BoniOuderBulletin jaargang 37
nummer 3 Juni 2015
e e n u i t g av e va n d e o u d e r r a a d
> In dit nummer o.a. > Thema: vakantie > De Marokko-reis > Vijf vragen: André van den Brink > Bijzondere Bonifant: Frédérique Heman
Resultaten BOB-enquête
T e k st
Lucas Bezembinder
Beeld
Michiel Röben, Ellen van Rooden
‘Ga zo door. Leuk blad!’ De BOB lezersenquête werd goed ingevuld. De BOB-redactie is content met de uitkomsten, al kunnen sommige zaken natuurlijk altijd beter.
Opvoedtips van leraren Hoe BOB er in de toekomst ook uitziet, de inhoud wordt zeer gewaardeerd. Maar liefst 85% van de ouders leest BOB, waarvan 90% altijd of in ieder geval regelmatig. 82% leest BOB in de week dat deze thuis op tafel terechtkomt. Het blijft hier meestal niet bij een blik op de inhoud of het lezen van de favoriete rubriek. Iets meer dan 60% leest BOB zelfs bijna helemaal. Vooral de verhalen van oud-leerlingen, de Bijschrift bij de foto op de voorkant: Frédérique Heman op een zeilboot
docenten over hun vak en de thema’s spreken de ouders zeer aan. En het levert nog gespreksstof op ook: ‘BOB door zoon meegenomen geeft thuis direct aanleiding tot gesprekken’ zegt een ouder. De vraag wat er nog meer in de BOB kan worden behandeld, leverde veel nuttige tips op. Zo wordt het introduceren van nieuwe medewerkers op prijs gesteld. Of opvoedtips van leraren. ‘Leuk om allerlei dingen over de school en het onderwijs te lezen.’
www.foksuk.nl
In maart ontvingen alle ouders per mail een uitnodiging om mee te doen aan een enquête over de BOB. Meer dan 100 ouders vulden deze ook daadwerkelijk in. Wat blijkt: maar liefst 93% van de ouders ontvangt de BOB, al moeten sommigen er wel om vragen bij hun zoon of dochter. Ook de 7% die de BOB nooit onder ogen krijgt, willen wij natuurlijk bereiken, maar dan moet wel iedereen meewerken. ‘Omdat mijn zoon de BOB niet afgeeft krijgen wij hem niet onder ogen.’ De huidige verschijningsfrequentie (3 keer per jaar) bevalt prima. Slechts 6% vind dat de BOB te weinig verschijnt, terwijl 2% vond dat drie keer per jaar echt te vaak is. Dat de BOB in deze digitale wereld nog op papier verschijnt, wordt door bijna 60% gewaardeerd. Nog geen 20% vindt een papieren BOB ouderwets, terwijl het bijna 1 op de 4 lezers niets uitmaakt of de BOB op tafel of op het beeldscherm verschijnt. Bij elkaar leest 64% de BOB liever van papier dan in pixels. ‘Leuk en nuttig blad hoor! Als ouders van middelbare scholieren ben je minder ‘dicht bij’ de school dan voorheen op de basisschool. Het Boni Ouder Bulletin verkleint die afstand tussen ouders en school. Ik hoop dat het blijft!’
DIE VAN MIJ...
Redactioneel
Vakantie De eerste ronde van de examens zit erop. De vliegtuigen naar Cherso zitten de komende dagen vol met uitgelaten Bonifanten uit 5 havo en 6 vwo. De rest van de leerlingen moet zich nog even door de laatste loodjes slepen, voordat over een goede maand de laatste toetsweek erop zit en ook voor hen de vakantie gloort: zwemmen in Zweden of langs mooie dorpjes in Macedonië. Ook onder schooltijd kunnen de leerlingen regelmatig op vakantie. Van een dagje Lille tot een week naar Marokko. En dan is er die docent die het lesgeven vergelijkt met berg op fietsen. Binnenkort gaat hij in twee jaar de wereld rond om zijn eigen levensles te leren. Wij wensen iedereen een heerlijke vakantie en tot het volgende schooljaar!
INHOUD Resultaten BOB-enquête 2 Redactioneel 3 Die van mij…
3
Leven na het Boni: Frédérique Heman
4
Thema-avond: talentenjacht
5
Nieuws uit de Ouderraad
5
Ouders over vakantie
6
Kinderen over vakantie
8
Docent over vakantie
9
Vijf vragen aan: André van den Brink
11
De Marokko-reis
12
Hoekje: Gevonden voorwerpen
14
Tablo speelde Heksenjacht
15
Colofon 15
Ouders vertellen anoniem over hun Boni-kind.
Generatiekloofje Onlangs moest mijn jongste zoon, brugklasser, samen met zijn goede vriend en klasgenoot een spreekbeurt houden voor Nederlands. Het onderwerp was snel gekozen: planeten in het zonnestelsel. Da’s nog eens andere koek dan de spreekbeurten op de basisschool over cavia’s en judo. Maar je zit ook niet voor niets op de middelbare school. Zitvlees moet jongste zoon echter nog een beetje kweken. Het verbaast mij dan ook dat hij deze keer zonder mopperen aan zijn spreekbeurt begint. Omdat de goede vriend net een beugel heeft gekregen en daar nog te veel last van heeft om af te spreken, wil jongste zoon alvast aan de spreekbeurt beginnen. Als ik hem vraag wat hij zoal van plan is te gaan doen, zegt hij vol overtuiging: ‘Het wordt een Prezi.’ Nu heb ik zelf nog nooit in mijn leven een Prezi gemaakt, maar als ik bij mijn zoon informeer hoe hij een en ander gaat aanpakken, zegt hij wederom vol zelfovertuiging: ‘Dat zoek ik wel uit.’ Na tweeënhalf uur geconcentreerd werken zo lang heb ik hem nog nooit achter elkaar voor school bezig gezien – heeft hij een eerste opzet klaar. Met planeten die rondom de zon vliegen. Het ziet er indrukwekkend uit, ik kan niet anders zeggen. En als hij diezelfde avond zijn goede vriend die opzet toestuurt, is ook hij onder de indruk. Helaas kan hij tijdelijk niet het hele bestand openen, maar wat hij ziet vindt hij al helemaal ‘episch’. De samenwerking verloopt verder ook vlekkeloos en de jongens worden terecht met een hoog cijfer beloond. Als ik oudste zoon, inmiddels student/kamerbewoner, later vertel dat zijn broertje een heuse Prezi heeft gemaakt, is hij, terwijl hij altijd als idool voor zijn broertje gold, ook enorm onder de indruk: ‘Wow. Mijn broertje kan iets wat ik niet kan!’ Generatiekloofje: heerlijk toch?
