Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Projectgegevens en Colofon Onderzoek
Bouwhistorische verkenning/opname Interieur
Gebouw Adres
Kerk Saaxumhuizen Nienhuisweg 1 9957 NG Saaxumhuizen
Rijksmonument
8588 (ingeschreven 01-06-1973)
Opdrachtgever Contactpersoon
Stichting Oude Groninger Kerken De heer C. Velvis
Rapportage
Concept: 30 november 2011 Definitief: 15 januari 2012
Veldwerk
Veldwerk is op 8, 12 en 29 oktober 2011 uitgevoerd door J. Schiphof
Foto’s
Foto’s waar geen bronvermelding onder staat zijn gemaakt door SchiphofBouwhistorie
©
Niets uit deze rapportage mag worden overgenomen, verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande (schriftelijke) toestemming van de auteur.
2
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Inhoudsopgave
1 Samenvatting
4
2 Inleiding
5
3 Redengevende beschrijving
6
4 Bouwgeschiedenis (met betrekking tot het interieur)
7
5 Beschrijving bestaande situatie
10
6 Beschrijving aangetroffen bouwsporen en interpretatie
12
7 Kleurverkenning
20
8 Nader advies
22
9 Waardestelling
23
10 Literatuur en bronvermelding
24
Afbeeldingen
25
Fotodocumentatie 2011
31
3
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
1 Samenvatting
Bouw- en gebruiksgeschiedenis De kerk van Saaxumhuizen is in de kern een 13e eeuws kerk met Romanogotische kenmerken. Er zijn nissen aangetroffen van voor de reformatie (eind 16e eeuw) Over het interieur is tot de negentiende eeuw niet veel bekend. Wel had de kerk in het verleden stenen (kruis)gewelven en is de binnenzijde altijd sober bepleisterd geweest. Verassend zijn een paar kleurige accenten als florale versieringen die zijn gevonden in een nis. Het mag hierdoor verwacht worden dat tussen de lagen nog aanwezige pleisterwerk resten van muurschilderingen aanwezig zijn. Het huidige interieur is grotendeels gevormd in het begin van de negentiende eeuw. De vaste interieuronderdelen (kerkbanken, preekstoel, herenbanken, koorhekken) stammen uit de periode van de verbouwing van 1823-1830. Het orgel uit 1849-1850. Het kerkgebouw heeft last gehad van de constructieve gebreken die zich vooral voordeden aan de westkant en zuidkant. Waardestelling: Op de in 1989 aangebrachte toiletvoorziening (indifferente monumentenwaarde), de verplaatste tussenwand onder de orgelgalerij (positieve monumentenwaarde) en het in 1982 grotendeels vervangen tongewelf (positieve monumentenwaarde) na, worden alle overige interieuronderdelen, die tijdens de verkenning aanwezig waren en onderzocht zijn met een hoge monumentwaarde gewaardeerd. Ook al het muurwerk, pleisterlagen en kleurafwerkingen in de kerk worden hoog monumentaal gewaardeerd.
Nader advies: Er wordt nader onderzoek geadviseerd naar de bouwhistorie van de volledige kerk, de invloed van de kapconstructie op constructiegebreken in zuidmuur en/of gewelven en specialistisch laboratoriumonderzoek naar de verf- en pleisterlagen.
4
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
2 Inleiding
De kerk in Saaxumhuizen valt niet bijzonder op vanwege oude middeleeuwse kenmerken waarmee veel kerken in de provincie Groningen gezegend zijn. Het lijkt op een kerk uit de negentiende eeuw. Maar in het noorden van Nederland zijn veel oude kerken bewaard gebleven die soms vermomd waren als een veel jonger gebouw. Bouwhistorisch onderzoek heeft inmiddels aangetoond dat ook in Saaxumhuizen de kern bestaat uit een dertiende eeuws kerkgebouw. Toen men met de restauratie van deze kerk bezig ging is waarschijnlijk de vraag gesteld of onderzoek naar de bouwgeschiedenis zinvol zou zijn. De restauratie bood een goede gelegenheid om de bouwhistorie van het interieur in kaart te brengen. Met name de ontpleistering gaf een unieke kans de vele bouwsporen te documenteren. Dit onderzoek, waarvoor de aanleiding lag in de al begonnen restauratie van het interieur, bevindt zich tussen een bouwhistorische verkenning en een opname. Het heeft een hoofdzakelijk documenterend karakter. Het interieur van het gebouw werd aangetroffen in restauratietoestand. Foto 9 bladzijde 32. Veel onderdelen waren ter bescherming tegen stof ingepakt in plastic. Grote delen van de muren waren tot een hoogte van circa 2 meter ontpleisterd. Over de kerkbanken was een steiger gebouwd en de zijgevels waren ter plaatse van de zitbanken boven de rugleuningen circa een meter van het pleisterwerk ontdaan. De vraag was om met een bouwhistorische verkenning / opname van de bouwkundige onderdelen van het interieur inzicht te krijgen in de gevonden bouwsporen en daaruit de ontwikkeling van het interieur te ontrafelen. In deze rapportage wordt geen beschrijving gegeven van de meubel- of interieuronderdelen die tijdelijk weg zijn voor reparatie (de herenbanken en de preekstoel) Ook het orgel van Van Oeckelen wordt hier niet beschreven. Hiervoor is te specifieke orgelkennis nodig. Wel worden de datums van plaatsing van deze onderdelen genoemd en mogelijk geïnterpreteerd in relatie tot de rest van het onderzoek. Langs deze weg een hartelijk woord van dank voor Christiaan Velvis van de Stichting Oude Groninger Kerken die diverse documenten ter beschikking stelde. Uiteraard ben ik hem zeer dankbaar voor de aanvraag en de opdracht voor dit onderzoek.
Jacob Schiphof November 2011 – Januari 2012.
Foto 1. De kerk tijdens restauratie en de bouwhistorische verkenning van het interieur. 2011.
5
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
3 Redengevende beschrijving Rijksmonument 8588
“Herv.Kerk en Toren. Rechtgesloten nog wel middeleeuwse kerk met toren uit 1858. In de kerk Biedermeier meubilair; preekstoel met kapstokbord en klankbord. Doophek, waarop lezenaar; opengewerkt fries met vazen in Griekse vorm. Bank met halfrond opzetstuk waarin gesneden Bijbelse voorstelling. Als toegang tot het kerkhof houten hek met gesneden vazen op de pijlers. Orgel met twee klavieren en aangehangen pedaal, in 1851 gemaakt door P. van Oeckelen. Mechanisch torenuurwerk A. Veenhof, Groningen, 1916.”
Foto 2. De kerk in vervlogen tijden. Zuidwestkant. Ongedateerde kaart via www.qoop.nl
Foto 3. De kerk van uit zuidoostkant gezien. Ongedateerde kaart via www.qoop.nl
6
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
4 Bouwgeschiedenis (met betrekking tot het interieur) Uit de bouwhistorische gegevens blijkt dat de kerk is gebouwd in de dertiende eeuw. De kerk heeft gezien documentatiefoto’s uit 1984 kenmerken van Romanogotiek. In een spaarnis in de westgevel aan de buitenzijde is een baksteenvulling in blokverband aangetroffen. Dit kan als een kenmerk van Romano-gotiek worden getypeerd die veel in de provincie Groningen wordt aangetroffen. Ook de dikte van de muren duidt op deze vroege datering. Bij de dagkanten van de vensters is deze dikte, rond de 93 cm goed waar te nemen. Het kerkgebouw heeft in de loop der tijd wel aanpassingen ondergaan. Dit is niet uitgezocht vanwege de vraagstelling betreffende het interieur maar een aantal zaken vallen meteen op. De twee steunberen tegen de zuidgevel bijvoorbeeld zijn duidelijk niet voor esthetische doeleinden geplaatst. Deze gevel staat zichtbaar uit het lood en uit sporen blijkt dat de muur ooit is gaan wijken. Men heeft dit met de steunberen gestabiliseerd. Dit zal gebeurd zijn toen er constructief iets aan de kerk veranderde. Wat dat precies is geweest is niet duidelijk. (Men bracht er gewicht in, haalde constructieonderdelen weg of heeft misschien iets met funderingen gedaan) Ook zijn de trekstangen in de kerk aangebracht nadat een oudere constructie verdween, hetzij gewelven hetzij trekbalken. Van al deze werkzaamheden zijn geen dateringen bekend maar moeten wel in gedachten worden gehouden met betrekking tot de bouw- en verbouwgeschiedenis. De bouw- en verbouwgeschiedenis betreffende het interieur is verder chronologisch beschreven. 1823-1825 Volgens het archiefonderzoek uit 2006 van Drs W.Friso zijn er in deze periode veel betalingen voor bouwmateriaal gedaan. In deze periode is het interieur grondig aangepakt. Er is in 1824 een vrij groot bedrag 191.20 Cgdl betaald voor eikenhout voor de preekstoel. Preekstoel en doophek zijn in deze periode gemaakt en geplaatst door M. Walles. Opvallend is dat de rekening door Weduwe M. Walles in 1825 voor het beeldhouwwerk en doophek wordt ingediend. 1830, 1831, 1833, 1834, 1835, 1842 Uit het rekeningenboek 1773-1843 komen in deze jaren veelvuldig behoorlijke kosten van H.S. Hein naar voren voor verwen en verwloon. Vooral in het jaar 1830 zijn de kosten zo hoog dat mag worden aangenomen dat toen al het schilderwerk is aangepakt. In 1842 wordt gesproken over “het verlakken der kerk, het verwen der toren ect”. Bij verlakken mag gedacht worden aan het aanbrengen van een nieuwe laag lak op de meubelonderdelen. 1845/1846 Opschrift foto kroonlijst. “Anno 1845 is dit gewelfd vervaardigd door Lue M. Broerema en Geut Borgean zijnde toen ten tyde kerkvoogden C.J. Reitzeman, H. Swaagman en K. van Ham. Anno 1846 gegipst door S.J Vander Steeg en R.J. Vander Steeg.” Het vlakke balkenplafond zou vervangen zijn door het tongewelf in verband met plaatsing orgel. Er zijn overigens geen sporen gevonden van dit verdwenen balken plafond. 1849-1854 De orgelmaker P. van Oeckelen uit Groningen ontwierp en bouwde een nieuw orgel. Of er een ouder orgel in de kerk heeft gezeten is niet bekend. Het woord “nieuw” kan hier wel een indicatie voor zijn. De zuilen en de orgelgalerij zullen ook in dit jaar geleverd zijn. 1858 Tegen de westgevel van de kerk wordt een nieuwe toren gebouwd. Aangezien de oude toren los stond (zie afbeelding 1 op blz 26) van de kerk zal dit gevolgen gehad hebben voor de westgevel. Waarschijnlijk is het spitsboogvenster in deze gevel toen dichtgemetseld. 1870 Buitenzijde van de kerk en toren worden bepleisterd met een portland cement. Dit kan gevolgen hebben gehad voor de bouwfysische eigenschappen van het interieur. 1900 Volgens de notulen van “van de vergaderingen van de Kerkvoogden en Notabelen” werd er besloten “voor de vensters der kerk nieuwe gordinen aan te schaffen, alsmede eene nieuwe kachel en doopbekken”
