Bevolkingsprognose 2015
a
Bevolkingsprognose 2015
Colofon Dit is een uitgave van de provincie Drenthe
RO15042801-Bevolkingsprognose 2015
April 2015
Inhoud
Samenvatting
4
1 Inleiding
6
2 De gebruikte veronderstellingen bij de bevolkingsprognose 2015 2.1 Geboorte 2.2 Sterfte 2.3 Migratie
7 7 8 9
3 3.1 3.2 3.3
De resultaten van Bevolkingsprognose 2015 Resultaten voor Drenthe Verandering in de Drentse leeftijdssamenstelling Toename bevolking per gemeente
15 15 17 19
4 Huishoudensontwikkeling 4.1 Huishoudens naar type 4.2 Huishoudens naar leeftijd
23 25 27
5 5.1 5.2 5.3
28 28 29 30
Invloed op beleidsterreinen Gevolgen voor wonen Gevolgen voor de arbeidsmarkt Gevolgen voor het onderwijs
Kaart 1 Indeling van de provincie Drenthe in regio’s en stedelijke en landelijke gemeenten
32
Bijlagen 1 Waargenomen en verwachte groei per gemeente, gemiddeld per jaar 2 Geborenen per periode, gemiddeld per jaar 3 Overledenen per periode, gemiddeld per jaar 4 Geboorteoverschot per periode, gemiddeld per jaar 5 Prognose van de potentiële beroepsbevolking naar leeftijd 5a Bevolking naar leeftijd, 15-67 jaar 6 Prognose van de bevolking naar leeftijd in verband met onderwijsvoorzieningen 7 Prognose van de bevolking naar leeftijd in verband met zorgvoorzieningen 8 Huishoudens per gemeente 9 Alleenstaande huishoudens naar leeftijd 9a Alleenstaande huishoudens naar leeftijd in % van het totaal aantal huishoudens 10 Bevolking naar leeftijd in Drenthe 11 Bevolking naar leeftijd per gemeente in Drenthe, 2015-2040 12 Bevolking per regio, 2015-2025, volgens het hoge en lage scenario 13 Huishoudens per regio, 2015-2025, volgens het hoge en lage scenario
34 34 35 35 36 37 38 39 40 41 41 42 43 50 50
Samenvatting
Sinds 1980 maakt de provincie Drenthe een bevolkingsprognose. De laatste is van begin 2012. De prognose heeft een signaalfunctie en is bruikbaar als instrument bij planvorming op diverse beleidsterreinen. Geregeld actualiseren van de bevolkingsprognoses is nodig voor de voorbereiding van provinciaal beleid, als serviceverlening aan gebruikers en om veranderingen in ontwikkelingen tijdig te signaleren. Voor tal van overheidsterreinen en private organisaties biedt de prognose houvast. Dit kan zijn op thema’s als de woningmarkt, onderwijs, arbeidsmarkt en bijvoorbeeld de zorg. Drenthe telde op 1 januari 2000 bijna 470.000 inwoners. Tot 2012 nam het aantal inwoners toe tot bijna 491.500 inwoners. Daarna is de daling ingezet tot 488.600 per 1 januari 2015. Het aantal inwoners zal tot 2025 blijven afnemen tot ongeveer 482.400. Daarna zal het inwonertal verder afnemen tot 461.000 in 2040. De negatieve natuurlijke groei zal in belangrijke mate de bevolkingsafname bepalen. De sterke toename van het aantal ouderen leidt tot meer sterfte. Sinds 2011 wordt de negatieve natuurlijke groei niet meer door de migratie gecompenseerd. Zijn in 2015 nog 4300 kinderen geboren in Drenthe, in 2040 zal dat nog rond de 4000 zijn. Een daling van 8%. Het aantal vrouwen in de leeftijd 20 tot 40 jaar zal in de periode 2015 tot 2040 sterk afnemen. In de stedelijke gemeenten zal naar verwachting nog (enige) groei van de bevolking plaatsvinden, vooral in Assen en Meppel door een positieve migratieontwikkeling en in Hoogeveen door een positieve natuurlijke aanwas. In de plattelandsgemeenten zal het inwonertal afnemen.
4
De mate waarin hangt af van het verwachte migratiesaldo en de leeftijdsopbouw van de bevolking; dit laatste heeft gevolgen voor de omvang van de geboorte en de sterfte. Bij vergelijking van de leeftijdsopbouw van 2015 en 2040 blijkt duidelijk een groot aantal verschuivingen. • De leeftijdsgroepen tot 65 jaar zullen in aantal afnemen. • Het aantal 15-64 zal met 21% dalen tot bijna 241.000. • Het aantal 65-plussers zal met 48.000 sterk toenemen, een toename van ongeveer 47%. • Het aandeel 65 jaar en ouder in de totale Drentse bevolking zal stijgen van 21 naar 32%. • Het aantal 5-19 jarigen, veelal scholieren, zal in omvang afnemen met 17% van 87.700 in 2015 tot 72.500 in 2040. Tot 2030 zal het aantal huishoudens in Drenthe groeien. In 2030 zal Drenthe 221.200 huishoudens tellen. Daarna zal dit aantal afnemen tot 215.000 in 2040. Per 1 januari 2015 zijn er 213.200 huishoudens in Drenthe gevestigd. Vooral het aantal alleenstaande huishoudens zal toenemen in de periode 2015 - 2039 met bijna 15.800 huishoudens. Het aantal paren, samen wonend met of zonder kinderen, zal in dezelfde periode met 8,7% afnemen van 132.200 in 2015 tot 120.700 in 2040.
De provincie Drenthe stelt de prognose met grote zorgvuldigheid samen. Prognoses mogen echter nooit geïnterpreteerd worden als onomstotelijke toekomstvoorspellingen: ze beschrijven de meest waarschijnlijke toekomst op basis van actuele kennis en een aantal veronderstellingen. De prognoses geven inzicht in wat er zou gebeuren als de ontwikkelingen over de afgelopen jaren zich vrijwel ongewijzigd zouden voortzetten, ongeacht of dit beleidsmatig wenselijk is. In het algemeen gelden de volgende vuistregels voor interpretatie van prognosecijfers. Voor nabije prognosejaren zijn de cijfers betrouwbaarder dan voor verre prognosejaren. In nabije prognosejaren kan de ontwikkeling van absolute aantallen worden gevolgd. Bij verder weg gelegen prognosejaren is vooral de ontwikkeling van aandelen indicatief voor de toekomstverwachting. Het is bijvoorbeeld niet zinvol om voor één gemeente te gaan kijken naar het verwachte aantal 60 tot 65 jarigen in het jaar 2040. Het zegt meer wanneer de prognose een toenemend aandeel 60 tot 65 jarigen voor de periode 2020-2039 geeft.
In de prognose spreken wij een verwachting uit over de ontwikkeling van de bevolking, die wij in de toekomst als het meest waarschijnlijke zien. De prognose kan dan ook verschillen van taakstellende cijfers, zoals die voorkomen in beleidsplannen van de verschillende overheden. De uitkomsten van de prognose worden op gemeentelijk niveau gepresenteerd. Er zijn ook uitkomsten anders dan op gemeentelijk niveau op aanvraag beschikbaar. Uitkomsten op lager niveau dan gemeente zijn niet beschikbaar.
5
1
Inleiding
Deze prognose is tot stand gekomen volgens een bepaalde berekeningsmethode (IPB-Primosmodel). In het model moet per gemeente per jaar het verwachte migratiesaldo (binnenland en buitenland) voor de periode 2013-2039 worden ingevoerd. Het model is in opdracht van de gezamenlijke provincies ontwikkeld. In het model vormen de bevolking en de specifieke kenmerken van de bevolking de basis van de prognose. De gemeente is het niveau waarop de berekeningen plaatsvinden. Verder wordt gebruik gemaakt van nationale ontwikkelingen die het Centraal Bureau voor de Statistiek voor de toekomst verwacht. Om een zo goed mogelijke prognose te kunnen opstellen is vooral inzicht nodig in factoren die van invloed zijn op de beslissing om te verhuizen. Gegevens zijn echter beperkt aanwezig of alleen voor andere gedeelten van Nederland. Op dit moment is gekozen voor de methode van analyse van beschikbare gegevens voor Drenthe uit de afgelopen jaren. Daarnaast worden zoveel mogelijk algemene (landelijke) ontwikkelingen in beschouwing genomen die van invloed zijn op de migratie. Bedoeld worden de verhuismobiliteit, de woningbouwmogelijkheden, de economische situatie, de arbeidsmarkt enz. In de prognose is een verwachting uitgesproken over de meest waarschijnlijke ontwikkeling van de bevolking, zoals de opstellers die in de toekomst zien, op grond van hun specialistische kennis en ervaring. De prognose bevat niet een beleidsvisie en kan dan ook resultaten leveren die anders zijn dan taakstellingen of wensen. De bevolkingsprognose 2015 is gebaseerd op gegevens over de meest recent beschikbare leeftijdsopbouw van de bevolking, te weten die per 1 januari 2013. De prognoses zijn gemaakt voor de 12 gemeenten van Drenthe. De gemeente is het laagste niveau waarop de prognose wordt gemaakt. Een prognose naar een binnengemeentelijke verdeling met het gehanteerde model, bijvoorbeeld per kern is niet mogelijk. De prognose-uitkomsten hebben betrekking op de jaren 2015 tot en met 2040. De uitkomsten voor tussenliggende jaren zijn, indien gewenst, beschikbaar. De prognose is niet meer, maar ook niet minder, dan het resultaat van een studie. Wel bestaat er een wisselwerking tussen prognose en beleid, in die zin dat verschillen aanleiding kunnen zijn tot nadere bezinning en eventueel tot een aanpassing van veronderstellingen bij de prognose of tot een aanpassing van beleidsplannen. Uit evaluatie van de vorige prognoses is gebleken dat de resultaten voor de provincie als geheel redelijk goed zijn ingeschat; voor de gemeenten zijn de verschillen tussen verwachting en feitelijk waargenomen inwonertal en aantal huishoudens groter. Dit komt door een ander verloop van de migratie dan verwacht. Het verloop van geboorten en sterfte blijkt over het algemeen goed ingeschat te zijn. In voorgaande jaren is gebleken dat de factoren die de ontwikkeling en samenstelling van de bevolking bepalen snel kunnen veranderen. Deze veranderingen zijn soms van tevoren niet te voorzien, zoals bijvoorbeeld het politieke beleid t.a.v. migratie. Daarmee moet men rekening houden bij het gebruik van de resultaten van de prognoses, vooral voor de verder in de toekomst gelegen jaren. Dit rapport geeft een korte beschrijving van gebruikte veronderstellingen. Vervolgens zijn de resultaten beschreven en in tabelvorm en in grafieken bijgevoegd. Ook zijn de gevolgen voor beleidsterreinen beschreven. 6
2
De gebruikte veronderstellingen bij de bevolkingsprognose 2015 De ontwikkeling van de bevolking wordt bepaald door enerzijds de natuurlijke aanwas – het aantal geboorten minus het aantal sterfgevallen – en anderzijds de binnenlandse en buitenlandse migratiesaldi.
