Borstvoeding in de praktijk
Dit is een uitgave van het Verloskundig Samenwerkings Verband Maastricht (VSV). Het VSV is een samenwerking tussen de Stichting Eerstelijns Verloskunde Maastricht en de afdeling obstetrie/gynaecologie ( RVE EVK) van het MUMC+. Maastricht, april 2012 Samenstelling door : Werkgroep Borstvoeding Vormgeving logo: René Rutten
2
Inhoudsopgave Inleiding Vuistregels De werking van de borst Moedermelk Voorbereiding tijdens de zwangerschap Na de geboorte Borstvoeding en de partner De eerste dagen Het aanleggen van uw baby Tepel – en borstverzorging Verschillende houdingen om uw baby te voeden • Liggend voeden • Zittend voeden • Bakerhouding (rugbyhouding) Niet goed aanleggen De baby van de borst nemen De hoeveelheid borstvoeding (het systeem van vraag en aanbod) Hoe vaak voeden? Gewichtsverlies van de baby Heeft de baby bijvoeding nodig? Vitamines voor de baby De voeding voor de moeder die borstvoeding geeft Regeldagen Nachtvoeding
3
5 6 7 8 10 11 12 12 13 15 16 16 17 18 18 19 19 20 21 22 22 23 23 24
De ontlasting van de baby die borstvoeding krijgt Problemen die kunnen ontstaan tijdens de borstvoedingsperiode • Stuwing • Pijnlijke tepels en tepelkloven • Tepelhoedjes • Borstcompressie • Verstopte melkkanalen en (dreigende) borstontsteking • Darmkrampjes Te veel borstvoeding Te weinig borstvoeding Borstvoeding bij een tweeling Borstvoeding na een keizersnede Borstvoeding op de couveuseafdeling Borstvoeding geven na een borstoperatie Afkolven van moedermelk • Na de bevalling • Methodes van afkolven • Afkolven van moedermelk • Afkolven met de hand • Afkolven met de elektrische kolf Wanneer u weer aan het werk gaat De overgang van borst naar fles Hoeveelheid melk in het flesje Het bewaren van moedermelk Bewaartemperaturen en – tijden van moedermelk • Ontdooien van ingevroren moedermelk • Verwarmen van moedermelk Nuttige adressen en telefoonnummers Aanbevolen literatuur 4
24 25 25 26 27 28 29 30 31 33 34 34 34 35 36 37 37 38 38 39 40 40 42 42 43 44 44 45 48
Inleiding Borstvoeding is een onderwerp waarover veel verschillende meningen bestaan, zowel binnen de gezondheidszorg als ook onder (aanstaande) ouders. Tegenwoordig is het geven van borstvoeding niet voor iedereen een vanzelfsprekende zaak. Met voldoende voorbereiding, kennis en zelfvertrouwen kunnen eventuele problemen voorkomen en/ of opgelost worden. Daarnaast zal borstvoeding beter verlopen wanneer iedere hulpverlener dezelfde voorlichting en adviezen aan (aanstaande) ouders geeft. Ook positieve steun en informatie vanuit de omgeving zijn belangrijk voor het zelfvertrouwen van de ouders. In de regio Maastricht en Heuvelland (Zuid Limburg) zijn richtlijnen tot stand gekomen omtrent de advisering rondom borstvoeding, zodat uniformiteit in borstvoedingsbeleid is ontstaan. Deze brochure is het resultaat van een samenwerking tussen alle hulpverleners die zich met zwangerschapszorg, kraamzorg en jeugdgezondheidszorg bezighouden. Onze wens is dat iedere moeder die haar kind voedt of gaat voeden de informatie en steun die daarvoor nodig is, krijgt van degene die haar begeleidt. Uiteraard speelt de partner hierbij ook een belangrijke rol. In deze brochure vindt u informatie over het geven van borstvoeding. Daarnaast is het ook mogelijk om deel te nemen aan de voorlichtingsbijeenkomsten rondom borstvoeding. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot de instanties die achter in de brochure vermeld staan. De makers van deze brochure wensen u samen met uw partner en uw kind een fijne borstvoedingstijd toe. Immers dan kunnen wij met recht zeggen: borstvoeding is niet alleen uw, maar ook onze zorg! N.B.: Daar waar in de tekst wordt gesproken over de baby, wordt vanwege de leesbaarheid, steeds hij gebruikt.
5
Vuistregels De Wereldgezondheidsorganisatie en Unicef hebben 10 vuistregels opgesteld voor het welslagen van borstvoeding. Alle instellingen voor moeder – en kindzorg dienen ervoor te zorgen: 1. dat zij een borstvoedingsbeleid op papier hebben, dat standaard bekend wordt gemaakt aan alle betrokken medewerkers; 2. dat alle betrokken medewerkers de vaardigheden aanleren die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van dat beleid; 3. dat alle zwangere vrouwen worden voorgelicht over de voordelen en de praktijk van borstvoeding geven; 4. dat moeders binnen een uur na de geboorte van hun kind geholpen worden met borstvoeding geven; 5. dat aan vrouwen wordt uitgelegd hoe ze hun baby moeten aanleggen en hoe zij de melkproductie in stand kunnen houden, zelfs als de baby van de moeder moet worden gescheiden; 6. dat pasgeborenen geen andere voeding dan borstvoeding krijgen, noch extra vocht, tenzij op medische indicatie; 7. dat moeder en kind dag en nacht bij elkaar op een kamer mogen blijven; 8. dat borstvoeding op verzoek wordt nagestreefd; 9. dat aan pasgeborenen die borstvoeding krijgen geen speen of fopspeen wordt gegeven; 10. dat zij contacten onderhouden met andere instellingen en disciplines over de begeleiding van borstvoeding en dat zij de ouders verwijzen naar borstvoedingsorganisaties. Deze vuistregels zijn uiterst geschikt als basis om borstvoeding te laten slagen. In de praktijk echter kunnen er situaties ontstaan waarbij van deze regels afgeweken wordt, bijvoorbeeld wanneer een moeder duidelijk te kennen geeft voor flesvoeding te hebben gekozen, of liever wel een fopspeen gebruikt. Hierbij is het belangrijk te weten dat u als ouder zelf kunt aangeven welke keuze voor u en uw baby de beste is. 6
De werking van de borst Tijdens de zwangerschap merken de meeste vrouwen dat hun borsten (tijdelijk) groter worden als gevolg van een toename van het klierweefsel en het vetweefsel. De tepel en de tepelhof worden donkerder van kleur en er verschijnen witte puntjes op de tepelhof. Deze witte puntjes zijn de uiteinden van kleine talgkliertjes die een vetachtige substantie afgeven, bedoeld om de tepel soepel te houden en zodoende voor te bereiden op borstvoeding. Na de bevalling zorgt het hormoon prolactine in het bloed voor de aanmaak van melk. Dit gebeurt bij iedere gezonde vrouw, zelfs als ze geen borstvoeding wil gaan geven. Door de baby vaak aan te leggen wordt veel prolactine gevormd. Dit heeft tot gevolg dat de melkaanmaak op gang komt. Dit proces duurt 3 tot 5 dagen. Intussen krijgt de baby colostrum binnen. Colostrum is een gelige dikke vloeistof die veel eiwitten en antistoffen bevat en tevens laxerend werkt op het meconium – de eerste ontlasting – van uw baby. Door het drinken van de baby aan de borst, wordt naast prolactine, ook het hormoon oxytocine aangemaakt. Oxytocine zorgt ervoor dat de melk die binnen in de borst is gevormd ook daadwerkelijk naar buiten kan stromen. Dit heet de toeschietreflex en is een van de belangrijkste aspecten van het borstvoeding geven. Zodra de baby gaat drinken komt eerst de voormelk naar buiten. De naam voormelk zegt het al: het is de melk die vooraan in de borst in het melkkanaal ligt opgeslagen. De voormelk is dorstlessend en prikkelt de baby om verder te drinken. Na korte tijd drinken, variërend van enkele seconden tot een halve minuut, ontstaat de toeschietreflex en begint de melk te stromen. U kunt dit zien en voelen: de baby drinkt met diepe teugen en de meeste vrouwen ervaren een prikkelend gevoel in de borsten waarbij vaak de andere borst spontaan mee gaat lekken. Niet alle vrouwen voelen de toeschietreflex. Het kan ook best zo zijn dat u geen toeschietreflex voelt, terwijl deze wel aanwezig is. Met de toeschietreflex komt de vette, voedzame achtermelk 7
naar buiten: dit is de melk die dieper in de borst zit en meer vrij komt naarmate de borst leger is. De achtermelk geeft de baby een verzadigd gevoel. De toeschietreflex werkt het beste wanneer u ontspannen bent. Neem daarom rust en tijd voor een voeding, drink iets warms, stuur (eventueel) het bezoek de kamer uit. Masseer de borsten en de tepels even voor de voeding. Alleen al het positief bezig zijn met de borsten, of het huilen van de baby voor een voeding, kunnen ervoor zorgen dat de melk spontaan toeschiet. Door de baby vaak aan te leggen ontstaat dus veel prolactine. Hierdoor vormt zich de melk. Je zou dus kunnen zeggen: veel vraag (aanleggen van de baby) leidt tot veel aanbod (moedermelk). Dit is naast de toeschietreflex, een tweede belangrijk basisprincipe van het borstvoeding geven. Voedt dus vaak en geef de baby de kans om lang genoeg te drinken, zodat de baby ook de achtermelk binnen krijgt.
Moedermelk Praktisch alle vrouwen kunnen borstvoeding geven. Twijfel en onzekerheid maken het soms moeilijk, terwijl dat helemaal niet nodig is. Steek uw licht eens op bij vrouwen die hun kinderen ook zelf gevoed hebben. Vraag wat zij leuk of lastig vonden en hoe ze het bijvoorbeeld hebben aangepakt, als ze weer gingen werken. Bereidt u goed voor en maak uw eigen keuze. Het is een keuze van belang voor de gezondheid van u en van uw baby. 1. Met moedermelk groeit uw baby het beste. • met moedermelk verloopt de groei van uw baby op de natuurlijke manier; • er is een optimale ontwikkeling van hersenen, zenuwstelsel en maag – darmstelsel; • bij borstgevoede kinderen zie je minder vaak overgewicht op latere leeftijd.
8
2. Borstvoeding is veel gezonder voor uw kind. Borstvoeding beschermt tegen allerlei ziekten, ook hier in een rijk westers land. • Maag – en darmstoornissen, oorontstekingen, buikpijn, diarree, longontsteking en bronchitis komen minder voor; • bovendien is het risico dat uw baby naar het ziekenhuis moet vijf keer zo klein. 3. 3.Zelfs opopdedelange termijn tegen ziekten. ziekten. Zelfs lange termijnisisuw uwkind kind beschermd beschermd tegen Kinderendiedie borstvoeding grootgebracht, hebben Kinderen metmet borstvoeding zijnzijn grootgebracht, hebben bijvoorbeeld minder kans op: bijvoorbeeld minder kans op: allergische klachten, zoalszoals eczeem en astma; • • allergische aandoeningen, eczeem en astma; • suikerziekte. • suikerziekte. 4.