7
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
1927 In het archiefonderzoek van drs. W.Friso wordt in 1927 vermeld “Plafond geheel gerestaureerd”. Welke werkzaamheden en door wie dit is uitgevoerd is niet duidelijk. 1939* In het archiefonderzoek van drs. W.Friso wordt in 1939 vermeld “Grotere uitgaven dan normaal in verband met het verwijderen van laklaag van beeldhouwwerk” Wat dit precies inhoudt is niet duidelijk maar kan gaan om het aflogen van het beeldhouwwerk. Oude verf- en laklagen werden dan verwijderd. Gezien de nog aangetroffen kleurafwerkingen lijkt het dat dat hier niet gebeurd is bij de aanwezige interieuronderdelen. Waarschijnlijk worden de onderdelen van het houtsnijwerk van preekstoel en herenbanken bedoeld. 1941 In juni 1941 wordt door H. Van der Wal van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg een tekening en foto’s gemaakt van de kerken te Saaxumhuizen en Tinallinge. Op deze tekening staan een aantal bouwsporen aangegeven. Voor Saaxumhuizen was toen blijkbaar al bekend dat het venster in de oostgevel dicht was gezet en dat in beide zijmuren het derde venster is verplaatst. Opmerkelijk zijn een aantal gestippelde lijnen en een pijl om iets aan te geven. De lijnen en de pijl die Van der Wal tekende bij het twee venster van de noordgevel kunnen te maken hebben met de vrouwendoorgang in de noordzijde. Hier zijn ook tijdens deze verkenning sporen van gevonden. Het is echter aannemelijker dat er constructieve gebreken zijn aangegeven. Op foto’s 6 en 7 zijn de huidige herstellingen van oudere scheuren op deze plek te zien. Blz 28. Verder vallen de wanden op tussen voorportaal en predikzaal en de twee haaks daaropstaande wanden die de ingang vanuit de toren verlengen. Afbeelding 3 op bladzijde 28. De reden om de tekening te maken is onbekend maar gaat waarschijnlijk om de voorbereiding van een restauratie. Volgens drs. W. Friso is het panddosier van Saaxumhuizen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed echter al jaren zoek waardoor dit niet geraadpleegd kan worden. Mogelijk is het dossier te vinden in combinatie met de gegevens van Tinallinge. Beide kerken vertonen overigens veel overeenkomsten. 1975 De stichting Oude Groninger Kerken koopt de kerk. 1976 Aannemer Yde schakel uit Exmorra verricht restauratiewerkzaamheden aan de kerk. Architect is het bureau Dubbeling Partners uit Groningen. Er worden vooral constructieve werkzaamheden aan het dak van zowel de kerk als de toren uitgevoerd. Het ontpleisteren en aanpakken van de binnenkant van de kerk en toren, aanpak interieur en plafond stonden wel op de planning maar werden, waarschijnlijk om kosten te drukken, doorgeschoven naar een volgende fase. 1981 - 1982 Nadat delen van het stucplafond naar beneden zijn gevallen wordt het volledige pakket riet en pleisterwerk van het plafond vervangen door een plafond opgebouwd uit gipsplaten. De drie stucwerk rozetten worden zoveel mogelijk gehandhaafd op het riet. (foto documentatie 19811982) 1985 Zowel buiten- als binnenmuren worden nagekeken op los pleisterwerk. Aan de buitenzijde worden de muren met een hydrofoberend middel behandeld. Op de binnenzijde wordt een zoutwering en zoutbestendige pleister toegepast. Verder wordt zowel aan de buiten- als binnenzijde het pleisterwerk geschilderd met een siliconenverf. De vraag is welke delen van de muren zijn behandeld. Er zijn reparaties uitgevoerd en misschien zijn die alleen op de omschreven wijze uitgevoerd. Logischer is het geweest dat al het pleisterwerk werd behandeld. 1989 Er wordt een gemeenschapsruimte gecreëerd onder de orgelgalerij tussen de westmuur van de kerk en de bestaande houten scheidingswand onder het orgel. Hierbij wordt er een keukenblok gemonteerd tegen de westmuur, de oude trap vervangen door een dichte trap met onderkwart en een toilet gerealiseerd in de ruimte onder de nieuwe trap. De tekening uit 1989 is op blz ... weergegeven. De lattendeuren tussen kerk en toren worden tijdens deze verbouwing vervangen door opgeklampte deuren. Bovendien wordt in de nieuwe gemeenschapsruimte pleisterwerk hersteld.
8
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
2000 De muren van de kerk zijn aan de buitenzijde deels ontpleisterd geweest ivm vochtproblemen achter de pleisterlaag. Er zijn toen een aantal bouwsporen gedocumenteerd die in verband kunnen worden gebracht met een aantal bouwsporen die tijdens deze verkenning zijn gevonden. De vraag is waarom er al weer grote delen van het pleisterwerk moesten worden vervangen? Is de aanpak van 1985 misschien 15 jaar later uitgevoerd of was er een andere reden? Mogelijk heeft de behandeling met zoutwerende pleisters en siliconenverf het muurwerk sneller gedegradeerd dan verwacht.
2003 Muurschilderingen van Wouter Bosma worden aangebracht als examenproject. Bron Groningerkerken. Deze schilderingen zijn recentelijk verdwenen.
Foto 4. De kerk van uit zuidoostkant gezien. Ongedateerde kaart via www.qoop.nl
9
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
5 Beschrijving bestaande interieur Algemeen De kerk is een zaalkerk op rechthoekig grondplan met rechte koorafsluiting. De ingang zit in de toren die tegen de westgevel is gebouwd. In het westelijk deel van de kerk bevindt zich een orgelgalerij gedragen door vier zuilen in klassieke orde. Op de galerij bevindt zich de balgkamer en het orgel. De twee langsgevel (Noord- en zuidmuur) zijn elk voorzien van een viertal spitsboogvensters. De oostgevel is een blinde muur waar de contouren zichtbaar zijn van de plaats waar de preekstoel heeft gezeten. De westkant, de zijde bij de toreningang, is ingericht als een vergader- of gemeenschapsruimte. Er is een keukenblokje tegen de westgevel gemonteerd. Onder de trap naar de orgelgalerij is een toilet gerealiseerd. Het interieur van de kerkzaal dateert grotendeels uit de negentiende eeuw.
Vloer De vloer was ten tijde van de verkenning grotendeels ter bescherming afgedekt met een folie. Op een aantal plaatsen is echter gekeken naar de vloerafwerking. De vloer bestaat uit blauwgrijs gesmoorde estriken. De afmeting van de estriken onder de kerkbanken en gangpad is 215 mm x 215 mm met een dikte van 30 mm. In het oostelijke gedeelte waar het koor is, dat overigens circa 10 cm hoger ligt dan de rest, meten de estriken 210 mm x 210 mm. Muren Tijdens de verkenning waren delen van de muren vanaf de vloer al ontpleisterd tot een hoogte van circa 2 meter. Boven de kerkbanken was een strook van circa 1 meter hoogte ontpleisterd. Naast en onder de kerkbanken is het pleisterwerk gehandhaafd. Het overige pleisterwerk is gehandhaafd en geeft de kerk het witte interieur die het eeuwen moet hebben gehad. In beide zijmuren zijn vier spitsboogvensters met houten kozijnen met vorktracering geplaatst. De onderste ramen zijn in enkele vensters nog draaibaar. De vorktracering is typisch NoordNederlands vanwege de “omvallende vorm”.
Meubilair / banken In de kerk zijn aan beide zijden tegen de zijmuren tien kerkbanken opgesteld. De zittingen zijn in het metselwerk ingelaten, in het midden worden ze ondersteund door moderne staanders en in het gangpad zijn gedecoreerde bankwangen geplaatst. De toegang wordt naar de banken wordt afgesloten door een draaihekje. Op de plaatsen waar herenbanken en preekstoel geplaatst waren zijn interessante bouwsporen aangetroffen. De twee herenbanken en de preekstoel zijn momenteel niet op locatie aanwezig in verband met restauratie door specialisten. Orgelgalerij Het Van Oeckelen orgel is geplaatst op een galerij die tijdens de verkenning ingepakt was. De dragers van deze galerij bestaat uit twee zuilen in het midden en een halve zuil tegen zowel noord- als zuidmuur. De zuilen zijn een combinatie van Toscaanse zuil met een Ionisch kapiteel. De houten zuilen (waarschijnlijk grenen) staan op een natuurstenen basement. De verfafwerking wordt bij de kleurverkenning in hoofdstuk 7 besproken. Tussenwand tussen voorkerk en predikzaal Tijdens de verkenning was de aannemer met deze wand bezig. Hij is circa 50 cm verplaatst tot vlak voor de zuilen onder het orgel. Aan de wand is geen aandacht besteed aangezien er een moderne gipswand werd gecreëerd. Waarschijnlijk zullen oudere gehoute delen hier op worden gemonteerd. Op oude afbeeldingen is wel te zien dat de kerkzijde van deze wand van een houting was voorzien die qua kleur past bij de banken. Plafond Het plafond is een combinatie van een gedrukt tongewelf en een wangewelf. Dit betekend dat alle plafondvlakken naar binnen gebogen zijn. Hoewel er in diverse bronnen sprake van is dat er een balkenplafond moet hebben gezeten zijn hiervan geen sporen gezien en is hier verder geen onderzoek naar uitgevoerd. Enerzijds omdat het pleisterwerk ter plaatse gehandhaafd is, anderzijds omdat het plafond in 1982 grondig is vernieuwd.