2.1
Geboorte De cijfers van de afgelopen jaren wijzen op een afname van het aantal geboorten in Drenthe. In het jaar 2000 zijn in Drenthe ruim 5800 kinderen geboren. In 2014 ligt dit aantal circa 1500 lager. Na een toename van het gemiddeld kindertal tot 2,02 in 2009 wordt dat niveau momenteel niet gehaald. Het gemiddeld kindertal is, onder invloed van de laagconjunctuur, de laatste jaren teruggelopen tot 1,78 in 2013. Het gemiddeld kindertal per vrouw ligt daarmee onder vervangingsniveau. Het aantal geboorten is de laatste jaren sterk gedaald. Oorzaak is ook de afname van het aantal vrouwen in de leeftijd waarop de meeste kinderen worden geboren. Per gemeente zijn er wel verschillen. Het gemiddeld kindertal is in 2013 het hoogst in de gemeenten Tynaarlo en Borger-Odoorn (resp. 2,13 en 2,07) en met 1,61 het laagst in de gemeente Emmen. Het Nederlands cijfer ligt op 1,68. De Drentse gemeenten liggen al jaren boven het Nederlandse gemiddelde. De ontwikkeling zal echter leiden tot een afnemende bevolkingsomvang in Drenthe, omdat gemiddeld 2,1 kind per vrouw nodig is om de bevolking te vervangen. Maatschappelijke ontwikkelingen die in het algemeen in Nederland op langere termijn worden waargenomen zullen evenzo voor Drenthe gelden. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld ook dat voor de korte termijn bepaalde zaken van invloed zijn op de wens naar kinderen; het vertrouwen in de economie, de mogelijkheden voor kinderopvang en de maatregelen van overheid en bedrijfsleven Wat de geboorte betreft wordt aangesloten op de CBS aanname dat het kindertal voor Nederland redelijk stabiel op een niveau van 1,75 kinderen per vrouw zal blijven. Voor Drenthe zal een niveau van 1,90 kinderen per vrouw worden gehandhaafd.
Grafiek 1 Gemiddeld kindertal per vrouw 2,1 2,0 1,9 1,8 1,7 1,6 1,5
19 90 19 91 19 92 19 93 19 94 19 95 19 96 19 97 19 98 19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07 20 08 20 09 20 10 20 11 20 12 20 13
0
Nederland
7
Drenthe
Bron: CBS
2.2
Sterfte Sinds 1995 ligt het aantal sterfgevallen in Drenthe op een niveau van ongeveer 4500 personen per jaar. Verwacht wordt dat het aantal sterfgevallen door de vergrijzing zal toenemen. Drenthe is een van de meest vergrijsde provincies, waar het sterftecijfer het geboortecijfer in 2011 heeft overtroffen (zie grafiek 2). Het sterftecijfer zal stijgen ondanks de veronderstelling dat de gemiddelde levensverwachting de komende decennia verder zal toenemen. Voor mannen neemt de levensverwachting bij geboorte toe van iets meer dan 80 jaar in 2015 tot 85,7 jaar in 2050 (+5,5 jaar). Voor vrouwen loopt de gemiddelde levensduur op van 83,4 jaar nu tot 88,5 in 2050 (+5,1 jaar). De verschillen tussen mannen en vrouwen worden kleiner. Het totaal aantal sterfgevallen in Drenthe is vanaf 1960 verdubbeld tot bijna 4700 in 2014.
Grafiek 2 Ontwikkeling geboorte en sterfte in Drenthe 8.000 7.000 prognose
6.000 5.000 waarneming
4.000 3.000 2.000 1.000
36
28
32
20
20
24
20
20
20
16
20
12
20
08
20
20
04
00
20
96
20
92
Geboorte
19
88
19
84
19
80
19
19
76
72
Sterfte
19
68
19
64
19
19
19
60
0
Bron: CBS, Bevolkingsprognose 2015
De natuurlijke aanwas – het aantal levendgeborenen min het aantal overledenen, ook wel het geboorteoverschot genoemd – zal elk jaar kleiner worden en uiteindelijk sterker negatief zijn. Het aantal geborenen per jaar blijft vrij constant, maar omdat er steeds meer ouderen zullen zijn, zal het aantal overledenen sterk stijgen.
8
Grafiek 3 Natuurlijke aanwas in Drenthe vanaf 1960 5.000 4.000 3.000 waarneming
2.000 1.000 0 -1.000 prognose
-2.000
36
32
20
28
20
24
20
20
20
16
20
20
12
08
20
20
04
00
20
92
96
20
19
88
19
84
19
80
19
76
19
72
19
64
68
19
19
19
19
60
-3.000
Bron: CBS, Bevolkingsprognose 2015
2.3
Migratie De bevolkingsgroei als gevolg van migratie vertoont in Drenthe, gezien vanaf 1960 een weinig constant beeld. Vooral de laatste jaren is door fluctuaties in de buitenlandse migratie een grillig beeld ontstaan. De aanname is dat het totale migratiesaldo (binnenlandse en buitenlandse) in Drenthe in de periode 2015-2019 op een gemiddeld niveau van 20 zal liggen en na 2020 gemiddeld 240 zal bedragen. (zie grafiek 4 en tabel 1).
Grafiek 4 Totale migratiesaldi in Drenthe 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000
prognose
0 waarneming
-1.000
32
36 20
20
28
24
20
20
20
20
16
12
20
20
08
04
20
20
00
96
20
19
92
88
19
19
84
80
19
19
76
72
19
19
68 19
64 19
19
60
-2.000
Bron: CBS, Bevolkingsprognose 2015
9
In tabel 1 staan de migratiecijfers voor de periode 2015-2039 zoals die gebruikt worden in het prognosemodel. De cijfers zijn gebaseerd op waargenomen migratiesaldi en verwachte ontwikkelingen. Tabel 1
Waargenomen en verwachte totale migratiesaldi, gemiddeld per jaar Gemeente 95-99 22 827 43 122 187 -30 194 157 -140 48 256 112 914 352 532 1798
Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen Hoogeveen Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Tynaarlo Westerveld De Wolden Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe Drenthe
00-04 54 626 -16 157 291 12 20 35 104 175 29 -20 993 432 42 1468
05-09 45 564 -64 -34 127 -22 284 92 -200 84 68 -57 584 29 273 885
Waargenomen 2010 2011 2012 255 31 -108 115 -122 -107 -69 -59 -114 17 -170 -62 -136 -385 -290 -113 -128 -117 5 -43 139 -7 18 -119 4 198 143 104 2 166 65 -86 -11 91 172 25 471 127 -25 -188 -614 -466 48 -85 36 331 -572 -455
2013 -114 -117 -10 65 -118 -240 84 22 128 137 -53 -97 56 -63 -306 -313
2014 -108 -138 -91 -147 -156 114 -108 -57 104 95 118 71 -104 -394 195 -303
10-14 -9 -74 -69 -59 -217 -97 15 -29 115 101 7 52 105 -345 -22 -262
Prognose 15-39 15-19 20-39 -50 0 275 235 -60 -20 -80 -40 -150 -100 -80 -40 30 50 0 20 15 15 90 80 0 10 30 30 330 350 -290 -160 -20 50 20 240
Het binnenlandse migratiesaldo is na 2008 sterk afgenomen. In 2007 boekte Drenthe nog een positief saldo van bijna 1350. De laatste jaren vertrekken meer mensen uit Drenthe naar elders in Nederland dan er komen wonen (zie grafiek 5). Vanaf 2010 ligt het vertrekoverschot in Drenthe op ca. 660 personen per jaar. De regio Zuidoost-Drenthe heeft een vertrekoverschot van ruim 560 terwijl de regio Noord-Drenthe de laatste jaren nog slechts een licht vestigingsoverschot kent. In Zuidwest-Drenthe ligt het vertrekoverschot in de periode 2010-2014 op ruim 110 personen. Grafiek 5 Binnenlandse migratiesaldi in Drenthe, 1960-2040 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 prognose
0 waarneming
-1.000
20 36
20 32
4
28 20
0
20 2
6
20 2
2
20 1
8
20 1
4
20 0
0
20 0
6
20 0
2
19 9
8
19 9
4
19 8
0
19 8
6
19 8
2
19 7
8
19 7
4
19 6
19 6
19
60
-2.000
Bron: CBS, Bevolkingsprognose 2015
10
Het beeld van de buitenlandse migratie vertoont vanaf 1990 grote fluctuaties (zie grafiek 6). De hoge positieve migratiesaldi van rond de eeuwwisseling hebben plaatsgemaakt voor negatieve saldi in de periode 2003-2007. De omslag hangt vooral samen met de aanscherping van het migratiebeleid. Vanaf 2008 wordt het migratiesaldo sterk beïnvloed door arbeids migranten uit (jonge) lidstaten van de Europese Unie als gevolg van tijdelijke werkgelegenheid in de gemeente Coevorden en de olieproductie in Schoonebeek. In de prognose wordt voor de komende jaren uitgegaan van een buitenlands migratiesaldo in Drenthe van ca. 360 personen. Grafiek 6 Buitenlandse migratiesaldi in Drenthe, 1960-2014 3.000 2.500 2.000 1.500 prognose
waarneming
1.000 500 0 -500
36
32
20
28
20
24
20
20
20
16
20
12
20
08
20
20
04
00
20
96
20
92
19
88
19
84
19
80
19
76
19
72
19
68
19
64
19
19
19
60
-1.000
Bron: CBS, Bevolkingsprognose 2015
Grafiek 7 Bevolkingsgroei in Drenthe per component, 2000-2014 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 -1000
Buitenlandse migratiesaldo
Binnenlandse migratiesaldo
20 14
20 13
20 12
20 11
20 10
20 09
20 08
20 07
20 06
20 05
20 04
20 03
20 02
20 01
20 00
-2000
Natuurlijke aanwas Bron: CBS
11
Migratie naar leeftijd Een duidelijk beeld uit de afgelopen jaren is het grote vertrekoverschot van de jongeren (15-24 jaar) en een beperkt vestigingsoverschot in de leeftijdsgroep van 30-39 jaar en de kinderen (zie grafiek 8). In de oudere leeftijdsgroepen blijkt de migratie wisselend te verlopen. In de groep 50-64 vindt binnenlandse vestiging plaats om woonredenen. Wordt men ouder dan is de vestiging in Drenthe gering. Bij de buitenlandse migratie gaat het de laatste jaren niet meer om grote aantallen. De leeftijdsverdeling bij de buitenlandse migratie laat de grootste aantallen vestiging zien bij de 15-39 jarigen en de kinderen. Vanaf 40 jaar zien we een beperkt buitenlands vestigingsoverschot. Grafiek 8 Migratiesaldo per leeftijdsgroep in Drenthe, gemiddeld per jaar in de periode 2009-2013 600 400 200 0 -200 -400 -600 -800 -1.000 -1.200
0-4 Totaal
5-9
10-14 Binnenland
15-19
20-24
25-29
30-39
40-49
50-64
65-84
85+
Buitenland Bron: CBS
Migratie naar richting In de periode 2007-2011 kwamen er ruim 400 mensen gemiddeld per jaar uit de randstadprovincies naar Drenthe dan er mensen naar deze provincies verhuizen. In de periode 2011-2013 zien we het omgekeerde. Er vertrekken uit Drenthe bijna 200 mensen meer naar de randstadprovincies dan hier komen wonen. Uit het buitenland komen sinds lange tijd meer mensen naar Drenthe dan er naar het buitenland vertrekken. Grafiek 9 Migratiesaldo naar richting, gemiddeld per jaar Groningen Friesland Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Totaal binnenland Buitenland Totaal migratiesaldo 12
2011-2013 -316 35 -138 -176 -74 -123 13 14 -66 -16 47 -800 355 -445
2008-2012 -216 19 -92 -98 11 2 224 4 -37 -23 33 -171 399 228
2007-2011 -64 45 -106 -55 54 66 308 4 -33 -19 42 242 354 596
Grafiek 9 Migratiesaldo naar richting, gemiddeld per jaar (vervolg)
2011-2013
2008-2012
2007-2011
Bron: CBS
13
Bandbreedtes In deze prognose wordt ook met een tweetal scenario’s voor binnenlandse migratie gewerkt. Beide scenario’s, zowel het hoge als het lage scenario, zijn gebaseerd op de trend van het migratiesaldo over de periode 2005-2014. Daarbij zijn per gemeente de verwachtingen t.a.v. de trend bepaald. Per gemeente zijn hieronder de aantallen per gemeente weergegeven.
