Gemeente Amersfoort Gemeentehuis Stadhuisplein 1 Amersfoort
Betreft: beoordeling risico-inventarisatie en evaluatie Gemeentehuis Amersfoort
Beetgumermolen 5 juli 2013 Geachte heer, mevrouw Hierbij doen wij u een verslag toekomen van de beoordeling van de risico-inventarisatie en evaluatie zoals in april 2013 is uitgevoerd binnen het gemeentehuis. Bij de beoordeling van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE) is het door de gemeente aangeboden document (het RIE-rapport) getoetst op: • volledigheid, betrouwbaarheid en diepgang; • het verwerkt zijn van de actuele inzichten op het terrein van veiligheid, gezondheid en welzijn. Uitgangspunten hierbij zijn het Arbo-informatieblad AI-1 van de Arbeidsinspectie en de beschikbare kennis omtrent risico's in de branche. Tevens is gebruik gemaakt van de meest actuele inzichten in het systeem van risico-inventarisaties zoals beschreven in het Handboek risicobeheersing; een stappenplan voor het maken van een RI&E (Kerckebosch november 2011). De RI&E voor het stadhuis is een deel van de overall RI&E van de gemeente Amersfoort.. Vorig jaar zijn enkele buitenlocaties beoordeeld. Dit handelde om de volgende clusters: natuur- en milieu educatie, archeologie, stadstoezicht en handhaving, crematorium en begraafplaats, en markt- en havenmeesters. Deze deel RI&E-rapportages en het samenvattende plan van aanpak zijn bestudeerd. Daarnaast is gesproken met diverse medewerkers/sters op de locaties en met de arboadviseur van het gemeentehuis, dit omvat de locatie’s: Stadhuisplein 1, 3 en 5, de lange zijde aan de Molenstraat en de locatie Hellestraat 24. Alle ruimtes zijn kantoor- en publieksruimtes. Opmerkingen ten aanzien van volledigheid, diepgang en betrouwbaarheid Het meetinstrument dat gehanteerd werd is de digitale branche RI&E voor de gemeentes. De prioritering van waargenomen knelpunten wordt automatisch gegeven in een drietal klassen, te weten laag, gemiddeld en hoog. In de plannen van aanpak staan de beheersmaatregelen weergegeven. In de bijlage van deze rapportage wordt commentaar gegeven op de uitgevoerde RI&E. Dit commentaar tezamen met de rapportages van de uitgevoerde RI&E kan als definitieve RI&E-rapportage worden gezien waarbij de betrouwbaarheid, volledigheid en diepgang van de risico-inventarisatie goed zijn. Het geheel is gedegen en goed uitgevoerd. Algemene opmerking. Zoals eerder aangegeven is gebruik gemaakt van het branche RI&E-instrument. Dit heeft als voordeel dat een nagenoeg uitputtend overzicht wordt gepresenteerd van alle zaken die zijn geïnventariseerd. Omdat het om een groot aantal onderwerpen gaat zijn de knelpunten min of meer verstopt in de lijsten. 1
De lezer moet de knelpunten vinden door alles door te bladeren. Ook de punten met een hogere risicoklasse zitten daarbij en staan enigszins verstopt in de tekst. Gelukkig zijn de knelpunten door de arbo adviseur er uit gelicht en in een afzonderlijk excelbestand als plan van aanpak weergegeven. Hierin wordt tevens de voortgangsbewaking in de uitvoering van de verbetervoorstellen weergegeven . Op basis van het werkplekbezoek op de vijf locaties springt één risico er duidelijk uit. Dat is het binnenklimaat. Dit is terug te vinden in de rapportages, maar is ook door de medewerkers, die hun werkplek op eerder genoemde locaties hebben, benoemd. Behalve het binnenklimaat in Stadhuisplein 5, is het binnenklimaat op de overige locaties voor verbetering vatbaar. Dit gaat met name om de volgende aspecten. • Temperatuur; medewerkers hebben aangegeven het meestal te warm te vinden, soms ook erg koud omdat de inblaas van de verse (koude) lucht boven werkplek zit; • Luchtvochtigheid, op één plaats was een privé niet gecalibreerde luchtvochtigheidsmeter van een medewerker aanwezig. Deze meter gaf een waarde van 20% RV aan. Binnenklimaat deskundigen geven aan dat het tussen de 30% en 70% moet zijn om tot een comfortabel binnenklimaat te komen. Een aantal medewerkers (over alle panden at random in diverse kantoren) geven aan het droog te vinden en last te hebben van droge slijmvliezen; • De medewerkers voelen zich, na een tijdje gewerkt te hebben, suffig en hebben last van concentratieverlies (verhoogd CO2 gehalte?), mensen voelen zich na een dag moe. Dit kan gebeuren door een niet optimale ventilatie en luchthuishouding • Door plenaire afzuiging via de TL armaturen en de inblaas van verse lucht vlak bij de armaturen kan de lucht in de kamers niet optimaal ververst worden. De ingeblazen verse lucht kan direct via de armaturen weer worden afgezogen. Zo vindt geen optimale luchtverversing plaats. Dit kan door middel van rookbuisjes