Beleidsplan VVE Inhoud:
Voorwoord Gemeentelijk vve-beleid VVE condities - Groepsgrootte en bezetting - VVE-tijd per week - Kwaliteit leidsters - Nederlandse taal leidsters - Leidsters zijn geschoold - Jaarlijks Opleidingsplan Het aantal kinderen en de beroepskrachten. Met welk programma werken wij? Hoe brengen wij dit programma ten uitvoer? Ouderparticipatie Jaarlijks opleidingsplan locatieplan
Voorwoord. In dit VVE-beleidsplan staat beschreven op welke wijze kinderopvang Ziezo uitvoering wil geven aan de voor- en vroegschoolse educatie. Aan de voor- en vroegschoolse educatie ligt een visie ten grondslag. Deze visie en de vertaling hiervan in doelstellingen zijn nader uitgewerkt in dit VVE-beleidsplan. Dit VVE-beleidsplan is bestemd voor ouders, medewerkers, stagiaires, beleidsambtenaren, onderwijskrachten en andere belangstellende. Het beleidsplan geeft inzicht in de doelstellingen en activiteiten. Ouders worden aan de hand van dit beleidsplan geinformeerd over ons VVE-aanbod, en hoe wij deze vertalen naar onze visie en het uiting krijgt. Zo weten zij wat zij mogen verwachten. In het kader van voorschoolse educatie en doorgaande leerlijnen is het voor het basisonderwijs van belang te weten wat wij op dit terrein te bieden hebben. De reden waarom wij kiezen voor een vve-aanbod is omdat wij zeker de meerwaarde van een goed peuteraanbod zien. Kinderen zijn nieuwsgierig, en willen dingetjes te weten komen. Kinderen willen leren, op avontuur door het leven. En dat is nu juist datgene wat wij willen bieden. Ons programma wordt dan ook aan ieder kind aangeboden. Het VVE-beleidsplan is de basis voor het werkplan op locatie. Het VVE-beleidsplan is nooit af. Het is in ontwikkeling. Nieuwe ervaringen en inzichten met betrekking tot de ontwikkeling van de kinderen en de begeleiding daarin, zijn voor directie, medewerkers en ouders reden om dit VVE-beleidsplan met regelmaat te bekijken en indien nodig aan te passen. Medewerkers en Directie Ziezo Kinderopvang
1. Gemeentelijk VVE-beleid Wat houdt voor- en vroegschoolse educatie (VVE) in? Vanaf 2000 zijn er in Nederland belangrijke impulsen gegeven aan de voor- en vroegschoolse educatie. Voor- en vroegschoolse educatie houdt in dat kinderen op jonge leeftijd meedoen aan educatieve programma’s. De centrumprogramma’s beginnen in een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf en lopen door in de eerste twee groepen van de basisschool. De doelstelling van het landelijk VVE -beleid is, om kinderen al op jonge leeftijd zodanig te ondersteunen dat zij zonder achterstand op de basisschool kunnen starten. Iedere gemeente is verplicht een beleid hierin op te stellen. De gemeente hebben een wettelijke verantwoordelijkheid om een goed voorschools aanbod te bieden aan jonge kinderen met een ontwikkelingsachterstand. Steeds wordt eerst het vve-beleid van de gemeente getoetst aan de wet OKE en vervolgens worden de vve-locaties beoordeeld. Iedere kinderopvangorganisatie mag zelf bepalen of zij een vve-locatie willen zijn. Ziezo heeft aangegeven dit traject te willen volgen. De reden waarom wij hiervoor kiezen is omdat wij zeker de meerwaarde van een goed peuteraanbod zien. Kinderen zijn nieuwsgierig, en willen dingetjes te weten komen. Kinderen willen leren, op avontuur door het leven. En dat is nu juist datgene wat wij willen bieden. Ons programma wordt dan ook aan ieder kind aangeboden. De gemeente Someren ontvangt van het rijk subsidies om dit goed te kunnen organiseren. Zij bepalen of een kind in aanmerking komt voor deze gelden. Helaas heeft de gemeente ook bepaald dat het geld niet bij de ouder maar bij éen vast kindcentrum terecht komt. Ouders mogen zelf dus niet bepalen waar hun kind, wanneer diegene een achterstand heeft en dus in aanmerking komt voor extra gelden, het vve-aanbod volgt. Dit houdt voor ons in dat wanneer een kind een achterstand heeft en waarbij 1 van de ouders niet werkt, en dus geen recht heeft op kinderopvangtoeslag, wij geen gesubsidieerde plaatsen aan kunnen bieden. Voor kinderen waarbij de ouders beide werken is dat wel het geval. De overheid heeft bepaald dat deze gelden rechtstreeks naar de ouders gaan in de vorm van de kinderopvangtoeslag. Zo kunnen zij zelf bepalen welke kinderopvang zij het beste bij hun kind vinden passen en waar zij het meeste geloof in hebben. Het gemeentelijk vve-beleid is bij de gemeente in te zien.