Scenario-aannames per gemeente voor binnenlandse migratiesaldi Gemeenten Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen Hoogeveen Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Tynaarlo Westerveld De Wolden Drenthe
14
Scenario laag 2015-2019 -76 200 -81 -205 -267 -160 -14 -30 -50 50 25 1 -607
2020-2039 -29 150 -44 -160 -219 -116 6 -13 -50 25 2 0 -448
Scenario hoog 2015-2019 -26 260 -41 -165 -167 -100 46 10 0 70 45 41 -27
2020-2039 21 225 -4 -120 -119 -56 66 27 0 75 22 40 177
3
De resultaten van Bevolkingsprognose 2015
3.1
Resultaten voor Drenthe In de periode 1980-2014 is de provincie Drenthe met 70.340 inwoners gegroeid. Vooral in de periode 1990-2001 is er een sterke groei geweest door vooral toename van de buitenlandse migratie. In de jaren 2008 en 2009 zien we een toename van het buitenlands migratiesaldo als gevolg van de toename van arbeidsmigranten uit (jonge) lidstaten van de Europese Unie. Vanaf 2009 is er een sterk groeiend binnenlands vertrekoverschot. Vooral de vestiging vanuit de Randstad neemt sterk af. In 2011 kent Drenthe voor het eerst sinds decennia een licht negatieve natuurlijke aanwas. Tot 2025 zal het aantal inwoners in de provincie Drenthe met 6.250 inwoners dalen tot ruim 482.400 inwoners. In de periode 2025-2039 is de afname ruim 21.000. Het totale sterfteoverschot is in de periode 2015-2039 ruim 32.000. Het totale migratiesaldo zal in de periode 2015-2039 bijna 5.000 bedragen. In 2040 telt de provincie Drenthe ca. 461.000 inwoners.
Grafiek 10 Bevolkingsgroei in Drenthe, 1960-2039 8.000
6.000
4.000
2.000 prognose
0 waarneming
-2.000
19 60 19 64 19 68 19 72 19 76 19 80 19 84 19 88 19 92 19 96 20 00 20 04 20 08 20 12 20 16 20 20 20 24 20 28 20 32 20 36
-4.000 Natuurlijke aanwas
Migratiesaldo
Bevolkingsgroei Bron: CBS, Bevolkingsprognose 2015
De vloeiende lijnen in grafiek 10 van de geprognosticeerde onderdelen weerspiegelen niet de jaarlijks sterk fluctuerende waarnemingen van migratie en minder sterk fluctuerende natuurlijke aanwas. In de prognose wordt veeleer een gemiddeld beeld gegeven van te verwachten ontwikkelingen. Het is wel duidelijk dat de verwachtingen over migratie met grote onzekerheidsmarges zijn omgeven. Dit is ook een van de redenen om de prognose regelmatig te actualiseren. In grafiek 11 is te zien dat de provincie Drenthe omstreeks 2011 zijn maximale aantal inwoners heeft bereikt. Het jaar 2011 is het omslagpunt. Het maximum is dan ca. 491.500 inwoners. Na 2011 is de daling ingezet en zal het aantal inwoners afnemen tot ongeveer 461.000 in 2040. In Nederland zal het omslagpunt voorlopig niet bereikt worden. (zie grafiek 12)
15
Grafiek 11 Aantal inwoners in Drenthe, 1980-2040 500.000 490.000 480.000 prognose
470.000 waarneming
460.000 450.000 440.000 430.000 420.000 410.000
40 20
20
36
32 20
28 20
24 20
20 20
16 20
12 20
08 20
04 20
00 20
96 19
92 19
88 19
84 19
19
80
0
Bron: CBS, Bevolkingsprognose 2015
Grafiek 12 Bevolkingsgroei per 1000 inwoners in Drenthe en Nederland in de periode 1980-2039 12 10 8 6 4 waarneming
2 prognose
0 -2 -4
Drenthe
16
Nederland
39 20
36 20
32 20
28 20
24 20
20 20
16 20
12 20
08 20
04 20
00 20
96 19
92 19
88 19
84 19
19
80
-6
Bron: CBS, Bevolkingsprognose 2015
3.2
Verandering in de Drentse leeftijdssamenstelling In onderstaande grafiek is de bevolkingspiramide van een viertal jaren weergegeven. Hierin is de omvang van de verschillende leeftijdsgroepen op verschillende momenten af te lezen.
Grafiek 13 Bevolking naar geslacht en leeftijd in 1900, 1947, 2000 en 2040 in Drenthe (x 100 inwoners)
95+ 90-94
mannen
vrouwen
85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 200 180 160 140 120 100 80 60 40 1900
1947
20
0
0 2000
20
40
60
80 100 120 140 160 180 200
2040
In de bevolkingspiramide zijn de groei van de bevolking en de ontwikkelingen in de leeftijds opbouw sinds 1900 af te lezen. Wat de leeftijdssamenstelling betreft ondergaat de Drentse bevolking de komende decennia sterke veranderingen. Op een groot aantal beleidsterreinen zullen de effecten hiervan merkbaar zijn. Vanaf 2011 is het aantal inwoners aan het afnemen. Het aantal 65+-ers zal sterk toenemen. Opvallend is het grote aandeel 30 tot 54 jarigen in 2000. In het jaar 2030 is deze groep opnieuw oververtegenwoordigd, maar dan in de leeftijdsgroep van 60 tot 80 jaar. Opmerkelijk is wel de taille in de piramide bij de groep 20-24 jaar in 2000 en de groep 20-29 jaar in 2040. Dit zijn de leeftijdscategorieën waarbij velen Drenthe verlaten om elders onderwijs te gaan volgen of te gaan werken.
17
Grafiek 14 De leeftijdsopbouw van de Drentse bevolking, 2010-2040 350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0
2010
2015
0 tot 15 jaar
Tabel 2
2025
2020 15 tot 65 jaar
2030
65 plus jaar
2035
2040
Bron: CBS, Bevolkingsprognose 2015
Leeftijdsopbouw van de Drentse bevolking, 1980-2040, in % van Drenthe totaal 0 tot 15 jaar < 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 15 jaar 15 tot 65 jaar 15 tot 20 jaar 20 tot 25 jaar 25 tot 30 jaar 30 tot 35 jaar 35 tot 40 jaar 40 tot 45 jaar 45 tot 50 jaar 50 tot 55 jaar 55 tot 60 jaar 60 tot 65 jaar 65 plus jaar 65 tot 70 jaar 70 tot 75 jaar 75 tot 80 jaar 80 tot 85 jaar 85 tot 90 jaar 90 tot 95 jaar 95 jaar of ouder Totaal leeftijden
1980 24,0 6,4 8,3 9,3 64,5 8,9 7,5 7,4 8,0 6,4 5,7 5,5 5,2 5,3 4,4 11,6 3,8 3,1 2,3 1,4 0,7 0,2 0,0 100,0
2010 17,8 5,3 6,2 6,3 64,4 5,9 4,7 4,6 5,0 6,7 7,8 7,9 7,5 7,1 7,2 17,8 5,4 4,3 3,5 2,5 1,5 0,5 0,1 100,0
2015 16,6 4,7 5,5 6,4 62,4 6,1 4,6 4,5 5,0 5,3 6,9 7,8 7,9 7,4 7,0 20,9 6,9 5,0 3,8 2,8 1,6 0,7 0,1 100,0
2020 15,4 4,7 5,0 5,7 61,1 6,1 4,8 4,3 5,1 5,2 5,5 7,0 7,9 7,9 7,3 23,5 6,7 6,4 4,4 3,1 1,9 0,8 0,2 100,0
2025 15,1 4,8 5,0 5,2 58,9 5,5 4,8 4,4 5,0 5,4 5,4 5,6 7,1 7,9 7,8 26,1 7,1 6,3 5,7 3,6 2,1 0,9 0,3 100,0
2030 15,2 4,8 5,1 5,3 56,0 5,0 4,3 4,4 5,1 5,4 5,6 5,5 5,8 7,1 7,9 28,8 7,6 6,7 5,6 4,8 2,6 1,1 0,3 100,0
2035 15,3 4,8 5,2 5,4 53,5 5,1 4,0 4,0 5,0 5,4 5,6 5,7 5,7 5,9 7,1 31,2 7,7 7,3 6,1 4,8 3,5 1,4 0,4 100,0
2040 15,2 4,6 5,1 5,4 52,3 5,2 4,1 3,8 4,6 5,4 5,6 5,8 5,9 5,8 5,9 32,6 7,0 7,4 6,7 5,3 3,6 2,0 0,6 100,0
De verandering in de omvang van de bevolking en de leeftijdsopbouw zijn voor vrijwel alle beleidsterreinen van belang. Daarbij kan gedacht worden aan de terreinen onderwijs, zorg, arbeidsmarkt en woningbouw en mobiliteit. Het aantal 0-15 jarigen zal in de periode 2015 tot 2040 met bijna 11.500 personen afnemen. In dezelfde periode zal het aantal 65-plussers met 48.000 toenemen. De potentiële beroepsbevolking (15-65 jaar) zal afnemen met 21% tot ongeveer 240.000 personen. De bevolking in de leeftijdsgroep 15-67 zal in de periode 2020-2040 met 18% dalen tot 260.000. Per 1 januari 2015 was bijna 21% van de Drentse bevolking 65 jaar of ouder. Rond 2040 zal dit aandeel meer dan 32% zijn. Het Nederlandse cijfer zal daar onder liggen met ca. 26%. 18
De gemiddelde leeftijd van de bevolking zal oplopen van 43,4 jaar in 2015 tot rond de 48 jaar in 2040. Daarna zal de gemiddelde leeftijd waarschijnlijk dalen.
