3.5. Beleidsregels huisbezoek Gemeente Roermond Onderstaande richtlijn (B039) geeft aan welke beleidsregels gelden ten aanzien van (onaangekondigde) huisbezoeken. Stappenplan huisbezoek We doen dat in drie fasen, die weer onderverdeeld zijn in verscheidene stappen. 1 Voorbereiding Om een huisbezoek goed te kunnen laten verlopen is het van belang de belanghebbende en zijn situatie te kennen. De 2 medewerkers, die op huisbezoek gaan dienen zich gezamenlijk tevoren terdege voorbereid te hebben. Stap 1 Bronnenonderzoek In ieder geval dient als basis nader te worden onderzocht: 1. Het uitkeringsdossier; 2. De gemeentelijke basisadministratie GBA 3. De gegevens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer; 4. Overige OZB-gegevens, SUWI.net- inkijk Bronnenonderzoek: 1 Het uitkeringsdossier en andere bronnen. Het dossieronderzoek, al dan niet digitaal is een essentieel onderdeel in het onderzoek naar de woonsituatie van de belanghebbende. Uit de praktijk blijkt dat in dossiers bescheiden zijn opgeslagen waarvan de inhoud niet altijd de nodige aandacht heeft gekregen en die bij nadere bestudering duidelijke fraudesignalen laat zien. Ook is het ontbreken van een goede verslaglegging van de waargenomen fraudesignalen geen uitzondering. De informatie die wij tijdens het dossieronderzoek verzamelen, kan de effectiviteit van het huisbezoek vergroten doordat doelgerichter gewerkt kan worden. Bij het raadplegen van het uitkeringsdossier dient men te letten op het volgende: 1. Kopie van het legitimatiebewijs. 2. Afschrift van het huurcontract: geen of schimmige huurovereenkomst. 3. Is de huurder / verhuurder de ex-partner. 4. Langdurige kamer(ver)huur/kostganger. 5. Relatief lage huur voor de kamer. 6. Jarenlang dezelfde huurprijs voor de kamer / vergoeding kostgangerschap. 7. Geen huursubsidie aangevraagd. 8. Meeverhuizen (herhaaldelijk) van de kamerhuurder / kostganger. 9. De leeftijd van belanghebbende en (ver)huurder, kostganger/hospita zijn ongeveer gelijk. 10. Niet (tijdig) reageren op oproepen. 11. Retour komen van poststukken. 12. Afschriften van bank en/of giro: • Wordt bij alleenstaande / 1-ouder voor 2 pasjes betaald). • Na uit elkaar gaan en verhuizing wordt de bankrekening nog steeds naar het oude adres gestuurd. • Het voortbestaan van gezamenlijke rekeningen, na het uit elkaar gaan. • Brandstof tanken terwijl belanghebbende geen voertuig op naam heeft. • Hoge / lage energielasten. • Afrekening van de nutsbedrijven (belanghebbende krijgt geld terug). • Afschrijvingen naar nutsbedrijven bij een kamerhuurder of kostganger. • Geldopnames / betalingen op plaatsen die sterk afwijken van het adres van de belanghebbende. • Inkomsten / uitgaven patroon.
