De belangstelling van Charles Kemper voor de oprukkende stad, de industriële bedrijvigheid en de teloorgang van het platteland -- Overschie werd in 1941 deel van Rotterdam - maakten hem bij uitstek geschikt als tekenaar voor de topografische atlas van het Rotterdamse gemeentearchief. En vanaf de jaren ’50 ook als illustrator bij talrijke artikelen in het Rotterdamsch Nieuwsblad. Het Gemeentearchief werd bereid gevonden om twee werken voor de expositie uit te lenen. Kempers vlotte manier van tekenen en de doorgaans grote mate van exactheid van de Interieur Hof van Cyrene weergegeven situatie riepen bij velen bewondering op. Het museum bezit slechts één tekening die verder van de werkelijkheid af staat en waarvan zelfs niet met zekerheid te zeggen is of hierop wel de Overschiese kerktoren is afgebeeld (1961). Mogelijk is juist dit beeld geïnspireerd door de toenmalige bedrijvigheid op het huidige museumterrein. Tot aan zijn dood in 1985 bleef Charles Jean Kemper zijn onderwerpkeuze trouw. Maar op verschillende wijzen. Het in 1975 in heldere groene tinten geschilderde schilderij van de Oost-Abtspolder met het Veerhuis verschilt sterk van het in dezelfde polder geschilderde werk uit 1941 en het uiterst sombere Schiegezicht uit 1943. In de tussenliggende periode was de stijl van Kemper sterk beïnvloed door zijn deelname aan de tentoonstellingen van de Rotterdamse kunstenaarsgroep Argus en door zijn lidmaatschap van het Haagse Schildersgenootschap. Herhaalde malen exposeerde hij in Pulchri. Een voor het werk van Charles Kemper zeer typerende aquarel is wel die uit 1946 van de toenmalige tuin van Breugem, het huidige Buitengebied van het museum. Ook hier op de achtergrond het Overschiese dorpssilhouet. Wat stijver is zijn tekening uit 1945 van de doorbraak tussen de Burgemeester Baumannlaan en de Overschiese Dorpsstraat, thans De Lugt. Een apart genre vormen zijn interieurs van cafés en kroegen. Verschillende malen vereeuwigde hij de Hof van Cyrene en de naastgelegen boerderij ’s Gravenhuize aan de noordkant van de Delftse Schie tegenover de Hoge Brug. Zowel van binnen als van buiten. Ter verlevendiging zijn enkele schilderijen van zijn hier komende vakgenoten opgehangen, zoals een interieur van de Hof van Cyrene van de hand van Piet Lamers. De afgelopen jaren mocht het museum veel foto’s en documentatie ontvangen over de activiteiten in deze enige – reeds lang gesloopte - Overschiese kunstenaarssociëteit, een initiatief van de familie Augusteijn. Hiervan is een deel ter inzage gelegd. Voor de expositie werd geput uit de eigen verzameling van het museum, de collectie E.G. Narold, de collectie GAR en de families Augusteijn, Neeleman en Neomagus. Interieur
Museumbericht januari 2009 Aan onze begunstigers, Hierbij ontvangt U het eerste museumbericht voor 2009. Voor dit jaar stelden wij weer een gevarieerd programma op van allerlei exposities, evenementen, lezingen en concerten. Het eerste kwartaal is er een expositie van werk dat de schilder Charles Kemper maakte, met name in zijn Overschiese periode. Daarnaast verschillende kleinere presentaties. Anders dan U gewend bent ontvangt U afzonderlijk een verzoek om uw jaarlijkse bijdrage te voldoen. Deze is onveranderd vastgesteld op tenminste € 15 euro per jaar. Voor zover U dat niet mocht weten: Giften en schenkingen aan museum Oud-Overschie zijn fiscaal aftrekbaar. Het museum is erkend als algemeen nut beogende instelling. Zie ook een brochure daarover in ons winkeltje. Wanneer mogen we U weer in ons museum begroeten?