10
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
De overgang van de muren naar het plafond wordt door een geprofileerde kroonlijst geaccentueerd. Deze kroonlijst is grotendeels in 1982 vervangen en is opgebouwd uit een combinatie van halfronde- en ojif profileringen. De noord- en zuidmuur worden verbonden door een zestal ijzeren trekstangen met de afmeting 52 x 52 mm. Omdat het orgel werd geplaatst in 1849 is de tweede trekstang afgezaagd bij de muren om ruimte te maken voor het orgel. Tegen het plafond zijn drie gestucte rozetten aanwezig waar de huidige verlichting aan hangt. De rozetten zijn opgebouwd uit een aantal geprofileerde cirkels met in de middenring een opvallende diamantkopprofilering. Vanuit het midden spreiden acht florale motieven (waarschijnlijk acanthusbladen) zich gelijkmatig uit richting binnenste decoratieve cirkel.
11
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
6 Beschrijving en interpretatie aangetroffen bouwsporen Metselwerk algemeen. Het metselwerk is in de kerk bestaat hoofdzakelijk uit rode en roodoranje bakstenen. De afmetingen van de bakstenen varieert van 270/320 mm x 135/160 mm x 85/90 mm. De tienlagenmaat is 950 / 965 mm. Een duidelijk metselverband is niet te herkennen maar neigt op veel plekken naar het zogenaamde Noordsverband. Ook Engels verband wordt niet uitgesloten omdat er soms meer dan twee strekken achter elkaar voorkomen. Al deze gegevens duiden op de dertiende eeuwse datering van de kerk. De bakstenen zijn met schelpkalkmortel gemetseld. Ook de dichtzetting van de nissen en doorgangen zijn met schelpkalkmortel uitgevoerd. Er zijn diverse holle ruimten aangetroffen in het metselwerk. Op plaatsen waar met een inspectiecamera of endoscoop in het metselwerk kon worden gekeken bleek het veelal om nissen te gaan. Er werd in de meeste ruimten een witte afwerklaag aangetroffen. Hoewel het soms lijkt of er een klamplaag tegen de binnenzijde van de kerkmuren is aangebracht zijn er een aantal argumenten die dit niet staven. Ten eerste is er het metselverband. Dit neigt naar Noords, op sommige plaatsen naar Engels verband (2 strekken soms zelfs 3 strekken tussen de koppen). Mocht de klamplaag in dit verband zijn gemetseld dan zou het een vroege klamplaag zijn. Bovendien waren de kerkinterieurs altijd bepleisterd en was de noodzaak om in het verband te metselen niet aanwezig. De reden van een dergelijke vroege klamplaag is onduidelijk en niet aannemelijk. Ten tweede is er het homogene karakter van de metselmortel. Er is visueel geen duidelijk verschil aangetroffen tussen de mortel aan de oppervlakte en de diepere gelegen vlakken. Ten derde zijn er teveel stenen bekapt op een aantal plaatsen waar bepaalde onderdelen in hebben gezeten. Te denken aan koorhekken, zitbanken e.d. Het laatste en tevens sterkste argument zijn de vele aangetroffen nissen die horen bij de Katholieke Eredienst. Deze nissen hebben hun functie verloren bij de Reformatie (eind zestiende eeuw) De oude pleisterlagen die in de nissen zijn aangetroffen lopen door tot de voorzijde van het metselwerk. Toch is er wel iets van twijfel omdat de zuidmuur behoorlijk uit het lood staat wat kan zijn veroorzaakt doordat er gewicht in het gebouw is gebracht. Om volledige duidelijkheid te krijgen over een klamplaag zou hier nader onderzoek naar moeten plaats vinden. Op een aantal plaatsen, met name in de oostgevel, zijn resten van een verharde vloeistof of gietmortel gevonden die sterk doen denken aan de werkzaamheden als hydrofoberen of injecteren van vochtwerende substanties. In het archief van gemeente Winsum werd in de correspondentie inderdaad hydrofoberen genoemd. De gevels, of een deel ervan zijn dus behandeld tegen vocht. In alle wandvlakken komen losse koppen voor die zich allemaal op vrijwel dezelfde hoogte bevinden. Dit zijn de zgn. kortelinggaten waar in het verleden de zogenaamde kortelingen, de haaks in de muur geplaatste dragers van steigerplanken, werden geplaatst. Dit om een steiger te maken waar vanaf onderhoudswerk kon worden uitgevoerd. Deze losse koppen werden met een leemachtige mortel vastgezet om gemakkelijk los gehaald te kunnen worden. Bij de beschrijving van de separate muurvlakken wordt de beschrijving tegen de klok ingedaan en wordt begonnen aan de oostelijke zijde van de noordmuur. De telling van de vensteropeningen geschiedt vanaf de westkant.
12
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Noordgevel In het meest oostelijke deel van de noordmuur werden drie nissen van 470 mm hoog en 17 cm diep gevonden. Zie foto’s 11 t/m 14 op bladzijde 33 en 34. De onderkant van de nissen ten opzichte van de huidige vloer is 46 cm. Er werden pleisterlagen aangetroffen die het metselwerk inlopen. Via een losse baksteen kon de binnenzijde van de meest linkse nis worden geïnspecteerd en bleek wit afgewerkt. Zie foto 15 op bladzijde 34. Opvallend is dat de drie nissen een rechte bovenkant hebben en geen boog. De functie van de nissen is onbekend. Vanwege de plaats in het koor en de hoogte ten opzichte van de vloer kan gedacht worden aan ampulnissen. Onder het vierde venster (circa 2,33 m1 uit de oostgevel) is een 2 cm diepe ingehakte sleuf zichtbaar. Foto 11 bladzijde 33. Deze sleuf loopt over de stenen van de meest rechtse nis en is later aangebracht. Het meest oostelijke venster lijkt niet te zijn verplaatst. Hier zijn geen sporen van naar binnen lopend pleisterwerk gevonden die duiden op een ouder venster. Mogelijk was er wel een ouder venster aanwezig maar bevond dat zich binnen de contouren van de huidige opening. Naast de drie dichtgezette nissen is een circa 8 cm brede, uit de baksteen gehakte strook zichtbaar. Foto 16 bladzijde 35. De hoogte van deze inkassing is 1,60 m1. Links aan de onderzijde is een gleuf/uitsparing te zien die doet denken aan een ingelaten zitting. In de inkassing bevindt zich een diepe opening, waarschijnlijk een kortelinggat. Opvallend zijn de slijtsporen aan de stenen in deze sparing. Bij endoscopische inspectie zijn hier vele holle ruimten gezien. Aan de rechterzijde in de gleuf zijn haksporen op de baksteen te zien. Het is goed zichtbaar dat het pleisterwerk (met schildering) tegen de constructie die in deze gleuf zat, was aangezet en dat er veelvuldig gebruik is gemaakt van vulmateriaal. O.a. restmateriaal van de gebruikte vloertegels. Dit betekend dat de constructie die hier in heeft gezeten, vermoedelijk een koorhek, er al zat voor de stuclaag werd aangebracht. 82 cm links naast de grote inkassing is een 62 cm hoge en 6 cm brede ingehakte sleuf te zien die een opmerkelijke opbouw heeft. Het onderste deel is 15 cm diep daarboven zit een deel dat maar 6 cm diep is en vervolgens is in het bovenste deel over een hoogte van 23 cm de diepte 12 cm. Dit duidt op het inlaten van constructie onderdelen waarbij boven en onderzijde dieper en daardoor beter verankerd moesten zijn. Mogelijk hebben de sleuven te maken met koorhekken, mogelijk zelfs communiebanken. Links naast de ingehakte gleuven is een grote nis van 63 cm breed en 137 cm hoog. De hoogte ten opzichte van de vloer is 85 cm. De nis is voorzien van een segmentboog opgebouwd uit op de zijde staande bakstenen waarbij de koppen zichtbaar zijn. De linkerbovenhoek neigt naar rechte hoek. Foto 17 en 18 op bladzijde 36. Er is een pleisterlaag van schelpkalk zichtbaar die naar binnen loopt. Mogelijk is dit de Sacrementsnis. Linksonder naast de grote nis is laag bij de vloer een 5-baksteenlagen hoog nisje dichtgezet. Ook deze nis is afgewerkt met een rechte bovenkant. Opvallend is de diepte van 35 cm. Deze nis is ook aan de binnenzijde afgewerkt met pleisterwerk. Bij het derde kerkraam (vanaf de westzijde gerekend) zijn de sporen van een ouder kerkraam te herkennen. Foto 21 op bladzijde 37. Deze verandering is ook op de tekening RCE-1941 te zien. Het oudere venster zat 70 cm westelijker en was met een breedte van 163 cm smaller dan het huidige. Gezien de afgehakte baksteen in de afzaat van het huidige venster zat het oude venster iets hoger ten opzichte van het huidige. De contouren en de spitsboog van het oude venster zijn af te lezen in het gehandhaafde pleisterwerk en de ontpleistering boven het venster. Foto 20 bladzijde 37. De stuclaag in de dagkant van het oude venster lijkt gedragen te worden door een raaplaag van leem. Opvallend is de goede hechting van de pleisterlagen in het meer westelijke vlak van de noordmuur. Hierdoor is het metselwerk moeilijker te lezen. Onder de kerkbanken tussen de voorste twee banken zit achter een deel verwijderde lambrisering in de muur ook een holle ruimte. Ook deze holte is met de endoscoop bekeken maar was vrij rommelig en niet goed te bestuderen. Er is wel de indruk dat hier pleisterwerk op de binnenkant zit. Mogelijk is ook dit een nis. De plaats is echter niet erg logisch. Zoals verwacht zaten de meeste nissen in het oostelijke deel, het koor van de kerk. Rechts naast de halfzuil van de orgelgalerij, tussen het eerste en tweede venster, waren de sporen van een dichtgemetselde doorgang te herkennen. Foto 22 op bladzijde 38. Deels onder de nog gehandhaafde pleisterlaag zit een rechte rollaag en via een kijkgat kon worden geconstateerd dat dieper in de doorgang een eikenhouten balk, waarschijnlijk een rechte bovendorpel aanwezig bleek te zijn. Hierop zijn resten van een blauwe afwerklaag aangetroffen. Foto 23 op bladzijde 38. Deze doorgang vertegenwoordigde de vrouweningang. De rechter dagkant van deze doorgang was nog herkenbaar aan de meerdere lagen naar binnen lopend wit pleisterwerk. Foto 24 op bladzijde 39. Door het kijkgat (een verwijderde kop) kon endoscopische inspectie plaatsvinden. Achter de dichtzetting bevindt zich nog een vrij grote holle ruimte. Blijkbaar is de doorgang niet homogeen
13
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
dichtgemetseld. In deze ruimte is een ronding in het metselwerk waargenomen die doet denken aan een boogconstructie. Ook werden meerdere raaplagen en/of pleisterwerk waargenomen. Zie foto 25 op bladzijde 40. In het stuk noordmuur aan de westkant van de kerk links naast de halfzuil zat een holle ruimte met een aantal verwijderde bakstenen. Foto 26 bladzijde 40. Hierin is een specielaag zichtbaar met daarin de afdruk van een kopse houtnerf. Foto 27 bladzijde 41. In dit deel van de kerk hebben ook zitbanken gezeten. Tegen de westmuur is een klein hoekje pleisterwerk verwijderd waarachter een bouwspoor herkenbaar was dat ook duidde op een bankje. Hier zat nog een stuk hout in de muur. Zie foto 20 op bladzijde 41. Rechtsboven in de noordmuur, ter hoogte van de afzaat van het eerste venster, tegen de balklaag van de orgelgalerij, is door de aannemer pleisterwerk verwijderd waarschijnlijk om sporen van de geboorte van stenen gewelven te bekijken. Er was alleen veel vulmateriaal te zien wat duidt op herstellingen.