3.3
Toename bevolking per gemeente Grafieken 15 en 16 laten de ontwikkeling van het aantal inwoners per gemeente zien. De stedelijke gemeenten Assen, Hoogeveen en Meppel zullen zowel absoluut als relatief het sterkst groeien. De overige gemeenten zullen een bevolkingsdaling kennen, vooral door een negatieve natuurlijke aanwas. De gemeente Assen zal tot 2040 met ongeveer 6.400 inwoners groeien. Het aantal inwoners in de gemeente Westerveld zal jaarlijks met 0,8% dalen.
Grafiek 15 Ontwikkeling bevolking Drentse gemeenten, absoluut en in %, gemiddeld per jaar in de periode 2015-2039 400
1,0%
300 0,6%
200 100
0,2%
0 -0,2%
-100 -200
-0,6%
-300 -1,0%
19
te
rv
eld
e W es
en
Hu
oo Aa
rg
er-
Od
or Bo
ev
nz
rn
n de
en Co
W old
eld
De
de or No
en Dr en
idd
nv
th
e
en m
aa
Em
rlo
l
Ty n
ep
pe in %
M
Absoluut
M
ev og Ho
As
se
ee
n
n
-400
Bron: Bevolkingsprognose 2015
Grafiek 16 Procentuele toename van het aantal inwoners in de periode 2015-2039, gemiddeld per jaar
Tynaarlo
Noordenveld
< -0,5 -0,5 - 0,0 > 0,0
Assen
Aa en Hunze
Borger-Odoorn Midden-Drenthe Westerveld
Emmen
Coevorden Hoogeveen Meppel
De Wolden
Bron: Bevolkingsprognose 2015
Tabel 3
Prognose inwonertallen per 1 januari (afgerond op 100-tallen) Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen Hoogeveen Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Tynaarlo Westerveld De Wolden Drenthe Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe
20
2015 25.200 67.200 25.500 35.600 107.800 54.900 32.800 33.300 31.200 32.600 19.100 23.700 488.600 189.400 168.900 130.400
2020 24.400 69.000 24.800 34.700 106.200 55.200 33.100 32.900 30.800 32.400 18.600 23.400 485.500 189.500 165.700 130.300
2025 23.700 70.500 24.300 33.900 104.700 55.700 33.400 32.500 30.300 32.300 18.000 23.000 482.400 189.300 162.900 130.100
2030 22.800 71.800 23.600 33.100 103.000 56.100 33.600 31.800 29.600 32.100 17.300 22.500 477.500 188.100 159.700 129.500
2035 21.900 72.900 22.800 32.100 100.800 56.400 33.700 31.000 28.900 31.700 16.400 21.800 470.400 186.400 155.700 128.300
2040 20.900 73.600 21.900 31.000 98.300 56.400 33.500 29.900 27.800 31.200 15.400 21.000 460.800 183.400 151.200 126.300
Toename aantal inwoners in Drenthe, gemiddeld per jaar
2015-2019 -620 -0,13
Absoluut in %
2020-2024 -620 -0,13
2025-2029 -980 -0,20
2030-2034 -1420 -0,30
2035-2039 -1920 -0,41
Grafiek17 Natuurlijke aanwas en migratiesaldi per 1.000 van de gemiddelde bevolking in de periode 1990-2014 (links) en 2015-2039, gemiddeld per jaar 2015-2039
1990-2014 Drenthe De Wolden Westerveld
Tynaarlo Noordenveld Midden Drenthe Meppel Hoogeveen Emmen Coevorden Borger-Odoorn Assen Aa en Hunze
-2,0
0,0
2,0
Migratiesaldo
4,0
6,0
8,0
Natuurlijke aanwas
10,0
-12,0
-8,0
-4,0
0,0
4,0
Bron: CBS, Bevolkingsprognose 2015
Een toe- of afname van het inwonertal is het gevolg van de huidige leeftijdsopbouw en van de veronderstellingen over de toekomstige ontwikkelingen. De groei wordt bepaald door de omvang van het geboorteoverschot en door de omvang van de verwachte migratiesaldi. Er blijkt bijvoorbeeld eerst nog een vrij hoog positief geboorteoverschot in Assen, Tynaarlo en Meppel. Een negatief geboorteoverschot zal na 2015 in alle gemeenten voorkomen m.u.v. de gemeenten Hoogeveen en Assen. Verwachte positieve migratiesaldi met een positief geboorteoverschot maken dat de inwonertallen nog (duidelijk) toenemen, zie grafiek 17.
21
Grafiek 18 Aantal inwoners in Drenthe volgens het hoge en lage scenario, 2000-2040 500.000
490.000
480.000 waarneming
470.000 prognose
460.000 450.000
440.000
40
38
20
36
20
34
20
32
20
30
20
28
Scenario hoog
20
26
20
24
20
22
20
20
20
18
Scenario laag
20
16
20
14
20
12
20
10
20
08
Prognose 2015
20
06
20
20
04
02
20
20
20
00
0
Bron: CBS, Bevolkingsprognose 2015
Volgens het hoge scenario komt Drenthe in 2040 uit op een aantal van bijna 469.000 inwoners. In het lage scenario ligt het aantal inwoners op ruim 452.000 in 2040. Een verschil van ca. 17.000 inwoners.
22
4
Huishoudensontwikkeling
Naast de omvang en de samenstelling naar leeftijd van de Drentse bevolking zullen ook de nodige veranderingen in het aantal en de samenstelling van huishoudens plaatsvinden. De komende decennia groeit het aantal huishouden met 2.000 huishoudens van 213.200 in 2015 tot 215.200 in 2040. Hierbij is de groei in de periode 2015-2024 met 7.200 aanzienlijk groter dan de groei in de periode 2025-2039 (zie tabel 4). In deze periode is er sprake van een daling van het aantal huishoudens. In 2025 zal het aantal huishoudens in Drenthe 220.400 bedragen. Het aantal huishoudens groeit in de periode 2015-2039 met ongeveer 1%. De Drentse bevolking daalt in dezelfde periode met 5,7%. Deze sterkere toename van het aantal huishoudens hangt samen met de vergrijzing en vooral met de verdergaande individualisering. Met name het aantal alleenstaanden groeit de komende decennia sterk. In de 4 stedelijke gemeenten zal de groei van het aantal huishoudens aanzienlijk groter zijn dan in de 8 landelijke gemeenten (zie tabel 4 en grafiek 19). Bij de laatste groep is er in de periode 2015-2024 nog sprake van een stijging met 2.200 huishoudens en in de periode 2025-2039 een daling van 6.000 huishoudens. Met een toename van 4.300 huishoudens zal slechts in Noord-Drenthe het aantal huishoudens toenemen in de periode 2015-2039. Tot 2025 zullen Zuidoost- Drenthe en Zuidwest-Drenthe het aantal huishoudens (licht) zien stijgen. Na 2025 zal in beide regio’s huishoudenskrimp optreden. Tabel 4
Prognose van de huishoudensontwikkeling in Drenthe in de periode 2015-2040
Drenthe Stedelijke gem. Landelijke gem. Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe
23
Aantal huishoudens 2015
2025
2040
213.200 115.900 97.300 82.800 74.300 56.100
220.400 120.900 99.500 87.200 75.100 58.100
215.200 121.700 93.500 87.100 70.500 57.600
Toename huishoudens Index aantal huishoudens gem. per jaar 2015-2024 2025-2039 2025 2040 2015=100 2025=100 720 -347 103 98 500 53 104 101 220 -400 102 94 440 -7 105 100 80 -307 101 94 200 -33 104 99
Grafiek 19 Ontwikkeling huishouden in de periode 2015-2040 240.000 220.000 200.000 180.000 160.000 140.000 120.000 100.000 80.000
20
15 20 1 20 6 17 20 18 20 19 20 20 20 21 20 22 20 23 20 24 20 25 20 26 20 27 20 28 20 29 20 30 20 31 20 32 20 33 20 34 20 35 20 36 20 37 20 38 20 39 20 40
0
Drenthe
Stedelijke gemeenten
Landelijke gemeenten Bron: CBS, Bevolkingsprognose 2015
24
4.1
Huishoudens naar type
Tabel 5
Huishoudensontwikkeling naar type huishouden in Drenthe in de periode 2015-2040 Aantal huishoudens 2015 2025 Drenthe - alleenstaanden - samenwonenden • zonder kind(eren) • met kind(eren) - eenouderhuishoudens - overige huishoudens Stedelijke gemeenten - alleenstaanden - samenwonenden • zonder kind(eren) • met kind(eren) - eenouderhuishoudens - overige huishoudens Landelijke gemeenten - alleenstaanden - samenwonenden • zonder kind(eren) • met kind(eren) - eenouderhuishoudens - overige huishoudens Noord-Drenthe - alleenstaanden - samenwonenden • zonder kind(eren) • met kind(eren) - eenouderhuishoudens - overige huishoudens Zuidoost-Drenthe - alleenstaanden - samenwonenden • zonder kind(eren) • met kind(eren) - eenouderhuishoudens - overige huishoudens Zuidwest-Drenthe - alleenstaanden - samenwonenden • zonder kind(eren) • met kind(eren) - eenouderhuishoudens - overige huishoudens
Toename huishoudens Index aantal huishoudens 2040 2015-2024 2025-2039 2025 2040 2015=100 2025=100
67.000 132.200 71.900 60.300 13.200 800
76.900 130.100 73.700 56.400 12.700 800
82.800 120.700 68.400 52.300 10.800 800
9.900 -2.100 1.800 -3.900 -500 0
5.900 -9.400 -5.300 -4.100 -1.900 0
115 98 103 94 96 100
108 93 93 93 85 100
39.000 68.500 36.300 32.200 8.000 500
43.900 68.700 37.700 31.000 7.700 500
47.400 67.100 36.800 30.300 6.600 400
4.900 200 1.400 -1.200 -300 0
3.500 -1.600 -900 -700 -1.100 -100
113 100 104 96 96 100
108 98 98 98 86 80
28.000 63.700 35.600 28.100 5.300 300
33.000 61.300 35.900 25.400 5.000 300
35.400 53.600 31.600 22.000 4.200 300
5.000 -2.400 300 -2.700 -300 0
2.400 -7.700 -4.300 -3.400 -800 0
118 96 101 90 94 100
107 87 88 87 84 100
26.200 51.200 28.000 23.200 5.200 300
31.100 50.800 29.100 21.700 4.900 300
34.900 47.400 27.600 19.800 4.500 300
4.900 -400 1.100 -1.500 -300 0
3.800 -3.400 -1.500 -1.900 -400 0
119 99 104 94 94 100
112 93 95 91 92 100
23.400 45.900 25.200 20.700 4.700 300
26.100 44.400 25.400 19.000 4.300 300
26.500 40.300 22.700 17.600 3.400 300
2.700 -1.500 200 -1.700 -400 0
400 -4.100 -2.700 -1.400 -900 0
112 97 101 92 91 100
102 91 89 93 79 100
17.500 35.000 18.700 16.300 3.400 200
19.700 34.800 19.100 15.700 3.400 200
21.400 32.900 18.100 14.800 3.000 200
2.200 -200 400 -600 0 0
1.700 -1.900 -1.000 -900 -400 0
113 99 102 96 100 100
109 95 95 94 88 100
In de tabel zijn de cijfers afgerond op 100-tallen. Hierdoor kunnen geringe afwijkingen voorkomen.
