Beschermingsdossier: Café Gambrinus - monument
Beschermingsdossier: Café Gambrinus, Leuven, Grote Markt 13 - monument
A.
BESCHRIJVEND GEDEELTE
a) Historisch overzicht Context De huidige pleinvorm van de Grote Markt klimt in grote lijnen op tot de 15de eeuw. Hoewel het creëren van een waardige "plaetse" reeds geruime tijd werd overwogen, nam de concrete realisatie ervan een aanvang in de jaren 1432-1433. Voordien was de Grote Markt grotendeels ingenomen door het kerkhof dat toen de nog 11de-eeuwse romaanse Sint-Pieterskerk omringde. Tijdens een grootse en langdurige bouwcampagne zou de site "geürbaniseerd" worden tot een volwaardige "plaetse", omringd door de Sint-Pieterskerk, het Stadhuis en het Tafelrond, drie prestigieuze gebouwen, gerealiseerd door de bouwmeesters Sulpitius van Vorst, Jan II Keldermans en Mattheus de Layens. Achtergrond voor deze ingrijpende stadskernvernieuwing vormde de eersterangspositie die Leuven opnieuw trachtte te veroveren na de teloorgang van zijn lakennijverheid en het verlies van zijn politieke rol als hertogelijke residentiestad ten voordele van Brussel in de tweede helft van de 14de eeuw. Met de oprichting van de universiteit als nieuwe troef en om te kunnen rivaliseren met Brussel zouden Kerk en wereldlijke overheid met vereende krachten werken aan de uitbouw van een representatief religieus en politiekrechterlijk centrum. De hele onderneming werd ingezet aan de noordzijde van het plein met de SintPieterskerk die tijdens de 15de-16de eeuw progressief verbouwd werd van romaans bedehuis tot een indrukwekkende laatgotische kerk. Aan de zuidzijde werd tussen 1439 en 1469 het nieuwe stadhuis opgetrokken met als blikvanger het zogenaamde "Voirste huys" dat een bijzonder rijke uitwerking in Brabants gotische stijl kreeg. Sluitstuk van het hele programma werd de oprichting van het "Tafelrond" in 1480-1487 aan oostelijke zijde, waarvan de architectuur stilistisch refereerde aan het nabije stadhuis. In zijn nieuwe configuratie vormde het forum nu een quasi "gesloten" plein, waarvan de resterende pleinwanden ingevuld waren door privé-bebouwing; veelal diephuizen met overkragende houten puntgevels en typerende windbordaflijning die in de loop van de 17de en 18de eeuw bijna allemaal vervangen werden door stenen huizen, veelal na brand. Op 25 en 26 augustus 1914 werd de Grote Markt nagenoeg volledig in de as gelegd door vergeldingsacties van het Duitse leger. Naast de zwaar beschadigde Sint-Pieterskerk restten enkel de door het kapittel tegen de zuidzijde van de kerk gebouwde huizenrij Grote Markt nummers 1 tot 4, het politiegebouw en het stadhuis dat het hoofdkwartier van de Duitsers huisvestte. Verfraaiing van het stadskader - waarbij waardevolle stadsgezichten dienden te worden gevaloriseerd - gekoppeld aan sanering, modernisering en verbetering van de verkeerscirculatie vormden de uitgangspunten voor de wederopbouw van een groot gedeelte van het stadscentrum. Voor de Grote Markt zou dit neerkomen op het reguleren en verruimen van het plein door verlegging van rooilijnen, het in evidentie stellen van de Sint-Pieterskerk en de zijgevel van het stadhuis aan de zijde van de Naamsestraat, en het terug in eer stellen van de vroegere luister van het plein. Concreet hield dit in dat de Naamsestraat aan de aansluiting met de Grote Markt verbreed werd van 7 tot 12 meter en dat de Kortestraat op een verlegde rooilijn kwam te liggen en verbreed werd tot 9 meter: hiertussen zou het zuidelijke huizenblok van de Grote Markt (nummers. 10-13) worden heropgericht, op het vroegere hoekpand "Engelborch" na. Voor de wederopbouw van het huizenblok ten westen van de Grote Markt werd de rooilijn 6,5 meter achteruit geschoven, de Brusselsestraat aan marktzijde verbreed tot 12 meter en de Mechelsestraat tot 15 meter. Aan de overkant werd de oostelijke pleinzijde heringevuld
Dossiernummer: 4.001/24062/116.1
Pagina 1 van 8
Beschermingsdossier: Café Gambrinus - monument