Verdieping (orgelgalerij) noordgevel. Vanaf de westgevel tot het eerste venster is de muur ontpleisterd. Foto 29 op bladzijde 42. Hier is duidelijk een deel van de muraalboog van een gewelf te herkennen. Waarschijnlijk gaat het om een kruisgewelf. Duidelijk is dat de vensteropening later is aangebracht en de muraalboog doorkruiste. De gewelven waren al verdwenen toen de hogere vensters werden gezet. Ook het rommelige karakter tegen de muren bij de onderzijde van de verdwenen gewelfvelden wijst op aanrazeringen. Hierbij werden de holten tussen de gewelfkappen gevuld met mortel en metselwerk om de spatkrachten te beïnvloeden.
14
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Westgevel Op de begane grond is weinig pleisterwerk van de westmuur verwijderd waardoor geen sporen in het metselwerk konden worden bekeken. Alleen in de rechterbovenhoek (noordkant) is een strook pleisterwerk weggehaald. Foto 26 op bladzijde 40. Hier zou de geboorte van het gewelf zichtbaar moeten zijn. In deze hoek is veel rommelig metselwerk te zien. Alleen de hoekige afbakening van een aantal baksteen zou kunnen duiden op een aanzetting. Op de verdieping achter het orgel is de westgevel aan beide zijden van de balgkamer van het orgel wel ontpleisterd. Foto’s 30 en 31 op bladzijde 43. In beide vlakken metselwerk zijn de sporen van een gewelf zichtbaar. Het gaat om muraalbogen (aansluiting van de gewelfvelden met de muur). Aan de noordkant (rechts) is bovendien de dagkant van een dichtgemetselde spitsboogvenster waar te nemen. Foto 31 bladzijde 43. Dit venster zal zijn functie hebben verloren toen in 1858 de toren tegen de westgevel werd gebouwd. Opvallend is de inham in het metselwerk ter plaatse van de aanzet van de spitsboog. Ook de naar binnenlopende pleisterlaag lijkt deze inham te volgen. Aan de zuidzijde van de westmuur, links van de balgkamer, is het andere deel van de muraalboog te zien. Foto 30 bladzijde 43. Wat hier opvalt is de knik aan de onderzijde en het ontbreken van de gewelfaanzetting over een hoogte van circa 1 meter. Hier is te zien dat de zuidmuur ten tijde van het gewelf is gaan wijken. Ook is hier de herstelling van de scheur te zien nadat de zuidmuur blijkbaar was gestabiliseerd. Helemaal links is bij de aansluiting van de zuidmuur veel herstel- en vulwerk aangebracht. De geboorte van het gewelf zit hier circa 30 cm uit de zuidmuur. Mogelijk is het slopen van de gewelven ingegeven door het wijken van de zuidmuur. Foto 32 bladzijde 43. Dat er behoorlijke constructieve problemen zijn geweest is ook te zien aan de extra trekstang die zich langs de westgevel circa 50 cm onder de kroonlijst bevind. Deze is bedoeld om noord- en zuidmuur te koppelen. Ook is er gezien het scheurpatroon in de aansluiting met de noordmuur beweging geweest in de westmuur. Mogelijk dat het gewicht van de nieuwe toren, of een oudere voorganger hiervan, hier de oorzaak van is geweest. Let ook op de tekening van Van der Wal uit 1941. Hierop is waarschijnlijk deze scheurvorming ook aangegeven. Bladzijde 28.
15
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Zuidgevel Volledig aan de rechterzijde van deze gevel (westkant) is op de begane grond de trap tegen de zuidmuur gesitueerd. Deze is in 1989 geplaatst. Hieronder is het toilet gelegen. Het metselwerk is ter plaatse van deze trap behoorlijk opengebroken wat een mooie inkijk in het metselwerk geeft. Foto 34 op bladzijde 45. Duidelijk herkenbaar zit hier weer een kortelinggat. Links onder het eerste venster is een rechterzijkant van een gevelopening zichtbaar, waarschijnlijk heeft hier de zuidingang (Manneningang) gezeten. Bovenin is een baksteen zichtbaar die de aanzetsteen (geboorte) van de korfboog boven deze deur vertegenwoordigd. Deze korfboog gaat achter de halfzuil van de orgelgalerij langs en komt dan links weer in zicht. Foto 35 bladzijde 45. Bij de linkerbovenhoek van deze korfboog is aan de binnenzijde te zien dat de achterwand bepleisterd is. Foto 37 bladzijde 46. Waarschijnlijk is dit een verspringing in de dagkant van de doorgang. Het is aannemelijk dat de functie van deze nis/doorgang in ieder geval verloren is gegaan toen de orgelgalerij rond 1850 voor werd geplaatst, maar mogelijk eerder. Het orgel is in 1849 geplaatst door P van Oeckelen. Het is niet bekend of er een ouder orgel heeft gezeten. Linksboven de korfboog van de deur is een dichtzetting zichtbaar die bestaat uit twee koppen boven elkaar met een stuk dakpan eronder. Gezien de hoogte van deze inkassing kan gedacht worden aan een oplegpunt van een balk. Het zou de plek kunnen zijn van een drager van een oudere orgelgalerij. Foto 36 bladzijde 46. Links naast het tweede venster is bij de linkeronderhoek een rij afgehakte kopen zichtbaar die met een duidelijk zichtbare andere mortel gemetseld zijn. Foto 38 bladzijde 47. Mogelijk heeft dit te maken met de aanzetting van de stenen gewelven. Tussen het tweede en derde venster is de oude dagkant van het verplaatste venster te herkennen aan de naar binnen lopende stuclaag. Foto 38 bladzijde 47. De aftekening van de oude vensteropening laat zich in het nog gehandhaafd, bovenliggend pleisterwerk nog goed zien. De linkeronderhoek van het derde venster laat een gedeeltelijk opengelegde nis in de afzaat van het venster zien. Foto 39 bladzijde 47. Hier zijn schilderingen op het pleisterwerk in de nis te zien. De decoratie stellen bloemmotieven voor en bestaan uit vijf motieven per rij. Zwart en rood afgewisseld. Er zijn twee rijen bovenelkaar blootgelegd. De bloemmotieven bestaan uit zes hartvormige blaadjes rondom een middencirkel en stellen waarschijnlijk rozen voor. Foto’s 40 en 41 op bladzijde 48. De decoraties zijn overgeschilderd met een lichtgrijze kleur. De nis was opgebouwd uit twee verdiepte vlakken wat te zien is in de rechterzijde. Het pleisterwerk in de nis is vervaardigd van schelpkalk. Links van de nis zit nog een holle ruimte in het metselwerk. Dit zou verband kunnen houden met een grotere nis maar er kan ook gedacht worden aan ruimte die verband houdt met een gemetselde preekstoel (Ambo) op deze plaats. Het kwam in de bouwtijd van deze kerken voor om de preekstoel in de muur te metselen. Dit gebeurde altijd in de zuidgevel. Een mooi voorbeeld hiervan is het kerkje van Fransum. Tussen het derde en vierde venster zijn onder het gehandhaafde pleisterwerk aan het oppervlak een tweetal kenmerkende gehakte gleuven te zien. Foto 42 bladzijde 49. Ze zijn 2 a 2,5 cm diep en circa 5 cm breed. De afstand die tussen de gleuven zit is 28 cm. Ze zijn gesitueerd boven het schuine nog gehandhaafde oude pleisterwerk. Op deze plaats heeft waarschijnlijk een oudere houten preekstoel gezeten. Deze is mogelijk verplaatst in 1829. Onder deze gleuven bevind zich het gehandhaafde pleisterwerk met de schuine aftekening. Foto 43 op bladzijde 49. Dit is de plaats waar voorheen de trap naar van de (oudere) preekstoel heeft gezeten. Deze zal verplaatst zijn toen de heren- en diakenbank werden geplaatst in 1829. Op dit schuine stuk pleisterwerk zijn sporen van een geschilderde afwerking gevonden. Foto 63 bladzijde 60. Deze afwerking komt overéén met de oudste marmerimitatie op het gehandhaafde pleisterwerk dat meer naar het oosten toe gesitueerd is. Foto 61 bladzijde 59. Deze afwerkingen worden besproken in hoofdstuk 7. Boven dit deel gehandhaafd pleisterwerk is veel rommelig metselwerk te zien. Vermoedt wordt dat dit te maken heeft met verdwenen traptreden van de preekstoel. Circa 10 cm links van de meest linker ingehakte gleuf is een dagkant te herkennen van een 90 cm brede opening in de muur of een grote nis. In het nog gehandhaafde pleisterwerk hierboven is hiervan de boog vaag te herkennen met strijklicht. Foto 44 en 45 op bladzijde 50. Tussen vensteropening vier en de curieuze oude pleisterlaag is een ingehakte gleuf zichtbaar die qua vorm gelijk is opgebouwd als in de Noordmuur. Ze liggen ook tegen over elkaar waardoor de gedachte gevoed wordt dat het hier om de restanten of indrukken gaat van enkele koorhekken of communiebanken. Het is zeer waarschijnlijk de koorafscheiding geweest. In het metselwerk is nog een klos hout aanwezig die correspondeert met de bovenzijde van het gehandhaafde pleisterwerk. Dit komt uit dezelfde periode en is een bevestigingspunt voor het koorhek.