3
Leven na het Boni
Frédérique Heman, Studente lichamelijke opvoeding Multitalent Frédérique Heman is dol op sporten en lesgeven. Toch is het niet zeker dat ze voor de klas zal eindigen. Ze bereidt zich namelijk voor op audities voor de toneelschool. ‘Ik wil actrice worden.’ Tek st
Marian Scheffer
Beeld
Frédérique Heman
voerde ik oudergesprekken, volgde ik studielessen en hielp ik bij het organiseren van uitjes. Ik werd echt behandeld als een collega. Het was een topstage!’ Van gymzaal naar theater Maar Frédérique blijkt van nog veel meer markten thuis. Een daarvan is toneel, iets wat haar nog steeds verbindt met het Boni. Al 8 jaar lang begeleidt ze voor toneelgroep Primeur zang en band. En het blijft niet bij Primeur alleen. Frédérique: ‘Ik ben gestart met een opleiding op Theaterschool De Trap in Amsterdam. Maar dat is parttime. Ik wil meer, sneller. Ik wil actrice worden en wil graag in België aan een toneelopleiding beginnen. Ben daar nu audities voor aan het doen.’ Enerzijds verrassend, anderzijds vanzelfsprekend als Frédérique vertelt dat ze in haar jeugd op de Kathedrale Koorschool in Utrecht heeft gezeten. Zang en piano. Kan ze ook. En ze vindt het allemaal leuk.
4
Tijdens haar tijd op het Bonifatius viel eigenlijk nauwelijks op dat Frédérique zo’n enorm veelzijdig persoon is. Buiten schooltijd was ze druk met haar hobby’s: zang, piano, turnen en volleybal op hoog niveau. Ze omschrijft zichzelf in haar Boni-tijd als ‘stil en onopvallend’. Daar is inmiddels verandering in gekomen. Frédérique deed in 2008 vwo-eindexamen op het Boni. Na een toelatingstest startte ze op de HALO (Haagse Hogeschool Opleiding tot Leraar Lichamelijke Opvoeding). Daar heeft ze geen moment spijt van. ‘Ik hou van sporten en van lesgeven. Het leukst vind ik lesgeven aan pubers op de middelbare school. Die worstelen met van alles, zoals hun lichaam en allerlei onzekerheden. Ze daarin begeleiden vind ik mooi.’ Heeft ze ook stage gelopen op het Boni? Een stralende lach. Ja, natuurlijk! ‘Tijdens mijn stage mocht ik meelopen in het mentorschap. Onder begeleiding van de echte mentor, Hester Kniep,
Uitblazen in Taizé Logisch dat je dan soms rust nodig hebt! Om van alles los te komen, ging Frédérique al aan het einde van de derde klas mee naar Taizé. ‘Een heerlijk begin van de zomertijd. Ik ben 6 of 7 keer mee geweest. Die rust, al die jongeren met verschillende nationaliteiten en achtergronden. Prachtig vond ik dat.’ Vindt ze het Boni een aanrader? ‘Zeker! Docenten zijn heel betrokken. Gewoon een fijne school met aandacht voor persoonlijke ontwikkeling, maar niet geforceerd. Je kunt van alles doen, ook buiten schooltijd, maar het hoeft niet.’ Frédérique merkt wel dat leerlingen nu meer moeten en dat ze op hun 18ste al moeten weten wat ze willen worden. ‘De Stufi wordt minder, studeren wordt duurder. Switchen kost geld. Bizar! Welke puber weet nu wat-ie de rest van z’n leven wil doen?’
Talentenjacht De thema-avond van de Ouderraad over talentontwikkeling was een groot succes. Vooral de interactieve opzet met acteurs werd gewaardeerd. T e ks t
Guus de Krom
Op woensdagavond 8 april vond de jaarlijkse thema-avond plaats voor ouders en docenten, georganiseerd door de Boni Ouderraad. Het thema van de avond was talentontwikkeling. De belangstelling voor de avond bleek massaal: met zo’n 200 deelnemers zat de zaal goed vol. De meeste aanwezigen waren ouders, maar er was ook een aantal docenten. Anders dan in voorgaande jaren waarin de nadruk lag op informatievoorziening en discussie in kleinere groepen, had deze avond een heel andere opzet: een mix van voorlichting en interactief theater. Huub Nelis van YoungWorks (een bureau voor jongerencommunicatie) sprak over de nieuwste inzichten op het gebied van talentontwikkeling. Eén van de dingen die hij duidelijk wist te maken, was dat talent niet per se moet worden gezien als een zeldzame eigenschap die slechts weinigen hebben. Integendeel: alle kinderen hebben talenten, het gaat erom dat zij (en hun ouders en begeleiders) die kunnen ontdekken en leren gebruiken. Een ander misverstand was het idee dat iemand met talent zonder al te veel moeite kan slagen in het leven. Om een talent tot ontwikkeling te laten komen is veel inzet nodig, bijvoorbeeld uren en uren oefening (zo’n 10.000 uur om uitblinker te worden). Epke Zonderland is er niet met een paar uurtjes trainen per week gekomen! Je moet dan ook niet denken dat iemand ergens geen talent voor heeft als het niet direct lukt. Volhouden en opnieuw proberen is het devies. Hoe herken je talent? Het herkennen van talenten is op zich lastig genoeg. Hoe weet je of een kind
ergens talent voor heeft? Het blijkt dat de mate van plezier die een leerling kan beleven aan iets, een goede graadmeter is: als een kind bereid is ergens veel energie in te steken, kan dat er weleens op duiden dat dat iets met talent te maken heeft. Huub wist zijn verhaal op een leuke manier te brengen, met veel concrete voorbeelden en een goede afstemming met het publiek dat veel vragen stelde of zelf voorbeelden gaf. Zo kon een aantal ouders heel goed benoemen waar hun kind talent voor had (gastvrij zijn, roeien en anderen voor je laten werken waren een paar voorbeelden die werden genoemd). Half gemotiveerde puber De meer theoretische informatie werd afgewisseld met toneelspel door Stefan van Wieringen en Anne Schoonderwaldt van het DNL-theatercollectief. De scènes die ze naspeelden met een half gemotiveerde puber en een ouder die er het beste van probeert te maken, waren bij vlagen hilarisch en voor sommigen in het publiek maar al te herkenbaar. Het publiek werd door Stefan en Anne actief betrokken door te vragen hoe de ouders de voorgespeelde situatie anders zouden hebben aangepakt. Deze interactieve opzet pakte, mede door het enthousiasme van het publiek, heel goed uit. De hele zaal bemoeide zich vrolijk met de ploeterende ouder en de onwillige of onzekere puber op het toneel, met al dan niet praktisch werkzame adviezen. De avond kreeg een heel goede beoordeling van de meeste aanwezigen. De spreker en acteurs waren trouwens ook dik tevreden – geslaagde avond!
