Bio Impedantie Spectroscopie
Medisch Centrum Zuid (Oedeem) fysiotherapie 2013
Lymf oedeem Verminder het risico dankzij vroege ontdekking en behandeling.
Lymfoedeem Lymfoedeem ontstaat wanneer de lymflast groter is dan de lymfatische transport capaciteit. De belangrijkste oorzaak is schade als gevolg van chirurgie en/of radiotherapie of malformatie van het lymfsysteem. Lymfoedeem ontstaat niet altijd direct, gemiddeld duurt het 2 tot 3 jaar om zich klinisch te manifesteren. Het screenen van risicogroepen en het opsporen van subklinisch oedeem is essentieel om het risico op het ontwikkelen van chronisch oedeem te verminderen. Als oedeem zich eenmaal ontwikkeld heeft, zal levenslang management van het oedeem noodzakelijk zijn. Preventie door herkenning en doelgerichte aanpak van de vroegtijdige subklinische symptomen door voorlichting en een aantal relatief eenvoudige management opties is cruciaal voor mensen die (nog) geen oedeem hebben ontwikkeld (Stout et al 2008). Lymfoedeem is een chronische aandoening en daarom het best behandelbaar in de vroege stadia. Een publicatie van de NIH (National Institutes of Health) in de Journal Cancer 2008, laat zien dat vroege opsporing van lymfoedeem, gevolgd door vroege interventie met een confectie TEK en oefeningen, de progressie van de aandoening gestopt heeft. L-Dex (BIS) is de enige FDA-goedgekeurde diagnostiek voor vroege klinische opsporing van lymfoedeem en superieur aan hedendaagse klinische diagnostiek. Gegevens van veranderingen in impedantie kunnen 8 maanden eerder aangetoond worden dan wanneer ze door andere meetinstrumenten inzichtelijk gemaakt worden (Cornish et al 2001).
L-dex (BIS) BIS voorziet in een makkelijk en objectief hulpmiddel om patiënten te monitoren op de eerste symptomen van lymfoedeem en daardoor een goedkopere behandeloptie aan te kunnen bieden als behandelstandaard. De huidige literatuur geeft aan dat de incidentie van lymfoedeem na sentinel node 7% is, na okselklierdissectie 23% en na mastectomie 24-49%. Radiotherapie verhoogt deze incidentie nog eens aanzienlijk. De grote verschillen in de wetenschappelijke literatuur zijn het gevolg van een gebrek aan directe, gestandaardiseerde, objectieve diagnostische middelen (zoals BIS).
Risicofactoren Lymfoedeem Een aantal van de waarneembare factoren zullen door de patiënt zelf gecontroleerd kunnen worden, een aantal niet. Zelf zullen ze controle hebben over gewicht, huidverzorging, mate van activiteit (waarbij inactief zijn nadelig is) en knellende kleding. Factoren waarover de patiënt zelf niet direct controle heeft zijn de mate van lymfafvloed vanuit de oksel of lies. Ook buiten hun bereik, maar zeker van invloed zijn leeftijd, dominantie, duur van aanwezigheid van seroom, aantal drains en wondinfectie. Concluderend kunnen we zeggen dat BIS een hulpmiddel is om de kosten van de management van lymfoedeem te verlagen, door vroege opsporing en vroege interventie (Lacomba et al 2010). De uitkomst voor de patiënt zal verbeteren en de patiënt zal beter functioneren in de maatschappij en een actieve (werkende) leefstijl hanteren.
L-Dex History chart
Meetbaar omvang verschil Klachten patiënt L-Dex
13,43
15 12,5 10 7,5 L-Dex
8,92
7,55 6,68 7,06
10,69 10
11,67
4,71
5 2,5
1,47
0,29
0 -2,5-4,41
-3,04
-5 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
Time in months 8 maanden Mean
Baseline
L-dex
24
Medisch Centrum Zuid Medisch Centrum Zuid heeft in samenwerking met de lymfoedeemkliniek in Nij Smellinhe te Drachten de beschikking tot Bio Impedantie Spectroscopie. Hierdoor zijn zij in staat datgene te meten waar het lymfoedeem zich bevind, namelijk Extra Cellulair Vocht (ECV). ECV is ongeveer 25% van het totale arm volume (Szerniec et al 2010). Ondanks dit gegeven, meten we in de dagelijkse praktijk altijd omvang of volume als diagnostiek van lymfoedeem. Het meten van de omvang of volume kent het risico dat iemand ten onrechte de diagnose lymfoedeem krijgt of de progressie van lymfoedeem maskeert. Een atrofie in de aangedane zijde (door immobiliteit) kan ten onrechte een afname van oedeem impliceren, en een toename van vetweefsel kan ten onrechte toename van oedeem impliceren. Ondanks de betrouwbaarheid van deze meetmethoden, zijn ze niet specifiek voor lymfoedeem (Szerniec et al 2010). Bio impedantie analyses werden voor het eerst uitgevoerd in 1969 (Hoffner) om het totale watergehalte van het lichaam te meten. Tijdens de BIS meting gaat er een stroompje door het lichaam dat de weerstand in de weefsels meet. Als de hoeveelheid vocht in een ledemaat toeneemt, neemt de weerstand in dat ledemaat af. Door het gebruik van verschillende frequenties wordt het onderscheid gemaakt tussen intracellulair – en extracellulair vocht. Concluderend kunnen we zeggen dat Bio Impedantie Spectroscopie voorziet in een makkelijk en objectief hulpmiddel om patiënten te monitoren op de eerste symptomen van lymfoedeem en daardoor een goedkopere behandeloptie aan te kunnen bieden als behandelstandaard.
Joyce Bosman Claudia van Royen Eva van zuiden Medisch Centrum Zuid 2013