Het aantal alleenstaande huishoudens zal in Drenthe met bijna 24% sterk toenemen. In de stedelijke gemeenten ligt dit percentage op bijna 22. In de landelijke gemeenten ligt de toename op ca. 26%. In tabel 5 zien we ook dat het aantal paren (al dan niet gehuwd) gaat teruglopen met 11.500 tot 120.700 in 2040. Opvallend is dat het aantal samenwonenden zonder kinderen in de periode 25
2015-2024 nog toeneemt, terwijl het aantal samenwonenden met kinderen dan duidelijk afneemt. Ook dit hangt grotendeels samen met de vergrijzing en de hier mee samenhangende groei van het aantal huishoudens waarvan de kinderen het huis hebben verlaten. Het aantal samenwonenden blijft wel de grootste huishoudenscategorie. In 2040 behoort nog 56% van de huishoudens tot deze categorie. In 2015 is dat 62%. Ondanks bescheiden aantallen daalt het aantal eenouderhuishoudens de komende tijd nog behoorlijk. In Drenthe zal het aantal eenouderhuishoudens, waartoe voornamelijk huishoudens worden gerekend die bestaan uit één ouder (merendeels vrouwen) met één of meer thuiswonende kinderen, afnemen met 2.400 tot 10.800 huishoudens. In 2040 behoort dan 5% van het aantal huishoudens tot een eenoudergezin. Het aantal overige huishoudens zal tot 2040 vrijwel constant blijven. Tot deze zogenoemde ‘overige’ huishoudens behoren personen die geen partnerrelatie of ouder-kindrelatie hebben, maar die wel een gezamenlijk huishouden voeren. Voorbeelden hiervan zijn studenten die samen een huishouding vormen of broers of zussen die samen in een huis wonen. Grafiek 20 Aantal huishoudens naar type in Drenthe, 2015-2040 90.000 80.000 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000
20
15 20 1 20 6 17 20 18 20 19 20 20 20 21 20 22 20 23 20 24 20 25 20 26 20 27 20 28 20 29 20 30 20 31 20 32 20 33 20 34 20 35 20 36 20 37 20 38 20 39 20 40
0
Alleenstaanden Samenwonend met kind(eren) Overige huishoudens
Een ouder gezinnen Samenwonend zonder kind(eren) Bron: CBS, Bevolkingsprognose 2015
Doordat de groei van het aantal huishoudens zich vooral voordoet bij de eenpersoons huishoudens is in grafiek 21 is te zien dat de gemiddelde huishoudengrootte de komende decennia verder afneemt. In 2000 telt een Drents huishouden nog bijna 2,5 personen, in 2040 is de gemiddelde huishoudengrootte teruggelopen tot ca. 2,14. Voor Nederland als geheel liggen deze cijfers op 2,3 in 2000 en op iets boven 2,09 in 2040.
26
Grafiek 21 Gemiddelde huishoudengrootte in Drenthe, 1995-2040 2,60
2,50
2,40
waarneming
2,30 prognose
2,20
2,10
2,00
01 20 03 20 05 20 07 20 09 20 11 20 13 20 15 20 17 20 19 20 21 20 23 20 25 20 27 20 29 20 31 20 33 20 35 20 37 20 39
99
20
97
19
19
19
95
0 Bron: CBS, Bevolkingsprognose 2015
4.2
Huishoudens naar leeftijd Verdelen we de huishoudens naar leeftijd (van het hoofd van het huishouden), dan zien we bij de ouderen een sterke toename van het aantal huishoudens. Er is vooral een toename van het aantal eenpersoonshuishoudens waar te nemen. In de leeftijdsgroepen tot 65 jaar is een afname van het aantal huishoudens waar te nemen.
Grafiek 22 Huishoudens naar leeftijd in Drenthe in 2000, 2020 en 2040 25.000
20.000
15.000
10.000
5.000
2000
27
2020
2040
eo 95
-9 4 90
-8 9 85
-8 4 80
-7 9 75
-7 4 70
-6 9 65
-6 4 60
-5 9 55
-5 4 50
-4 9 45
-4 4 40
-3 9 35
-3 4 30
-2 9 25
-2 4 20
15
-1 9
0 Bron: CBS, Bevolkingsprognose 2015
5
Invloed op beleidsterreinen
Bevolkingsontwikkeling heeft invloed op verschillende thema’s bijvoorbeeld woningmarkt, onderwijs, arbeidsmarkt etc. Hierna worden de gevolgen voor een aantal relevante beleids terreinen beschreven.
5.1
Gevolgen voor wonen Woningbehoefte Prognoses geven inzicht in de vraag hoeveel woningen er in de toekomst gebouwd moeten worden. Daarna zal voor heel Drenthe sprake zijn van bevolkingsdaling en in sommige gebieden al eerder. Voor de woonbehoefte is vooral het aantal huishoudens van belang. Het zijn immers huishoudens die om een woning vragen. Hoewel de bevolkingsomvang vanaf 2011 afneemt blijft er behoefte aan uitbreiding van het aantal woningen. De huishoudenprognose geeft aan hoeveel en wat voor soort huishoudens er de komende jaren bij zullen komen. Het aantal huishoudens in Drenthe blijft in de periode 2015 tot 2025 doorgroeien met ca. 7.200 tot ongeveer 220.400 huishoudens, maar na 2030 zet de daling van het aantal huishoudens in tot 215.200 in 2040. De groei tot 2030 wordt voornamelijk veroorzaakt door de afname van het gemiddelde aantal personen per huishouden. De afgelopen jaren zijn de relatieve groei van het aantal huishoudens en de relatieve groei van de woningvoorraad redelijk gelijk op gegaan. De huishoudengroei kan bijna één op één vertaald worden in de gewenste groei van de woningvoorraad. Dit houdt in dat voor elk huishouden dat er bij komt, een nieuwe woning aan de woningvoorraad wordt toegevoegd. Rond 2030 ligt dus het omslagpunt.
28
Relatief gezien neemt het aantal eenpersoonshuishoudens (jongeren tot circa 30 jaar en ouderen vanaf 60 jaar) en samenwonenden zonder kinderen (in alle leeftijden) toe. Met name het aantal eenpersoonshuishoudens zal met 15% sterk toenemen tot 2025. Daarnaast wordt een afname van (‘gezins’) huishoudens met kinderen verwacht. Belangrijkste oorzaken van deze trends zijn vergrijzing en afname van het aantal geboorten. Deze zogenaamde verdunning resulteert in een lichte toename van de woningbehoefte tot 2025. De huishoudengroei neemt in de loop van de tijd wel hard af. Na 2030 zal het aantal huishoudens afnemen. Door minder sterke huishoudenverdunning wordt deze afname versneld. Uitbreiding van de woningvoorraad blijft de komende tijd nog nodig, maar zal op langere termijn steeds beperkter worden. Dat betekent dat de focus nog meer gericht moet zijn op herstructurering, het verbouwen van bestaande woningen en ook sloop en herbouw. De opgave is bestaande woningen beter aan te laten sluiten op veranderende woonwensen als gevolg van de veranderende bevolkingssamenstelling en ontwikkelingen op energie gebied. Gevolgen voor de woningbouwprogrammering Binnen de totale huishoudensontwikkeling in Drenthe zien we een aantal trends. Omdat het hier om prognose-uitkomsten gaat, is het wel belangrijk het werkelijke verloop goed te blijven volgen. En daarbij ook goed oog te hebben voor specifieke omstandigheden binnen de gemeentelijke bevolkingsontwikkeling. Per kern kunnen grote verschillen optreden. In grote lijnen komt het volgende beeld naar voren. • De groei van het aantal huishoudens in Drenthe tot 2025 van ca. 7.250 is opgebouwd uit een toename van het aantal huishoudens zonder kinderen (alleenstaand en samenwonend) met ca. 11.500 en een krimp van het aantal gezinshuishoudens met ca. 4.250. Van de huishoudens met kinderen neemt het aantal één-oudergezinnen weliswaar licht af, de daling van het aantal volledige gezinnen is in absolute zin veel groter (minstens een factor 7) waardoor het aantal huishoudens met kinderen zal afnemen. • Op basis van deze twee trends kan geconcludeerd worden dat gezinnen met kinderen geen ‘groeimarkt’ meer is, terwijl dat een belangrijke doelgroep is geweest voor de bouw van ‘gezinswoningen’ in uitbreidingsgebieden. Uiteraard zijn ook samenwonenden zonder kinderen en alleenstaanden een doelgroep voor gezinswoningen, maar deze ontwikkeling noodzaakt om kritisch naar de programmering te kijken.
5.2
Gevolgen voor de arbeidsmarkt De ontwikkeling van de omvang van de groep 15-64 jarigen, de potentiële beroepsbevolking, is voor een belangrijk deel bepalend voor het toekomstig aanbod op de arbeidsmarkt, ofwel de daadwerkelijke beroepsbevolking. Daarnaast speelt de mate waarin mensen participeren op de arbeidsmarkt, de participatiegraad, een belangrijke rol. Factoren die van invloed zijn op de participatiegraad zijn o.a. geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, de economische conjunctuur en het door de overheid gevoerde beleid. Denk bijv. aan het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd naar 67 jaar (zie bijlage 5a). In 2009 is er een einde gekomen aan de jarenlange groei van de potentiële beroepsbevolking in Drenthe. Ook voor de komende jaren wordt een substantiële daling verwacht (zie bijlage 5). In Drenthe slaat de groei een paar jaar eerder om in krimp dan landelijk. Bovendien neemt de potentiële beroepsbevolking sterker af dan gemiddeld in Nederland. De Drentse potentiële beroepsbevolking wordt gekenmerkt door een relatief hoog aandeel ouderen. Dit aandeel zal de komende jaren verder stijgen. 29
Om het arbeidsaanbod op peil te houden of zelfs te laten groeien, zal de participatie dus moeten toenemen. De vraag is of de participatie de komende jaren voldoende stijgt om de demografische krimp te compenseren. Een geringer arbeidsaanbod kan op den duur leiden tot krapte op de arbeidsmarkt. Dit is ongunstig voor de economische groei.