Borstvoeding geven is goed voor uw eigen conditie.
4. Borstvoeding geven is goed voor uw eigen conditie. • na de bevalling herstelt de baarmoeder zich sneller; • • na de demenstruatie bevalling herstelt de baarmoeder zich sneller; blijft waarschijnlijk langer uit. • de menstruatie blijft waarschijnlijk langer uit.
5. Het is op langere termijn beter voor uw gezondheid. is op langere beter voor uw gezondheid. 5.• Het wanneer u eentermijn tijdlang borstvoeding hebt gegeven, loopt u • wanneer u een tijdlang borstvoeding hebt gegeven, looptisu minder risico op bepaalde vormen van kanker. Hierbij minder risico op bepaalde vormen van kanker. Hierbij is de de duur duurvan vande deborstvoedingsperiode borstvoedingsperiode invloed. vanvan invloed. Hoe langer Hoe langer er borstvoeding wordt gegeven, hoe minder er borstvoeding wordt gegeven, hoe minder kans op het krijgen vankrijgen borstkanker voor de menopauze; kans op het van borstkanker voor de menopauze; • op latere leeftijd zijn uw botten • op latere leeftijd zijn uw bottensteviger. steviger. 6.
Borstvoeding geeft u zelfvertrouwen als moeder. • •
met borstvoeding bent u op elkaar aangewezen, u raakt sneller vertrouwd met uw baby; 9 u kunt uw kind gemakkelijker troosten, want u hebt altijd iets te bieden.
6. Borstvoeding geeft u zelfvertrouwen als moeder. • met borstvoeding bent u op elkaar aangewezen, u raakt sneller vertrouwd met uw baby; • u kunt uw kind gemakkelijker troosten, want u hebt altijd iets te bieden. 7. Het is de meest optimale babymelk. Liefde en lichaamscontact zijn belangrijk voor het opbouwen van een veilige hechting met uw baby. • het lichaamscontact is belangrijk voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind; • ook als uw aandacht door iets anders wordt opgeëist, komt uw baby niets te kort; • de warmte van uw huid is anders dan een flesje op lichaamstemperatuur. 8.
Uw partner geeft de baby weer andere zorg en aandacht. Te eten geven is niet het enige dat telt. Er zijn nog veel manieren om een hechte band te krijgen. • knuffelen, troosten, wiegen, spelen en zingen; • verzorgen en in bad doen of samen onder de douche.
Voorbereiding tijdens de zwangerschap Borstvoeding is iets heel natuurlijks. De natuur past zich aan, borsten groot of klein, wanneer uw baby geboren is, zijn uw borsten klaar voor gebruik. Wanneer u in uw omgeving vrouwen kent, wellicht uw eigen moeder, die geen borstvoeding kunnen of konden geven, wil dat nog niet zeggen dat u dat ook niet kunt. Ook vrouwen met hele platte of ingetrokken tepels kunnen borstvoeding geven, hoewel de baby dan de eerste dagen wat meer moeite zal moeten doen om de tepel goed in zijn mond te krijgen. Een goede begeleiding is hierbij belangrijk.
10
Hebt u twijfels over uw tepels vraag het gerust aan uw hulpverlener of neem contact op met een lactatiekundige. Ter voorbereiding op de borstvoeding kunt u ook deelnemen aan de borstvoedingsbegeleidingsgroepen (voor informatie: zie achterin deze brochure).
Na de geboorte Na de geboorte wordt uw baby meestal bloot op uw buik gelegd en krijgt u alle gelegenheid en rust om kennis te maken met uw kindje. De eerste uren na de bevalling zijn de meeste baby’s klaarwakker en gericht op een kennismaking. Veel baby’s geven aan te willen drinken en maken zuig – en smakbewegingen met hun mond of draaien hun hoofd op zoek naar de moederborst. Ook het sabbelen op een hand is een teken. Geef uw baby de kans om te doen wat hij prettig vindt en geef hem de mogelijkheid om te drinken.
Er zijn echter ook baby’s die geen aanstalten maken om te gaan drinken, bijvoorbeeld wanneer de baby moe is van de bevalling. Het is wel belangrijk om binnen één uur na de bevalling de baby (bloot) aan te leggen. Desgewenst wordt u daarbij geholpen. De zuigreflex van de baby is dan het sterkst, en het bevordert het op gang komen van borstvoeding. Daarnaast zorgt het zuigen van de baby aan de borst voor het snel kleiner worden van de baarmoeder, hetgeen de kans op nabloedingen verkleint. Als het aanleggen om een of andere reden niet lukt, kunt u het later nog eens proberen. 11
De partner en borstvoeding De partner kan weliswaar geen borstvoeding geven, maar dat betekent niet dat het voeden alleen een aangelegenheid is van de moeder. De partner speelt bij het welslagen van de borstvoeding een belangrijke rol. De mening over en houding ten aanzien van borstvoeding geven, tellen zwaar mee in keuzes om wel of geen borstvoeding te gaan of blijven geven. Verder kan de partner de moeder steunen tijdens de borstvoeding. In praktische zin is dat bijvoorbeeld door de baby uit bed te halen voor het voeden, te verschonen na het voeden, of wat te drinken te halen voor de moeder tijdens het voeden. Maar ook mentale ondersteuning van de partner is van belang, bijvoorbeeld door het geven van waardering en aandacht, en geruststelling bij twijfel of het kind wel voldoende binnenkrijgt. Zorg daarom dat je zelf ook het een en ander van borstvoeding af weet. Zorgen voor je kind bestaat niet alleen uit zorgen voor de voeding, maar bijvoorbeeld ook uit het verschonen van een luier of je kind in bad doen. Niet alleen door het verzorgen bouw je een band op met je kind, maar bijvoorbeeld ook door knuffelen, spelen, wiegen en zingen. De partner doet dat allemaal op zijn eigen manier. Zij hebben hun eigen rol. Betrokkenheid hoeft overigens niet alleen in te houden dat je dingen moet ‘doen’. Je kunt ook genieten van de aanblik van je kind dat tevreden aan de borst ligt. Verder kan door het kolven de moedermelk in een fles ook op een later tijdstip door de partner aan het kind worden gegeven, zodat de moeder even tijd krijgt voor andere dingen. Rond de leeftijd van zes maanden volgen de eerste vaste hapjes, zoals groente en fruit. De partner kan die natuurlijk ook klaarmaken en geven.
De eerste dagen Het is goed om uw baby de eerste dagen elke drie uur aan te leggen, met een pauze van maximaal drie uur tussen de voedingen tellend vanaf de start van aanleggen bij de laatste voeding. Indien de baby 12
zich vaker meldt, kunt u vaker aanleggen. Wanneer de baby niet wil drinken, dwing hem niet, maar stel hem gerust en probeer het later nog eens. Laat uw baby, onbeperkt acht – twaalf keer per 24 uur drinken, waarbij er ‘ s nachts meestal een langere pauze tussen zit. Deze pauze mag echter niet langer zijn dan 6 uur. Door vaak aan te leggen komt de borstvoeding goed op gang en u hebt waarschijnlijk minder last van stuwing. Baby’s die vaak drinken, blijken in de praktijk ook minder vaak geel te worden en minder af te vallen. De baby krijgt in principe voldoende voeding en vocht uit de borst, ook meteen na de bevalling, ook al denkt men dat er nog onvoldoende voeding aanwezig is. Een theelepeltje colostrum per keer is voldoende voor de eerste dagen. Door vaak aan te leggen wordt deze hoeveelheid per keer snel meer. Wanneer uw baby, om wat voor reden dan ook, niet aan de borst kan of mag drinken is het raadzaam om zo snel mogelijk na de bevalling te starten met kolven. Op momenten dat uw baby anders zou drinken zult u nu moeten afkolven om de voeding op gang te brengen. Dit houdt in dat u minimaal zes maal per dag afkolft. Zeker de eerste dagen zult u hierbij begeleiding nodig hebben. Vraag ernaar, u kunt dit steuntje goed gebruiken.
Het aanleggen van uw baby Sommige baby’s drinken meteen vanaf de geboorte goed aan de borst, waardoor de moeder al snel vertrouwd is met de aanleghoudingen. In de dierenwereld is zoiets vanzelfsprekend, net als in veel andere culturen. Bij de meeste moeders verloopt het aanleggen in het begin wat onwennig; dat wiebelende hoofd, die zoekende mond. Maar u zult merken dat u dit steeds beter af zal gaan.
13
Adviezen: • het allerbelangrijkste is dat u een houding zoekt die voor u en uw baby het prettigst is; • de baby moet recht liggen en moet zijn hoofd niet hoeven draaien om de tepel te kunnen pakken. Hierbij liggen oor, schouder en heup in een rechte lijn. • ondersteun de borst met de vlakke hand en laat de duim rusten op de bovenkant van de borst (achter de tepelhof) zodanig dat de borst een tuit vormt. Zo kunt u de borst tegelijk steunen en sturen. Als de baby uiteindelijk drinkt, haalt u de duim boven op de borst weg; • wanneer u met de tepel (of met uw vinger) aait over de wang van de baby, zal hij zijn hoofd in die richting draaien (zoekreflex); • kietelt u met de tepel over zijn onderlip en/of bovenlip dan opent de baby zijn mond (hapreflex). Maak hier gebruik baby zijn wijd open doet enwijd trekopen de baby zachtjes in zijn van.deWacht totmond de baby zijn mond doet en trek de geheel naar u toe; baby zachtjes in zijn geheel naar u toe; brengtu ude debaby babynaar naar de de borst; • • dandan brengt borst; baby moet een voldoendegroot groot deel deel van van de de tepelhof, tepelhof, ruim • • de de baby moet een voldoende ruim twee centimeter samen met de tepel in de mond nemen; twee centimeter samen met de tepel in de mond nemen; tong naarbeneden, beneden, lipjes onderlip naar buitengekruld; gekruld; • • de de tong is isnaar naar buiten
raakt borsten ende deneus neus isisvrij. vrij. Wanneer Wanneer dit • • de de kinkin raakt dedeborst ditniet nietzozois,is, kunt u de benen van de baby iets meer naar u toe halen of de kunt u de benen/billen van de baby iets meer naar u toe halen; baby hoger leggen in de elleboogholte of (bij kleine borsten of • de een babykleine magbaby) niet hangen liggen bij het drinken. de babyof opineengedoken een kussen op uw schoot leggen; • Wanneer baby is aangelegd, is de liggen neus altijd de baby de mag niet goed hangen of ineengedoken bij hetvrij. drinken. Wanneer de baby goed is aangelegd, is de neus altijd vrij. Moet 14 u met een vinger de borst indrukken dan is dit een teken dat de baby niet helemaal goed is aangelegd. Het is aan te raden het opnieuw te proberen en een juiste houding te zoeken, waarbij u
• •
Moet u met een vinger de borst indrukken dan is dit een teken dat de baby niet helemaal goed is aangelegd. Het is aan te raden het opnieuw te proberen en een juiste houding te zoeken, waarbij u de baby misschien wat hoger moet leggen; een juiste aanleghouding is belangrijk. Bij een verkeerde houding dreigt de tepel eenzijdig belast te worden (rek aan een kant van de tepel). De tepel schuurt dan langs het harde gehemelte. Dit kan irritatie of juist tepelkloofjes veroorzaken; zo nu en dan een andere houding kiezen is goed voor het stimuleren en leegdrinken van telkens verschillende melkkanaaltjes.
