Bomentoets 3 bomen Dorpsstraat Capelle aan den IJssel
Bomentoets 3 bomen Dorpsstraat Capelle aan den IJssel
Opdrachtgever:
Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
Afdeling:
Integrale Plannen en Projecten
Adres:
Postbus 4059 3006 AB Rotterdam
Contactpersoon:
De heer P.A.J.M. van der Veeken Omgevingsmanager Dijkversterking Hollandsche IJssel Telefoon (010) 453 74 31
Projectcode: Datum:
13055 4 maart 2013
Voorwoord In opdracht van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard heeft Bomenwacht Nederland een bomentoets uitgevoerd bij 3 bomen binnen de invloedssfeer van de waterkering langs de Hollandsche IJssel (Dorpsstraat) te Capelle aan den IJssel.
Bomenwacht Nederland is een onafhankelijk boomtechnisch adviesbureau. Aangezien Bomenwacht Nederland zelf geen uitvoerende werkzaamheden verricht, kan er geen belangenverstrengeling ontstaan tussen de geadviseerde maatregelen en de uitvoering hiervan.
Dit rapport of delen ervan mogen niet zonder schriftelijke toestemming van Bomenwacht Nederland verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden anders dan voor de vermelde doelstelling in het rapport.
Voor nadere informatie of eventuele vragen over de inhoud van dit rapport kunt u contact met ons opnemen via telefoonnummer 010 - 264 65 55 of per e-mail:
[email protected]
Bomenwacht Nederland
ing. R.M. van Braak
R. van Wageningen
Senior boomtechnisch adviseur
Projectmanager
European Tree Technician
Voorwoord
Dorpsstraat
Dorpsstraat
Inhoudsopgave Samenvatting .....................................................................................................................1 Inleiding..............................................................................................................................3 1.
Situatie ........................................................................................................................5
2.
Toetsmethode .............................................................................................................7 2.1
Kader .................................................................................................................7
2.2
BomenT® ............................................................................................................8
3.
Resultaten .................................................................................................................11
4.
Conclusie en advies .................................................................................................13
Bijlagen ............................................................................................................................15 Bijlage A
Overzichtstekening
Inhoudsopgave
Dorpsstraat
Dorpsstraat
Samenvatting Het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard heeft het voornemen om de waterkering langs de Hollandsche IJssel (Dorpsstraat) te Capelle aan den IJssel te versterken. 3 bomen binnen de invloedssfeer van deze waterkering zijn geselecteerd voor de bomentoets. Het betreft hier bomen waarbij direct rond de stamvoet geen ophoging zal plaatsvinden. Doel van de bomentoets is te bepalen of de betreffende bomen vanuit dijktechnisch oogpunt veilig te handhaven zijn. Bomenwacht Nederland heeft de bomentoets uitgevoerd volgens de methode BomenT® (fase I). Op basis van de bevindingen zijn de 3 bomen ingedeeld in de stabiliteitsrisicoklasse ‘stabiel’. Tijdens een toetsing van de waterkering op faalmechanismen hoeven daarom geen schematisaties of berekeningen te worden uitgevoerd waarin wordt uitgegaan van het ontstaan van een ontgrondingskuil.
Samenvatting
1
Dorpsstraat
Dorpsstraat
2
Inleiding In opdracht van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard heeft Bomenwacht Nederland een bomentoets uitgevoerd bij 3 bomen binnen de invloedssfeer van de waterkering langs de Hollandsche IJssel (Dorpsstraat) te Capelle aan den IJssel.
Het hoogheemraadschap heeft de 3 bomen geselecteerd voor de bomentoets. In de nabijheid van de bomen wordt een dijkversterking uitgevoerd. Direct rond de bomen zal de dijk niet worden opgehoogd.
Door middel van dit onderzoek wil het hoogheemraadschap inzicht krijgen in de invloed van de aanwezige bomen op de dijkveiligheid. Daarbij dient op basis van boomkenmerken te worden bepaald of de bomen vanuit dijktechnisch oogpunt veilig te handhaven zijn. Indien een boom omvalt en daarbij een ontgrondingskuil veroorzaakt, kan de dijk verzwakt raken en kan de veiligheid in het geding zijn.
