Rapporten All-Archeo bvba 102
Bouwhistorisch onderzoek Antwerpen – Grote Markt 16
Marjolein Van Celst, Natasja Reyns en Annick Van Staey
Bornem 2012
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Colofon Rapporten van het archeologisch onderzoeksbureau All-Archeo bvba 102 Aard onderzoek: Bouwhistorisch onderzoek Naam site: Antwerpen – Grote Markt 16 Opdrachtgever: AG VESPA, Generaal Lemanstraat 55, bus 4, B-2018 ANTWERPEN Opdrachtnemer: All-Archeo bvba, Barelveldweg 4, B-2880 BORNEM Administratief toezicht: Dienst Monumentenzorg stad Antwerpen, Francis Wellesplein 1, B-2018 ANTWERPEN
Object1
All-Archeo bvba Barelveldweg 4 B-2880 Bornem
[email protected] 0478 36 57 07 0498 15 84 40
D/2012/12.807/38
© All-Archeo bvba, 2012 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en /of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever. All-Archeo bvba aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. De aanbevelingen dienen louter ter advisering van het bevoegde gezag, zijnde de Dienst monumentenzorg van de Stad Antwerpen.
2
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Inhoudsopgave 1 INLEIDING......................................................................................................................5 2 PROJECTGEGEVENS EN AFBAKENING ONDERZOEK....................................................................7 2.1 Afbakening studiegebied.............................................................................................................7 2.2 Aanleiding voor het onderzoek en onderzoeksopdracht.......................................................8
3 BESCHRIJVING REFERENTIESITUATIE.....................................................................................9
3.1 Historische gegevens....................................................................................................................9 3.2 Historisch onderzoek projectgebied........................................................................................12
4 BEPERKT BOUWHISTORISCH ONDERZOEK.............................................................................17 4.1 Exterieur.......................................................................................................................................17 4.1.1 Voorgevel.......................................................................................................................17 4.1.2 Achtergevel....................................................................................................................19 4.1.3 Besluit..............................................................................................................................23 4.2 Interieur........................................................................................................................................24 4.2.1 Bespreking......................................................................................................................25 4.2.2 Besluit..............................................................................................................................34 4.3 Structurele analyse......................................................................................................................37 4.4 Bouwevolutie en fasering..........................................................................................................39
5 BOUWFYSISCHE TOESTAND..............................................................................................41 6 WAARDESTELLING.........................................................................................................45 7 AANBEVELINGEN...........................................................................................................47 8 BIBLIOGRAFIE...............................................................................................................49 8.1 Publicaties.....................................................................................................................................49 8.2 Bronnen.........................................................................................................................................49 8.2.1 Plannen...........................................................................................................................49 8.2.2 Bouwdossiers.................................................................................................................49 8.2.3 Schepenregister..............................................................................................................49 8.3 Websites........................................................................................................................................50
9 BIJLAGEN....................................................................................................................51 9.1 Lijst van afkortingen...................................................................................................................51 9.2 Glossarium...................................................................................................................................51 9.3 Fotoreportage...............................................................................................................................54
3
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
4
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
1 Inleiding De opdracht bestaat uit de opmaak van een bouwhistorische studie van het pand Grote Markt 16 te Antwerpen welke een helder inzicht geeft in de totstandkoming en ontwikkeling van het pand vanaf haar ontstaan tot aan de huidige toestand. De studie bestudeert zowel het interieur en exterieur van alle gebouwdelen en gebouwelementen, haar structuur alsook haar omgeving. Deze opdracht werd door AG VESPA op 26 juni 2012 aan All-Archeo bvba toegewezen. De archiefstudie werd uitgevoerd door Annick Van Staey. Het bouwsporenonderzoek werd uitgevoerd op 12 en 13 juli 2012, onder leiding van Marjolein Van Celst en met medewerking van Natasja Reyns.
5
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
6
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
2 Projectgegevens en afbakening onderzoek 2.1 Afbakening studiegebied Het onderzoeksgebied is gelegen in de provincie Antwerpen, stad Antwerpen, Grote Markt 16. Het onderzoeksgebied is volgens het gewestplan gelegen in woongebieden met cultureel, historische en/of esthetische waarde (0101). De zone ligt ingesloten tussen de Grote Markt in het noorden, de Oude Koornmarkt in het westen en de Blauwmoezelstraat in het zuiden.
Fig. 1: Situeringsplan
–
Administratieve gegevens met betrekking tot de locatie van het onderzoek: • Provincie: Antwerpen • Locatie: Antwerpen • Plaats: Grote Markt 16 • Toponiem: Grote Markt • x/y Lambert72-coördinaten: – 152170,365; 212318,125
7
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Fig. 2: Kleurenorthofoto van het onderzoeksgebied (maps.google.be)
2.2 Aanleiding voor het onderzoek en onderzoeksopdracht Ter ondersteuning van beslissingen bij en tijdens de geplande renovatie en herbestemming van het pand, wenst AG VESPA met deze studie een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de bouw- en gebruiksgeschiedenis van het pand in al zijn aspecten. Gezien de ligging van het pand en de hoge erfgoedwaarde van de nabije omgeving (Grote Markt, Kathedraal) is onderzoek van de erfgoedwaarden een eerste belangrijke stap in een ontwerpproces. De opdracht bestaat uit de opmaak van een bouwhistorische studie welke een helder inzicht geeft in de totstandkoming en ontwikkeling van het pand vanaf haar ontstaan tot aan de huidige toestand. De studie bestudeert zowel het interieur en exterieur van alle gebouwdelen en gebouwelementen, haar structuur alsook haar omgeving. Deze studie omvat: • Een algemeen historisch archivalisch bronnenonderzoek: onderzoek in archieven, bibliotheken, opzoeken van oude foto’s, tekeningen, (kadaster)plannen, akten, … • Een onderzoek ter plaatse / in situ waarbij de zichtbare onderdelen van de ruimtelijke opbouw, de constructie en de interieurafwerking, alsook de zichtbare onderdelen van het exterieur worden beschreven, geanalyseerd en zo mogelijk gedateerd. • Een vergelijkende studie, de samenhang tussen de resultaten uit het bronnenonderzoek en het onderzoek in situ, voorgesteld aan de hand van een chronologie van de bouwfasen (tekst en tekeningen). De bouwgeschiedenis, gebruiksgeschiedenis van het gebouw en haar omgeving worden duidelijk beschreven per fase die het gebouw gekend heeft.
8
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
3 Beschrijving referentiesituatie 3.1 Historische gegevens De huidige Grote Markt behoort tot het historische centrum van de stad Antwerpen. De woonzone die zich rondom de 9de-eeuwse burcht ontwikkelde, werd rond 1070 omringd door een watersingel, ook gekend als de ruiendriehoek. De gracht liep namelijk langs de Suikerrui, de zuidelijke zijde van de Grote Markt, de Kaasrui, de Jezuïetenrui, de Minderbroedersrui en de Koolkaai. Een eerste vergroting (1206-1216, Fig. 4) omsloot eveneens het kwartier rond de OnzeLieve-Vrouwekerk. In 1250 vond een tweede vergroting plaats, waarbij het domaniale goed Lisgat aan het ommuurde stadsgebied werd toegevoegd. Onder hertog Jan I van Brabant krijgt het plan voor een derde vergroting (1295-1314) vorm. De vierde vergroting bracht de stad van 156 op meer dan 210 ha, voor een bevolking die steeg van 10 à 12.000 eenheden in 1358 tot ca. 18.000 in 1374 en ca. 20.000 in 1394. Tot het midden van de 16de eeuw bleef de grens van het omwalde stadsgedeelte ongewijzigd.1
Fig. 3: Topografische kaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (http://geovlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/dhm/#)
De Grote Markt blijft het centrum van het middeleeuws stadsgedeelte. De naam Merct komt vanaf 1310 voor, maar pas in de 16de eeuw wordt 'Grote' eraan toegevoegd, ter onderscheiding van de Kleine Markt aan het eind van de Kammenstraat. 2 Het forum werd kort na de eerste vergroting in 1220, door hertog Hendrik I aan de stad geschonken als gemeenschapsgrond. Het strekte zich uit van de huidige Maalderijstraat tot aan de Melkmarkt. Hier werden ook de jaarmarkten van Sinksen en Bamis gehouden.3 Een brand op 4 oktober 1541 legde een groot deel van de bebouwing in de omgeving van de kathedraal in as. Hierdoor kwam een groot terrein vrij en zag het stadsbestuur er brood in om in deze omgeving een nieuw stadhuis te realiseren. In het begin van de jaren vijftig van de 16de eeuw besloot het stadsbestuur aan de bouwpromotor Gilbert van Schoonbeke opdracht te geven de rui van de Maalderijstraat tot de Ijzerenbrug te overwelven. In 1554 verkocht de stad de gronden aan de zuidzijde van de toenmalige Manstraat aan de grondspeculant Bertelmeeus Bertels.4 1 2 3 4
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/geheel/22213 en Voet et al. 1978 Vande Weghe 1997, 310-311 https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/geheel/838 SAA – SR#354, 173 v°-175 r°
9
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Fig. 4: Eerste stadsuitbreiding (Voet, L. e.a., 1978, naar De Schamphelaere).