door de reconstructie in 1927 van het "oorspronkelijke" Tafelrond, waarvoor de rooilijn eveneens gecorrigeerd werd. Omwille van haar uitzonderlijk belang diende de Grote Markt hersteld te worden in een esthetisch coherent en representatief forum waar de nieuwe architectuur moest fungeren als een waardevolle, harmonieuze omkadering van stadhuis en Sint-Pieterskerk. Speciaal hiertoe werd in 1920 een "Commissie voor de Gevels van de Grote Markt" opgericht en kon de Stad over een aanzienlijke staatsbetoelaging beschikken. De gevelontwerpen werden onderworpen aan een strikte beoordeling en dienden te beantwoorden aan welbepaalde vormelijke en architecturaal-esthetische richtlijnen: onder meer een maximale gevelhoogte van 21 à 22 meter, een architecturale uitwerking geïnspireerd op de regionale 17de- en 18de-eeuwse stijlen en de verwerking van traditiegetrouwe bouwmaterialen. Voor de gevelontwerpen waren de eigenaars van stadswege verplicht beroep te doen op de Brusselse architect Léon Govaerts (1860-1930) die ook de hoekbebouwing van de Brusselsestraat en de aansluitende gevelwand Mechelsestraat-de Layensplein ontwierp. Dat de eigenaars en de betrokken aannemers het met deze verplichting niet altijd eens waren, bewijst de - soms geanimeerde - correspondentie zoals die bewaard wordt in verschillende bouwdossiers. Naast haar aloude representatieve functie van religieus en politiek-rechterlijk centrum door de aanwezigheid van Sint-Pieterskerk en stadhuis - vervult het forum vanouds een belangrijke commerciële rol. Reeds in de middeleeuwen waren immers rondom het kerkhof het Broodhuis, het Vederhuys, de Vogelmarkt en Hoendermarkt gesitueerd. Verder waren er naast de "hallekens" die van bij hun oprichting verhuurd waren aan handelaars, tal van herbergen, wijn- en biertaveernen gevestigd. Na de Eerste Wereldoorlog werd het merendeel van de panden aan de Grote Markt wederopgebouwd in opdracht van de toen belangrijke brouwerijen La Vignette, Breda en Artois. Sindsdien en tot op vandaag zijn de begane gronden er haast exclusief ingenomen door horecazaken. Historiek van het ‘Schippershuis’ en ‘In ’t Oude Woud’, heden ‘Café Gambrinus’ Het ensemble het ‘Schippershuis’ en ‘In ’t Oude Woud’ ontstond in hoger geschetste context van de wederopbouw na de vernielingen van de Eerste Wereldoorlog. Beide panden werden samen in 1929 in opdracht van brouwerij Artois door architect Léon Govaerts ontworpen. Ze werden geconcipieerd met afzonderlijke wooneenheden per verdieping en een café-etablissement op de begane grond dat in 1932, bij de voltooiing reeds haar huidige benaming Gambrinus droeg. De toenmalige uitbater, mevrouw AnneMarie Konsten, weduwe van Pierre Van Mechelen, was de eerste van vier generaties die het inmiddels iconische Leuvense café/koffiehuis op de Grote Markt uitbaatte. Vóór de verwoestingen van de Eerste Wereldoorlog huisde café Gambrinus op de hoek van de Boekhandelstraat en de Eikstraat, in een pand dat uitkeek op de Grote Markt. Het was één van de toonaangevende cafés in de stad, “gefréquenteerd” door de Leuvense gegoede klasse. Het etablissement bezat een typisch 19de-eeuws neorenaissance interieur met eikenhouten lambriseringen, spiegel, toog en glazenkast, lederen banken en tegen de wanden zeventien fraai geschilderde taferelen die in 1888 in opdracht van toenmalig eigenaar F.-G. Emmel door de (Weense?) schilder E. Meyer uitgevoerd werden en de geschiedenis van het bier verbeelden. In 1932 verhuisde Koffiehuis/Café Gambrinus naar de pas voltooide panden op de hoek van de Grote Markt en de Kortestraat. Het fraaie interieur van de “oude” Gambrinus werd geïntegreerd in de “nieuwe” Gambrinus en aangevuld waar nodig om het ensemble te doen passen in de “salle de café”. Het ensemble van gebouw en café-interieur bleef sinds zijn ontstaan in de vroege jaren 1930 ongewijzigd, op de gevelbrede beglaasde ijzeren benedenluifel na die in 2001 werd aangebracht en doorgetrokken werd over de aanpalende panden Grote Markt 11 en 12.
