gebied Rein Munniksma. Hij was afgelopen maanden regelmatig in het nieuws om zich teweer te stellen tegen de afbraakplannen rond de ecologische hoofdstructuur. In zijn voorwoord noemt hij Natuur in Drenthe ‘een boek vol met levensgeluk’. Laten we hopen dat de provincie er in slaagt dat levensgeluk in deze barre tijden in leven te behouden. Dan kunnen we inderdaad nog lang genieten van het vele moois dat Drenthe nog te bieden heeft. Niet alleen met dit boek, maar ook in werkelijkheid.
Provincie Drenthe 2010. Natuur in Drenthe. Zicht op biodiversiteit. Provincie drenthe, Assen. Prijs € 15,- (te bestellen via:
[email protected])
Dwergviltkruid ontpopt zich als “gravelspecialist”
Een grijze waas van duizenden plantjes Dwergviltkruid bedekt de tennisbaan. foto: Han Beeuwkes
Dwergviltkruid is een klein 1-jarig plantje dat de meeste floristen kennen van schrale bermen op arme zandgronden. Han Beeuwkes en Piet Bremer ontdekten in 2010 een groeiplaats op een wel heel bijzondere standplaats. Op een sinds ca. 8 jaar niet meer gebruikte tennisbaan in Zwolle groeiden naar schatting minstens 350.000 exemplaren! Dat de soort zich goed thuis voelt in dit biotoop bleek ook uit de gemiddelde lengte van de planten. Met 28 cm waren de planten op deze groeiplaats beduidend forser dan normaal. Bron: Het Zwols Natuurtijdschrift nr.4, December 2010.
FloronNieuws - April 2011
9
kampverslagen 2010
Van 2 juli tot en met 4 juli 2010 is het eerste Floronkamp in Zuid-Kennemerland georganiseerd. De 43 deelnemende floristen bezochten in het gebied tussen de havens van IJmuiden en Noordwijk enige tientallen kilometerhokken, waarbij streeplijsten werden ingevuld en vindplaatsen van bijzondere soorten ingemeten. Bij het kamp waren ook veel lokale floristen aanwezig. Hierdoor konden we de inventarisaties tijdens het weekend goed laten aansluiten op het lopende onderzoek. Doordat er tijdens het kamp werd gewerkt in groepjes, waarin zowel ervaren als onervaren floristen en mensen met terreinkennis zaten, kon er ook veel kennis aan elkaar worden overgedragen. Dat leidde er soms zelfs toe dat vergissingen uit eerdere inventarisaties konden worden rechtgezet. Een enkele keer werd besloten in 2011 nog eens terug te keren naar een bijzondere vondst en zo nodig vers herbariummateriaal te verzamelen omdat men er tijdens het veldbezoek niet uitkwam. Deze manier van werken werd als zeer prettig ervaren. Een enkele lokale florist die nog niet eerder aan een Floronkamp had deelgenomen gaf naderhand aan de smaak te pakken te hebben gekregen en ook aan kampen in andere delen van Nederland te willen deelnemen. Fort Penningsveer In de loop van de vrijdag druppelden de deelnemers binnen in het fraaie en rustige Fort Penningsveer, onderdeel van de Stelling van Amsterdam, bij Haarlem. Na een ontvangst met koffie of thee met Haarlemse kruidkoek volgde uitleg over de opzet van het kamp. Daarna werd die middag gezamenlijk een bezoek gebracht aan het nabij gelegen veenmosrietland in de Oeverlanden van de Liede in beheer bij Landschap Noord-Holland. Hier werden de voor de regio enige groeiplaats van Welriekende nachtorchis en Cranberry bezichtigd. Ook werd de eerste streeplijst ingevuld. Na de uitstekend verzorgde warme maaltijd werd ’s avonds een bezoek gebracht aan het Kennemerstrand bij IJmuiden aan Zee. Vrienden van het Kennemerstrand, de vrijwilligers die het natuurgebied beheren, leidden ons rond over het groene strand, dat landelijke bekendheid geniet als soortenrijkste primaire natte duinvallei in de kalkrijke duinen van de vastelandsduinen. Te zien waren onder meer Knopbies, Vlozegge, Stippelzegge, Groenknolorchis, Parnassia en Dodemansvingers. Na afloop werd er nog wat nagepraat en
uiteindelijke zochten we onze slaapplek op veilig in (bed) of op of rond (tent) het fort. Het fort zelf bleek trouwens ook bijzondere planten te herbergen. Zo werden daar tijdens het kamp onder meer Goudhaver, Strandduizendguldenkruid, Klein glaskruid, Gevleugeld helmkruid en Hartgespan aangestreept. Nationaal Park Zuid-Kennemerland Zaterdag werden kilometerhokken in onder meer het Nationaal Park ZuidKennemerland en het noordelijke deel van de Amsterdamse Waterleidingduinen geïnventariseerd. Doordat de kilometerhokken verspreid over het gebied lagen konden bijvoorbeeld de buitenduinen, de middenduinen en de binnenduinen worden bezocht. Daardoor konden naast stinzenplanten, zoals Weegbreezonnebloem, in binnenduinrandbos ook planten van duingraslanden, zoals Torenkruid, worden aangestreept. Ook stedelijk gebied grenzend aan de duinen, zoals de randen van IJmuiden en Zandvoort, werd daarbij niet gemeden. Na gezamenlijk wokken bij de chinees, bezochten we ’s avonds op terugweg naar het kamp een groot braakliggend terrein tussen NS-station Haarlem Spaarnwoude en de IKEA-vestiging. Op het aangevoerde kalkrijke zand komen hier in het binnenland naast diverse duinplanten ook veel exemplaren van Vlokkige toorts voor. Voor velen een nog onbekende soort. Amsterdamse Waterleidingduinen Zondag werden de duinen vanaf het zuidelijk deel van de Amsterdamse Waterleidingduinen tot aan Noordwijk bezocht. Deze duinen hebben weinig ingangen en zijn niet met de auto toegankelijk. Daardoor moesten sommige groepjes enkele kilometers lopen voordat zij het kilometerhok waarin zij moesten strepen bereikten. Verwend met de soortenrijke kilometerhokken op vrijdag en zaterdag viel de soortenrijkdom deze zondag een enkele florist wat tegen. Bijzonderheden van deze dag vormden een bezoek aan een natuurherstelgebied (voormalig bollenland) en de vondst van een grote groeiplaats van de wellicht invasieve exoot Zijdeplant.