2. VVE-condities Om gecertificeerd te zijn als een vve-locatie moet de locatie aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. De volgende aspecten zijn hieronder verder uitgewerkt; a. Condities b. Registratie c. Kwaliteit van de uitvoering d. Ouderbetrokkenheid en informeren ouders e. Doorgaande lijn voorschools- vroegschools f. Overdracht kindgegevens naar basisschool g. Ontwikkeling, begeleiding en zorg
2.a Condities Alle beroepskrachten dienen minimaal over een SPW3 diploma te beschikken. Degene die op de peutergroep staan dienen VVE geschoold te zijn; De vaste groepsleiding bestaat uit een team van 9 personeelsleden: Fanneke van der Schouw, 01-04-1975 (diploma’s: HAVO, Directiesecretaresse, Sociale hygiene, SPW3, AOV, BHV, vve Puk en Ko, Vve- Versterk, Kijk registratie), Saskia van Lieshout, 18-12-1976 (diploma’s HAVO, PABO, BHV, Communicatie, Vve Puk en Ko, Vve versterk, Kijk registratie) Annette kuilder, (diploma’s HAVO, PABO, BHV, Omgang met autistische kinderen, Vve versterk, Kijk registratie) Nicole van Mullekom, 26-07-1990 (diploma’s: MAVO, SPW3, BHV, Vve versterk, kijk registratie), Mandy Manders, 30-08-1987(diploma’s: MAVO, SPW3, BHV, Vve Puk en Ko, Vve-versterk, Kijk registratie), Sandra Loomans 10-05-1978 (diploma’s: SPW3, BHV,Methodisch opleiden BPV, Vve Puk en Ko, Vve versterk, Kijk registratie.), Sanne van der Sanden 26-10-1988 ( diploma’s: SPW 2, SPW3, BHV, Vve Puk en Ko, Vve versterk, Kijk registratie), en Kim van Meelis, 20-11-1981 (diploma’s: MAVO, SPW 3, BHV, Vve versterk, Kijk registratie) Micha van de Bogaard, 27-3-1990 ( diploma’s: MAVO, SPW 3, BHV, Vve versterk, Kijk registratie) Een verklaring omtrent het gedrag van alle personeelsleden is op Ziezo aanwezig. Alle beroepskrachten zijn de Nederlandse taal machtig. Ook behoort ieder jaar opnieuw gekeken te worden naar het jaarlijks opleidingsplan. 2014-2015: - gaan wij kijken naar de beste manier om de kindgegevens en observaties te rangschikken. - hoe en wat we gaan observeren - gebruik van een groepsplan - maken van kind gerichte plannen - uitzetten van kwaliteitseisen naar het basisonderwijs Dit doen we door samen te kijken door middel van overlegmomenten en vergaderingen, wat we nu precies willen, wat we nu missen en waar we naar op zoek zijn. Na verschillende overlegmomenten zoals hierboven beschreven zijn wij gaan kijken naar verschillende methodes die actief zijn. Ook hebben we geinformeerd bij de scholen waar wij mee samenwerken,met welke methode zij werken, en
overleg gehad met leerkrachten (groep ½) van de desbetreffende scholen, over hun methodes, hoe zij er mee werken en wat zij ervan vinden. Met deze informtie hebben wij besloten om te gaan werken met KIJK. Hierin hebben we begeleiding gekregen en zijn we inmiddels geschoold. Al onze personeelsleden hebben vervolgens VVE versterk gevolgd. 1 x per maand hebben we overleg over de werkbaarheid, coachen we elkaar en zoeken we samen naar de meest ideale werkvorm omtrent de bovenstaande doelen. Saskia (VVE-coordinator) heeft overleg met de directrice van Obs de Ranonkel. Samen stellen zij hun locatieplan op. We gaan uit van een plan wat mag groeien. Er is hierover om de 3 weken contact en worden er afspraken gemaakt om gezamenlijk het plan op te zetten. Er is overleg met de leerkrachten van groepen 1 en 2. Samen met hen zijn er om de 2 maanden overlegmomenten gepland om Vve vorm te geven. Deze uitkomsten daarvan worden weer door Saskia vertaald naar de groepsleidsters en besproken in ons eigen overleg. Van hieruit kijken wij of er scholing buiten ons zelf plaats moet vinden, en welk traject we gezamenlijk gaan nemen. Dit opleidingsplan geldt voor alle leidsters, omdat dit voor iedereen belangrijk is.