Uit de ouderraad
Thema-avond
Aan het eind van het schooljaar: een terug- en vooruitblik Aan de oproep begin dit jaar om lid te worden van de Ouderraad is met veel enthousiasme gehoor gegeven. We zijn het nieuwe schooljaar begonnen met een fantastische groep ouders die zich het hele jaar geweldig heeft ingezet! Door de positieve en persoonlijke inbreng van de schoolleiding tijdens de Ouderraad-vergaderingen zijn we op een goede manier met elkaar in gesprek geweest om er samen een nóg mooier en beter Boni van te maken. We hebben gewerkt aan een nieuwe brugklasbrochure, de eerste projectweek geëvalueerd en een bijdrage geleverd aan de eerste Boni Career Night. Maar ook andersoortige zaken als lesuitval, vermissing/diefstal van spullen van de leerlingen en het inspectiebezoek kwamen tijdens de overleggen aan de orde. Daarnaast kijken we tevreden terug op de thema-avond die dit jaar in het teken stond van talentontwikkeling. Door middel van theater werd de aanwezige ouders om hun inbreng gevraagd in diverse nagespeelde casussen. Inmiddels hebben de brugklasleerlingen hun intrek genomen in het hoofdgebouw en maakt een nieuwe groep zich klaar om zich het bruggebouw en de schoolmores eigen te maken. Ook heeft een groep leerlingen de eindexamens afgerond en wacht nu met spanning op de uitslagen. Wordt het nog een jaar Boni of kunnen de vleugels worden uitgeslagen? Maar eerst: vakantie! Geen school, bijkomen van alle inspanningen en verplichtingen en een beetje mijmeren over de toekomst. Eind augustus gaat het weer beginnen, lekker uitgerust, vol goede moed en misschien zelfs wel met goede voornemens aan een nieuw Boni-jaar. En als u straks in uw hangmat denkt dat u uw betrokkenheid bij het Boni wilt vergroten: we zoeken weer nieuwe Ouderraad-leden om er ook in 2015-2016 met elkaar een inspirerend en mooi schooljaar van te maken! De Ouderraad wenst alle ouders, leerlingen, docenten en schoolleiding een ontspannen zomer toe! Margina van Ommeren, voorzitter
5
Disco
zwemmen
andere
jongeren
Thema: Ouders over vakantie
veel
TEKST
zien
Annelies Kant
‘Je moet ze loslaten’
Cherso
Terschelling
Texel
Rome BEELD
Thailand
museum
Ellen van Rooden
Afrika
Het was zo gemakkelijk toen ze nog op de basisschool zaten: ze gingen gewoon blij en enthousiast mee. Maar op de middelbare school hebben ze een mening. Over de bestemming, over wat we gaan doen en zelfs over wanneer we gaan.
6
Zelf heb ik thuis een brugklasser en een basisschoolkind in groep 5. Ik sta nog maar aan het begin van overleg en compromissen. Tenminste, zo stel ik me dat voor. Met z’n allen aan de keukentafel om een bestemming te kiezen waarin iedereen zich kan vinden. En dat je dan als ouder het meeste water bij de wijn doet. Om te weten te komen wat me te wachten staat, ga ik te rade bij twee moeders. Paula’s oudste zoon deed vorig jaar eindexamen havo, haar dochter zit in 4 vwo en de jongste zoon is brugklasser. Judith heeft drie dochters: de oudste deed dit jaar eindexamen vwo, de middelste zit in 4 gym en de jongste in de brugklas.
Van zwembad naar disco In het gesprek blijkt dat er niet zo veel verandert bij het uitzoeken van de bestemming. Het land wordt nog met name door de ouders uitgekozen. Maar was bij de accommodatie eerst een faciliteit als het zwembad doorslaggevend, nu moet er in de omgeving ook ‘wat te doen zijn’. Zoals disco’s en de aanwezigheid van andere jongeren. ‘Je groeit daarin mee,’ vindt Paula, ‘ook al hoeven die van mij niet zo nodig naar de disco. We stemmen samen af waar we naartoe gaan en hoe we dat ongeveer gaan invullen. Zwemmen is een must voor de jongste. Als er verder veel te zien en te doen is, is het voor iedereen al snel oké.’ Op zich logisch. Je gaat per slot van rekening ook niet plots met een stel wildvreemden op vakantie. Op mijn vraag of er tijdens de vakantie speciale aandacht wordt besteed aan dingen die op school zijn geleerd, word ik vreemd aangekeken. Wat ik precies bedoel? Nou ja, dat je inspringt op iets van geschiedenis of ze laat oefenen met een taal of zo. ‘Nee,’ antwoordt Judith. ‘Ik heb in Rome weleens gemerkt dat de oudste zich heel bewust was van wat ze zag omdat ze daar op school iets over had geleerd. Maar verder gaan we niet speciaal naar een museum. Ik denk dat ze spelenderwijs wel iets van de vakantie oppikken. Uit algemene interesse of omdat ze het leuk vinden om iets in een andere taal te zeggen.’