• •
Kasstortingen. Overboekingen naar andere (onbekende) rekeningnummers in het bijzonder bank of giro. • Verzekeringen / premiebetalingen. • Lidmaatschap verenigingen. • Betaalbewijzen van de huur. 13. Bescheiden met betrekking tot echtscheiding. 14. (Verschillende) telefoonnummers. 15. Echtscheidingsprocedure wordt niet in- of voortgezet. 16. Voldoet de onderhoudsplichtige aan zijn verplichtingen. 17. Komen bij geschreven stukken de handschriften overeen (denk ook aan de inkomstenverklaringen (IV’s) die bij het dossier behoren). 18. Alert zijn op het betere knip- en plakwerk bij ingeleverde stukken. 19. Opgegeven vakanties (waarheen, hoelang, kosten, wijze van verblijf, manier van reizen). 20. Fraudemeldingen. Bronnenonderzoek: 2 De Gemeentelijke Basis Administratie De volgende informatie is belangrijk: 1. Welke personen staan ingeschreven op het adres van belanghebbende? 2. Wat is de burgerlijke staat van de belanghebbende? 3. Wat is de burgerlijke staat van de overige ingeschreven personen? 4. Is er een kind dat wel of niet erkend is door een vader, vader wel of niet bekend, wie heeft kind aangegeven? 5. Staat (oudere) belanghebbende bij ouders of familie ingeschreven? 6. Waar staat de ex-partner ingeschreven (schoon- familie / buren)? 7. Aantal ingeschreven personen in overeenstemming met de grootte van de woning (plaatselijke bekendheid)? 8. Heeft belanghebbende een rijbewijs? 9. Is de leeftijd van belanghebbende en (ver)huurder, kostganger / hospita ongeveer gelijk? Bronnenonderzoek: 3 De Rijksdienst voor het Wegverkeer Bij de RDW kan men onder andere inzicht krijgen in: 1. Kenteken (auto – motor – caravan) op naam van belanghebbende. 2. Kenteken (auto – motor – caravan) geregistreerd op adres van belanghebbende. Bronnenonderzoek: 4 Overige 1. OZB 2. Suwinet Inkijk 3. pm De basis van de inlichtingenplicht en gegevensuitwisseling is gelegd in de artikelen 63 en 64 van de Wet Werk en Bijstand. Deze artikelen zijn achter in de bijlage van deze werkinstructie opgenomen. Bovenstaande bronnen dienen zoals gezegd minimaal te worden geraadpleegd. Verder wordt verwezen naar de instanties zoals verwoord in de artikelen 63 en 64 Wet Werk en Bijstand. Kortom bereid je goed voor, raadpleeg alle bronnen en bedenk welke informatie in verband met de rechtmatigheid nog nader onderzoek vergt als uitkomst van het huisbezoek. Stap 2 Uitnodiging Uitnodigingsbrief afgeven of opsturen aan de belanghebbende om op de dienst te komen. 1. Onderwerp: de toewijzing dan wel de voortzetting van de uitkering (niet vermelden dat het om een huisbezoek gaat). 2. Aangeven dat het onderzoek ongeveer 2 uur kan gaan duren. 3. Verzoeken tot het meebrengen van bank- of giroafschriften van de laatste 3 maanden, huurcontract.
Stap 3 Collega inschakelen en informeren Wij kunnen natuurlijk ook stap 2 overslaan en direct op huisbezoek gaan. Tijdig afspraak maken met een collega, te denken valt aan de fraudepreventiemedewerker of collega Bijstandszaken die zich beschikbaar houdt om mee te gaan op het geplande tijdstip van het huisbezoek. Maak tevoren duidelijke afspraken met de collega wie het woord voert en wie de gegevens noteert. Ga nooit alleen ! Stap 4 Melden van het huisbezoek Laat weten aan de administratie dat jullie op huisbezoek gaan. 1. Geef het adres op waar jij en je collega naartoe gaan. 2. Geef de naam van de belanghebbende op. 3. Geef aan hoe laat jullie daar denken te zijn. 4. Geef het tijdstip waarop je denkt terug te zijn. 5. Indien bekend geef dan ook het tele foonnummer van de belanghebbende door. 6. Vraag je collega’s jullie te bellen zodra jullie niet op het verwachte tijdstip terug zijn. Neem een mobiele telefoon mee! Laat de mobiele nummers achter waarop jullie te bereiken zijn. Stap 5 Randvoorwaarden Zaken die mee moeten: 1. Pen en notitieblok; 2. Het gemeentelijk legitimatiebewijs; 3. Mobiele telefoon; 4. Papier waarop de bij de dienst bekende bank- en girorekeningen van de belanghebbende staan vermeld alsmede andere belangrijke zaken (b.v. naam en geboortedatum van de expartner, kenteken, enz); 5. Formulier gespreksbevestiging 6. Blanco uitnodigingsbrief voor gesprek op de dienst; 7. Voorlichtingsmateriaal. 