Hij was een kramer of detailhandelaar die buiten zijn winkel ook met een kraam op de markten stond. Bertels kocht de onbebouwde stukken stadserf met de bedoeling er huizen op te bouwen. De eerste eigenaren van de grond en bewoners waren kramers. Wat niet verkocht raakte, bleef bij de familie Bertels, alsook het pand nr. 16, 'De gulden Beer' genaamd. Het was gelegen tussen ‘Het gulden Peert’, nr. 18, waarmee het nauw verbonden was, en ‘De gulden Cam’, nr. 14. 5 Op de kaart van Bononiensis uit 1565 is de nieuwe bebouwing duidelijk te zien, alsook het bouwblok dat later zou verdwijnen (zie verder, Fig. 5). Een meer gedetailleerde illustratie van de gevels van de toenmalige zuidzijde van de Grote Markt zien we op een schilderij toegeschreven aan Maximiliaen Pauwels (Fig. 6). In 1713-14 werd de Grote Markt uitgebreid, waarvoor een heel bouwblok werd afgebroken. Hierdoor verdween ook de Manstraat. De zuidzijde van deze straat werd nu de zuidzijde van de Grote Markt (Fig. 7). Het Westelijke deel werd ingenomen door het oude Schepenhuis en de Lakenhal, later door particuliere woningen. In het begin van vorige eeuw werd ook deze zone vrijgemaakt en zo verdween de Peerdstraat. Er werd een tuintje aangelegd met middenin het bronzen beeld van de Buildrager door Constantin Meunier (ca. 1885), onthuld in 1950. Tot 1882 stond in het midden van de Grote Markt de Vrijheidsboom. Deze werd in 1887 vervangen door de huidige Brabofontein van Jef Lambeaux.6 5 6
Asaert 2005, 87-89 https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/geheel/838
10
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Fig. 5: Detail kaart van Bononiensis (1565) met aanduiding van het verdwenen huizenblok.
Fig. 6: De afkondiging van de Vrede van Münster op de Grote Markt in Antwerpen (Maximiliaen Pauwels, 17de eeuw) (http://www.vlaamsekunstcollectie.be/collection.aspx?p=0848cab7-2776-4648-900325957707491a&inv=234).
11
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Fig. 7: Zuidkant Grote Markt (18de eeuw).
Fig. 8: Zuidkant Grote Markt (19de eeuw).
Tot het einde van de 19de eeuw boden de noord- en zuidzijde van de Grote Markt een totaal ander uitzicht. De hoeken van de Braderijstraat en de Wisselstraat waren bebouwd (resp. tot 1889 en 1860) en met uitzondering van het nr. 7 zagen de meeste huizen aan de noordzijde er heel wat soberder uit. Zo hadden nrs. 3 en 9 lijstgevels en nr. 11 een onversierde puntgevel. Aan de zuidzijde waren de lijstgevels in de meerderheid (Fig. 8). De meeste van deze huizen bestonden uit oude kernen, aangepast aan eenvoudige 19de-eeuwse stijlen. In 1895 ontving de stad het legaat R. Joostens o.a. ter verfraaiing van de gevels op de Grote Markt, waarbij getracht werd door restauraties, wederopbouwingen en imitatieve begeleidingsarchitectuur, aan het Antwerpse forum zijn vroegere luister terug te geven. De noordzijde en nr. 44 op de zuidzijde werden vrij gereconstrueerd in het laatste kwart van de 19de eeuw en het eerste kwart van de 20ste eeuw. De nrs. 13, 15 en 19 sluiten aan bij de reconstructiemode van de zuidzijde in de jaren 1947-57 (cfr. Ook Gildekamersstraat). De meeste reconstructies betreffen alleen de voorgevel. De inwendige verdeling werd doorgaans bewaard, zoals deze bestond op het einde van de 19de eeuw. Van de zogenaamde gildehuizen op de Grote Markt zijn alleen de nrs. 5, 7, 21, 24, 38 en 40 vrijwel authentiek 7
3.2 Historisch onderzoek projectgebied Het pand nr. 16 op de Grote Markt, ook gekend als de Gulden Beer, is gelegen tussen de nrs. 14 (de Gulden Cam) en 18 (het Gulden Peert) (Fig. 9). Zoals hierboven werd vermeld, maakt het gebouw deel uit van een bouwblok opgericht na de brand in 1541. Voor de afbraak van het 7
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/geheel/838
12
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
bouwblok tussen de Grote Markt en de huidige zuidzijde, was het pand gelegen in de Manstraat. Bertelmeeuws Bertels was de oprichter en eerste eigenaar van de Gulden Beer. In 1568 erfden zijn negen kinderen het huis, samen met het Gulden Peert.8
Fig. 9 Reconstructie Grote Markt door Prims (Asaert, 2005, p.4).
Wanneer de kinderen van Bertelmeeuws Bertels de Gulden Beer in 1578 in erf gaven aan Franchoys le Fort, barbier, en zijn vrouw Anna Lenaert, werd het als volgt beschreven: “een huis met een kamer of pakhuis aan het eind van de winkel, met diverse kantoren, een kelder met daarin een oven en een een bottelarij.”9 In de 16de eeuw waren de huizen in de Manstraat voornamelijk in het bezit van cremers, of handelaars. In de 17de en 18de eeuw kwamen deze panden in handen van kooplieden waarvan sommigen zeer gefortuneerd waren. Volgens de verkoopkaste 16 uit 1612 is het dan “een huis met vloer, kelder, neerkamer, comptoir naast voornoemde kamer, met kamertje, een zoldertje erboven, kelderkeuken, bottelarij, twee boven achterkamers, twee zolders, een binnenplaats, halve bornput gehele weerdribbe (gemak), fundo et pertinentiis.”10 Op basis van een vermelding van bouwmateriaal en arbeidsloon geleverd aan de Gulden Beer, kan worden aangenomen dat in 1721 bouwwerken werden uitgevoerd. 11 In 1767 kreeg het pand de suggestieve naam ‘Den stampenden Beer’ en bedroeg de gevelbreedte 18 voet (circa 5,16 m). De woning werd toen omschreven als een huis met vloer of winkel, achterkamer tegen deze winkel, cabinet en eetkamer. Verder was er een binnenplaats, een regenbak, pomp voor put –en regenwater, weerdribbe, kelderkeuken, kelders, differente bovenkamers, zolders, gronden en 8 9
SAA – SR#318, 46 r°-49 v° SAA – SR#354, 173 v°-175 r°, voor gedetailleerde lijst van eigenaars en vruchtgebruikers zie Asaert p.100-102 en bijgevoegde tabel 10 PK 2338/1, 148 r° (Asaert, 2005) 11 SAA – SR#1070, 274 v°-275r°
13
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
toebehoren. Langs achter was het huis ten dele gespleten van het het huis St.--Nicolaes op het O.L.Vrouwkerkhof, nu Handschoenmarkt.12
Fig. 10: Detail Gevelplan (1800) (SAA – 12#4262).
Fig. 11: Detail Plan Ceurvorst (1880) (SAA – 12#2527).
In de 19de eeuw bleef de omgeving van de Grote Markt een gegeerde woonplaats voor gegoede burgers. De kleine diephuizen van de Manstraat ontwikkelden zich tot grote burgerhuizen. Het kanaaltje in het midden van het bouwblok werd dichtgemaakt (Fig. 10,Fig. 11). In de jaren 180304 werd het nr. 16 bewoond door één van de belangrijkste reders van het land: Jan Key en zijn vrouw Catherina Wouters. Hierna wisselde het pand nog enkele malen van eigenaar. Vanaf 1870 betrok koopman in ijzer Bonifacius Peeters, die tevens eigenaar was, het huis. In hetzelfde jaar verzocht hij de stad zijn gevel te veranderen, wat werd toegestaan (Fig. 13).13
Fig. 13: Tekening bouwdossier (1870) (SAA – 1870#426/002).
Fig. 12: Tekening bouwdossier (1897) (SAA – 1897#1012/002).
