oa
Personeelsmagazine voor de Onderwijsgroep Amersfoort NUMMER 25 | JANUARI 2015
(V)SO in basisarrangement Afscheid Gerard Herkendaal Het bestuursbureau
Mentoren aan het roer:
Bewust het groepsproces begeleiden 21
Inhoud
04 MENTOR AAN HET ROER
08 BESTUURSBUREAU IN BEELD
11 NIEUWE DIRECTEUR (V)SO
12 PASSEND ONDERWIJS 'T ATRIUM
18 Afscheid Gerard Herkendaal In december 2008 rolde de eerste OA van de pers. 25 OA ’s werden inmiddels gevuld met nieuws, ontwikkelingen en verhalen van medewerkers. Deze mijlpaal stemt de redactie een tikje nostalgisch, en we wandelen even door de geschiedenis, vanaf het prille begin van de Onderwijsgroep Amersfoort. pagina 15 ONDERWIJSGROEP AMERSFOORT BESTAAT UIT: Amersfoortse Berg - mavo, havo, vwo; ’t Atrium - tweetalig vwo, atheneum, havo, vmbo-t, sportklassen havo/ vwo; Johan van Oldenbarnevelt - gymnasium; Mulock Houwer – cluster 4-onderwijs so/vso, arbeidstraining (locaties Mulock 2000, ’t Gooi, De Rietschans, Fornhese, De Tinne, Lageweg, ATC); De Sprong – cluster 4-onderwijs vso en onderwijs in jeugdzorgplusinstellingen (locaties Eikenstein, Maarsbergen, De Lindenhorst); Trivium College – locatie Mondriaan vmbo met leerwegondersteuning, locatie Praktijkonderwijs, locatie Trias vmbo; Vathorst College – eigentijds onderwijs vmbo-t, havo, vwo
ONDERWIJSGROEP AMERSFOORT Colofon: Dit tijdschrift is een uitgave van Tekstproducties Annemieke Uittenbroek in opdracht van de voorzitter van het college van bestuur van de Onderwijsgroep Amersfoort. Reacties zijn welkom op e-mailadres:
[email protected]
16 De decaan 2
20 Favoriete les
Hoofdredactie: Annemieke Uittenbroek Tekst: Annemieke Uittenbroek Eindredactie: Jan Willem Papo & Titia Ram Ontwerp, vormgeving en fotografie: Janita Sassen bno, Amersfoort Druk: Modderkolk grafische projecten, Ede Oplage: 800 exemplaren Het papier van OA heeft het FSC-keurmerk en is afkomstig uit verantwoord beheerde bossen.
Hoera
Nieuws van het (V)SO
eindelijk een basisarrangement voor alle (V)SO-scholen! Tijdens de inspectieronde in november 2013 hebben vijf van de zeven Mulock Houwerscholen een basisarrangement gekregen. Bij Mulock 2000 en Mulock ’t Gooi was er nog werk aan de winkel. Zij kregen een ‘zwak’, maar het harde werken werd afgelopen november beloond. Drie tevreden en opgeluchte betrokkenen vertellen.
D
e scholen kregen in december 2013 van de onderwijsinspectie de opdracht om hun verantwoording, het planmatig handelen en het sociaal klimaat verder te verbeteren. ‘Ze waren al een eind op de goede weg, maar het was destijds nog niet helemaal op orde. Op allebei de scholen is hard gewerkt om deze aspecten te verbeteren,’ vertelt Kirsten van der Wal (Beleidsmedewerker Onderwijs). Zij was nauw betrokken bij het proces op Mulock 2000. ‘Naast de gebruikelijke focus van de onderwijsinspectie op “planmatig handelen” en “verantwoording” werd het “sociaal klimaat” als pilot nauwkeurig beoordeeld. De onderwijsinspectie heeft pauzes geobserveerd en docenten geïnterviewd over het sociaal-emotioneel functioneren van de leerlingen en de veiligheid op school. De onderwijsinspectie sprak over deze onderwerpen ook met leerlingen. We hebben onze protocollen over verzuim, pesten, fysieke interventie, incidentenregistratie, schorsing en verwijdering grondig doorgenomen en opnieuw onder de aandacht gebracht bij medewerkers. Nu kunnen we ons veiligheidsbeleid veel beter monitoren en bijsturen. We voeren Mulock Houwer-breed een veiligheidsmonitor uit. Ook hebben we een incidentenregistratie ingevoerd.’
Even genieten ‘Eindelijk is het zover! Het mocht ook wel een keer, we zijn er al twee jaar zo druk mee.’ Dit zegt Joop Spoelman, directeur Mulock ’t Gooi, en hij vervolgt: ‘De eisen die aan ons gesteld zijn, hebben we gerealiseerd. De uitdaging lag bij ons echt in het verzorgen van goede lessen aan onze doelgroep.
Ewout Post, conciërge Mulock 2000
Hans Extra: 'We hebben gruwelijk hard gewerkt!' Daar zijn de nodige intervisiebijeenkomsten en lesbezoeken aan gewijd. De onderwijsinspectie had nog een paar ontwikkelpunten: ze wil dat leerlingen meer gemotiveerd raken en het nut van school meer gaan inzien. Verder blijft belangrijk hoe we de lessen afstemmen op de doelgroep door het OPP te gebruiken. Dit is overigens een ontwikkelpunt dat voor het hele (V)SO geldt. Maar nu gaan we even genieten. We zijn van de druk verlost en hebben een basisarrangement!’
Op één lijn ‘We hebben gruwelijk hard gewerkt,’ zegt Hans Extra, directeur Mulock 2000, ‘aan ongeveer alles. We zijn begonnen met het herijken van ons pedagogische klimaat. We hebben samen met leerlingen vier mantra’s
opgesteld, die overal in de school terugkomen. Leerlingen committeren zich aan deze afspraken en zijn daarop aanspreekbaar. Op onderwijskundig gebied hebben we onder meer gewerkt aan OPP, groepsplannen en vakoverstijgende groepsplannen. Ook op teamniveau is er veel gebeurd; we zitten echt op één lijn, we zijn kritisch op elkaar en maken zaken bespreekbaar. De onderwijsinspectie gaf ons terug dat ze nog nooit gezien had dat een school zich in een jaar zo goed had ontwikkeld. Dat de klus er nu even op zit voelt eigenlijk ook wel onwezenlijk, maar het is een heel knappe prestatie, en we hebben het basisarrangement echt verdiend! We vieren het door het een paar weken rustig aan te doen. We bieden de normale onderwijskwaliteit en daarna gaan we weer verder met ontwikkelen.’ 3
Coververhaal Naam: Nicolette Muller Functie: mentorcoach, tweedeklasmentor, docent biologie School: De Amersfoortse Berg E-mail:
[email protected] Naam: Serge ten Broek Functie: tweedeklasmentor, docent wiskunde School: De Amersfoortse Berg E-mail:
[email protected]
De mentorles is de belangrijkste les op school, vindt mentorcoach Nicolette Muller. ‘Het mentoraat is lange tijd individueel gericht geweest, maar leren begint in een veilige groep. Leerlingen moeten elkaar gaan waarderen en goed met elkaar leren omgaan. Daarom sluit ik in mijn lessen aan op de groepsvormingsfasen.’ Serge doet dat ook: ‘Het is een echte eyeopener om zo te werken.’