2.b Registratie Van ieder kind op Ziezo is een ‘kindmap’ aanwezig. Hierin staan de gegevens van het kind, observaties, de leerdoelen en actiepunten beschreven. Deze gegevens horen actueel te zijn. Deze gegevens zijn ook belangrijk voor de overdracht naar school toe. Hierin staat ook beschreven het precieze aantal maanden (vanaf wanneer een kind bij ziezo is begonnen) aantal dagdelen wat het kind per week volgt, per wanneer het kind naar de peutergroep is ‘verhuisd’ en van welk gevolgd VVE-programma gebruik is gemaakt. Deze gegevens dragen wij over naar de desbetreffende school in de vorm van een overdrachtsformulier, kijkregistratie en indien gewenst of nodig een mondelinge overdracht.
2.c kwaliteit van de uitvoering Wij werken met een gecertficeerd programma voor de voorschool: het programma Uk en Puk en Puk en Ko. Dit is het totaalprogramma van Zwijssen. De reden waarom wij hiervoor gekozen hebben is omdat alle basisscholen waar wij mee samenwerken werken met Schatkist. Dit sluit aan bij Puk en Ko en Uk en Puk. Beide uitgaves zijn ontwikkeld aan de hand van de kwaliteitseisen die gesteld worden aan een voor- en vroegschoolsprogramma en voldoet hiermee aan de eisen vanuit de Wet OKE. Het programma heeft als hoofddoel gesteld dat het kinderen een brede start in het basisonderwijs wil bieden om zo onderwijsachterstanden te voorkomen. De ontwikkelingsgebieden spraak- en taalontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling, zintuiglijke ontwikkeling, en ontluikende rekenprikkels komen geïntegreerd aan bod. Het uitgangspunt is dat kinderen leren door te spelen. Wij werken met dit programma o.a. als bronnenboek. Dat betekent dat wij niet alleen de uitgewerkte thema’s van Uk & Puk en Puk & Ko gebruiken, maar veelal zelf thema’s bedenken en hierbij een passend programma maken met o.a. ideeen vanuit Uk & Puk en Puk & Ko. Al onze thema’s zijn uitgewerkt in doelen en opgezet zoals het vve-programma Puk en Ko. De materialen die gebruikt worden bij dit vve-programma hebben een dagelijkse rol. Zo werken wij bijvoorbeeld met de dagritmekaarten van Puk. Een dag verloopt dan ook gestructureerd:
Tijd:
Activiteit:
7.30-9.00
Kinderen komen binnen. Ieder kind wordt begroet. Er is tijd om een praatje te maken met het kind en de ouder. Voor ieder kind nemen wij de tijd om op een goede manier afscheid te nemen van papa of mama. Dit kan zijn door samen te gaan zwaaien of door het kind op weg te helpen bij het kiezen van een werkje.
9.00-9.30
Kring: Hierin wordt het volgende altijd besproken: – de dagen van de week: liedje maandag, dinsdag etc. Welke dag het is, en ophangen van de dagkaart. – bijhouden presentielijst, daarbij ieder kind nogmaals een goede morgen wensen. – Activiteit met Puk, onze handpop – dag doorspreken adhv de dagritmekaarten van Puk
9.30-10.00
– Gezamenlijk fruit eten
10.00-11.00
– keuzekring adhv takenbord. De kinderen kiezen een activiteit dmv het takenbord. Sommige kinderen zijn al bij een taak geplaatst ivm de kleine kring. Wanneer een kind klaar is met zijn taakje, heeft hij weer de mogelijkheid om iets anders te kiezen.(Na opgeruimd te hebben)
11.00-11.30
Buiten of klimrek
11.45-12.30
Eten
12.30-13.30
Rust moment, wisselmoment. Sommige kinderen gaan naar huis of
komen naar Ziezo. Sommige kinderen gaan slapen. 13.30-14.30
Vrije keuze
14.30-15.30
Thee leuten
15.30- 17.00
– keuzekring adhv takenbord. De kinderen kiezen een activiteit dmv het takenbord. Sommige kinderen zijn al bij een taak geplaatst ivm de kleine kring. Wanneer een kind klaar is met zijn taakje, heeft hij weer de mogelijkheid om iets anders te kiezen.(Na opgeruimd te hebben)
17.00-17.30
Fruit
17.30-18.30
Kinderen worden opgehaald. Van ieder kind wordt afscheid genomen. Er is tijd om een praatje te maken met het kind en de ouder.