2 Uitvoering Houd bij de uitvoering van het huisbezoek rekening met de volgende aandachtspunten: • Het huisbezoek dient te worden uitgevoerd gedurende kantoortijden. Slechts bij uitzondering kan hiervan worden afgeweken. • Het huisbezoek wordt altijd door 2 medewerkers verricht. Blijf in de woning steeds bij elkaar. Dit in verband met eigen veiligheid en bewijskracht. • Bij het vermoeden dat 2 belanghebbenden, die op afzonderlijke adressen staan beschreven, een gezamenlijke huishouding voeren, verdient het aanbeveling om op beide adressen gelijktijdig een huisbezoek te verrichten. • Dit kan ook indien 1 van de partijen geen belanghebbende is. Echter mocht de nietbelanghebbende geen medewerking verlenen, dan kunnen daar geen consequenties aan verbonden worden. • Parkeer de auto uit het zicht van het adres waar je het huisbezoek gaat verrichten. • Kijk in de omgeving of je een auto (kenteken) ziet van een mogelijke partner. • Kijk welke naam of namen je op het naambordje ziet. • Kijk of de gordijnen zijn gesloten of geopend. 1. Bel aan. 2. We gaan ervan uit dat belanghebbende niet eerst op de dienst is uitgenodigd. Als de belanghebbende niet thuis is laat dan een uitnodigingsbrief achter waarin de belanghebbende wordt opgeroepen de volgende dag op de dienst te komen voor een gesprek over de bijstandsverlening (niet specifiek vermelden dat het om een huisbezoek gaat). In de brief duidelijk aangeven dat het gesprek ongeveer 2 uur gaat duren. Vermeldt het telefoonnummer waarop je zelf te bereiken bent. Na het gesprek op de dienst kan
aansluitend het huisbezoek plaatsvinden. De belanghebbende kan zich dan niet beroepen dat hij geen tijd heeft. De brief gaf reeds een tijdsduur van 2 uur aan. 3. Legitimeer jezelf en je collega en deel het doel van je komst mede. 4. Vraag toestemming om binnen te komen. 5. Indien de toestemming wordt geweigerd, vraag dan de reden en geef aan dat hiermee niet wordt voldaan aan de inlichtingen- en medewerkingsverplichting, hetgeen gevolgen zal hebben op de uitkering, immers nu kan de rechtmatigheid niet worden vastgesteld.. 6. Indien de belanghebbende vervolgens wel toestemming geeft, gaan jullie naar binnen en start het huisbezoek. Ga dan verder bij punt 11. 7. Indien de belanghebbende bij zijn weigering blijft, vraag dan de reden van de weigering en geef dan aan belanghebbende duidelijk en bondig aan wat de consequenties zijn voor het recht op uitkering. 8. Indien de belanghebbende bij zijn weigering blijft, vertrekken jullie.Maak direct rapport op omtrent de bevindingen. De uitkering dient middels een beschikking te worden beëindigd of te worden afgewezen in verband met het schenden van de inlichtingenplicht. 9. Indien de belanghebbende alsnog toestemming geeft, ga je naar binnen en vang je aan met het huisbezoek. 10. Begin direct met waarnemen en het noteren van je bevindingen. 11. Begin op de begane grond. Pas als je daar klaar bent ga je naar de volgende woonlaag en zo verder. Vergeet een eventueel souterrain, zolder en afzonderlijke berging / schuur / garage niet. 12. Maak zo mogelijk van elke aangetroffen ruimte een plattegrond en of notities en vermeld daarop de eventuele bijzonderheden. Bedenk daarbij dat je vaak maar 1 maal de mogelijkheid hebt om dingen goed te bekijken. Noteer dus wat je waar hebt aangetroffen. 