Doelstelling van de bomentoets is te bepalen of de betreffende bomen vanuit dijktechnisch oogpunt veilig te handhaven zijn. De toets is uitgevoerd volgens de methode BomenT® (fase I). Met behulp van deze methode zijn de bomen ingedeeld in stabiliteitsrisicoklassen.
Hoofdstuk 1 geeft een beschrijving van de situatie. In hoofdstuk 2 wordt de toetsmethode besproken. De resultaten van de toets zijn te vinden in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 volgen de conclusie en het advies.
De bomentoets is uitgevoerd op 21 februari 2013 door ing. R.M. van Braak (European Tree Technician), senior boomtechnisch adviseur bij Bomenwacht Nederland.
Inleiding
3
Dorpsstraat
Dorpsstraat
4
1. Situatie De bomentoets is uitgevoerd bij 3 bomen aan de Dorpsstraat te Capelle aan den IJssel, ter hoogte van de Plantsoenstraat. Het betreft 1 es (Fraxinus excelsior) en 2 schijnacacia’s (Robinia pseudoacacia). De es staat op een hoog gedeelte aan de buitenzijde van de waterkering, tegenover ’t Oude Raadhuis met huisnummer 3. De 2 schijnacacia’s staan op het talud aan de binnenzijde, tegenover het pand met huisnummer 56. Deze beide bomen hebben bij de gemeente Capelle aan den IJssel de status ‘beeldbepalend’ en staan binnen de begrenzing van het beschermd dorpsgezicht ‘Oude Plaats’. In bijlage A is een overzichtstekening opgenomen. Op deze tekening zijn de standplaatsen van de 3 bomen weergeven. De es heeft boomnummer 11203, de 2 schijnacacia’s hebben boomnummers 12228 en 37812. Deze boomnummering is overgenomen van de gemeente Capelle aan den IJssel.
Situatie
5
Dorpsstraat
Dorpsstraat
6
2. Toetsmethode 2.1
Kader
De bomentoets speelt in op de in juni 2009 door de provincie Zuid-Holland uitgebrachte vuistregels ter ondersteuning bij het opstellen van het beheerdersoordeel over nietwaterkerende objecten. Deze vuistregels en de bijbehorende errata maken deel uit van het vigerend wettelijk toetsinstrumentarium (WTI). De eenvoudige toetsing volgens het Voorschrift Toetsen op Veiligheid Primaire Waterkeringen (VTV2006), waarin moet worden beoordeeld of de boom zonder of met ontgrondingskuil het beoordelingsprofiel doorsnijdt, is slechts tegen hoge kosten uitvoerbaar en leidt vermoedelijk nog tot een groot aantal (groepen) bomen met de score ‘geen oordeel’. Een verdere gedetailleerde of geavanceerde toets is niet nader uitgewerkt in het VTV2006. Om verder te komen is gekozen voor het uitvoeren van een toetsing aan de hand van de vuistregels, leidend tot een beheerdersoordeel.
Uitgangspunt bij het beoordelen van de begroeiing is dat zowel de situatie zonder als met ontgrondingskuil een nadelige invloed kan uitoefenen op de waterkerende functie. Voor de situatie zonder ontgrondingskuil kan gebruik worden gemaakt van de vuistregels voor bebouwing. Indien de ontgrondingskuilen bekend zijn (Katern 10 van het VTV2006 gaat uit van een ontgrondingskuil met een diameter van 4 meter en een diepte van 1 meter), kan voor de situatie met ontgrondingskuil gebruik worden gemaakt van de vuistregels voor pijpleidingen en kabels. Voor het mogelijk ontstaan van een ontgrondingskuil is Bomenwacht Nederland gevraagd na te gaan in hoeverre de geselecteerde bomen stabiel zijn. Bomenwacht Nederland heeft hiervoor een eenvoudige toetsing volgens de methode BomenT® uitgevoerd. Deze methode wordt in de volgende paragraaf nader toegelicht.