foto: Wout van der Slikke
Zuid-Kennemerland onder de loep Verslag FLORON-kamp juli 2010 Niko Buiten
Bloeiwijze van Zijdeplant (Asclepias syriaca)
Organisatie Het kamp in Zuid-Kennemerland was goed voorbereid. We zaten op een leuke locatie, de groepjes waren goed samengesteld en voor elk kilometerhok was er een uitgebreid pakket met plattegrond, streeplijst, vergunningen, enz. aanwezig. Waar nodig ontbraken de parkeervergunningen en zelfs de parkeertips niet. Na afloop van het kamp en het inventarisatieseizoen is het verwerken van de vele verzamelde gegevens een beetje achterop geraakt. Zo kunnen we nu nog niet in detail lezen wat er allemaal is gevonden. Problemen als gevolg van onbekendheid met het gedigitaliseerd verzamelen van gegevens en de verwerking daarvan spelen daarbij een rol. Er heerste tijdens het kamp een sfeer van aanstekelijk enthousiasme. We hopen de komende jaren nog eens zo’n leuk kamp in district Hollands Duin te kunnen organiseren.
Verslag kamp Zeeland Justus van den Berg In 2010 werd voor de twaalfde keer een FLORON-inventarisatieweekend in Zeeland georganiseerd van vrijdag 10 tot en met zondag 12 september. De geïnventariseerde gebieden zijn: de eilanden in de Grevelingen, Zuidkust van Schouwen (natuurontwikkeling), Brouwersdam, Krammersluizen en enige urbane gebieden. In 2003 en 2008 zijn er ook kampen geweest op Schouwen, maar we zaten nu een stuk oostelijker op Duiveland. Naar de onbewoonde eilanden Bijzonder was het inventariseren van de eilanden in de Grevelingen, met mooie namen als Dwars in de Weg, Stampersplaat en Speelmansplaat. Ik heb geprobeerd zo veel mogelijk mensen op de eilanden te krijgen. Niet alleen vanwege het vakantiegevoel dat je krijgt van zo'n boottocht naar een onbewoond eiland, maar natuurlijk ook vanwege de bijzondere planten en het landschap. Staatsbosbeheer verzorgde de overzet, waarvoor nog hartelijk dank voor deze uitstekende service. Het resultaat Ik heb geen totaal overzicht van het aantal waarnemingen, omdat PDA gegevens niet meer bij mij langs komen en die worden steeds vaker gebruikt. In totaal zijn 33 kilometerhokken volledig onderzocht en is er een groot aantal detailwaarnemingen genoteerd. Bijzondere waarnemingen De Spiraalruppia groeit nog steeds massaal in de Kistersinlaag. Het is een bekende groeiplaats gelegen in drie kilometerhokken. We hebben geen andere waterplant kunnen FloronNieuws - April 2011
10
kampverslagen 2010
Op zoek naar Gele hoornpapaver aan de Zeeuwse kust. foto: Justus van den Berg
De eilanden in de Grevelingen herbergen een aantal kenmerkende soorten die je elders niet zo veel tegen komt, zoals Rond wintergroen, Groenknolochis (alleen al op de Veermansplaat ca. 20.000 exx.), Herfstbitterling, Duizendguldenkruid (alle de drie soorten), Geelhartje en Moeraswespenorchis. Zoals gebruikelijk zijn de hoogste aantallen in het stedelijk gebied waargenomen. De inventarisaties van de noordkant van Zierikzee, Brouwershaven en Bruinisse leverden weer leuke soorten op zoals, Stekelige hanenpoot, Zwartsteel, Tongvaren en Pluimgierst. Voor velen was de Herfstschroeforchis een extra stop op de terugreis waard. Het betreft hier een kleine populatie die al enige jaren aanwezig is en die veel last heeft van uitstekers. Tot slot Het was een geslaagd kamp, waar Staatsbosbeheer een belangrijke bijdrage aan heeft geleverd door het vervoer naar de eilanden te verzorgen. In totaal hebben 63 mensen deelgenomen aan (een deel van) het kamp. Voor mij is dit een ongekend hoog aantal, misschien moet ik toch maar af van de slogan "Aanmelden kan altijd want Zeeland is nog niet vol". Tot een volgende keer... .
Amsterdam 15 t/m 17 juli Op veler verzoek komt er een kamp in Amsterdam. Een betaalbare locatie vinden was altijd het probleem. Dit is nu gevonden in een scoutinghuis, de ’Teil’, in het Amsterdamse bos op de grens van Amstelveen (Nieuwe Kalfjeslaan 23, 1182 AA Amstelveen). Er zijn 26 bedden en er is plaats voor ongeveer 20 tenten. We gaan strepen in de stad. Niet alleen in Amsterdam maar ook in Amstelveen en de kleinere gemeentes gaan we hokken doen. Voor diegenen die ook behoefte hebben aan een minder stedelijke omgeving zijn er ook selectiehokken in het Gooi beschikbaar. Met de auto verplaatsen is nogal lastig, niet alleen vanwege de verkeersdrukte, maar ook omdat het in Amsterdam goud geld kost om te parkeren. De opzet zal zo zijn dat we ons ook met de bus en tram kunnen verplaatsen. Op vrijdagavond wordt de nabijgelegen heemtuin Thijssepark bezocht. Voor de zaterdagavond is een lezing gepland. Om de kosten laag te houden wordt er ter plekke gekookt. Op vrijdagavond is dat Indisch. Over het menu van de zaterdagavond wordt nog nagedacht. Er volgt nog een nadere uitwerking maar je kunt je al wel aanmelden. De kosten zullen tussen de 40 en 50 euro bedragen. Verzamelen: 15 juli 2010, 13.00u, Clubhuis "De Teil", Nieuwe Kalfjeslaan 23, 1182 AA Amstelveen.
