Beleidsregels Leerlingenvervoer schooljaar 2010-2011 1.
2.
3. 4. 5. 6.
Het college kent een voorziening toe aan de ouders van leerlingen die in de gemeente Heusden verblijven. Het college kent een voorziening toe rekening houdend met bepalingen in de Verordening Leerlingenvervoer. De aanvraag dient te worden gedaan met een aanvraagformulier. Ouders kunnen een vergoeding van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school als deze verder dan 4 kilometer van huis ligt en er geen scholen van dezelfde onderwijssoort en verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel een openbare school dichterbij de woning zijn gelegen. Het uitgangspunt is dat de leerling, voor zover van toepassing, geacht wordt gebruik te maken van het openbaar vervoer, of de fiets om van huis naar school te gaan. Het college bepaalt bij de toekenning van de voorziening de periode waarvoor deze wordt toegekend en de wijze waarop de voorziening verstrekt wordt. De schoolkeuze en het schoolbezoek, de wijze van vervoer, wordt tot de verantwoordelijkheid van de ouder gerekend. Een leerling die meerderjarig en handelsbekwaam is kan zelf een aanvraag voor bekostiging doen.
1.Vervoersvoorziening “Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan vier kilometer bedraagt. Voor de berekening van de afstand wordt de routeplanner van de ANWB gehanteerd, het gaat hier dan om de kortst gemeten weg””. Beleidsregels: 1. Bekostiging vindt plaats conform een door het college vastgestelde betalingssystematiek. 2. Het college bekostigt de kosten ten behoeve van een begeleider, indien de leerling jonger dan negen jaar is. Bekostiging vindt plaats conform een door het college vastgesteld bedrag. 3. In voorkomende gevallen waar, in het belang van het kind, bekostiging van vervoer tot problemen leidt, kan een passende voorziening worden gevraagd. Het college laat zich hierin adviseren door een speciale functionaris (coach) die wordt toegewezen door de gemeente. De coach kijkt samen met het gezin naar de eigen verantwoordelijkheid en de zelfstandigheidbevordering van het kind.
*000129490*
“Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan vier kilometer bedraagt”. Beleidsregels: 1 Het college verzorgt passend vervoer voor een leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval dat de afstand van de woning naar de school meer dan vier kilometer bedraagt en de handicap van de leerling een voorziening vereist. 2 Het college verstrekt de kosten van vervoer aan de ouders die hun kind zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren. Bekostiging vindt plaats conform een door het college vastgestelde betalingssystematiek. “Het college bekostigt de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft”. Beleidsregels: 1 Het college verstrekt aan de ouders de kosten van het weekeinde vervoer op basis van een door het college vastgestelde bekostigingssystematiek. Het betreft de eenmaal per weekeinde gemaakte reis van het internaat waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de schoolvakanties. 2 Het college verstrekt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de gemaakte reis van het internaat waar de leerling verblijft naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt. “Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken”. Beleidsregels: 1 Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt. Bekostiging vindt plaats conform een door het college vastgestelde betalingssystematiek 2. Het college verzorgt passend vervoer voor een leerling die een school voor primair of voortgezet onderwijs bezoekt omdat de handicap van de leerling een voorziening vereist. Het college laat zich adviseren door de coach, die wordt toegewezen door de gemeente.
2.Tijdstip en termijn van uitbetaling "Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging, met dien verstande dat het college kan bepalen dat de tijdsduur, indien dit mogelijk is, voor meerdere jaren of de gehele schoolperiode wordt vastgesteld." Beleidsregels: a. De tijdsduur van bekostiging voor leerlingenvervoer kan meerdere schooljaren zijn, tot maximaal de gehele schoolperiode. b. De bekostiging van leerlingenvervoer gebeurt in ieder geval per schooljaar indien de bekostiging afhankelijk is van het inkomen van de ouders. c. De vergoeding voor het eigen vervoer wordt uitbetaald in 2 termijnen. De bedragen worden uitbetaald aan de ouders op de volgende tijdstippen: 1e termijn: begin oktober 2e termijn: begin januari
3. Terugvordering " Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van bekostiging”. Beleidsregels: Het college hanteert het uitgangspunt dat ten onrechte ontvangen tegemoetkomingen voor leerlingenvervoer altijd van de ouder worden teruggevorderd tenzij er sprake is van dringende redenen om van terugvordering af te zien.