‘Ja maar, dan moet ik werken’ Het is een feit dat er andere dingen gaan spelen als je kinderen opgroeien. Zo willen ze vanaf hun 15de, 16de misschien wel een vakantiebaantje. En als je dan bijvoorbeeld bij Albert Heijn mag komen werken, zeg je als tiener
liever niet wanneer je niet kunt. In plaats daarvan confronteer je je ouders met data waarop jij moet werken. Hetzelfde principe gaat op als ze zelf ook op vakantie willen met vrienden en vriendinnen. ‘Mam, weet je wel hoe lastig het is om een datum te prikken waarop iedereen kan?’ Paula paste vanwege dit soort redenen de vakantiedata aan. ‘We zijn in de meivakantie met het hele gezin op vakantie gegaan. Wat we in de zomervakantie gaan doen, zien we wel.’
Bekend reisgezelschap De eindexamendochter van Judith is dit jaar mee geweest naar ‘Cherso’ (Chersonissos). Mijn fantasie slaat op hol richting zon, zee, ziekenhuis. ‘Ja spannend: strand, uitgaan en heel veel lol,’ lacht Judith. Ze had met het reisje van haar dochter geen enkele moeite. ‘Ze heeft een redelijk groot verantwoordelijkheidsgevoel. Na de vierde klas ging ze al met drie goede vriendinnen naar Terschelling. Het maakt voor mij wel uit met wie ze gaat. En de meesten die naar Cherso gingen, ken ik wel.’ Ook voor Paula is het reisgezelschap belangrijk. ‘Mijn zoon is een jonge leerling en wilde toen hij nog geen 16 was al met een grote groep naar Texel. Omdat het vooral een groep was met ‘vrienden van vrienden’ vond ik dat op dat moment niet goed. Ik wil niet dat hij zich laat meeslepen. Een jaar later ging hij met een paar goede vrienden op vakantie en vond ik het prima.’
Nu gaat Pietje nog mee Alleen op vakantie gaan is de voorbode van niet meer meegaan met de gezinsvakantie. Geregeld hoor ik dat er een verre reis wordt geboekt ‘want nu gaat Pietje nog mee’. Herkenbaar voor Paula en Judith. Paula ging vorig jaar na het eindexamen van haar oudste zoon met het hele gezin naar Thailand. Judith doet deze vakantie toevallig hetzelfde. ‘Je gaat afbouwen,’ licht Judith toe. ‘Nu kunnen we nog met z’n vijven. Dat wil ik graag markeren met een mooie herinnering.’ Tjonge, het einde van de gezinsvakantie markeren. Ik vraag me af tot wat mijn bloedjes zullen uitgroeien. Feestbeesten die bouwsels van lege bierkratten maken op de camping? Veeleisende types die ‘niet wéér naar Afrika’ willen? Of blijven ze het gewoon leuk vinden om met z’n allen op vakantie te gaan? We zullen het zien. Maar het vele overleggen en compromissen sluiten gaat vast wel meevallen!
Kwestie van loslaten Met wie ze gaan, is af te bakenen. Niet wie ze daar tegenkomen. Zeker bij meisjes lijkt me dat eng, denk ik redelijk seksistisch. ‘Natuurlijk kan er van alles gebeuren, maar dat kan in allerlei situaties,’ zegt Judith. ‘Je moet ze loslaten. Ik geef wel goede adviezen als ‘Houd je drankje in de gaten’. En ik wil dat ze regelmatig een teken van leven geeft. Lang leve Whatsapp zeg ik dan maar.’ Paula – die zowel een dochter als zonen heeft – denkt dat ze misschien wel iets bezorgder is als het haar dochter betreft. ‘Mijn zoon heb ik alleen op het hart gedrukt om op te passen,’ zegt ze. ‘Terwijl ik daarbij mijn dochter waarschijnlijk ‘op je drankje’ of ‘in een donker steegje’ aan zal toevoegen.’
Foto van internet www.Mancave
7
Thema: Boni-kinderen over vakantie
TEKST e n b e e l d
Erzsó Alföldy
‘Die lange wandelingen hoeven voor mij niet’
Azië
Albufeira
Boedapest
Thailand
Cherso
Macedonië
Engeland
Italië
Terschelling
Zweden
Frankrijk
Waar gaan Boni-kinderen op vakantie? En met wie? Zes Bonifanten vertellen.
8
Texel
Blanes
Renesse
Colombia
Marokko
Elk jaar naar Marokko
Het laatste jaar met zijn allen
Jaffar (1 gymnasium) gaat vrijwel ieder jaar met zijn vader, moeder, broertjes en zusje naar Marokko, het geboorteland van zijn beide ouders. Jaffar: ‘Soms gaan we met de auto naar Marokko, maar meestal nemen we het vliegtuig naar Spanje en vandaaruit de boot. Wij verblijven in Nador, waar zowel mijn vaders als mijn moeders familie woont. Het is vlak bij de kust. We gaan veel op bezoek bij familie: ooms, tantes, neefjes en nichtjes. Wat ik het leukst aan Marokko vind? Dat het daar altijd lekker weer is en dat we vaak naar het strand gaan. Het eten is ook heel lekker, zoals kip met saus en couscous. Meestal hebben we één groot bord met eten waar iedereen wat van pakt. En als we met meer mensen zijn, dan zetten we er gewoon nog een bord bij.’
Tinka (4 vwo) gaat met ouders, broer en zus naar Thailand. Het wordt waarschijnlijk de laatste vakantie met zijn allen, broer Pelle doet dit jaar namelijk eindexamen op het Boni. Tinka: ‘Binnen onze familie is het een traditie dat degene die naar de middelbare school gaat een reis mag uitkiezen. Vorig jaar was mijn zusje aan de beurt, maar we konden niet weg omdat mijn opa toen net was overleden. Wat we gaan doen besluiten wij met zijn allen, maar mijn moeder regelt alles. Wat we leuk vinden? De jungle, strand en snorkelen. Mijn zusje is helemaal gek van olifanten. Daarom gaan we naar Thailand. Ik denk dat we ook wel van die tempels zullen bezoeken, daar houdt mijn moeder vooral van. Ik ga ook nog een weekje met vriendinnen naar Renesse. Ik wilde ook wel naar Blanes of zo, maar daar vinden mijn ouders me nog te jong voor.’