Bij het opzetten van een thema, maken wij gebruik van de volgende cirkel:
Daarnaast gebruiken wij een zelfgemaakte thema-voorbereidingslijst:
Voorbereiding thema & observatielijst Maandag Prentenboek
In kring:
aandachtig luisteren naar een verhaal antwoord geven op vragen over
activiteit
het verhaal navertellen van het verhaal m.b.v. prenten weergeven vd volgorde van gebeurtenissen in een verhaal Puk Kind kan vertellen wat de emotie is van Puk en waarom Rijmen (versje) Begrijpen van eenvoudige opdrachten; Kun jij een bekertje pakken voor Puk Dezelfde zoeken Sorteren; bijv, klein bij klein, kleur bij kleur etc. Meten, past iets? bijvoorbeeld welk cadeau past in welke tas. Telactiviteit: leg maar eens 3 pepernoten in het bakje. Kleur benoemen activiteit Begrippen oefenen op naast onder boven links rechts voor beneden Fijne motoriek knippen
Sociaalemotionee l
prikken strijkkralen blokken stapelen, kan ook met duplo,lego plakken vouwen Kralen rijgen Kleien, boetseren puzzelen Pop aanuitkleden Kleuren binnen de lijntjes verven overtrekken Grove motoriek rennen huppelen hinkelen Ergens af springen koprol kruipen Evenwicht bewaren gooien vangen klimmen Op tenen lopen Omgaan met een taak Doet uit zichzelf mee aan de opdracht Begrijpt de opdracht Is geconcertreerd bezig aan de opdracht Heeft bevestiging nodig Moet
gemotiveerd worden Heeft veel hulp nodig Begint na uitleg zelf aan de opdracht Vrij spelen Kind kan zelf kiezen Kind neemt af en toe deel aan samenspel met anderen Samenspel verloopt goed Weet wat wel/niet mag Driftig als iets niet lukt of niet mag Kan zelf conflict oplossen Pakt vaak speelgoed af Doet anderen pijn , slaan schoppen zonder reden Doet andere kinderen pijn uit frustratie omdat iets oneerlijk is Heeft belangstelling voor andere kinderen Kind komt zelf met ideeen Kind volgt het spel zelfredzaamhei d Zelf jas aan Zelf jas uit Zelf jas open Zelf jas dicht Zelf schoenen
aan Zelf schoenen uit Zichzelf uitkleden Zichzelf aankleden Zelf boterham smeren Zindelijk Aan de hand van deze lijst krijgt een thema vorm. Tevens gebruiken wij de weken waarin wij werken met een thema als de ‘observatie of toets momenten’. de weken na een thema werken wij gericht aan kinddoelen a.d.h.v. het geobserveerde. Dit wordt uitgewerkt in een thema-planner: Doel Thema: Woordenlijst Zelfstandige naamwoorden
werkwoorden
Week 1 maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag Week 2 maandag dinsdag woensdag donderdag
Overige woorden
vrijdag Week 3 maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag
Voorbeeld thema: Thema: Koningendag. Een speciale gebeurtenis in Nederland, dat we niet zomaar voorbij kunnen laten gaan. Doel Thema: Kinderen bewust maken van de grote gebeurtenis rondom het koningshuis. Doelgroep: Peuters Woordenlijst Zelfstandige naamwoorden De koning Het feest De kroon De mantel De koets De medaille De vlag De troon Het sieradenkistje Het paleis Het kasteel
werkwoorden Zwaaien Zingen Een buiging maken
Overige woorden Koninginnedag Majesteit netjes sjiek goud zilver
Week 1 Gedurende het eten gaan we ook dekinderen zelf brood leren smeren.en netjes de bekers vast te houden. Daarna netjes de mond te poetsen etc. Wanneer het lukt met het smeren dan krijgen ze een smeerdiploma. Dat zijn de placemats die beneden bij het wasmachine liggen. Maandag Puk heeft een kaart in zijn rugzakje. Hij is dol enthousiast, want het is Sas: maken kring een hele speciale kaart. Op de kaart staat dat wij een nieuwe koning fotolijstjes 9.00 uur zullen krijgen. Onze koningin gaat stoppen met werken omdat ze oud van wordt. Ze wil graag oma zijn. En daarom wordt haar zoon, de Prins Pur.Zorgen koning. Onze nieuwe koning zal door Nederland gaan reizen om kennis voor houten te maken met Nederland. Hij wil graag iedereen leren kennen. En plankjes daarom komt hij maandag 29 April op Ziezo lunchen… waarop pur gespoten kan We krijgen dus de koning op bezoek ! Wat weten we al van een worden. koning? Meebrengen Hoe ziet een koning of koningin eruit? van rays
Puk heeft een koffer met allerlei kleren en voorwerpen. Het is aan ons om de juiste kleren gebouw en voorwerpen eruit te zoeken. Nu we weten hoe een koning of koningin eruit ziet gaan we mooie foto’s maken en een koninklijk fotolijstje daarbij. In de kring maken we al de foto’s. zorg dat de kinderen de spulletjes uit de koffer aandoen en gaan staan en kijken als een koning. Doel sorteren. Observeer hierbij het sorteren.