4. Ontzeggen van de toegang tot het vervoer door de gemeente "Het college kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer ontzeggen indien bij herhaling is gebleken dat de leerling door agressief gedrag of anderszins de orde in de bus verstoort of de veiligheid van bus en inzittenden in gevaar brengt". Beleidsregels: 1. klachten worden in beginsel door de vervoerder opgelost. 2. Na de melding van een klacht door de vervoerder bij de afdeling OWZ wordt een onderzoek opgestart. In het kader van dat onderzoek spreekt de beleidsmedewerker met vervoerder, chauffeur, ouders/verzorgers en/of school. Indien na het onderzoek blijkt dat sprake is van verwijtbaar gedrag van de leerling volgt een eerste waarschuwingsbrief aan ouders/verzorgers 3. Bij een volgende klacht wordt stap 2 herhaald en volgt een 2e waarschuwingsbrief. Het college zorgt in deze fase voor een extra zitplaats in de taxi om begeleiding van de leerling door één van de ouders mogelijk te maken.
Als er een begeleider meegaat, anders dan de ouder of verzorger en hier kosten aan zijn verbonden, zijn de kosten voor de ouder/verzorger. 4. Bij een volgende klacht kan een schorsing per direct volgen, voor een periode van één volle schoolweek. Er volgt een 3e waarschuwingsbrief aan ouders/verzorgers. 5. Bij een volgende klacht volgt met een 4e brief totale uitsluiting van het vervoer tot het eind van het schooljaar met een minimum van 3 maanden exclusief vakanties (schorsing aan het eind van het schooljaar kan dus doorlopen in het nieuwe schooljaar). Indien ouders na schorsing opnieuw gebruik willen maken van het leerlingenvervoer dan moet een nieuwe aanvraag worden ingediend. Indien er sprake is van niet of niet tijdig betalen van het drempelbedrag/eigen bijdrage t.b.v. leerlingenvervoer, gelden de volgende regels. Beleidsregels:
1. Indien de betalingstermijn is verstreken ontvangt men een betalingsherinnering (betalen binnen 14 dagen) van de invorderingsambtenaar. 2. Indien na deze herinnering niet betaald is ontvangt de ouder een aanmaning (2 weken) van de invorderingsambtenaar. 3. Indien alsnog niet betaald is krijgt de ouder een brief waarin staat dat de eerstvolgende maandag het vervoer stopgezet wordt.
5.Co-ouderschap Co-ouderschap is geen wettelijke term maar wordt in deze beleidsregels als volgt omschreven. Ouders, al dan niet gescheiden, die niet bij elkaar wonen, kunnen afspreken om hun kind(eren) gezamenlijk te (blijven) verzorgen en opvoeden. Er is sprake van co-ouderschap als zowel de ene ouder, als de andere ouder in een regelmatige afwisseling de zorg voor het kind of de kinderen hebben. Beleidsregel: Bij co-ouderschap kan er recht zijn op bekostiging van leerlingenvervoer voor de dagen dat de leerling bij de betreffende ouder verblijft. De beide ouders moeten afzonderlijk een aanvraag indienen voor de dagen dat het kind tijdens vaste weekdagen bij hen verblijft.
6. Drempelbedrag “Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs, van wie het inkomen meer bedraagt dan €. 23.400, - wordt een drempelbedrag gevraagd van € 458,00”.
Beleidsregel: Indien aanspraak bestaat op bekostiging van een vervoersvoorziening op basis van een door het college vastgestelde bekostigingssystematiek wordt het drempelbedrag niet geheven.