Een gevelopschrift boven de eerste verdieping ‘Cafe Oud Antwerpen’ verwijst naar de voormalige herbergfunctie van het pand. 14 In 1897 werd door de toenmalige eigenaar, namelijk het bestuur van de burgerlijke godshuizen, een verzoek tot plaatsing van twee vitrines ingediend en goedgekeurd (Fig. 12).15
12 13 14 15
SAA – SR#1232 SAA – 1870#426 Asaert 2005, 101 SAA – 1897#1012
14
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
De stad besloot in de eerste helft van de 20ste eeuw de gevels op de Grote Markt volledig in de stijl van Brabantse late gotiek en renaissance te herbouwen. In 1956 werd de herbouw van de gevels aan de zuidzijde van de Grote Markt afgerond. De verbouwing werd uitgevoerd door architecten G. Laporte en F. Peeters.16
16 SAA – 683#49
15
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
16
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
4 Beperkt bouwhistorisch onderzoek Tijdens het onderzoek werd een bouwblokinventarisatie uitgevoerd. De buitengevels werden opgemeten en fotografisch vastgelegd. Ook het interieur werd opgemeten, gefotografeerd en beschreven. Daarbij ging de aandacht voornamelijk uit naar de bouwfasering, teneinde inzicht te krijgen in het gebruik van de gebouwen doorheen de tijd. Momenteel bevindt zich op de gelijkvloerse verdieping een souvenirwinkeltje. De eerste en tweede verdieping is ingericht als een tweeslaapkamer appartement. De derde en vierde verdieping staan momenteel leeg.
4.1 Exterieur Het pand nr. 16 is opgenomen op de Inventaris van Onroerend Erfgoed, maar is niet beschermd als monument, in tegenstelling tot wat het schildje op de gevel doet vermoeden. Het voormalig huis ‘Den Gulden Beyr’ behoort tot een reeks diephuizen in Neotraditionele stijl van twee à drie traveeën, met drie tot vier verdiepingen onder een zadeldak dat haaks op de Grote Markt staat. Het dak is bedekt met leien. De laatste grote transformatie die het pand onderging, waarbij ook de huidige voorgevel werd opgetrokken in Neotraditionele stijl, dateert van 1955-1957 en werd ontworpen door architecten G. Laporte en F. Peeters. Het pand heeft bak- en natuurstenen trapgevels aan de straat- en aan de achterzijde, bekroond met een overhoeks toppilaster van baken natuursteen.17
4.1.1 Voorgevel Zoals hierboven aangegeven bestaat de voorgevel van Grote Markt 16 uit een trapgevel. De aanpalende huizen bezitten allebei gelijkaardige gevels. Zoals hierboven reeds werd aangegeven wordt de trapgevel bekroond met een overhoekse toppilaster, die net als de gehele gevel opgebouwd is in baksteen en natuursteen. Onder de toppilaster is er nog een kortelinggat en een klein zoldervenstertje te zien. De kruis- en bolkozijnen zorgen voor een verticale ritmering in de gevel. De verticaliteit wordt gebroken door een duidelijk afgelijnde pui, waterlijsten en speklagen. De onderste helft van de tweeledige top is voorzien van een drielicht. 18 Op de begane grond aan de straatzijde zijn muuropeningen aanwezig in een arduinen omlijsting. Rondom de omlijsting is zandsteen zichtbaar. Deze muuropeningen vormen de twee vitrineramen aan de rechter kant en een massief houten voordeur aan de linker zijde. Boven de deur werd glas in houten roeden geplaatst. Zoals op de foto (Fig. 14, Fig. 15) te zien is, werd er voor de begane grond een afdak geplaatst, die de gevel tot onder het eerste verdiep afschermt. Deze overkapping, gebouwd in een constructie van metaal en zeildoek, is een recente aanvulling die de leesbaarheid van de gevel bemoeilijkt. De twee gevels die Grote Markt 16 flankeren doen vermoeden dat ook in deze twee gebouwen vijf verdiepingen aanwezig zijn, met vloerhoogtes die ongeveer overeenkomen. De ritmering van de ramen komt eveneens overeen: beide flankerende gebouwen tellen drie ramen per verdieping uitgewerkt in natuursteen. Er is bij zowel Grote Markt 14 als 18 een drielicht aanwezig. De breedte van de ramen wijken echter af van de centrale gevel nr. 16, ze zijn namelijk iets smaller. Bovendien zijn de ramen op de eerste en vierde verdieping van Grote Markt 14 afwijkend in vorm, ze bezitten met name rondboogvensters uitgewerkt in natuursteen, in plaats van de rechthoekige kruis- en bolkozijnen. Een bijkomend verschil tussen de ramen van nrs. 14 en 18 met nr. 16 kan teruggevonden worden op de derde verdieping, waar er kruiskozijnen te zien zijn bij nrs. 14 en 18. Zoals besproken bezit nr. 16 bolkozijnen op deze verdieping. 17 Goossens/Plomteux, 1976 18 Goossens/Plomteux, 1976
17
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
De overeenkomsten tussen de drie gevels benadrukt nogmaals het belang van de drie huizen als één visueel geheel. Bovendien kent de geschiedenis van op z'n minst twee van de drie huizen grote overeenkomsten, vermits zowel nr. 16 de Gulden/Stampende Beer en nr. 18 het Gulden Peert sinds 1554 lange tijd eigendom was van de familie Bertels (zie hoger).
Fig. 14: Gevels van de diephuizen aan de Grote Markt.: nummer 16 is het derde huis van rechts.
Fig. 15: Zicht op het voorportaal onder het afdak
18
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
De gevel is in totaal 38 cm dik in de ramen, waarvan 20 cm natuursteen en 18 cm baksteen. Dit wil zeggen dat er achter de natuursteen de gevel slechts één baksteenbreedte dik is. Dit doet vermoeden dat de gevel volledig werd aangepast. De huidige, recente gevel werd dus niet voor de oude gevel geplaatst.
4.1.2 Achtergevel De achtergevel van het gebouw bestaat eveneens uit een trapgevel met overhoeks toppilaster van bak- en natuursteen. Ook deze gevel werd opgebouwd uit bak- en natuursteen, waarbij voornamelijk de speklagen die doorlopen in de gevel van Grote Markt 14 opvallend zijn. Bovendien wordt ook hier een kortelinggat vastgesteld, net als op de naburige gevels. In tegenstelling tot de voorgevel, werd er bij de achtergevel werd slechts één raam per verdieping aangebracht. Bovendien bevindt er zich aan de oostelijke zijde van de gevel een aanbouw die van het gelijkvloers tot en met de tweede verdieping loopt. De ramen op de eerste, tweede en derde verdieping van de trapgevel werden in een natuurstenen lijst geplaatst. De dorpels onderaan de ramen werden eveneens in natuursteen opgetrokken. De vensters zelf werden in een houten raamwerk geplaatst. Elk raamwerk blijkt verschillend te zijn, waarbij de eerste verdieping een bolkozijn heeft met bovenaan een vast venster, op de tweede verdieping is een bolkozijn aanwezig waarbij de vensters in drie verdeeld werd door middel van houten roeden, de derde verdieping heeft een eenvoudig houten bolkozijn. Onder deze ramen werd telkens een band van vier rijen zandsteen geplaatst. De vierde verdieping blijkt echter van recentere oorsprong te zijn, omwille van het gebruik van recentere baksteen, cementmortel en een gecementeerde bovendorpel boven het raam. In plaats van een speklaag onder het raam, bevindt zich hier een band in cement of beton. In het houten kozijn werd slechts 1 venster geplaatst ( Fig. 16, Fig. 18, Fig. 22).
Fig. 16: Achtergevels van de rechtse huizen (boven)
19
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Fig. 17: Achtergevels van Grote Markt 18 en Grote Markt 20.
Fig. 18: Achtergevels van Grote Markt 14 en 16.
Fig. 19: Achtergevels van Grote Markt 20.
20
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
De tweedeling die werd vastgesteld in de achtergevel, heeft wellicht te maken met de reconstructie van de gevels aan de Grote Markt tussen 1955 en 1957. Indien de huidige gevel vergeleken wordt met fotografisch materiaal uit de 19de eeuw (Fig. 8), blijkt het huidige huis hoger dan in de 19de eeuw. Het schuine dak dat op de historische foto te zien is, lijkt minder hoog te zijn dan het huidige dak, waardoor ook de achtergevel aangepast moest worden. Vermits deze gevel minder zichtbaar is, werd de aanpassing minder weggewerkt dan aan de straatkant.
Fig. 20: (Zuidelijke) gevel bijgebouw, foto 417.
Fig. 21: (Westelijke) gevel bijgebouw, foto 356.