5.3
Gevolgen voor het onderwijs De (forse) afname van de groep van 0 tot en met 3 jarigen (voorschools) en van de groep in de basisschoolleeftijd (4 t/m 11 jarigen en 30% van de 12 jarigen) is in Drenthe ingezet en zet zich in de basisschoolleeftijd de komende jaren nog door. Voor de groep 0-3 jarigen zien we inmiddels een stabilisatie optreden. Voor beide groepen zal de totale afname in Drenthe tot 2020 ruim 20% zijn, landelijk is dit slechts 8%. Dat leidt er toe dat) onderwijsvoorzieningen in het primair onderwijs onder druk staan en dat met name het voortgezet en MBO onderwijs de komende jaren meer onder druk komen te staan. Over ongeveer 5 à 10 jaar doet de afname van de leerlingen aantallen zich ook voor in het voortgezet en Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO). Eén van de mogelijke gevolgen hiervan is een afname van het aantal beroepsopleidingen binnen een regio. Daardoor kan er onevenwichtigheid ontstaan tussen het aanbod aan werknemers en de vraag van werkgevers. Het behouden van (goed) geschoold personeel vergt een goede spreiding van onderwijs voorzieningen en samenwerking tussen bedrijfsleven, primair onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs.
30
Kaart
31
1
Indeling van de provincie Drenthe in regio’s en stedelijke en landelijke gemeenten
Tynaarlo Noordenveld Regio Noord Regio Zuid-Oost Regio Zuid-West Stedelijke gemeenten Landelijke gemeenten
Assen
Aa en Hunze
Borger-Odoorn Midden-Drenthe Westerveld
Coevorden Hoogeveen Meppel
32
De Wolden
Emmen
Bijlagen
33
1
Waargenomen en verwachte groei per gemeente, gemiddeld per jaar Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen Hoogeveen Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Tynaarlo Westerveld De Wolden Drenthe
2
Waargenomen 2005-2014 -13 440 -82 -53 -84 98 241 31 -56 28 -5 -19 526
Verwacht 2015-2024 -150 340 -120 -160 -300 80 60 -80 -90 -20 -110 -60 -610
2025-2039 -190 200 -160 -190 -430 50 10 -170 -160 -80 -170 -140 -1.430
Verwacht 2015-2024 150 730 190 280 990 670 320 250 230 270 130 170 4.380
2025-2039 130 750 170 270 970 690 320 220 230 270 110 150 4.280
Geborenen per periode, gemiddeld per jaar Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen Hoogeveen Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Tynaarlo Westerveld De Wolden Drenthe
34
Waargenomen 2005-2014 197 763 217 336 1.037 632 368 297 253 275 147 195 4.716
3
Overledenen per periode, gemiddeld per jaar Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen Hoogeveen Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Tynaarlo Westerveld De Wolden Drenthe
4
Waargenomen 2005-2014 236 569 236 356 1.079 482 277 297 271 342 204 217 4.566
Verwacht 2015-2024 270 640 270 380 1.170 530 300 340 330 370 240 260 5.100
2025-2039 320 780 310 430 1.300 600 360 410 410 420 290 310 5.940
Geboorteoverschot per periode, gemiddeld per jaar Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen Hoogeveen Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Tynaarlo Westerveld De Wolden Drenthe
35
Waargenomen 2005-2014 -39 194 -19 -20 -42 150 91 0 -18 -67 -57 -22 151
Verwacht 2015-2024 -130 90 -80 -100 -180 140 20 -90 -100 -100 -110 -90 -730
2025-2039 -190 -30 -140 -150 -330 90 -50 -190 -180 -160 -180 -170 -1.680
5
Prognose van de potentiële beroepsbevolking naar leeftijd Totale potentiële beroepsbevolking
In % van de totale bevolking
15-24
waarvan (procentueel) 25-34 35-44 45-54
55-64
Aa en Hunze
2015
15.500
61
15
11
18
28
28
2025
13.300
56
15
11
17
23
34
2040
9.900
47
15
11
20
25
28
Assen
2015
43.000
64
17
17
21
24
20
2025
43.100
61
18
17
19
21
24
2040
40.300
55
18
18
21
21
21
Borger-Odoorn
2015
16.000
63
17
12
18
27
25
2025
14.100
58
17
15
17
21
30
2040
11.100
51
17
14
21
24
23
Coevorden
2015
22.000
62
17
15
19
26
24
2025
19.600
58
17
15
17
22
29
2040
15.600
50
18
15
21
23
23
Emmen
2015
68.800
64
18
16
19
25
22
2025
63.500
61
17
18
18
21
26
2040
53.500
54
18
18
22
22
21
Hoogeveen
2015
34.300
62
18
19
20
23
21
2025
33.100
59
19
20
20
20
22
2040
31.200
55
19
20
22
21
19
Meppel
2015
21.000
64
16
18
22
23
21
2025
20.600
62
17
17
20
22
23
2040
18.800
56
17
17
22
22
22
Midden-Drenthe
2015
20.800
63
17
14
19
27
24
2025
18.900
58
16
13
18
22
30
2040
15.000
50
17
13
20
24
26
Noordenveld
2015
18.600
60
17
12
19
27
25
2025
16.900
56
17
13
17
23
30
2040
13.400
48
19
14
20
23
25
Tynaarlo
2015
19.400
60
16
11
20
28
25
2025
18.000
56
18
12
17
24
29
2040
15.300
49
19
11
21
25
24
Westerveld
2015
11.300
59
16
13
18
27
27
2025
9.900
55
16
12
16
22
33
2040
6.900
45
17
13
18
24
28
De Wolden
2015
14.500
61
18
12
18
27
25
2025
13.000
56
18
13
17
22
30
2040
9.800
47
18
13
20
24
25
Drenthe
2015
305.200
62
17
15
19
25
23
2025
284.000
59
17
16
18
22
27
2040
240.800
52
18
16
21
22
22
Nederland
2015
11.048.300
65
19
19
20
23
20
2025
10.849.100
62
19
20
19
20
22
2040
10.236.500
58
19
20
22
21
19
36
5a
Bevolking naar leeftijd, 15-67 jaar Drenthe Bevolking totaal
15-64 jaar 15-67 jaar 65-67 jaar
37
2015 2020 2025 2030 2035 2040 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2015 2020 2025 2030 2035 2040
488.600 485.500 482.400 477.500 470.400 460.800 304.900 296.500 283.900 267.400 251.600 240.800 325.800 316.600 304.900 289.700 273.700 259.200 20.900 20.100 21.000 22.300 22.100 18.400
Noord 189.400 189.500 189.300 188.300 186.300 183.400 117.200 114.700 110.200 103.900 97.900 93.800 125.400 122.700 118.800 112.900 107.000 101.300 8.200 8.000 8.600 9.000 9.100 7.500
regio Zuidoost 168.800 165.700 162.900 159.700 155.700 151.100 106.700 102.400 97.100 90.500 84.400 80.200 114.100 109.400 104.200 98.100 91.700 86.300 7.400 7.000 7.100 7.600 7.300 6.100
Nederland Zuidwest 130.400 130.300 130.200 129.500 128.300 126.400 81.000 79.500 76.600 72.900 69.300 66.700 86.300 84.600 81.900 78.600 75.000 71.600 5.300 5.100 5.300 5.700 5.700 4.900
16.902.100 17.132.800 17.376.800 17.581.200 17.725.700 17.800.300 11.048.300 11.018.100 10.849.100 10.570.500 10.327.400 10.236.500 11.680.500 11.627.100 11.503.400 11.275.900 11.026.100 10.841.500 632.200 609.000 654.300 705.400 698.700 605.000
6
Prognose van de bevolking naar leeftijd in verband met onderwijs voorzieningen
Aa en Hunze
0-3 basisgeneratie 12 – 22* 0-3 basisgeneratie 12 – 22* 0-3 basisgeneratie 12 – 22* 0-3 basisgeneratie 12 – 22* 0-3 basisgeneratie 12 – 22* 0-3 basisgeneratie 12 – 22* 0-3 basisgeneratie 12 – 22* 0-3 basisgeneratie 12 – 22* 0-3 basisgeneratie 12 – 22* 0-3 basisgeneratie 12 – 22* 0-3 basisgeneratie 12 – 22* 0-3 basisgeneratie 12 – 22* 0-3 basisgeneratie 12 – 22* 0-3 basisgeneratie 12 – 22*
Assen
Borger-Odoorn
Coevorden
Emmen
Hoogeveen
Meppel
Midden-Drenthe
Noordenveld Tynaarlo
Westerveld
De Wolden
Drenthe
Nederland
Aantal inwoners per 1 januari 2015 710 2.190 2.930 2.880 6.870 8.650 800 2.160 3.210 1.280 3.270 4.310 3.990 9.520 13.410 2.490 5.490 6.940 1.410 3.400 3.990 1.120 3.020 4.230 990 2.830 3.800 1.200 3.220 3.990 510 1.620 2.190 780 2.140 3.170 18.160 45.730 60.820 700.700 1.568.000 2.184.300
Basisgeneratie: aantal 4- t/m 11-jarigen + 30% van de 12-jarigen.
* 70% van de 12 jarigen + 13-22 jarigen.