TENTOONSTELLINGEN CHARLES KEMPER, SCHILDER VAN OVERSCHIE De afgelopen jaren heeft ons museum verschillende werken van Charles Jean Kemper verworven. Reden genoeg om deze nog niet door ons tentoongestelde werken samen met een aantal andere (bruiklenen) tot een kleine tentoonstelling bij elkaar te voegen onder de titel: “Charles Kemper, schilder van Overschie”. De tentoonstelling loopt van 7 februari tot en met 1 april 2009. Charles Kemper werd geboren in 1913 in Heemstede als zoon van een inspecteur van politie. Aanvankelijk was voor Charles een loopbaan in de techniek uitgestippeld maar dat werd geen succes. Ook bij de politie kon hij niet aarden. Geïnspireerd door de bekende Haarlemse schilder en aquarellist Henri Frédéric Boot, besloot Charles zelf ook kunstenaar te worden. De prijs die hij in 1940 won met een Schiedams stadsgezicht betekende een verdere stimulans daartoe. Vanuit zijn woning aan de Overschiese Pieter van Aschstraat doorkruiste hij talrijke malen het landelijke gebied tussen Overschie, Schiedam en Kethel. Hier maakte hij talrijke tekeningen, aquarellen en schilderijen. Hier ligt ook – topografisch gezien - het zwaartepunt van de expositie. De in dit gebied gemaakte werken overbruggen een periode van meer dan dertig jaar maar zij dateren vooral uit de eerste helft van de jaren ‘40. Een periode dat de serene rust van het landelijke Overschie nog maar nauwelijks door de grote stad was aangetast. Aanvankelijk vanuit zijn woning aan de Pieter van Aschstraat, later als vaste bezoeker van de kunstenaarssociëteit de “Hof van Cyrene” bleef zijn belangstelling voor deze – wat men kon en nog kan noemen - stedelijke rafelrand bestaan. Niet lang na het einde van de Tweede Wereldoorlog verhuisde hij naar Rotterdam.
“KEUKENEMAILLE UIT GROOTMOEDERS TIJD” In de periode eind januari tot en met april 2009 is er in “De Melkfabriek” een expositie van keukenemaille uit grootmoeders tijd. Voorwerpen van emaille worden al heel lang gemaakt. Emailleren is een heel oude techniek. Zelfs de Egyptenaren kenden het al, het zogenaamde “cloisonné”. Ook de Romeinen gebruikten emaille. Maar wat is emaille? Emaille is een glasglazuur dat in vloeibare vorm op metaal wordt aangebracht. Dat kan zowel op gietijzer als op plaatijzer. Gietijzer is erg zwaar, plaatijzer is een stuk lichter. Het proces van emailleren heeft zich door de eeuwen heen weten te handhaven maar het maken van geëmailleerde huishoudelijke voorwerpen in massa-productie dateert uit het begin van de 19e eeuw. De grote toename van emaille keukengerei kwam pas na 1850. Men zocht naar verbetering van het keukengerei. Glazen en aardewerk voorwerpen breken gemakkelijk, dus zocht men bijvoorbeeld naar minder kwetsbare pannen die niet te zwaar waren en niet schadelijk voor de gezondheid. Zo kwamen er emaille pannen en schalen. Toch heeft het lang geduurd voordat een ieder emaille pannen ging gebruiken. Het onbekende weerhield de mensen ervan om emaille pannen aan te schaffen. Men vertrouwde het materiaal nog niet. Toch werd het emaille steeds beter uitgevoerd en werden de voorwerpen fraaier. In Nederland kende men vele fabrieken waar emaille werd gemaakt, waaronder de Dru, BK en Kat. De Dru werd al in 1754 opgericht in Ulft (Achterhoek) maar door de sterke concurrentie uit het buitenland verdwenen de meeste fabrieken. Het maken van emaille is een complex productieproces waarbij het emaille in diverse lagen wordt opgebracht. Emaille bestaat in vele kleuren, al dan niet gedecoreerd met biesjes, bloemmotieven en letteropschriften. Zelfs in Art Deco-stijl. Per fabriek verschilden de biesjes, smal of breed; deze werden met de hand op het voorwerp aangebracht. De KAT-fabriek gebruikte naast de gouden bies ook gouden letters, terwijl BK een gouden bies met witte letters gebruikte. Grijs gewolkt emaille had nooit een bies. Voor het trekken van de biesjes gebruikte men bladgoud of bladzilver. De kleuren reseda, kobalblauw en mintgroen werden zowel met zilver als met goud gedecoreerd. De Dru gebruikte weinig of geen versiering: eenvoud was het kenmerk van de Dru. Ook heden ten dage worden er nog geëmailleerde pannen en andere voorwerpen gemaakt; het is een hoogwaardig product waar men lange tijd veel plezier aan kan beleven.