Dossiernummer: 4.001/24062/116.1
Pagina 2 van 8
Beschermingsdossier: Café Gambrinus - monument
b) Beschrijving met inbegrip van erfgoedkenmerken en erfgoedelementen Exterieur. Ruim dubbelpand met aan marktzijde een samenstel van twee diephuizen met punt- en volutengevel waarop de huisnamen "SCHIPPERSHUIS" en "IN ’T OUDE WOUD" staan vermeld. Beide panden tellen drie bouwlagen en respectievelijk twee en vier op drie traveeën en zijn afgedekt door haaks op de Grote Markt ingeplante parallelle zadeldaken met een prominente schoorsteen aan de zijgevel met de Kortestraat. De met witte natuursteen beklede puntgevel van het “Schippershuis” kreeg een fantasievolle vormgeving met een speelse, maritieme detaillering die verwijst naar de huisnaam: vergulde koorden met ingelegde knopen als sluitstenen, neuten of consoles voor de omlijsting van de binnen platte banden gevatte rechthoekige bovenvensters en ovaalvormige oculi in de top, franjes/kwasten als versiering van de lekdrempels en beëindiging van het gevelveld, meeuwensculpturen als belijning van de geveltop en sokkelelement met watergolfmotieven en uitbeelding van een zeilschip als topbekroning. Het uitzicht van de belendende in- en uitgezwenkte topgevel van “In ’t Oude Woud” gaat, op de pui na, in grote mate terug op de vooroorlogse voorgevel van het vroegere hoekpand dat in 1666 in barokstijl was opgericht. Binnen de huidige pleinwand onderscheidt deze gevel zich door zijn expressieve, stijltyperende vormentaal en ornamentiek. Opvallend is de contrasterende en ruime verwerking van witte natuursteen op de roodbakstenen achtergrond, gecombineerd met vergulde decorelementen. Kenmerkend is verder de geritmeerde opbouw met nadrukkelijke registerindeling en lijnenspel van platte banden, hoekkettingen, kordons, entablementen en met oren en neuten versierde vlakke omlijstingen voor de rechthoekige bovenvensters. Voorts manifesteren de barokke stijlkenmerken zich in de typische detaillering en ornamenten als onder meer de mascarons onder de vensterdorpels en, in de drieledige topconstructie, de gevarieerde omlijstingen en bekroningen – driehoekige en gebroken frontons, booglijsten, geringd beloop, festoendecor – van het rondbogig midden- en de smalle rechthoekige zijvensters en de oculi erboven, het panelendecor en de cartouche met jaartal 1932, en ten slotte de topbegrenzing met voluten en rondboogfronton onder sierbol. In tegenstelling tot de vooroorlogse toestand werd de zijgevel opgevat als een lijstgevel, soberder uitgewerkt en slechts in de deurtravee, boven de privé-ingang, voorzien van rechthoekige openingen en getopt door een dakkapel met frontonbekroning. In contrast met de bovenbouw kreeg de pandbrede, omlopende pui een strakke decoratieloze vormgeving, met een parement van natuursteen boven een arduinen plint, rechthoekige vensters onder bovenlicht en een gevelbrede beglaasde ijzeren benedenluifel aan de zijde van de Grote Markt. Café-interieur. Het interieur van het café werd bezocht op 23 augustus 2013. De café-uitbater verschafte toen mondeling informatie over de historiek van het interieur. Op een lambrisering is in een inscriptie het jaartal 1896 aangegeven. De toegangsdeur bevindt zich in een beglaasd portaal; het geheel voorzien van geëtst glas met florale en vegetale motieven op de vaste delen en op de deur de