Bomenplan Gemeente Roermond Beleid en beheer in de periode 2012-2024
December 2011 Afdeling Beheer Openbare Ruimte Afdeling Stedelijke Ontwikkeling
Inhoudsopgave Samenvatting........................................................................................................................................... 4 Inleiding ................................................................................................................................................... 5 1. Algemeen deel..................................................................................................................................... 6 1.1 Aanleiding voor het opzetten van dit plan .................................................................................. 6 1.2 Belang van bomen binnen de gemeente ................................................................................... 6 2. Visie en Beleid..................................................................................................................................... 9 2.1 Bestaande beleidsstukken ......................................................................................................... 9 2.2 Visie.......................................................................................................................................... 10 3. Onderhoud en beheer ....................................................................................................................... 11 3.1 Periode tot 2013 ....................................................................................................................... 11 3.2 Analyse huidige beheergegevens ........................................................................................... 11 3.3 Periode 2013-2019................................................................................................................... 12 3.4 Uitvoering ................................................................................................................................. 12 3.5 Financiën.................................................................................................................................. 13 4 Instrumenten....................................................................................................................................... 14 4.1 Beheerinstrumenten ................................................................................................................. 14 4.2 Procesinstrumenten ................................................................................................................. 17 5 Controle en rapportage....................................................................................................................... 19 6. Financiële paragraaf.......................................................................................................................... 20 Bijlage 1 Schema Groenstructuurplan Roermond................................................................................. 21 Bijlage 2 Structuurkaart ......................................................................................................................... 22 Bijlage 3 Kaart monumentale bomen .................................................................................................... 23 Bijlage 4 Criteria monumentale bomen ................................................................................................. 24 Bijlage 5 Grenzen bebouwde kom volgens Boswet .............................................................................. 25 Bijlage 6 Wettelijke Zorgplicht ............................................................................................................... 26 Bijlage 7 Voorgestelde aanpassingen APV........................................................................................... 27 Bijlage 8 BEA checklist.......................................................................................................................... 28 Bijlage 9 Boombescherming.................................................................................................................. 29
2
Bomen maken het mogelijk de seizoenen in de stad te beleven zoals hier aan de Brede Dwarsstraat.
3
Samenvatting Vanuit Structuurvisie (later De Strategische Visie Roermond 2020 (2008)) is de wens geuit om 3 plannen te ontwikkelen voor de uitwerking van het hierin genoemde Groenstructuurplan. Twee daarvan zijn gerealiseerd. Het onderliggende Bomenplan ontbrak nog en met de vaststelling ervan zal het hele Groenstructuurplan geconcretiseerd zijn. Dat bomen belangrijk zijn voor een gemeente is duidelijk en dat ligt niet alleen in de positieve effecten op de gezondheid maar ook stedebouwkundig en verkeerstechnisch zijn bomen van groot belang. Reden om het onderhoud ervan goed te regelen en de visie op bomen verder uit werken. Daarom is het tot nu toe gevoerde beleid en uitgevoerde beheer onder de loep genomen. Aan de diverse voorstellen uit beleidsstukken van de afgelopen jaren wordt in dit plan zoveel mogelijk uitvoering gegeven daarbij gebruik makende van nieuwe inzichten. Het meest in het oog lopend is de keuze voor een nieuwe methodiek van beheer: Planmatig Boombeheer. Dit is in de praktijk van een zodanig goed niveau gebleken dat zij door het CROW (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek) als standaard in de RAW (Regeling Aanbesteding Werken) systematiek is opgenomen. Door te werken volgens Planmatig Boombeheer is een efficiencyslag in werken en een veiliger bomenbestand te halen. Omdat er tot nu toe volgens een andere systematiek is gewerkt, was het van belang om duidelijk te krijgen welke consequenties het invoeren van Planmatig Boombeheer in Roermond heeft. Het blijkt dat deze behoorlijk groot zijn. Uit de huidige gegevens blijkt dat de gemeente aanzienlijk meer bomen bezit dan in het GBI (Geïntegreerd Beheer Informatiesysteem) zijn opgenomen. Ook de onderhoudstoestand heeft niet altijd het gewenste niveau. De oorzaken hiervan worden in dit Bomenplan duidelijk gemaakt. Dit wetende is het van belang om de nieuwe methodiek op te zetten vanuit een goede uitgangspositie. Hiervoor is het noodzakelijk om een nieuwe inventarisatie uit te voeren en het achterstallige onderhoud weg te werken. De financiële consequenties voor deze slag zijn, voor het eerste jaar, zeker aanzienlijk te noemen. Het betekent namelijk dat in 2013 meer kosten (€ 200.000) gemaakt zullen worden dan er middelen in de begroting beschikbaar zijn. Na 2013 kunnen de kosten van het uit te besteden bomenonderhoud binnen de begroting opgevangen worden. Deels ook omdat de eigen Boomploeg effectiever wordt ingezet bij het onderhoud van de bomen. De financiële consequenties en oplossingen worden in dit Bomenplan uiteengezet. Behalve de financiële middelen zijn er ook beheer- en procesinstrumenten nodig om tot uitvoering van dit plan te komen. In de structuurkaart worden de bomen aangegeven die van dusdanig groot belang voor de ondersteuning van de stedelijke structuur zijn dat er een extra “bescherming” voor is ingebouwd. Twee afdelingen buigen zich over een eventuele kapaanvraag. Dit betekent niet dat de overige bomen niet beschermd worden. Hiervoor blijft de gebruikelijke kapmelding bestaan. De gemeente heeft in het verleden een kaart bebouwde komgrens Boswet vastgesteld voor de uitvoering van de Boswet. Deze is echter verouderd. Een nieuwe kaart is in overleg met de Provincie opgesteld en inmiddels in procedure gebracht. Zodra de herziene grenzen zijn vastgesteld, is er geen overlap meer tussen de APV en de Boswet waardoor compensatie/herplantplicht niet meer onnodig ten laste van de gemeente komt. Een welkome vorm van deregulering. De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat de APV niet helemaal duidelijk is. Zo kan in principe in week 1 een kapaanvraag binnenkomen voor 5 bomen. Hiervoor is geen vergunning nodig. Indien dezelfde aanvrager in week 23 weer een aanvraag doet om 5 bomen te kappen wordt ook dit zonder vergunning toegestaan. Aanpassing van de APV op onder andere dit punt is gewenst. Deze aanpassingen zijn opgenomen in dit plan. De duur van dit Bomenplan is bewust gekozen en deze is gesteld op 12 jaar. Dit om voor langere tijd het beleid en beheer uit te zetten waardoor een zekere mate van duurzaamheid wordt bereikt en ook de ambtelijke capaciteit voor andere zaken kan worden ingezet. Om de 6 jaar wordt de totale uitvoering geëvalueerd. De uitkomst hiervan geeft inzicht in de vraag of het nodig is iedere 6 jaar een nieuw plan te schrijven. De inschatting is dat dit niet nodig zal blijken.