Het land van mijn vader Yair (1 gymnasium) gaat dit jaar naar Colombia, waar zijn vader vandaan komt. Yair: ‘Ik ga meestal met mijn ouders kamperen in Frankrijk, Italië of Engeland. Dit jaar gaan we voor het eerst in zes jaar terug naar Colombia. Wij gaan naar Cali, een middelgrote stad, waar een deel van mijn vaders familie woont, en naar Manizales, mijn geboortestreek in de bergen. Plus nog een week naar Gorona, een eiland aan de kust, waar je zowel strand als jungle hebt. We gaan er ook walvissen kijken, dat lijkt me superleuk. Omdat ik sinds mijn derde in Nederland woon voel ik me hier meer thuis dan in Colombia. Sommige dingen die ze daar eten vind ik bijvoorbeeld vies, zoals soep gemaakt van kippenmaagjes. Maar andere dingen, zoals kip met rijst, bonensoep en eieren, die ze daar op een speciale manier klaarmaken, vind ik wel heel lekker. Wat ook heel leuk is aan Colombia: het is er altijd gezellig, het zijn echt ook van die feestmensen.’
Niet meer naar Zweden Rosa (5 vwo) ging de laatste tien jaar met haar moeders en zusje naar Zweden op vakantie, maar dit jaar niet meer. Rosa: ‘Het plaatsje waar wij altijd naar toe gaan, zit tussen twee steden in. Er zijn bossen, weilanden en een meertje. Dat was vroeger, toen ik klein was nog wel leuk: lekker zwemmen en over de rotsen klauteren, maar verder valt er weinig te beleven. Ik denk er al langer over om niet mee te gaan, maar nu ben ik ook oud genoeg om alleen thuis te blijven. Ik ben van plan veel met vrienden af te spreken, festivals te bezoeken en allemaal leuke dingen te doen. Misschien ga ik ook nog met mijn vriendje kamperen. Maar werken, daar heb ik niet zo’n zin in. Vorig jaar had ik een baantje bij Trekpleister, maar ik werd steeds in het weekend opgeroepen, net als ik iets leuks met mijn vrienden wilde gaan doen.’
9 Colombia
Het ene jaar ver, het andere niet Stans (5 gymnasium) gaat met haar ouders en zus drie weken naar Macedonië, plus nog een weekje met vriendinnen naar Boedapest. Stans: ‘Wij gaan het ene jaar altijd naar een ver land en het andere kamperen ergens in Europa. Nu mijn zus en ik wat ouder zijn worden wij bij de beslissing betrokken. Dit jaar gaan we naar Macedonië. Ik vind allerlei dorpjes en stadjes bekijken wel heel leuk. Mijn ouders houden van wandelen. Dat vind ik ook wel leuk, maar die lange wandelingen hoeven voor mij niet. Ik ga ook nog met twee vriendinnen naar Boedapest. Wij wilden eigenlijk gaan interrailen, maar dat bleek te duur. De keuze is op Boedapest gevallen, omdat daar schijnbaar van alles te doen is. In ieder geval willen wij een paar dagen naar het Sziget Festival, verder moeten we ons nog een beetje inlezen. Mijn ouders betalen mee aan die reis naar Boedapest,
Stans
maar ik ben zelf ook aan het sparen. Ik werk achter de kassa bij de Albert Heijn. Echt leuk is het niet, maar ik denk dat het wel een extra kick geeft als we straks door Boedapest lopen en dat ik dan besef: hier heb ik nou zo hard voor gewerkt. Dat ik alleen met vriendinnen wegga, vinden mijn ouders geen probleem. Het is wat dat betreft ook een beetje een leeftijdsding: als je in de vierde zit ga je meestal voor het eerst zonder ouders weg, naar Texel, Terschelling of Renesse. In de vijfde gaan de meesten naar Blanes en zo en in het eindexamenjaar gaat iedereen naar Cherso of Albufeira.’
Vooral veel werken Moshe (5 havo) gaat meteen na zijn eindexamen met zijn oude vriendenclub van het CGU een weekje naar Albufeira. Voor de rest is hij vooral aan het werk. Moshe: ‘De meeste eindexamenleerlingen op het Boni gaan naar Cherso. Ik ga met mijn oude vrienden van het Christelijk Gymnasium, waar ik eerst op zat, een weekje naar Albufeira. Verder werk ik zo’n 16-20 uur per week bij een marketingbureau. Voor een 18-jarige verdient dat behoorlijk goed, wat wel zo handig is, want ik wil zo veel mogelijk geld sparen voor mijn tussenjaar. Ik wil een maand of twee, drie op wereldreis, maar met wie en waarheen weet ik nog niet precies. Azië trekt mij wel. Misschien ga ik ook wel alleen, dan kun je tenminste je eigen plan trekken.’
Thema: De school over vakantie
TEKST
Roy Geurs
BEELD
Rick Creemers
Fietsend de wereld rond 45 landen op 5 continenten
Als docent heb je altijd lekker veel vakantie, zegt men. Dat was voor Rick Creemers niet de belangrijkste reden om docent te worden – daarvoor vindt hij lesgeven te leuk –, maar het helpt hem wel zijn fietsdromen te verwezenlijken.
10
Rick Creemers heeft Werktuigbouwkunde gestudeerd en loopt dit schooljaar als techniekdocent in opleiding stage op het Boni. Aanstaande zomer heeft hij zijn opleiding afgerond en dan wil hij zijn grote droom achterna: een solo-fietstocht van meer dan 40.000 km rond de wereld in twee jaar, door minimaal 45 landen op vijf continenten. Rick wordt al van jongs af aan aangetrokken door avontuur. Als kleine jongen trok hij er op de fiets op uit en dat doet hij als 22-jarige nog steeds met evenveel hartstocht. Hij heeft onder meer een rondreis door Australië gemaakt en vorig jaar zomer is hij in navolging van zijn grootvader (die dat kort na de oorlog deed) in 18 dagen van Utrecht naar Rome gefietst. Na zijn studie Werktuigbouwkunde besloot hij echter voor hij opnieuw op avontuur zou gaan, eerst zijn tweedegraads docentenbevoegdheid te halen. Rick vindt lesgeven aan jongeren erg inspirerend. Hij zou in de toekomst het liefste zijn drie passies combineren: techniek, jongvolwassenen en avontuur.