Aan de achtergevel werd er een lager bijgebouw toegevoegd. Dit bijgebouw heeft slechts een gelijkvloers en twee verdiepingen, met puntdak. Van de gevels van dit bijgebouw is enkel de eerste en tweede verdieping te zien aan de zuidelijke en westelijke zijde. De oostelijke gevel (en bij uitbreiding de oostelijk helft) behoort niet tot het hier bestudeerde pand. Zoals op Fig. 20 te zien is, is het metselverband aan de zuidelijke zijde van dit gebouwtje eerder rommelig en onregelmatig. Er bevinden zich geen ramen aan deze zijde, maar er werden wel twee schouwen (resp. aan de oostelijke en westelijke zijde van de gevel) gebouwd. Bovendien komt er een derde schouw uit het dak. In de westelijke gevel van dit bijgebouw werden verschillende ramen geplaatst. Op de eerste verdieping treffen we een raam met dubbele vensters en een vast bovenlicht aan. Voor het raam werd een metalen borstwering aangebracht. De bovendorpel werd in steen uitgewerkt, de onderdorpel is verzinkt. Naast dit raam bevindt zich nog een klein, ongeveer vierkant raampje aan de zuidelijke zijde van de gevel. Op de tweede verdieping werd er over bijna de hele breedte van de gevel een raam aangebracht met houten kozijnen en een verzinkte onderdorpel. De dakgoot werd in hout uitgewerkt en is wellicht eveneens verzinkt (Fig. 21).
21
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Fig. 22: Achtergevel Grote Markt 14 – 16 – 18.
Zoals op de tekening Fig. 22 te zien is, hebben de gevels van Grote Markt 14 en 16 ongeveer dezelfde afmetingen. De speklagen onder het raam van de eerste en tweede verdieping lopen door over beide gevels, net als de speklagen in het midden van de ramen op de eerste en tweede verdieping, en de speklaag boven het raam van de tweede verdieping. Wellicht liepen de natuurstenen eveneens door boven het raam van de eerste verdieping en onder het raam van de derde verdieping. Dit werd echter te niet gedaan door latere herstellingen en verbouwingen. Het ritme van de ramen in de twee gebouwen is hetzelfde voor de eerste en tweede verdieping. Op de derde verdieping werd het oorspronkelijke raam van Grote Markt 14 echter verplaatst ten voordele van een aanbouw. De achtergevel van Grote Markt 18 heeft eenzelfde vorm als de achtergevel van nr. 16, maar is verder moeilijk te vergelijken omwille van de aanwezige bezetting. Het ritme van de ramen is volledig anders, waarbij er op de derde verdieping een klein raam aan de westzijde, en een groot raam aan de oostzijde geplaatst werden. Het raam op de vierde verdieping is bovendien breder dan bij de gevels van nr. 14 en nr. 16.
22
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Vermits het enkel mogelijk is om fragmentarische foto's te nemen van de achtergevel, is het onmogelijk een volledig beeld te geven van de achtergevels die zicht twee huizen links en twee huizen rechts van het pand bevinden. Het uiterst oostelijke huis van de vijf (met name Grote Markt 20) heeft wel duidelijk een hogere trapgevel, wat ook aan de voorzijde vastgesteld kan worden. Op de bovenste verdieping na, wordt de oude gevel echter volledig verborgen door twee aangebouwde volumes. Hierdoor is de ritmering van de ramen niet meer te achterhalen of te vergelijken met Grote Markt 14, 16 en 18 (Fig. 17, Fig. 19).
4.1.3 Besluit Zowel de voor- als achtergevel van Grote Markt 16 werd opgebouwd uit bak- en natuursteen. Ook de twee aanpalende woningen werd in deze materialen opgebouwd. Alle drie de voor- en achtergevels zijn trapgevels met overhoekse toppilaster en kortelinggat. Bij de voorgevels is er hieronder telkens een klein zoldervenstertje zichtbaar. Het drielicht op de vierde verdieping wordt eveneens herhaald bij de voorgevels van Grote Markt 14 en 18. De overige raamkozijnen wijken enigszins af, zo zijn de ramen iets kleiner en bezit nr. 14 enkele rondboogvensters. Op de eerste tot en met derde verdieping kunnen per verdieping drie bol- of kruiskozijnen vastgesteld worden. Deze ritmering wordt wel herhaald bij de naastliggende panden. Bovendien hebben de gebouwen Grote Markt 16 en 18 een gedeelde ontstaans- en eigendomsgeschiedenis. In tegenstelling tot de voorgevel, is er bij de achtergevel slechts één raam per verdieping aangebracht. Enkel op de derde verdieping van pand nr. 18 werden twee ramen aangebracht, maar deze kunnen van recentere datum zijn. Interessant om vast te stellen, zijn de speklagen die doorlopen over de achtergevels van nrs. 14 en 16. Het is niet mogelijk om vast te stellen of de speklagen eveneens doorlopen naar de achtergevel van nr. 18, vermits deze volledig bezet is. Zoals reeds van het historisch bronnenmateriaal werd vastgesteld, behoort de voorgevel tot de algemene gevelreconstructies die op de Grote Markt werden uitgevoerd tussen 1955 – 1957. Door vergelijking met fotografisch materiaal (Fig. 8) van de huidige gevel blijkt dat de gevel iets hoger werd opgetrokken dan in de 19de eeuw het geval was. Dit kon ter plaatste bij de achtergevel worden vastgesteld, omwille van het gebruik van recentere bakstenen op de bovenste verdieping bij de panden nrs. 14 en 16. Dit wijst er wellicht op dat de gevels van deze diephuizen tot en met de derde verdieping min of meer origineel zijn, maar dat de gevels op de hoogste verdieping en het dakgebinte maximum 57 jaar oud zijn.
23
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
4.2 Interieur Hierna volgt een korte beschrijving van het interieur, met aandacht voor de belangrijkste ruimtes en elementen.
Fig. 23: Grondplannen verdiepingen met aanduiding van de genomen foto's en doorsnedes.
24
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Fig. 24: Doorsnede AA' gebouw
4.2.1 Bespreking Kelder In de kelder zijn vijf ruimtes aanwezig. De keldermuren bestaan in alle ruimtes uit bakstenen muren die wit geschilderd zijn. Het plafond bestaat uit kleine bakstenen gewelven, die eveneens wit geschilderd zijn en gevat zijn in metalen liggers. Enkel in K3/1, K4 en K5 bestaat het plafond uit houten latten. In K4 bevindt zich verder nog een moerbalk.
25
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Fig. 26: K4, foto 379
Fig. 25: K3, foto 380
Fig. 27: K3, foto 381
Fig. 28: K3, natuursteen in de vloer, foto 395
In K1 bestaat de vloer uit bakstenen en bevindt zich een houten deur. Verder zijn in deze ruimte bakstenen nissen aangelegd. De achtermuur van deze kelder lijkt met recentere bakstenen dichtgemetst. Tussen K1 en K2 is er een klein niveauverschil van twee treden. K2 omvat de ruimte met de natuurstenen trap. De vloer bestaat er uit rode keramieken tegels. K3 heeft eveneens een vloer die bestaat uit rode keramieken tegels en heeft verder een houten deur die wit geschilderd is. Naast de deur werd tevens een venster ingezet in een houten, wit geschilderd kader. Het venster bestaat uit twee luiken met telkens 2 x 3 ruiten. In deze ruimte bevindt zich ook nog een open haard in wit geschilderde baksteen en een houten schoorsteenmantel. Vermoedelijk is de open haard te relateren aan de vermelding van een kelderkeuken in historische documenten uit 1578, 1612 en 1767 (zie hoger). In deze ruimte, tussen K3/1 en K3/2, bevindt zich nog een natuursteen die ingewerkt is in de vloer, met aansluitend twee treden die het niveauverschil tussen beide ruimtes Fig. 29: Keldertrap van Grote Markt 18. overbrugt. In de zuidoostelijke hoek van K3/2 bevindt zich een nis met een (afvoer)buis die van de muur onder de nis naar beneden loopt. Vermoedelijk heeft dit te maken met de halve bornput vermeld in de verkoopakte van 1612. In K4 is de toegang
26
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
tot de kelder vanaf de straatzijde zichtbaar. De trap is nog tot net onder het straatniveau bewaard. De vorm van de toegang, die recht werd afgewerkt, komt overeen met de kelders van Grote Markt 14 en 18 (Fig. 29). Vermoedelijk heeft dit te maken met de bouw van de gevel in de jaren 1950. Tenslotte kunnen er op de westelijke muur van K4 sporen teruggevonden worden van een (rond)boog in het metselwerk tegen de vloer (Fig. 30). Aan de westelijke zijde van de kelder onder Grote Markt 14 bevindt zich nog een toegang naar de tweede kelderverdieping, met verbinding naar de ruien (zie hoger) (Fig. 31). Wellicht heeft de boog in het metselwerk eveneens hiermee te maken, vermits ook deze kelder zich wellicht bevindt op een tweede kelder. Dit verklaard waarschijnlijk ook het vlakke plafond, in plaats van de gebruikelijke tongewelven. Het onderste kelderniveau loopt onder meerdere huizen door.