E
Mentor aan het roer
Bewust het groepsproces begeleiden 4
lke leerkracht weet het: leerlingen zijn kuddedieren. Ze willen ERBIJ HOREN! ‘Dat bepaalt hun gedrag in de groep,’ legt Nicolette uit. ‘Als je weet hoe een groep werkt, dan weet je wat leerlingen nodig hebben in bepaalde fasen van de groepsvorming. Zo kun je het groepsproces meer sturen en komen leerlingen meer tot hun recht.’ Een aantal jaar geleden merkte Nicolette op dat het mentoraat als vak er maar een beetje bijhing. ‘Veel docenten zagen het als een extra belasting en bereidden de lessen op het laatste moment voor. Ik voelde de behoefte om me te verdiepen in het mentoraat en collega’s te ondersteunen bij deze belangrijke taak. In dit vak leg je als docent een basis voor de sociaal-emotionele ontwikkeling en het leren leren.’ Nicolette heeft een opleiding tot mentorcoach gevolgd. Ze heeft lesmateriaal ontwikkeld en verzameld waarmee meer één lijn in het mentoraat is ontstaan. ‘Een aantal keer per jaar roep ik de mentoren bij elkaar en bespreken we relevante onderwerpen. Groepsvorming is een onderwerp waar ik veel aandacht aan besteed.’
Eerste schooldag Voor de zomervakantie kwamen de mentoren al bij elkaar om zich voor te bereiden op hun mentoraat in het nieuwe schooljaar. Serge ten Broek is een van die mentoren: ‘Nicolette heeft verteld over de eerste groepsvormingsfase: de oriëntatiefase waarin leerlingen zich veilig moeten gaan voelen in de groep. Vorige jaren kwamen leerlingen de eerste schooldag naar school om hun rooster op te halen, en ontmoetten ze hun klasgenoten maar kort. Na een halfuur stonden ze weer buiten.’ Dit jaar ging het anders. Serge heeft de hele eerste schooldag met zijn klas doorgebracht. ‘We hebben de hele ochtend kennismakingsoefeningen gedaan en in de middag hebben we een GPS-route gelopen en zijn we gaan varen bij het Henschotermeer. In een dag kende ik alle namen van de leerlingen. Normaal deed ik daar wel een maand over. Ik vond het echt een eyeopener om zo met die groepsvorming bezig te zijn en alle tijd te nemen om mijn leerlingen te leren kennen.’ 5
Coververhaal
Serge: 'Eerst voelde ik me de grote organisator en de controleur van de cijfers. Nu begeleid ik de groep veel gerichter'
Nicolette is van mening dat kennismaken ontzettend belangrijk is. ‘Hoe beter leerlingen elkaar leren kennen, hoe minder ruimte er is om vooroordelen over elkaar te vormen. Alle kinderen moeten in die kennismakingsfase ruimte krijgen om zichzelf te laten zien. Het stille kind komt aan bod en het drukke kind leert dat hij niet hoeft te schreeuwen om gehoord te worden. Leerlingen vragen er niet zelf om, maar ze hebben dit wel nodig om zich veilig te voelen.’
Rangorde bepalen Na de oriëntatiefase komt de klas in de presenteerfase. Dat is het moment waarop collega’s bij Nicolette aankloppen omdat hun klas zo druk is. ‘In die fase wordt de rangorde in de klas bepaald: wie hoort bij wie? Wie is de baas in de klas? Hoe mogen de anderen zich gedragen in de buurt van deze machthebber? Dit is een onrustige periode met wat opstootjes,’ legt Nicolette uit. ‘Er ontstaan vaak subgroepjes met in ieder groepje een leerling die de baas speelt. Deze groepjes kunnen met elkaar in conflict komen. Als je hier niet tijdig op inspeelt, kan de klas het hele jaar in dit stadium blijven hangen.’ Nicolette adviseert docenten in deze fase voort te borduren op de omgang met elkaar. ‘Je kunt zelf het goede voorbeeld geven door bij elke les de kinderen te begroeten bij de deur. Je laat daarmee zien dat ieder kind ertoe doet. Als mentor kun je je vertrouwen uitspreken dat je ziet dat deze klas zich tot een positieve groep vormt. Het werkt goed als je in deze fase opdrachten geeft waarin leerlingen elkaar ontmoeten. Zo kun je deze onrustige presenteerfase versnellen en komt de groep in het rustigere vaarwater van de normeringsfase (derde fase) waarin regels, omgangsvormen en machtsposities duidelijk zijn. Leerlingen gaan zich veiliger voelen en durven hun mening uit te spreken. In deze fase spreek je de klas als geheel aan. Serge: ‘Een discussiespel is op zo'n moment goed om een klassenmening te vormen.’ Nicolette attendeert mentoren erop dat het evenwicht in de groep weer kan gaan wankelen als er een nieuwe leerling in de klas komt. ‘De hiërarchie moet weer opnieuw bepaald worden.’ Nicolette pleit er dan ook voor om zo min mogelijk klassenwissels te doen. ‘Als dat toch gebeurt, begin ik weer met kennismaken. Ik doe bijvoorbeeld een kwaliteitenspel, waarmee iedereen de kans krijgt de nieuwe leerling te leren kennen.’ Ook na een vakantie kan de groep weer wankelen. Leerlingen ontwikkelen zich zo snel dat alles weer verschuift in het groepsproces. Nicolette doet in zo’n turbulente fase een oefening waarin leerlingen in vier groepjes werken aan een schilderij. ‘Alle onderdelen van het schilderij zijn anders, maar samen vormen ze een mooi geheel, waar de klas dan ook trots op is. Leerlingen gaan elkaar daardoor meer accepteren. Jij bent wel anders, maar we zitten in dezelfde klas. Je kunt leerlingen in deze fase bijvoorbeeld ook in het lokaal met twee stoelen over een denkbeeldige rivier met krokodillen laten klimmen. Om aan de “overkant” te komen zonder de grond aan te raken hebben ze elkaar nodig en daarmee versterken ze de groepsband.’