Tepel – en borstverzorging Het is niet nodig om de tepels extra schoon te maken tijdens de borstvoedingsperiode. De normale persoonlijke dagelijkse hygiëne is voldoende (douchen, handen wassen voor de voeding, na toiletgebruik en verschonen van de baby). In het ziekenhuis zijn veel meer lichaamsvreemde bacteriën dan in de thuissituatie. Daarom is het verstandig om, als u in het ziekenhuis bent, altijd voor het voeden de handen te wassen met water en zeep of met alcohol. Na het voeden kunt u de laatste druppel melk over de tepel smeren en aan de lucht laten drogen. Dit zorgt voor een beschermende laag. Draag alleen een bh als u dit kunt verdragen, het hoeft niet. Een bh geeft vaak een prettige steun aan uw (volle) borsten. Hij moet wel schoon zijn en nergens knellen en geen beugel hebben. Bij lekkende borsten kunt u gebruik maken van zoogcompressen die u regelmatig dient te vervangen. Goedkoop alternatief is een katoenen (gestreken) zakdoek.
15
Verschillende houdingen om uw baby te voeden Liggend voeden De eerste tijd na de bevalling vinden veel moeders het prettig hun baby liggend in bed te voeden. Hierbij zijn de volgende punten van belang: • zorg dat u en uw baby beiden goed op de zij naar elkaar toe gedraaid liggen. Een extra kussen als steun in uw rug en een opgerolde handdoek tegen de rug van de baby voorkomen dat een van u beiden op de rug draait; • de baby ligt met hoofd, buik en benen naar u toe gedraaid (oor, schouder en heup van de baby in een rechte lijn). Trek de benen goed tegen u aan; • uw hoofd ligt op het hoofdkussen en de arm waarop u steunt omhoog, waarbij uw schouder niet op, maar onder het kussen ligt, dus op de matras rust; • de mond van het kind en de tepel liggen op gelijke hoogte (eventueel met behulp van een kussen of een opgevouwen handdoek).
16
Zittend voeden • • • • •
kies een houding waarin u prettig ontspannen zit. Voorkom dat u onderuit of opzij zakt tijdens het voeden. Een voetenbankje of de ellebogen op een kussen kunnen hierbij helpen. Dit voorkomt dat u voorover gaat buigen en de baby gaat hangen aan de tepel. Dit kan leiden tot een pijnlijke nek, rug en schouders of geïrriteerde tepels (zie pijnlijke tepels en tepelkloven); uw baby ligt met zijn nek in de holte van uw elleboog en u houdt met uw hand de billen/ bovenbenen vast; de arm van uw baby wordt onder uw arm gelegd, zodat de baby met de buik naar u toe gekeerd ligt; het hoofd, schouder en heup van de baby liggen in een rechte lijn tepel en mond liggen op gelijke hoogte (liefst de bovenlip voor de neus gericht).
17
Bakerhouding (rugbyhouding) • • • • • • •
uw baby ligt met de benen onder uw arm door (rugbyhouding); dit is een goede houding wanneer u met de keizersnede bent bevallen. De baby ligt dan niet op het litteken van de buikwond. In het begin zult u bij deze houding wat hulp nodig hebben; de baby ligt op een kussen waarbij het gezicht naar u toegekeerd ligt en de benen onder uw arm door; oor, schouder en heup vormen een rechte lijn; de baby kan de tepel zo pakken; schuif naar de zijkant van de stoel, zodat de benen van de baby langs de rugleuning gaan, anders duwt hij zich af tegen de rugleuning en weg bij de borst; zorg voor voldoende steun voor uw voeten zodat u niet voorover gaat leunen.
Niet goed aanleggen Dit is te merken of te zien door: • het drinken van de baby is pijnlijk en dit blijft gedurende de hele voeding; • uw baby blijft oppervlakkig zuigen, zonder diepe teugen, waarbij je soms smakgeluidjes hoort en de wangen naar binnen gezogen worden; • u moet met uw vinger de borst indrukken om de neus van uw baby vrij te houden; 18
• •
uw tepels zien er anders uit dan normaal (blaren, witte of rode huid) bij verkeerd gebruik van een voedingskussen
In deze gevallen is de baby niet goed aangelegd en is het beter om uw baby van de borst te halen en opnieuw aan te leggen. Vooral in het begin gaat dit nog niet gemakkelijk, maar na een paar keer zult u zien dat u hier wat meer vertrouwd mee wordt. Bij een goede aanleghouding is de neus van uw baby vrij en is het voeden niet pijnlijk.
De baby van de borst nemen De meeste baby’s laten vanzelf los wanneer zij voldoende gedronken hebben. Indien u de voeding wilt beëindigen kunt u het vacuüm verbreken door uw pink zachtjes in de mondhoek van uw baby te stoppen of met uw vinger de wang van de baby iets op te tillen. Houdt de baby daarna rechtop zodat hij een boertje kan laten.
De hoeveelheid borstvoeding (Het systeem van vraag en aanbod) In principe biedt u beide borsten aan. De voeding erna wordt begonnen met de borst die de keer daarvoor als laatste gegeven werd. Heeft de baby na het drinken van één borst al voldoende, dan wordt één borst per voeding gegeven. In dit geval wisselt u per voeding van borst. De meeste baby’s hebben 2 borsten nodig om voldoende melk binnen te krijgen. Om te weten of de baby voldoende voeding binnen krijgt, kunt u op de volgende aanwijzingen letten: • de baby is tevreden en ontspannen; • de baby produceert vijf tot zes natte plasluiers per 24 uur (vanaf de vierde dag);
19
• • • •
de baby meldt zichzelf na twee à drie uur, met ‘s nachts een langere pauze van maximaal zes uur, dus acht – twaalf keer voeden per 24 uur; de baby is alert als hij wakker is en maakt geen suffe indruk; tot de leeftijd van zes weken heeft uw baby meerdere malen per totdag de ontlasting. leeftijd vanIn zes weken6heeft uwheeft babydemeerdere malen1 de eerste weken baby minimaal pertotdag ontlasting. de eerste 6 weken heeft de baby minimaal 2 poepluiers perIndag. 2 poepluiers per dag. Na 6 weken is dit heel verschillend.
Hoe vaak voeden?
Hoe vaak voeden?
Het meest ideale is voeden op verzoek. Aanvankelijk is dat elke twee à drie uur,ideale maar is al voeden gauw meldt de baby zich om de drieis àdat vierelke uur, Het meest op verzoek. Aanvankelijk waarbij hij zelf een eigen ritme krijgt. Gemiddeld zal een baby van twee maar gauw meldtkeer de baby zich de drie à vier eenà–drie drie uur, dagen oudalacht à twaalf per 24 uurom drinken en een uur, waarbij hij –zelf eigen krijgt. Gemiddeld zal een baby baby van drie tieneen dagen oudritme zal zeven à negen keer drinken. kunt –gerust vaker voeden, datàistwaalf geen probleem. de babyen vanU een drie dagen oud acht keer per Wanneer 24 uur drinken u op van de kamer kunt u reageren smak à– negen en sabbel geluidjes eenbijbaby drie –ligt, tien dagen oud zalopzeven keer drinken. van uw baby door hem aan te leggen. Dit stimuleert het op gang U komen kunt gerust voeden, dat isengeen probleem. de van vaker de melkproductie wordt “voeden Wanneer op verzoek” baby bij u op de kamer ligt, kunt u reageren op smak – en sabbel genoemd. Nog nietvan zo uw heelbaby lang door geleden werd gedacht dat baby’s geluidjes hem aanten teonrechte leggen. Dit stimuleert het op de eerste dagen niet te lang en niet te vaak aan de borst mochten gang komen van de melkproductie en wordt “voeden op verzoek” drinken, omdat anders tepelkloven zouden ontstaan. Er werden toen genoemd. Nog niet zo gehanteerd. heel lang geleden werd ten onrechte gedacht nog opbouwschema’s zieteerste men nu in dat bij te hetlang voorkomen van tepelkloven de datGelukkig baby’s de dagen niet en niet te vaak aan de borst houdingdrinken, belangrijker is dan de duur van de voeding. Voedt uw baby mochten omdat anders tepelkloven zouden ontstaan. Er gerust vaak en lang genoeg, waarbij u beide borsten aanbiedt en let werden opbouwschema’s daarbijtoen op denog juiste aanleghouding. gehanteerd. Gelukkig ziet men nuDoor in dathetbijdrinken het voorkomen van tepelkloven de houding wordt de melkproductie gestimuleerd en belangrijker leert de babydeeffectief te de drinken. Daarnaast babyvaak voldoende is dan duur van voeding. Voedt uwkrijgt babydegerust en lang achtermelk, die veel voedingsstoffen bevat. genoeg, waarbij u beide borsten aanbiedt en let daarbij op de juiste aanleghouding. De baby bepaalt hoe lang hij aan de borst drinkt.
20 17
Door het drinken wordt de melkproductie gestimuleerd en leert de baby effectief te drinken. Daarnaast krijgt de baby voldoende achtermelk, die veel voedingsstoffen bevat. Een baby die goed drinkt hoort u vaak slikken. Vaak bewegen de wangen, onderkaak en oren mee. Er zijn veel baby’s die de eerste dagen veel slapen en niet aangeven te willen drinken. In dat geval is het goed de baby elke twee à drie uur wakker te maken voor een voeding. Het beste moment daarvoor is wanneer u ziet dat de baby, al dan niet in zijn slaap, zuig – en smakbewegingen maakt, zijn tong naar buiten beweegt of zuigt op zijn handen. Zelfs tijdens de zogenaamde REM – slaap kunt u proberen uw baby aan te leggen. De baby slaapt dan wat minder diep en is veelal in staat om toch wat te drinken, waarbij de ogen niet persé open hoeven te zijn. Naast masseren van de rug, voetzolen en handpalmen kent de kraamverzorgende ongetwijfeld nog wat trucjes om de baby te stimuleren. In het begin bent u vaak lang bezig met het voorbereiden, voeden, verschonen en boertje laten. Soms wel in totaal een uur per voeding. Na verloop van tijd leert de baby steeds effectiever en korter te drinken, waarbij u ook handiger wordt.