Fig. 30: K4, foto 389: rondboog in het metselwerk zichtbaar.
Fig. 31: Zicht op de ondergelopen tweede kelderverdieping in Grote Markt 14, heeft toegang tot de ruien.
Zo goed als de volledige oppervlakte van het perceel blijkt onderkelderd te zijn. Dit valt op bij het vergelijken van de grondplannen voor de kelder en gelijkvloers. K1 met de bakstenen nissen bevindt zich onder het bijgebouw. De overwelving met baksteen en metalen liggers bevindt zich haaks op de straatgevel. K2, K3/1, K4 en K5 bevinden zich onder het hoofdgebouw. De moerbalk die aanwezig is in K4 komt overeen met de overige moerbalken in de bovenbouw. Ook de muur tussen K2 en K5 bevindt zich op dezelfde positie als de moerbalken hoger in het gebouw. Bovendien heeft het eenvoudige sleutelstuk een afgeschuinde rand, die ook in de sondering KT3 kon worden vastgesteld (Fig. 32, Fig. 33). De zuidelijke zijde van K3/1, met hierin de raamopening met venster en metalen tralies, bevindt zich onder de achtergevel van het hoofdgebouw. Dit wil zeggen dat K3/2 onder de glazen aanbouw werd aangelegd. Deze kelder werd wellicht niet voor dan de 19de eeuw aangelegd, omwille van de overwelving in metaal, baksteen en beton.
27
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Fig. 33: Moerbalk met eenvoudig sleutelstuk in de kelder van Grote Markt 14.
Fig. 32: Moerbalk met sleutelstuk in K5, foto 159.
Gelijkvloers De ruimte op het gelijkvloers is momenteel ingenomen als souvenirwinkel. De muren zijn lichtroze geschilderd. Het plafond is in GLV2 (de trap) en 4 eveneens lichtroze geschilderd en in GLV1 is het bruin geschilderd. In GLV3 is het plafond afgeschermd met houten panelen. De vloer bestaat in GLV1 uit groen linoleum met een geometrisch motief, in GLV2 en 3 uit grijswitte gespikkelde tegels, in GLV4 uit rode aardewerken tegels, zoals in de kelder. De houten deuren zijn wit geschilderd en in GLV2 is boven de deur nog een moerbalk aanwezig. In GLV2 werd een sondering (KT3) uitgevoerd op de moerbalk en op het plafond (KT4) (Fig. 34). De sondering op de moerbalk toont in de eerste plaats een aantal oudere verflagen, onder de huidige lichtroze verflaag. Het gaat om een olijfgroene tussenlaag, een laag donkergroene verf en daaronder nog een groengrijze tussenlaag. De verflagen zijn aangebracht op een witte pleisterlaag. Daaronder bevond zich tot slot nog een laag beige bezetting gemagerd met stro, die rechtstreeks aangebracht is op houten latten. Deze houten latten vormen een kader dat aangebracht is rond de houten moerbalk waarvan vermoedelijk het sleutelstuk werd aangetroffen. Op de schuine zijde werd plaatser met een bruine verf aangebracht. Wellicht heeft het sleutelstuk een eenvoudige vorm, waarbij op z'n minst één zijde schuin werd afgewerkt (cfr. K5 en kelder van Grote Markt 14). Aansluitend werd in deze ruimte op het plafond ook een sondering uitgevoerd (KT4). Deze toont een gelijkaardige lagenopbouw als op de moerbalk, en is eveneens aangebracht op een raamwerk van houten latten. Achter de houten latten is tot slot de plankenvloer van de verdieping erboven te zien. De sonderingen wijzen erop dat het wellicht om originele elementen gaat. De oorspronkelijke afwerkingslagen lijken echter grotendeels verdwenen te zijn. Enkel op de moerbalk bevind zich nog een afwerkingslaag die mogelijk van historisch belang is. Op de plafond konden naast dezelfde lagen als op de moerbalk geen bijkomende afwerkingslagen teruggevonden worden.
28
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Fig. 34: Sonderingen KT3 (moerbalk) en KT4 (plafond), GLV2.
Verdieping 1 Deze verdieping omvat vijf ruimtes. 1V1 is ingericht als keuken, 1V2 is de trap, 1V3 is de eetkamer, 1V4 is het salon en 1V5 is een ingemaakte kast. De muren van 1V1 zijn behangen met geel behangpapier met een floraal motief en zijn plaatselijk voorzien van grijze mozaïektegels. Het plafond is geel geschilderd en de vloer is voorzien van witgrijze gevlekte linoleum. De houten deur is lichtgeel geschilderd en het houten venster is wit geschilderd en bestaat uit een vaste ruit bovenaan en twee luiken met telkens één ruit daaronder.
29
Antwerpen – Grote Markt 16
Fig. 35: 1V4, foto 352
Rapporten All-Archeo 102
Fig. 36: 1V3, foto 361
De muren en het plafond van 1V2 zijn geel geschilderd. De vloer is voorzien van dezelfde linoleum als in 1V1 en de houten deur is eveneens lichtgeel geschilderd. De muren in 1V3 zijn voorzien van wit behangpapier met een plantenmotief in reliëf. Het plafond is voorzien van witte plaaster. Het linoleum op de vloer en het venster zijn gelijkaardig aan dat van 1V1. Naast het venster werd een verluchtingsrooster aangebracht door de muur. De open haard is voorzien van marmer. Alle open haarden in het gebouw, behalve die in de kelder, zijn dichtgemaakt. Tot slot bevindt zich in deze ruimte nog een moerbalk. 1V4 is tot slot gelijkaardig aan 1V3, maar de open haard is voorzien van een mantel in een andere marmer. Verder bevinden zich in 1V4 drie houten vensters met bovenaan glas-in-lood in een geometrisch motief. Daaronder bevinden zich telkens twee luiken met twee panelen van drie bij drie ruiten, eveneens uitgevoerd in glas-inlood. Verdieping 2 Deze verdieping omvat eveneens vijf ruimtes. 2V1 is ingericht als badkamer, 2V2 is de trap, 2V3 is een multifunctionele ruimte, 2V4 is een slaapkamer en 2V5 is opnieuw een ingemaakte kast. De muren en het plafond van 2V1 zijn bezet met crèmekleurige tegels met een
Fig. 38: 2V4, foto 347
Fig. 37: 2V4, foto 347
bloemmotief. De vloer is voorzien van linoleum met een bruin tegelpatroon. De houten deur is lichtgeel geschilderd en het houten venster is wit geschilderd en bestaat uit vier ruiten, horizontaal naast elkaar. Daarvan kunnen enkel de middelste twee open.