38
2020 650 1.770 2.720 3.010 6.490 8.910 810 1.900 2.930 1.200 2.910 4.120 4.030 8.660 12.760 2.710 5.390 6.870 1.370 3.100 4.120 1.120 2.650 4.010 980 2.470 3.700 1.190 3.020 3.990 540 1.250 2.150 730 1.890 3.040 18.340 41.500 59.320 728.900 1.493.000 2.162.500
2025 650 1.600 2.340 3.060 6.480 8.710 810 1.800 2.570 1.170 2.670 3.780 4.120 8.430 11.520 2.780 5.470 6.680 1.360 3.010 3.910 1.070 2.590 3.540 1.020 2.330 3.350 1.180 2.900 3.870 520 1.220 1.760 740 1.770 2.590 18.480 40.270 54.620 754.200 1.497.100 2.073.100
2030 610 1.590 1.970 3.110 6.650 8.270 780 1.840 2.270 1.180 2.670 3.410 4.090 8.580 10.570 2.810 5.680 6.450 1.370 3.000 3.700 1.000 2.560 3.220 1.010 2.370 3.020 1.190 2.870 3.720 480 1.200 1.480 700 1.720 2.260 18.330 40.730 50.340 763.800 1.561.900 1.988.200
Toename in de periode 2015-2025 abs. in % -60 -8 -590 -27 -590 -20 180 6 -390 -6 60 1 10 1 -360 -17 -640 -20 -110 -9 -600 -18 -530 -12 130 3 -1.090 -11 -1.890 -14 290 12 -20 0 -260 -4 -50 -4 -390 -11 -80 -2 -50 -4 -430 -14 -690 -16 30 3 -500 -18 -450 -12 -20 -2 -320 -10 -120 -3 10 2 -400 -25 -430 -20 -40 -5 -370 -17 -580 -18 320 2 -5.460 -12 -6.200 -10 53.500 8 -70.900 -5 -111.200 -5
7
Prognose van de bevolking naar leeftijd in verband met zorgvoorzieningen
Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen Hoogeveen Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Tynaarlo Westerveld De Wolden Drenthe Nederland
75-84 85+ totale bevolking 75-84 85+ totale bevolking 75-84 85+ totale bevolking 75-84 85+ totale bevolking 75-84 85+ totale bevolking 75-84 85+ totale bevolking 75-84 85+ totale bevolking 75-84 85+ totale bevolking 75-84 85+ totale bevolking 75-84 85+ totale bevolking 75-84 85+ totale bevolking 75-84 85+ totale bevolking 75-84 85+ totale bevolking 75-84 85+ totale bevolking
39
Aantal inwoners per 1 januari 2015 1.820 610 25.160 3.740 1.480 67.090 1.660 540 25.420 2.470 850 35.550 7.020 2.300 107.780 3.440 1.310 54.940 1.710 760 32.780 2.110 780 33.270 2.490 860 31.140 2.420 970 32.500 1.620 610 19.080 1.690 630 23.650 32.170 11.700 488.360 930.230 342.040 16.871.470
2025 2.510 940 23.660 5.380 2.090 70.540 2.560 750 24.270 3.610 990 33.910 9.230 3.190 104.740 4.640 1.730 55.720 2.510 950 33.420 3.140 1.050 32.470 3.360 1.400 30.290 3.340 1.280 32.340 2.220 890 18.010 2.620 810 23.020 45.120 16.070 482.370 1.347.420 455.110 17.376.830
2040 3.070 1.640 20.870 7.610 3.960 73.570 2.860 1.420 21.860 4.220 1.760 31.000 11.030 5.190 98.270 5.460 2.850 56.430 3.310 1.780 33.500 4.020 1.940 29.910 3.790 2.360 27.840 3.990 2.240 31.160 2.490 1.500 15.440 3.390 1.540 20.990 55.220 28.180 460.830 1.742.790 830.870 17.800.340
Toename in de periode 2015-2039 abs. in % 1.250 69 1.030 169 -4.290 -17 3.870 103 2.480 168 6.480 10 1.200 72 880 163 -3.560 -14 1.750 71 910 107 -4.550 -13 4.010 57 2.890 126 -9.510 -9 2.020 59 1.540 118 1.490 3 1.600 94 1.020 134 720 2 1.910 91 1.160 149 -3.360 -10 1.300 52 1.500 174 -3.300 -11 1.570 65 1.270 131 -1.340 -4 870 54 890 146 -3.640 -19 1.700 101 910 144 -2.660 -11 23.050 72 16.480 141 -27.530 -6 812.560 87 488.830 143 928.870 6
8
Huishoudens per gemeente Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen Hoogeveen Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Tynaarlo Westerveld De Wolden Drenthe Stedelijke gemeenten Landelijke gemeenten Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe
40
2015 11.120 30.020 10.890 15.430 48.040 23.370 14.540 14.070 13.680 13.930 8.360 9.770 213.220 115.970 97.250 82.820 74.360 56.040
2020 11.210 31.570 10.960 15.400 48.580 23.610 15.080 14.390 14.030 14.290 8.430 10.070 217.620 118.840 98.780 85.490 74.940 57.190
2025 11.210 32.710 11.030 15.410 48.680 24.000 15.490 14.620 14.160 14.530 8.350 10.300 220.490 120.880 99.610 87.230 75.120 58.140
2030 11.110 33.650 10.890 15.180 48.340 24.320 15.760 14.690 14.080 14.670 8.140 10.420 221.250 122.070 99.180 88.200 74.410 58.640
2035 10.750 34.320 10.540 14.670 47.510 24.450 15.930 14.470 13.800 14.600 7.710 10.320 219.070 122.210 96.860 87.940 72.720 58.410
2040 10.320 34.860 10.130 14.030 46.350 24.450 15.880 14.080 13.470 14.340 7.250 9.990 215.150 121.540 93.610 87.070 70.510 57.570
9
Alleenstaande huishoudens naar leeftijd Drenthe 15-29 30-64 65-74 75+ Totaal Totaal huishoudens
9a
2015 2025 2040 2015 2025 2040 2015 2025 2040 2015 2025 2040 2015 2025 2040 2015 2025 2040
7.290 6.600 5.500 30.620 32.340 27.790 11.440 13.870 15.660 17.650 24.070 33.880 67.000 76.880 82.840 213.220 220.480 215.140
Gemeenten Stedelijk Landelijk 5.430 1.850 5.050 1.560 4.190 1.310 18.560 12.060 19.750 12.590 17.690 10.110 6.030 5.410 7.470 6.400 8.570 7.100 9.020 8.630 11.640 12.430 16.970 16.910 39.040 27.960 43.910 32.980 47.410 35.430 115.980 97.240 120.880 99.600 121.550 93.590
Noord 2.530 2.620 2.420 12.260 13.370 11.940 4.540 5.640 6.720 6.850 9.500 13.840 26.170 31.130 34.930 82.810 87.230 87.060
Regio Zuidoost 2.840 2.370 1.760 10.430 10.730 8.570 3.940 4.730 5.030 6.150 8.230 11.130 23.360 26.060 26.500 74.370 75.120 70.510
Zuidwest 1.920 1.610 1.320 7.930 8.230 7.280 2.970 3.500 3.910 4.660 6.350 8.910 17.480 19.690 21.420 56.040 58.130 57.570
Alleenstaande huishoudens naar leeftijd in % van het totaal aantal huishoudens
15-29 30-64 65-74 75+ Totaal Totaal huishoudens
41
2015 2025 2040 2015 2025 2040 2015 2025 2040 2015 2025 2040 2015 2025 2040 2015 2025 2040
Drenthe 3,4 3,0 2,6 14,4 14,7 12,9 5,4 6,3 7,3 8,3 10,9 15,7 31,4 34,9 38,5 100,0 100,0 100,0
Gemeenten Stedelijk Landelijk 4,7 1,9 4,2 1,6 3,4 1,4 16,0 12,4 16,3 12,6 14,6 10,8 5,2 5,6 6,2 6,4 7,1 7,6 7,8 8,9 9,6 12,5 14,0 18,1 33,7 28,8 36,3 33,1 39,0 37,9 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Noord 3,1 3,0 2,8 14,8 15,3 13,7 5,5 6,5 7,7 8,3 10,9 15,9 31,6 35,7 40,1 100,0 100,0 100,0
Regio Zuidoost 3,8 3,2 2,5 14,0 14,3 12,2 5,3 6,3 7,1 8,3 11,0 15,8 31,4 34,7 37,6 100,0 100,0 100,0
Zuidwest 3,4 2,8 2,3 14,2 14,2 12,6 5,3 6,0 6,8 8,3 10,9 15,5 31,2 33,9 37,2 100,0 100,0 100,0
10
Bevolking naar leeftijd in Drenthe 0-4 5-9 10-14 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75-79 80-84 85-89 90-94 95+ Totaal
42
2015 23.160 26.840 31.270 29.560 22.450 22.030 24.310 25.840 33.590 38.260 38.640 36.270 34.000 33.800 24.480 18.660 13.510 7.810 3.230 670 488.360
2020 23.020 24.330 27.620 29.570 23.210 20.980 24.560 25.420 26.550 33.800 38.420 38.430 35.530 32.610 31.300 21.490 14.830 9.000 3.790 1.050 485.500
2025 23.260 24.260 25.290 26.340 23.150 21.170 24.190 25.880 25.990 27.000 34.170 38.240 37.770 34.180 30.300 27.660 17.460 10.190 4.540 1.340 482.370
2030 23.070 24.460 25.100 24.030 20.560 20.870 24.110 25.750 26.550 26.410 27.460 34.090 37.550 36.520 31.920 26.970 22.790 12.270 5.330 1.670 477.480
2035 22.560 24.260 25.240 23.800 18.790 18.600 23.730 25.350 26.440 26.950 26.820 27.570 33.500 36.400 34.190 28.670 22.530 16.380 6.590 2.000 470.370
2040 21.330 23.630 24.960 24.070 19.020 17.360 21.390 25.030 25.900 26.820 27.220 26.830 27.170 32.490 34.220 30.930 24.290 16.550 9.050 2.580 460.830
11
Bevolking naar leeftijd per gemeente in Drenthe, 2015-2040 0-4 5-9 10-14 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75-79 80-84 85-89 90-94 95+ Totaal 0-4 5-9 10-14 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75-79 80-84 85-89 90-94 95+ Totaal
43
2015 920 1270 1600 1490 820 750 910 1170 1690 2080 2210 2220 2110 2110 1370 1070 750 410 170 40 25160
2020 830 1020 1320 1430 820 590 900 1050 1270 1730 2140 2280 2240 2060 1900 1160 850 520 210 60 24360
2015 3670 4110 4400 4150 3360 3440 3980 4030 4850 5240 5140 4590 4220 3930 2760 2190 1550 990 420 70 67090
2020 3770 3810 4260 4380 3480 3540 3870 4080 4130 4940 5290 5130 4510 4090 3690 2490 1790 1100 510 140 68990
Aa en Hunze 2025 830 940 1080 1210 790 610 870 1070 1150 1310 1820 2210 2310 2160 1840 1590 920 600 260 80 23660 Assen 2025 3840 3920 3990 4190 3750 3500 4000 4020 4120 4230 4980 5250 5050 4400 3830 3300 2080 1320 600 180 70540
2030 780 950 1020 970 690 590 850 1080 1140 1180 1380 1870 2220 2270 1960 1560 1280 650 310 110 22850
2035 750 890 1030 950 550 490 780 1000 1150 1190 1250 1470 1870 2180 2040 1650 1270 920 370 130 21930
2040 680 860 970 970 560 430 670 940 1080 1190 1250 1310 1490 1840 1940 1740 1320 940 540 160 20870
2030 3890 4020 4070 3900 3470 3620 4030 4170 4120 4220 4270 4990 5200 4920 4170 3470 2810 1580 730 220 71850
2035 3940 4040 4140 3950 3190 3420 4170 4200 4290 4190 4260 4270 4940 5070 4660 3810 3020 2130 910 270 72870
2040 3850 4070 4140 4000 3380 3300 3910 4310 4300 4390 4220 4230 4230 4840 4830 4310 3310 2330 1270 350 73570
0-4 5-9 10-14 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75-79 80-84 85-89 90-94 95+ Totaal 0-4 5-9 10-14 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75-79 80-84 85-89 90-94 95+ Totaal
44
2015 1010 1280 1540 1650 1100 950 1040 1180 1740 2110 2160 2090 1940 2030 1410 970 690 370 150 30 25420
2020 1010 1080 1360 1470 1130 930 1120 1140 1270 1740 2100 2110 2050 1860 1850 1200 740 440 160 30 24780