voorstelling van een mannelijk figuur, zittend op een bierton met opschrift “ARTOIS”. Hoge, rechthoekige gelagzaal, met grotendeels laat-19de-eeuwse interieurinrichting, een witmarmeren tegelvloer en een geschilderd stucplafond met zichtbare moer- en kinderbalken. Tegen de binnenmuren en de buitenmuur aan de Kortestraat zijn zitbanken in donkergroen, gecapitonneerd leer geplaats. Daarboven, lambriseringen van Franse eik, sierlijk en kunstig uitgewerkt in neorenaissancestijl, voorzien van cassettes met gevarieerde arabesken. Tegen de oostelijke wand werd in de lambrisering een spiegel ingewerkt, gevat in een eiken sierlijst met bekronend uurwerk en voorzien van een (allicht gerecupereerde) ‘brise-vue’ met sierlijke bloem-, strik- en lintmotieven in vierkleurig glas-in-lood (blauw, geel, groen en rood). Boven de lambriseringen en de koperen kapstokken/hoedenleggers bevinden zich zeventien fijn omlijste geschilderde taferelen die in een klassieke vormentaal de geschiedenis van het bier verbeelden. De Dossiernummer: 4.001/24062/116.1
Pagina 3 van 8
Beschermingsdossier: Café Gambrinus - monument
schilderingen verschillen nagenoeg alle van formaat en zijn voornamelijk in groen- en aardetinten uitgewerkt. Allegorische, vrouwelijke figuren en putti verbeelden onder meer de hopteelt (liggende vrouw met hoptak in de hand, omgeven door putti waarvan één zittend op een bok), de oogst van de hopbellen door zes putti, het in tonnen gebrouwen bier en het vertier van muziek (luit) en drank aan weerszijden van de omlijste spiegel. Deze taferelen worden aaneengeschakeld door kleinere panelen waarop putti met hopbellen en bier-attributen (glas, bierpot, ton,…). Tussen de schilderingen en het plafond zijn de muren bedekt met decoratief behangpapier waarop florale motieven in goud/groen op bleke ondergrond. Tegen de buitengevel (zijde Grote Markt), zijn haaks op de muur zitbanken in groen gecapitonneerd leer geplaatst. Centraal in de ruimte, op een sokkel geplaatst, bevindt zich de toog, vervaardigd in Franse eik en voorzien van een witmarmeren blad. De neorenaissancetoog, afkomstig uit de “oude” Gambrinus en met zijn arabesken stilistisch analoog aan de lambrisering, werd vergroot om te passen in de nieuwe opstelling, getuige de tooguitbreiding met ongesculpteerde panelen. De bijhorende neorenaissanceglazenkast met spiegelende achterwand werd op een recentere bar-/koelkast geplaatst. Voorts typerend cafémeubilair in laat-19de-eeuwse stijl: rechthoekige tafeltjes met gietijzeren onderstel en marmeren inleg, stoelen met decoratieve spijlenleuning, lusters en pendelarmaturen met bolmotief. Behouden eikenhouten paneeldeuren en dito deurstijlen. Palend aan de gelagzaal bevindt zich wat in oorsprong de “salle privée” was, een rechthoekige ruimte die door middel van schuifdeuren van de “salle de café” gescheiden was maar sinds geruime tijd bij de gelagzaal geïncorporeerd werd. Nagenoeg identiek aan de “salle de café” ingerichte ruimte met marmeren vloer, omlopende banken tegen de muur, lambrisering, tafels met marmeren inleg, houten stoelen met spijlenleuning, balkenplafond en pendelarmaturen. Beglaasde deur met decoratief, vierkleurig glas-inlood (cf. spiegel). c)
Fysische toestand
Behoudens verborgen gebreken, bevinden het pand en de interieurinrichting zich in goede fysische toestand. B.