Activiteit 10.00
Knutselen fotolijstje. De kinderen krijgen een fotolijstje van pur. Die gaan zij verven. Doel: verven. Observeer hierbij verven en penseel greep
Puk is helemaal in z’n nopjes. Hij is zo vrolijk door het nieuws! Hij zingt
school de grote blokken. houten plankjes Pur Goud/zilver verf Maken kaart Puk
11.15
vrolijk het liedje. Aanleren liedje: (melodie hoedje van papier) 1234 de koning komt, de koning komt, 1234 de koning die komt hier In een mooie koets ter paard Komt hij op de thee met taart 1234 de koning die komt hier
middag
Dinsdag 9.00 uur Kring
Waar woont een koning? Bouw samen met de kinderen een kasteel muur van de grote blokken. Maak hiervan een hoek zodat dit onze speelhoek wordt. Zet hierin de ronde tafel met stoelen. Pak ook van de verjaardagsspullen de prinsessen en ridder omhulsel voor 2 stoelen . Zet 2 stoelen met deze omhulsels tegen de muur in het kasteel. Nu kan de koffer met de juiste spullen van vanochtend in deze hoek. kinderen kunnen daarna nog verder kastelen bouwen: blokken, duplo, buiten in de zandbak
Puk heeft een kroon op. Veel te groot, maar hij zit helemaal in zijn rol. Wat een mooie muts zeg! Puk weet dat dit geen muts heet. Weten de kinderen hoe zo’n muts heet? Valt het de kinderen op dat de kroon
Kronen maken van klein naar
niet de goede maat van Puk is? Pak de kronen erbij en kijk welke maat de goede maat van Puk is. Probeer de kinderen de kronen in de juiste volgorde te laten leggen. Benoem klein, kleiner, groot groter etc. observeer hierbij: meten. Benoemen kleiner klein etc. Vraag na de activiteit waarop Puk zo graag koning wil zijn. Puk pakt de kaart uit zijn rugzak. Lees het nog een keertje voor voor de kinderen die het nog niet weten. 10.00 Activiteit:
11.15
Knutselen kroon Geef de kinderen een oranje vouwblaadje en laat ze deze in stukjes knippen. Hiermee gaan we de strook versieren. meet de zilveren reep af op het hoofd en maak er een kroon van. Niet deze alvast vast. De kinderen krijgen lappen aluminium folie. Hier moeten ze lange rollen van draaien. Doe het een keertje voor. Als ze er genoeg gemaakt hebben kijk dan samen met het kind hoe de repen verdeeld worden op de kroon. En niet deze vast. Mochten ze bovenop ook nog papier willen plakken dan kan dat nu. observeer hierbij: knippen en kleien / boetseren
Aanleren liedje: (melodie hoedje van papier) 1234 de koning komt, de koning komt, 1234 de koning die komt hier In een mooie koets ter paard Komt hij op de thee met taart 1234 de koning die komt hier He 1234, ik ken nog een leuk spelletje. Pak de sieradenkistjes erbij met de dobbelsteenstippen erop. Kunnen zij het goede aantal edelsteentjes in de kistjes doen? Kent iemand ook al de getalletjes erbij?. Observeer tellen
middag
Versier samen met de kinderen de bakfiets. De bedoeling is dat dit de koets wordt. Als de fiets versierd is, mogen de kinderen omstebeurt
groot. Zilverrepen, aluminium folie
met de kroon op in de bakfiets. De bedoeling is ook dat de kinderen sjiek gaan zwaaien. Observeer: doet het kind uit zichzelf mee aan de opdracht.
Woensdag 9.00
10.00
Puk heeft zijn kroon op en nu ook medailles om! Wauw! Hij vindt ze zelf ook prachtig! Het is wel een beetje zwaar al die medailles om. Hij wil ze graag terug leggen, maar heeft een probleempje. Hij weet niet meer waar hij ze nu neer moet leggen. Waar heeft hij ze vandaan? Hij vertelt dat hij ze gevonden heeft in kistjes. Pak de kistjes erbij. Op de kistjes staan de vormen van de medailles. Kijk samen met de kinderen in welk kistje de juiste medaille hoort te liggen. Observeer hierbij: sorteren. Kunnen de kinderen ook al de vormen benoemen? Knutselen medaille Laat de kinderen strijkkralen. Observeer hierbij de fijne motoriek. Maak daarna hieraan een lint zoals onderstaand plaatje. Met de sluitspeld kunnen we bij de kinderen hun medaille opspelden.