7. Deskundigen Beleidsregel: Als deskundige zoals bedoeld in de Verordening Leerlingenvervoer worden beschouwd de personen met een registratie zoals bedoeld in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, leerplichtambtenaren, gezinsvoogden en andere (jeugd)hulpverleningsinstanties die in het gezin werkzaam zijn, of de school. In voorkomende gevallen waar, in het belang van het kind, bekostiging van vervoer tot problemen leidt, kan een passende voorziening worden gevraagd. Het college laat zich hierin adviseren door een speciale functionaris (coach) die wordt toegewezen door de gemeente. De coach kijkt samen met het gezin naar de eigen verantwoordelijkheid en de zelfstandigheidbevordering van het kind.
8.Buitenschoolse opvang “Gemeenten hebben de zorgplicht voor het leerlingenvervoer van huis en naar school en terug. De gemeente is niet verplicht om het vervoer naar en van een BSO te vergoeden”. Steeds vaker bereikt ons de vraag om kinderen ’s middags naar de BSO of een ander opvangadres te brengen. Dit past beter bij de tijdsgeest waarin beide ouders werken, dan wel een alleenstaande ouder werkt en geconfronteerd wordt met een organiek probleem omdat hun kind naar het speciaal onderwijs gaat. Beleidsregel: - De ouder van een kind dat een school voor speciaal (voortgezet) onderwijs bezoekt mag naast het woonadres één ander adres opgeven waar het kind na schooltijd opgevangen wordt op vaste dagen in de week. - Het opvangadres moet in alle redelijkheid bereikbaar zijn. - De meerprijs van huis naar het opvangadres is voor eigen rekening van de ouders. - De meerkosten worden per kwartaal in rekening gebracht bij de ouder.
9. Hardheidsclausule "Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze Verordening, zonodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie van begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen".
Beleidsregel: De hardheidsclausule wordt niet toegepast als er alleen sprake is van de omstandigheid dat ouders/verzorgers wegens werkzaamheden of andere bezigheden de leerling niet naar school kunnen brengen. Toelichting: De Verordening Leerlingenvervoer kent een hardheidsclausule. Dat betekent dat in gevallen die niet in de Verordening geregeld zijn en waarin dit tot een kennelijk onbillijke situatie zou leiden er met een beroep op deze bepaling alsnog bekostiging van leerlingenvervoer kan worden verleend. Toepassing van de hardheidsclausule is bedoeld voor echt uitzonderlijke situaties, omdat het overgrote deel van de voorkomende situaties in de Verordening is geregeld. Ook van de beleidsregels zelf kan worden afgeweken. Dit geldt dan eveneens voor situaties waarin de toepassing van de beleidsregels tot een kennelijk onbillijke uitkomst zou leiden. In deze beleidsregels is bepaald dat de hardheidsclausule in een aantal situaties niet zal worden toegepast. Met nadruk staat er dat dit geldt indien er alleen sprake is van de genoemde omstandigheid. De reden daarvan is dat ook ouders die geen aanspraak maken op leerlingenvervoer in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor het vinden van een oplossing voor het schoolvervoer wegens werk of opleiding. De genoemde omstandigheden kunnen wel in combinatie met andere relevante omstandigheden aanleiding zijn voor het toepassen van de hardheidsclausule.
10. Overgangsregeling Voor leerlingen die in het schooljaar 2009-2010 vervoerd werden blijft, indien de ouders dat wensen, uiterlijk tot schooljaar 2013-2014 aanspraak bestaan op een gelijkwaardige voorziening van en naar de school die in het schooljaar 2009-2010 bezocht werd en zolang de betreffende school bezocht wordt. De beleidsregels onder 1 zijn voor deze groep niet van toepassing.
11. Datum inwerkingtreding De ingangsdatum van de beleidsregels is de dag na publicatie van de beleidsregels in het gemeenteblad.