30
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
De muren en het plafond van 2V2 zijn lichtroze geschilderd. De vloer is voorzien van dezelfde linoleum als in 2V1 en de houten trap is hier wit geschilderd, terwijl op de andere verdiepingen het hout zichtbaar is. De houten leuning van de trap is op alle verdiepingen bordeaux geschilderd. Kamer 2V3 is behangen met roze behangpapier met reliëf en het plafond is behangen met wit behangpapier met reliëf. De houten deur is lichtgeel geschilderd. Het lichtgeel geschilderde houten venster heeft twee rijen van drie ruiten. De open haard is bezet met marmer en heeft een houten mantel die wit geschilderd is. 2V4 is grotendeels gelijkaardig aan 2V3. Enkel de vensters verschillen. In 2V4 bevinden zich drie houten vensters met bovenaan glas in lood in een geometrisch motief. Daaronder bevinden zich telkens twee luiken met twee panelen van drie bij drie ruiten, eveneens uitgevoerd in glas-in-lood. Verdieping 3 Deze verdieping omvat drie ruimtes. Daarbij is 3V2 opnieuw de trap, waarvan de muren en het plafond voorzien zijn van witte pleister, die grijsgroen geschilderd is. De vloer bestaat uit houten planken, bedekt met rood tapijt. De muren van 3V3 zijn voorzien van crèmekleurig behangpapier met een grijs motief van grassen. Het plafond is wit geverfd en de vloer is gelijkaardig aan 3V2. Het houten venster is wit geschilderd. Aan de buitenzijde is een groot deel van de verf echter verdwenen, zodat het hout blootgesteld wordt aan de natuurelementen. Het vensters bestaat telkens uit twee ruiten. Verder bevindt zich in de ruimte nog een open haard met een houten mantel. De schouw is voorzien van wit behangpapier met reliëf. De muren in 3V4 zijn voorzien van crèmekleurig behangpapier met verticale strepen. Het plafond is voorzien van witte plaaster en de vloer is opnieuw gelijkaardig aan 3V2. De wit geschilderde houten deur is dichtgemaakt. Tussen 3V3 en 3V4 bevindt zich nog een deur, die aan de zijde van 3V4 dichtgemaakt is met een houten plaat. De vensters zijn gelijkaardig aan die op de twee onderliggende verdiepingen, behalve dat het bovenste deel, dat uitgevoerd is in glas-inlood in een geometrisch patroon, afwezig is. Tot slot bevindt zich in deze ruimte nog een Fig. 39: 3V4, foto 339 schouw. Op het plafond van 3V3 werd eveneens een sondering uitgevoerd (KT2, zie Fig. 40). De sondering werd vlakbij de muur tussen 3V3 en 3V2 geplaatst, zodat niet alleen de afwerking van het plafond bestudeerd kon worden, maar eveneens de relatie met de muur achterhaald werd. De eerste laag op het plafond is een synthetische verflaag in gebroken wit. Hieronder bevindt zich een witte grondlaag en een pleisterlaag. Vervolgens konden twee lagen lichtbruine bezetting met stro vastgesteld worden. Hieronder bevindt zich een gipsvezelplaat. Deze werd vastgemaakt aan een houten constructie die bevestigd werd aan de muur tussen 3V2 en 3V3 en een kinderbalk (Fig. 41). Hierboven is de vloer van 4V3 zichtbaar. Op het plafond zijn originele afwerkingslagen afwezig. Enkel de opbouw van het plafond 3V3/vloer 4V3 blijkt van historisch belang te zijn.
31
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Fig. 40: Sondering KT2, op het plafond van ruimte 3V3.
Fig. 41: Schets opbouw 3V3 op basis van sondering KT2.
Verdieping 4 (zolder) Deze verdieping omvat drie ruimtes. Daarbij is 4V2 opnieuw de trap, waarvan de muren en het plafond bestaan uit de houten constructie van het dak, die voorzien is van een laag witte plaaster met vezels en voorzien is van beige bezetting. De plankenvloer is bedekt met paars linoleum met een geometrisch motief. De houten deur is grijs geschilderd en in de ruimte bevindt zich verder nog een dakraam. De muren, het plafond en de vloer van 4V3 en 4V4 zijn gelijkaardig aan 4V2. Op de vloer is plaatselijk nog een extra laag linoleum aangebracht, ter herstelling van de laag Fig. 42: 4V4, foto 331 eronder. Verder bevindt zich in beide ruimtes nog een schouw en een wit geschilderde houten deur. De vensters in 4V3 bestaan uit een dakraam en ter hoogte van de achtergevel een wit geschilderd houten venster met één ruit. Het drielicht in 4V4 is uitgevoerd in hout. Het gaat om twee vensters met telkens twee panelen, met daarin drie bij drie ruiten. Het middelste raam is groter en is voorzien van vijf bij drie ruiten. Aan de buitenzijde zijn in het hout smeedijzeren nagels ingewerkt. Tot slot werd nog een sondering gemaakt in de vloer van 4V3 (KT1), ter hoogte van de sondering in 3V3 (Fig. 43). Onder de laag wit en roze linoleum die ter herstelling aangebracht is op de laag linoleum met paarse geometrische motieven, bevindt zich rechtstreeks de plankenvloer. De planken van de vloer zijn parallel georiënteerd aan de achtergevel. De onderkant van de vloer was zichtbaar in sondering KT2 (3V3).
32
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Fig. 44: Sondering KT1
Fig. 43: Sondering KT1, op de vloer van 4V3.
Dak Het dak is haaks op de straatzijde georiënteerd. Waar de makelaar rust op de hanenbalk, werd het dak afgesloten van de vierde verdieping door middel van houten planken. Een luik in 4V3 geeft toegang tot de aldus gecreëerde ruimte. Zoals op doorsnede BB' zichtbaar is (Fig. 46), werd de hanenbalk met het gebint verbonden door een schoor aan weerszijde. De schoren en de opeenvolgende sporen zijn verbonden door twee gordingen aan elke kant. Omwille van de bekleding van het dak op de vierde verdieping, kon de dakconstructie niet volledig achterhaald worden. Vermoedelijk worden de onderste Fig. 45: Dakconstructie, zicht naar het noorden weg van gordingen ondersteund door windschoren. Op doorsnede BB' de sporen werden panlatten aangebracht, waarop de leien pannen werden bevestigd. Op Fig. 45 is het klein zoldervenstertje te zien dat eveneens vermeld werd bij de bespreking van de voorgevel (zie hoger). Op basis van historische bronnen en vergelijking van de huidige gevels met historisch fotomateriaal (Fig. 8, pagina 12), kan besloten worden dat de dakconstructie zelf niet ouder is dan de 20ste eeuw. Wellicht betreft het een constructie uit 1955 – 1957, wanneer de gevels van de Grote Markt gereconstrueerd werden.
33
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Fig. 46: Doorsnede BB' dakconstructie, parallel aan de voorgevel.
4.2.2 Besluit Op basis van het bovenstaande vallen enkele aspecten in het gebouw op. Zo kunnen er in de kelder verscheidene aspecten aangetroffen worden die in het historisch bronnenmateriaal aan bod kwamen, met name de kelderkeuken met haardvuur is nog steeds aanwezig. Ook de aparte toegang van de straat naar de kelder komt overeen met de invulling van de kelder als keuken en bottelarij. Interessant is de volledige onderkeldering van het huidige perceel. Naar analogie met de aanpalende panden, bevindt zich bovendien nog een tweede kelderniveau onder het huidige. Dit is niet langer toegankelijk, vermits het werd dicht gemaakt omwille van vochtproblemen. Daarnaast kon worden vastgesteld dat er op verscheidene verdiepingen houten vloeren aanwezig zijn onder de huidige vloerbekleding. Dit werd vastgesteld bij sonderingen KT1 en KT2, maar eveneens in de kelder, waar tussen het plafond houten vloerplanken vrij kwamen liggen. De interieurafwerking van de volledige bovenbouw is van recente oorsprong. Bij de sonderingen kwam aan het licht dat er slechts enkele afwerkingslagen bewaard bleven. De
34
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
oorspronkelijke afwerkingslagen lijken (minstens gedeeltelijk) verwijderd. Ook de deuren en muren lijken van eerder recente oorsprong. De enige plaats waar kan gesuggereerd worden dat er nog oudere historische afwerkingslagen bewaard bleven, is bij sondering KT3, op het sleutelstuk boven de deur tussen GLV2 en GLV4. Zoals hierboven gezegd, heeft de aanbouw een eerder onregelmatig metselverband. De kelder onder de aanbouw lijkt niet ouder te zijn dan de 19de eeuw, waardoor het wellicht niet tot de oorspronkelijke bebouwing behoorde. Ook het afdak op het gelijkvloers is van recente oorsprong, en overdekt de oorspronkelijke koer of binnenplaats waarvan sprake is in de verkoopakte (1612 en 1767). Omwille van de reconstructie in de jaren 1950 kan besloten worden dat de bovenste verdieping weinig historisch belang heeft. De vloer tussen de derde en vierde verdieping werd wellicht aangepast, al bleef de eigenlijke opbouw van moer- en kinderbalken wel bewaard. De ritmering van de ramen aan de achtergevel vormen wel nog steeds een geheel met de naburige woning Grote Markt 14.
35
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
36
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
4.3 Structurele analyse Op basis van de zichtbare moerbalken en bestaande muren, werd vastgesteld dat er geen verregaande veranderingen werden doorgevoerd in de interne opbouw van het pand (Fig. 47).
Fig. 47: Structurele analyse met aanduiding van terugkerende moerbalken.
37
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Evenwijdig met de gevels werden twee moerbalken aangebracht. In de kelder bevinden zich nog gedeeltelijk muren ter hoogte van de zichtbare moerbalken op de verdiepingen. De moerbalk die bij sondering KT3 werd bloot gelegd (zie hoger), komt eveneens overeen met de regelmatige interne opbouw van het pand. De moerbalken worden in de souvenirwinkel verborgen door een vals plafond. Op de eerste verdieping is de moerbalk aan de straatzijde zichtbaar in de ruimte 1V1. De moerbalk achteraan het pand is zichtbaar in zowel de gang 1V2 als de ruimte 1V3. Hetzelfde geldt voor de tweede verdieping. Op de derde en vierde verdieping werd er een muur opgetrokken ter hoogte van de moerbalk aan de straatzijde. De andere moerbalk werd weggewerkt achter het valse plafond. Zoals bij de sondering KT2 werd vastgesteld, lopen er tussen de moerbalken kinderbalken haaks op de gevels. In ruimte 4V3 werd hierover een houten plankenvloer gelegd. Ook KT4 toonde aan dat er een houten plankenvloer werd aangebracht bovenop de moer- en kinderbalken.