KRAAMKUSSENTJE In de komende jaren hopen we in het oude gedeelte steeds meer over te gaan op kleine presentaties rond een thema. Dat is mogelijk omdat het aantal voorwerpen dat wij nu bezitten – meer dan 5000 – steeds gevarieerder wordt en wij bepaalde lacunes in de verzameling proberen op te vullen terwijl we andere voorwerpen niet meer aannemen. Zo is er thans een kleine presentatie rond een kraamkussentje uit 1804, dat wij het afgelopen jaar ten geschenke mochten ontvangen van mevrouw van den Berg-Hartogsveld. Het kraamkussentje is afkomstig uit de familie van den Berg. Samen met een kraamsprei uit circa 1900 en een kraampakje uit 1928 (geschenk familie Blankert) verwijst het naar nu in onbruik geraakte gewoonten. Kraamsprei en het keiharde kleine kraamkussentje met de namen van de ouders van de baby uit 1804 waren bedoeld ter versiering van het
kraambed waarop de kraamvrouw pontificaal plaatsnam om de jonggeborene te tonen. Andere kleine presentaties zoals over de Glimfabriek, olielampjes en de Rotterdamse Marmerindustrie zijn in voorbereiding.
AMATEURKUNST: WERK VAN CORNELIS VAN LEEUWEN Tijdens de maand van de amateurkunst in september vorig jaar droegen de zusters Annie en Elsje van Leeuwen het werk van hun al in 1975 overleden vader aan. Besloten werd hiervan een kleine aparte tentoonstelling te maken. Deze is van begin februari tot en met april in de oude panden van het museum te bekijken. Cornelis (Kees) van Leeuwen werd geboren in Delft in 1926 maar vestigde zich begin jaren ’50 in Overschie waar hij tot zijn overlijden in 1975 bleef wonen. De Tweede Wereldoorlog zou een blijvend stempel op zijn leven drukken. Tijdens het transport voor verplichte tewerkstelling in Duitsland liep hij door mishandeling blijvende schade aan zijn rug op. Thuisgekomen in Nederland was het moeilijk om de draad weer op te pakken. Graag was hij alleen met de natuur. Hij gaf uiting aan zijn gevoelens door middel van schilderen, houtbewerking en archeologie. Veel op de Veluwe gevonden stenen voorwerpen werden door hem beschreven en getekend. Houtsnijden was zijn meest favoriete bezigheid maar aquarellen zijn het meeste van hem bewaard. In 1966 werd hij ingeschreven bij de “Famous Artists School te Amsterdam maar reeds op 49-jarige leeftijd kwam definitief het einde aan zijn creatieve uitingen. Voor de tentoonstelling werd een selectie gemaakt van het werk dat zijn dochters nog in bezit hadden, alles heel fijn getekend en geschilderd.
LEZINGEN, CONCERTEN EN EVENEMENTEN LITERAIRE AVOND MET MIDAS DEKKERS Het motto van de Boekenweek 2009 is “TJIELP TJIELP - De literaire zoo”. In het kader van de boekenweek schrijft de bioloog en auteur Midas Dekkers dit jaar het boekenweekessay, dat hij zal wijden aan het dier in de literatuur. De Boekenweek 2009 wordt gehouden van 11 maart t/m 21 maart. Op donderdagavond 19 maart om 20.00 uur houdt Midas Dekkers in de expositieruimte “De Melkfabriek” een lezing over en uit het Boekenweekessay en zijn andere werk. In de pauze is er gelegenheid zijn werk te kopen en te laten signeren. Kaartjes: á € 8.00 zijn verkrijgbaar bij boekhandel Bensmann & Blankstein, tel: 0104158206,
[email protected] en bij de bibliotheek Overschie 010- 4157568. email:
[email protected]. De avond wordt mede georganiseerd door de bibliotheek Overschie, deelgemeente Overschie en Boekhandel Bensmann & Blankstein.
CONCERTEN OP 8 MAART EN 19 APRIL Na het succes van het “de Lange-concert” in november, staan er voor dit winterseizoen nog 2 concerten op het programma. Over het concert van 8 maart kunnen wij u nog niet informeren, voor 19 april staan de “onnavolgbare vingers” van Kanako Inoue op het programma. Kanako werd geboren in Japan en studeerde piano aan de Hoge School voor muziek in Tokyo. In 2006 kwam ze naar Nederland om verder te studeren aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Kanako was halve finaliste bij het Vriendenkrans concours en speelde Mozart concerten in binnenen buitenland, o.a. met het Orkest van Bratislawa o.l.v. Alois J. Hochstrasser en met het HKU Studenten Orkest o.l.v. Otto Tausk. Voor het concert van 19 april staan werken van Haydn, Beethoven, Chopin en Schumann op het programma. Schrijft u deze datum alvast in uw agenda, want de “onnavolgbare vingers” van Kanako Inoue mag u beslist niet missen. Informatie over het concert van 8 maart vindt u binnenkort op de website en natuurlijk in de Overschiese Krant. Beide concerten beginnen om 14.00 uur in de Melkfabriek van het Museum. Toegangskaarten à € 7,50 zijn t.z.t. verkrijgbaar bij het Museum en bij boekhandel Bensmann & Blankstein. Desgewenst kunt U kaarten reserveren bij Wim Neeleman, tel. 06 2128 0727 of e-mail
[email protected].
