Bijbelse symboolpanelen Bijbelverhalen lees je niet op dezelfde manier als een krantenartikel, een geschiedenisboek, een liefdesbrief of een gedicht. Toen men deze verhalen opschreef, maakten de schrijvers ook gebruik van symbolische taal. Om de bijbelse verhalen te begrijpen, is het dan ook nodig te durven overstappen van de vraag ‘is dat werkelijk zo gebeurd?’ naar de vraag: ‘wat wil dat verhaal ons vertellen? Wat wil het ons vertellen over God en mens?’ Het werken met symboolpanelen is geïnspireerd op twee franse catechetisch methodieken. Een die je best kan beschrijven als een poging tot bijbelse catechese door middel van tekeningen en één die de nadruk legt op de symbolische betekenis van de bijbelse teksten. De werkvorm zoals wij hem hier uiteindelijk beschrijven, werd uitgewerkt door Reinhilde Houtevels - Minet (Maison de la P(p)arole Kikayone in SintLambrechts-Woluwe) Bij het werken met symboolpanelen worden er vier stappen doorlopen. De vijfde is een uitwissling met elkaar, het vertellen van de eigen ervaringen aan de anderen. De uitbeelding van de tekst, gebeurt aan de hand van een reeks gestileerde tekeningen. We beschrijven de werkvorm hier stap voor stap.
Stap 1
De begeleider leest het verhaal voor en situeert het in het betreffende bijbelboek. Wat was er voordien gebeurd, hoe komen de personages terecht in de situatie waarin ze nu verkeren. Waar speelt het zich af en wanneer?
Stap 2: vragen en verbanden
a) Zijn er vragen naar extra uitleg? Woorden die niet begrepen worden, iets dat men niet goed kent … Het gaat hier om vragen op het puur letterlijk niveau. b) Aan welke teksten van de bijbel (zowel eerste als tweede testament) of aan welke elementen van de liturgie doen sommige woorden, uitspraken, beelden je denken? (het is goed mogelijk dat hier niet veel uitkomt, maar toch maar even proberen …) c) Vragen naar de inhoud van de tekst. Wat gebeurt hier eigenlijk, verstaan we dat? Wat strookt er niet met de logica? Waarom zijn sommige details vermeld? Dit zijn vragen waarop geen duidelijk of juist/fout antwoord te formuleren valt, maar waarover je samen met de groep in gesprek zult moeten gaan. Hoe verstaan anderen het, wat zouden zij hier op zeggen?
Stap 3: het verhaal
Na al wat we gehoord hebben (… ) kunnen we nu uit het verhaal halen wat voor ons belangrijk is. Is er een beweging in het verhaal? Welke? Wie speelt er mee in het verhaal, Wat gebeurt er met die mensen? Treedt er een verandering op? Je kan de jongeren alle personages die voorkomen laten onderlijnen in hun tekst. Dan kijken met welke personages er iets gebeurt. Wie doet wat? Wie overkomt wat?
WWW-dag 1 oktober 2011
Pagina 1
Stap 4: het symboolpaneel
De jongeren worden in groepjes van maximaal 5 verdeeld. Ieder groepje krijgt een prikbord of legblad en een set symboolfiguren (zie verder). Vermits dit de eerste keer is dat je hiermee werkt, zal je de jongeren even toelichting bij de figuren moeten geven. Opdracht voor de jongeren: beeld het verhaal (wat jij belangrijk vindt) uit aan de hand van de symbolen. De begeleider gaat in elk groepje even kijken of het werkt. Welk symbool willen we gebruiken? Waarom dat symbool? Waarom in die houding? Kom niet te snel met oplossingen aandraven, maar ga in gesprek met de jongeren. Wat zouden zij kiezen? Waarom?
Stap 5: uitwisseling
Aansluitend bekijken we met alle jongeren samen de verschillende taferelen. Elk groepje mag zijn tafereel ook verduidelijken. Ook de begeleider stelt verduidelijkende vragen. Belangrijk om op het spoor te komen: waar staat Jezus, waar staat God, waarom heb je dat zo in beeld gebracht? Als we alle panelen bekeken hebben: wat hebben we voor nieuws ontdekt.