13. Noteer alleen de feiten en maak geen eigen interpretaties. 14. Vraag afhankelijk van de situatie voordat je naar binnengaat altijd hoeveel en welke personen op dat moment in de woning aanwezig zijn en waar deze zich bevinden. 15. Voer het gesprek binnen en niet aan de deur omwille van de privacy van de belanghebbende. 16. Bij aantreffen van kleding / schoenen is het afhankelijk van de persoon (man/vrouw) en de norm van de uitkering waar je in het bijzonder op moet letten. Denk aan maten, dames of heren en jaargetijde. Is het winter en wordt door de alleenstaande vrouwelijke belanghebbende verklaard dat op dit moment een vriend voor een weekend logeert en de kast hangt vol met heren zomerkleding dan geeft dat te denken. 17. Let goed op het gedrag van de belanghebbende. Weet hij de weg in huis. Weet hij direct de gevraagde spullen te tonen. 18. Let ook op het gedrag van in de woning aanwezige andere personen. Bewegen die zich vrij door de woning of vragen zij om toestemming van bepaalde zaken. Mengt hij of zij zich in het gesprek? Vraag de overige in de woning aanwezige personen zich te legitimeren en noteer hun gegevens. Vraag belanghebbende wie de aanwezige andere personen zijn. 19. Heeft belanghebbende zelf de sleutels van afgesloten ruimten, of moet hij deze eerst aan een ander vragen. 20. Vraag aan de belanghebbende eerst wat er zich in een bepaalde kamer, kast of lade bevindt alvorens hij deze gaat openen. 21. Vraag de belanghebbende de kamer, kast of lade te openen. Doe dit niet zelf tenzij hij daarvoor uitdrukkelijke toestemming heeft gegeven. 22. Vraag naar de bank- en/of girobescheiden. Loop mee naar de lade of kast waaruit deze bescheiden worden gehaald. Kijk of er nog meerdere rekeningen zijn dan die bij de dienst bekend zijn.
23. Vraag naar verzekeringspolissen e.d. Kijk op wiens naam deze staan geregistreerd en vanaf welke datum. Indien er sprake is van kamerbewoning of kostgangerschap let dan op of de administratieve gegevens afzonderlijk van de andere bewoner worden bewaard. 24. Let op of er nog andere administratieve stukken in de woning zijn. Kijk dan vooral aan wie het stuk is gericht, de adressering, de afzender en de data. 25. Van wie zijn de aangetroffen goederen in de woning? Vraag naar betalingsbewijzen en kijk op wiens naam en adres de nota is gesteld. 26. Indien zich foto’s aan de muur of op kastjes bevinden kijk dan wie erop staan afgebeeld en de wijze waarop.Vraag de belanghebbende ernaar. Waar gemaakt, wanneer, wie staan erop, enz. 27. Wordt er wel gewoond in de woning? Voelt het warm of koud aan? 28. Staat er wel of geen water in de closetpot? 29. Zijn er wel of geen levensmiddelen aanwezig? 30. Staat de koelkast aan of uit? En zijn er levensmiddelen in aanwezig? 31. Ligt er een grote hoeveelheid post op de mat of in de brievenbus? 32. Is de kliko buiten in gebruik? 33. Is er in huis wel of geen afvalbak? 34. Bij aantreffen van medicijnen. Kijk op het doosje naar de naam, de datum en de adressering van de gebruiker. Kijk ook waar de apotheker is gevestigd. 35. Tref je autosleutels aan en de belanghebbende verklaarde eerder geen auto te hebben. Ga dan doorvragen. 36. Tref je sigaretten of shag aan en de belanghebbende verklaarde niet te roken. Ga dan doorvragen. 37. Maak direct na terugkomst op de dienst een rapport op met je bevindingen. Voorzie het rapport van de datum van opmaken en de handtekening van de beide rapporteurs. Evalueer het huisbezoek met je collega. 