4
Inleiding Algemeen De gemeente Roermond is in het gelukkige bezit van een mooi bomenbestand. Het beheer en het onderhoud hebben tot nu toe plaatsgevonden volgens het Bomenplan uit 1993. Voortschrijdend inzicht vanuit de CROW leidde tot de conclusie dat het anders en beter kon namelijk werken volgens Planmatig Boombeheer. In de RAW-systematiek blijkt deze nieuwe werkwijze al opgenomen te zijn. De gemeente heeft een wettelijke zorgplicht ten aanzien van bomen. Het onderhoud en het beheer moeten dusdanig plaatsvinden dat de burgers geen schade ondervinden van bijvoorbeeld afbrekende takken of omvallende bomen (calamiteiten daargelaten). Ook met betrekking tot bomen zelf heeft de gemeente plichten. De gemeentelijke APV bevat regels met betrekking tot de kapaanvraag. Niet alle aanvragen worden gehonoreerd. Ook op deze manier beschermt de gemeente haar bomen en zorgt ervoor dat er niet lukraak gekapt wordt. Omdat de regels niet helemaal blijken te voldoen wordt voorgesteld enkele aanpassingen door te voeren zodat er meer eenduidigheid ontstaat. Deze aanpassingen staan opgenomen in dit Bomenbeheerplan en worden, na goedkeuring, in de algemene procedure van APV aanpassing meegenomen. De inhoud van dit plan is gericht op het werken naar nieuwe inzichten namelijk volgens de methode Planmatig Boombeheer. Het planmatig uitvoeren van onderhoud leidt tot een efficiëntere aanpak. Dit plan is door de afdelingen BOR, SO en PP gezamenlijk opgesteld ieder voor wat betreft hun expertise. Leeswijzer Hoofdstuk 1 bevat de reden voor het opzetten van dit plan en geeft aan waarom bomen belangrijk zijn voor de stad, de inwoners en de omgeving. Vervolgens wordt in Hoofdstuk 2 kort ingegaan op de (vroegere) bestaande beleidsstukken die de visie op groen verbeelden en waarin aanbevelingen zijn opgenomen. Het onderhoud en beheer in hoofdstuk 3 vormt een groot deel van dit Bomenplan. Het geeft informatie over het beheer zoals dat tot nu toe heeft plaatsgevonden en bevat aanbevelingen over hoe het beter kan worden vormgegeven voor de komende jaren. Een ander belangrijk onderdeel van het plan is het financiële gedeelte uit hoofdstuk 4. Hierin worden de financiële consequenties uit dit plan op duidelijke wijze uiteengezet. Tot slot vormen de bijlagen een ondersteuning voor hetgeen in de verschillende onderdelen is uitgewerkt.
5
1. Algemeen deel Bomen staan bij u in de straat, in het park, langs wegen en wandelpaden en u fietst er langs op weg naar uw werk. Bomen staan dus dicht bij mensen en er moet de nodige aandacht aan worden besteed. Stadsbomen zijn niet goedkoop. Aankoop, plaatsing en onderhoud worden nu als beheerkosten aangeduid. Beter is het om een stadsboom te zien als investering in leefbaarheid. De voordelen zijn: • gezond en veilig bomenbestand • actuele planning van structurele werkzaamheden • lagere kosten onderhoud • duidelijkheid over werkzaamheden de komende jaren • minder klachten van burgers • minder schade bij storm • integrale afstemming binnen de gemeente
1.1 Aanleiding voor het opzetten van dit plan In het Groenstructuurplan Roermond is de algehele structuurvisie van de gemeente in een duidelijk schema opgenomen (zie bijlage 1). Het Groenstructuurplan vormde hierbij één van de toetsingkaders ruimtelijke kwaliteit en het moest uiteindelijk leiden tot het opstellen van 3 bijbehorende plannen. Het Beheerplan Groen en het Speeltuinenplan zijn inmiddels gerealiseerd. Het onderliggende Bomenplan ontbrak nog en met de vaststelling ervan zal het hele Groenstructuurplan geconcretiseerd zijn. Onder de visie van het Groenstructuur plan worden de 2 onderdelen uit de motie van Groen Links (02M26 07-11-2002/AB) uitgewerkt. 9 Wat is de stand van zaken betreffende het onderhoud in 2011. 9 Stel een Bomenplan op.
1.2 Belang van bomen binnen de gemeente Bomen hebben een grote maatschappelijke, ecologische, economische en recreatieve waarde afhankelijk van de schaal, mate en wijze waarop ze benut worden. In dit hoofdstuk wordt hierop nader ingegaan. • Gezonde leefomgeving Bomen leveren een aanzienlijke bijdrage aan de zuurstofproductie en zorgen voor het vastleggen van CO2 uit de lucht. Bomen in de stad hebben een belangrijke functie in de verbetering van de atmosfeer. In een stedelijke omgeving is deze functie van groot belang omdat de luchtstroom vanuit het buitengebied naar de stad onvoldoende is. Verder voorziet één grote boom (bijvoorbeeld een monumentale boom) ruwweg zeven mensen van zuurstof. Ook filteren bomen fijn stof uit de lucht. Alterra berekende dat een normale stadsboom jaarlijks 100g fijn stof kan opnemen. Dit betekent een compensatie voor ongeveer 3.300 auto km (www.groeneruimte.nl). De kans dat iemand zich ongezond voelt is 1,5 maal zo groot met weinig groen (10% groen in een straal van 3 km om het huis) dan in een woonomgeving met veel groen (90% groen in een straal van 3 km om het huis). De laatste groep bezoekt de huisarts ook minder vaak in verband met gezondheidsklachten. Verder blijkt de kwaliteit van het groen, en dus ook van de bomen, belangrijk te zijn voor de gezondheid van inwoners. De gezondheidswinst is het grootst in buurten waar het bestaande groen ook van hoge kwaliteit is (Groen en gezondheid van stadsbewoners. (2009) Alterra, Wageningen). • Stadsklimaat Op warme dagen kan de temperatuur in de stad behoorlijk oplopen omdat gebouwen en bestrating de opgeslagen warmte afgeven aan de lucht. Gemiddeld zijn steden 1 tot 5 graden warmer dan de buitengebieden; het zogenaamde ‘stedelijk warmte-eiland effect’. Deze hogere temperaturen in de stad leiden - bewezen - tot extra sterfte onder de bevolking. Bomen fungeren als parasol en hebben een afschermende functie. Door hun schaduwwerking en verdamping van water via bladeren koelen ze de lucht. Verder kunnen bomen bijdragen aan het maskeren van geluid. Ruisende bomen klinken nu eenmaal beter dan verkeerslawaai.
6
• Rustgevend effect Bomen zorgen voor een rustig en aangenaam leefklimaat door hun schoonheid, afschermende functie, decoratieve waarde en geluiddempend effect (absorberen, weerkaatsen en verstrooien geluidsgolven). Bomen maken het mogelijk om seizoenen middenin een stad te beleven. Verder maken bomen het stads- en dorpsbeeld vriendelijker. • Stedenbouwkundig Bomen worden vaak gezien als sierelement in de woonomgeving. Behalve het afschermen van industrieterreinen, parkeerplaatsen enzovoort kunnen bomen ook gebruikt worden om: o bepaalde gebouwen en/of architectuur juist te benadrukken o erfgrenzen af te bakenen o als onderdeel in een stedebouwkundig of groenstructuur van een wijkontwerp te dienen o de stedenbouwkundige en historische structuur in steden te versterken • Monumentaal en cultuurhistorisch Door hun omvang, ouderdom of zeldzaamheid geven bomen aan plaatsen een bijzonder aanzien. Te denken valt hierbij aan het Munsterplein. Ook kunnen bomen deel uitmaken van een herdenkingsmonument zoals in Kasteelpark Hattem en het herdenkingsbos in ‘t Veen. • Ecologische functie Samen met het overige groen brengen bomen de natuur in de stad. Naarmate de leeftijd van de boom toeneemt, wordt de invloed op de biodiversiteit groter. Bomen vormen schuilplaatsen voor kleine zoogdieren, vogels en insecten. Vleermuizen gebruiken ze als oriëntatiepunt. Bepaalde mossen groeien alleen op bomen en ook de maretak kan alleen bestaan dankzij bomen. Bomen zijn dus eigenlijk te zien als op zichzelf staande biotopen en vormen een belangrijk onderdeel van een ecologische verbindingszone of -structuur.