Gewichtsverlies van de baby De meeste baby’s vallen de eerste dagen af. Een gewichtsverlies van gemiddeld 5-7% is normaal. Wanneer u meteen vanaf de bevalling uw baby vaak en lang genoeg voedt, zal het gewichtsverlies minder groot zijn. Dit komt de conditie van de baby ten goede. Indien u twijfels hebt over het gewicht of de conditie van uw baby, bespreek dit met uw kraamverzorgende of verpleegkundige. Zonodig wordt contact opgenomen met uw verloskundige, huisarts of het consultatiebureauteam.
21
Borstvoeding op de couveuseafdeling Borstvoeding op de couveuseafdeling
Heeft de babyBorstvoeding nodig? Borstvoeding isbijvoeding ook voor teisvroeg geboren, te lichte, zieketeoflichte, zware ook voor te vroeg geboren, zieke of zware
zuigelingen die op de couveuseafdeling worden verpleegd, deverpleegd, beste zuigelingen die op de couveuseafdeling worden de beste voeding. Borstvoeding is in principeisaangepast de leeftijd voeding. Borstvoeding in principeaan aangepast aanende leeftijd en voedingsbehoefte van elke baby. hetToch nodigkan zijnhet datnodig de zijn dat de voedingsbehoefte vanToch elke kan baby. moedermelk met een fortifier (verrijker) wordt aangevuld. moedermelk met een fortifier (verrijker) wordt aangevuld. Baby’s hebben somshebben iets extra’s bijvoorbeeld te weinig bij te weinig Baby’s soms nodig, iets extra’s nodig, bij bijvoorbeeld reserve of bijreserve ziekte. Het is wel van belang om de baby, om zodra of bij ziekte. Het is wel van belang de de baby, zodra de situatie het toelaat, borst aande te borst bieden. situatie regelmatig het toelaat,deregelmatig aanSommige te bieden. Sommige premature baby’s hebbenbaby’s moeite om demoeite tepel goed diep te zuigen en te zuigen en premature hebben om de tepel goed diep het vacuüm vast houden. Het dat bij gebruik het te vacuüm vast te blijkt houden. Hetdeze blijktbaby’s dat bijhet deze baby’s het gebruik van tepelhoedjes juist hielp omjuist meer melk drinken. baby’s Deze baby’s van tepelhoedjes hielp omtemeer melkDeze te drinken. konden rond konden de uitgerekende datum goed rechtstreeks de borst uit de borst rond de uitgerekende datum goed uit rechtstreeks drinken. Uiteraard is vakkundige noodzakelijk. drinken. Uiteraard isbegeleiding vakkundigehierbij begeleiding hierbij noodzakelijk. Het kangoeroe-end aan de borst liggen tot een goed Het kangoeroe-end aan dedraagt borst bij liggen draagt bij herstel tot een goed herstel en een betereen ontwikkeling uw baby. van Bovendien zorgt het huidzorgt op het huid op een beterevan ontwikkeling uw baby. Bovendien huid contact voor melkproductie ook al zuigt de baby nog de nietbaby nog niet huid meer contact voor meer melkproductie ook al zuigt aan de borst.aan Eventuele gegeven kan worden via het de borst.bijvoeding Eventuelekan bijvoeding gegeven worden via het aanleggen bijaanleggen de moeder behulp met van behulp een borstvoedingsbij met de moeder van een borstvoedingsondersteuningsset (een slangetje(een dat via een flesje naar deflesje borst naar van de borst van ondersteuningsset slangetje dat via een de moeder loopt, waar het wordt vastgeplakt), met behulp met behulp de moeder loopt, waar het wordt cupfeeding vastgeplakt), cupfeeding van een kopje voeding via voeding de sonde van of een medicijnpotje, kopje of medicijnpotje, via of de sonde of vingervoeden.vingervoeden.
Bijvoeding is soms nodig. Bijvoeding is alles wat naast borstvoeding wordt gegeven, zoals flesvoeding, fruit, groenten maar ook water. Door het geven van bijvoeding kan de borstvoeding teruglopen. Eventuele bijvoeding kan gegeven worden via het aanleggen bij de moeder met behulp van een borstvoedings- ondersteuningsset (een slangetje dat via een flesje naar de borst van de moeder loopt, waar het wordt vastgeplakt), cupfeeding met behulp van een cupfeeder, voeding via de sonde of vingervoeden. Niet alle bovengenoemde methodes worden in het MUMC+ en/of thuissituatie toegepast. Informeer op de afdelingen/ thuis naar de mogelijkheden.
Een speen of Een flessenspeen kan tot kan tepel – speenverwarring bij alleen bij speen of flessenspeen leiden tot tepel – aan speenverwarring Tot de zesde maand heeft deleiden baby voldoende de baby. Sommige baby’s hebbenbaby’s er echter geenermoeite de baby. Sommige hebben echtermee. geenIedere moeite mee. Iedere (gekolfde) druppel moedermelk ismoedermelk waardevol en vaake.d. het enige dat u enige dat ugegeven borstvoeding. Daarna kan fruit, groente alsvaak aanvulling (gekolfde) druppel is waardevol en het kunt geven aan couveusekindje. Om zicht teOm krijgen kunt uw geven aan uw couveusekindje. zicht optedekrijgen op de worden, wat nietdie betekent dat u de nubabymet borstvoeding hoeveelheid uw baby drinkt, wordt somsde voor ensoms na devoor en moet hoeveelheid die uw baby drinkt, wordt baby na de voeding gewogen. Ditgewogen. zegt veel,Dit maar zegtmaar niet het alleszegt over dealles over de voeding zegthet veel, niet stoppen. toestand Na een jaar hoeft borstvoeding vervangen van half uw baby. Probeer te blijven vertrouwen uw zeker gezondop niet toestand van uw baby. Probeer te blijvenopvertrouwen uw gezond te worden door pap of opvolgmelk. Moedermelk is van dusdanige kwaliteit dat dit heel goed tot ver in het eerste levensjaar en 31 31 mogelijk ook daarna gegeven kan worden.
Vitamines voor de baby Vitamine D: vanaf de achtste dag is aanvulling met vitamine D nodig. Richt u naar het advies van uw verloskundige of het consultatiebureauteam. Vitamine K: de baby krijgt direct na de geboorte vitamine K via de mond toegediend (druppels). Vanaf de achtste dag tot de veertiende week krijgt de baby vitamine K druppels. Ook hierbij is het van belang advies te vragen aan uw verloskundige of het consultatiebureauteam
22
De voeding voor de moeder die borstvoeding geeft U kunt erop vertrouwen dat uw borstvoeding de juiste kwaliteit en samenstelling heeft. In principe “neemt” de baby alle voedingsstoffen die hij nodig heeft. Hij zal dan ook geen voedingstekort ontwikkelen. Door het geven van borstvoeding verbruikt u meer energie. Daarom is het van belang dat u gezond en gevarieerd eet. Het is beter om niet te streng te lijnen, omdat sterk gewichtsverlies kan zorgen voor schadelijke stoffen in moedermelk. Een volwaardige voeding, voldoende vocht en rust zijn voor het welslagen van borstvoeding heel belangrijk. Tijdens de periode dat u borstvoeding geeft, zult u goed moeten drinken, in totaal 1,5 tot 2 liter. Niet alle vocht hoeft in de vorm van melk te zijn (drie – vier glazen melk of melkproducten per dag is voldoende). Als u te weinig drinkt zult u merken dat u last krijgt van bijvoorbeeld een moeilijke stoelgang. Moeders denken vaak ten onrechte dat ze hun voedingswijze moeten veranderen omdat ze borstvoeding geven. Het ontstaan van darm - krampjes wordt dan toegeschreven aan de voeding van de moeder. Echter de meeste darmkrampjes ontstaan door lucht in de darmen. U mag dus alles eten. Voor de moeder wordt gedurende de borstvoedingsperiode geadviseerd om extra vitamine D in te nemen. Volgt u hierbij de richtlijnen van uw begeleidend verloskundige of consultatiebureau.
Regeldagen De baby kan zogenaamde “regeldagen” hebben, waarop hij afwijkt van zijn voedingsschema. Dit gebeurt meestal: • Omstreeks de tiende tot de veertiende dag; • Omstreeks drie weken; • Omstreeks zes weken; • Omstreeks drie maanden; • Omstreeks negen maanden. De baby is dan vaak onrustig, huilt veel en lijkt de hele dag te willen
23
drinken. Geef (en zie dit als een tijdelijke maatregel) hieraan gerust toe. Deze regeldagen zijn erop gericht de hoeveelheid borstvoeding aan te passen aan de verhoogde voedingsbehoefte van uw baby. Het kan best zo zijn dat de baby om de 1,5 à 2 uur wil drinken. Hoe vaker gevoed wordt, hoe sneller de melkproductie weer is aangepast. Binnen een paar dagen heeft uw baby zijn ritme weer gevonden. U kunt uw baby niet te veel aanleggen!
Nachtvoeding In deze samenleving wordt het geven van een nachtvoeding vaak als vermoeiend en belastend ervaren. Regelmatig wordt gevraagd of de baby gedurende de nacht al doorslaapt. Het lijkt belangrijk om zo snel mogelijk van een nachtvoeding af te komen. Toch willen de meeste baby’s de eerste tijd een nachtvoeding. Het heeft weinig zin om uw baby te laten huilen, u wordt er zelf ook niet rustiger door. Neem de baby gerust even bij u in bed en geef hem datgene waar hij om vraagt. Uw melkproductie zal hierdoor gestimuleerd worden en u hebt ‘s ochtends geen overvolle borsten. Het is veiliger uw baby na de voeding weer terug te leggen in zijn eigen bed. Probeer uw slaapritme de eerste tijd aan te passen aan dat van de baby. Na het geven van de nachtvoeding slapen de meeste kinderen en ouders rustiger en rusten ze beter uit. Dit is het gevolg van hormonen in de borstvoeding.
De ontlasting van de baby die borstvoeding krijgt Tot ongeveer twee dagen na de geboorte heeft uw baby zwarte ontlasting, meconium genoemd. Wanneer uw baby vaak aan de borst laat drinken zal hij veel colostrum binnen krijgen. Dit zorgt ervoor dat de normale ontlasting snel op gang komt. Zolang de baby uitsluitend moedermelk krijgt, blijft de ontlasting zacht soms zelfs waterig met vlokjes of in de vorm van een spuitluier. De kleur varieert van mosterdgeel tot lichtgroen, afhankelijk van 24
wat u gegeten hebt. Wanneer de borstvoeding goed op gang is kan het zijn dat uw baby na iedere voeding poept. De eerste zes weken moet de baby minimaal 2 maal per dag poepen. De frequentie kan na zes weken afnemen tot een maal per twee dagen of zelfs maar een poepluier per week. Dunne en frequente ontlasting bij een baby die uitsluitend borstvoeding krijgt, is geen diarree. Elke baby heeft zijn eigen ontlastingpatroon.