de bos- en heidegebieden met, naast productiebos, fraaie vennen met onder andere Lavendelheide en Kleine veenbes. Maar minstens even interessant zijn de kleine dorpen, sommige omgeven door voormalige eikenhakhoutbosjes (de strubben, zoals bij Schoonloo) met nog hier en daar Zevenster. De fraai begroeide kanalen en de natuurherstelprojecten van en langs de Elperstroom en het Amerdiep, onder meer gericht op herstel van vochtige heide, hebben eveneens floristisch veel te bieden. En natuurlijk steken we ook de Hondsrug over voor een bezoek aan het zogenaamde LOFAR-gebied in het Hunzedal tussen Buinen en Exloo: uiterst high-tech onderzoek van het diepe heelal gecombineerd met natuurontwikkeling (www.lofar.nl). Kortom: genoeg mooie gebieden om een hele week mee te vullen! We verblijven op het SBB groepskampeerterrein het Uteringskamp bij Schoonloo (GPS 241.970-547.800). Dit is gelegen in de oostpunt van Boswachterij Grollo, ruim 1 kilometer ten noordwesten van Schoonloo. Al kamperend zorg je zelf voor de inwendige mens. Het alternatief is logies in een van de vele nabijgelegen accommodaties. Dit dien je echter op tijd zelf te regelen (een overzicht met overnachtingsadressen is beschikbaar). Informatie en opgave Edwin Dijkhuis. 050-3600155 of e-mail
[email protected]
Informatie en opgave Peter Wetzels, 0206928352 of e-mail:
[email protected]
Drenthe 5 t/m 12 augustus Een hele week, van vrijdag 5 tot en met vrijdag 12 augustus, planten kijken in hartje Drenthe! Vanuit ons bivak bij Schoonloo zit je zo midden in een van drie grote boswachterijen: die van Schoonloo, Grolloo en Hooghalen. Dit zijn afwisselen-
foto: Wout van der Slikke
vaststellen. De kenmerkende spiralen zijn in deze tijd overduidelijk aanwezig. In de natuurontwikkelingsgebieden van de Zuidkust van Schouwen doet Zeegerst het goed. We hebben kunnen zien dat deze soort voorkomt op de oude karrevelden en daarnaast ook veelvuldig in de nieuwe natuurontwikkelingsgebieden, die enige jaren geleden zijn aangelegd. Leuk was ook de waarneming van Gele hoornpapaver bij Viane, net ten oosten van Ouwerkerk. Deze groeiplaats op een aangespoelde schelpenbank is niet eerder gemeld en is ook de meest oostelijke in de Oosterschelde. Opvallend is de soort langs de Westerschelde geheel ontbreekt en in de (monding) van de Oosterschelde kan je hem geregeld en soms massaal aantreffen.
meerdaagse excursies 2011
Rietorchissen in het stedelijk gebied. foto: Wout van der Slikke
Terschelling 2 t/m 4 september Gedurende een lang weekend onderzoeken we de flora van dit prachtige waddeneiland. We verblijven in een kampeerboerderij in Formerum. Er is plaats voor ongeveer 40 personen. Binnen niet al te lange tijd komt er meer informatie beschikbaar, met name ook over de kostenkant van deelname. Informatie en opgave Gertie Papenburg: 0511-541376 of e-mail:
[email protected].
Een plantenliefhebber in de Amsterdamse Waterleidingduinen (juli 2010).
FloronNieuws - April 2011
11
dagexcursies 2011 Programma Dagexcursies Onderstaand overzicht geeft een zo volledig mogelijk beeld van de dagexcursies die er komend seizoen in de FLORON-districten worden georganiseerd. De nummers van de districten staan meteen achter de datum vermeld. De excursies betreffen meestal inventarisatie-excursies voor één van onze projecten. Voor de meeste excursies geldt dat zij plaatsvinden op zaterdag en duren tot ca. 16.00 uur. De deelnemers dienen zelf voor lunchpakket en drinken te zorgen. Indien van deze opzet wordt afgeweken is dat bij de excursieaankondiging in onderstaand overzicht vermeld. Voor elke excursie is tussen haakjes aangegeven binnen welk district deze plaatsvindt en bij wie u terecht kunt voor nadere informatie. De contact gegevens van deze personen vindt u bij het Overzicht van districten met coördinatoren en excursieleiders op de laatste pagina. In veel gevallen is het nodig u vooraf aan te melden. De meest recente informatie over excursies, contactpersonen en de locatie van de verzamelpunten is te vinden op www.floron.nl onder Activiteiten of op de pagina van het betreffende District.
MAART zaterdag 26 maart (D5) Fietsexcursie Schoonebeek Op deze vroege voorjaarsexcursie doorkruisen we op de fiets de omgeving van Schoonebeek. Net als de afgelopen jaar twee jaren is het doel vast te stellen of de Wilde narcis hier nog steeds in boerentuinen voorkomt. Om een zo groot mogelijk gebied systematisch te kunnen bekijken wordt het een fietsexcursie. Iedereen wordt verzocht zelf voor een fiets te zorgen. Het maximaal aantal deelnemers bedraagt 20 personen. Graag voor 24 maart opgeven (met telefoonnummer) bij Els Heijman (bij voorkeur per email naar
[email protected] of 050-4092836) zodat we bij erg slecht weer op de vrijdagavond ervoor de excursie nog kunnen annuleren. Verzamelen: 10:00 uur in Café-restaurant De Buur’n, de Pallert 30C, Schoonebeek (0524-533044), www.debuurn.nl. Info: Els Heijman,
[email protected] of 050-4092836
APRIL zaterdag 2 april (D15) Tuincentrum Dekatuin Haarlem De toekomst van onze stadsplanten. In de stad komen we regelmatig opmerkelijke plantensoorten tegen, soorten die in principe niet wild zijn of die helemaal niet in
Nederland horen voor te komen. Vaak zijn het tuinplanten die als zaadje zijn komen aanwaaien vanuit een tuin. Hoe komen planten tegenwoordig in een tuin? Heel vaak via het tuincentrum. Het tuincentrum is daarmee een belangrijke bron voor nieuwe soorten in de stad. Om goed voorbereid te zijn voor het inventarisatiewerk komende zomer organiseren we daarom een excursie in tuincentrum Dekatuin in Haarlem. In het tuincentrum staan de planten lekker naast elkaar in het schap, zodat je ze goed kunt bekijken. En dat is weer handig voor straks in het veld. Verzamelen: 10.00 uur, op het parkeerterrein van Dekatuin (102.099/488.514), Vlaamseweg 1 in Haarlem. Info en opgave: Niko Buiten; tel 0235403266 of 06-12645287 of Joop Mourik. zaterdag 23 april (D7) Havezathe het Everlo Km-hok 261-485; inventarisatie; houtwallen, bos en heide Verzamelen: 10.00 uur, Parkeerplaats Natuurmonumenten achter het Everlo Info: Otto Zijlstra zaterdag 23 april (D8) Stemerdinkbos Voorjaarsflora met Gagea lutea, Adoxa moschatellina en Primula elatior Verzamelen:10.00 uur, station van Winterswijk Info: Fred Bos tel. 0543 515341 op excursiedag ook 06 10363012. Louis-Jan van den Berg tel. 0544 372594 op excursiedag ook 06 11140923.