worden vastgesteld. Overige risico’s in relatie tot het aspect binnenklimaat zijn: Blootstelling aan biologische agentia. Blootstelling aan endotoxine’s kan mede verantwoordelijk voor het slechte binnenklimaat zijn. Endotoxine’s zijn delen van dode bacteriën die een overgevoeligheidsreactie kunnen oproepen bij kantoormedewerkers, vergelijkbaar met allergie. De klinische verschijnselen, door de verschillende mensen aangegeven, wijzen hierop. Dit komt op diverse plaatsen voor in alle gebouwen (behalve stadhuisplein 5) Blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Blootstelling aan fijnstof. De panden staan in de drukke binnenstad en veel mensen doen hun ramen open. De luchtbehandelingskanalen zijn nooit gereinigd. Hierdoor kan zich fijnstof in de kanalen ophopen dat onverhoopt vrijkomt (in de kantoorruimten) bij een verandering van onderdruk en overdruk strategie (bv door het openen van de ramen.). Fijnstof zorgt voor afname van de longcapaciteit, het is verdacht carcinogeen en reprotoxisch. Blootstelling aan glasvezels. De luchtbehandelingskasten zijn aan de binnenzijde geïsoleerd met glasvezelmatten. Hier en daar zijn de coatingsmatten van de glasvezels beschadigd waardoor de glasvezels in de luchtkanalen en kantoren kunnen terechtkomen. De gezondheidsrisico’s van glasvezels zijn die van fijnstof. De grotere vezels geven huidirritatie. In de RI&E rapportages (punt 8.4 en 9.3) is door de externe opsteller de hoogte van de prioritering is aangegeven. Dit is eigenlijk geheel de keuze voor de gemeente zelf, waarbij bedrijfsbelangen mogen meespelen. Niet is aangegeven hoe de hoogte van de prioriteiten is bepaald, en of gebruik is gemaakt van een multicriteria-analyse (MCA).
2
Er wordt een lage prioritering aangegeven. Tijdens de rondgang is door veel medewerkers (ca. 40 mensen gesproken) aangegeven dat het binnenklimaat comfort of gezondheidsproblemen veroorzaakt. Een aantal mensen geeft aan dat ze onder doktersbehandeling zijn en geneesmiddelen gebruiken om zo min mogelijk last te hebben van het binnenklimaat. De geuite klachten zijn chronische bijholte ontstekingen, concentratieverlies, droge slijmvliezen, suffig en vermoeid zijn. De medewerkers gaven aan dat de gezondheidsklachten verdwijnen als ze een paar dagen thuis zijn (verlof vakantie oid). Het opmerkelijke is dat maar één enkele werknemer naar de bedrijfsarts is gegaan met deze klachten. Afgaande hierop mag je stellen dat er niks aan de hand is. Advies is dan ook een biometrisch onderzoek aan te bieden met on line vragenlijsten over al de medewerkers te verspreiden. Afgaande op de opmerkingen van de medewerkers mag je stellen dat het aantal medewerkers met klachten ver boven de norm ligt voor kantoormedewerkers ( 5%). Dit percentage is empirisch vastgesteld. Los hiervan is het beter de prioriteit zoals in de RI&E aangegeven hoger te stellen. (niet laag risico maar hoger dan laag risico). Niet duidelijk is of de gegevens over de meer subjectieve belevingszaken over arbeidsomstandigheden zoals binnenklimaat, psychosociale arbeidsbelasting (werkdruk, agressie, discriminatie, pesten, seksuele intimidatie), voorlichting en instructie, inwerken, ziekteverzuimbegeleiding, enz. representatief zijn voor alle medewerkers. In het najaar 2013 zal een enquête via de internet spiegel voor alle medewerkers worden aangeboden. Hier komen de selectieve belevingszaken en -aspecten aan de orde. De gegevens hieruit worden in deze RI&E verwerkt. Voor de meer algemene beleidsmatige arbozaken wordt verwezen naar de RI&E die in het najaar van 2012 is gehouden. Er wordt in deze RI&E geen aandacht besteed aan Legionella beheersing. In 2002 is een start gemaakt van de Legionella beheersing. Een Legionella RI&E is gehouden gevolgd door een plan van aanpak met actiepunten. Deze zijn aangepakt en in 2004 is het Legionella verhaal afgerond. Sindsdien zijn er geen verbouwingen of aanpassingen geweest aan het inpandige waternet. Een asbestbeheersplan is aanwezig. Het is niet duidelijk of de panden gecompartimenteerd zijn. Dit dient bouwkundig plaats te vinden in van de brandbeveiliging. Vaak worden boven de compartimenteringspleten afgedicht met asbestkoord. Restanten hiervan liggen dan in het plenum (ruimte tussen plafond en bovenliggende vloer). Aandachtspunt. Vaak is een asbestbeheersplan aanwezig maar is bij de opstelling voorbijgegaan aan het afdichten met asbestkoord van de brandwerende compartimenteringsmuren. Ook de doorgangen van leidingen en buizen zijn vaak afgedicht met asbestkoord. Dit is zo waar te nemen door in het plenum de brandwerende muren te beoordelen op het afdichten van de openingen.