Problemen die kunnen ontstaan tijdens de borstvoedingsperiode Stuwing Als u stuwing hebt, voelen uw borsten hard, vol en gezwollen aan. De stuwing kan tussen de vierde en zesde dag na de bevalling ontstaan en duurt een à twee dagen. Het kan zijn dat u zich niet lekker voelt als gevolg van de stuwing.
Door vanaf de geboorte vaak aan te leggen kan ernstige stuwing worden voorkomen. Ook later kan stuwing ontstaan wanneer een of meerdere voedingen worden overgeslagen.
Adviezen bij stuwing: • de baby vaak laten drinken aan de borst; • zorg voor goed aanleggen en wissel eens van aanleghouding bij het voeden; • warme kompressen, douchen e.d. zorgen voor een goede doorbloeding van de borst, daarnaast verwijden de melkkanaaltjes zich en het teveel aan melk kan weglekken; • soms zijn de borsten zo gespannen dat de baby door de spanning de tepel niet goed kan pakken. In dit geval kunt u het beste eerst een klein beetje afkolven, waardoor de tepelhof soepeler wordt en de baby meer “houvast” heeft; • voor of na de voeding de borst zachtjes masseren helpt de spanning op de harde plekken te verminderen; u wrijft met de vingers of handpalm zachtjes over de borst in de richting van 25
• • •
de tepel. Kneed of knijp niet in de borst, dit is niet alleen onnodig pijnlijk, maar kan ook beschadigingen aan het weefsel teweeg brengen; zorg ervoor dat u geen knellende bh of strakke kleding draagt; een dichtgedrukt melkkanaaltje kan hiervan het gevolg zijn. De melkstroom wordt dan gehinderd of de melk gaat als het ware vastzitten, hetgeen tot borstproblemen als borstontsteking kan leiden. Ook een strakke autogordel, slapen op de buik, een strapless – of beugel -bh kunnen dit veroorzaken; als u het prettig vindt kunt u tussen de voedingen door koude kompressen op uw gestuwde borsten leggen. U moet er dan wel voor zorgen dat voor het starten van de voeding de toeschietreflex wordt bevorderd, door voor de voeding warmte op de borsten aan te brengen, waardoor de borst optimaal leeg gedronken kan worden; bij stuwing geen tepelhoedjes gebruiken. U kunt de tepelhof soepel maken door af te kolven en/ of te masseren. De baby moet effectief kunnen pakken en drinken. Bij gebruik van een tepelhoedje kan de baby een verkeerd zuiggedrag aanleren, waardoor hij niet goed aan de borst drinkt. Geduld, zelfvertrouwen en hulp bij het aanleggen, zijn bij stuwing onontbeerlijk.
Pijnlijke tepels en tepelkloven Pijnlijke tepels en/ of tepelkloven zijn bijna altijd het gevolg van een verkeerde manier van drinken van de baby en kunnen worden voorkomen door de baby vanaf het begin goed aan te leggen. De eerste dagen kunt u last hebben van gevoelige tepels bij het aanzuigen van de tepel. Wanneer de melk toeschiet zult u merken dat deze pijn afneemt. Als het zuigen pijnlijk blijft, is het beter om de baby van de borst af te halen en opnieuw aan te leggen, waarbij u let op de juiste houding. Door crème, wasmiddelen, zeep of te natte zoogkompressen kan huidirritatie van de tepel ontstaan. Een gevoelige huid zal vlugger reageren. Naast goed aanleggen is het belangrijk de borsten op de 26
juiste manier te verzorgen. Hierbij kun je denken aan: • licht, lucht en warmte zijn goed voor tepels; • na de voeding wordt geadviseerd de moedermelk op de tepel te laten drogen. Eventueel de bh nog even uit laten; • na de voeding eventueel een dun laagje zalf (bijvoorbeeld gezuiverde lanoline) aanbrengen. Deze zalf hoeft voor de voeding niet te worden afgewassen en werkt helend en pijnstillend; • het gebruik van hydrogel borstvoedingskussentjes; • desgewenst voedt u de baby in een andere houding (bijvoorbeeld bakerhouding, enzovoort); • een ijsklontje voor de voeding tegen de tepel wrijven, heeft een verdovend effect, dit ijsklontje niet op de blote huid (in zakdoek of gaasje ) leggen, de borst moet warm blijven; • zo nodig Paracetamol gebruiken. In geval van ernstige klachten van pijnlijke tepels of tepelkloven begint u gedurende 24 uur (dit is een maximum tijd) te voeden aan de minst pijnlijke kant. Voedt desnoods vaker en korter. De baby is dan minder hongerig en zal wat rustiger drinken. Ook met een bloedend kloofje kunt u gewoon doorvoeden, dit kan voor de baby geen kwaad. Besteed echter wel aandacht aan de juiste aanleghouding! Wanneer u tepelkloofjes hebt die niet willen genezen, ondanks zorgvuldig aanleggen, kan het zijn dat u een spruwinfectie hebt. Een spruwinfectie zal behandeld moeten worden. Ga ermee naar uw huisarts of consultatiebureauteam. Zowel uw baby als uzelf moeten behandeld worden, omdat moeder en kind elkaar anders blijven besmetten. Tepelhoedjes Een tepelhoedje is een speciale speen, meestal gemaakt van siliconen, met een verbrede basis. Tijdens het voeden wordt het 27
tepelhoedje over de tepel geplaatst, waarbij de verbrede basis de tepelhof geheel of gedeeltelijk bedekt. Een tepelhoedje is een prima hulpmiddel, mits het op de juiste manier wordt ingezet. Maar onthoudt dat een tepelhoedje slechts een tijdelijke noodoplossing is. Belangrijk om te weten is dat de melkproductie terug kan lopen, enerzijds door minder huid op huid contact en anderzijds doordat alleen de tepel gestimuleerd wordt en niet de tepelhof. Het tepelhoedje wordt vaak gebruikt bij vlakke of ingetrokken tepels. Belangrijk is dan dat de moeder na het eerste aanzuigen probeert of de baby zonder tepelhoedje verder wil drinken. Bij gebruik van een tepelhoedje goed de plas- en poepluiers van de baby in de gaten houden om zeker te zijn dat het kind voldoende melk binnenkrijgt. Bij twijfel zal de moeder moeten starten met kolven om een goede melkproductie te waarborgen, dit gaat in overleg met de verloskundige of verpleegkundige als de moeder nog is opgenomen. Het gebruik van een tepelhoedje op de borst vanwege pijnlijke tepels moet het liefst vermeden worden. De oorzaak van de klachten wordt daardoor immers niet verholpen. Ook bij stuwing geldt dat het tepelhoedje niet het geschikte hulpmiddel is. (zie stuwingsadviezen, blz. 25) Vraag deskundige hulp indien u gebruik wilt maken van een tepelhoedje. Voor prematuur geboren baby’s en tepelhoedjes…..zie borstvoeding op de couveuse afdeling, blz. 35.
Borstcompressie Borstcompressie is een eenvoudige manier om de melkstoom te stimuleren. Baby’s reageren op twee manieren op een langzame melkstroom. Of ze vallen aan de borst in slaap, of ze beginnen aan de tepel te trekken. Hoe de baby reageert kan per voeding verschillen. Voor de juiste techniek en begeleiding kunt u het beste contact opnemen met een lactatiekundige. 28
Verstopte melkkanaaltjes en (dreigende) borstontsteking Een pijnlijk harde plek in de borst die niet verdwijnt na een voeding kan duiden op een verstopt melkkanaaltje. U zult dan maatregelen moeten treffen om een borstontsteking te voorkomen. Zolang u borstvoeding geeft, dient u altijd uw borsten te controleren op rode, warme, pijnlijke en/of harde plekken /schijven. Bij een borstontsteking kunt u koorts krijgen en u kunt zich rillerig en/ of grieperig voelen. Zowel bij een verstopt kanaaltje alsook bij een borstontsteking is het van belang om door te gaan met voeden. Dit kan best pijnlijk zijn en heel wat doorzettingsvermogen vergen. Bedenk dat een “lege” borst minder pijnlijk aanvoelt dan een gestuwde borst. De oorzaken voor een verstopt melkkanaaltje / (dreigende) borstontsteking kunnen zijn: • te volle borsten, bijvoorbeeld door het niet goed aanleggen van de baby; • afknellen van de borsten door te strakke bh, kleding, autogordel, strapless – bh, beugel – bh, op de buik slapen, een draagdoek dragen enz.; • oververmoeidheid, te weinig weerstand; • een infectie van buitenaf; • plotselinge en/ of sterke afkoeling van de borsten waardoor kramp van de melkkanaaltjes optreedt. Breng altijd de verloskundige, het consultatiebureauteam of de huisarts op de hoogte van een (dreigende) borstontsteking, zodat u advies en behandeling kunt krijgen. Adviezen bij een (dreigende) borstontsteking: • stop in geen geval met borstvoeding geven. Als u dit overweegt, wacht dan tot de borstontsteking over is; • vaak voeden en geen voeding overslaan. Begin met de pijnlijke borst. De kin van de baby in de richting van de pijnlijke plek brengen, de tong brengt de melkstroom goed op gang; 29
• • • • • • • • •
laat de baby de borst goed leegdrinken, zonodig nakolven; rust nemen met de baby in bed; warmte toedienen op de borst , vóór het voeden, verwijdt de melkkanaaltjes voor de voeding, dit is belangrijk voor een goede doorstroming; de borst koelen, ná het voeden, met behulp van compressen; masseer, voor of na de voeding, de vaste plek heel zachtjes in de richting van de tepel, eventueel nakolven; Afwisselen van houding; probeer de oorzaak van de borstontsteking te achterhalen zodat herhaling voorkomen kan worden; indien de klachten toenemen, u een grieperig gevoel en/of hoge koorts ( >38.5) ontwikkeld, heeft u soms antibiotica nodig. Overleg dan met u huisarts. Vraag naar een middel dat onschadelijk is voor uw baby, want antibiotica komt in moedermelk terecht. Ook dan is het belangrijk om door te gaan met voeden; Zo nodig paracetamol nemen.