16
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
De opbouw van het gehandhaafde pleisterwerk op deze plek is goed te zien. Foto 46 bladzijde 51. Dit pleisterwerk is tegen het koorhek aangewerkt waarmee al is aangetoond dat het koorhek al op deze plaats aanwezig was. Men heeft hier blauwgesmoorde vloerestriken of restmateriaal daarvan gebruikt om de het pleisterwerk uit te vlakken. Foto 47 bladzijde 51. Het pleisterwerk zelf wordt in hoofdstuk 7 beschreven. Curieus is de inkapping in de stenen recht boven deze ingehakte gleuf / beëindiging pleisterwerk. Foto 48 bladzijde 51. Ongeveer 8 cm boven de redelijk strakke afkapping van de bovenkant van het koorhek zit een vier cm diepe inkassing waarbij de strek van in ieder geval twee bakstenen deels is afgehakt. Hier is mogelijk ruimte gemaakt om een onderdeel van het koorhek in de muur te laten. Rechts naast deze ingehakte gleuf bevindt zich zeer rommelig metselwerk bestaande uit hergebruikt materiaal. Hier gaat hier om behoorlijk grof vulwerk met rode baksteen en wit kalkmortel. Opvallend is het ontbreken van de kortere gleuf rechts die in de noordmuur wel aanwezig is. Mogelijk heeft de plaats van de oude preekstoel hiermee te maken. Wel is er een lichte verticale inkeping in de bakstenen waarneembaar. Het vierde venster is waarschijnlijk in het verleden hoger en naar links verplaatst. Dit is aan beide zijden waar te nemen aan de oude pleisterlagen die in het metselwerk lopen. Foto 49 bladzijde 52. Het oude venster was met 178 cm zo’n 5 cm breder dan het huidige venster. Opvallend is de hoogte van de onderzijde van het oude venster van 1, 05 m1. Mogelijk gaat het hier om een nis en heeft de rechter dichtgemetselde dagkant alleen maar met het oude venster te maken. De rechteronderhoek van dit venster zit echter achter het gehandhaafde pleisterwerk en laat niet een aftekening zien van de onderzijde (wel van de rechterzijkant). Toch geeft een foto uit de bouwsporendocumentatie van 2000 wel een tweetal bouwlijnen aan waarmee wel het lager venster is aan te tonen. Onder venster vier is een ingehakte gleuf zichtbaar die de linker afbakening van het gehandhaafde pleisterwerk vertegenwoordigd. Deze 148 cm hoge gleuf is 6 cm breed en aan de bovenzijde dichtgemaakt. Wel is er een “afdruk” van een bovenleuning te zien. Foto 49 bladzijde 52. Opvallend is dat ook hier het pleisterwerk omheen gezet is. Op circa 90 cm uit de oostgevel is een nis zichtbaar van 48 cm breed en 125 cm hoog. Zie foto 49 bladzijde 52. De onderzijde zit op 65 cm hoogte ten opzichte van de huidige vloer. Deze nis is aan de bovenzijde voorzien van een rondboog en is in de negge voorzien van pleisterwerk. Op de foto’s uit 2000, waarop aan de buitenzijde ook een ontpleistering in beeld is gebracht, laat op deze plek aan de buitenkant ook een bestucte rondboognis zien waardoor het vermoeden ontstaat dat het hier gaat om een hagioscoop. Ook bij de noordgevel bestaat dit vermoeden omdat hagioscopen aan beide zijden, en ook tegelijk, konden voorkomen.
Verdieping zuidgevel op de orgelgalerij. Tussen westgevel en het eerste venster is het muurvlak ontpleisterd. Foto 33 op bladzijde 44. Opvallend is dat bij de aansluiting van de westmuur er veel minder sporen zijn van oude stuclagen. Dit heeft te maken met de herstellingen in deze hoek. Vermoedt wordt dat op het moment dat de zuidmuur ging wijken deze aansluiting met de westmuur deels is hersteld. Er is op dit punt halfsteens metselwerk te zien. Dit is een typisch twintigste eeuws metselverband. Ter plaatse waar de trekstang door de muur komt is veel metselwerk beschadigd en zijn stenen verbrokkeld. Duidelijk herkenbaar is een deel van de muraalboog waar het stenen gewelf heeft gezeten.
17
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Oostgevel De preekstoel die hier hoort te zitten is tijdelijk op een andere locatie in verband met restauratie. Van de gehele oostgevel is het onderste deel tot een hoogte van circa 2 meter ontpleisterd. Ook tijdens het verwijderen van de preekstoel kwam achter het houtwerk oud pleisterwerk te voorschijn dat overeenkomt met het nog aanwezige pleisterwerk op de zuidgevel. Ook is een marmerimitatie aangetroffen op het deel pleisterwerk dat achter de traplambrisering zat. In het midden van de gevel tekent zich een dichtgezet spitsboog venster af waarin een aantal kijkgaten zijn gemaakt. Foto 9 bladzijde 32. De vensteropening heeft ooit een andere afmeting gehad gezien de onderzijde. De pleisterlaag van de dagkant loopt lager door. Foto 50 en 51 op bladzijde 53. De bevestiging van de preekstoel is goed herkenbaar aan de grenen balk die nog uit de muur steekt. Ook in de binnenkant van dit venster is deze balk te zien. De grote trekstangen vlak onder de kroonlijst horen bij de constructie van de preekstoel. Deze horen het klankbord van de preekstoel te dragen. Een kijkje in het dichtgezette venster is te zien op foto 55 van bladzijde 55. Vanaf de noordzijde zijn de volgende bouwsporen herkenbaar. Op circa een meter vanaf de grond is een baksteen te zien waarvan uit het midden een vierkant gat lijkt te zijn gehakt. Dit gat is gevuld met een zwart stuk onbekend materie. Het is vrij zacht materiaal dat lijkt op kolen. De functie ervan is onbekend. In de lijn van de trap van de preekstoel is nog een bevestigingshaak zichtbaar waarmee de preekstoeltrap was verbonden. De eerste verticale naad vanaf de noordgevel gezien is een circa 1,5 meter hoge naad waarin een aantal bakstenen op zijn kant zijn verwerkt. Foto 52 bladzijde 53. Dit is waarschijnlijk de linkerzijde van een grote nis die is dichtgezet. Ongeveer in het midden bevindt zich een rechthoekig gat. Foto 53 bladzijde 54. Deze opening zit vrij diep in het metselwerk. opmerkelijk is dat deze opening was bepleisterd. Via dit gat kon met de endoscoop worden vastgesteld dat er zich rechtsonder in deze nis nog een behoorlijk open ruimte bevindt maar dat dit niet de volledige nis kan zijn. De afwerking aan de wanden van deze ruimte is gepleisterd. In de holle ruimte liggen onduidelijke fragmenten bouwmateriaal. Meer aan de zuidzijde bevinden zich twee verticale naden of scheuren waarin ook resten bouwafval, bestaande uit oude tingeglazuurde tegels en resten dakpan, zijn verwerkt. Mogelijk hebben deze herstellingen te maken gehad met de wijkende zuidgevel.
18
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Plafond Het plafond is een combinatie van een gedrukt tongewelf en een wangewelf. Dit betekend dat alle plafondvlakken gebogen zijn. Het pleisterwerk van het plafond is rond 1981 vervangen door giproc gipsplaten. Deze zijn tegen het gehandhaafde lattenwerk uit 1846 geschroefd. Hierover is correspondentie in het archief van gemeente Winsum aangetroffen en is ook geconstateerd aan de bovenzijde van het gewelf. De drie plafondrozetten zijn wel gehandhaafd op de rietdrager. Dit is te zien op foto’s uit 1981.
Kerkbanken Alle onderdelen van de twintig (tien aan weerszijden van het gangpad) zitbanken in de kerk zijn gemaakt van grenenhout. Op de banken is een afwerking aangebracht die wordt besproken bij de kleurverkenning. De opbouw is gecentreerd rond de zitplank. Zie afbeelding 5 op bladzijde 56. Dit grenen deel (A op schets blz 56) bestaat uit één stuk en is in het metselwerk van de muur ingelaten. In het midden worden de zitplanken ondersteund door secundaire staanders.(mogelijk 20ste eeuw) Tegen de achterzijde van de zitplank is het achterpaneel (B op schets blz 56) gemonteerd. Dit is opgebouwd uit een onder- en een bovenligger. Deze twee onderdelen steken net als de zitplank door in het metselwerk waardoor een stevige constructie ontstaat. Op de bovenligger is de schuin geplaatste legplank voor liedboek en liturgie schuin richting achterliggende zitbank gemonteerd. Tussen de onder en bovenligger zijn twee tussenstijlen gemonteerd met pen en gatverbinding. De vlakken tussen deze liggers en stijlen zijn gevuld met een bossingpaneel. Opvallend is de profilering van de tussen- en zijstijlen van deze rugwand. Hier is een 19de eeuwse ojifachtige profilering te zien terwijl deze bij onder- en bovenligger ontbreken. Dit deel van de kerkbanken dateert waarschijnlijk uit 1829. De zijlambriseringen (C op schets blz 56) zijn van later datum. Deze zijn tegen de muur en tussen de rugleuningen van de banken geplaatst. Ze bestaan uit een dikkere onderligger met daarop twee dunnere, maar brede grenen planken die onderling verbonden zijn met een vaste veer en groefverbinding. Daarboven zit weer een dikkere en hogere bovenligger. De linker- en rechterstijl zijn in wezen dunne planken, met de dikte die het verschil is tussen de dikkere onder- en bovenligger en de grenen planken. Deze schijnstijlen zijn op de brede grenen delen gespijkerd. Foto 59 bladzijde 58. Het complete zijpakket is tussen de rugleuningen gemonteerd. De onderligger van het zijpaneel is ter dikte van de zitplank smaller zodat de lijn van de onderliggers gelijk ligt met de bovenkant van de onderligger van de rugwand. De bovenligger is echter hoger geplaatst. Bij sommige panelen is er een opvul lat geplaatst om dit te maskeren. Onder het bovenste zijpaneel, dat dus op de zitplank staat, heeft, getuige oudere foto’s van het interieur een lambrisering gezeten bestaande uit kraalschroten. ( D op schets blz 56) Deze zijn aan het begin van de huidige restauratie verwijderd (en opgeslagen onder de banken). Hierdoor is het achterliggende oudere pleisterwerk in zicht gekomen. Op dit pleisterwerk zit een donkere, blauwzwarte afwerking tot onderzijde van de zitplank. Op sommige plaatsen is deze donkere laag ook hoger zichtbaar. Het onderste houten deel van de lambrisering is hier later overheen gezet. Dit is herkenbaar aan de verfsporen aan de onderzijde van de zitplank en de aftimmerlatten die onder de zitplank bevestigd zijn. De donkere verf die op het pleisterwerk is aangebracht in zit ook aan de onderzijde van de bank. Mogelijk zijn er meerdere lagen donkere verf aangebracht. Nader onderzoek kan hier duidelijkheid in geven. Aangezien de krassporen van een kruishout en een haakse aftekenlijn ter plaatse van de pen en gat verbinding van de tussenstijlen nog intact zijn kan men concluderen dat de rugleuning niet is veranderd en dat die de hoogte van de kerkbanken bepaald heeft. Van de zijkanten die tegen de muur zijn geplaatst, is niet zeker of deze altijd de hoogte hebben gehad. Achter een verwijderd zijpaneel is op het oude pleisterwerk een duidelijk lagere aftekening zichtbaar die duidt op een oudere lambrisering. Foto 60 bladzijde 58. Aan de zijde van het gangpad zijn bankwangen geplaatst bestaande uit vierkante stijlen, die worden bekroond met een halve bol, waartussen bossingpanelen. Op de vaste delen zijn gedecoreerde liggende voluten geplaatst. De toegang naar de banken wordt afgesloten door een draaihekje in dezelfde stijl.