EVALUEREND GEDEELTE
a) Evaluatie van de erfgoedwaarden De erfgoedwaarde van Café Gambrinus wordt bepaald door het artistieke, het architecturale, het culturele en het sociale belang. De artistieke waarde: Café Gambrinus heeft een markant interieur waarin het kunstig gesneden 19de-eeuws houtwerk in neorenaissancestijl en de neoclassicistische schilderingen aan de wand meteen opvallen. Over de auteur die de lambrisering, de toog en glazenkast en de spiegelomlijsting van fraai houtsnijwerk voorzag, is tot op heden niets geweten, noch de periode waarin de vaste interieurinrichting ontstond. Wel is geweten dat het houtwerk, vervaardigd in Franse eik, al aanwezig was in de “oude” Gambrinus, die tot het begin van de jaren 1930 gevestigd was op de hoek van de Eik- en de Boekhandelsstraat. Van daar komen ook de door E. Meyer in 1888 geschilderde wandtaferelen die de wording van het bier voorstellen. Bucolische taferelen met allegorische, vrouwelijke figuren en dynamische putti in een classicistische vormentaal verbeelden onder meer de hopteelt, de oogst van de hopbellen, het gebrouwen bier en het vertier van muziek (luit) en drank. Zowel het houtwerk met arabesken als de schilderingen zijn van hoge artistieke kwaliteit en bleven uitzonderlijk goed bewaard. Samen met de gecapitonneerde leren banken, de kapstokken, de tafels met marmeren inleg, de houten stoelen met spijlenleuning en de spiegels die de ruimte doorbreken en zichten creëren, vormen ze een authentiek en Dossiernummer: 4.001/24062/116.1
Pagina 4 van 8
Beschermingsdossier: Café Gambrinus - monument
homogeen geheel dat representatief is voor de vormgeving van café-interieurs en koffiehuizen in de late 19de eeuw. De architecturale waarde: Het “Schippershuis” en “In ’t Oude Woud”, als geheel in 1929 ontworpen, maken deel uit van het door architect Léon Govaerts (1860-1930) geconcipieerde ensemble van de Grote Markt die wederopgebouwd werd na de Grote Brand van Leuven in augustus 1914. De in 1920 opgerichte "Commissie voor de Gevels van de Grote Markt" gebood de reconstructie van de “In ’t Oude Woud” volgens zijn vooroorlogse toestand, een barok pand uit 1666 met monumentale in- en uitzwenkende topgevel. Het “Schippershuis” moest, zoals het merendeel van de panden aan de Grote Markt, geïnspireerd zijn op de regionale 17de- en 18de-eeuwse stijlen en gebouwd met traditiegetrouwe bouwmaterialen. Govaerts vertaalde dit naar een diephuis met tuitgevel, fantasievol vormgegeven met een speelse, maritieme detaillering, verwijzend naar de huisnaam. Beide panden zijn als dusdanig representatief voor de wederopbouw van Leuven. Gezien niet alleen het exterieur, maar ook het interieur van het café gaaf bewaard bleef, bezit het geheel hoge graad van authenticiteit. De culturele waarde: Café Gambrinus kent zijn oorsprong in het laatste kwart van de 19de eeuw en was toen trekpleister