3 Afsluiting: resultaten van het huisbezoek Nadat u het huisbezoek heeft gedaan, kunnen er zich drie mogelijkheden voordoen: 1. Van fraude is geen sprake; 2. Er kan niet voldoende aannemelijk worden gemaakt dat er sprake is van fraude; 3. Er is voldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van fraude. Mogelijkheid 1: Van fraude is geen sprake. Aan de belanghebbende kan de mededeling worden gedaan dat de zaak in orde is bevonden en dat het advies gegeven zal worden om geen nader onderzoek in te stellen. Vervolgens dient dat middels een beschikking te worden bevestigd. Mogelijkheid 2: Niet voldoende bewijs voor fraude, wel een vermoeden. Belanghebbende wordt uitgenodigd om de volgende dag op de dienst te komen voor het voeren van een gesprek. Het gesprek wordt met 2 personen gevoerd, op de vraagpunten wordt nader doorgevraagd en met tegenstrijdigheden wordt belanghebbende geconfronteerd met als resultaat: Of de fraude wordt vastgesteld of niet vastgesteld. Mogelijkheid 3: Er is voldoende bewijs om fraude aan te tonen. Belanghebbende wordt uitgenodigd om de volgende dag op de dienst te komen voor het voeren van een gesprek. Het gesprek wordt met 2 personen gevoerd. De aanvraag wordt afgewezen. Wanneer de uitkering beëindigd zal worden gaat de normale procedure in werking en zal aan belanghebbende een beschikking moeten worden toegezonden. Hiervoor heeft het cluster Terugvordering en Verhaal een basisdocument nodig met inhoudelijk aanvullende gegevens die ook in de beschikking opgenomen dienen te worden. Gesprek op de dienst, bij fraude of vermoeden van fraude. Het verdient aanbeveling het gesprek de dag na het huisbezoek te laten plaatsvinden. De zaak is dan vers voor beide partijen. De belanghebbende werd (on)aangenaam verrast door het huisbezoek. Hij heeft dan de tijd gehad om met zijn eventuele partner na te denken over de
situatie en mogelijke consequenties. De belanghebbende dient vervolgens geconfronteerd te worden met de bevindingen van het huisbezoek. De zienswijze van de belanghebbende wordt genoteerd. Mochten er nog onduidelijkheden in de situatie zijn, vraag dan door. Neem geen genoegen met ontwijkende of vage antwoorden. Wijs de belanghebbende erop dat het recht dan niet vastgesteld kan worden. Waardoor de uitkering dus niet verstrekt of gecontinueerd wordt. In de praktijk is gebleken dat belanghebbenden een dag na het huisbezoek via de telefoon melding maken dat zij geen gebruik meer wensen te maken van de uitkering en dat deze beëindigd kan worden. Zij melden dan dat ze met ingang van de datum van het huisbezoek zijn gaan samenwonen. 4 Rapporteren Het is raadzaam dat de bijstandsconsulent direct na terugkomst van het huisbezoek de bevindingen vastlegt in een rapport. De situatie zit dan nog goed in het geheugen. De bevindingen dienen zo volledig mogelijk te worden verwoord, waarbij details vaak van belang blijken te zijn. Het rapport wordt gebruikt voor verschillende doeleinden. Bijvoorbeeld om de uitkering te beëindigen of de norm te wijzigen. Ook het bedrag van de terugvordering kan daarop mede worden gebaseerd. Verder dient het de toets van kritiek bij de mogelijke bezwaar- en beroepsprocedure te kunnen doorstaan. Ook kan het rapport de basis zijn van een in te stellen strafrechterlijk onderzoek. In het rapport dienen alleen feiten en omstandigheden te worden vermeld die relevant zijn. Doe dit objectief. Schrijf geen vermoedens op. Een handig hulpmiddel bij het opmaken van het rapport is gebruikmaking van de 7 gouden W’s. Te weten: 1. Wie 2. Wat 3. Waar 4. Waarmee 5. Wanneer 6. Wijze waarop 7. Waarom Bedenk bij het opmaken van het rapport dat de belanghebbende recht heeft op inzage in zijn dossier. Dus ook in