19
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
7 Kleurenverkenning Het hier beschreven deel van het onderzoek betreft een visuele waarneming louter op basis van geconstateerde kleuren en afwerkingen. Ter referentie is een kleurenkaart met RAL-nummers meegefotografeerd. Om duidelijkheid te krijgen in verfsoorten en materiaal van de diverse pleisterlagen wordt laboratoriumonderzoek geadviseerd.
Pleisterwerk De gehele binnenzijde van de kerk is altijd bepleisterd geweest. Aanwijzingen hiervoor zijn de vele lagen pleisterwerk die in de nissen naar binnen lopen. Op de plekken waar de herenbanken, de preekstoel en de houten lambrisering onder de kerkbanken zijn gedemonteerd zijn sporen van schilderingen gevonden. Over de gehele lengte van de zuidgevel zijn bijvoorbeeld sporen van een geschilderde lambrisering gevonden. Het duidelijkst is het gehandhaafde fragment pleisterwerk aan de oostzijde van de zuidgevel. Hierop zijn twee lagen herkenbaar van een marmerimitatie. Het verschil tussen de schilderingen zit in de bovenrand en de vorm van de “aders”. Bij de eerste marmering zijn de aders hoekiger en scherper aangezet. Foto 61 bladzijde 59. Bovendien lijkt het meer uit één richting te zijn opgezet. De bies is breder met een naar het lijkt ook een versiersel met iets lichtere kleur erin te hebben. Deze bies boven de marmering is waarschijnlijk over de hele zuidgevel ook boven de donkere laag aanwezig geweest. Waarschijnlijk was ook de noordgevel op een dergelijke manier afgewerkt. Bij de tweede marmering, de meest recente of laatst aangebrachte laag, zijn de aders vloeiender en “speelser”. De bies van deze afwerking is simpeler en bestaat uit een aantal strakke lijnen in diverse zwart/grijze gradaties. Foto 62 bladzijde 59. Beide marmerimitaties dateren uit eind 18e , begin 19e eeuw. Ter plaatse van het gehandhaafde schuine deel pleisterwerk zijn resten van de bovenste bies en aders gevonden. Foto 63op bladzijde 60. Ook op het pleisterwerk naast de kerkbanken van de zuidmuur zijn resten gezien van de zwarte bies. Foto 64 bladzijde 60. Gehandhaafd pleisterwerk zuidgevel met marmerimitatie Opbouw: 0 baksteen 1 raaplaag schelpkalk 2 witsel 3 witsel 4 witsel 5 witsel 6 witkalk pleisterlaag 7 1e marmerimitatie 8 2e marmerimitatie
Oude stuclaag oostgevel Ter plaatse van de trap naar de preekstoel op circa 2 m1 hoogte. Hier waren 11 lagen te onderscheiden. Foto 66 bladzijde 62. Opbouw: 0 baksteen 1 Schelpkalk raaplaag 2 Geelwitte laag 3 Wit / creme 4 Witsel laag 5 Witsel laag 6 Witsel laag 7 Grijs 8 Vullaag grijs 9 Vullaag geel/wit (Grof korrelig) 10 Wit crème (blokwitter strepen) 11 Grijs 12 Wit
20
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Kroonlijst plafond (ter hoogte van vierde venster in de zuidgevel) Op de vuren kroonlijst is maar een witte afwerklaag aangetroffen. Dit is waarschijnlijk de verflaag die in 1982 is aangebracht op het nieuwe hout toen het stucplafond werd vervangen. Op de houten balk die hier achter zit zijn meerdere afwerklagen gevonden. Foto 67 bladzijde 63. Ook hier was de schilder tijdens de verkenning al voortvarend bezig met verwijderen van het kleurenpakket. Opbouw 0 grenen 1 Blauwgroenig 1 Donkergroen 2 Lichte houting? 3 Witsel
Trekstangen Op de ijzeren trekstangen zijn een aantal lagen witsel aangetroffen op een fel rode laag. Waarschijnlijk menie. Foto 68 bladzijde 63.
Zuilen orgelgalerij De houten zuilen (waarschijnlijk grenen) zijn afgewerkt met een lichtgekleurde marmerimitatie (Cristallino). In een punctie bij een beschadiging zijn de kleuren bekeken. Foto 65 bladzijde 61. Opbouw 0 Grenen 1 Roodbruine laag 2 Groen 3 Marmerimitatie (wit met grijs/zwart geaderd)
Zitbanken Op de zitbanken is een donkere houtimitatie aangetroffen, waarschijnlijk eiken. Foto 57 bladzijde 57. Op de bossingpanelen van de rugleuning is een houtvlam aangebracht, op de zitting en de overige delen een imitatienerf. Foto 58 bladzijde 57. Op de panelen tegen de muur zijn houtspiegels nagebootst door vingers door de nog natte verf te strijken. Foto 59 bladzijde 58. Opbouw 0 Drager Grenen 1 Roodbruine laag 2 Beige 3 Licht bruin mogelijk voorlaag voor houtimitatie 4 Donkere houtimitatie
Decoratie nis zuidmuur In een oude nis, die zich in het metselwerk onder vensteropening 3 in de zuidmuur bevindt, is een decoratieve schildering aangetroffen. Twee schilderingen waren voor de helft al blootgelegd door de aannemer. Bij verder destructief onderzoek bleek dat er een uitgebreider decoratief patroon aanwezig is. Volledige blootlegging / ontmanteling van de schildering bleek echter niet haalbaar. De decoratie bestaat uit een aantal geschilderde, mogelijk sjabloneerwerk, florale voorstellingen op het pleisterwerk van de achterwand in een nis. Het gaat om een patroon van zes zesbladige bloemen, afwisselend zwarte en rood. De bloemen bestaan uit zes hartvormige bladeren gericht op een cirkel in het midden. Het geheel stelt waarschijnlijk een roos voor. Opvallend is dat er een grijze laag overheen geschilderd is.
21
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
8 Nader advies Algemeen: Om een volledig beeld te krijgen betreffende de bouwgeschiedenis verdient het aanbeveling ook de rest van het kerk bouwhistorisch te onderzoeken. Er is momenteel geen dringende aanleiding toe omdat de kerk na de momenteel in uitvoering zijnde restauratie weer in goede technische conditie is. Archief: Mogelijk is het panddossier bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed te vinden door een koppeling met de kerk van Tinallinge. Omdat er in 1941 een gecombineerde restauratie is geweest kan er een informatiewisseling hebben plaatsgevonden. Bouwhistorie: Er wordt nader onderzoek geadviseerd naar het bestaan van de klampmuur. Omdat er lichte twijfel is naar het muurwerk in het westelijke deel van de kerk zou het zinvol zijn om gericht te zoeken naar openingen in het metselwerk. Mogelijk kan een boring uitsluitsel geven in de laagopbouw. Constructieve problemen in de kapconstructie zouden de oorzaak kunnen zijn geweest voor het uit het lood raken van de zuidmuur. Dit zou het verdwijnen van de stenen gewelven in de hand kunnen hebben gewerkt. Om te kijken of de kapconstructie inderdaad deze problemen ooit heeft veroorzaakt zou nader onderzoek kunnen worden uitgevoerd. De constructieve noodzaak hiervoor ontbreekt echter omdat de zuidmuur thans gestabiliseerd is. Kleurverkenning: Voor het onderzoeken van de diverse lagen verf- en pleisterafwerkingen wordt laboratoriumonderzoek geadviseerd. Hiervoor is het inschakelen van een kleurenspecialist noodzakelijk. De donkere verflaag onder de kerkbanken lijkt tot de onderzijde van de kerkbanken te lopen terwijl op andere plaatsen deze laag ook hoger zit (achter de lambrisering). Nader onderzoek kan uitwijzen of er meerdere lagen aanwezig zijn en tot welke hoogte deze geschilderde lambrisering doorliep. Ook kan dan duidelijk worden of de zwarte biezen bij deze geschilderde lambrisering hoorden.
22
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
9 Waardestelling
Algemene opmerking. Aangezien er voor de verkenning al was begonnen met de ontpleistering en de restauratie van het interieur van de kerk en omdat het onderzoek zich alleen toespitste op het interieur leek een waardestelling conform de Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek van 2009 niet relevant meer. Toch zijn er interieur onderdelen die gewaardeerd dienen te worden.
Algemene historische waarden De kerk van Saaxumhuizen is voor de omgeving en voor het dorp van groot belang vanwege de religieuze functie die de kerk altijd heeft gehad. Duidelijk is ook af te lezen hoe het Protestantisme na de Reformatie het kerkinterieur heeft bepaald. Ook de geschiedenis van families van jkr G. Alberda van Menkema en Dijksterhuis is nauw verbonden met de kerk van Saaxumhuizen. De historie met betrekking tot de collatierechten van de kerk is van belang voor deze kleine gemeenschap.