Werk meer inhoud De vierde groepsfase is de presteerfase. In deze fase vormt de groep één geheel; de taken en rollen zijn helder. Nico6
Nicolette: 'De hiërarchie moet opnieuw bepaald worden als er een nieuwe leerling in de klas komt' lette: ‘Dit kun je bestendigen door een spel te gaan doen waarin de groep opereert als een team waarin ieder zijn rol heeft.’ Serge heeft in deze fase met zijn klas een diepgaander kennismakingsspel gedaan. ‘Kinderen mochten elkaar interviewen en hun partner presenteerde de leerling. Eerst dacht ik dat dit een gewoon kennismakingsspel was, maar dat kun je pas doen als de leerlingen elkaar al een beetje kennen en zich bloot durven geven. In de kennismakingsfase komen ze in dit spel niet verder dan huisdieren en sport. In deze fase kun je wat persoonlijkere vragen stellen en dieper ingaan op meningen en gevoelens.’ Serge vindt dat zijn werk als mentor veel meer inhoud heeft gekregen door de begeleiding van Nicolette. ‘We hebben intervisie waarin we met mentoren bespreken hoe het in de klas gaat. Eerder spraken we tijdens die mentorbijeenkomsten over het organiseren van het klassenuitje. Nu praten we over de groepsvorming. Hoe gaat het in je klas? Tegen welke problemen loop je aan en wat kun je eraan doen?
Daardoor kan ik actief inspelen op wat er in de klas gebeurt.’ Serge vindt dat hij een andere rol heeft gekregen. ‘Eerst voelde ik me de grote organisator die tussen de school en de ouders stond, en de controleur van de cijfers. Nu is de begeleiding van de groep veel gerichter. We werken sinds dit jaar ook met de zogenaamde I File. Het is geen echt portfolio, maar leerlingen zetten er wel hun cijfers in, houden er hun absentie in bij en schrijven over waar ze trots op zijn en wat er minder goed gaat. Ze geven zelf aan wat ze eraan willen doen als iets niet lukt. Ze kunnen op een formulier aangeven waarom het bij een bepaald vak niet lukt. Voordat leerlingen hun I File met mij bespreken, praten ze erover met hun ouders. Een leerling kwam samen met zijn ouders tot de conclusie dat hij naar de oogarts moest en een andere leerling ging met zijn ouders in het weekend een planning maken voor het huiswerk.’ Serge werkt pas een paar maanden op deze manier, maar hij ziet nu al de winst. ‘Het voorkomt dat er achteraf brandjes moeten worden geblust. Ik spreek namelijk ook de leerlingen met wie het (nog) goed gaat. Door het invullen van de vragen kunnen we er snel genoeg achter komen als het bij een bepaalde les niet goed gaat. Dan kunnen we daar iets aan doen voordat er dikke onvoldoendes vallen.’
Reflectiemomenten
Welke werkvorm in welke fase? 1. Oriëntatiefase: een veilig kennismakingsspel is Wat is waar? Leerlingen vertellen drie stellingen over zichzelf, waarvan er één onwaar is. 2. Presenteerfase: competitiespel Holland Sport: alle leerlingen maken twee kaartjes met beweringen (één waar, één onwaar) over zichzelf. De groep wordt in tweeën verdeeld en gaat in twee rijen tegenover elkaar zitten. De mentor leest het kaartje voor. Wie het gelooft gaat staan. De leerling van wie het kaartje is, licht de bewering toe. 3. Normeringsfase: verdiep de kennismaking door een discussiespel te doen, bijvoorbeeld Kom uit je hoek. 4. Presteerfase: Moordspel of Wie is de Mol? 5. Evalueren/afscheidsfase: verdeel het lokaal met tape in vier vierkanten: helemaal mee eens, mee eens, helemaal mee oneens, mee oneens. Laat leerlingen hun hoek kiezen bij stellingen als ‘het was een leerzaam jaar,’ ‘ik heb veel gelachen,’ ‘de mentor behandelt alle leerlingen gelijk,’ ‘we zijn een positieve groep,’ et cetera.
Serge merkt ook dat het mentoraat meer een gespreksonderwerp wordt onder collega’s. ‘De afgelopen twintig jaar heb ik als docent altijd zelf de problemen opgelost die ik in mijn mentorklas tegenkwam. Doordat nu die reflectiemomenten zijn ingebouwd, kan alles besproken worden. Dat het nu zo goed gaat met het mentoraat, dat het zo’n mooie ontwikkeling doormaakt, komt echt door Nicolette. Zij is onderdeel van de school en heeft ook haar eigen mentorklas. Ik heb wel eerder een mentorcursus gedaan, maar dan sta je na een dagje weer buiten. Dit werkt zo goed omdat de ontwikkeling zich echt binnen de school afspeelt.’
Inspiratiebronnen • • • • • • •
Handboek voor elke mentor: Maya Bakker-De Jong en Ivo Mijland Handboek positieve groepsvorming: Maya BakkerDe Jong en Ivo Mijland Werkboek Mentor van NU: Klaas Jan Terpstra en Herberd Prinsen Energize!: C. Apacki Energize II: Erwin Tielemans, Philip Paquet www.voorelkementor.nl Opleiding mentorcoach: www.mb-salto.nl 7
Bestuursbureau in beeld
Wilma Boonen Bureaumanager bestuursbureau
Rineke Scheepmaaker Salaris- en personeelsadministratie
Ilone van den Berg Salaris- en personeelsadministratie
Eveline de Boer Financiële administratie
Rebekka van den Berg Financiële administratie
Kobus de Boer Voorzitter College van Bestuur
Maria Sweere Secretaresse Kobus de Boer
Ad Botterblom Bestuurssecretaris
Anja Emmens Beleidsmedewerker P&O
Benno Meijer Beleidsmedewerker P&O
Jolanda van Oirsouw Controller
Erik Vedder Assistentcontroller
Kirsten van der Wal Beleidsmedewerker onderwijs
‘Het meest excellente van school vind ik dat de sfeer super is’
Gerard Herkendaal Directeur VO/tijdelijk bestuursondersteuner onderwijs
In Egypte is in de hiërogliefen veel terug te vinden over de Grieken.
Slauowms vvoaonr nie bestuurshet eau bur
HET BESTUURSBUREAU
ersijsgroep Am De Onderw bouwen, ge ol ho sc 17 foort heeft en van rm vo de illen waar versch ven worden. In dit ge onderwijs ge we het bestuursten la er m m nu . bureau zien ol? Meld op jouw scho Ben je trots k via deze rubrie je aan voor ersfoort.nl m pa ijsgroe info@onderw 8
Wie zorgt ervoor dat je salaris maandelijks gestort wordt? Wie zorgt dat de Onderwijsgroep Amersfoort financieel gezond blijft? En wie krijg je aan de telefoon als je vragen hebt over je reiskostenvergoeding? Juist, de mensen van het bestuursbureau! De Brand 20, Amersfoort
9
Bestuursbureau - Personeelsinformatie
Jolanda
Nieuws van de locatie
nieuwe rubriek
Nieuwe directeur (V)SO
Erik
50 klokuren werkdrukvermindering voor VO
Wie werken er op het bestuursbureau?