Darmkrampjes Darmkrampjes komen zowel bij baby’s die borstvoeding krijgen als baby’s die flesvoeding krijgen voor. Darmkrampjes zijn te herkennen aan: • de baby huilt veel, trekt zijn knieën tegen zijn buik; • de krampjes komen aanvalsgewijs, met korte tussenpozen waarin de baby stil is; • de baby balt zijn vuisten en is ontroostbaar; • de baby laat windjes, vaak komt daarna ontlasting, alsof hem iets heeft “dwarsgezeten”. Mogelijke oorzaken: • de baby krijgt teveel lucht binnen tijdens de voeding. Oorzaken hiervoor kunnen zijn: de houding waarin de baby ligt of de drinktechniek van de baby; 30
• de baby krijgt te veel voeding binnen; • roken door de moeder of in de omgeving van de baby; • teveel prikkels vanuit de omgeving, teveel drukte, geluiden, nieuwe indrukken. De baby kan deze prikkels nog niet verwerken en kan daarop reageren door het krijgen van darmkrampen; • er kan sprake zijn van een koemelkallergie. • In zeldzame gevallen heeft de moeder iets gegeten of gedronken dat bij het kind darmkrampen veroorzaakt. Wat kunt u doen bij darmkrampjes: • veel lichaamscontact geeft uw baby een gevoel van geborgenheid; • de baby wiegen, in buikligging op je arm dragen of in een draagzak/ doek dragen; • een warme doek op de buik van de baby leggen; • extra laten boeren, rechtop voeden; • stoppen met roken; • een koemelkallergie of overgevoeligheid bij baby’s is moeilijk vast te stellen. Hulp en advies van het consultatiebureauteam, diëtiste of een lactatiekundige zijn bij dit speurwerk belangrijk. Het is dan zeker aan te raden door te gaan met borstvoeding. • indien uw baby sterk reageert op prikkels vanuit de omgeving is het van belang zoveel mogelijk rust te brengen in uw dagelijkse bezigheden; televisie, radio of computer zacht aanzetten of uit laten. Zorg voor gedempte geluiden en rustige kleuren.
Te veel borstvoeding Te veel borstvoeding kan het gevolg zijn van een overproductie van melk of een te hard werkende toeschietreflex. Het kan ook ontstaan wanneer uw baby de borst (nog) niet effectief leegdrinkt. Een baby die te veel melk krijgt kan de hoeveelheid voeding niet verwerken, soms loopt het uit zijn mondje. De baby wordt onrustig, 31
huilerig of krijgt veel darmkrampjes. Ook zal een baby die te veel borstvoeding krijgt veel spugen. Zelf zult u last hebben van gestuwde, pijnlijke en lekkende borsten. Wat kunt u hieraan doen: De houding waarin u uw baby voedt kan van invloed zijn op de drinktechniek van het kind. Een verkeerde aanleghouding kan leiden tot minder effectief leegdrinken van de borst. Voedt desnoods Voedtrechtop desnoodszittend uw baby rechtopu zittend waarbij u erop uw baby waarbij erop blijft letten datblijft zijnletten oor, dat zijnen rugheup en nek eenrechte rechte lijn lijn blijven De Een buik andere van de baby schouder een blijvenvolgen. volgen. blijft tegen uw lichaam aan liggen. Een andere mogelijkheid is mogelijkheid is “zogenaamd “ tegen de zwaartekracht in voeden”. zogenaamd tegen de zwaartekracht in voeden”. Vraag hulp en advies houdingen. Vraag hulpbijendeze advies bij deze houdingen.
Wil Wil de baby binnen een à twee uur weer gevoed worden dan de baby binnen een à twee uur weer gevoed worden dan dezelfde “lege” borst van de devoeding voeding daarvoor. Misschien dezelfde “lege” borstaanbieden aanbieden van daarvoor. Misschien de baby al tevreden met eenborst borstper per voeding. voeding. Deze is deisbaby al tevreden met een Dezemoet moetwelwel goed worden leeggedronken. U kunt ook het eerste gedeelte van de goedvoeding wordenopvangen leeggedronken. U kunt ook het klein eerste gedeelte van in een handdoek of een beetje kolven, de voeding in een De handdoek of een klein beetje kolven, voordat uopvangen de baby aanlegt. heftige melkstroom is dan wat minder en deubaby zal deaanlegt. voeding beter kunnenmelkstroom verwerken voordat de baby De heftige is dan wat Bij te veel voeding is veel en vaak kolven geen ideale oplossing. minder dehet baby de verlichting voeding beter Tochenkan welzal eens geven kunnen alleen deverwerken ergste spanning Bij tevan veel voeding is veel en vaak kolven geen te ideale de borsten af te kolven en de rest vanzelf laten oplossing. weglekken. leegkolven bij erge stuwing welergste eens helpen. TochOok kanhetheteenmalig wel eens verlichting geven alleenwilde spanning Het is echter niet raadzaam de melkproductie op te voeren door nog van de borsten af te kolven en de rest vanzelf te laten weglekken. meer af te kolven. Ook het eenmalig leegkolven bij erge stuwing wil wel eens helpen. Het is echter niet raadzaam de melkproductie op te voeren door nog Te meer af te kolven. weinig borstvoeding Een baby die te weinig borstvoeding krijgt zal niet gauw tevreden zijn, veel huilen en uiteindelijk niet voldoende in gewicht aankomen. De 32 dan om de twee uur en zal baby wil vaak gevoed worden, vaker weinig plassen (minder dan vijf- zes natte luiers). Er zijn echter ook baby’s die zich niet melden en tevreden lijken, de zogenaamde stille
Te weinig borstvoeding Een baby die te weinig borstvoeding krijgt zal niet gauw tevreden zijn, veel huilen en uiteindelijk niet voldoende in gewicht aankomen. De baby wil vaak gevoed worden, vaker dan om de twee uur en zal weinig plassen (minder dan vijf- zes natte luiers). Er zijn echter ook baby’s die zich niet melden en tevreden lijken, de zogenaamde stille hongerlijders. Het kan zijn dat uw melkproductie achterblijft bij de vraag van uw baby. Misschien legt u niet vaak of genoeg aan, drinkt de baby niet lang genoeg of hebt u het te druk, bent u moe of onzeker. In het laatste geval werkt uw toeschietreflex niet optimaal waardoor de voeding die wel aanwezig is, er niet daadwerkelijk uitkomt. Veel rust en ontspanning zoeken (en vinden) zijn dan aan te raden. Ook tepelhoedjes of een speen op de tepel kunnen ertoe leiden dat de hoeveelheid borstvoeding terugloopt. De tepel wordt niet effectief gestimuleerd waardoor er te weinig melkaanmaak plaatsvindt (zie onder tepelhoedjes). Om uw melkproductie te stimuleren is het belangrijk uw baby vaak (vaker) aan te leggen. Dit betekent elke twee à drie uur voeden of kolven. Neem zelf extra rust (met de baby in bed, lekker dicht bij elkaar, let hierbij wel op de veiligheid) en na een paar dagen heeft de borstvoeding zich aardig aangepast. Meestal is het geven van bijvoeding niet nodig. De baby is daardoor minder geneigd aan de borst te drinken en de hoeveelheid borstvoeding loopt terug. Ook na een (beginnende) borstontsteking of na het beginnen met de anticonceptiepil kan de borstvoeding teruglopen. Door vaak en op aanvraag te voeden krijgt u snel weer meer melkproductie. Er zijn maar weinig vrouwen die blijvend te weinig of geen borstvoeding kunnen geven.
33
Borstvoeding bij een tweeling Borstvoeding geven aan een tweeling is heel goed mogelijk. Het systeem van vraag en aanbod zorgt in principe voor voldoende melkproductie. Het isvan belangrijk, zeker het en begin, positieve begeleiding uwvan partner enin de omgeving kanbaby’s u kan u positieve begeleiding uw partner de beide omgeving stimuleren en te ondersteunen voeden van een tweeling. Bij enBij en ondersteunen bij het voeden een tweeling. aan de stimuleren borst voeden ombijdehet melkproductie op van gang te krijgen borstvoedingsbegeleidingsgroepen Vereniging Borstvoeding borstvoedingsbegeleidingsgroepen als Vereniging Borstvoeding aanlegproblemen te voorkomen.alsDe baby’s wisselen per voeding Natuurlijk (VBN) (VBN) en La enLeche Leaque Leaque (LLL) zijn Natuurlijk La Leche (LLL)ervaren zijn ervaren of per dag van borst. Dit geeft een gelijkmatige stimulatie van de tweelingmoeders die u nuttige en informatie kunnen geven. tweelingmoeders die utips nuttige tips en informatie kunnen geven. borstvoeding. De eerste dagen na de geboorte is het belangrijk Ook kunt er folders en ander over om Ook u kunt u er folders en voorlichtingsmateriaal ander voorlichtingsmateriaal over borstvoeding bij een tweeling aanschaffen. borstvoeding bij een tweeling aanschaffen. de baby’s na elkaar aan te leggen, zodat u beide kinderen goed leert kennen.
U zult hulp kunnen gebruiken bij het aanleggen van de baby’s (al dan niet tegelijk), in het huishouden en bij het verzorgen van de Borstvoeding na eenna keizersnede Borstvoeding een keizersnede kinderen. Een zekere regelmaat geeft hierbij een welkome houvast. Een positieve begeleiding van uw partner en de omgeving kan u Ook na Ook een keizersnede kunt u borstvoeding geven. Het is mogelijk na een keizersnede kunt u borstvoeding geven. Het is mogelijk stimuleren enborstvoeding ondersteunen het voeden van eende tweeling. dat de borstvoeding iets lateriets op bij gang komt door de door verdoving. Bij de Bij de dat de later op gang komt verdoving. Bij borstvoedingsbegeleidingsgroepen alsu Vereniging meeste vormen van verdoving mag u borstvoeding geven.Borstvoeding Zeker meeste vormen van verdoving mag borstvoeding geven.als Zeker als uNatuurlijk van tevoren al weetendat uLeche met een keizersnede gaat bevallen, is het is het u van tevoren alLa weet dat uLeaque met een(LLL) keizersnede gaat bevallen, (VBN) zijn ervaren raadzaam met de met anesthesist te overleggen welke methode van raadzaam anesthesist overleggen welke methode van tweelingmoeders die udenuttige tips ente informatie kunnen geven. verdoving u kiest. u kiest. verdoving Ook kunt u na er folders en voorlichtingsmateriaal over Borstvoeding een na keizersnede kan pijnlijk Zeker eerste Borstvoeding eenander keizersnede kanzijn. pijnlijk zijn.deZeker de eerste borstvoeding bij een tweeling aanschaffen. dagen zult u moeite met het vasthouden van de baby of baby het of het dagen zult u hebben moeite hebben met het vasthouden van de
van houding wisselen.wisselen. Laat u hierbij van houding Laat uhelpen. hierbij helpen. Er zijn verschillende houdingen die het geven borstvoeding een Er zijn verschillende houdingen die hetvan geven van borstvoeding een stuk aangenamer maken en op dieenmanier de buikwond. stuk aangenamer maken op dieontlast manieruontlast u de buikwond. Borstvoeding naniet een keizersnede Als u deAls baby niet kunt voeden is het toch raadzaam om snel,om liefst u de baby kunt voeden is het toch raadzaam snel, liefst binnen enkele (toturen twaalf na de te gaan te starten binnen uren enkele (totuur twaalf uurbevalling) na de bevalling) gaan starten met pijnstiller voorafgaand aan de voeding helpt het kolven. Een pijnstiller aangeven. de voeding bij het Ookkolven. namet eenEen keizersnede kunt uvoorafgaand borstvoeding Hetbijishelpt mogelijk optredenoptreden van naweeën als gevolg het van samentrekken van de van de van naweeën als van gevolg het samentrekken dat de baarmoeder. borstvoeding later op gang komt door verdoving. Bij baarmoeder. Dit moetDit uiets altijd overleggen met uw arts. moet u altijd overleggen met uwde arts. de meeste vormen van verdoving mag u borstvoeding Ook over na een isgeven. veelis Ook borstvoeding over borstvoeding na keizersnede een keizersnede veel informatiemateriaal voorhanden (zie achter de brochure). informatiemateriaal voorhanden (zieinachter in de brochure). 34
Borstvoeding na een keizersnede kan pijnlijk zijn. Zeker de eerste dagen zult u moeite hebben met het vasthouden van de baby of het van houding wisselen. Laat u hierbij helpen. Er zijn verschillende houdingen die het geven van borstvoeding een stuk aangenamer maken en op die manier ontlast u de buikwond. Als u de baby niet kunt voeden is het toch raadzaam om snel, liefst binnen enkele uren (tot zes uur na de bevalling) te gaan starten met kolven. Een pijnstiller voorafgaand aan de voeding helpt bij het optreden van naweeën als gevolg van het samentrekken van de baarmoeder. Dit moet u altijd overleggen met uw arts. Ook over borstvoeding na een keizersnede is veel informatiemateriaal voorhanden, te bestellen via de Borstvoedingverenigingen.