voor de gegoede burgerij in Leuven. Toen het café in het begin van de jaren 1930 van haar eerste vestiging op de hoek van de Eik- en de Boekhandelsstraat verhuisde naar de inmiddels wederopgebouwde en prestigieuze Grote Markt, verhuisde niet alleen het clientèle, maar ook de interieurinrichting mee. Het neorenaissance houtwerk en de neoclassicistische schilderingen die de wanden van het als ‘grand café’ opgevatte etablissement decoreren, ademen - samen met het overige meubilair – nog steeds de sfeer uit van het burgerlijke ontspanningsleven zoals dat was op het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. Café Gambrinus is hiermee niet alleen een representatief cultureel tijdsdocument, het is ook het enige etablissement in zijn soort in Leuven en één van de weinige die in Vlaanderen overbleven. De sociale waarde: Café Gambrinus, al van voor de vestiging op de Grote Markt in Leuven door de familie Van Mechelen uitgebaat, bleef sinds 1932 nagenoeg ongewijzigd en behield zijn cliënteel van geboren Leuvenaars en academici. Café Gambrinus is daarmee een (voort)levend begrip in Leuven en een gerespecteerde en nog steeds gesmaakte ontmoetingsplaats. b) Motivering van het type bescherming De bescherming beoogt het behoud van de interieurinrichting en -afwerking van Café Gambrinus. Het ensemble van het ‘Schippershuis’ en ‘In ’t Oude Woud’ wordt dan ook als monument voor bescherming voorgesteld. De lambriseringen, de spiegel, de kapstokken en de glazenkast zijn in de muur verankerd, de historische verlichting van pendelarmaturen met bolmotief in het balkenplafond. Lambriseringen, spiegel, kapstokken, glazenkast en lichtarmaturen zijn dus onroerend uit aard. De schilderingen zijn in smalle lijsten boven de lambrisering aan de muur bevestigd en de toog is op een sokkel geplaatst; schilderingen en toog zijn dus onroerend door bestemming. De zitbanken lijken in de muur en/of in de grond bevestigd, maar hierover bestaat geen zekerheid. Om eventuele misverstanden te voorkomen, worden ze dan ook samen met de stoelen en tafels - die duidelijk roerende goederen zijn - opgenomen in een lijst van cultuurgoederen die bij het besluit worden gevoegd.
Dossiernummer: 4.001/24062/116.1
Pagina 5 van 8
Beschermingsdossier: Café Gambrinus - monument
c)
Motivering van de afbakening
De afbakening omvat het volledige perceel waarop Café Gambrinus gelegen is. Om de instandhouding van het waardevolle interieur van Café Gambrinus te garanderen, wordt, naast het café met de café-inrichting, ook de totaliteit van het gebouwde ensemble van het ‘Schippershuis’ en ‘In ’t Oude Woud’ als monument beschermd: gevels, bedaking, structuur van moer- en kinderbalken, planindeling,… d) Juridische toestand Gewestplan Leuven: woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Inventaris bouwkundig erfgoed - vastgestelde relict: ID 206707. C.