Afdeling financiën Naam: Jolanda van Oirsouw Functie: Controller
Naam: Erik Vedder Functie: Assistent-Controller
Jolanda van Oirsouw werkt sinds 2011 op het bestuursbureau als controller. Het is haar taak om ervoor te zorgen dat de Onderwijsgroep Amersfoort een gezond financieel beleid voert. Ze is verantwoordelijk voor de aansturing van het administratieve team dat de boekhouding en de salarisadministratie verzorgt. Daarnaast maakt zij de meerjarenbegroting, de jaarrekening en de formatiebegroting van de Onderwijsgroep Amersfoort. ‘De onderwijsfinancieringsstromen zitten ingewikkeld in elkaar, maar inmiddels ben ik erin thuis. Het is mijn taak om het geld, binnen de afspraken in het door het bestuur vastgestelde financieel kader, op een eerlijke manier te verdelen tussen de scholen. Iedere school mag, binnen de wettelijke kaders, zelf bepalen hoe ze dat geld inzet. Ik begeleid de rectoren en locatiedirecteuren met het maken van de begroting en ik bewaak de financiën. Om te beginnen maak ik een voorzet voor de begroting en de formatie. Dit voorstel passen we gezamenlijk aan. Dat contact met de rectoren en de locatiedirecteuren vind ik het leukste aan mijn werk.’ Erik Vedder is begin november 2014 als assistent-controller op de afdeling financiën gestart. Daarvoor heeft hij bij de ABN-AMRO hypotheekgroep gewerkt. ‘Ik wilde graag op een kleiner kantoor werken met een wat persoonlijkere sfeer, en dat heb ik bij de Onderwijsgroep gevonden.’ Erik verzorgt de maandrapportages van de scholen. ‘Ik heb contact met de administratief medewerkers van de scholen, die de inkomsten en uitgaven per maand registreren. Voor elke school maak ik daarvan een rapportage. Maandelijks analyseren we de rapportages van de school en de rapportage van de bovenschoolse inkomsten en uitgaven. Verder zijn we druk met het implementeren van een digitaal facturensysteem.’ 10
In de nieuwe cao voor het VO vervalt de huidige seniorenregeling (BAPO). Daarvoor in de plaats is er voor alle medewerkers een nieuwe regeling gekomen die hen in staat stelt keuzes te maken die passen bij hun levensfase en persoonlijke situatie. Met deze regeling krijgt iedere werknemer per schooljaar de beschikking over vijftig klokuren (persoonlijk budget) die aangewend kunnen worden voor verlof, werkdrukvermindering of bepaalde doelbestedingen in geld. In maart ontvangen alle medewerkers van de VO-scholen weer een formulier van hun leidinggevende waarop zij kunnen aangeven hoe zij hun vijftig klokuren voor de werkdrukvermindering willen inzetten.
Digitaal personeelsdossier
De afdeling personeels- en salarisadministratie start begin dit jaar met het uitbreiden van het digitale personeelsdossier. Nu al kun je je salarisstrook en jaaropgave via de mail ontvangen of online bekijken via youforce.nl. Dat kan met de inlogcode die de salarisadministratie heeft verstrekt. Vanaf halverwege 2015 wordt het digitale systeem uitgebreid met de zogenaamde Self Service. Wijzigingen in personeelsgegevens als bankrekening of adres geef je dan zelf door via het systeem. In de volgende OA lees je meer over de ontwikkeling en de mogelijkheden van het digitale personeelsdossier.
Eind 2014 werden de sollicitatiegesprekken gehouden voor de nieuwe directeuren (V)SO. Marie-Bernadette Schöpping werd als eerste geselecteerd en benoemd. Hiervoor heeft ze ruim zeven jaar als directeur onderwijs bij GGz-instelling Yulius gewerkt, waar ze achttien locaties, een dienst Ambulante Begeleiding en een afdeling Arbeidstoeleiding onder haar hoede had. ‘Het is alsof deze baan voor mij gemaakt is.’
Start nd dienstverba 19 januari 2015
Kun je iets over je loopbaan vertellen?
‘Na mijn studie Pedagogiek (afstudeerrichting Onderwijskunde) heb ik een aantal jaar onderzoek naar onder meer kinderarbeid en kinderrechten gedaan. Een paar jaar later ben ik opleidingsmanager bij de RINO (bij- en nascholing in de GGz, en postmasteropleidingen tot psychotherapeut, gezondheidszorgpsycholoog en klinisch psycholoog) geworden. Daar heb ik de opleidingen tot klinisch psycholoog en gezondheidszorgpsycholoog opgezet. Na dertien jaar ben ik uit het universitaire wereldje gestapt omdat ik de verbinding met de praktijk miste. Ik kwam als directeur onderwijs terecht bij Yulius (in die tijd RMPI); een instelling voor geestelijke gezondheid met een aantal zorgdivisies en een divisie onderwijs. Als leidinggevende van de divisie onderwijs was ik verantwoordelijk voor achttien locaties voor (V)SO, een dienst Ambulante Begeleiding en een afdeling Arbeidstoeleiding. Twee weken na mijn aantreden in 2007 kwam de onderwijsinspectie langs, die me meedeelde dat alle scholen “zwak” waren. Ik kon gelijk aan de slag, en toen ik wegging zaten alle scholen ruim in het basisarrangement. Het onderwijsinspectietraject dat de scholen van Mulock Houwer/De Sprong hebben doorgemaakt, is mij dus wel bekend. Dat alle scholen nu een basisarrangement hebben is een mooie basis om op verder te bouwen.’
Wat dacht je toen je de vacaturetekst zag?
‘Het spreekt me bijzonder aan dat Mulock Houwer/De Sprong is ondergebracht in de Onderwijsgroep Amersfoort, met scholen voor regulier voortgezet onderwijs. Ik zie veel mogelijkheden voor kennisdeling en -uitwisseling.’
Wat is je stijl van leidinggeven?
‘Ik ben consistent. Collega’s zullen bij mij een heldere visie aantreffen en ik laat graag ruimte aan de verantwoordelijken op de locaties om daar mede vorm aan te geven. Medewerkers weten wat ze van mij kunnen verwachten. Ik geef ze het vertrouwen en de (ontwikkel)ruimte om te doen waarvoor ze aangenomen zijn en waar ze goed in zijn. Verbinden is een sleutelwoord voor mij in ontwikkelingsprocessen. Ik ben er goed in om de juiste mensen bij elkaar te krijgen. Dan ga ik met plezier door alle lagen van de organisatie heen om
Naam: Marie-Bernadette Schöpping Functie: Directeur (V)SO School: Mulock Houwer/De Sprong
gebruik te maken van ieders kennis. Ik nodig iedereen uit om zijn of haar talenten, kennis, ervaringen en inzichten in te zetten voor de verbetering van de organisatie.’