Toetsmethode
7
Dorpsstraat
2.2
BomenT®
BomenT® is een praktische methode om bomen op basis van een veldopname in te delen in stabiliteitsrisicoklassen. De methode is ontwikkeld door Bomenwacht Nederland, ingenieursbureau Royal HaskoningDHV en ingenieursbureau Fugro. In de gebruikelijke beoordelingsmethode wordt ervan uitgegaan dat een boom ‘altijd omvalt’. Dit resulteert automatisch in schematiseringen en berekeningen van de waterkering waarin rekening gehouden wordt met het ontstaan van een ontgrondingskuil. Doordat er veel bomen op de waterkeringen staan, zal dat een grote inspanning vergen. Echter, de meeste bomen zullen niet omvallen. Bovendien wordt vaak gerekend met een te grote ontgrondingskuil, waardoor de veiligheid van de waterkering misschien rekenkundig niet, maar in werkelijkheid wel voldoet. Indien de veiligheid niet voldoet, moet er alsnog een verdere beoordeling plaatsvinden. BomenT® is een methode die ‘vooraf’ onderscheid maakt tussen de stabiele bomen en de bomen waar het echt om gaat. Dit voorkomt onnodige berekeningen met ontgrondingskuilen. Ook het hanteren van reële kluitafmetingen voorkomt onnodig werk, omdat de veiligheid in werkelijkheid ‘eerder’ voldoet. Door de inzet van boomtechnische kennis bij BomenT® ontstaat een onderbouwde beoordeling van de veiligheid van de waterkering. BomenT® verloopt van grof naar fijn en is in te delen in fasen I, II en III. Deze fasen worden hieronder kort besproken.
BomenT® (fase I) Binnen BomenT® (fase I) wordt bij de bomen een eenvoudige toetsing uitgevoerd. Primair wordt er gekeken naar de windworpgevoeligheid (stabiliteit) van een boom. Via de zogenoemde VTA Waterkeringen worden per boom diverse eigenschappen beoordeeld (o.a. stamdiameter, boomgrootte) en omstandigheden (o.a. scheefstand, overbelasting). Aanvullend worden de ondergrondse omstandigheden in kaart gebracht. Met behulp van profielboringen worden (steekproefsgewijs) de bodemlagen, laagdikten, grondwaterstand en doorwortelde diepte zo nauwkeurig mogelijk vastgesteld.
Dorpsstraat
8
De opgenomen eigenschappen die gerelateerd zijn aan de windvang (zoals kroonafmetingen, stamdiameter, boomsoort) worden gekoppeld aan een corresponderende minimale wortelkluitgrootte. De methode berust op het uitgangspunt dat bomen die geen afwijkende signalen afgeven, zich bij voldoende ondergrondse groeiruimte optimaal zullen stabiliseren. Hierdoor is de kans op omwaaien verwaarloosbaar klein. De boom kan worden ingedeeld in één van de volgende stabiliteitsrisicoklassen:
stabiele bomen;
instabiele bomen;
waterkeringstechnisch potentieel instabiele bomen.
Stabiele bomen vormen geen gevaar voor de dijkveiligheid (in relatie tot het ontstaan van ontgrondingskuilen). Deze bomen zijn het best bestand tegen ontworteling onder maatgevende omstandigheden. Dat betekent dat berekeningen met ontgrondingskuilen achterwege kunnen blijven. Instabiele bomen verkeren in een dermate verregaande staat van instabiliteit dat er reeds in de huidige situatie sprake is van een sterk verhoogde kans op windworp. Voor deze (‘boomtechnisch’) instabiele bomen geldt in principe een advies in het kader van de omgevingsveiligheid (bijvoorbeeld snoeien of rooien). Dit advies is gericht aan de boomeigenaar c.q. -beheerder. Waterkeringstechnisch potentieel instabiele bomen hoeven niet instabiel te zijn. Om één of meerdere redenen wordt een voorbehoud gemaakt ten aanzien van de (in)stabiliteit van de bomen onder maatgevende omstandigheden. Deze bomen voldoen niet aan (alle) criteria zoals genoemd bij de stabiele bomen en komen dan ook in aanmerking voor toetsing in BomenT® (fase II).