BEHEERSVISIE
a) Beheersdoelstellingen voor het beschermd onroerend goed De bescherming beoogt het behoud van het café-interieur in situ: de aankleding, afwerking en inrichting van de gelagzaal en de voormalige “salle privée” op de begane grond. Om de instandhouding van het waardevolle interieur van Café Gambrinus te garanderen, wordt, naast het café met de café-inrichting, ook de totaliteit van het gebouwde ensemble van het ‘Schippershuis’ en ‘In ’t Oude Woud’ als monument beschermd: gevels, bedaking, structuur van moer- en kinderbalken, planindeling,… De algemene doelstelling van de bescherming is het behoud van de erfgoedkenmerken en elementen die de basis vormen voor de erfgoedwaarden. Voorliggende beheersdoelstellingen zijn ontstaan op basis van onderzoek in situ, literatuur- en archiefonderzoek. Dit sluit niet uit dat bij toekomstige werken en/of verder onderzoek gegevens bekend worden die ertoe leiden dat de omschreven beheersdoelstellingen verfijnd, genuanceerd of geïnterpreteerd kunnen worden (voorzorgbeginsel). Elke beheersdaad moet de beschermde erfgoedwaarden, erfgoedkenmerken en – elementen respecteren en ondersteunen en vereist een geïntegreerde en duurzame aanpak waarbij de impact op het geheel wordt afgewogen en waarbij de draagkracht niet wordt overschreden. Bewaren gaat daarbij voor op vernieuwen. Dit veronderstelt vakkundig onderhoud en conserverende ingrepen. b) Bijzondere voorschriften voor het beschermd onroerend goed De zakelijkrechthouders en de gebruikers van de beschermde goederen zijn verplicht de instandhouding en het onderhoud ervan te verzekeren door: 1° het goed als een goede huisvader te beheren en de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen tegen schade ten gevolge van brand, blikseminslag, diefstal, vandalisme, wind of water; 2° de toestand van het goed regelmatig te controleren; 3° regulier onderhoud uit te oefenen; 4° onmiddellijk passende consolidatie- en beveiligingsmaatregelen te nemen in geval van nood. Binnen het kader van de omschreven erfgoedwaarden en beheersdoelstellingen is voor de instandhouding en het onderhoud van café Gambrinus, het behoud van volgende erfgoedkenmerken en -elementen verplicht: 1° de oorspronkelijke planindeling van de begane grond; 2° de oorspronkelijke interieurinrichting en -aankleding van de gelagzaal en de voormalige “salle privée”: de vloeren, alle binnenschrijnwerk met hang- en sluitwerk, de lambrisering en de ingelijste wandspiegel, de schilderingen, de plafonds en Dossiernummer: 4.001/24062/116.1
Pagina 6 van 8
Beschermingsdossier: Café Gambrinus - monument
historische pendelarmaturen, de zitbanken, stoelen en tafels, de kapstokken, de toog en de glazenkast. c)
Toelatingsplichtige handelingen voor het beschermd onroerend goed
Voor volgende handelingen aan of in het beschermde monument moet een toelating worden aangevraagd: 1° het plaatsen, slopen, verbouwen of heropbouwen van een constructie; 2° het verwijderen, vervangen, wijzigen of verstevigen van constructieve elementen; 3° het verwijderen, vervangen of wijzigen van historische materialen en het toepassen van behandelingen met als doel de historische materialen te reinigen, te herstellen, te verduurzamen of te beschermen tegen verweer en aantasting; 4° het uitvoeren van de volgende werken aan het dak en de buitenmuren van constructies: a) het verwijderen, vervangen of wijzigen van dakbedekking en gootconstructies; b) het verwijderen van voegen en het hervoegen; c) het aanbrengen, verwijderen, vervangen of wijzigen van de kleur, textuur of samenstelling van de afwerkingslagen; d) het aanbrengen, verwijderen, vervangen of wijzigen van buitenschrijnwerken, deuren, ramen, luiken, poorten, inclusief de al dan niet figuratieve beglazing, beslag, hangen sluitwerk; e) het aanbrengen, verwijderen, vervangen of wijzigen van aarden nagelvaste elementen, smeedijzer en beeldhouwwerk, inclusief nieuwe toevoegingen; f) het aanbrengen, vervangen of wijzigen van opschriften, publiciteitsinrichtingen of uithangborden. Voor het interieur van Café Gambrinus zijn volgende handelingen toelatingsplichtig: 1° het uitvoeren van destructief materiaaltechnisch onderzoek; 2° het uitvoeren van structurele werken en het toevoegen van nieuwe structuren; 3° het verwijderen, vervangen of wijzigen van historische materialen en het toepassen van behandelingen met als doel de historische materialen te reinigen, te herstellen, te verduurzamen of te beschermen tegen verweer en aantasting; 4° het verwijderen, vervangen of wijzigen van plafonds, gewelven, vloeren, binnenschrijnwerken, inclusief de al dan niet figuratieve beglazing, lambrisering, beslag, hang- en sluitwerk, en van de waardevolle interieurdecoratie; 5° het bepleisteren van niet-bepleisterde elementen of het bepleisteren met een andere samenstelling of textuur, alsook het ontpleisteren van bepleisterde elementen; 6° het beschilderen van ongeschilderde elementen of het schilderen in andere kleuren of kleurschakeringen of met een andere verfsoort dan de aanwezige; 7° het uitvoeren van werken aan en het verplaatsen of verwijderen van de cultuurgoederen die opgenomen zijn in een beschermingsbesluit. Er is geen toelating vereist voor het onmiddellijk nemen van passende consolidatie- en beveiligingsmaatregelen in geval van nood, noch voor de uitvoering van regulier onderhoud van beschermde goederen. D.