Heb je een motto?
‘Mijn motto is: “Kijken met het hart, handelen met het verstand”. Het speciaal onderwijs wordt steeds meer afgerekend op feitelijke resultaten. En terecht: speciale leerlingen hebben heel normale ambities, waar we als onderwijs een bijdrage aan willen leveren. Je hebt verstand van zaken nodig om leerlingen succesvol uitdagingen te laten aangaan. Dat is het hoofd. Maar iedereen snapt dat je dat alleen kunt bereiken met het hart: begrip en mededogen voor wat leerlingen nodig hebben.’
Hoe verloopt je inwerktraject?
‘Op 19 januari is mijn eerste werkdag en vanaf dat moment heb ik twee weken overlap met interim-directeur (V)SO Piet Post, die me inwerkt. Ik ga als eerste kennismakingsgesprekken voeren met de vestigingsdirecteuren, leden van het bestuursbureau en de collega’s van het voortgezet onderwijs. Ik had een onvoorzien leuke eerste kennismakingsdag door met Kobus de Boer kerstpakketten rond te brengen bij de vestigingen van het (V)SO. Ook kon ik gelijk aanschuiven bij de kerstlunch op het bestuursbureau. Het was een warm welkom met korte, maar echt prettige ontmoetingen. Ik heb heel veel zin om te beginnen!’ 11
Passend Onderwijs
hulp
Naam: Deirdre van Megesen Functie: conrector, zorgcoördinator School: ’t Atrium E-mail:
[email protected]
ZO SNEL MOGELIJK
Deirdre van Megesen Conrector & Zorgcoördinator
in een vaste vorm gegoten Vorig jaar is conrector en zorgcoördinator Deirdre van Megesen op ’t Atrium begonnen. Met Passend Onderwijs in het vizier heeft ze een nieuwe zorgstructuur ontwikkeld. ‘Ik heb drie nieuwe coördinatoren aangesteld en samen met de dyslexiecoördinator vormen wij het zorgteam dat tweewekelijks bij elkaar komt. We kunnen snel handelen als we een zorgvraag krijgen.’
12
‘T
oen ik na ging denken over de nieuwe zorgstructuur heb ik de doelstelling geformuleerd dat ik wilde dat we zo snel mogelijk hulp konden inzetten,’ vertelt Deirdre. ‘In het oude systeem werden zorgvragen zes keer per jaar in het ZAT (Zorg Advies Team) besproken. Tussen die bijeenkomsten zit te veel tijd en in die tussentijd bleven we aanmodderen met leerlingen. Uiteindelijk losten we dingen wel goed op, maar dat gebeurde te veel in de wandelgangen. Nu is de zorg in een vaste vorm gegoten.’ Deirdre heeft drie nieuwe rollen gecreëerd en een zorgteam opgezet dat eens in de twee weken samenkomt. ‘Mentoren kunnen bij ons vragen inbrengen, die we met het zorgteam bespreken.’ Het team bestaat uit een coördinator externe hulp, een coördinator interne hulp, een coördinator scholing en een dyslexiecoördinator. ‘De coördinator externe hulp werkt samen met de wijkteams, Leerplicht, GGD, en Jeugdzorg en dergelijke. Deze persoon is ook de voorzitter van het ZAT. Dan is er de coördinator interne hulp, die zich bezighoudt met de zorg die we op school aanbieden. We geven bijvoorbeeld sociale vaardigheidstraining en faalangstreductietraining. Intern zijn er ook tien ondersteuners van het zorgteam aangesteld. Deze
ondersteuners helpen leerlingen met schoolse vaardigheden zoals problemen met plannen en huiswerk maken.’
Tevreden De derde rol die Deirdre heeft gecreëerd is die van coördinator scholing. ‘Zij zorgt ervoor dat docenten geschoold worden op het gebied van zorg. Zij gaat bijvoorbeeld de mentorentrainingen verzorgen. Een keer per jaar organiseert zij een studiemiddag over zorg op school.’ Daarnaast heeft de school nog een dyslexiecoördinator, en Deirdre zelf buigt zich over het aannamebeleid, onderhoudt contacten met andere scholen en het samenwerkingsverband, en ze volgt de beleidsvorming op het gebied van Passend Onderwijs. ‘Ik ben tevreden over het team dat we samengesteld hebben. Het is een groep sterke vrouwen met een achtergrond in de zorg of het speciaal onderwijs.’ De nieuwe werkwijze lijkt goed te werken. ‘Het werkt snel en efficiënt omdat we elke twee weken overleg hebben.’
Oppepper ’t Atrium heeft zich niet gespecialiseerd in ondersteuning aan een specifieke groep leerlingen. ‘We willen dat alle leerlingen bij ons terechtkunnen. We kijken wat een leerling nodig
Jacqueline Prins Coördinator interne hulp
Tijske de Zeeuw Coördinator dyslexie
Manon Gisel Coördinator externe hulp Myrthe van Oostveen Coördinator Scholing
't Atrium Zorgteam
‘Extra zorg? Die zetten we gelijk in werking, zodat we problemen voor kunnen zijn’
heeft om een diploma te halen bij ons op school. Natuurlijk kunnen we niet alles, en dat is niet altijd leuk, maar belangrijk is dat we niet snel opgeven als het niet goed gaat met een kind.’ Bij de aanmelding kijkt het zorgteam goed welke leerlingen mogelijk extra zorg nodig hebben. ‘Die zorg zetten we gelijk in werking, zodat we problemen voor kunnen zijn. Leerlingen met een extra ondersteuningsvraag zijn vaak
erg onzeker, en op deze manier krijgen ze direct persoonlijke aandacht; daar knappen ze meteen van op. Ik denk dat zulke simpele interventies al veel kunnen uitmaken. We zijn natuurlijk nog maar net gestart, maar ik heb een positief gevoel over deze werkwijze. Ik ben benieuwd hoe hij zich verder gaat ontwikkelen, maar ik ben ervan overtuigd dat een en ander zijn vruchten gaat afwerpen.’ 13
Kort nieuws
Terugblik
JAARVERSLAG 2013
Hallo ouders!