Eventueel nog kleurplaat van vormen. (de kroon waarbij ze vormen een speciale kleur moeten geven) Aanleren liedje: (melodie hoedje van papier) 11.30
1234 de koning komt, de koning komt, 1234 de koning die komt hier In een mooie koets ter paard Komt hij op de thee met taart 1234 de koning die komt hier
He 1234, ik ken nog een leuk spelletje. Pak de sieradenkistjes erbij met de dobbelsteenstippen erop. Kunnen zij het goede aantal edelsteentjes in de kistjes doen? Kent iemand ook al de getalletjes erbij?. (observeer tellen) donderdag Puk is in tranen. Puk heeft de sieradenkistjes laten vallen. Nu zit alles door elkaar. Kunnen wij helpen? Wij helpen met de juiste kleuren zoeken. Laat de kinderen ook de kleuren benoemen. Activiteit: Sieraden maken. Nodig: klei ijzerdraad en goudverf. Laat de
kinderen bolletjes draaien van klei en aan hun ijzerdraad rijgen. Als laatste verven en klaar.
Aanleren liedje: (melodie hoedje van papier) 1234 de koning komt, de koning komt, 1234 de koning die komt hier In een mooie koets ter paard Komt hij op de thee met taart 1234 de koning die komt hier He 1234, ik ken nog een leuk spelletje. Pak de sieradenkistjes erbij met de dobbelsteenstippen erop. Kunnen zij het goede aantal edelsteentjes in de kistjes doen? Kent iemand ook al de getalletjes erbij?. (observeer tellen Vrijdag 9.00
10.00
Middag maken sieradenkistje Puk is een beetje zenuwachtig.. Wat als straks de koning komt. Hoe doe je dan? Zeg je dan Ha Koning, kei gaaf dat je er bent? Vertel aan Puk dat je dat precies weet! Leer de kinderen en Puk een buiging te maken, op hakken te lopen, recht lopen met een boek op je hoofd, een buiging maken. Welkom Majesteit te zeggen met een hele sjieke stem etc. De etiketten dus ! Taart decoreren.
Week 2 maandag
Vandaag is de grote dag, vandaag komt Koning Willem alexanders! Puk heeft z’n kroon op, ketting om, en een vlaggetje paraat om hem zometeen toe te zwaaien. (Sas regelen koets) Dat is een goed idee. Die moeten wij ook nog maken! Dat had Puk al gedacht! Hij heeft de spulletjes meegenomen. Dan kunnen we meteen aan de slag!Puk We gaan samen de tafel opdekken, alles mooi klaarzetten in de grote zaal. We gaan 1 lange tafel maken en daar koninklijke stoel aanschuiven. Als we nog even tijd hebben, gaan we nog iets lekkers maken: Zomer-Koninkjes! We smelten witte chocolade. De aardbeien dippen we eerst in de chocolade en daarna in blauwe "suiker".
Brief voor ouders dat ze op bezoek mogen komen, wel iets meenemen eten en opgeven. Middag kijkdoos maken: Laat de doos verven en de figuren kleuren. Plak deze er daarna in.
BSO: Koekjes bakken voor vanmiddag, helpen mooi alles klaar te zetten en spiesjes maken van knakworstjes, kaas, druiven en leverworstje. Middag kntselen medailles van vilt:
Of
dinsdag
Koninginnedag
Thema: Koningendag. Een speciale gebeurtenis in Nederland, dat we niet zomaar voorbij kunnen laten gaan. Doel Thema: Kinderen bewust maken van de grote gebeurtenis rondom het koningshuis. Doelgroep: baby/dreumes Woordenlijst Zelfstandige naamwoorden De koning De kroon De koets De medaille De vlag
werkwoorden Zwaaien Een buiging maken
Overige woorden Koninginnedag Majesteit netjes sjiek
Week 1 Maandag kring 9.00 uur
Puk heeft een kaart in zijn rugzakje. Hij is dol enthousiast, want het is een hele speciale kaart. Op de kaart staat dat wij een nieuwe koning zullen krijgen. Onze koningin gaat stoppen met werken omdat ze oud wordt. Ze wil graag oma zijn. En daarom wordt haar zoon, de Prins koning. Onze nieuwe koning zal door
Sas: maken fotolijstjes van Pur.Zorgen voor houten plankjes waarop pur gespoten kan worden. Meebrengen van rays
Nederland gaan reizen om kennis te maken met Nederland. Hij wil graag iedereen leren kennen. En daarom komt hij maandag 29 April op Ziezo lunchen…
school de grote blokken.
houten plankjes We krijgen dus de koning op bezoek ! Wat weten we al Pur van een koning? Goud/zilver verf Hoe ziet een koning of koningin eruit? Maken kaart Puk Puk heeft een koffer met allerlei kleren en voorwerpen. Het is aan ons om de juiste kleren gebouw en voorwerpen eruit te zoeken. Nu we weten hoe een koning of koningin eruit ziet gaan we mooie foto’s maken en een koninklijk fotolijstje daarbij. In de kring maken we al de foto’s. zorg dat de kinderen de spulletjes uit de koffer aandoen en gaan staan en kijken als een koning. Activiteit 10.00
Doel sorteren. Observeer hierbij het sorteren.