Borstvoeding op de couveuseafdeling Borstvoeding is ook voor te vroeg geboren, te lichte, zieke of zware zuigelingen die op de couveuseafdeling worden verpleegd, de beste voeding. Borstvoeding is in principe aangepast aan de leeftijd en voedingsbehoefte van elke baby. Toch kan het nodig zijn dat de moedermelk met een fortifier (verrijker) wordt aangevuld. Baby’s hebben soms iets extra’s nodig, bijvoorbeeld bij te weinig reserve of bij ziekte. Het is wel van belang om de baby, zodra de situatie het toelaat, regelmatig de borst aan te bieden. Sommige premature baby’s hebben moeite om de tepel goed diep te zuigen en het vacuüm vast te houden. Het blijkt dat bij deze baby’s het gebruik van tepelhoedjes juist helpt om meer melk te drinken. Deze baby’s kunnen rond de uitgerekende datum goed rechtstreeks uit de borst drinken. Uiteraard is vakkundige begeleiding hierbij noodzakelijk. Het kangoeroeën en het aan de borst liggen draagt bij tot een goed herstel en een betere ontwikkeling van uw baby. Bovendien zorgt het huid op huid contact voor meer melkproductie ook al zuigt de baby nog niet aan de borst. Zolang de baby nog niet of onvoldoende in staat is aan de borst te drinken kunt u de moedermelk afkolven (zie blz. 36). U krijgt op de kraamafdeling een kolfdagboekje waarin 35
u alle gegevens kunt bij houden. Bovendien vindt u er handige tips en weetjes in. Iedere (gekolfde) druppel moedermelk is waardevol en vaak het enige dat u kunt geven aan uw couveusekindje. Om zicht te krijgen op de hoeveelheid die uw baby drinkt, wordt de baby soms voor en na de voeding gewogen. Dit zegt veel, maar het zegt niet alles over de toestand van uw baby. Probeer te blijven vertrouwen op uw gezond verstand in deze situatie. De couveuseperiode is maar zeer kort in vergelijking met de tijd dat u uw kind kunt voeden.
Borstvoeding na een borstoperatie Elke borstoperatie heeft invloed op de borstvoeding. Soms door de operatie zelf, soms door de moeder die onzeker is over haar mogelijkheden. Er zijn diverse operaties aan de borst mogelijk, zoals een borstverkleinende of –vergrotende operatie. Het geven van borstvoeding na een borstoperatie is niet altijd uitgesloten. Het is afhankelijk van de soort operatie of de borstvoeding zal slagen. Raadpleeg daarom uw behandelend chirurg voor informatie omtrent de operatie. Dit kunt u bespreken met uw verloskundige of met een lactatiekundige. Zij kunnen u dan adviseren en begeleiden.
Afkolven van moedermelk Het komt regelmatig voor dat het afkolven van moedermelk wenselijk is. Het is belangrijk dat u geïnformeerd wordt over het hoe en waarom van afkolven. Vraag naar de kolffolder in het MUMC+ Afkolven is een techniek die u moet leren en leren kost tijd. Uw toeschietreflex, moet leren te reageren op uw handen en/ of op de kolf. Om het toeschieten te bevorderen, is ontspannen zeer belangrijk. 36
Redenen om af te kolven: • de baby is nog niet of onvoldoende in staat aan de borst te drinken, bijvoorbeeld een te vroeg geboren baby, bij ziekte van het kind of u zelf; • medicijngebruik waarbij het voeden tijdelijk onderbroken moet worden. U zult dan tijdelijk moeten kolven en de melk weggooien; • wanneer u weer gaat werken; • andere redenen om moedermelk af te kolven kunnen zijn: stimuleren van de aanmaak van moedermelk, zeer ernstige stuwing en andere problemen met het geven van borstvoeding.
Na de bevalling Wanneer uw baby niet of onvoldoende aan de borst kan drinken, is het belangrijk zo snel mogelijk te starten met het afkolven van moedermelk. Liefst binnen zes uur na de bevalling. Verder is het belangrijk om vaak genoeg te kolven. Bij voorkeur zo vaak als de baby normaal gesproken zou drinken (acht – tien keer per etmaal, later zes – acht keer). In het MUMC+ minimaal 6 -8 maal per etmaal. Stel samen met uw hulpverlener, een voor u haalbaar kolfschema op. Het aantal keren dat u kolft is de belangrijkste factor bij het op gang brengen of in stand houden van uw melkproductie. Liever vaak en kort, dan minder frequent en lang. Hierbij heeft u hulp en steun nodig, zeker de eerste dagen valt dit niet altijd mee. Vraag ook om hulp! Wanneer uw baby wel aan de borst gelegd wordt en hij binnen 24 uur niet goed drinkt is het belangrijk om, naast het met rust en geduld aanleggen, uw borsten aanvullend na te kolven om de melkproductie te stimuleren. Methodes van afkolven Afhankelijk van de reden om te kolven wordt er een kolf gekozen of 37
met de hand gekolfd. Voor het op gang brengen van de melkproductie en het langdurig volledig afkolven van moedermelk is een ziekenhuiskwaliteit borstkolf (een huurkolf) het meest geschikt. Voor incidenteel of een à twee keer per dag afkolven is een handkolf of kleine elektrische kolf geschikt. Indien u dat wenst kunt u ook met de hand kolven. Afkolven van moedermelk Zorg voor een rustige omgeving waar u ongestoord kunt kolven. Zorg voor een aangename temperatuur en eventueel ontspannende achtergrondmuziek en iets warms om te drinken. Kolf bij voorkeur in de buurt van de baby (eventueel met een foto van de baby). Voordat u begint met kolven is het goed om uw borsten te verwarmen (bijvoorbeeld met een nat en warm washandje of een nat gemaakte papieren luier), te masseren en de tepel te stimuleren door hem tussen duim en wijsvinger te rollen. Bovenstaande maatregelen bevorderen het toeschieten oftewel los laten van de melk. Wanneer het niet meteen lukt, kunt u beter op een later tijdstip opnieuw proberen. Wees blij met iedere druppel moedermelk. Met geduld en steun zal het u zeker lukken! Hygiëne is belangrijk, was uw handen zorgvuldig met water en zeep. Afkolven met de hand Zet duim en wijsvinger van een hand tegenover elkaar op de rand van de tepelhof. Druk nu licht in de richting van de borstkast, zonder uw vingers over de huid te laten glijden. Duw duim en wijsvinger vervolgens naar elkaar toe en dan weer in de richting van de tepel. Herhaal deze beweging en verplaats duim en wijsvinger over de rand van de tepelhof. (zie www.borstvoeding.startpagina.nl, u gaat naar het kopje “kolven” en klikt vervolgens op “kolven met de hand”.) 38
Afkolven met de elektrische kolf Stel de zuigkracht in op de laagste stand. Plaats de kolf zo op de borst dat de tepel goed in het midden van het borstschild zit. Verhoog langzaam de zuigkracht tot de gewenste stand. Kolven mag geen pijn doen. Probeer zo ontspannen mogelijk te zitten en ontzie vooral de rug. Er zijn ook dubbele afkolfsets voor elektrische kolven te koop. Dubbel kolven spaart tijd en verhoogt de opbrengst (40 procent meer melk). Ook de samenstelling van de melk verbetert. De melk heeft namelijk een hoger vetgehalte. Oefen eerst met een afkolfsetje, zet de kolf aan en plaats vervolgens het volgende setje. Als het afkolfsetje niet goed in het midden zit dient u gelijk het vacuüm te verbreken door de borst naast het borstschild in te drukken. Plaats het setje daarna opnieuw. Na gebruik kunt het afkolfsetje eerst met koud water en daarna met heet water afspoelen, drogen met een schone theedoek en droog en afgedekt wegzetten. Wanneer u enkelzijdig kolft heeft het de voorkeur beide borsten Wanneer u enkelzijdig kolft heeft het de voorkeur beide borsten meerdere tekolven. kolven. meerderekeren keren afwisselend afwisselend te • • u begint af te kolven afwisselend linker en rechter borst u begint af te kolven afwisselend linker en rechter borst ongeveer ongeveer vijf minuten, – zeven of minuten, totdat destopt; melkstroom stopt; vijf – zeven totdat deof melkstroom • • vervolgens afkolven afwisselend linker en rechter borst vervolgens afkolven afwisselend linker en rechter borst ongeveer ongeveer twee – drieofminuten, totdat destopt; melkstroom stopt; twee – drie minuten, totdat de of melkstroom • • vervolgens enrechter rechter borst. vervolgensafkolven afkolvenafwisselend afwisselend linker linker en borst. Dit Dit doet u ongeveer tweetwee minuten, of totdat melkstroom stopt. doet u ongeveer minuten, ofde totdat de melkstroom stopt.
N.B. Het is belangrijk dat uw baby ook de achterste, vetste melk krijgt. Kolf daarom nog twee minuten door nadat de melkstroom gestopt is. Tenzij u pijn heeft, stop39dan meteen en probeer het later nog eens opnieuw. Bij dubbelzijdig kolven minimaal 10-15 minuten in totaal, of totdat de melkstroom stopt.