ONDERWIJSGROEP AMERSFOORT
De leerlingen van het Trivium College, locatie Trias, hebben hun ouders op school uitgenodigd voor een geheel verzorgde oudermiddag en -avond. De organisatie was helemaal in handen van de leerlingen. Ze hebben een presentatie over hun opleidingsrichting SDV (sport, dienstverlening en veiligheid) gehouden en hun ouders EHBO-, portofoon- en sportles gegeven. Na de lessen zijn de ouders getrakteerd op een zelfgekookte maaltijd en in de avond trad een band op. De leerlingen van de ICT-opleiding hebben de promofilmpjes voor het bandoptreden gemaakt. De hele school was betrokken bij deze bijzondere oudermiddag/-avond 15-12-14 12:08
JAARVERSLAG 2013 UIT In november 2014 is het jaarverslag over 2013 verschenen. Iedereen heeft een exemplaar in zijn postvakje gekregen. In het jaarverslag vind je een overzicht van de beleidsmatige ontwikkeling binnen de Onderwijsgroep Amersfoort en (bijna) elke school deelt een bijzondere prestatie.
In november heeft Mulock 2000 in Dierenpark Amersfoort van het Voedingscentrum de schaal voor de Gezonde Schoolkantine uitgereikt gekregen. Wanneer een school minstens 75 procent gezonde of bewust gekozen etenswaren aanbiedt in de kantine wordt de kantine Gezond verklaard. Op Mulock 2000 kunnen leerlingen gesneden fruit of handfruit, broodjes gezond, mueslirepen en Sultana’s kopen. Binnenkort hoopt de school soep en salades aan het menu te kunnen toevoegen. De leerlingenraad adviseert de school hierin. Vanaf 2015 zijn overigens alle scholen verplicht een Gezonde Schoolkantine te hebben. 14
In december 2008 rolde de eerste OA van de pers. 25 OA’s werden inmiddels gevuld met nieuws, ontwikkelingen en verhalen van medewerkers. Deze mijlpaal stemt de redactie een tikje nostalgisch, en we wandelen even door de geschiedenis, vanaf het prille begin van de Onderwijsgroep Amersfoort.
Wist je dat...
jaarverslag 2014.indd 1
LEKKER (&) GEZOND
De Onderwijsgroep Amersfoort van toen naar nu
MAVO DE AMERSFOORTSE BERG De Amersfoortse Berg heeft al enige tijd te maken met scheefgroei. Het leerlingenaantal van de mavo loopt al jaren terug terwijl de havo- en vwo-afdeling groeien. Het bestuur heeft besloten de mavo op De Amersfoortse Berg af te gaan bouwen. Momenteel wordt onderzocht of het Trivium College een mavoafdeling kan starten. De Onderwijsgroep Amersfoort is hierover in overleg met de andere onderwijsbesturen in de regio omdat dit consequenties heeft voor de andere mavo’s in Amersfoort.
Ah, App-tips! •
•
HuisWerk - overzichtelijke app waarin leerlingen hun rooster en huiswerk kunnen opslaan. Handig hulpmiddel voor het plannen van de schoolweek. Muiswerk woordenboek – speciaal voor het onderwijs ontwikkeld praktisch woordenboek met 40.000 veelgebruikte Nederlandse woorden.
In augustus 1995 het openbaar onderwijs in Amersfoort, dat tot die tijd onder de gemeente viel, is verzelfstandigd? Er is toen een bestuurscommissie opgericht voor het openbaar voortgezet onderwijs en het openbaar primair onderwijs. De bestuurscommissie voortgezet onderwijs vormde het bevoegd gezag voor ’t Atrium, De Amersfoortse Berg, het Trias College (huidige Trivium College, locatie Trias) en het Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt. • In augustus 1999 de stichting Openbaar Voortge-
zet Onderwijs Amersfoort is opgericht? • In augustus 2002 deze stichting de naam Onderwijsgroep Amersfoort heeft gekregen, toen de scholen Borgwal (huidige Trivium College, locatie Praktijkonderwijs), Mondriaan (huidige Trivium College, locatie Mondriaan) en Mulock Houwer erbij kwamen? Zij behoorden destijds tot de Stichting Speciaal Onderwijs Amersfoort. • In augustus 2005 het Vathorst College is gestart in noodlokalen? • In augustus 2010 VSO De Sprong onder-
In januari 2012 VSO De Sprong, locatie Overberg, haar deuren heeft gesloten?
deel van de Onderwijsgroep Amersfoort is geworden? •
En wist je dat ... Rineke Scheepmaaker en Ad Botterblom, die nu op het bestuursbureau werken, daarvoor op de afdeling Onderwijs van de gemeente Amersfoort werkten? Zij zijn mee verhuisd naar de nieuw opgerichte bestuurscommissie.
In 1995, in de begindagen van het bestuursbureau, een boekhoudkundig medewerker genoeg had aan één dag per week om de boekhouding van de stichting te verzorgen? •
• In 1997 de eerste bestuursmanager werd aangesteld? Dat was de toenmalige rector van De
Amersfoortse Berg, Paul Scharff.
... • In 2000 Kees Elsinga is aangesteld als
bestuursmanager? • In 2010 Cees van Lent (rector Johan van Oldenbarnevelt Gymnasium) en Pieter
Schram (destijds rector De Amersfoortse Berg) na het vertrek van Kees Elsinga de interim-bestuursmanagers zijn geworden? •In
2011 Kobus de Boer is aangesteld als voorzitter van het College van Bestuur?
In 1995 de Onderwijsgroep Amersfoort 2700 leerlingen had? Dat zijn er nu 5687. • In 1995 de Onderwijsgroep Amersfoort 250 personeelsleden had? Inmiddels zijn dat er 800. •
• Het bestuursbureau is begonnen in een klein kamertje op de eerste verdieping van ’t Atrium? Het is
verhuisd naar enkele lokalen op de derde verdieping, daarna is het anderhalf jaar in een leerhuis van het Vathorst College gehuisvest en inmiddels houdt het bestuursbureau kantoor in een bedrijvenpand in de Amersfoortse wijk Emiclaer. •
De OA al zes jaar bestaat!
15
Werk
DEZELFDE BAAN, ANDERE LOCATIE
Wat zijn je taken?
‘Ik ben docent wiskunde en Nederlands, decaan en eindexamensecretaris. Omdat we op een kleine school werken doe ik alle decaantaken voor de bovenbouw. Als decaan verzorg ik loopbaanoriëntatielessen (LOB), voer ik gesprekken met ouders en leerlingen, begeleid ik docenten die LOB-lessen geven en heb ik overleg met de directie over de keuze van de sectoren en profielen die we op onze school aanbieden. Verder overleg ik met de onderbouw over de LOB-lessen daar.’
Naam: Wim Meeuwsen Functie: Decaan, docent natuurkunde en natuur-scheikunde In dienst: 28 jaar Locatie: Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt E-mail:
[email protected]
Hoe bevalt je baan?