Knotwilgen zijn beeldbepalend in het landschap en bieden schuilgelegenheid aan diverse dieren.
• Landschappelijke waarde Bomen bepalen voor een groot deel het landschap; ze zijn een kenmerkend onderdeel van een landschapstype. Een landschap zonder bomen is kaal en heeft geen rustpunt. Dat is mooi in woestijnen en steppen maar in het Limburgse landschap ongepast. Een aantrekkelijk landschap is waardevol om in te wonen en te recreëren. Door doordacht aan te planten kan een landschap aantrekkelijker worden gemaakt. • Verkeerstechnisch Bomen dragen bij aan de verkeersveiligheid door hun afremmende werking. Een strategisch geplaatste boom leidt in de stad tot een lager risico (10%, Amerikaans onderzoek) op een ongeval waarbij een auto is betrokken omdat gevaarlijke situaties benadrukt worden. Niet iedere plaats of iedere boom is hiervoor geschikt maar voor de plaatsen waar het wel het geval is, hebben bomen
7
duidelijk een meerwaarde. Ook tijdens slecht weer hebben bomen een functie nl. als optische begeleiding. • Economische waarde Een boom heeft waarde van zichzelf en is dus een kapitaalsgoed. Het aankopen, aanplanten, beheren en onderhouden kost de gemeente geld maar daar krijgt zij ook wat voor terug. Huizen in een omgeving met veel groen hebben een hogere verkoopprijs (gemiddeld 7% bij bestaande woningen en gemiddeld 20% bij nieuwe woningen). Het betreft dan wel bomen van ≥ 35 jaar. Goed onderhoud van het bestaande bomenbestand is dus essentieel voor het bereiken en behouden van een vermeerderde waarde van woningen. Een stad met een fraai bomenbestand en aantrekkelijk groen trekt meer dagjesmensen, winkelend publiek, recreanten en toeristen die op hun beurt de economie weer stimuleren. • Educatieve waarde Kinderen verzamelen bladeren en vruchten als educatieve activiteit. Ook spelen kinderen graag op, in of in de nabijheid van bomen. Dit contact met de natuurheeft een positieve invloed op onder ander de motorische ontwikkeling en het voorkomen van overgewicht (Jeugd, overgewicht en groen. (2008) Alterra, Wageningen). De Nationale Boomfeestdag wordt in Nederland jaarlijks gehouden op de derde woensdag in maart. Het doel van de Boomfeestdag is om kinderen de functies en de waarde van bomen in hun directe leefomgeving te laten inzien door hen een eigen boom te laten planten. Voor de gemeente is de Boomfeestdag een mooie gelegenheid om nog eens aan de bevolking te laten zien wat de gemeente op het gebied van bomen doet. De betreffende wethouder plant op deze dag met een groep school kinderen nieuwe bomen en geeft voorlichting over het gemeentelijke bomenbeleid. • Recreatieve waarde Bomen hebben door hun vorm, grootte of standplaats ook een recreatieve waarde. Mensen wandelen graag langs lanen met bomen en genieten van de herfstkleuren. Ook parken of parkachtige structuren worden zeer gewaardeerd om in te recreëren. Aansprekende voorbeelden hiervan zijn onder andere Kasteelpark Hattem, het Kartuizerpark en de wandelroute in Kapel in ’t Zand.
Rustgevend beeld in het Kartuizerpark.
8
2. Visie en Beleid Roermond is een stad met een duidelijke visie op allerlei gebied en dus ook met betrekking tot bomen en het beheer ervan. Diverse beleidsstukken zijn de afgelopen jaren opgesteld met als doel de groenstructuur in de gemeente te ondersteunen. Onderstaand zijn de belangrijkste stukken benoemd met een korte beschrijving van hetgeen van belang is voor het Bomenbeheerplan.
2.1 Bestaande beleidsstukken Groenbeheersplan onderdeel evaluatie Bomenplan 1993 (vastgesteld 1993) Opgesteld omdat vanuit diverse bevolkingsgroepen bezorgde signalen zijn geuit over de bomenprogramma’s en de hieraan gekoppelde kap- en herplantacties. Het beleid ten aanzien van een aantal stukken in het Bomenplan zijn toentertijd aangepast. Ook is toen een lijst toegevoegd van aan te planten bomen op diverse plaatsen binnen de gemeente. Natuurvisie Roermond Oost (vastgesteld 2000) en Natuurvisie Roermond West (vastgesteld 2004) Hierin is het natuurbeleid van de gemeente bepaald. Groenstructuurplan Roermond (vastgesteld in 2006) In dit plan is de groenstructuur binnen de gemeente op hoofdlijnen beschreven. Ook is hierin te lezen dat de hoeveelheid groen per inwoner laag is ten opzichte van landelijke richtlijnen. Voor de hele gemeente wordt aangegeven dat voor de toekomst een visie op bomen en een bomenplan nodig zijn. Nota beeldkwaliteit (2006) Het beeldkwaliteitplan is weliswaar gericht op bebouwing maar vanuit groen kan hieruit worden opgemaakt dat het groene beeld op de (te ontwikkelen) bebouwing en structuur moet aansluiten. Beheerplan Groen (2007) In dit plan wordt de aanbeveling gedaan een Bomenbeleidsplan op te stellen. In dit plan is tevens aangegeven dat er sprake is van achterstallig onderhoud en dat het beschikbare budget lager is dan in vergelijkbare gemeenten. Met het nog op te stellen Bomenbeleidsplan moest de toekomst van de bomen veiliggesteld worden door hierin de bomenstructuur, de visie en het beheer op te nemen. Mission Statement en strategische onderbouwing Hierin wordt voor groen aangegeven dat leefbaarheid en een aantrekkelijk woon- en leefklimaat belangrijk zijn. Versterking van de groenstructuur wordt specifiek genoemd. Milieubeleidsplan gemeente Roermond (2008-2011) In het plan staat de ambitie van de gemeente Roermond met betrekking tot het groen als volgt omschreven: 9 Via aantrekkelijke groene routes door de woonwijken, maar ook tussen de woonwijken en het buitengebied, bevorderen dat bewoners te voet of met de fiets gaan recreëren. We voldoen aan de landelijke kwaliteitsnorm voor stedelijk functioneel groen en kijkgroen en breiden dit waar mogelijk uit. Tevens zijn er doelen op groengebied gesteld: 9 Behouden en ontwikkelen groene routes. 9 Uitbreiden, waar mogelijk en relevant, van de hoeveelheid stedelijk groen per inwoner. 9 Verbeteren van de kwaliteit van bestaand stedelijk groen en aanleg van nieuw groen (extra aanplant klein groen en bomen). In dit Bomenbeheerplan wordt zoveel mogelijk gehoor gegeven aan adviezen uit bovenstaande beleidsstukken. Het is ook een integraal plan geworden waarbij de afdelingen BOR, SO en PP zijn betrokken. Bij (rand)stedelijke plannen moeten vroegtijdig voorwaarden worden gesteld voor ontwerp en realisatie. Integraal overleg en dito besluitvorming zijn uitermate belangrijk voor het inpassen van nieuwe en bestaande waardevolle, structuurversterkende en/of beeldbepalende bomen. Door deze integrale samenwerking kan er veel beter gestuurd worden op de kwaliteit van de omgeving en het (toekomstige) beheer. Het digitaal beschikbaar stellen en op papier uitreiken van de structuurkaart is hiervan een onderdeel.