Wanneer u weer aan het werk gaat Wanneer u weer aan het werk gaat, wil dat niet zeggen dat u moet stoppen met het geven van borstvoeding. U kunt enkele weken voordat u weer begint met werken een voorraad op gaan bouwen. Om een voorraad op te kunnen bouwen, moet de borstvoeding wel goed op gang zijn. De voorraad kunt u opbouwen door tussen twee voedingen door te kolven of door tijdens het voeden van de baby de andere borst te kolven of nadat uw baby gedronken heeft (nakolven). In de wet is geregeld dat u gedurende negen maanden, indien nodig, een kwart van uw werktijd mag besteden aan kolven of het voeden van uw kind. Wanneer u weer gaat werken kolft u eveneens (ongeveer) op de voedingstijden. Wanneer uw baby enkele maanden oud is, kan hij inmiddels drie à vier uur zonder voeding. Afhankelijk van uw werk en reistijden zult u een, twee of drie maal per dag moeten kolven. De gekoelde melk kunt u de volgende dag geven, of voor een later tijdstip bewaren en eventueel invriezen. Over borstvoeding geven en werken zijn brochures beschikbaar. Wanneer u uw kindje borstvoeding wilt geven, is het belangrijk dit vooraf met uw werkgever te bespreken. Met een goede voorbereiding, motivatie en informatie is het goed mogelijk borstvoeding geven en werken te combineren.
Overgang van borst naar fles Om uw kind te voeden met afgekolfde melk, kunt u het beste een fles gebruiken. De meeste baby’s zullen de fles gemakkelijk accepteren wanneer die voor het eerst wordt aangeboden. Er zijn natuurlijk altijd baby’s die de fles weigeren of tegenstribbelen tijdens de voeding. Redenen voor het weigeren van de fles kunnen zijn dat de moeder in de buurt is en de baby associeert dit met drinken aan de borst. Andere baby’s willen juist dat hun moeder wel in de buurt is 40
vanwege de vertrouwde geur. Hieronder staan een aantal tips die kunnen helpen bij de overgang van borst- naar flesvoeding: • Geef de fles voordat de baby honger heeft, dus voor zijn gebruikelijke voedingstijd. Hij wil dan misschien beter meewerken om iets nieuws te proberen; • Wikkel de baby in een kledingstuk van de moeder dat haar geur heeft, bijvoorbeeld een blouse of een nachthemd, terwijl de fles wordt aangeboden; • Leg de speen dicht bij de lippen van de baby en laat hem er zelf aan zuigen. Dit in plaats van de speen in de mond van de baby te duwen. U kunt ook proberen om de mond van de baby zachtjes met de speen aan te raken, zoals veel moeders met hun borst doen; • Probeer de speen op lichaamstemperatuur te krijgen door er warm water overheen te laten lopen of laat hem juist afkoelen in de koelkast. Dit kan vooral helpen wanneer de baby tandjes krijgt. Kou werkt pijnstillend; • Probeer verschillende soorten spenen uit; • Probeer verschillende voedingshoudingen uit; • Probeer de baby al lopend, schommelend of wiegend te voeden. De bewegingen kunnen kalmerend werken Blijf proberen, maar bedenk dat als de baby de fles blijft weigeren, hij op een andere manier gevoed kan worden, bijvoorbeeld met een cupje, lepel of pipet.
41
Hoeveelheid melk in een flesje De hoeveelheid melk die u in het flesje doet, is afhankelijk van de leeftijd en het gewicht van de baby. U kunt het beste op het consultatiebureau navragen hoeveel uw baby mag drinken. Wanneer het moment is aangebroken dat u de overstap wilt of moet maken van borst naar fles, vraag dan om advies en/ of informatie op het consultatiebureau. U kunt ook een lactatiekundige raadplegen. Hier kunnen geen algemene adviezen in gegeven worden, aangezien dit zeer afhankelijk is van uw persoonlijke situatie en de leeftijd van het kind.
Het bewaren van moedermelk Gekolfde moedermelk wordt in schone flesjes opgevangen en bewaard. De melk wordt zo snel mogelijk na het kolven gekoeld weggezet. Het is belangrijk dat de melk van een datum en tijdstip wordt voorzien. De oudste melk wordt het eerst gebruikt. Ongekoeld blijft moedermelk onder hygiënische omstandigheden vier uur houdbaar bij kamertemperatuur (in de auto is het vaak warmer, koeltas gebruiken). In de koelkast blijft verse moedermelk bij een temperatuur van 4 ºC (regelmatig controleren) maximaal vijf dagen houdbaar. (Let op: niet in koelkastdeur plaatsen, in verband met instabiele temperatuur.) Gekoelde melk kunt u ook invriezen, de houdbaarheid is afhankelijk van uw vrieskast. (zie schema) Moedermelk, direct na het kolven in koelkast bewaard, kan tot 48 uur na het afkolven ingevroren worden. Invriezen doe je bij voorkeur in kunststof/ glazen flesjes of speciale plastic opvangzakjes. ( géén ijsklontzakjes).
42
je bij voorkeur in kunststof of flesjes. glazen flesjes. Het InvriezenInvriezen doe je doe bij voorkeur in kunststof of glazen Het materiaal dient uitkookbaar materiaal dient uitkookbaar te zijn. te zijn.
Bewaartemperaturen en - tijden van moedermelk Colostrum Verse moedermelk
Kamertemperatuur 12 uur Kamertemperatuur 6 uur (voor prematuur 1 uur) Verse moedermelk Koelkast max 4 5 dagen graden( thuis) Verse moedermelk Koelkast max.4oC 48 uur (ziekenhuis) 38 38 Bevroren moedermelk Kleine diepvriezer, 3 maanden vaak open Bevroren moedermelk Diepvriezer,*** 6 maanden constant –18oC Ontdooide moedermelk Koelkast max 24 uur Ontdooide moedermelk Kamertemperatuur Direct gebruiken
43
Ontdooien van ingevroren moedermelk Ingevroren melk kunt u het beste in de koelkast ontdooien. Heeft u de voeding snel nodig, ontdooi de melk dan onder koud stromend water dat u langzaam warm laat worden. Laat de voeding niet te heet worden wegens verlies van met name afweerstoffen. Verwarmen van moedermelk Moedermelk mag u tot maximaal 37oC verwarmen. Bij hogere temperatuur treedt er verlies van voedingsstoffen en beschermende stoffen op. Om die reden ook niet in de magnetron verwarmen. Verwarmen kunt u, au bain marie, in een pannetje met water of in een flessenwarmer. In het ziekenhuis gelden soms andere regels, vraag hier naar. Zowel de “Vereniging Borstvoeding Natuurlijk”, als de borstvoedingsorganisatie “La Leche League” hebben moedergroepen, die kunnen helpen en adviseren bij de borstvoeding. Vraag gerust om advies en informatie. U kunt hier en bij de diverse instellingen in uw regio terecht voor het huren van materialen, bijvoorbeeld een hand – of elektrische kolf.
Ter afsluiting Soms zullen er tijdens de borstvoedingsperiode problemen overwonnen moeten worden, waarbij u voor antwoorden op vragen of hulp altijd terecht kunt bij de lactatiekundige en/of JGZ (jeugdgezondheidszorg) bij u in de regio. Echter veel moeders voeden lange tijd en met veel plezier. Indien de borstvoeding goed verloopt, is het een kostbare en waardevolle ervaring voor moeder en kind.
44
Nuttige adressen en telefoonnummers •
Vereniging Borstvoeding Natuurlijk Postbus 119 3960 BC Wijk bij Duurstede tel.: 0343 - 57 66 26 www.borstvoedingnatuurlijk.nl
•
Stichting voor Borstvoeding La Leche League (LLL) Postbus 212 4300 AE Zierikzee tel.: 0111 - 41 31 89 www.lalecheleague.nl
•
Informatiebijeenkomst LLL in regio Heuvelland/Zuid Limburg Contact persoon: Roosje van Gorp Mockeborg 42 6228 CB Maastricht tel.: 043 - 361 66 03
•
Stichting Zorg voor Borstvoeding Postbus 2047 2930 AA Krimpen a/d Lek tel.: 0180 - 52 06 33 www.zvb.borstvoeding.nl
•
Lactatiekundigen Kring Limburg ( LKL) www.borstvoedinglimburg.com
•
www.borstvoeding.nl
•
www.richtlijnborstvoeding.nl
45
•
Voorlichtingsbijeenkomst borstvoeding Groene Kruis Service 6201 BH Maastricht 043-3690610
•
Kraamzorg GroeneKruisDomicura tel.: 043 - 369 06 30 www.groenekruisdomicura.nl
•
Cicogna Kraamzorg 043 - 4504990 www.kraamzorglimburg.nl
•
Kraamcentrum Marlies Schellings- Vankan 045-5650145 www.kraamcentrumschellings.nl
•
Consultatiebureauteams/Jeugd Gezondheids Zorg GroeneKruisDomicura Postbus 1307 6201 BH Maastricht tel.: 043 - 369 06 80 www.groenekruisdomicura.nl
Informatie over verhuur en verkoop van kolfapparatuur •
Thuiszorgwinkel GroenekruisDomicura www.groenekruisdomicura.nl
•
Philips AVENT www.avent.com
•
Medela Benelux BV www.medela.nl 46
Verloskundigenpraktijken Verloskundigenpraktijk Maastricht Stéphanie Braun, Angélique Nijenhof, Hilde Coolen Becanusstraat 15a05 6212 BX Maastricht 043-3478700 www.verloskundigenpraktijkmaastricht.nl Verloskundige Praktijk Esther Schoffelen- Judith van Vleuten Concordiastraat 2a 6226 GD Heer- Maastricht 043-3251075 www.verloskundigenmaastricht.nl Verloskundigepraktijk Vita Vivianne Castermans en Mireille Waterval Gubbelstraat 6b 6211 CE Maastricht 06-48477770 www.vitaverloskundigen.nl Het Verloskundig Huis Mayke van Ansenwoude Franciscus Romanusweg 41 6221 AH Maastricht 043-3211616 www.hetverloskundighuis.nl Verloskundige Naomi Satijn Prins Hendrikstraat 40 6245 EE Eijsden 043-4093087 www.naomisatijnverloskundige.nl
47
Verloskundigenpraktijk Valkenburg a/d Geul Katja Mulder,Chantal Triebels, Julienne Schoffelen Neerhem 56 6301 CJ Valkenburg a/d Geul 06-54927212 www. verloskundigenpraktijkvalkenburg.nl Verloskundige Praktijk Meerssen eo Cecile Smeets, Chantalle Wagemans Stationsstraat 3 6231 CK Meerssen 043-3642570 www.verloskundigepraktijkmeerssen.nl
48
Aanbevolen literatuur Boeken • •
Borstvoeding geven, een antwoord op heel veel vragen Adriënne de Reede – Dunselman De Kern, Baarn 1996 ISBN 90-325-0564-5 Handboek borstvoeding La Leche League, Internationaal Nederlandse taal 2000 Tirion uitgevers bv Baarn ISBN 90-512-1873-7
Folders Via de website van VBN en LLL kunt u diverse folders bestellen met betrekking tot borstvoeding • Vereniging Borstvoeding Natuurlijk: www.borstvoedingnatuurlijk.nl •
La Leche League: www.lalecheleague.nl
49