Bouwhistorische waarden Al het muurwerk wordt hoog monumentaal gewaardeerd vanwege de goede afleesbaarheid en de historische gelaagdheid. Er zijn in het muurwerk nog veel nissen aangetroffen. Deze hebben een directe verbinding met de Katholieke Eredienst en zijn hoog monumentaal gewaardeerd. Ondanks dat veel pleisterwerk al deels was verdwenen kan wel gesteld worden dat al het nog gehandhaafde pleisterwerk een hoog monumentale waarde in zich draagt. Vele kerken in NoordNederland zijn in het verleden ontdaan van pleisterlagen waardoor het witte karakter van deze gebouwen verdwenen is. Er zullen hoogstwaarschijnlijk meer schilderingen in het nog gehandhaafde pleisterwerk aanwezig zijn. De roosjesdecoratie in de zuidmuur wijst in deze richting. Een volledig en goed afleesbaar kleurarchief is nog grotendeels aanwezig op interieuronderdelen zoals de kerkbanken, de lambriseringen, pleisterlagen, zuilen en kroonlijstonderdelen. Deze onderdelen zijn hoog monumentaal gewaardeerd. De wand tussen gemeenschapsruimte en kerk is positief gewaardeerd vanwege het hergebruik van de tijdelijk verwijderde planken. De in 1989 aangebrachte toiletvoorziening onder de trap heeft voor het kerkgebouw een indifferente monumentenwaarde. Het tongewelf in de plafondconstructie is, ondanks een volledige vervanging in 1982, positief monumentaal gewaardeerd vanwege de verschijningsvorm die past in het 19e eeuwse interieur.
23
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
10 Literatuur en Bronnenlijst
Literatuur Steensma, Regn. Vroomheid in hout en steen, Middeleeuwse kerken in Noord Nederland. Baarn 1972. Rapporten Friso. Drs W. Archiefonderzoek naar de hervormde kerk van Saaksumhuizen. Groningen 2006. Artikelen Steensma, Regn. Het geheim van de lege nis, Sporen van de Katholieke Eredienst in Friese kerken in Keppelstok nr 68 Juni 2004, blz 4 - 45. Meischke, R. Het kleurenschema van de middeleeuwse kerkinterieurs van Groningen, in Bulletin KNOB jaargang 65, blz 57 - 91
Internet www.reliwiki.nl www.kich.nl www.cultureelerfgoed.nl www.kerkeninbeeld.nl http://home.kpn.nl/k2468/fransum_11.htm Kerkensite van J. Knottnerus. www.qoop.nl
Archieven Gemeentelijk Archief gemeente Winsum Inventaris Archieven Baflo nr 1177. Restauratiegegevens.
24
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Afbeeldingen
25
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Afbeelding 1. Een detail van de kadastrale minuutplan uit 1832. In de rode cirkel is het kerkgebouw te zien met in het noordwesten de losse toren.
Foto 5. De kerk op een ansichtkaart.
26
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Afbeelding 3. De tekening uit juni 1941. Op een aantal plekken zijn waarschijnlijk constructieve gebreken aangeven. Bron: www.cultureelerfgoed.nl Beeldbank tekening Van der Wal.
27
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Afbeelding 3. Een detail van de tekening uit juni 1941. Hier zijn in de rode cirkels stippellijnen aangebracht die waarschijnlijk de constructieve gebreken aangeven. De recente herstelling van oude scheuren in beide gevels waren tijdens de verkenning zichtbaar. De plaatsen komen overéén met deze tekening van Van der Wal.
Foto 6. Hier is de recente herstelling van een oude scheur in de noordgevel zichtbaar. De plaats komt overéén met de tekening van Van der Wal.
Foto 7. Hier is de recente herstelling van een oude scheur in de zuidgevel zichtbaar. Ook deze plaats komt ook overéén met de tekening van Van der Wal.
28
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 8. Het interieur van de kerk zoals het er in 1941 uitzag. Deze foto komt van de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en hoort bij de tekening van Van der Wal. Deze foto is ook door Van der Wal gemaakt. Beeldbank www.cultureelerfgoed.nl
29
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Afbeelding 4. De tekening behorende bij de aanvraag om de ruimte onder de orgelgalerij te mogen ombouwen tot een gemeenschapsruimte voor het dorp. 1989. Opvallende wijzigingen t.o.v. de tekening uit 1941 zijn dat de wanden die haaks tegen de westmuur stonden als zijn verdwenen voor 1989 en dat de deur in de toren nog bestond uit lattenwerk.
30
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Fotodocumentatie 2011
31
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 9. Het interieur van de kerk zoals het voor de verkenning is aangetroffen. Zicht in oostelijke richting. De oostmuur met het dichtgezette venster waar kijkgaten aan weerszijden zijn gemaakt is aan de contouren te herkennen. Over de zitbanken is een steigervloer gemaakt.
Foto 10. Het oostelijk deel van de noordmuur ontdaan van de vele lagen pleisterwerk. Hier is het metselverband enigszins te herkennen als Noords. (2 strek 1 kop)
32
Bouwhistorisch onderzoek
Foto 11. De ingehakte gleuf onder het vierde venster in de noordmuur.
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 12. De contouren van twee van de drie aangetroffen nissen onder het vierde venster in de noordmuur aangegeven op dezelfde foto als foto 11.
33
Bouwhistorisch onderzoek
Foto 13. Het metselwerk onder het vierde venster in de noordmuur. Links is een diepe ingehakte sleuf zichtbaar. Rechts daarnaast het rommelige metselwerk waar zich de drie nissen bevinden.
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 14. Dezelfde foto als foto 13 met daarin de lijnen van de aangetroffen drie nissen in het wit aangegeven.
Foto 15. In de rechter bovenhoek van de meest linkse nis is de binnenzijde van de nis zichtbaar. A. Duidelijk herkenbaar is de witte afwerking aan de binnenkant. Bij B is de pleisterlaag in de kantalaaf van de nis zichtbaar.
34
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 16. Achter de herenbank die tegen de noordmuur was geplaatst kwamen deze gleuven tevoorschijn In de rechter gleuf is op driekwart hoogte een kortelinggat te zien. De gleuven zijn in de stenen gekapt en dus later aangebracht. Hoogstwaarschijnlijk hebben hier koorhekken in bevestigd gezeten. De beschilderde pleisterlagen die voor de ontpleistering werden aangetroffen waren ooit tegen de koorhekken gezet. Omdat er haaks op de rechter ingehakte gleuf een aantal stenen zijn verwijderd is hiervan het vermoeden dat ook hier een constructie in het muurwerk heeft gezeten die doet denken aan een zitbank of een communiebank?
35
Bouwhistorisch onderzoek
Foto 17. De nis met de rondboogvlak naast de ingehakte sleuf van een koorhek. Duidelijk zichtbaar is het vulwerk met koppen. Dit kan ook duiden op een diepe nis waarin de bakstenen in de lengte liggen.
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 18. De nissen aangegeven met een witte lijn. Opvallend is de linkerbovenkant van de rondboog. Deze neigt naar een rechte hoek. Links onder is de kleine maar 35 cm diepe nis te zien.
Foto 19. De linker negge van de hoge nis. Bij de rode pijlen zijn diverse pleisterlagen zichtbaar.
36
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 20. De spitsboog van het derde venster in de noordgevel. Het oude venster was iets hoger dan het huidige.
Foto 21. De neggen van het derde venster in de noordgevel zijn duidelijk herkenbaar aan de in het metselwerk lopende pleisterwerk. Het oude venster was iets hoger geplaatst dan het huidige. Bij A is de linkeronderhoek herkenbaar en bij B is de schuine dagkant van het verdwenen venster in de afzaat van het huidige venster aangetroffen.
37
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 22. Deels achter de halve zuil van de orgelgalerij in de noordmuur zijn resten van een doorgang aangetroffen. Dit is de dichtgezette vrouweningang. Deels onder de pleisterlaag is een rollaag herkenbaar. Via de verwijderde kop in de rechterbovenhoek was de oude houten bovendorpel van de doorgang nog te zien. Via deze opening is met een endoscoop in de constructie gekeken. Rechts naast de verwijderde kop is de dagkant van de doorgang zichtbaar. Duidelijk herkenbaar is de pleisterlaag die het metselwerk ingaat. Zie foto 24 op blz 39.
Foto 23. De bovendorpel van eikenhout is in de dichtgezette vrouweningang nog aanwezig. Opvallend zijn de resten van een blauwe afwerking op het hout. Onder de bovendorpel is een vrij grote ruimte nog aanwezig. Tijdens de ontpleistering in 2000 is aan de buitenzijde ook een deel van de bovendorpelconstructie waargenomen.
38
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 24. De rechter negge van de vrouwendoorgang in de noordmuur. Hierop zijn minimaal drie lagen pleisterwerk te zien. Tussen twee dikkere pleisterlagen werd een hele dunne pleisterlaag werd aangetroffen (groene pijl)
39
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 25. Gemaakt met endoscoop. In beeld gebracht is het muurvlak in de holle ruimte van de doorgang in de noordmuur. Het gaat hier om de vrouweningang. Boven in de foto zijn in ieder geval twee pleisterlagen te onderscheiden. Rechtsonder is een beeïndiging in boogvorm te herkennen.
Foto 26. De ontpleisteringen in het westelijke deel van de noordmuur. Volledig rechts de verplaatste scheidingswand (voorzien van gipsplaten) tussen kerk en gemeenschapsruimte. Daarnaast een deelontpleistering met een opening in het metselwerk. Links achter de gereedschapskist bevindt zich de ontpleistering die op foto 28 te zien is. Geheel links in beeld is de westmuur met ontpleistering onder de balklaag van de orgelgalerij.
40
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 29. In de noordmuur op de orgelgalerij werd dit deel van het metselwerk ontpleisterd. Hier zijn de sporen te zien van een stenen (kruis)gewelf. De muraalboog is zichtbaar vanaf de westmuur, geheel links in beeld, tot boven in de spitsboog van het venster. Verder ging de ontpleistering niet maar het is duidelijk dat het muurwerk veel gewelfsporen in zich draagt. Links is ook duidelijk de oude scheur herkenbaar die over de hele muur naar beneden loopt. Waarschijnlijk de scheur die Van der Wal in 1941 ook heeft waargenomen.
Bouwhistorisch onderzoek
Foto 30. Linkerdeel van de westgevel op de orgelgalerij. Bovenin het extra trekanker. De muraalboog van het gewelf is tot circa een meter vanaf de vloer zichtbaar. Links is het vele herstelwerk te zien.