‘Ik word ook weleens overvallen door de veelheid aan opleidingskeuzes’
‘Ik vind hem heel leuk! Het werk begint met breed oriënteren en na veel gesprekken in de klas en met individuele leerlingen wordt het steeds smaller. Omdat onze leerlingen een beperking hebben kijk ik ook met hen naar de haalbaarheid van een opleidingskeuze. In sommige beroepen kan autisme ook een voordeel zijn. ICT-bedrijven willen bijvoorbeeld graag leerlingen met een vorm van autisme omdat zij zich helemaal kunnen vastbijten in een computerprobleem totdat het opgelost is. Met de leerlingen die een keuze hebben gemaakt, oefen ik de toelatingsgesprekken. Onlangs hoorde ik van een vwo-school dat een van onze leerlingen perfect had kunnen verwoorden wat hij nodig heeft om goed op school te kunnen functioneren. Daar ben ik dan trots op! Het is namelijk best een gestoei om een goed evenwicht te vinden in wat leerlingen wel en niet vertellen over hun beperking.’
Wat vind je een uitdaging?
‘Het is soms lastig om leerlingen in actie te krijgen als er iets is wat hen belemmert om met hun beroepskeuze aan de slag te gaan. Net als de leerlingen word ik weleens overvallen door de veelheid aan opleidingskeuzes die er is. Een andere grote uitdaging vind ik het om uit te zoeken of een vervolgschool goede ondersteuning kan bieden aan onze leerlingen. Ik wil graag dat ze op een school komen waar ze oog hebben voor onze leerlingen. Soms zeggen ze dat wel, maar hoor ik achteraf dat dat in de praktijk helemaal niet zo is.’
Wat leer je van collega’s?
Naam: Lenny Hartog Functie: Decaan (taak), docent wiskunde, Nederlands In dienst: 19 jaar Locatie: VSO Rietschans College (leerlingen met internaliserende problematiek) E-mail:
[email protected]
16
‘Ik zit in een netwerk van vmbo-decanen. Daar wisselen we ervaringen en praktische tips uit. Eens per jaar organiseren we een beroependag. Als VSO-school heb ik, in tegenstelling tot veel VO-scholen, geen nauw contact met de mbo- en hbo-opleidingen in de buurt. Bij ons komen ook leerlingen van verder weg, en ze stromen ook weer door naar scholen die niet direct naast de deur zijn.’
Wat zijn uw taken?
‘Ik ben decaan en geef natuurkunde en natuurscheikunde. Als decaan voer ik met de derdeklasmentoren de leerlinggesprekken rondom de profielkeuze. In de vierde, vijfde en zesde klas begeleid ik leerlingen met hun studiekeuze. In het vierde jaar gaan we naar een voorlichtingsdag van een universiteit. Voor de vijfdejaars leerlingen organiseer ik met de decanenkring Eemland een studiemarkt, en op school houden we een aftrapavond waarop leerlingen worden aangespoord open dagen en meeloopdagen te bezoeken. Met de zesdeklassers voer ik matchingsgesprekken waarin ik ze vraag hun studiekeuze te motiveren. Voor de zesdeklassers organiseer ik een avond op school waarop studerende oud-leerlingen hun ervaringen komen vertellen. Op deze avond komen ook voorlichters van universiteiten uit het hele land.’
Hoe bevalt uw baan?
‘Ik vind het leuk werk omdat ik leerlingen een stapje verder kan brengen in hun keuzeproces. Op onze school doen leerlingen veel zelfstandig. Soms hebben ze al een keuze gemaakt, maar durven ze die nog niet hardop uit te spreken. Door veel vragen te stellen en ze te laten praten, komen we er dan achter dat ze het al weten. Dat is net als met beroepskeuzetesten: het is een kwestie van leerlingen zich laten realiseren wat ze eigenlijk al weten.’
Wat vindt u een uitdaging?
'Er is nooit maar één oplossing'
‘Het is natuurlijk de grootste uitdaging om leerlingen op de goede plek te krijgen. Daar is alles op gericht. Door matchingsgesprekken te voeren probeer ik erachter te komen op welke gronden een leerling een bepaalde studiekeuze maakt. Maar uitval blijft er altijd. Op de vraag hoe dat voorkomen kan worden heeft nog niemand een pasklaar antwoord gevonden. Als decaan stimuleer ik leerlingen zo veel mogelijk meeloopdagen te bezoeken en met mensen te praten over een studie. Ik denk eigenlijk dat het beter zou werken als leerlingen na een trimester van studie zouden kunnen overstappen naar een andere studie, maar dat laat het systeem niet toe.’
Wat leert u van collega’s?
‘Vier tot zes keer per jaar heb ik overleg met de decanenkring. We bespreken zaken als nieuwe toelatingseisen, aanmeldingsprocedures en allerlei nieuwe regels. Ook hebben we het met elkaar over hoe regels vanuit de overheid geïnterpreteerd worden door de scholen. We wisselen veel kennis uit, eigenlijk over alles wat met het vak van decaan te maken heeft: van het organiseren van een decanenavond tot het begeleiden van de profielkeuze.’
17
Afscheid
GMR-VO
Vertrekkend schooldirecteur Gerard Herkendaal:
‘Iedere docent is taaldocent’ Op zijn 22ste had Gerard Herkendaal al de overtuiging dat kinderen met de juiste begeleiding meer konden bereiken dan gedacht werd. Dit werd bevestigd in de 41 jaar dat hij in het vmboonderwijs heeft gewerkt. De sleutel tot succes is dat elke docent zich realiseert hoe belangrijk taal is. Gerard legt uit hoe hij dat ziet, maar laten we bij het begin beginnen.
Hoe ben je in het onderwijs terechtgekomen?
‘Toen ik in de zesde klas van de lagere school zat, zette mijn schoolmeester me weleens in als “vervanger” als hij ons even alleen liet om een leverancier of ouder te woord te staan. Dan liep ik door het lokaal en hielp mijn eigen klasgenoten met hun werk. Toen ik op de middelbare school zat, vertelde mijn schooldirecteur in een gesprek over mijn studiekeuze dat hij mij graag als collega wilde. Ik ben toen naar de kweekschool gegaan. Destijds voelde ik al een diepe drijfveer om kennis en vaardigheden over te brengen aan leerlingen die van nature niet zo gericht zijn op hun ontwikkeling. Ik wilde kennis voor hen op een interessante, uitdagende en behapbare manier organiseren. De overtuiging dat leerlingen veel meer kunnen dan wordt gedacht is in mijn loopbaan vele malen bevestigd. De examenuitslagen van het Trivium College, locatie Trias, laten dat ook weer zien: drie keer honderd procent geslaagd.’
Waar heb je gewerkt in die 41 jaar?