Flexibel aanpassen Tijdens zo’n avontuur heeft Rick veel aan zijn vak. Alleen de wereld rondfietsen betekent dat je (technische) problemen zelf op moet lossen. Rick: ‘Beeld je in dat je midden in de Himalaya staat met een afgebroken stuur, omdat je dat te fanatiek omhoog trok na een klim van 1.500 meter. Na 20.000 km is dat geen uitzondering. De grote vraag is dan: hoe repareer je dat daar in je eentje?’ Als docent techniek vliegen er meteen tientallen mogelijke oplossingen door zijn hoofd. Denken in oplossingen en je flexibel aanpassen aan situaties die je van te voren niet had verwacht, zijn bij zijn docentschap ook vaak aan de orde. ‘Dat maakt het juist leuk!’ Rick ziet als andere overeenkomst tussen avonturier en docent dat je moet beschikken over flinke hoeveelheden doorzettingsvermogen en lef. ‘Ik durf te zeggen dat een klim van 2.300 meter gemakkelijker is, dan het rustig houden van 30 leerlingen op vrijdagmiddag voor de vakantie.’
Stoer en uitdagend Rick verwacht dat hij met zijn fietstocht rond de wereld anderen kan inspireren. Misschien niet om zelf ook zo’n fietstocht te maken, maar wel om je dromen te volgen en je grenzen op te zoeken. Rick: ‘Je moet voorkomen dat je ooit denkt: had ik dat destijds maar gedaan!’ Uiteraard heeft Rick zijn voornemen enthousiast met zijn collega’s gedeeld. Met zijn leerlingen heeft hij het over zijn vorige avonturen gehad. De eerste reactie is er meestal een van ongeloof. Maar als hij er gloedvol meer over vertelt, vinden de meesten het ‘stoer, uitdagend en ontzettend gaaf ’. Dan volgen er met glinsterende ogen veel praktische vragen over onder meer eten en slapen, en natuurlijk over de internetverbinding voor zijn Facebook-pagina. Toch adviseert Rick zijn collega’s en leerlingen om vooral lekker te genieten van de zomer en tijd te nemen voor zichzelf. ‘Als je bijgekomen bent, kun je eens nadenken hoe je al die mooie nieuwe ideeën die in je opkomen, gaat verwezenlijken.’ Aanstekelijk voegt hij eraan toe: ‘Je zou bijvoorbeeld je tweewieler kunnen inpakken en starten met van je vakantieadres terug naar huis te fietsen!’
Op www.thecyclingdutchman.nl is veel meer informatie te vinden over het komende fietsavontuur van Rick Creemers
5
3
De
Zijn leerlingen en de docenten veranderd in die veertien jaar? ‘De leerlingen zeker, ze zijn mondiger geworden en slordiger. Ze laten van alles slingeren en daar waar iets valt blijft het liggen. Dat doen ze niet allemaal, maar als een klein percentage zijn troep niet opruimt, wordt het al gauw een rotzooi. Als we het zien, spreken we ze erop aan. Dat is meteen een van de momenten waarop je merkt dat ze mondiger zijn geworden. Je hebt langere discussies en soms zijn ze brutaal, krijg je opmerkingen als ‘daar heb je schoonmakers voor’. Dan moet ik ze toch teleurstellen. In het contact met de docenten merk je dat iedereen het, zowel op school als daarbuiten, steeds drukker krijgt; de docenten, en wij ook. Dat heeft invloed op het contact. Maar heel veel is daar niet in veranderd.’
Vijf vragen aan...
4
André van den Brink conciërge T e ks t
Margot Bouwens
beeld
Ellen van Rooden
1 Hoelang werkt u al op het Boni? ‘Veertien jaar geleden ben ik hier begonnen. Daarvoor werkte ik als brood- en banketbakker. Omdat het werk en vooral de werktijden me steeds minder bevielen, ben ik toen om me heen gaan kijken. Mijn vrouw werkt in het onderwijs, dus ik hoorde regelmatig over hoe het reilt en zeilt op een school. Het leek me een leuke plek om te werken. Toen ik in maart 2001 een vacature-advertentie zag, heb ik gesolliciteerd.’
2 Wat houdt uw werk in? ‘De school openen en sluiten, bezoekers ontvangen, absenties invoeren, surveilleren, EHBO doen, kopiëren, leerlingen aanspreken, erop toezien dat ze hun straf uitvoeren, kleine reparaties zelf uitvoeren, voor grotere een monteur bellen, grote schoonmaak verzorgen, telefoon beantwoorden… Geen dag is hetzelfde.’
Hoe belangrijk is humor? ‘Er werken zes parttime conciërges op het Boni, elke dag werken er drie tot vier en onderling valt er genoeg te lachen. Met de leerlingen ligt dat wat lastiger. Wij zijn toch snel de boeman waar ze zich moeten melden als ze te laat zijn, die ze aanspreekt als ze zich niet naar wens gedragen en die erop toeziet dat ze hun straf naar behoren uitvoeren. Dan valt er niet zo veel te lachen. Maar vaak genoeg doen zich ook grappige voorvallen met leerlingen voor. Stond er aan de balie een keer een te vertellen dat hij te laat was omdat hij van zijn moeder thuis moest blijven omdat de hond aan het jongen was. Ik vond dat wel de beste smoes die ik ooit gehoord had. Achteraf bleek het nog waar te zijn ook.’