9
De gemeenteraad heeft door vaststellen van de lijst met monumentale bomen bepaald dat deze van groot belang zijn voor het aanzien van de gemeente en daarom een speciale beschermingsstatus hebben. De lijst met monumentale bomen wordt digitaal en op papier beschikbaar gesteld aan de afdeling Plannen en Projecten zodat zij hiermee rekening kunnen houden tijdens de procedure die gevolgd wordt bij planologische ontwikkelingen.
2.2 Visie Voorgaande beleidsstukken hebben geleid tot de uitwerking van een van de pijlers (Prachtige Stad) uit de Strategische Visie Roermond 2020: een stad voor mensen van alle leeftijden, voor alle bevolkingsgroepen, waar het goed wonen, werken, vertoeven en recreëren is. Om tot een prachtige stad te komen, wordt het onderhoud en het beheer van bomen volgens een nieuwe methode uitgevoerd. Tot nu toe werkt de gemeente met vaste bestekken waarbij het onderhoud gebaseerd is op een indeling van bomen in leeftijdscategorieën. In de afgelopen jaren is in de praktijk een nieuwe methodiek ontstaan met betrekking tot het planmatige onderhoud van bomen. Dit is in de praktijk van een zodanig goed niveau gebleken dat zij door het CROW als standaard in de RAW systematiek is opgenomen. Door over te gaan naar snoeien op basis van onderhoudstoestand van bomen in plaats van op leeftijdscategorieën wordt er maatwerk geleverd. Uitgangspunt van deze nieuwe methodiek, het zogenaamde Planmatig Boombeheer, is het snoeien van bomen in een regelmatige cyclus. Bomen in de fase van begeleidingssnoei (tot bomen het gewenste eindbeeld bereikt hebben) worden elke 3 jaar gesnoeid. Bomen in de fase van onderhoudssnoei (het noodzakelijke eindbeeld is bereikt) worden 1x per 6 jaar gesnoeid. Belangrijke voordelen en doelstellingen van deze methodiek zijn: • boomtechnisch optimaal beheer • voorkomen van toekomstig achterstallig onderhoud en hierdoor lagere onderhoudskosten • efficiënter werken door planmatige aanpak • goed cyclisch beheer schept duidelijkheid zowel in- als extern • boomverzorgers kunnen tijdens het werk digitaal mutaties bijhouden en besteksadministratie is geautomatiseerd • bomenbestand is digitaal zowel in- als extern naar behoefte selectief beschikbaar te stellen (bijvoorbeeld monumentale bomen) • een veilig bomenbestand waardoor ook voldaan wordt aan de wettelijke zorgplicht • door meer planmatige aanpak minder overlast en klachten
10
3. Onderhoud en beheer Het onderhouden van bomen is een moeilijke taak binnen het groenbeheer. Vakkennis is een absolute noodzaak voor het hebben en houden van een goed, vitaal en economisch gezond boombestand. De gemeente streeft naar een situatie waarin alle bomen voldoen aan het noodzakelijke en veilige beeld. Hiervoor is een planmatige aanpak onontbeerlijk.
3.1 Periode tot 2013 In de jaren voor 2009 werden de Roermondse bomen alleen door de gemeentelijke Boomploeg onderhouden. In 2009 is het onderhoud van bomen ouder dan 15 jaar openbaar aanbesteed voor een bedrag € 633.000 voor een periode van 3 jaar (2009 t/m 2011) met een optie tot verlenging van 1 jaar. Feitelijk was sprake van een aanbestedingsvoordeel € 633.000 omdat deze middelen binnen de reguliere begroting beschikbaar waren. Het college van B&W heeft onlangs besloten het onderhoudscontract met een jaar (2012) te verlengen. Het beheer van bomen jonger dan 16 jaar is door de eigen Boomploeg uitgevoerd.
Een voorbeeld van een mooie laan.
In het college uitvoeringsprogramma zijn extra middelen beschikbaar gesteld om achterstallig onderhoud te verminderen. Naar nu blijkt is niet alleen sprake van achterstallig onderhoud maar ook van een beduidend groter aantal bomen. De in het 3-jarige bestek (2009-2011) voor het onderhoud van bomen beschikbaar gestelde middelen waren ontoereikend om het achterstallig onderhoud in 3 jaar helemaal weg te werken en daarbij ook nog een beduidend groter aantal bomen te onderhouden. Naast het grotere aantal te onderhouden bomen is de mate van achterstallig onderhoud van een aantal bomen dusdanig gebleken dat deze niet door één snoeibeurt op de noodzakelijke onderhoudstoestand te krijgen zijn zonder de vitaliteit zwaar aan te tasten. Eind 2012 zullen alle bomen naar verwachting 1x gesnoeid maar zal er nog altijd sprake zijn van achterstallig onderhoud. Daarnaast is de capaciteit van de eigen Boomploeg onvoldoende gebleken om de onderhoudstoestand van de jonge bomen op het noodzakelijke niveau te houden. Om deze reden is nieuw achterstallig onderhoud ontstaan bij jonge bomen.
3.2 Analyse huidige beheergegevens In het GBI zijn op dit moment 24.500 bomen opgenomen. De autonome groei vanaf 2007, zoals bij Oolderveste, is hierin opgenomen. Door toekomstige ontwikkelingen, zoals Kaleidos, zal het totale bomenbestand uiteindelijk toenemen. Recent zijn door de gemeentelijke landmeters bomen staand op
11
gemeente-eigendom grotendeels ingemeten. Deze gegevens zijn onlangs verwerkt in de GBK (Grootschalige Basis Kaart). Uit de afstemming tussen de GBK en het GBI blijkt dat het Roermondse bomenbestand beduidend groter is (ongeveer 10.000 bomen) dan in GBI opgenomen. Dit verschil is globaal te verklaren door: • 5.000 stuks bomen in bosplantsoen (extensieve beplanting). In Bosplantsoen was voor aanvang van de nieuwe bestekken in 2009 sprake van zwaar achterstallig onderhoud waardoor het tijdens de inventarisatie in 2006 zeer lastig was om in een hoog opgeschoten dichte beplanting te bepalen of en waar vooral kleinere bomen stonden. Deze zijn dan ook niet als boom opgenomen in het GBI maar nu wel grotendeels ingemeten. Inmiddels is het achterstallig onderhoud in bosplantsoen voor een groot gedeelte door forse snoei teruggebracht. In de 5 jaar sinds de inventarisatie in 2006 zijn ook kleine boompjes inmiddels flink gegroeid en, als gevolg van de snoei, nu ook duidelijk herkenbaar als boom. Landmeten heeft in 2010 en 2011 veel bomen ingemeten (in 2006 werden bomen incidenteel ingemeten). Hierdoor is nu ook de in het beheersysteem de vergelijking te maken tussen ingemeten bomen op gemeente-eigendom en bomen aanwezig in GBI. • 500 stuks doordat bijvoorbeeld bij groot onderhoud in Maasniel de oude bomen in het GBI verwijderd zijn terwijl de nieuw geplante bomen nog niet in GBI zijn gemuteerd. Landmeten heeft echter de nieuwe bomen wel ingemeten. • 1.800 ontbrekende bomen zijn waarschijnlijk terug te voeren op een vertraging in het mutatieproces. Niet alle mutaties worden tijdig en volledig doorgegeven. • 700 bomen staan op sportterreinen en bij het zwembad en zijn nu niet opgenomen in GBI. De wens is om deze bomen wel in GBI op te nemen. • 473 bomen zijn overgedragen door RWS langs de A73. Deze zijn wel ingemeten maar nog niet in het beheersysteem verwerkt. • 2.000 bomen ontbreken door diverse andere grotere en kleinere afwijkingen. Het is bijvoorbeeld plaatselijk duidelijk dat bomen zowel niet ingemeten als niet in GBI opgenomen zijn. Ook blijkt dat door tijdelijke overdrachten van eigendom bij grootschalige projecten bomen tijdelijk ‘op papier’ in eigendom zijn van derden. Samenvattend: Bomen in GBI in 2011 GBK - GBI Sportterreinen A 73 Diversen Totaal bomen Roermond 2011
24500 7300 700 473 2000 34973
3.3 Periode 2013-2019 Zoals in 2.2 (Visie) al is aangegeven, is in de afgelopen jaren een nieuwe, efficiëntere methodiek (Planmatig Boombeheer) voor het onderhoud van bomen ontstaan. Om inzicht te krijgen in de consequenties die het invoeren van planmatig boombeheer in Roermond heeft, is in 2011 een representatieve inventarisatie uitgevoerd van 10% van de gemeentelijke bomen volgens de uitgangspunten van planmatig boombeheer. Deze inventarisatie is op basis van de normering uit het erkend snoeimodel van Quercus boomverzorging vertaald in kosten voor het onderhoud van het totale Roermondse bomenbestand (zie financiële paragraaf). Om over te kunnen gaan op deze nieuwe methodiek moeten meer kenmerken van bomen geïnventariseerd worden, zoals gewenste opkroonhoogte en hoogte van bomen, dan nu in het GBI opgenomen zijn. Naast nieuwe kenmerken moeten de ontbrekende 10.000 bomen gemuteerd worden in het GBI. In de praktijk betekent dit dat alle bomen opnieuw geïnventariseerd moeten worden.