MEI zaterdag 7 mei (D19) Vught zuid 148-405 Vught zuid: afwisselend terrein inclusief 'De Kwebben'. Dit hok ligt op korte afstand van het station. Verzamelen: 10.00 uur, station Vught. Info: Joep Spronk zaterdag 14 mei (D6) SBB gebied bij informatiecentrum de Zoogenbrink Excursie naar het selectiehok FLORON 206 / 481, deels SBB gebied bij informatiecentrum de Zoogenbrink. Heel afwisselend gebied met o.a. Bleke zegge. Verzamelen: 9.30 uur, station Olst. Info: Piet Bremer zaterdag 21 mei (D11) Dordtsche Avelingen (123-427) Dit RFS-hok ligt net ten westen van Gorinchem. Zeer gevarieerd hok met bos, dijken, moeras, grasland en snelweg. Met een beetje geluk zien we nog bloeiende Spindotterbloemen. Verzamelen: 10.00 uur op station Gorinchem. Info en opgave: Patrick Lansing
zaterdag 21 mei (D19) Den Bosch 149-410 den Bosch: project typische soorten. Verzamelen: 10.00 uur, station den Bosch (westzijde) Info: Joep Spronk zaterdag 21 mei (D7) Haarler Grafveld Het Lädderken 254-492; inventarisatie; houtwallen, bos en heide Verzamelen: 10.00 uur, Reutum, kerk Info: Otto Zijlstra zaterdag 21 mei (D10) Lelystad, Zuigerplas, e.o. Streepexcursie, km-hok 20.45.51 (160505) Verzamelen: 10.00 uur, Lelystad, NSstation, achterzijde Info: Egbert de Boer, tel. 0578-572292; mail:
[email protected] zaterdag 21 mei (D13) Zeevang, bij de Purmer Ringvaart, dicht bij Edam. Km-hok 130-503. We beginnen in de Zeevang; later rijden we naar de Purmer aan de overkant van de Purmer Ringvaart. Verzamelen: 10.00 uur op de hoek Buitengouwweg/Edammerdijkje, bij de Purmer Ringvaart, dicht bij Edam. Info en opgave: Simon Pepping, tel. 0299433641. woensdag 25 mei (D10) Nunspeet, Zandenplas Streepexcursie omgeving Zandenplas, kmhok 27.31.35 (184-487) Verzamelen: 19.00 uur, Nunspeet, station Info: Egbert de Boer, tel. 0578-572292; mail:
[email protected] zaterdag 28 mei (D8) Spijk Stroomdalflora met Veronica austriacumteucrium, Cruciata laevipes en Artemisia campestris Verzamelen:10.00 uur, station Zevenaar Info: Fred Bos tel. 0543 515341 op excursiedag ook 06 10363012. Louis-Jan van den Berg tel. 0544 372594 op excursiedag ook 06 11140923. zaterdag 28 mei (D20) Gebrande Kamp; noordoever Maas. Km-hok 192-414. Volgen van natuurontwikkeling na uitdiepen landerijen langs de Maas, ca 8 jaar geleden. Gebied deels begraasd, deels nat en moerassig, deels droog zandig. Limosella, Rijstgras, Bittere veldkers, Sedumsoorten. Verzamelen: 10.00 uur, Plasmolen, Pstrook W-zijde van de weg. Info en opgave: Fons Reijerse: 0485571212.
[email protected]
FloronNieuws - April 2011
12
dagexcursies 2011 zaterdag 28 mei (D15) Koningshof in Overveen Vandaag bezoeken we landgoed Koningshof van Natuurmonumenten in Overveen in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Het gebied bestaat uit binnenduinrandbos en graslandjes. Bijzonderheden die we kunnen tegenkomen zijn bijvoorbeeld Kleine ereprijs (enige groeiplaats in Nederland!), Grote tijm, Cipreswolfsmelk, Trosglidkruid, Geschubde mannetjesvaren en stinzenplanten. Als we er aan toekomen zullen we gaan strepen en groeiplaatsen van bijzondere planten inmeten (en exemplaren tellen) in het kilometerhok 99/487. Bij NS-station Overveen zijn OV-fietsen te huur. De excursieleiding is in handen van Niko Buiten. Verzamelen: 10.00 uur, parkeerterrein van landgoed Koningshof (100.704/487.755). Info en opgave: Niko Buiten; tel 0235403266 of 06-12645287 of Joop Mourik.
JUNI zaterdag 11 juni (D5) Hijken We verkennen meetnethokken in de omgeving van Hijken. Op het programma staan het Oranjekanaal, het Hijkermeer en het beekdal van de Hijkerleek. Verzamelen: 10:00 uur in Café de Dorpskern, Oranjekanaal Z.Z. 21, Hijken (0593522715). Info en opgave: Nadere inlichtingen over de excursie en voor maken van afspraken over vervoer naar het vertrekpunt: Els Heijman (050-4092836) of Edwin Dijkhuis (050-3600155). zaterdag 11 juni (D11) Westbroekse Zodden We gaan hier gegevens verzamelen voor het verspreidingsonderzoek. Het Bert Bospad is hier een prima uitgangspunt voor. Wanneer we daarvoor toestemming krijgen, maken we ook een aantal insteken in wat percelen. Maximum aantal deelnemers 8. Verzamelen: 10.00 uur op station Hollandsche Rading. Info en verplichte opgave: Patrick Lansing zaterdag 18 juni (D1) Op het Hoge Land in Groningen 247-599 ’t Zandt en 249/250-599 Godlinze. Verzamelen: 9.30 uur, station Delfzijl Info: Willem Stouthamer zaterdag 18 juni (D18) Slik en Schor: Prinsesseplaat (Staatsbosbeheer), Halsteren Deze excursie wordt georganiseerd i.s.m. Staatsbosbeheer. Aanmelden is verplicht. Omdat de excursie gehouden wordt in het