Voor meer informatie: IJD Brugge Bosdreef 5 8820 Torhout 050 74.56.34
[email protected] www.ijd.be/brugge
WWW-dag 1 oktober 2011
Pagina 2
Bijlage 1: betekenis van de symbolische tekeningen
Hier vind je een beschrijving van de verschillende tekeningen/symbolen die gebruikt worden. Elk van de tekeningen/symbolen kan verschillende betekenissen hebben: hieronder zijn er enkele bij wijze van voorbeeld aangegeven. Pas bij het lezen van de Bijbel ontdekt men hoeveel er mogelijk zijn. Kleuren: Rood
Avond, profeten, bloed
Blauw
Water, nacht, vrouw
Bruin
Streng, soberheid, moeilijkheid
Grijs
Steen
Oranje
Kleur van de zon in de vroege ochtend van Pasen, wijst altijd op een verband met God, met de verrijzenis (vb een personage in het wit maar omhuld met een oranje aura = iemand die vervuld is van Gods Geest)
Geel
Middag zon, woestijn, dorst
Vaalgroen
Ziekte, dood
Groen
Openheid, hoop
Elementen: Trouwring
Verbond
Altaar
Offer
Weg
Hoop, gang
Mandje
Leegte of volheid
Kruis
Moeilijkheid, passie
Woestijn
Bezinningstijd, rijpingstijd
Opborrelend water
Leven, dorst
Water-zee
Kwaad, dood
Geopend hek
Bevrijding
Gesloten hek
Kwaad, opsluiting, lijden
Kruik
Vervulling of tekort
Jeruzalem
Plaats van dood en verrijzenis (kruis en opgaande zon)
Maan en ster
Nacht, duisternis
Gesloten huis
Dat door Christus (of de apostelen) niet is bezocht, opsluiting
Open huis
Kerk, plaats waar het Woord wordt gehoord en Christus en de anderen worden ontvangen.
WWW-dag 1 oktober 2011
Pagina 3
Berg
Moeilijkheden, ontmoeting met God
Vogel en geopend boek
Woord
Brood en wijn
Eucharistie, voedsel uit God
Rots
Waaruit in de woestijn water ontspringt (Christus in de brief aan de Hebreeën)
Boekrol
Eerste testament
Oranje zon
Dageraad van Pasen
Gele zon
Middag, als men dorstig is
Rode zon
Avond
Tafel
Communie
Tafel met een kruis als een mast
Kerk, Petrus’ boot
Figuren:
Jezus
In het oranje, in de 7 voornaamste houdingen: lopen, bidden (vragen), verkondigen (bejubelen), voorschrijven, bespreken, dienen (genezen, zich om iemand bekommeren), zitten (bestendigheid)
Leerlingen en apostelen
In het wit, houdingen net als Jezus
Profeten
(al diegene die spreken namens God): in het rood, zich gedragend zoals Christus
De gemeente
De twaalf aan een tafel
De menigte
In neutrale houding, armen hangend langs de zijden
De zieken
WWW-dag 1 oktober 2011
In een ‘neutrale houding, de tekening wordt plaatselijk vaalgroen gekleurd om de kwalen aan te duiden waar de betrokken aan lijden (groene ogen voor de blinden, groene vlekken over het heel lichaam voor de melaatsen, etc …) Op een draagbaar: lammen met armen en benen vaalgroen, doden vaalgroen over het lichaam In een houding van zelfgenoegzaamheid (buik naar voeren): schriftgeleerden en (soms) Farizeeën
Pagina 4
Bijlage 2: de emmausgangers
[13] Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaüs heet en zestig stadie van Jeruzalem verwijderd ligt. [14] Ze spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen. [15] Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee, [16] maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze hem niet herkenden. [17] Hij vroeg hun: ‘Waar loopt u toch over te praten?’ Daarop bleven ze somber gestemd staan. [18] Een van hen, die Kleopas heette, antwoordde: ‘Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?’ [19] Jezus vroeg hun: ‘Wat dan?’ Ze antwoordden: ‘Wat er gebeurd is met Jezus uit Nazaret, een machtig profeet in woord en daad in de ogen van God en van het hele volk. [20] Onze hogepriesters en leiders hebben hem ter dood laten veroordelen en laten kruisigen. [21] Wij leefden in de hoop dat hij degene was die Israël zou bevrijden, maar inmiddels is het de derde dag sinds dit alles gebeurd is. [22] Bovendien hebben enkele vrouwen uit ons midden ons in verwarring gebracht. Toen ze vanmorgen vroeg naar het graf gingen, [23] vonden ze zijn lichaam daar niet en ze kwamen zeggen dat er engelen aan hen waren verschenen. De engelen zeiden dat hij leeft. [24] Een paar van ons zijn toen ook naar het graf gegaan en troffen het aan zoals de vrouwen hadden gezegd, maar Jezus zagen ze niet.’ [25] Toen zei hij tegen hen: ‘Hebt u dan zo weinig verstand en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft in alles wat de profeten gezegd hebben? [26] Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?’ [27] Daarna verklaarde hij hun wat er in al de Schriften over hem geschreven stond, en hij begon bij Mozes en de Profeten. [28] Ze naderden het dorp waarheen ze op weg waren. Jezus deed alsof hij verder wilde reizen. [29] Maar ze drongen er sterk bij hem op aan om dat niet te doen en zeiden: ‘Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde.’ Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen. [30] Toen hij met hen aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. [31] Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik. [32] Daarop zeiden ze tegen elkaar: ‘Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?’ [33] Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze de elf en de anderen aantroffen, [34] die tegen hen zeiden: ‘De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon verschenen!’ [35] De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood. Lucas 24, 13-35
WWW-dag 1 oktober 2011
Pagina 5