WINTERMAALTIJD Gezien de grote belangstelling het vorige jaar is er opnieuw een Wintermaaltijd gepland, op verzoek ook vegetarisch. Vrijdagavond 6 februari om 18.00 uur bent U van harte welkom in “De Melkfabriek”voor de stamppotmaaltijd met klassiek nagerecht van puddingen. Uiteraard worden biologische groeten van de Hoeve Landzicht geserveerd. Sinds enige tijd is het museum afhaaladres voor de biologische groeten- en fruitpakketten van deze biologische boerderij uit de Hoekse Waard. Zie de betreffende folder in ons winkeltje. Opgave via email of telefoon 0104158864. Kosten 10 € pp.
VRIJWILLIGERSWERK Zaterdag 18 april is weer de voorjaarswerkdag in het Buitenmuseum. We proberen dan alles weer voor het nieuwe tuinseizoen geschikt te maken. Dit jaar komt er – zo is de bedoeling – een nieuwe wagenschuur voor onze oude boerenwagens. Maar ook op andere gebieden kunt U een steentje bijdragen. De toename van het aantal foto’s, waaronder zeer oude, is zo groot dat we graag het aantal mensen dat zich met de beschrijving en verwerking van foto’s bezighoudt, willen uitbreiden.
OP KOMST “Schilderwerk Irwin Roodsant” Vanaf begin april tot en met begin juni in de “Melkfabriek”. “Open Tuinendag / Overschie Groen” met boerenmarkt op zaterdag 20 juni. In het Buitenmuseum. Tijdens het Nationaal Museumweekend (4 en 5 april) is het museum geopend. Niet tijdens de museumnacht (7 maart)
MUSEUM REIKT OVERSCHIESE TURVEN UIT Op de onlangs gehouden Nieuwjaarsbijeenkomst van Museum Oud-Overschie werden twee onderscheidingen met bijbehorende oorkonde uitgereikt. Museumvoorzitter John van den Berg wilde twee vrijwilligers extra in het zonnetje zetten, de activiteiten van de overigen daarbij niet veronachtzamend. Hij overhandigde daarbij aan Dirk Brandhorst en Frederike van Brussel- van der Gaag een “Overschiese Turf” met bijbehorende oorkonde. Deze turf symboliseert het rijke verleden van Overschie dat de moeite waard is om tijd en energie in te steken. De bronzen “Overschiese Turf” is opdracht van het museum ontworpen door de bekende Rotterdamse beeldhouwer Robbert Jan Donker, wiens werk ver over de landsgrenzen bekendheid heeft verworven. Het bronzen turfje is tot nu toe nog maar aan enkele mensen Dirk Brandhorst, John van den Berg en Frederike Brussel-van der Gaag uitgereikt! Dirk Brandhorst heeft zich voor het museum heel verdienstelijk gemaakt door onder meer de verdere opbouw van de inmiddels gigantische fotoverzameling, het organiseren van de jaarlijkse excursie en veel praktische inzet op diverse terreinen. Frederike van Brussel – van der Gaag had al tijdens haar werkzame leven in de onderwijssector laten blijken dat ze na haar pensionering tuinwerk voor het museum wilde doen. Dat is ze ook blijven doen maar daarnaast heeft ze zich ingezet voor de opbouw en beschrijving van de verzameling van het museum en het inrichten van kleine tentoonstellingen van allerlei aard.
Nieuwjaarsreceptie 2009
Colofon Het Museumbericht is een uitgave van de Stichting Museum OudOverschie ‘De Hoop doet Leven’. Adres: Overschiese Dorpsstraat 134-140 3043 CV Rotterdam Tel. 010 415 88 64 E-mail:
[email protected] Website: www.museumoudoverschie.nl Openingstijden: Het museum is elke zondag gratis toegankelijk en geopend van 14.00 tot 17.00 uur. Verder iedere eerste zaterdag van de maand van 14.00 tot 17.00 uur.
Het Buitenmuseum is ieder weekend geopend van 12.00 tot 17.00 uur, te bereiken via de Overschiese Kerksingel en via het (geopende) museum. Het Museum is een stichting die geheel wordt gedreven door vrijwilligers en wordt in stand gehouden door jaarlijkse bijdragen (minimaal a 15,00 per jaar) van onze ongeveer 650 begunstigers. Nieuwe donateurs zijn van harte welkom. Opgave aan het museum of via Postbank 3220252 t.n.v. Penningmeester Museum Oud-Overschie te Rotterdam o.v.v. nieuwe donateur.