broedseizoen is er een limiet aan het aantal deelnemers van 20 personen. De Prinsesseplaat is een niet vrij toegankelijk natuurgebied en ligt ver landinwaarts aan een nu afgedamd gedeelte van de Oosterschelde. Na de aanleg van de Oesterdam is het getij hier verdwenen en zijn slikken drooggevallen. Het nog aanwezige zout in de bodem zorgt voor tal van planten die hier goed gedijen: Zilte rus, Zilte zegge, Zeekraal en Klein schorrenkruid. De iets hoger gelegen schorren zijn zoeter en hier ontstaat een vegetatie met soorten van natte duinvalleien: Dwergzegge, Moeraswespenorchis, Rode ogentroost, Geelhartje en Rietorchis. Tijdens de excursie worden streeplijsten gemaakt en soorten die van belang zijn voor de soortskartering van Staatsbosbeheer en het verspreidingsonderzoek van FLORON worden met de GPS ingemeten. Neem laarzen mee aangezien het hier en daar erg nat kan zijn. Als het droog genoeg is kunnen we oversteken naar een eiland. Verzamelen: 10.00 uur aan het einde van de Zuider Kreekweg in Halsteren, coördinaten 74,5-392,2. Daar steken we de dijk over om naar de ingang van het gebied te lopen. Info en verplichte opgave: Petra van der Wiel. zaterdag 18 juni (D7) Oude Hoevenwegs Venen 241-495; inventarisatie selectiehok; veenen weidegebied Verzamelen: 10.00 uur, De Pollen, kerk Info: Otto Zijlstra zaterdag 18 juni (D10) Stille Kern (Horsterwold) Struinexcursie, een of meer hokken in atlasblok 26.55 Verzamelen: 10.00 uur, Parkeerplaats Bingelweg (vanaf A28 na Nijkerkerbrug bij eerste rotonde rechtsaf (= Spiekweg); na 1.3 kilometer links Info: Egbert de Boer, tel. 0578-572292; mail:
[email protected] woensdag 22 juni (D10) Spijkstrand, voorlanden Plantengroei van de voorlanden, km-hok 27.21.13 (182-494) Verzamelen: 19:00 uur, Parkeerplaats Enkweg (vanaf Elburgerbrug na Rivieracamping linksaf (= Enkweg); parkeerplaats in 2e bocht. Info: Egbert de Boer, tel. 0578-572292; mail:
[email protected] zaterdag 25 juni (D6) Tolhuislanden tussen Zwolle en Rouveen Bezoek aan hok 210-509, Tolhuislanden tussen Zwolle en Rouveen, hok met natuurontwikkelingsproject met eerste
blauwgraslandsoorten en andere bijzonderheden. Verzamelen: 9.30 uur, bij de Lichtmis, de Koperen Hoogte (=voormalige watertoren, nu restaurant van Van der Most) Info: Piet Bremer zaterdag 25 juni (D11) Valleikanaal in Amersfoort Arie van den Bremer inventariseert 4 kilometer van het Valleikanaal voor de gemeente Amersfoort. Wij gaan hem bij het deel in hok 155-464, rond station Schothorst, helpen. Belangrijk werk, want onze inzet wordt direct benut door de gemeente. Ook de rest van het hok zullen we bezoeken: wat zien we aan stadsplanten in deze relatief nieuwe wijk? De excursie wordt geleid door Arie en Wim Vuik Verzamelen: 10.00 uur, station Amersfoort Schothorst. Info en opgave: Patrick Lansing zaterdag 25 juni (D13) Wijdenes Km-hok 139-515 met onder andere de Markermeerdijk. Verzamelen: 10:00 uur op de hoek Zuidenuitweg/Zuiderdijk, Wijdenes. Info en opgave: Simon Pepping, tel. 0299433641. zaterdag 25 juni (D14) Streepexcursie Weesp Een selectiehok in Weesp. Het bevat een industrieterrein, een volkstuincomplex, Amsterdam Rijnkanaal, een golfterrein en een stuk veenweide. Van alles wat dus. Verzamelen: 10.00 uur, Bushalte C.J. van Houtenlaan / Aetsveldselaan. (Bussen van Station Weesp naar Bijlmer ArenA (49) Station Hilversum (106) naar Vreeland (122) en v.v.) Info en opgave: Peter Wetzels per mail naar
[email protected]. Aanmelden is niet verplicht maar wordt wel op prijs gesteld. zaterdag 25 juni (D21) Streepexcursie Heijkersbroek Streepexcursie in km-hok 182-358 . Er zijn recent veel bijzonderheden gemeld uit dit gebied o.a. Teer guichelheil en Draadgentiaan, nu wordt het gehele hok bekeken. Verzamelen: 10.00 uur bij de parkeerplaats van de visvijver (Wetselderstraat) Info: Bart Hendrikx
JULI zaterdag 2 juli (D1) Nabij Musselkanaal 266/267-551 Braamberg en 268/269-551 Zandwinningsplas en camping de Papaver. Verzamelen: 9.30 uur, Gemeentehuis Sellingen Dorpstraat 1, Sellingen. Info: Willem Stouthamer
FloronNieuws - April 2011
13
dagexcursies 2011 zaterdag 2 juli (D13) Excursie in de PWN duinen, (Soeckebacker) Kilometer hok 103-513 (Soeckebacker) Verzamelen: 10.00 uur, parkeerplaats De Bleek, ten zuidwesten van Egmond aan den Hoef, langs de Van Oldenborghweg hoek Tijdverdrijfslaan. Gratis parkeren, automaat voor duinkaart. Bus: vanuit Castricum: halte Rinnegommerlaan 1 km lopen. Vanuit Heiloo/ Alkmaar: halte Egmonderstraatweg 1 km lopen. Coördinaten 104.245 - 514.020. Info en opgave: Koos Ballintijn (0299772543) zaterdag 9 juli (D5) Koloniën van weldadigheid We brengen een bezoek aan de koloniën van weldadigheid: Frederiksoord en Wilhelminaoord. Verzamelen: 10:00 uur in Cafetaria Het Luifeltje, Koningin Wilhelminalaan 48 A, Wilhelminaoord (0521-382428). Info: Nadere inlichtingen over de excursie en voor maken van afspraken over vervoer naar het vertrekpunt: Els Heijman (0504092836) of Edwin Dijkhuis (0503600155). zaterdag 9 juli (D8) Vorden Natuurontwikkeling langs de Veldwijksche Laak, twee jaar geleden afgegraven, nog geen meldingen Verzamelen:10.00 uur, station Vorden Info: Fred Bos tel. 0543 515341 op excursiedag ook 06 10363012. Louis-Jan van den Berg tel. 0544 372594 op excursiedag ook 06 11140923. zaterdag 16 juli (D2) In het Westerkwartier 215-570/571 Heineburen en 215-572/573 Willemstad. Verzamelen: 9.30 uur parkeerterrein Tolhuisstraat Marum Info: Willem Stouthamer zaterdag 23 juli (D19) Den Bosch 149-410 den Bosch: project typische soorten. Verzamelen: 10.00 uur, station den Bosch (westzijde) Info: Joep Spronk zaterdag 23 juli (D20) Driessens ven en Rondven Km-hok 203/401. Mesotroof en oligotroof ven in Maasduinen. Klokjesgentiaan, Moerashertshooi, Snavelbiezen. Verzamelen: 10.00u, Markt a/h Raadhuisplein, Nieuw Bergen. Info en opgave: Fons Reijerse:0485571212.