5 Moest u nog een omscholing doen om conciërge te kunnen worden? ‘Toen ik op het Boni kwam werken heb ik een cursus gedaan voor conciërges. Je leert dan onder andere over facilitaire zaken, pedagogische vaardigheden en bedrijfshulpverlening. Momenteel ben ik bezig met de cursus Pedagogisch Conciërge. Zo een à twee keer per jaar merkte ik dat ik een gesprek met een leerling of een collega niet tot een goed einde kon leiden. Tijdens deze cursus leer ik meer over gesprekstechnieken, letten op lichaamshouding, omgaan met agressie dat soort dingen. Je leert situaties herkennen, dat is altijd handig.’
11
T e ks t
Guus de Krom
beeld
Lucas Bezembinder , Rudi Knoef
Boni-traditie
De Marokko-reis De populaire reis naar Marokko wordt al jaren georganiseerd en begeleid door aardrijkskundedocent Rudi Knoef. Hoog tijd voor een paar vragen over dit fenomeen.
Hoe is het idee voor de reis ontstaan?
12
‘Bij het vak aardrijkskunde wordt voor het VWOexamen onder andere gekozen voor een bepaalde regio. Lang geleden was dat Marokko – mede vanwege de nauwere banden die door de migratie tussen Nederland en Marokko ontstonden. De leerlingen raakten zo enthousiast over het thema, dat ze voorstelden met de klas naar Marokko te gaan. Waarschijnlijk schrokken er een paar toen bleek dat ík dat ook een goed idee vond, want uiteindelijk gingen er die eerste keer acht van de 25 leerlingen mee. Buiten de school om, want de toenmalige schoolleiding vond het ook een brug te ver. We gingen op de bonnefooi, acht dagen lang, met nog drie andere docenten. De reis is vervolgens een jaar of vijf buiten school om georganiseerd. De leerlingen en ouders bleven heel
enthousiast, waarschijnlijk heeft dat er toch toe geleid dat het Boni de Marokko-reis alsnog opnam in het schoolprogramma.’
Wat maakt Marokko zo’n bijzonder land? ‘Marokko ligt wel dichtbij Europa, maar is echt heel erg anders. Het contrast is groter dan bijvoorbeeld tussen Nederland en Turkije of Tunesië. Eenmaal over het Atlasgebergte ben je echt in een andere wereld. Het is ook een enorm gevarieerd land, qua landschap, maar ook qua bevolking, culturen en talen. Het is grappig te zien dat de reis ook voor Marokkaanse leerlingen een eyeopener kan zijn. Ze hebben vaak geen idee hoe de andere delen van Marokko eruitzien. Voor de andere leerlingen is de reis natuurlijk ook heel bijzonder. Vaak gehoord: wat zijn de mensen hier aardig! En: wat een mooi land!’
Het is niet zomaar een reis naar een leuke bestemming waar je even aan kunt deelnemen. Hoe ziet de voorbereiding eruit? ‘Leerlingen die mee willen, moeten een uitgebreide motivatiebrief schrijven. Die beoordeel ik – waarop precies vertel ik natuurlijk niet, dan krijg ik in het vervolg allemaal dezelfde standaardbrieven. Als je wordt toegelaten, moet je deelnemen aan aparte wekelijkse lessen. Die gaan over veel verschillende onderwerpen. We hebben het over landschapskenmerken, maar ook over cultuurverschillen, de typische opbouw van een Marokkaanse stad, het verschil tussen stad en platteland, de politieke situatie, de rol van de islam, et cetera. Een vast onderdeel is de workshop over muziek en dans – hierbij moeten
de leerlingen zelf ook leren dansen. Da’s wel even wennen voor sommigen. Daarnaast leren ze ook een mondje Arabisch. Voornamelijk tellen en wat beleefdheidsfrases. Heel handig als je in de souk wil afdingen op de prijs voor je souvenirtjes voor thuis.’
En: loont al die voorbereiding? ‘O zeker! Het is de bedoeling dat de leerlingen zelf op reis herkennen wat ze geleerd hebben. Dat werkt iedere keer heel goed – ze pikken veel op gedurende de reis. Het is ook opvallend hoe de reis een saamhorigheidsgevoel kweekt. Bijna ieder jaar wordt er door de Marokko-gangers na de reis een reünie georganiseerd, soms zelfs twee! De sfeer is altijd heel goed.’
Wat doen jullie eigenlijk allemaal op zo’n reis? ‘Te veel om op te noemen. Fossielen zoeken in de woestijn, steden en platteland bezoeken, wandeltochten door oases en in het Atlasgebergte, praten met politiek geïnteresseerde jongeren in Rabat, naar de sterrenhemel kijken in de Sahara en sinds een aantal jaren bezoeken we ook een middelbare school in Marrakesh. We doen daar onder meer mee aan een sportdag, we bezoeken lessen en eten een lunch die door de leerlingen van die school wordt bereid.’
Als je al zo lang in Marokko komt, kun je natuurlijk ook goed veranderingen zien. Wat zijn de meest opvallende? ‘Het is duidelijk dat er vergeleken met vroeger meer geld Marokko binnenkomt – ‘de wegen zien er bijvoorbeeld veel beter uit, er zijn grote huizenbouwprojecten en meer groenvoorzieningen.’ Macro-economisch gaat het blijkbaar goed. Ook zie je een economische middenklasse ontstaan, maar die is nog steeds heel klein. Eerlijk gezegd denk ik dat de kloof tussen arm en rijk in Marokko eerder groter wordt dan kleiner. Vergeleken met andere islamitische landen lijkt Marokko niet echt orthodoxer te worden – natuurlijk heb je ook daar een stroming die wil dat Marokko strenger in de leer wordt, maar dat lijkt niet echt aan te slaan. De relatie met buurland Algerije is problematisch,
de grens zit nu al een hele tijd potdicht. Heel lastig voor de bevolking die soms aan weerskanten familie heeft wonen.’