BRONNEN
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/relict/206707(geraadpleegd op 04.12.2015) Stadsarchief Leuven, Modern Archief, Ruimtelijke Ordening: Algemene Inventaris 359 B / dossier 87912-92537 (bouwvergunning 24.05.1929 en 27.09.1929). CELIS J. & UYTTENHOVE P. 1991: De Wederopbouw van Leuven na 1914, Leuven, 134135. CEUNEN M. 2004: Leuven na de grote brand, in Aan onze helden en martelaren… Beelden van de brand van Leuven (augustus 1914), Leuven, 150-151, 168-171, 219225, 230-237. Dossiernummer: 4.001/24062/116.1
Pagina 7 van 8
Beschermingsdossier: Café Gambrinus - monument
CRESENS A. 1989: 150 jaar fotografie te Leuven, Brugge, 10, 101-102. MEULEMANS A. 1981: Atlas van Oud-Leuven, Leuven, 131-137. MEULEMANS A. 2004: Huizen en straten van het Oude Leuven, Jaarboek Leuvens Historisch Genootschap, Leuven, I, 91-134. MEULEMANS A. 2004: Huizen en straten van het Oude Leuven, Jaarboek Leuvens Historisch Genootschap, Leuven, II, 5-10. MEULEMANS A. 1973: Oude Leuvense straten en huizen. De Grote Markt met de SintPieterskerk en het verdwenen kerkhof, Mededelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring voor Leuven en omgeving, 13, 80-82. MONDELAERS L. 1998: Het stedelijk landschap in vogelvlucht in Leuven in de late middeleeuwen. Dirk Bouts, Tielt, 24-37. UYTTENHOVE P. en CELIS J. 1991: De wederopbouw van Leuven na 1914, Leuven, 5770, 117-135. UYTTERHOEVEN R 1983: Leuven, Bierstad door de eeuwen heen, Leuven, fig. 81. UYTTERHOEVEN R. 1987: Leuven Weleer. Langs de oude universiteit naar het Begijnhof: Grote- en Oude Markt en de Naamsestraat, 3, Leuven, figuren 2a-7c, 48a. UYTTERHOEVEN R. 2000: Nostalgia Lovaniensis, Leuven, 89. VAN EVEN E. 1895: Louvain dans le passé et dans le présent, Leuven, 78, 131, 191-198, 226. VERLOOVE C. 2015: Beschermingsvoorstel ‘Stadsgezicht Grote Markt, Leuven’. Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel. http://www.veto.be/jg41/veto4119/over-de-toog-2-het-oudste-cafe-van-leuven-geenalternatief-voor-gambrinus (geraadpleegd op 07.12.2015) mondelinge informatie door dhr. Van Mechelen op 23.08.2013. E.
FOTOBIJLAGE BIJ HET DOSSIER
Afzonderlijk document F.
OMGEVINGSPLAN BIJ HET DOSSIER
Afzonderlijk document
Claartje Verloove, 11 december 2015
Dossiernummer: 4.001/24062/116.1
Pagina 8 van 8