38
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
4.4 Bouwevolutie en fasering
Fig. 48: Grondplan met fasering
39
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Op basis van de archiefstudie en het onderzoek ter plaatse is het mogelijk de bouwevolutie van het pand te achterhalen (Fig. 48). Zoals reeds verscheidene malen werd aangehaald, blijkt de kelder grotendeels dezelfde te zijn als de beschrijvingen in de 16de en 17de eeuw. Zo werd de kelder bij het in erf geven van het pand aan Franchoys le Fort in 1578 beschreven als 'kelder met daarin een oven en een bottelarij'.19 In de verkoopakte van 1612 komen verscheidene van deze elementen terug. De beschrijving is als volgt: 'kelder, neerkamer, comptoir naast voornoemde kamer, kelderkeuken, bottelarij'. 20 In 1767 wordt er gesproken van een kelderkeuken en kelders. 21 De achtergevel, zijmuren, sleutel- en moerbalken die aanwezig zijn tot en met de derde verdieping, behoren allemaal wellicht tot de originele structuur van het gebouw. Daarom dienen deze elementen in de 16de en 17de eeuw gesitueerd te worden. Op basis van de kelder en het metselwerk dat werd vastgesteld bij de achterbouw, kan gezegd worden dat dit deel niet ouder is dan de 19de eeuw. Er werd echter geen documentatie teruggevonden met betrekking tot een vergunning voor het bouwen van dit onderdeel. De aanpassingen die aan de gevel werden doorgevoerd door Bonifacius Peeters in 1870 en het bestuur van de burgerlijke godshuizen in 1897, hebben nog steeds hun sporen achtergelaten, in de vorm van de twee vitrineramen en voordeur die ook in de huidige gevel zichtbaar zijn. 22 De meest ingrijpende veranderingen werden wellicht doorgevoerd in de 20ste eeuw, wanneer de voorgevel en dakconstructie werden aangepast ten voordele van het ontwerp door architecten G. Laporte en F. Peeters, waardoor de volledige gevel en vierde verdieping in de jaren 1950 geplaatst dienen te worden. 23 De interieurafwerking en -indeling dienen eveneens in de 20ste eeuw (en eventueel 21ste eeuw) gesitueerd. De plaatsing van het glazen afdak boven de binnenkoer werd niet teruggevonden in archieven, maar zal ook in deze periode geconstrueerd zijn. De schoorsteenmantels die nog zichtbaar zijn in het interieur kunnen op basis van hun afwerking gedateerd worden. Zo hebben de mantels op de eerste en tweede verdieping eerder een 19deeeuwse afwerking in marmer. De schoorsteenmantels op de derde en vierde verdieping werden eenvoudiger afgewerkt, met slechts een houten schouwbalk. Deze schouwen kunnen in de 20ste eeuw geplaatst worden.
19 20 21 22 23
SAA – SR#354, 173 v°-175 r° PK 2338/1, 148 r° (Asaert, 2005) SAA – SR#1232 SAA – 1870#426, SAA – 1897#1012 SAA – 683#49
40
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
5 Bouwfysische toestand Tijdens het onderzoek bleek de aanwezigheid van schimmel- en vochtproblemen, vooral op de hoger gelegen verdiepingen. Verder werden in beperkte mate scheuren opgemerkt. In de ruimte GLV3 is een vochtprobleem op te merken ter hoogte van de overdekte binnenkoer, achteraan het pand. Omwille van de vochtproblemen komt de verf los. Het vocht lijkt binnen te komen tussen de aansluiting van de overkapping en de muur. Een recente beschadiging van de glazen overkapping verergert het reeds bestaande vochtprobleem. Ook in 2V4 werd de aanwezigheid van een vochtprobleem vastgesteld ter hoogte van de moerbalk, aan de zijde van de open haard. Ter hoogte van verdiepingen 3 en 4 is het vochtprobleem het grootst en gaat het ook gepaard met schimmel. In 3V3 situeren de problemen zich aan het plafond, waar de verf helemaal losgekomen is en verder aan de bovenzijde van de muur aan de achtergevel, aan weerszijden van de Fig. 49: 2V4, foto 347 schouw, waar deze over gaat in het plafond, en in de hoek met 3V4. In 3V4 situeren de problemen zich in de hoek met 3V3, ter hoogte van de schouw en aan de zijde van de voorgevel. De schimmel- en vochtproblemen in 4V3 en 4V4 situeren zich ter hoogte van de schouw en de aansluitende muur, waardoor de bezetting en pleister al sterk losgekomen is.
Fig. 51: 3V3, foto 336
Fig. 50: Hoek in 3V3 met 3V4, foto 337
41
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Fig. 52: Aanduiding van de vochtproblemen (rood) en scheuren (paars)
42
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
Fig. 53: Hoek in 3V4 met 3V3, foto 340
Fig. 54: 4V4, foto 332
Scheuren werden opgemerkt ter hoogte van het plafond in de ruimtes 1V3 en 3V3. Verder werd nog een scheur opgemerkt in 4V2, de trapruimte, in de hoek met 4V3.
Fig. 55: Scheur in 1V3, foto 358
43
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
44
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
6 Waardestelling Gezien de ligging van het pand – aan de voorzijde ten opzichte van het beschermde stadhuis en aan de achterzijde ten opzichte van de beschermde kathedraal – is de beeldbepalendheid van het gebouw zeer belangrijk. Hierbij houden we ook rekening met de samenhang met de naburige panden. Ze vormen één architecturaal geheel. Wat betreft de vorm en uitzicht van het zadeldak, zal de architect nagaan in welke mate veranderingen een invloed hebben op de historische beleving van de zone. De vloer tussen de derde en vierde verdieping is van eerder laag historisch belang. Uit de sonderinge KT3, op het gelijkvloers, bleek dat er mogelijk nog historisch waardevolle afwerkingslagen terug te vinden zijn op de moerbalk. Onder de huidige vloerafwerking op deze plaats, bevindt zich nog een houten vloer. De overige interieurafwerking lijkt echter weinig historische waarde te bezitten.
45
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
46
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
7 Aanbevelingen Tijdens de ontmantelingswerken dient er voldoende aandacht te gaan naar de oorspronkelijke houten vloeren aanwezig in het gebouw, in het bijzonder de vloeren van het gelijkvloers tot en met derde verdieping. Indien in goede staat verstrekt het tot aanbeveling deze te bewaren, vermits ze kunnen teruggaan tot het oorspronkelijke interieur van het pand. Wat betreft de materiaaltechnische aspecten in het gebouw, is op basis van de sonderingen gebleken dat de meeste plafonds weinig historische afwerkingslagen hebben. Wellicht geldt dit ook voor de muren, maar dit dient alvorens de afwerkingslagen te verwijderen best met eens steekproef per verdieping gecontroleerd. Bij de plafonds zal er wellicht op de sleutel-, moer- en eventueel kinderbalken nog de meeste historische afwerkingslagen teruggevonden worden. Indien er hier ingrijpende werken aan worden uitgevoerd, wordt dit best eerst gecontroleerd. Op deze enkele bijkomende aandachtspunten na, en rekening houdend met de waardebepaling van de verscheidene elementen, kunnen de werken zonder problemen uitgevoerd worden.
47
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
48
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
8 Bibliografie 8.1 Publicaties Asaert, G., 2005: Honderd huizen aan de Grote Markt van Antwerpen. Vijf eeuwen bewoningsgeschiedenis, Antwerpen. Goossens, M./G. Plomteux, 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen 3NA, Brussel – Gent. Haslinghuis E.J./H. Janse, 20055: Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie, Leiden. Thys, A., 1893: Straten en openbare plaatsen van Antwerpen, Antwerpen. Tijs, R., 1994: Tot Cieraet deser Stadt. Bouwtrant en bouwbeleid te Antwerpen van de middeleeuwen tot heden, Antwerpen Vande Weghe, R., 1997: Geschiedenis van de Antwerpse straatnamen, Antwerpen. Voet, L., G. Asaert, H. Soly, A. Verhulst, F. De Nave en J. Van Roey, 1978: De stad Antwerpen van de Romeinse tijd tot de 17de eeuw. Topografische studie rond het plan van Virgilius Bononiensis 1565, Antwerpen.