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 31. Rechterdeel van de westgevel op de orgelgalerij. De muraalboog van het gewelf. Links is het dichtgezette spitsboogvenster zichtbaar.
Foto 32. De geboorte van het gewelf in de zuidwesthoek. Rechts de stippellijn die de muraalboog volgt naar beneden en bij A is een te grote afstand ontstaan waar een herstelling moest plaatsvinden n.a.v. het wijken van de zuidgevel. De ingemetselde gewelfstenen zijn op dit punt dan ook niet herkenbaar.
43
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 33. In de zuidmuur op de orgelgalerij werd dit deel van het metselwerk van de pleisterlagen ontdaan. Ook hier zijn de sporen te zien van een stenen (kruis)gewelf. De muraalboog is zichtbaar vanaf de westmuur, geheel rechts in beeld gebracht, tot boven in de spitsboog van het venster. Verder ging ook hier de ontpleistering niet. Duidelijk is dat al het muurwerk veel sporen in zich herbergt. Rechtsboven is veel herstelwerk zichtbaar.
44
Bouwhistorisch onderzoek
Foto 34. Bij de trap naar de orgelgalerij werd op de begane grond onder het eerste venster een oude scheur in de zuidmuur open gemaakt. Hierbij is veel metselwerk verwijderd. Bij A is een kortelinggat te zien. Bij B is de schuine baksteen te zien die hoort bij de korfboog die een dichtgezette doorgang in de zuidgevel afsloot.
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 35. Achter de zuidelijke halve zuil van de orgelgalerij is bij de rode pijlen de pleisterlaag in het metselwerk te zien die de korfboog vormt van de doorgang naar buiten. Het ionische kapiteel van de zuil is behoorlijk ingepakt.
45
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 36. In de zuidmuur tussen het eerste en tweede venster werd boven de kerkbanken dit deel van het muurwerk ontpleisterd. Bij de rode pijlen zijn de sporen van linkerzijde van de korfboog en de dagkant van de zuidelijke doorgang gevonden. In het rood geaccentueerde vierkant is een vulling te zien die bestaat uit twee bakstenen met daaronder een stuk blauwgesmoorde dakpan. De functie van dit gat is niet bekend maar kan met een draagconstructie te maken hebben die bij een oudere orgelgalerij hebben gehoord. Geheel onder in beeld is de steigervloer te zien die over de kerkbanken is gemaakt.
Foto 37. De linkerbovenhoek van de oude doorgang in de zuidmuur. Opvallend is dat de binnenzijde bepleisterd bleek. De opening die in de doorgang zat is dichtgemaakt waarna de ruimte een functie als nis heeft gekregen. Dat kan ook een spaarnis zijn geweest. Gezien de vele lagen pleisterwerk heeft dit vrij lang geduurd.
46
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 38. In de zuidmuur tussen het tweede en derde venster werd boven de kerkbanken dit deel van pleister ontdaan. Bij A is de negge van het verplaatste derde venster conform noordmuur, foto 21 blz 37, te zien. Op de plaats bij B is een kortelinggat aanwezig en bij C is een eigenaardige serie afgehakte koppen aangetroffen. Dit kan met de aanzetting van het kruisgewelf te maken hebben waarvan boven de orgelgalerij de muraalbogen zijn aangetroffen. Geheel onder in beeld is de steigervloer te zien die over de kerkbanken is gemaakt. De muurschildering van Bosma uit 2003 is op deze foto nog kleurrijk aanwezig. Deze zijn tijdens de verkenning verdwenen.
Foto 39. In de zuidmuur werd links in de afzaat onder het derde venster deze nis blootgelegd. Hierin bleek een patroon aan kleine schilderingen aanwezig te zijn. Geheel onder in beeld is wederom de steigervloer te zien die over de kerkbanken is gemaakt.
47
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 40. Het patroon van de muurschilderingen bestaat uit een vijftal bloemmotieven (waarschijnlijk roosjes) op een rij. De bovenste rij bestaat uit drie zwarte bloemmotieven met afwisselend twee rode ertussen in. Allemaal op gelijke afstand van elkaar. De zichtbare rij eronder is net andersom opgezet: drie rode met twee zwarte ertussen. Hoe laag deze nis is uitgevoerd is niet bekend. Opvallend is dat er een lichtgrijze pleisterlaag over de voorstelling is aangebracht. Op de foto zijn daardoor de rode bloemmotieven niet goed herkenbaar.
Foto 41. De bloemmotieven (waarschijnlijk roosjes) bestaan uit een zestal hartvormige blaadjes gecentreerd rond een middencirkel.
48
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 42. In de zuidmuur tussen het derde en vierde venster werd boven de kerkbanken met strijklicht deze opmerkelijke sporen ontdekt. Onder de twee rode pijlen zijn gleuven in de bakstenen gehakt. Deze bevinden zich over een hoogte van tien lagen. Aangezien dit de plaats is geweest waar de preekstoel heeft gezeten zullen deze gleuven daar ongetwijfeld mee te maken hebben. Omdat de preekstoel niet op locatie was kon de achterzijde daarvan niet worden bekeken. Mogelijk kan onderzoek naar de preekstoel hier nog enige duidelijkheid bieden in de functie van deze gleuven.
Foto 43. Vlak onder de opmerkelijke gleuven van foto 42 is op de zuidmuur tussen het derde en vierde venster ter plaatse van de vloer deze sporen gefotografeerd. Rechtsonder is het schuine gehandhaafde oude pleisterwerk zichtbaar. Daarboven is veel herstelwerk met kleine fragmenten baksteen in beeld. Het vermoeden bestaat dat hier de traptreden naar de kuip van de preekstoel ingemetseld hebben gezeten. De schuin oplopende rand van het pleisterwerk was tegen de trapconstructie aangewerkt.
49
Bouwhistorisch onderzoek
Foto 44. In de zuidmuur tussen het derde en vierde venster werd links van de plaats waar de preekstoel zou hebben gezeten met strijklicht de contour van een spitsboog ontdekt. Daaronder is door de in het metselwerk lopende pleisterwerk een oud venster of een nis waar te nemen.
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 45. In het rood zijn de contouren aangegeven van de plaats van het venster of de nis.
50
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 49. In het oostelijke deel van de zuidmuur onder het vierde venster werden deze sporen aangetroffen. Volledig rechts nog een hoekje gehandhaafd pleisterwerk. Let op de overgang naar het ontpleisterde deel van de muur. Hier is de afdruk van een afgeronde bovenleuning constructie in beeld waarbij de pleisterlaag rondom werd aangewerkt. In het midden is de linkeronderhoek van een opening te zien. Vermoedelijk is dit de oudere voorganger van het venster.
Helemaal links op de foto bevindt zich de aangetroffen rondboognis. Omdat er bij de ontpleistering in 2000 op deze plek aan de buitenkant van de gevel ook een rondboog met pleisterwerk erin is aangetroffen kan het hier gaan om een zgn Hagioscoop.
52
Bouwhistorisch onderzoek
Foto 50. Het beeld dat de oostmuur geeft vanuit het noorden gezien. Op deze plaats was de preekstoel tegen de muur geplaatst.
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 51. De sporen in het muurwerk van de oostgevel zijn in het wit aangegeven. De stippellijnen geven de interpretatie weer. Hier was niet zeker hoe het muuren pleisterwerk liep. Bij A is de plaats waar een vrij grote ruimte in het metselwerk is aangetroffen. Dit is met een endoscoop via het gat B gezien. Deze sporen duiden op een vrij grote en tamelijk diepe nis. Bij C zijn de contouren van de oudere vensteropening aangegeven. Die zat lager dan het huidige venster. De opening B is op foto 53 in detail gebracht.
Foto 52. De linker naad van de dichtzetting in de nis van de oostmuur. Het vulmateriaal bestaat uit fragmenten baksteen en geglazuurd tegelwerk.
53
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 53. En opvallend grote en diepe opening in het midden van de oostmuur. De opening is bepleisterd aan de binnenzijde. De functie zal met de preekstoel te maken hebben al is niet duidelijk wat.
Foto 54. Het noordelijke deel van de oostmuur. De rode pijlen geven de plaats aan van de begrenzing van de nis. Zie ook foto 53 op bladzijde 53. In de cirkel is de baksteen met vreemd vierkant ingehakt gat met zwarte vulling aangegeven.
54
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 57. De laagopbouw van de afwerking op de kerkbanken.
Foto 58. Op de bossingpanelen van de rugleuning van de kerkbanken is een houtvlam geschilderd.
57
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 61. De oudst aangetroffen marmerimitatie die onder de stuclaag van foto 62 zit. Rechts op deze foto is nog een laag van de bovenliggende marmerimitatie zien.
Foto 62. De marmerimitatie die op het gehandhaafde pleisterwerk te zien is. Dit is de jongste afwerklaag die er opzat toen de herenbanken werden geplaatst. De onderste helft van deze foto laat in het midden de onderliggende marmerimitatie zien.
59
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 63. Zuidgevel. In het schuine stuk pleisterwerk onder de vermoedelijke plaats van de preekstoel zijn ook schilderingen in de afwerklagen gevonden. De belijning bij de pijlen en de zwarte strepen in de rode cirkel doen sterk denken aan de oudste marmerimitatie op foto 61 bladzijde 59.
Foto 64. Zuidgevel. Achter de zijlambrisering is op het pleisterwerk een fragment van een geschilderde bies gezien. Zie midden rode cirkel.
60
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 65. Op de zuilen van de orgelgalerij is een marmerimitatie aangebracht. Bij de punctie is het schilderwerk geanalyseerd. Op het grenen is een roodbruine laag te zien. Daarna een donkergroene laag en daaroverheen de marmerimitatie.
61
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 66. Opbouw pleisterlaag oostgevel. Er zijn visueel 12 lagen geteld. Laag 0 is de drager en laag 1 is een raaplaag om uit te vlakken. Deze twee lagen zijn niet op de foto gezet. Dit is een constatering die op meerdere plekken is gedaan.
62
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
Foto 67. Aangetroffen kleuren op de balk achter de kroonlijst van de zuidgevel. Deze punctie is boven het vierde venster geanalyseerd.
Foto 68. De ijzeren trekstangen in het plafond. Hier werden diverse lagen witsel op aangetroffen en de oudste laag, een rode menie, op de drager.
63
Bouwhistorisch onderzoek
Interieur Kerk Saaxumhuizen
64