het rapport met betrekking tot het huisbezoek. Gedurende een lopend fraudeonderzoek kan daarvan worden afgeweken. Veiligheid tijdens het huisbezoek Bij de uitoefening van het huisbezoek staat de veiligheid van de medewerkers altijd voorop. Het uitgangspunt, dat bij conflictsituaties de inzet van communicatieve vaardigheden de situatie moet normaliseren, geldt ook bij het verrichten van een huisbezoek. Is het duidelijk dat een poging daartoe niet lukt, dan zal men de woning zo spoedig mogelijk dienen te verlaten in verband met de eigen veiligheid. Zo mogelijk wordt de belanghebbende in zo’n situatie medegedeeld dat het recht op uitkering niet kan worden vastgesteld met de daarbij behorende consequenties. Eerder zijn in de tekst al een aantal veiligheidsaspecten aan de orde gekomen. Hieronder worden deze, aangevuld met nog enige andere aspecten, nog eens op een rijtje gezet: • Het huisbezoek dient altijd met twee personen te worden uitgevoerd.. • Laat aan het secretariaat weten dat je op huisbezoek gaat. • Geef het adres op waar jij en je collega naar toe gaan.* • Geef de naam van de belanghebbende op.* • Geef aan op welk tijdstip je huisbezoek gaat aanvangen.* • Geef aan op welk tijdstip je denkt terug te zijn.* • Laat de nummers van jullie mobiele telefoons achter waarop jullie te bereiken zijn.* • Indien bekend geef dan ook het telefoonnummer van de belanghebbende op.*
•
De met een * gemerkte onderwerpen kun je bijvoorbeeld op een whiteboard schrijven op de afdeling waar je werkzaam bent zodat meerdere collega’s van jouw actie op de hoogte zijn. • Vraag je collega’s je te bellen zodra je niet op het verwachte tijdstip terug bent. • Mocht men geen contact met je krijgen laat ze dan de politie waarschuwen en informeer deze zo volledig mogelijk. • Parkeer de auto uit het zicht van het adres waar je op huisbezoek gaat. • Blijf tijdens het huisbezoek voortdurend bij elkaar. • Vraag bij het naar binnen gaan wie er nog meer in de woning aanwezig zijn en waar deze personen zich dan bevinden. • Laat de belanghebbende zelf als eerste een bepaalde ruimte betreden. • Laat de belanghebbende voorgaan bij het op- en aflopen van een trap. • Blijf steeds goed om je heen kijken. Let daarbij vooral op voorwerpen die eventueel als wapen tegen je gebruikt kunnen worden (mes, schaar, schroevendraaier, overig gereedschap). • Open zelf geen laden of kasten. Vraag de belanghebbende of hij dat wil doen. • Blijf niet (te) lang in de keuken met de belanghebbende praten. • Geef de belanghebbende wel de gelegenheid om vragen te stellen maar ga niet met hem in discussie. • Bespreek de onderzoeksbevindingen niet op het moment van het huisbezoek maar de volgende dag tijdens het gesprek op de dienst. • Deel de belanghebbende dat ook mee. • Blijf beleefd en kalm. • Ga zelf niet over tot het aanwenden van geweld. Mocht de belanghebbende of een van zijn huisgenoten overgaan tot bedreiging met geweld of daadwerkelijk geweld gaan aanwenden dan doen wij altijd aangifte bij de politie. Dit wordt besproken met de teamleider/hoofd. Handel verder zoals in het agressiewerkinstructie van de Gemeente Roermond is voorgeschreven. Laat niet over je heen lopen. Je doet je werk naar eer en geweten. • verkeren (zie CRvB 06-04-2004, nr. 01/4611 NABW ). geen strijd met EVRM Het afleggen van een onaangekondigd huisbezoek is niet in strijd met artikel 8 EVRM indien dit noodzakelijk is ter verificatie van de in het kader van de inlichtingenplicht van artikel 17 lid 1 WWB verstrekte gegevens. Er is in dat geval sprake van een gerechtvaardigde inbreuk van het recht op privacy (zie CRvB 28-09-1999, nr. 97/11877 ABW en CRvB 07-03-2005, nr. 02/3737 NABW).