2015 1610 1940 2300 2040 1600 1610 1680 1710 2420 2820 2800 2710 2580 2540 1890 1460 1020 560 230 50 35550
2020 1510 1700 1980 2080 1540 1410 1660 1650 1760 2430 2860 2800 2660 2470 2430 1720 1150 610 220 40 34680
Borger-Odoorn 2025 2030 1030 990 1090 1110 1130 1140 1300 1080 1030 910 950 860 1140 1100 1250 1250 1210 1330 1290 1260 1720 1330 2070 1730 2110 2030 1950 2040 1710 1780 1600 1480 950 1280 490 660 210 240 50 50 24270 23630 Coevorden 2025 2030 1470 1490 1600 1600 1750 1670 1850 1630 1540 1390 1380 1350 1540 1560 1730 1640 1680 1770 1810 1690 2480 1830 2850 2450 2740 2750 2540 2630 2360 2440 2210 2160 1400 1800 710 890 240 300 40 40 33910 33060
2035 950 1100 1170 1110 780 730 1010 1170 1300 1340 1290 1350 1700 1960 1840 1560 1180 890 350 70 22820
2040 820 1020 1160 1140 780 660 890 1130 1240 1330 1360 1290 1320 1660 1790 1590 1270 850 470 100 21860
2035 1480 1610 1700 1560 1210 1150 1540 1680 1710 1790 1750 1810 2360 2600 2550 2250 1760 1150 390 70 32110
2040 1390 1590 1680 1600 1170 1060 1280 1620 1720 1790 1850 1760 1760 2250 2510 2360 1860 1160 520 90 31000
0-4 5-9 10-14 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75-79 80-84 85-89 90-94 95+ Totaal 0-4 5-9 10-14 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75-79 80-84 85-89 90-94 95+ Totaal
45
2015 5080 5570 6470 6440 5650 5570 5730 5870 7410 8410 8550 7700 7460 7320 5240 4070 2950 1570 630 110 107780
2020 5030 5130 5540 6150 5860 5440 6000 5810 5790 7340 8310 8350 7410 7030 6640 4490 3130 1860 720 210 106230
2015 3140 3270 3450 3280 2970 3180 3310 3190 3590 3880 3840 3660 3370 3550 2510 1980 1460 860 370 90 54940
2020 3350 3170 3240 3320 3090 3090 3410 3240 3090 3510 3790 3750 3470 3180 3250 2190 1570 960 420 120 55220
Emmen 2025 2030 5160 5120 5110 5180 5120 5080 5350 4910 5630 4950 5570 5370 5910 5980 6000 5930 5720 5910 5760 5680 7290 5770 8160 7190 8080 7930 7080 7720 6400 6490 5720 5560 3520 4550 2020 2320 890 1000 270 330 104740 102970 Hoogeveen 2025 2030 3470 3500 3360 3440 3130 3290 3110 2960 3120 2870 3140 3230 3380 3440 3360 3350 3160 3290 3030 3130 3490 3010 3700 3400 3640 3610 3320 3480 2930 3120 2860 2620 1790 2350 1080 1270 510 580 150 180 55720 56110
2035 4950 5110 5140 4870 4580 4760 5770 5950 5830 5870 5680 5740 7000 7630 7110 5690 4510 3100 1140 390 100810
2040 4660 4960 5070 4930 4510 4420 5160 5780 5820 5770 5860 5610 5630 6750 7110 6330 4710 3160 1570 470 98270
2035 3490 3510 3340 3090 2720 2940 3510 3370 3260 3240 3100 2980 3360 3520 3270 2820 2220 1730 680 210 56370
2040 3390 3460 3420 3160 2850 2850 3250 3470 3280 3220 3180 3040 2930 3280 3350 3020 2440 1630 950 270 56430
0-4 5-9 10-14 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75-79 80-84 85-89 90-94 95+ Totaal 0-4 5-9 10-14 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75-79 80-84 85-89 90-94 95+ Totaal
46
2015 1790 2030 2170 1900 1460 1730 2060 2120 2440 2510 2410 2250 2090 1970 1380 970 730 510 220 30 32780
2020 1730 1840 2000 2030 1610 1540 2030 2110 2120 2440 2510 2360 2190 1980 1790 1190 790 510 260 70 33120
2015 1450 1720 2240 2080 1390 1340 1470 1610 2270 2750 2800 2610 2490 2450 1710 1220 890 520 210 50 33270
2020 1410 1570 1810 2090 1400 1170 1500 1640 1740 2340 2790 2850 2600 2410 2250 1490 950 580 270 80 32920
Meppel 2025 1720 1830 1850 1870 1680 1640 1920 2130 2100 2120 2410 2490 2300 2110 1810 1550 960 580 280 90 33420 Midden-Drenthe 2025 1360 1560 1680 1730 1370 1140 1380 1660 1770 1800 2390 2810 2840 2560 2240 1970 1170 640 310 100 32470
2030 1730 1800 1860 1750 1520 1650 1960 2040 2140 2090 2080 2360 2440 2260 1930 1570 1280 720 330 110 33620
2035 1690 1800 1810 1740 1440 1480 1970 2040 2060 2160 2090 2060 2320 2360 2110 1690 1340 960 420 130 33670
2040 1620 1760 1820 1710 1440 1420 1790 2070 2060 2080 2120 2060 2030 2270 2170 1880 1430 1020 580 180 33500
2030 1280 1510 1670 1580 1160 1100 1330 1550 1770 1830 1850 2420 2810 2750 2370 1970 1600 800 350 120 31810
2035 1200 1420 1630 1570 1040 920 1300 1490 1670 1840 1890 1900 2410 2750 2560 2100 1590 1120 420 140 30950
2040 1130 1370 1540 1540 1050 790 1150 1450 1600 1720 1850 1930 1920 2350 2570 2270 1740 1160 610 180 29910
47
0-4 5-9 10-14 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75-79 80-84 85-89 90-94 95+ Totaal
2015 1290 1650 1970 1900 1220 990 1270 1510 2060 2430 2500 2480 2220 2420 1910 1460 1020 580 220 60 31140
2020 1250 1430 1770 1850 1310 1010 1210 1410 1610 2090 2460 2520 2460 2180 2260 1660 1180 740 320 80 30800
2015 1540 1890 2180 2020 1150 890 1180 1600 2290 2680 2680 2630 2310 2320 1760 1380 1040 640 270 60 32500
2020 1510 1760 2090 2050 1150 950 1170 1420 1800 2360 2710 2630 2570 2230 2190 1600 1110 720 330 90 32450
0-4 5-9 10-14 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75-79 80-84 85-89 90-94 95+ Totaal
48
Noordenveld 2025 1290 1380 1550 1650 1260 1020 1230 1380 1500 1670 2190 2510 2490 2380 2040 2000 1360 860 410 130 30290 Tynaarlo 2025 1490 1690 2010 1980 1170 890 1280 1440 1650 1910 2400 2670 2570 2460 2110 2000 1340 790 370 120 32340
2030 1280 1430 1490 1470 1160 1010 1190 1370 1470 1570 1740 2200 2450 2420 2210 1830 1690 1020 490 180 29650
2035 1260 1400 1530 1400 1040 900 1140 1310 1430 1510 1630 1760 2170 2390 2270 1980 1580 1330 610 210 28850
2040 1170 1370 1470 1420 1060 850 1040 1250 1360 1460 1570 1650 1690 2090 2240 2050 1740 1260 830 270 27840
2030 1520 1690 1970 1910 1030 830 1170 1660 1670 1780 1980 2370 2600 2500 2300 1910 1710 990 430 140 32140
2035 1480 1750 1930 1820 1010 770 1130 1490 1890 1800 1810 1930 2300 2530 2350 2100 1610 1290 580 170 31740
2040 1400 1650 1950 1880 1030 690 1050 1480 1710 1960 1850 1810 1880 2200 2390 2150 1840 1240 770 230 31160
0-4 5-9 10-14 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75-79 80-84 85-89 90-94 95+ Totaal
2015 670 910 1240 1060 730 690 740 800 1230 1480 1540 1500 1480 1540 1240 930 690 400 180 30 19080
2020 680 710 940 1130 750 560 750 810 850 1240 1530 1610 1520 1460 1440 1100 770 490 210 60 18570
2015 1000 1220 1690 1550 1010 870 940 1070 1610 1890 2010 1840 1730 1620 1290 970 730 410 170 40 23650
2020 930 1120 1310 1600 1060 740 950 1060 1130 1650 1940 2020 1850 1680 1620 1230 800 470 170 70 23400
0-4 5-9 10-14 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75-79 80-84 85-89 90-94 95+ Totaal
49
Westerveld 2025 660 740 780 860 750 550 660 790 840 900 1310 1590 1640 1470 1370 1300 920 570 250 70 18010 De Wolden 2025 940 1050 1220 1240 1050 770 880 1060 1100 1190 1700 1940 2010 1770 1670 1570 1050 540 210 70 23020
2030 610 720 760 710 590 530 620 730 830 860 960 1370 1590 1590 1400 1230 1120 670 320 100 17300
2035 560 660 740 690 500 430 570 660 760 850 910 1010 1350 1540 1500 1280 1080 860 390 110 16440
2040 480 610 680 670 470 380 490 590 680 780 910 940 990 1320 1450 1360 1130 850 510 140 15440
2030 890 1030 1090 1140 840 740 900 1010 1120 1120 1250 1730 1930 1930 1770 1610 1350 720 240 100 22500
2035 820 980 1100 1050 750 610 830 1000 1070 1170 1160 1300 1720 1870 1930 1740 1380 920 330 110 21820
2040 750 920 1070 1050 710 540 710 940 1060 1130 1220 1190 1300 1630 1860 1880 1510 950 450 140 20990
12
Bevolking per regio, 2015-2025, volgens het hoge en lage scenario 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025
13
Noord-Drenthe Laag Hoog 189.200 189.200 189.100 189.400 189.100 189.600 189.100 189.700 189.000 189.900 188.900 190.100 188.800 190.200 188.600 190.300 188.400 190.400 188.200 190.500 187.900 190.600
Zuidoost-Drenthe Laag Hoog 168.700 168.700 168.000 168.200 167.300 167.700 166.600 167.200 165.900 166.700 165.200 166.100 164.600 165.700 163.900 165.200 163.300 164.800 162.600 164.300 161.900 163.800
Zuidwest-Drenthe Laag Hoog 130.400 130.400 130.300 130.500 130.200 130.600 130.200 130.700 130.100 130.800 130.000 130.900 129.900 131.000 129.800 131.100 129.600 131.100 129.500 131.200 129.400 131.200
Drenthe Laag Hoog 488.400 488.400 487.500 488.100 486.700 487.900 485.900 487.700 485.000 487.400 484.100 487.100 483.200 486.900 482.300 486.700 481.300 486.300 480.300 486.000 479.200 485.600
Huishoudens per regio, 2015-2025, volgens het hoge en lage scenario 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025
50
Noord-Drenthe Laag Hoog 82.800 82.800 83.400 83.500 83.900 84.100 84.500 84.700 85.000 85.300 85.300 85.800 85.600 86.300 86.000 86.800 86.300 87.300 86.600 87.700 86.800 88.000
Zuidoost-Drenthe Laag Hoog 74.400 74.400 74.500 74.600 74.600 74.800 74.600 74.900 74.600 75.100 74.700 75.200 74.800 75.400 74.800 75.400 74.900 75.500 74.800 75.500 74.700 75.600
Zuidwest-Drenthe Laag Hoog 56.000 56.000 56.200 56.300 56.400 56.600 56.600 56.900 56.800 57.200 56.900 57.400 57.200 57.700 57.300 58.000 57.500 58.200 57.600 58.500 57.700 58.700
Drenthe Laag Hoog 213.200 213.200 214.000 214.300 214.800 215.500 215.700 216.500 216.400 217.500 217.000 218.400 217.600 219.400 218.200 220.200 218.700 221.000 219.000 221.600 219.300 222.300
51