[email protected]
AUGUSTUS zaterdag 6 augustus (D5) Midden Drenthe We gaan samen met de deelnemers aan de FLORON inventarisatieweek op excursie in de omgeving van Schoonloo. Op het programma staan een aantal nog niet onderzochte meetnethokken. Na afloop wordt iedereen uitgenodigd om gezellig na te praten onder het genot van een hapje en drankje. Om ervoor te zorgen dat we voor iedereen voldoende versnaperingen in huis halen willen we je verzoeken om je voor 2 augustus op te geven bij Edwin Dijkhuis. Verzamelen: 9:30 uur bij de excursieschuur van SBB aan de weg van Schoonloo naar Elp (Ieberen 1). Info en (gewenste) opgave: Edwin Dijkhuis, 050-3600155 of per e-mail
[email protected] zaterdag 13 augustus (D2) Lauwersmeer Enkele km-hokken in het militairoefenterrein Marnewaard. Verzamelen: 9.30 uur, camping Lauwersmeer Vierhuizen. Info: Willem Stouthamer zaterdag 20 augustus (D18) Vennen en Natte heide: Kortenhoeff (SBB), Huijbergen Deze excursie wordt georganiseerd i.s.m. Staatsbosbeheer. Aanmelden is verplicht. Op de Brabantse Wal ligt de natte natuurparel Kortenhoeff. Het terrein wordt gekenmerkt door een halfopen parkachtig landschap met afwisselend bosjes, grazige weiden, natte heide en vennen. Soorten die voorkomen zijn o.a. Kleine en Ronde Zonnedauw, Bruine en Witte snavelbies, Moeraswolfsklauw, Beenbreek, Oeverkruid en Witte waterranonkel. Van een deel van het gebied maken we een streeplijst en verder worden de planten die van belang zijn voor de soortskartering van Staatsbosbeheer en het verspreidingsonderzoek van FLORON met de GPS ingemeten. Om tijdens de excursie geen natte voeten te krijgen is het aan te raden laarzen of waterdichte wandelschoenen te dragen. Verzamelen: 10.00 uur bij de voormalige geitenstal aan de Abdijlaan iets zuidwestelijk van Huijbergen, coördinaten 83,5381,7 Info en verplichte opgave: Petra van der Wiel zaterdag 20 augustus (D10) Drie, bos Streepexcursie in km-hok 26.57.55 (174475). Drie is een buurtschap in het Speulderbos enige kilometers ten zuidoosten van Ermelo. Verzamelen: 10.00 uur, Ermelo, station Info: Egbert de Boer, tel. 0578-572292; mail:
[email protected]
zaterdag 20 augustus (D14) Hartje veenweide Ilperveld Ten noorden van Amsterdam ligt het Ilperveld een veenweide gebied met licht brak water. Dit uit zich in een heel andere soortensamenstelling in de wateren. Met roeiboten of fluisterboten gaan we strepen in de selectiehokken 124-494 en 124-495. Er is plaats gereserveerd voor 12 deelnemers. Verzamelen: 10:30 uur bij Bezoekerscentrum Landschap Noord-Holland Kanaaldijk 32, 1121 NX Landsmeer. Info (aanrijroute) en verplichte opgave (i.v.m. reservering boten): Peter Wetzels (
[email protected]). zaterdag 27 augustus (D6) Tolhuislanden tussen Zwolle en Rouveen Bezoek aan hok km-hok 209-510 naast de Lichtmis. In dit hok is in december 2010 80 ha veengrasland afgegraven! Nu, na het eerste veldseizoen kunnen de eerste bijzondere soorten al aanwezig zijn. Ook de sloten en slootkanten zijn de moeite waard met Draadzegge en Stijf struisriet. Verzamelen: 9.30 uur bij de Lichtmis, de Koperen Hoogte (voormalige watertoren, nu restaurant van Van der Most) Info: Piet Bremer zaterdag 27 augustus (D10) Almere Streepexcursie een of meer (stads)hokken langs Weerwater, km-hok 26.31.54 en/of 55 (143-485 en/of 144-485). Verzamelen: 10.00 uur, Almere, station Info: Egbert de Boer, tel. 0578-572292; mail:
[email protected]
SEPTEMBER zaterdag 3 september (D5) Exloërkijl Tussen Tweede Exloërmond en Valthermond ligt het in de jaren zeventig, rond een zandafgravingsplas, aangelegde bosgebied Exloërkijl. We zijn benieuwd wat we in deze nieuwe ‘gebruiksnatuur’, bestaande uit heide, bos en water, aantreffen. Verzamelen: 10:00 uur in Horecacentrum Spa, Zuiderdiep 209, Tweede Exloërmond (0599-671201), www.Horecacentrumspa.nl. Info en opgave: Nadere inlichtingen over de excursie en voor maken van afspraken over vervoer naar het vertrekpunt: Els Heijman (050-4092836) of Edwin Dijkhuis (050-3600155) zaterdag 10 september (D11) Arkemheen Afsluiting van het opkrikhokken-project. De laatste twee hokken liggen in dit weidevogelgebied. Veel leuke (kwel)slootjes en nog vrij schrale bermen. Na afloop kunnen we dit nog op gepaste wijze ergens vieren. Verzamelen: 10:00 uur, station Nijkerk. Info en opgave: Patrick Lansing FloronNieuws - April 2011
14
dagexcursies 2011 zaterdag 10 september (D7) Beuninger Binnenveld 267-485; inventarisatie selectiehok; kanaal, bos en heide Verzamelen: 10:00 uur Hagbrug; Lutterzandweg-Omleidingskanaal Info: Otto Zijlstra zaterdag 17 september (D8) Gorssel, Ravenswaarden Rivieruiterwaarden met mogelijk Limosella aquatica, Cyperus fuscus en Bidens radiata Verzamelen:10.00 uur, station Zutphen noordzijde Info: Fred Bos tel. 0543 515341 op excursiedag ook 06 10363012. Louis-Jan van den Berg tel. 0544 372594 op excursiedag ook 06 11140923. zondag 18 september (D15) Muurplantenexcursie in Den Haag In Den Haag worden steeds meer muurvarens gevonden. Vandaag wandelen we met Herman van der Meer en Jan Cevat langs de kaden en muren van het centrum van Den Haag, op zoek naar varens en andere planten. We maken kans op Tongvaren, Steenbreekvaren, IJzervaren, Stijve naaldvaren en Zwartsteel. Op het eind is er horeca