3.4 Uitvoering De gemeente beschikt over een eigen Boomploeg. Rekening houdend met het feit dat deze ploeg ook ingezet wordt voor overige werkzaamheden (evenementen, afhandeling klachten, gladheidbestrijding, hoog water enzovoort) is zij per week 4 dagen beschikbaar voor het boomonderhoud. Dit betekent dat de Boomploeg over 6 jaar gemiddeld 40% van het werk per jaar kan uitvoeren. De capaciteit van de
12
gemeentelijke Boomploeg is daarmee onvoldoende om het totale gemeentelijke bomenbestand te onderhouden. Het resterende gedeelte wordt aanbesteed in de vorm van een raamovereenkomst via een contractduur van 4 jaar met een optie tot verlenging met 2 x 1 jaar. De beheercyclus voor een groot aantal bomen is 6 jaar. Voorgesteld wordt elke 4 jaar het tot dan uitgevoerde beheer te evalueren. Op deze manier is tijdig ingrijpen nog mogelijk en kan de overeenkomst nog 2 x 1 jaar worden voorgezet alvorens opnieuw aan te besteden. Dit betekent voor de gemeente grip op de uitvoering en voor de opdrachtnemer continuïteit.
3.5 Financiën Uit bovenstaande paragrafen blijkt dat het aantal te onderhouden bomen globaal 10.000 stuks hoger is dan het aantal dat nu in het GBI is opgenomen (nu 24.500). In het eerste jaar dient, naast de reguliere snoeiwerkzaamheden, veel achterstallig onderhoud weggewerkt te worden waardoor in dit jaar eenmalig € 200.000 extra investering nodig is. Vanaf 2014 tot en met 2018 kunnen de noodzakelijke snoeikosten uit de reguliere budgetten gedekt worden. Naar verwachting zullen de onderhoudskosten voor de bomen, bij een gelijkblijvend aantal, stabiel blijven in de periode van 2019 tot en met 2024 indien er voldoende geïnvesteerd wordt in vervanging van slechte bomen. Hierbij moet wel aangetekend worden dat 7 tot 12 jaar vooruit kijken veel onzekerheid met zich meebrengt. Zie voor verdere uitwerking Hoofdstuk 6 Financiële paragraaf. Vervangingsinvesteringen Het gemeentelijk bomenbestand vertegenwoordigt een grote waarde. Op basis van de representatieve inventarisatie en kengetallen zijn de langjarige financiële consequenties in beeld gebracht waarvan de benodigde vervangingsinvesteringen ook een onderdeel zijn. Om slechte bomen te kunnen vervangen is jaarlijks in de begroting € 73.000 (bomenprogramma) opgenomen. Ook zijn in de afgelopen jaren bomen vervangen als onderdeel van het wijkgerichte groot onderhoud waarbij de openbare ruimte integraal aangepakt wordt (onder ander Kemp, Veld, Kapel, Vrijveld, Roerzicht, Leeuwen en Maasniel). Naast het jaarlijkse bomenprogramma worden ook bomen vervangen uit kredieten voor diverse incidentele projecten waarbij de gemeentelijke infrastructuur geheel of gedeeltelijk vervangen wordt (zoals de Geuljanslaan, Bredeweg en de N-271). Globaal is in de afgelopen 10 jaar gemiddeld jaarlijks € 150.000,- geïnvesteerd in het rooien en planten van bomen in wijkgericht groot onderhoud en incidentele projecten. Om het totale bomenstand optimaal te houden is jaarlijks € 500.000,- aan vervangingsinvesteringen noodzakelijk uitgaande van een gemiddelde omlooptijd (levensduur) van 40 jaar. Buiten de bovenstaande jaarlijkse investeringen in vervangingen dient, om het bomenbestand in optimale conditie te houden, € 277.000,- extra in de begroting opgenomen te worden voor vervanging van bomen die niet in de diverse projecten en groot onderhoud vervangen worden. Samenvattend: Totaal jaarlijks benodigde middelen voor vervanging bomen Vervanging via bomenprogramma Vervanging bomen in incidentele projecten en wijkgericht onderhoud Extra jaarlijks benodigde middelen voor vervanging bomen
€ 500.000 - € 73.000 - € 150.000 € 277.000
Indien de gemeente Roermond het budget voor vervangingsinvesteringen (bomenprogramma) niet verhoogd, zal op termijn, ondanks goed onderhoud, de kwaliteit van het bomenbestand achteruitgaan. Deze achteruitgang zal leiden tot hogere onderhoud- en vervangingskosten in de toekomst. Om dit te voorkomen is het noodzakelijk meer structurele middelen voor vervanging in de begroting op te nemen. Gelet hierop wordt voorgesteld een eventueel aanbestedingsvoordeel uit de raamovereenkomst jaarlijks in te zetten ten behoeve van vervanging van bomen.
13
4 Instrumenten Om dit Bomenbeheerplan handen en voeten te geven staan ons diverse instrumenten tot beschikking op zowel het gebied van beheer als op dat van processen en wet- en regelgeving. Onderstaand staan deze kort uitgelegd.
4.1 Beheerinstrumenten Goed beheer is essentieel om vitale, duurzame volwassen bomen te krijgen. Onderstaande instrumenten zijn daarbij cruciaal om dit te bereiken. • Planmatig Boombeheer De tot op heden door de gemeente gebruikte systematiek (drie aparte rondes nodig voor onderhoud, inventarisatie en VTA controle) is omslachtig en leidt niet tot het gewenste resultaat. Door de mogelijkheid deze drie rondes in de nieuwe systematiek gecombineerd uit te voeren, wordt een efficiëntieslag gemaakt. Door gebruik te maken van planmatig boombeheer kan betrekkelijk snel en zeker eenvoudiger een administratief en geografisch overzicht gegenereerd worden van de onderhoudstoestand van alle bomen (behalve de bossen) in de gemeente. Tijdens de inventarisatie en naderhand bij het onderhoud wordt een mobiele applicatie gebruikt waarin direct datum, tijdstip, inspecteur en uitgevoerde actie wordt vastgelegd. • Structuurkaart (bijlage 2) In het Groenbeheersplan 1993 is destijds een structuurkaart opgenomen met aanbevelingen waar deze mogelijk is uit te breiden. De gemeente liet in deze kaart zien welke lanen, solitaire bomen en boomgroepen de groene structuur vormen binnen de gemeente. Een totaaloverzicht van het huidige aantal bomen en hun standplaats is opgenomen in het GBI.