Knutselen fotolijstje. De kinderen krijgen een fotolijstje van pur. Die gaan zij verven. Doel: verven. Observeer hierbij verven en penseel greep
11.15
Puk is helemaal in z’n nopjes. Hij is zo vrolijk door het nieuws! Hij zingt vrolijk het liedje. Aanleren liedje: (melodie hoedje van papier)
Dinsdag
1234 de koning komt, de koning komt, 1234 de koning die komt hier In een mooie koets ter paard Komt hij op de thee met taart 1234 de koning die komt hier Puk heeft een kroon op. Wat heeft Puk nu voor mooie kroon op. Misschien zegt er al iemand kroon. Zo niet, laat Puk dan uitleggen dat dit een kroon is. Knutselen kroon
Laat de kinderen de kroon beplakken. Een andere optie is ook
Kronen maken van klein naar groot. Zilverrepen, aluminium folie
11.15
Of
middag
Aanleren liedje: (melodie hoedje van papier) 1234 de koning komt, de koning komt, 1234 de koning die komt hier In een mooie koets ter paard Komt hij op de thee met taart 1234 de koning die komt hier Woensdag 9.00
Puk heeft zijn kroon op. Hij wil koning zijn. Maak van de kinderen mooie foto op de roze troon. Schilder het handje geel en maak op de foto, op zijn hoofd een kroon van de hand. Dus de vingers omhoog. Waneer je tijd over hebt kun je van dunne reepjes een lijstje maken om de foto donderdag Puk heeft sieradenkistjes bij zich. Kunnen de kindjes de kleuren al sorteren? Ik weet niet of de edelsteentjes te klein zijn voor zo’n Imke en Nina ivm in de mond stoppen. Anders zou je gewoon gekleurde vouwblaadjes kunnen pakken. Begin met 3 verschillende kleuren, maak het niet te moeilijk. Aanleren liedje: (melodie hoedje van papier) 1234 de koning komt, de koning komt, 1234 de koning die komt hier In een mooie koets ter paard Komt hij op de thee met taart
1234 de koning die komt hier
Vrijdag
Middag: fiets met enkele kleintjes en de bakfiets die nog steeds versierd is als koets naar de aardbeien trekmuur. Kinderen die een kroontje gemaakt hadden dinsdag kunnen deze eventueel opzetten. Laat ze vooral zwaaien als de koningin. Neem klein geld mee voor de trekmuur . Neem 2 doosjes aarbeien mee Maak een foto van het kindje op de roze stoel van de zijkant. Dus neem de foto schuin van het stoeltje. Het kindje mag je wel naar de lens laten kijken. Probeer ze te laten zwaaien en zet een kroontje op. Laat de kinderen de kleurplaat van de koets kleuren. Plak hier daarna de foto in, dus alsof het kind in de koets zit als koning of koningin. Week 2
maandag
dinsdag
Vandaag is de grote dag, vandaag komt Koning Willem alexanders! Puk heeft z’n kroon op, ketting om, en een vlaggetje paraat om hem zometeen toe te zwaaien. Dat is een goed idee. Die moeten wij ook nog maken! Dat had Puk al gedacht! Hij heeft de spulletjes meegenomen. Dan kunnen we meteen aan de slag!
Om 12 uur komt Prins Willem Alexanders per koets! Koninginnedag
Xtra ideeen: Als middagactiviteit 14.00 uur, een spelletje doen. Kroontje leggen ipv zakdoekje leggen. Daar zat een klein prinsje/prinsesje huilend op een troon.
ideeën voor hoeken: Ik dacht misschien kunnen we van de benedenverdieping 1 paleis maken, door op de schuifwanden een paleis van papier te maken(vastmaken met paperclips of zo). Zo kunnen we meerdere hoeken maken. Zoals;
Een koninklijke koets
Een koninklijke kleedkamer. Verkleedkleren, kroontjes, schatkistje met sieraden.
Een koninklijke huishoek. Kopjes thee. Bestek inpakken in folie (zilver bestek) Stoeltjes versieren.
Een koninklijke paardenstal.
Een koninklijke troonzaal.
Een ander idee om een paleis te maken is van het winkeltje en de zwarte kasten. Papier ertegen aan om de vorm weer te geven. Aan de kdv kant is het denk ik wel leuk om een raamschildering te maken van een paleis. Zodat het lijkt alsof ziezo een paleis is. Vlaggetjes ophangen. Van de caravan kunnen we misschien een koets maken of een slaapkamer.