te over. De excursieleiding is in handen van Niko Buiten. Einde omstreeks 16.00 uur. Verzamelen: 10.00 uur in de hal (bij de vlag 'Trefpunt') van het NS-station Den Haag Centraal. Info en opgave: Niko Buiten; tel 0235403266 of 06-12645287 of Joop Mourik. zondag 18 september (D14) Hartje Amsterdam In hartje Amsterdam ligt selectiehok 121486 vol met grachten en 17e eeuwse huizen. In dit hok bevindt zicht het Rembrandtsplein, de Leidse straat en een flink stuk Amstel. De kademuren van de grachtengordel worden al goed geïnventariseerd, maar er blijft op straat nog genoeg te genieten. Grachtengevels vol in de zon en sombere stegen zorgen voor voldoende variatie in milieu's voor alle zaden die de toeristen uit alle hoeken van de wereld meebrengen. Om dit grootstedelijk hok enigszins te bestrijken zal er flink gestapt moeten worden. Stevige schoenen zijn geen luxe. Deze excursie is op zondag omdat het op zaterdag veel te druk is. Verzamelen: 11:00 uur tussen het Muziektheater en de Amstel bij de Blauwburg. Met openbaar vervoer te bereiken met de metro 51, 53 of 54 of tramlijn 9, beiden halte Waterlooplein. Info en opgave: Peter Wetzels e-mail:
[email protected]. (opgave is niet verplicht maar wel gewenst)
publicaties
OKTOBER zaterdag 1 oktober (D11 & D19) Langs de Waal Het hoogwater van afgelopen januari/ februari heeft weer gezorgd voor de broodnodige dynamiek in het rivierengebied. We gaan langs de Waal kijken wat dat aan flora oplevert. Ter plekke zoeken we een interessant gebied uit. Verzamelen: 10.00 uur, station Leerdam. Info en opgave: Patrick Lansing
Natuuronderzoek door jongeren De Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN) en Jongeren in de Natuur (JNM) zijn twee verenigingen voor en door jongeren tussen de 12 en de 25 jaar. Beide Jeugdbonden organiseren jaarlijks zo'n 60 kampen verspreid over het land. Sinds hun ontstaan verzamelen de Jeugdbonden al de waarnemingen die op excursies en kampen gedaan worden. De plantenwaarnemingen worden doorgegeven aan FLORON. De excursies en natuurkampen die de jeugdbonden organiseren, hebben een zeer open karakter. Iedereen tussen de 12 en de 25 die geïnteresseerd is in natuur is welkom om deel te nemen aan de activiteiten. Doordat er geen mensen ouder dan 25 aanwezig zijn, ontstaat er een prettige sfeer van jongeren onder elkaar, waarbij de oudere deelnemers de noodzakelijke verantwoordelijkheid op zich nemen. In 2011 organiseren de Jeugdbonden de volgende kampen die gericht zijn op het inventariseren van planten: Do. 21 April t/m Ma. 25 April Paaskamp Zuid-Limburg info:www.njn.nl Wo. 4 Mei t/m Zo. 8 Mei 5 Meikamp Grebbeberg info:www.njn.nl Wo. 1 Juni t/m Zo. 5 Juni Kamp Drentsche Aa (ook insecten) info:www.njn.nl Vr. 24 Juni t/m Zo. 26 Juni Voorzomerkamp Dwingelderveld info:www.jnm.nl Vr. 24 Juni t/m Zo. 26 Juni Orchideeënkamp Texel info:www.jnm.nl Zo. 24 Juli t/m Za. 30 Juli Zomerkamp Drenthe info:www.jnm.nl Voor meer informatie verwijzen we jullie graag naar de websites: www.njn.nl en www.jnm.nl.
Jeugdbonders op excursie
Jong & Wild in Flevoland Egbert de Boer “Geen provincie is zo ver gevorderd met de Ecologische Hoofdstructuur als Flevoland”. “De bossen worden al jaren natuurlijk beheerd. In veel bos wordt helemaal niet meer gekapt. En wat voor bos”.”De Flevolandse natuur is natuur voor de liefhebbers van groots en stoer en tegelijk voor de fijnproevers”. Bovenstaande citaten zijn afkomstig uit een bundel met 44 verhalen over mensen met passie voor de natuur, Flevolandse natuur wel te verstaan. Verhalen van mensen die iets hebben met een bepaald natuurgebied in Flevoland. Die verhalen werden in opdracht van de provincie Flevoland in 2010 opgetekend door Koos Dijksterhuis, terwijl hij door zo´n specialist wegwijs werd gemaakt in een van de vele natuurterreinen die onze jongste provincie rijk is. Verhalen over 1164 Rietorchissen langs de Uiterdijkenweg, 150 Zachte naaldvarens in het Kuinderbos, jonge Jeneverbessen bij Urk, Vlozegge op de voorlanden en Bijenorchis bij een natuurboer. Maar ook over Bever, Zeearend, Smaragdlibellen, Grote zilverreiger, Kapjesmorielje, Blauwe kiekendief en Ringslangeieren. Over in hoeverre het Oostvaarderswold (de verbindingszone tussen Oostvaardersplassen en Horsterwold), al gerealiseerd is. Enthousiaste verhalen over enthousiaste mensen. Je wilt zo je laarzen aantrekken om op stap te gaan, want er valt veel te beleven. Ook prachtige foto´s, helaas zonder onderschriften. Voor nog geen tientje 192 bladzijden Jong & Wild om thuis voor of na te genieten! Koos Dijksterhuis, 2010. Jong & Wild - Verrassende natuur in Flevoland. In opdracht van de provincie Flevoland uitgegeven door de KNNV. Prijs: €9.95 (leden 10% korting)
FloronNieuws - April 2011
15