De Kapellerlaan is opgenomen in de structuurkaart
De kaart uit bijlage 2 geeft u inzicht in de structuren binnen de gemeente Roermond anno 2011 met als uitgangspunt de stedelijke structuur daar waar deze wordt versterkt door de groene structuur. In samenwerking met de stedenbouwkundige van de afdeling PP vormen onderstaande punten de basis voor verdere aanvulling en uitwerking: o behouden van bestaande actuele structuren o waar nodig aanvullen van bestaande actuele structuren o waar mogelijk herstellen van historische structuren Deze kaart toont de methodiek maar heeft nog nadere invulling nodig. Uiteindelijk zal de kaart dienen als hulpmiddel om de structuur inzichtelijk te houden en daar waar mogelijk te verstevigen. Niet alleen
14
de afdeling BOR heeft zich hiermee bezig gehouden ook vanuit de afdeling PP wordt hiervoor input geleverd. Bij een kapaanvraag voor bomen op deze structuurkaart beoordelen zowel de afdeling PP (stedenbouwkundige) als de afdeling BOR (beheerder) de aanvraag. Bij een negatief kapadvies van één van beide wordt de PH gemandateerd om een besluit te nemen. Dit betekent niet dat voor de overige bomen uit het GBI geen kapvergunning meer nodig is. De kapvergunningen voor deze bomen worden afgehandeld door de beheerder van BOR en hoeven niet ook door de stedenbouwkundige beoordeeld te worden. • Kaart monumentale bomen (bijlage 3) De gemeente heeft binnen haar grenzen een behoorlijk aantal bomen met een speciale status namelijk: monumentale bomen. Van deze bomen is een lijst opgesteld (Groenbeheersplan 1993) en deze staan op de digitale kaart van de gemeente. In de door de raad van de voormalige gemeente Swalmen vastgestelde Bomennota 1992 is de inventarisatie van de belangrijke bomen uit de voormalige gemeente Swalmen (Bomennota) vastgesteld. Deze bomen krijgen na goedkeuring van dit Bomenbeheerplan dezelfde status als de huidige monumentale bomen van Roermond en worden eveneens toegevoegd aan de lijst en opgenomen in de kaart. De bomen uit de lijst zijn uniek en waardevol en de gemeente hecht grote waarde aan het behoud ervan. Niet iedere boom komt echter op deze lijst. De status wordt verkregen door aan bepaalde criteria te voldoen (zie bijlage 4). Door gebruik, te maken van de gegevens uit het beheersysteem is het mogelijk bomen gedurende de tijd ‘op te waarderen’ naar monumentaal. De aangepaste lijst wordt aan de Raad ter besluitvorming voorgelegd.
Monumentale beuken in Kapel in ’t Zand.
De gemeente heeft per jaar € 2094,- beschikbaar ter ondersteuning van eigenaren van particuliere monumentale bomen. Op basis van ervaringsgegevens blijkt dat per jaar 8 verzoeken worden ingediend voor een bijdrage aan het onderhoud. Eenieder kan onbetaald advies over de staat van een particuliere monumentale boom inwinnen bij de gemeente. Een rapport over deze zogenaamde VTA controle wordt dan beschikbaar gesteld. Indien de boom vervolgens door een erkend boombedrijf wordt gesnoeid, kan een bijdrage in de kosten worden uitgekeerd van 10% van de totale rekening met een maximum van € 250,-. Wanneer het hele budget is uitgegeven, worden er dat jaar geen verzoeken meer gehonoreerd. • Kaart grenzen bebouwde kom Boswet (bijlage 5) Op grond van het gestelde in artikel 1, vijfde lid, van de Boswet dient de gemeente een bebouwde komgrens vast te stellen voor de uitvoering van de Boswet. De gemeente Roermond heeft in dit kader eerder een bebouwde komgrens vastgesteld, maar deze is erg verouderd. Na de herindelingen met de voormalige gemeente Swalmen heeft er geen aanpassing meer plaatsgevonden. De huidige grens komt niet meer overeen met de actuele bebouwing in de gemeente Roermond en daarom is een aanpassing vereist. Op dit moment valt een aantal bomen zowel onder een Bestemmingsplan als onder de Boswet. Dit betekent dat de Boswet buiten de bebouwde kom van toepassing is op bospercelen en landschapselementen ≥ 10 are en groepen laanbomen van meer dan 20 stuks. De provincie is
15
verantwoordelijk voor het beleid en de handhaving van de Boswet en hierop heeft de gemeente geen directe invloed. Het is echter wel mogelijk om samen met de provincie een kaart “bebouwde kom Boswet” te maken. Het opstellen van deze kaart is in onderstaande procedure gebracht. • overleg met Provincie • aanpassingen op de kaart doorvoeren • ter inzage legging gedurende 30 dagen en bekendmaking hiervan in Staatscourant en plaatselijke bladen • vaststelling door Raad • ter goedkeuring voorleggen aan GS Zodra bovenstaande procedure is doorlopen en de grenzen zijn vastgesteld, geldt alleen de Boswet buiten de bebouwde kom. De gemeente heeft dan geen bemoeienis meer met bomen buiten de bebouwde kom behalve met de monumentale bomen. Deze houden hun aparte status. Het aanpassen van de grenzen voorkomt, voor een groot deel, de overlap tussen diverse regelgevingen en betekent de overgang van 2 vergunningen naar 1 vergunning: een zeer welkome vorm van deregulering. Wet- en regelgeving instrumenten en besluiten Zonder duidelijke richtlijnen over wat er wel en niet mogelijk is, heeft een Bomenbeheerplan geen zin. Een eigenaar van bomen kan aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade of letsel indien onvoldoende zorg aan bomen is besteed. Behalve het voldoen aan de Wettelijke Zorgplicht (zie bijlage 6) dienen de overige onderstaande instrumenten te worden ingezet om de uitgezette lijn te bewaken. • Algemene Plaatselijke Verordening (APV) In de APV van de gemeente Roermond zijn diverse regels opgenomen met betrekking tot de gemeentelijke houtopstanden. Met deze regels heeft de gemeente een juridisch instrument in handen om de kwaliteit en kwantiteit van het bomenbestand te beïnvloeden. Naast de APV gelden ook landelijke wetten en regels met betrekking tot de bomen. Om de werkwijze te vergemakkelijken en te verduidelijken wordt voorgesteld de APV op enkele punten, die in bijlage 7 kort worden weergegeven, aan te passen/aan te vullen. • Handhaving Een belangrijk onderdeel van het beheer is het uitvoeren van handhaving. Zonder een gedegen handhaving is het niet mogelijk om overtreders aan te pakken. Gerichte controle op kap en/of de in de kapvergunning verplichte herplant voor derden (inwoners, bij projecten) wordt volgens een bepaalde procedure uitgevoerd. De wijkopzichter controleert de herplant. De wijkopzichter kan ook constateren dat (illegaal) gekapt wordt maar kan niet handhavend optreden. Meestal gaat het om een actie geïnitieerd door een alerte burger of collega. Indien nodig wordt dan de handhavingspocedure gestart en de BOA’s ingezet die deze bevoegdheid wel hebben. Gemeentelijke besluiten met betrekking tot compensatie De interpretatie van de wijze van compenseren van gekapte bomen is intern niet altijd eenduidig. Om interpretatieverschillen te voorkomen worden de afspraken rondom het compenseren van bomen in onderstaande alinea’s verduidelijkt. • Herplant Het streven van de gemeente is gekapte bomen 1 op 1 te herplanten. In de praktijk blijkt dit fysiek niet altijd mogelijk omdat door een veranderde inrichting van de openbare ruimte geen geschikte groeiplaats voor herplant op of nabij dezelfde locatie voorhanden is. In het kader van herplant worden afwegingen gemaakt aan de hand van onderstaande prioritering: 1. gelijkwaardige compensatie op locatie; 2. gelijkwaardige compensatie in nabijheid van plangebied; 3. gelijkwaardige compensatie binnen de gemeentegrenzen; 4. gelijkwaardige compensatie buiten de gemeentegrenzen en alleen na overleg met PH. De gemeente maakt de afweging of de te kappen houtopstand van dusdanige waarde is dat herplant plaats moet vinden. In het kader van het hierboven beschreven 40 + besluit is herplant op dezelfde