8.2 Bronnen Archivalische bronnen: Stadsarchief Antwerpen (SAA)
8.2.1 Plannen SAA – Modern Kadaster (perceel 1402) SAA – 12#2527 (aanpassing Plan Primitif) SAA – 12#4262 (Gevelplan perceel 734)
8.2.2 Bouwdossiers SAA – 683#49 (openbare werken Grote Markt) SAA – 1870#426 SAA – 1897#1012 Register inhoudende de huysen ende woonnyngen bevonden in den I. II. III. IIII. V. VI. en VII. wijken deser stadt van Antwerpen (01/01/1584-31/12/1584) SAA – GA#4833, 21r°
8.2.3 Schepenregister SAA – SR#354, 173 v°-175 r° SAA – SR#318, 46 r°-49 v° SAA – SR#337, 52 r°-v° SAA – SR#354, 173 v°-175 r° en 21 r°v° SAA – SR#461, 195 r°; 246 SAA – SR#552, 231 r°-v° SAA – SR#1070, 274 v°-275 r°
49
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
SAA – SR#1232, 398 r°-400 r°
8.3 Websites Onderzoeksbalans Onroerend Erfgoed Vlaanderen – Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (2010) www.onderzoeksbalans.be Instituut voor Nederlandse Lexicologie (2007) http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article_content&wdb=WNT&id=M083286 Inventaris Bouwkundig Erfgoed – Onroerend Erfgoed – Vlaams instituut voor het Onroerend Erfgoed (2010) http://inventaris.vioe.be/dibe Provincie Antwerpen – Atlas der buurtwegen (2010) http://gis1.provant.be/geoloketten De Vlaamse kunstcollectie (2012) http://www.vlaamsekunstcollectie.be/collection.aspx?p=0848cab7-2776-4648-900325957707491a&inv=234 Het FelixArchief (2012) www.felixarchief.be
50
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
9 Bijlagen 9.1 Lijst van afkortingen 1V# 2V# 3V# 4V# CAI GLV# K# MF SAA SR TAW
Eerste verdieping (#: ruimtenummer) Tweede verdieping (#: ruimtenummer) Derde verdieping (#: ruimtenummer) Vierde verdieping (#: ruimtenummer) Centrale Archeologische Inventaris Gelijkvloers (#: ruimtenummer) Kelder (#: ruimtenummer) Microfilm Stadsarchief Antwerpen Schepenregister Tweede Algemene Waterpassing
9.2 Glossarium Bolkozijn
Bornput Bottelarij Comptoir Drielicht Ex situ Gording
Hanenbalk
Hydrografie 24 25 26 27 28 29
Kozijn met lichtopening en luik naast elkaar. Dit kan ook met twee luiken naast elkaar. In de 18de eeuw wordt een T-raam eveneens een bolkozijn genoemd.24 Welput, waterput 1. Ruimte waar potten en pannen worden bewaard. 2. Ruimte waar bier in flessen wordt gedaan (gebotteld). 25 Kantoor, klein vertrek (meestal in koopmanswoning), waard administratieve, commerciële en financiële aangelegenheden werden behandeld.26 Triplet, groep van drie smalle vensters naast elkaar, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen.27 Tegenovergestelde van in situ. Hier gebruikt met volgende betekenis: Houten ligger, aangebracht in de lengterichting van de kap, waarvan twee zijden evenwijdig zijn aan het dakvlak. Een gording is doorgaans ingelaten in een kapspant. De oorsprong moet gezocht in de Romeinse kapconstructie. Sedert eind 19de eeuw is men ook soortelijke elementen, waarvan de boven- en onderzijde horizontaal zijn, gordingen gaan noemen. Van oorsprong worden die aangeduid als fliering. 28 Horizontaal verbindingselement tussen twee daksporen die tegenover elkaar staan. Bij enkelvoudige sporenkappen zijn er meestal enkele hanenbalken boven elkaar, bij ondersteunde sporen is er meestal één hanenbalk boven in de kap. Omdat de doorsnede vrijwel gelijk is aan die van de sporen, is de term balk feitelijk niet juist.29 Beschrijving van de fysische eigenschappen van waterlichamen en het aangrenzende land.
Haslinghuis en Janse 2005, 87. Haslinghuis en Janse 2005, 98. Haslinghuis en Janse 2005, 131. Haslinghuis en Janse 2005, 157. Haslinghuis en Janse 2005, 200. Haslinghuis en Janse 2005, 218.
51
Antwerpen – Grote Markt 16
In situ Kinderbalk Kops verband Korteling Kortelinggat Kruiskozijnen
Makelaar Moerbalk Neotraditionele stijl Onderzoeksgebied Pui
Schoor
Speklaag Spoor (dakspoor)
Toppilaster 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
Rapporten All-Archeo 102
Term gebruikt voor de aanduiding van archeologische resten die in dezelfde toestand worden teruggevonden als ze in het verleden door de mens zijn achtergelaten. Elk van de dunnere en kortere evenwijdige balken, ingelaten, gekeept over of opgelegd op de zwaardere moerbalken van een balklaag. Daarover is een houten vloer aangebracht.30 Muurverband waarbij de bakstenen met de korte zijde naar buiten toe gemetst zijn. Kort horizontaal geplaatst onderdeel van een steiger, haaks tegen of in de muur, waarover de steigerdelen of de horden gelegd worden.31 Opening in muurwerk, ontstaan na verwijdering van een ingemetselde korteling.32 Kozijn dat door een middenstijl en een tussendorpel in vieren is gedeeld, zowel in hout als natuursteen. De beide bovenvlakken waren van glas-in-lood voorzien, na 1650 ook glas in houten roeden. Onder waren vensters (luiken), later ook glasvensters aan de binnenzijde. In de overgangstijd naar de schuiframen zijn ook kruiskozijnen gemaakt met opschuifbare ramen.33 Middenstijl van een kapspant, waarin de kapbenen en eventueel de nokgording is ingelaten, ook de hoekkepers samenkomen.34 Hier gebruikt met volgende betekenis: balk waarin of waarop kinderbalken zijn opgelegd.35 Stijl die kenmerken van vroegere stijlen opnieuw gebruikt. Deel van het plangebied dat onderworpen is aan een archeologisch (voor)onderzoek. Hier gebruikt met volgende betekenis: gevelzijde van de onderbouw van een huis. Onderscheidt zich vaak doordat zij met een andere materiaal bekleed is of grotendeels bestaat uit een houten raamwerk, dat met hout en glas gevuld is. De gevel rust op een puibalk.36 Hier gebruikt met volgende betekenis: schuin geplaatste paal, balk of stijl die iets schraagt, de druk van een belasting opvangt of een zijdelings verband aanbrengt, bv. Onderdeel van een kapconstructie.37 Lichte natuurstenen band als afwisseling in baksteenmetselwerk. 38 Betrekkelijk dun stuk hout, rond of rechthoekige van doorsnede, dat van de dakvoet tot de nok loopt. Het spoor draagt door middel van latten of dakbeschot de dakbedekking. Twee daksporen tegenover elkaar vormen steeds en paar en zijn vaak verbonden door één of meer hanenbalken.39 Verticale beëindiging van een trapgevel in de vorm van een kleine muurpijler.40
Haslinghuis en Janse 2005, 265. Haslinghuis en Janse 2005, 284. Haslinghuis en Janse 2005, 284. Haslinghuis en Janse 2005, 291. Haslinghuis en Janse 2005, 316. Haslinghuis en Janse 2005, 328. Haslinghuis en Janse 2005, 379. Haslinghuis en Janse 2005, 421. Haslinghuis en Janse 2005, 440. Haslinghuis en Janse 2005, 142. Haslinghuis en Janse 2005, 477.
52
Antwerpen – Grote Markt 16
Waterlijst
Weerdribbe (waarderobe)
Windschoor
Rapporten All-Archeo 102
Hier gebruikt met volgende betekenis: lijst met een afzaat of hellend bovenvlak waarlangs het hemelwater afvloeit. Van onderen voorzien van een waterhol om regenwater vrij van de muur te laten neerdruipen.41 1. Toilet, plee, (geheim) gemak, bestekamer. 2. Kleedkamer, garderobe. 3. Vervolgens ook: ruimte voor het opbergen en bewaren van huishoudelijke benodigdheden; provisiekamer.42 Schuin lopend stuk hout, in de lengterichting van een kapconstructie aangebracht tussen een spantdeel en een fliering of gording. Daarmee wordt de stijfheid van de kap in die richting verzekerd en de winddruk opgenomen.
41 Haslinghuis en Janse 2005, 523. 42 http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article_content&wdb=WNT&id=M083286
53
Antwerpen – Grote Markt 16
Rapporten All-Archeo 102
9.3 Fotoreportage
54