mededelingen - publicaties Heel Nederland op de foto: NL in Beeld Iedereen kent wel de oude fotoalbums, waarin de foto’s van vroeger bewaard zijn gebleven. Het zijn dierbare herinneringen. Op die foto’s staat echter zelden het landschap afgebeeld. Daarvan zijn heel weinig foto’s bewaard gebleven. Daarom willen we beginnen om dat Nederlandse landschap te fotograferen en op een website vast te leggen. Hoe krijg je het Nederlandse landschap in beeld? Door alle 36.000 kilometerhokken van Nederland systematisch te fotograferen. Nog nooit eerder is ook maar een deel van een provincie fotografisch vastgelegd. Daarom heeft de stichting Saxifraga (www.saxifraga.nl) besloten om het project NL in Beeld te starten. Het project wordt ondersteund door SOVON en De Vlinderstichting. De bedoeling is om van elk kilometerhok in Nederland vier foto’s te maken volgens een vaste methode. Door deze verzameling foto’s kan iedereen vaststellen hoe het Nederlandse landschap er nu uit ziet. Als zo’n project over tien of twintig jaar wordt herhaald, zijn de veranderingen eenvoudig te analyseren. Alle foto’s worden op de website geplaatst en zijn voor iedereen toegankelijk en vrij te gebruiken. Het gaat hier om een groot project, dat alleen met de hulp van veel fotografen uitvoerbaar is. Fotograferen is populairder dan ooit. Iedereen die een camera kan hanteren, kan aan dit project meedoen. Als fotografen zich uitgedaagd voelen om aan dit baanbrekende project mee te doen, kunnen zij zelf via de website www.nlinbeeld.org kilometerhokken claimen. Daarvoor klik je op het kopje aanmelden en volg je de instructies op de aanmeldpagina. Op de site staan ook een uitgebreide projectomschrijving en een handleiding. Daar zijn ook al de eerste resultaten te zien. Stichting Saxifraga, Bredaseweg 335, 5037 LC Tilburg, tel 013-5900709
[email protected]
Variadag 2011 Op zaterdag 17 december wordt in Leiden de jaarlijkse Variadag gehouden. Deze lezingen- en ontmoetingsdag voor floristen wordt georganiseerd door FLORON en de commissie onderzoek en behoud van de wilde flora van de KNBV. De bijeenkomst vindt plaats in Naturalis. Noteer nu alvast de datum. Informatie over het programma verschijnt later dit najaar op de website.
Duinen en mensen In navolging van het succesvolle “Duinen en mensen: Kennemerland” verschijnt eind 2011 een vervolgdeel: “Duinen en mensen: Noordkop en Zwanenwater”. Archeologie, natuur en historie in een samenhangend, beeldend verhaal. Een boek over de slankste kuststrook van ons land. Waar duin en dijk vervloeien. Een zeer rijk full color boek vol met niet eerder gepubliceerde kaarten en foto's. Met aandacht voor een parel van Europese allure: Het Zwanenwater. Ook de Noordduinen met de vele duinvogels, de Helderse duinen met
de Harmplas en Mariëndal komen aan bod, evenals de in het cultuurlandschap verspreid liggende oude nollen. Op www.duinenenmensen.nl is voorintekening (tegen gereduceerd tarief) mogelijk. . Het boek wordt gemaakt door Natuurmedia in nauwe samenwerking met Landschap Noord-Holland en Natuurmonumenten.
Overzicht districten met districtscoördinatoren en excursieleiders 1.Groningen-Oost: VACATURE; Anneke Nieuwenhuijs, tel: 0597-414973 (geen e-mail). 2. Groningen-West: Willem Stouthamer, tel: 050-3143841, e-mail:
[email protected]. 3. Friesland-Oost: Harry Waltje, tel: 0512543443, e-mail:
[email protected]. 4. Friesland-West: Gertie Papenburg, tel: 0511-541376, e-mail:
[email protected]. 5. Drenthe: Edwin Dijkhuis, tel: 050-3600155, e-mail:
[email protected]; Els Heijman (excursies), tel. 050-4092836, e-mail:
[email protected]. 6. Beneden-IJssel: Piet Bremer, tel: 038-4535753, e-mail:
[email protected]. 7. Twente: Otto Zijlstra, tel: 053-4331589, e-mail:
[email protected]. 8. Achterhoek: Fred Bos (DC), tel: 0543-515341, e-mail:
[email protected]; Louis-Jan van den Berg (excursies), tel. 0544-372594, e-mail
[email protected]. 9. Gelderland-West: Hans Inberg, tel: 0317313750 (06-12979989), e-mail:
[email protected]. 10. Flevoland: Egbert de Boer, tel: 0578-572292, e-mail:
[email protected]. 11. Utrecht: Patrick Lansing, tel: 030-6933646, e-mail:
[email protected]; Wim Vuik, tel: 0344-663693, e-mail:
[email protected]. 12. Noord-Holland Noord: Jaap Groot, tel: 0226-312770, e-mail:
[email protected]. 13. Noord-Holland Midden:VACATURE; Simon Pepping (DC), tel: 0299-433641, e-mail:
[email protected]; Koos Ballintijn (excursies) , tel: 0299-772543, e-mail:
[email protected]. 14. Groot-Amsterdam: Peter Wetzels, tel: 0206928352, e-mail:
[email protected]. 15. Hollands Duin: VACATURE; Joop Mourik, tel: 023-5285502, e-mail:
[email protected]; Niko Buiten (excursies), e-mail:
[email protected]; tel 023-5403266 . 16. Zuid-Holland Zuid: VACATURE 17. Zeeland: Justus van den Berg, tel: 0113271210, e-mail:
[email protected]. 18. Noord-Brabant Markiezaat: Petra van der Wiel, tel: 0165-533059, e-mail:
[email protected]. 19. Noord-Brabant Oost: Joep Spronk, tel: 040-2120672, e-mail:
[email protected]. 20. Noord-Limburg: VACATURE; Fons Reijerse
(excursies), tel 0485-571212, e-mail:
[email protected]. 21. Zuid- en Midden-Limburg: Bart Hendrikx (DC), tel: 0495-530300,
[email protected]; Jan Egelmeers (excursies), 043-6042655, e-mail:
[email protected]; 22. Gelderland-Midden: Elmar Prins, tel: 026-3622787 (06-19188404), e-mail:
[email protected] 23. Noord-Brabant Baronie: VACATURE; Districtsteam in oprichting. Ben Delbaere, e-mail:
[email protected]
Floron Nieuws wordt verspreid onder de actieve waarnemers van de Stichting FLORON en verschijnt twee keer per jaar. Redactie: Ruud Beringen, Egbert de Boer, Baudewijn Odé en Wout van der Slikke Stichting FLORON Postbus 9010 6500 GL Nijmegen tel. 024-7410573
[email protected] www.floron.nl FloronNieuws - April 2011
16