‘Als je gewoon oplepelt wat er in het boek staat, haken leerlingen af’
‘Mijn eerste baan was in het beroepsonderwijs in Culemborg, waar ik twaalf jaar heb gewerkt, eerst als docent en later ook als decaan. Op een dag in 1986 zat ik thuis “met mijn benen op tafel” een wijntje te drinken en zei tegen mijn vrouw dat ik besloten had dat ik mijn twaalfenhalfjarig jubileum daar niet wilde vieren. Ik heb toen een nieuwe baan als adjunctdirecteur van de LMO-afdeling van Scholengemeenschap Midland in Amersfoort gevonden, en vanuit deze functie ben ik door fusies en samenwerkingen van LMO-LEAO doorgegroeid naar directeur van het Trivium College, locatie Trias (vmbo), dat eerst de Boogschutter heette en later de naam Trias College heeft gekregen.’
Wat wil je docenten meegeven van jouw ervaringen in het onderwijs?
‘Ik heb altijd vertrouwen gehad in de kwaliteiten van onze leerlingen. Alleen moet je wel tijd en aandacht aan ze besteden. Taal 18
Dag Gerard! Zijn schoolmeester zag hem als zesdeklasser al als een onderwijstalent. Op zijn 22ste rondde hij de kweekschool af en in 1986 werd hij adjunct-directeur en later directeur op de school die we nu kennen onder de naam Trivium College, locatie Trias. Het laatste jaar van zijn loopbaan heeft hij Kobus de Boer op het bestuursbureau geassisteerd. Dit is in een notendop de carrière van Gerard Herkendaal, die na 41 jaar afscheid neemt van het vmboonderwijs.
is het allerbelangrijkste van onderwijs! De standaard onderwijsmethodes voor het vmbo zijn qua taal vaak te ingewikkeld, met te lange, samengestelde zinnen. Het lezen van de opdracht lukt ze wel, maar begrijpen wat er staat is een tweede. Cognitief hebben ze veelal niet de vaardigheden om die ingewikkelde zinnen te ontrafelen. Onze leerlingen hebben duidelijke opdrachten nodig, met korte zinnen en enkelvoudige opdrachten. Ik heb altijd gezegd: elke docent is taaldocent, of je nu koken, gymnastiek of wiskunde geeft! Zorg dat je weet wat er in het lesboek staat; bereid een tekst voor, zoek er extra informatie bij en pak je kans om er praktijkverhalen over te vertellen. Als je gewoon oplepelt wat er in het boek staat, haken leerlingen af. Met verhalen geef je je vak betekenis. En zo kan ik nog wel uren doorgaan!’
Hoe vind je het om afscheid te nemen?
‘Ik kijk terug op een prachtige loopbaan in het onderwijs waarin ik mooie dingen heb mogen doen. Ook voel ik me bevoorrecht dat ik mijn loopbaan heb mogen afsluiten op het bestuursbureau, waar ik me onder andere gebogen heb over de nieuwe vmboprofielen. Nu is het voor mij ook goed en is het tijd om plaats te maken voor jonge, getalenteerde collega’s. Ik ga me zeker niet vervelen, want mijn vrouw en ik houden erg van reizen met de camper en we gaan genieten van onze pasgeboren kleinzoon. Dat is pure rijkdom!’
‘ER WORDT GOED FINANCIEEL BELEID GEVOERD’
Norbert Bakker is in april 2014 als ouderlid van de MR van ’t Atrium gestart. Hij is in die hoedanigheid afgevaardigd naar de GMR-VO. Norbert is gevraagd vanwege zijn ervaring in de financiële sector. Zijn expertise komt goed van pas bij de beoordeling van de meerjarenbegroting, en betrokken als hij is werkt hij daar met alle plezier aan mee.
Hoe zie je je rol als GMR-lid? ‘Mijn kennis en ervaring in de financiële sector kan ik goed inzetten om complexe financiële materie als de meerjarenbegroting te beoordelen. De verdeling van de bovenschoolse gelden gebeurt op basis van complexe criteria. Daar wil ik graag positief kritisch naar kijken. Vanuit mijn deskundigheid kan ik zinvolle dingen over de financiën zeggen en op een gezonde manier tegengas geven.’
Wat komt er momenteel op jullie af? ‘De projectgroepen in het Veranderproces (V)SO hebben een reeks adviezen opgesteld die het bestuur heeft gebundeld in elf voorstellen. Momenteel zijn de GMR-en drukdoende deze plannen te bespreken. De veranderingen in het (V)SO raken op sommige punten ook het VO, bijvoorbeeld waar het de communicatie aangaat. De meerwaarde van de plannen voor het (V)SO is duidelijk, maar op sommige punten vragen wij ons af in hoeverre dat voor het VO ook geldt. Naast dit onderwerp, dat veel tijd vergt, hebben we gesproken over de meerjarenbegroting. De Onderwijsgroep en de scholen zijn financieel gezond en er wordt goed financieel beleid gevoerd, is onze bevinding. Ook hebben we gesproken over de scheiding in taken tussen de MR en de GMR. Een deskundige van de AOb heeft ons geadviseerd over wat op bovenschools en op schoolniveau dient te worden bekeken.’ 19
Mijn favoriete schoolvak
‘Als ik me verdrietig voel en ga zingen, word ik één met de muziek’
Naam: Willemijn Harmsen Klas: brugklas School: Vathorst College
Wat doen jullie in de les?
‘We hebben de eerste les naar een filmpje gekeken en tijdens het kijken moesten we blijven schrijven. Daarna moesten we een liedje maken over dat filmpje met de woorden die we hadden opgeschreven. De tweede les had de juf een liedje geschreven en moesten we daar zelf op de piano een deuntje bij maken. We presenteren de liedjes ook in de les aan elkaar.’
Hoe vind je het op school?
‘Ik houd eigenlijk niet zo van school omdat ik er per se naartoe moet. Het is ook erg wennen in de brugklas omdat ik ineens veel huiswerk heb en moet leren plannen. Gelukkig is het wel een leuke school met veel creatieve vakken.’
Wat vind je er moeilijk aan? Wat is je favoriete schoolvak?
‘Elke dinsdagmiddag hebben we Matinee. Dan kun je kiezen uit allemaal creatieve vakken die je dan een halfjaar krijgt. Ik heb singersongwriter gekozen omdat ik piano speel en erg van zingen houd. Mensen zeggen soms ook dat ik mooi kan zingen. We gaan zelf een liedje schrijven. Nu ben ik met een groepje vriendinnen een liedje aan het maken en later in het jaar ga ik er ook een in mijn eentje schrijven.’
20
‘Ik vind het moeilijk dat ik het in die les moet bedenken. Soms lukt het niet op school, maar als ik thuis dan onder de douche sta heb ik ineens een goed idee. Maar dat ben ik dan weer vergeten als ik op school kom.’
Wat vind je er leuk aan?
‘Ik voel me heel vrolijk als ik zing. Als ik me verdrietig voel en ga zingen, word ik één met de muziek en dat vind ik een fijn gevoel.’