16
locatie ook niet verplicht maar dienen gemiddeld per jaar 40 bomen meer geplant dan gekapt te worden waarbij in enig jaar ook een negatief saldo mag ontstaan dat in een toekomstig jaar, indien noodzakelijk, wordt weggewerkt door meer bomen aan te planten. Kapaanvragen zullen steeds kritisch beoordeeld worden op de mogelijkheid en/of wenselijkheid van herplant. Een belangrijk criterium hierbij is dat herplant zoveel mogelijk op een kwalitatief hoogwaardige groeiplaats plaatsvindt zodat deze bomen niet op termijn voor voorzienbare problemen gaan zorgen (bijvoorbeeld opgedrukte verhardingen). • Raadsbesluit 40+ Via een Raadsbesluit uit 2007 is besloten dat het totale gemeentelijke bomenbestand met 40 bomen per jaar moet toenemen als compensatie voor het vrijgeven van het kappen van minder dan 6 bomen door particulieren. Gemiddeld dienen per jaar 40 bomen meer geplant dan gekapt te worden. Gerekend wordt in clusters van 4 jaar. Reden hiervoor is dat de kap van bomen regelmatig aan het eind van een jaar plaatsvindt terwijl de compensatieaanplant ervan juist in het voorjaar uitgevoerd dient te worden omdat dit de gunstigste tijd voor aanplant is. Door te clusteren worden deze legitieme afwijkingen ondervangen. Indien het saldo gemiddeld over 4 jaar negatief is, dient dit saldo in de daaropvolgende jaren minimaal aangevuld te worden tot nul. Jaar 2008 2009 2010 2011
Geplant 420 788 653 1983*
Gekapt 330 634 702 350
Saldo/jaar 40 + besluit 90 -40 154 -40 -49 -40 1633 -40
Saldo na 40+ 50 114 -89 1593
Gemiddeld saldo/4jaar
417
* In 2011 zijn 1.500 zoete kersen geplant als compensatie voor de kap van 42 populieren aan de Kroppestraat. Uit bovenstaande blijkt dat er tot 2011 ruimschoots aan de 40+ wordt voldaan.
4.2 Procesinstrumenten Tijdens de planontwikkeling bestaat het risico dat het belang en het behoud van bomen op de achtergrond raakt. Door de BEA (Bomen Effect Analyse) en de 12 geboden Boombescherming deel uit te laten maken van het proces dat doorlopen moet worden bij de planontwikkeling waarborgt de gemeente dat er voldoende aandacht aan het aanwezige en het te realiseren groen wordt gegeven. • BEA standaard Kan de boom, in het perspectief van de voorgenomen bouw of aanleg, in zijn huidige verschijningsvorm en op deze standplaats, duurzaam behouden blijven? De BEA geeft een antwoord en een advies op deze vraag. (Zie bijlage 8) • Boombescherming Dit is een instrument ontwikkeld door de Bomenstichting en het geeft 12 gouden regels die bij de bouw of aanleg van projecten in de buurt van bomen moeten nageleefd. (zie bijlage 9) • TIR (Technische Inrichtingseisen Roermond) Hierin staan ook de eisen die gesteld worden aan de plantplaats. Indien aan deze eisen wordt volstaan, worden bomen op de juiste manier aangeplant en dat scheelt later in de kosten voor onderhoud en vroegtijdige kap.
17
Bredeweg: voorbeeld van nieuwe aanplant.
18
5 Controle en rapportage Dit Bomenplan wordt eens in de 6 jaar geëvalueerd. Dit komt overeen met de termijn waarop een nieuwe aanbestedingsronde wordt ingezet. Op basis van de uitkomsten wordt besloten aanpassingen in de opzet al dan niet uit te voeren. Om te voorkomen dat het zicht op het aantal bomen verloren gaat wordt er jaarlijks gerapporteerd waarin de volgende punten/vragen aan de orde komen: • inventarisatie van aantallen • lijst kapvergunningen • waarom is dit gedaan (verantwoording) • lijst met aantal bomen die verplicht herplant moeten worden • controle van de verplichte herplant (dus met data wanneer de herplant uitgevoerd had moeten worden) De lijst met monumentale bomen wordt eens in de 6 jaar geactualiseerd. De jaarlijkse update van de Structuurkaart loopt óf via een B&W-voorstel óf via een mandaat aan de PH.
19
6. Financiële paragraaf Uit de huidige beheergegevens blijkt dat de gemeente aanzienlijk meer bomen bezit dan in het GBI zijn opgenomen. Het verschil bedraagt globaal 10.000 bomen. Door via planmatig boombeheer efficiënter te gaan werken kan toch het totale bomenbestand na 2013 met de regulier beschikbare middelen onderhouden worden. Om nog aanwezige achterstallig onderhoud weg te werken is in 2013 een eenmalige extra investering nodig. De extra investering om het achterstallig onderhoud weg te werken in 2013 bedraagt € 200.000,- . Deze bestaat uit twee onderdelen. 1. Van RWS is € 61.000,- ontvangen als afkoopsom voor het onderhoud en herplant van dode bomen langs de A73. De kosten voor herplant van dode bomen bedragen € 21.000. Het restant van € 40.000 kan ingezet worden als gedeeltelijke dekking van de extra investering van € 200.000,- omdat de kosten van het onderhoud van deze overgedragen bomen meegenomen zijn in de berekening van het totale bomenbestand. 2. De bestemmingsreserve “Groen voor groen” is in 2003 ingesteld om te komen tot uitvoering van bestaande en nieuwe plannen op het gebied van natuurontwikkeling. Eerder is het wegwerken van achterstallig onderhoud uit het Groenbeheerplan gefinancierd uit de bestemmingsreserve “Groen voor groen”. Onderhoud en herstructurering van het Bomenplan past binnen de geldende beleidskaders van de bestemmingsreserve “Groen voor groen”. Voorgesteld wordt om het restant van € 160.000,- (€ 200.000,- min € 40.000,-) dat nodig is voor het wegwerken van zwaar achterstallig onderhoud van de bovengenoemde 10.000 bomen te dekken uit de bestemmingsreserve “Groen voor groen”. Daarnaast is er het jaarlijks terugkerende onderhoud. De kosten hiervan bedragen gemiddeld € 377.000,- per jaar. Een deel hiervan (ongeveer 40% met een waarde van € 148.000,-) wordt uitgevoerd door de gemeentelijke Boomploeg. Het resterende deel wordt extern aanbesteed. Buiten de eenmalige extra investering van € 200.000 in 2013 is de gemeente door de invoering van planmatig boombeheer in staat het onderhoud van het totale bomenbestand (globaal 35.000 bomen) binnen de eigen budgetten uit te voeren. In onderstaande tabel zijn de financiële consequenties verder uitgewerkt.