Op zo’n reis gebeurt natuurlijk vaak iets vreemds. Kunt u een paar memorabele gebeurtenissen noemen? ‘Je moet bedenken dat we echt een heel grote afstand in Marokko afleggen, de bestemmingen liggen vaak honderden kilometers van elkaar. Dan kan het zomaar gebeuren dat een zeldzame regenbui in de woestijn plotseling overstromingen geeft waardoor de weg onbegaanbaar wordt. We zijn onze bus zelfs een keer in de rivier kwijtgeraakt. Dan zit er niets anders op dan met gecharterde lokale busjes naar de volgende bestemming te reizen. We zijn ook eens, in februari was dat, gestrand omdat een twee meter dik pak sneeuw de weg blokkeerde – niet echt wat je verwacht bij Marokko. Een mooi staaltje van Marokkaanse hulpvaardigheid: een keer hadden twee leerlingen hun paspoort per ongeluk achtergelaten in Fez. Toen ze het ontdekten, waren we al een paar honderd kilometer verder, in de Sahara. Een Marokkaanse kennis van me is toen in vier dagen heen en weer gereisd om de paspoorten te halen. Honderden kilometers met het openbaar vervoer. En dan te bedenken dat een Nederlands paspoort in Marokko op de zwarte markt al gauw 2000 euro waard is!’
Is het een blijvertje, de Marokko-reis? ‘Lachend: ik denk het wel. Er is geen sprake van verzadiging!’
13
HOEKJE 14
BOB richt de spotlights op een plek in of om het schoolgebouw Beneden helemaal onder in het trappenhuis, bij de kluisjes, staat een grote houten kist. Conciërge André is verbaasd dat het er zo netjes uitziet vandaag. Er liggen maar drie jassen naast de kist. André stapt naar de kist, graait er een aantal jassen uit en strooit ze in het rond. ‘Zo ziet het er normaal gesproken uit,’ grinnikt hij. Het is een teken dat een jongen of meisje in de kist heeft staan graaien, op zoek naar een verloren jas, sjaal of joggingbroek. Iets wat overigens een paar keer per dag gebeurt. ‘Er wordt bijna nooit iets opgehaald,’ zegt André. ‘Dat verbaast me echt. Ik denk dat het iets van pubers is dat ze hun spullen makkelijk kwijt-raken en er niet zo mee zitten. Maar het verbaast me ook van de ouders, dat ze hun kinderen niet terug naar school sturen om hun jas te zoeken.’ Een paar jaar geleden, toen het economisch erg goed ging, was het nog erger. ‘Toen werd er bijna niks opgehaald.’ ‘Bij een sportdag was er laatst een heel wchok gevuld met verloren joggingbroeken, truien, T-shirts, broekjes en sokken. En dan heb je het dus alleen over één tweede klas.’ De spullen die blijven liggen worden aan het eind van het jaar weggegooid. Ze gaan niet naar het Leger des Heils of een andere organisatie. ‘Daar willen ze alleen kleren die gewassen en opgevouwen zijn. Dat verbaast me ook weleens.’ Het zijn niet alleen jassen en sjaals die in de containers belanden. ‘Oorbellen, sleutels, boeken, mobiele telefoons, alles. Zelfs blijven er ieder jaar een aantal fietsen achter.’ Ook hier geldt: bijna niks wordt opgehaald. Ook de mobiele telefoons niet? ‘Nou, ik moet wel zeggen dat het de laatste jaren minder is. Telefoons zie je niet vaak meer. Vroeger bleven een hoop oude modellen liggen, ik vermoed dat leerlingen ze ‘kwijtraakten’ om een nieuwe te kunnen krijgen bij hun provider. Het beleid zal wel veranderd zijn.’
Gevonden voorwerpen Tek s t e n Beeld
Gerard Janssen
Topspel van Tablo c o lofo n Het BoniOuderBulletin is een uitgave van de oudervereniging van het St. Bonifatiuscollege en verschijnt drie keer per jaar. Het wordt aan de leerlingen mee naar huis gegeven en is als pdf te lezen op de website. www.facebook.com/BoniOuderBulletin E-mail:
[email protected] O UDERRAAD
T e ks t
Roy Geurs
Beeld
Abraham - Tablo
Tablo, de toneelvereniging van het Boni, speelde de voorstelling Crucible van Arthur Miller. De leerlingen brachten het steekspel tussen leugen en waarheid meeslepend in beeld
Vanuit de oudervereniging, waarvan alle ouders automatisch lid zijn, wordt elk schooljaar een ouderraad samengesteld. Op de schoolwebsite heeft de ouderraad zijn eigen pagina, waar agenda, notulen van de ALV en het jaarverslag zijn te downloaden. www.boni.nl Da g e l i j k s B e s t u u r O u d e r r a a d
Bij aanvang sprongen op het schemerige toneel een aantal meiden rond in
Margina van Ommeren, voorzitter Esther Kokmeijer, penningmeester Corine Tiebosch-Bont, secretaris E-mail:
[email protected]
een wilde dans. Op het eerste gezicht een spelletje, later bleek dit het begin
r e da c t i e B O B
van een fanatieke heksenjacht. Het overtuigende spel van de leerlingen van Tablo sleepte ons mee in een steekspel tussen leugen en waarheid. Mensen die liegen om hun hachje te redden of om hun lief voor zich te winnen. Anderen die ten overstaan van de rigide rechtbank liever hun leven geven, dan verstrikt te raken in een gewetenloze kluwen van verzinsels over hun vermeende contact met de duivel. Het was een ongelooflijk boeiend schouwspel dat nergens verslapte. Arthur Miller zou zeer tevreden zijn over deze uitvoering van zijn Crucible.
Erzsó Alföldy Lucas Bezembinder (hoofdredactie) Margot Bouwens Roy Geurs Anne Havelaar Gerard Janssen Annelies Kant Guus de Krom Marian Scheffer Diederik Tamse Agnes Zandvliet V O RMGE V i NG
Natuurlijk zat de zaal vooral vol met de ouders en grootouders van de acteurs, die na afloop van de voorstelling terecht glommen van trots. Want iedereen in het publiek realiseerde zich dat deze cast niet zou misstaan op een groter podium met een breder publiek. Het strekt het Boni tot eer dat dit soort praktisch professionele producties tot stand worden gebracht. Je gunt elke leerling zo’n ervaring.
Ellen van Rooden Michiel Röben foto g r a f i e
Martijn Schroevers drukwerk
Drukkerij Libertas, Utrecht
Advertentie Libertas