Opmerkingen ten aanzien van het Plan van Aanpak In de RIE-rapportage zijn de bevindingen verwerkt in het plan van aanpak (excel-bestand). Belangrijk is om voortvarend met het plan van aanpak aan de slag te gaan, te beginnen bij de het punt binnenklimaat en alles wat daar bij hoort. Hoe nu verder? De door u te nemen vervolgstappen betreffen (op grond van de Arbowet): • Uitvoeren van de acties die in het plan van aanpak zijn geformuleerd. • Het verdient de aanbeveling om jaarlijks te rapporteren over de voortgang van het plan van aanpak. In deze voortgangsrapportage kunnen de volgende zaken aan de orde komen: 3
-
•
•
overzicht van de ondernomen en niet-ondernomen activiteiten; cijfermatig overzicht van ongevallen, verzuim en beroepsziekten; de samenwerking tussen werkgever, werknemer en de arbodeskundige of arbodienst; voorlichting en onderricht; door medewerkers opgemerkte gevaren; opmerkingen en aanwijzingen van de Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie, Arbowet art.5). Ook verdient het de voorkeur jaarlijks na te gaan of de risico-inventarisatie en -evaluatie nog actueel is. Als de bedrijfssituatie organisatorisch wijzigt, of doordat er technische veranderingen plaatsvinden dan moet de risico-inventarisatie op betreffend aspect worden aangepast. Last but not least. Om een gefundeerde uitspraak over de kwaliteit van het binnenklimaat te kunnen doen is het gezegde; “ meten is weten en missen is gissen” van kracht. Hiervoor is het aan te bevelen een verdiepend onderzoek uit te voeren.
Verdiepend onderzoek Het aanvullend advies is een aanbeveling waarin u een verdiepend onderzoek naar de kwaliteit van het binnenklimaat zou kunnen uitvoeren. U bent voornemens om in het najaar 2013 alle werknemers een enquête via de internetspiegel aan te bieden. De belevingsaspecten die hier uit naar voren komen kunnen al dan niet worden onderbouwd door de resultaten van het verdiepend onderzoek. Mocht u hier op in willen gaan, dan zorgen wij voor een projectplan waarin alles staat verwoord. Ik hoop u op deze wijze voldoende te hebben geïnformeerd. Mochten er nog vragen bestaan naar aanleiding van bovenstaande informatie, dan ben ik gaarne bereid één en ander nader toe te lichten. Met vriendelijke groet,
Ing. P. de Graaf Hogere veiligheidskundige J.H. van Aismawei 3 9045 PE Beetgumermolen
4
Bijlage Bevindingen van de veiligheidsrondgang en de deel RI&E kantoorpanden gemeentehuis Amersfoort
Concrete constateringen algemeen Legionella beheersplan Op niet alle brandblushaspels is een sticker geplaatst waarop staat aangegeven dat de haspel enkel mag worden gebruikt voor brandblussen (legionella preventie). Verbetervoorstel Plaats op iedere haspel zo’n sticker. Brandblussers en verbanddozen In de kantoorpanden staat nergens d.m.v. bebording aangegeven waar brandblussers, slangenhaspels en verbanddozen zijn te vinden. Op zich is dit niet heel erg want in iedere gang en om iedere hoek staan deze attributen. Verbetervoorstel Ga na wat een efficiënte wijze is om deze middelen aan te duiden. De NEN 4000 (BHV norm) geeft bebordingen met pictogrammen aan. Als kan worden aangetoond dat zulks niet nodig is (zoals deze beoordelingsbrief met bijlage) dan heeft het bevoeg gezag hier vrede mee.