Jaren Totale kosten beheer bomen per jaar Capaciteit gemeentelijke Boomploeg Totaal benodigd budget per jaar Budget begroting Tekort 2013
2013
2014
2015
2016
2017
2018
€ 585.000
€ 377.000
€ 377.000
€ 377.000
€ 377.000
€ 377000
€ 148.000
€ 148.000
€ 148.000
€ 148.000
€ 148.000
€ 148.000
€ 437.000
€ 227.000
€ 227.000
€ 227.000
€ 227.000
€ 227.000
€ 237.000
€ 227.000
€ 227.000
€ 227.000
€ 227.000
€ 227.000
€ 200.000
€
€
€
€
€
0
0
0
0
0
Vervangingsinvesteringen liften op dit moment mee in de kredieten voor wijkgericht groot onderhoud en incidentele projecten. Daarnaast vindt vervanging plaats uit de middelen voor het jaarlijkse bomenprogramma. Om alle bomen bij einde van hun levensduur te kunnen vervangen is bovenop de middelen uit bovenstaande kredieten nog € 277.000,- extra noodzakelijk. Gelet hierop wordt voorgesteld een eventueel aanbestedingsvoordeel uit de raamovereenkomst jaarlijks in te zetten ten behoeve van vervanging van bomen.
20
Bijlage 1 Schema Groenstructuurplan Roermond
21
Bijlage 2 Structuurkaart
22
Bijlage 3 Kaart monumentale bomen
23
Bijlage 4 Criteria monumentale bomen Monumentale boom (gemeentelijk en particulier) • De leeftijd van de boom is minimaal 50 jaar • De standplaats biedt de boom de ruimte om verder uit te groeien • De boom is zeldzaam in de gemeente vanwege dikte, ouderdom of hoogte • De boom is van grote dendrologische waarde door zijn zeldzaamheid, variëteit of groeivorm • De boom is van historische betekenis vanwege de standplaats bij bijvoorbeeld een kapel of kasteel en geldt als markeringsboom. • De boom is geplant door een belangrijk persoon (bijvoorbeeld de koningin) of tijdens een speciale gelegenheid (bijvoorbeeld 1000 jarig bestaan van Herten). • De boom is opgenomen op de lijst van monumentale bomen van de Bomenstichting. Waardebepaling • welke criteria/rekenmethode gebruikt de NVTB (Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen) • algemeen • speciale bomen • instrument ter voorkoming van schade (clausule opnemen in iedere vergunning/ieder bestek dat schade wordt beoordeeld door onafhankelijke taxateur en veroorzaker aansprakelijk stellen) • de geïnde schadebedragen worden gereserveerd voor het onderhoud van particuliere monumentale bomen. Aankoop • duurzaam: norm vaststellen • biodiversiteit (lijstje opstellen van bomen die hiervoor in aanmerking komen) • ook duurzaam onderhouden en beheren opnemen
24
Bijlage 5 Grenzen bebouwde kom volgens Boswet
25
Bijlage 6 Wettelijke Zorgplicht Op basis van rechtspraak wordt in de praktijk onderscheid gemaakt tussen: 9 Algemene zorgplicht (systematische boomcontrole en zonodig maatregelen) 9 Verhoogde zorgplicht (jaarlijkse controle voor bomen met verhoogde gevaarzetting) 9 Onderzoeksplicht (bij bomen waar uitwendige gebreken zijn vastgesteld die gevaar kunnen opleveren. Doel is maatregelen bepalen en uitvoeren om risico te minimaliseren) Bij schade of calamiteiten moet een boomeigenaar kunnen aantonen dat betreffende bomen regelmatig zijn onderhouden. De gemeente heeft als eigenaar van bomen en houtopstanden bos deze wettelijke zorgplicht: zij dient haar bomen te onderhouden en deze daarnaast regelmatig en systematisch te controleren op uitwendige zichtbare gebreken. In beginsel volstaat uitwendige inspectie tenzij er aanleiding is om ook tot inwendige inspectie over te gaan. Op dat moment ontstaat een onderzoeksplicht. Acute gevaren moeten zo snel mogelijk worden opgelost. De inspectie moet regelmatig plaatsvinden volgens een bepaald systeem. Een helder plan van aanpak en een schriftelijke/digitale vastlegging is daarbij onontbeerlijk. Bovenstaande betekent niet dat alle bomen aan dezelfde zware zorgplicht worden onderworpen. De omvang van de zorgplicht is een afweging tussen de kosten van de inspectie en onderhoud en de kans op schade. Anders gezegd: hoe kleiner de kans op schade (afgelegen en sporadisch belopen paden op houtopstanden) hoe lager de eisen zijn aan inspectie en onderhoud. De zorgplicht is daarmee het intensiefste voor bomen langs openbare wegen en op parkeerterreinen (voor zover gemeentelijk bezit) omdat de kans op schade daar ook groter is. Door te werken volgens de methode Planmatig Boombeheer voldoet de gemeente, in principe, aan haar zorgplicht omdat het onderhoud hiermee structureel wordt geborgd en geregistreerd. Een belangrijk onderdeel van Planmatig Boombeheer is namelijk het structureel, planmatig uitvoeren van VTA (Visual Tree Assessment) door gecertificeerde boominspecteurs die de bomen visueel controleren op gebreken en geconstateerde gebreken verhelpen.
26
Bijlage 7 Voorgestelde aanpassingen APV A. Artikel 4:10 lid 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het huidige lid a en verder wordt vernummerd tot lid b en verder. 2. De volgende begripsbepaling wordt toegevoegd: “a. boom: houtachtig overblijvend gewas, dood of levend, met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal tien centimeter op 1,30 meter boven het maaiveld. In geval van meerdere stammen geldt de dikste stam. B. 1. In artikel 4.11 lid 2, onder b, wordt het woord: “vruchtbomen” vervangen door: “fruitbomen en coniferen aangeplant als erfafscheiding”. 2. Artikel 4.11 lid 2, onder f, wordt de huidige tekst vervangen door de navolgende tekst: “houtopstanden die zijn gelegen buiten de bebouwde kom”. 3. In artikel 4.11 lid 3 wordt na de woorden: “niet meer dan 5 bomen” toegevoegd: “per jaar”.
27
Bijlage 8 BEA checklist Inleiding • Aanleiding opstellen BEA • Vraagstelling of probleemstelling opdrachtgever • Standaardvraag BEA: kan de boom duurzaam behouden blijven? • Situatie en uit te voeren werk Beoordeling • Kwaliteit van de houtopstand o beleidsstatus o visuele boomcontrole o toekomstverwachting in onveranderde of verbeterde omstandigheden • Fase waarin project zich bevindt o onomkeerbare besluiten • Gevolgen werk voor boom o per bouwonderdeel of -fase o bovengronds en ondergronds o alternatieven voor de uitvoering van het werk o meest boomvriendelijke alternatief Conclusie • Duurzaam behoud boom op standplaats is mogelijk/onmogelijk o mogelijk: randvoorwaarden uitvoering en aanbevolen/noodzakelijke beschermende maatregelen (per bouwfase) o onmogelijk: eventueel alternatieve boommaatregelen • Eindoordeel vraag/probleem opdrachtgever Aanbevelingen • Nader onderzoek • Controle
28
Bijlage 9 Boombescherming
29