BomenT® (fase II) In de tweede fase van BomenT® wordt de stabiliteit van de waterkering in relatie tot de boom gedetailleerd getoetst volgens het toetsspoor. De aanwezigheid van een boom in of op een waterkering kan invloed hebben op de sterkte en het functioneren van de waterkering. Voor de benodigde geotechnische berekeningen zijn aanvullende boomgegevens nodig.
Toetsmethode
9
Dorpsstraat
BomenT® (fase III) Waar BomenT® (fase II) nog van een aantal standaarden uitgaat, kan in BomenT® (fase III) een meer geavanceerde beoordeling plaatsvinden.
De bomentoets voor het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is uitgevoerd volgens BomenT® (fase I). Daarmee is de toets dus primair gericht op het (al dan niet) ontstaan van ontgrondingskuilen en niet op de belasting van de waterkering. Wel zijn alvast aanvullende gegevens opgenomen die een handvat geven om belastingsberekeningen te kunnen uitvoeren (zoals boomhoogte, kroonbreedte en takvrije ruimte).
Dorpsstraat
10
3. Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten van de bomentoets weergegeven. De bomen zijn getoetst volgens de methode BomenT® (fase I). Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 is deze fase primair gericht op het (al dan niet) ontstaan van ontgrondingskuilen.
Op basis van de bovengrondse gegevens is de benodigde kluitgrootte bepaald. Ook is gekeken naar bovengrondse aspecten die gerelateerd zijn aan de stabiliteit, zoals schimmelaantastingen, overbelastingsverschijnselen en scheefstand.
Op basis van de ondergrondse gegevens (bodemprofiel, bewortelingspatroon) is beoordeeld of de benodigde kluitgrootte en -geometrie behaald kunnen worden. Per boom zijn de toetsresultaten weergegeven in de volgende tabel.
Boom 11203
Boom 12228
Boom 37812
Fraxinus excelsior
Robinia pseudoacacia
Robinia pseudoacacia
59
83
71
Eenstammig
Eenstammig
Eenstammig
Boomhoogte
12
15
15
Takvrije stamlengte (m)
3
5
5
Kroonbreedte (m)
12
10
10
Kroonvorm
Ovaal-breed
Rond
Rond
Beheervorm
Natuurlijke kroon
Natuurlijke kroon
Natuurlijke kroon
> 120
> 90
> 80
Klei (zandlaag op 20-40 cm diepte)
Klei
Klei (stenen op 80 cm diepte)
Zijwaartse belemmeringen wortelgroei
Geen
Geen
Geen
Overige stabiliteit-gerelateerde zaken
Geen
Geen
Geen
Stabiliteitsrisicoklasse
Stabiel
Stabiel
Stabiel
Soort Stamdiameter op 130 cm hoogte (cm) Stamvorm
Doorwortelde diepte (cm) Grondsoort
Tabel 3.1: Resultaten bomentoets
Resultaten
11
Dorpsstraat
Overzicht boom 11203.
Profielboring boom 11203.
Overzicht boom 37812 en (daarachter)
Profielboring boom 12228.
boom 12228.
Dorpsstraat
12
4. Conclusie en advies Naar aanleiding van de resultaten van de bomentoets volgen in dit hoofdstuk de conclusie en het advies. De 3 bomen zijn getoetst volgens de methode BomenT® (fase I). Het betreft hier een eenvoudige toetsing, waarbij de bomen zijn ingedeeld in stabiliteitsrisicoklassen. De uitkomsten van de toets zijn weergegeven in de volgende tabel.
Soort Stabiliteitsrisicoklasse
Boom 11203
Boom 12228
Boom 37812
Fraxinus excelsior
Robinia pseudoacacia
Robinia pseudoacacia
Stabiel
Stabiel
Stabiel
Tabel 4.1: Uitkomsten bomentoets
Bij de 3 bomen is de kans op ontgronding tijdens maatgevende omstandigheden zeer klein. De bomen behoeven op dit gebied dan ook geen verdere doorrekening in BomenT® (fase II). Wel kunnen belastingsberekeningen in verband met macrostabiliteit een aandachtspunt zijn.
Conclusie en advies
13
Dorpsstraat
Dorpsstraat
14
Bijlagen
Bijlage A
Bijlagen
Overzichtstekening
15
Dorpsstraat