CONCRETE CONSTATERINGEN SPECIFIEK. Machines In de luchtbehandelingskast is (Stadhuisplein 1, 3), net achter de toegangsdeur, is een motor met een niet afgeschemde V-snaar. Deze voldoet niet aan de machinerichtlijn. Alle bewegende delen dienen te worden afgeschermd. Ondanks hier alleen een monteur komt zal dit toch moeten worden afgeschermd. Met name de operationele mensen (als monteurs) lopen de meeste risico’s met machine’s en zijn veel vaker een slachtoffer dan de mensen die daar niks te zoeken hebben. Verbetervoorstel Scherm deze V-snaar af op een dusdanige wijze dat een (onderhoudsmedewerker) persoon hierdoor niet gegrepen kan worden Arbeidsmiddelen Op de 2e verdieping stadhuisplein nr 3 naast de lift staat een ladder die gebruikt wordt om de vliering op te gaan. Deze ladder wordt niet periodiek gekeurd. Er zit geen sticker op. Verbetervoorstel Neem deze ladder mee in het keuringsregime van arbeidsmiddelen. Luchtbehandelingssysteem Op alle locaties, behalve Stadhuisplein nr 5,
5
is er sprake van een aantal medewerkers die volgens eigen zeggen gezondheidsklachten en comfort klachten laten horen. Op de rondgang zelf waren er hot spots van klachten. Zowel comfortklachten als gezondheidsklachten van mensen, die onder doktersbehandeling zijn. De klachten verdwijnen als de mensen eenn tijd van hun werkplek waren (vakantie oid). Het bijzondere is dat enkel één medewerker dit bij de bedrijfsarts heeft aangegeven. Veel geuite klachten kunnen onder de noemer sick building syndroom worden gevat. Men geeft aan bijholte ontstekingen te hebben, last van droge slijmvliezen, rode geïrriteerde plekken op het gezicht en hals (dit was te zien) en een slecht concentratievermogen. Er zijn multi causale redenen voor deze effecten aan te geven. Het binnenklimaat is kan er hier een van zijn. Onderliggend wordt puntsgewijs een aantal aspecten weergegeven waardoor het binnenklimaat een reden kan zijn. 1. De luchtbehandelingskasten zijn gedateerd. Het inwendige van de kasten is bekleed met “matrassen” gevuld met glasvezel. Dit bekleden heeft een isolerende werking. Door de jaren heen zijn er beschadegingen opgetreden waardoor glasvezels via de luchtbehandelingskanalen in de kantoorruimtes terechtkomen. Glasvezels geven een irriterende werking op de huid en in het bijzonder op de slijmvliezen en ogen. Bij inhalatie levert dit gevaar op voor de longen. Verbetervoorstel Bemonster de lucht voor de kantoren en ga na of hier vezels inzitten. Aan de hand van deze resultaten kan een eventueel vervolgtraject worden opgesteld. 2. Warmte terugwin installatie. Om zuinig met energie om te springen zijn er aan de LKB’s warmte terugwin installaties verbonden. Dit gaat om een technisch gescheiden systeem of om een re-circulatie systeem. Hoe dan ook, er is een mogelijkheid dat de bewoners van een pand “oude” lucht in hun kamer geblazen krijgen. Verbeter voorstel Voer een nader verdiepend onderzoek uit naar de staat van de warmte terugwin installaties en onderzoek tevens of de mogelijkheid bestaat dat er oude lucht ipv verse lucht in de kamers wordt geblazen. Aan de hand van deze onderzoeken kan men nadere stappen ondernemen.. 3. Alle roosters waar verse lucht doorheen wordt geblazen zijn vlak bij de afzuig van de oude lucht gesitueerd. De afzuiging gaat via de TL armaturen naar het plenum. Dit is een ruimte tussen het plafond en de vloer van de bovenliggende kamer. Via dit plenum wordt de oude lucht richting warmte terugwin installatie gevoerd. Verbetervoorstel: Voer een nader onderzoek uit naar de situatie in het plenum. Beoordeel of er asbestkoord in het plenum ligt. Hiermee werd vroeger de gebouwcompartimentering uitgevoerd. Dit is wellicht een aanvulling op het aanwezige asbesthbeheersplan 6
Rond het inblaas rooster is een kleine overdruk, rond de TL armatuur is een lichte onderdruk. Door de inblaas en de afzuig vlak bij elkaar te situering verkrijg je een netto resultaat van nauwelijks luchtverversing. Dit kan worden bewezen met rookbuisjes. Ook kan de concentratie aan koolstofdioxide worden gemeten. Als deze waarde te hoog is kan dat een reden zijn voor het aangegeven slechte concentratievermogen. 4. Op verschillende plaatsen, zoals hier op nr. 3 2e verdieping, liggen plafondplaten los. Deze plafondplaat is gevuld met geperst glasvezel. Door openingen in de plafonds wordt de overdruk /onderdruk strategie verstoord. Dit heeft direct effect op het inregelen van de luchtinlaat en afvoer. Verbetervoorstel Controleer in elke ruimte of er plafondplaten losliggen, bevsetig deze weer goed. Ga ook na of er beschadigingen zijn en herstel deze. 5. Werkplekken Binnen de verschillende locaties zijn werkplekken gesitueerd voor één medewerker tot kantoortuinen (sociale dienst). De lucht is niet per ruimte in te richten maar gebeurt per gebouwdeel. Dit kan een verschil in verse lucht per medewerker opleveren. Verbetervoorstel Voer een verdiepend onderzoek uit naar de inrichting en logistiek van de verse lucht distributie. Dit verdiepend onderzoek richt zich op de kwaliteit van het binnenklimaat. Dit omvat een concreet onderzoek waarbij de concentratie aan vezels, endotoxine’s en fijnstofdeeltjes wordt gemeten. Dit gebeurt door luchtmonsters te nemen en het te laten onderzoeken. Ook de flow in de ventilatiekanalen en de capaciteit van de LBK hoort bij dit onderzoek. Ook zal de temperatuur, de relatieve luchtvochtigheid en de concentratie aan kooldioxide in de lucht worden gemeten, middels een gasmeter en dataplotters worden gemeten. Voor de volledigheid gebeurt dit op van tevoren vastgestelde plaatsen. Naast deze exercitie zouden alle werknemers een vragenlijst kunnen invullen over hun beleving van het binnenklimaat aangevuld met een biometrisch onderzoek door de bedrijfsarts aangevuld met een onderzoek op die aspecten die uit de vragenlijst naar voren komen. (bv overgevoeligheden, ontstekingen, concentratieverlies). Mocht u hier op in willen gaan dat zorgen wij voor een projectplan waarin alles staat verwoord.
6. Werkplekken Op sommige werkplekken is de warmtelast erg hoog. Hiermee wordt bedoeld dat er veel 7
apparatuur aanwezig is, welke warmte genereerd. De foto hier rechts laat een (ICT) ruimte zien met 27 computers en aangeschakelde apparatuur, hier werken vijf mensen (onder een plat dak). Als de zon schijnt wordt aangegeven dat het hier bijzonder warm kan worden. Op een luchtvochtigheidsmeter in de ruimte zelf werd een relatieve luchtvochtigheid (RV) van 20% waargenomen. Volgens zeggen was zelf wel eens een RV van 17 % waargenomen. Bovendien is hier een behoorlijke snoerenboel onder en naast de bureaus. Dit geeft stofophopingen en belast de werknemer. Verbetervoorstel Een ruimte als deze dient een geforceerde goed ingeregelde klimaatvoorziening te hebben. Deze medewerkers geven aan last van concentratieproblemen, droge slijmvliezen, bijholte ontstekingen en droge geïrriteerde ogen te hebben. Probeer in deze ruimte een good house keeping te hanteren. Als in deze ruimte een geforceerde koeling (Airco) aanwezig is dan wordt de lucht droog. Lokale bevochtiging kan dit probleem oplossen. 7. Werkplekken, fijnstof. De panden waar een rondgang is gehouden liggen in het centrum van Amersfoort en zijn min of meer omsloten door grote wegen en kruispunten. Dit verkeer stoot veel fijnstof uit dat in de kantoorpanden kan komen via de te openen ramen Verbetervoorstel Alle ramen kunnen geopend worden. Dit wordt ook gedaan, zeker als de medewerkers zich warm en wat suffig voelen. Hierdoor wordt de luchtbehandelingstrategie (onderdruk en overdruk) verstoord. Beter is de ramen gesloten te houden, dit kan door hierop een slot te plaatsen.
8 . Werkplek temperatuur De radiatoren worden gevoed door een ringleiding. Deze ringleiding is zomer en winter gevuld met warm water en met name in de zomer straalt deze ringleiding hitte uit. Verbetervoorstel Zorg dat de pomp gedurende de warme periode is afgesloten en niet het hete water door de ringleiding door het pand heen stuurt. Dit klinkt logisch maar het probleem doet zich met
name voor in het voor-en najaar en minder in de zomer omdat dan de ketels uit staan. Het verbetervoorstel zou kunnen luiden: isoleer de ringleidingen. 8