Gedurende deze thema's bedenken wij activiteiten op ieder ontwikkelingsgebied die wij voor ieder kind observeren en documenteren. Aan de hand van deze observaties bedenken wij activiteiten die wij in niveaugroepen aanbieden (groepsplan). Dit gebeurt in de weken waarop wij geen thema draaien. Vervolgens wanneer er weer een thema gedraaid wordt, wordt er opnieuw geobserveerd, zodat wij duidelijk de ontwikkeling kunnen zien en opnieuw kunnen kijken op welk gebied een kind extra stimulans en uitdaging nodig heeft. Het aanbod klimt op deze manier op in moeilijkheidsgraad en wij stemmen het af op ieder kind. Ieder thema wordt na afloop geevalueerd en doorgesproken. Door te werken met deze formulieren zijn wij in staat alle facetten aan bod te laten komen en hebben wij duidelijk zicht in de ontwikkeling per kind en wat we wanneer hebben aangeboden. Tevens werken wij met Kijk registratie om dit alles overzichtelijk te kunnen documenteren. De ruimte waarin gewerkt wordt is een functionele uitdagende leeromgeving: ”Welkom op onze locatie bij Obs de Ranonkel”
We hebben de beschikking over een ruime theaterzaal en de ruimte die speciaal ingericht is voor de kinderopvang. Wanneer je Ziezo binnen wandelt kom je eerst terecht in de theaterzaal. Deze zaal hebben we zo ingericht dat je kunt zien aam welk thema we werken. De theaterzaal is ingericht in verschillende hoeken. Zo zie je bij thema Camping, een receptie, een speelweide, tenten, een restaurant etc. Deze ruimte leent zich uitermate voor rolspelen. Het is een gezamenlijke ruimte die wij delen met school. Wanneer de school deze ruimte nodig heeft, kunnen de hoeken doordat zij gekenmerkt worden door vloerkleden makkelijk aan de kant geschoven worden. Zo blijft deze ruimte voor iedereen werkbaar. Tevens kunnen we op deze manier ook beschikken over een enorme balzaal, waar spelletjes gedaan kunnen worden of waar optredens gehouden kunnen worden. Zo kunnen we ervoor kiezen om juist een rustige ruimte te creeeren of een actievere, drukke ruimte. Als je doorloopt kom je uit bij de garderobe. Loop je het zijhalletje in dan kom je uit bij de toiletten of de leefruimte. Deze leefruimte is ingericht voor de allekleinste, Er is een hoge babybox, een trreintafel, een winkeltje, een kaptafel en een mandje voor onze knuffelhondjes. Daarnaast staat er een gezellige grote tafel waaraan we fruit eten, knutselen of wat dan ook. Ook staat er een kast met speelgoed en knutselgerei. Binnen deze leefruimte is een aparte gezellige slaapkamer gemaakt. Hier kunnen onze allerkleinsten heerlijk rusten. Vanuit deze ruimte, kun je naar de keuken, en naar nog een leeftruimte. Deze leefruimte is vooral voor de peutergroep.
Hier is een vaste kring, die tevens dient als constructiehoek, 2 poppenhuizen, een tafeltje op hoogte met 4 koninklijke zetels en een TV. In beide leefuimtes zijn de hoeken duidelijk gekenmerkt.
Er is evenwicht gemaakt tussen veiligheid en uitdaging. Er heerst altijd een vertrouwde en herkenbare sfeer, met herkenbare indeling voor rust en actie. Voor elk kind zijn er mogelijkheden die aansluiten bij de leeftijd en het ontwikkelingsstadium waarin het kind zich bevindt. Er zijn heldere afspraken over omgangsvormen en gedragsregels in de diverse ruimten. Er zijn heldere en begrijpelijke afspraken en instructies. We bespreken en praten na over ongelukken en bijna-ongelukken en verwoorden mogelijke risico’s. Deze worden ook bijgehouden d.m.v. een ongevallenregistratie, zodat wij na elke situatie in kunnen schatten of dit probleem aan Ziezo (bijv, een onveilige situatie) ligt of aan het kindje zelf De ruimte daagt uit en stimuleert tot ontdekken en avontuur, en buiten tot rennen, klimmen en wat al niet meer. Er is afwisseling tussen rustige plekken en actieplekken. De ruimte is zo ingedeeld dat de meeste activiteiten elkaar niet storen.
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum en is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en ons pedagogisch beleid. Ook is er een afgeschermd tuintje waar we gebruik van kunnen maken als er meer emotionele veiligheid verlangt wordt. Het buitenterrein biedt tal van mogelijkheden, door zijn uitgestrektheid.
De manier hoe wij met kinderen werken, en wat onze visie hierin is staat volledig beschreven in ons pedagogisch beleidsplan. Een stukje daaruit willen we graag hierin beschrijven: Onze visie op kinderen De grote race…
Willie was een zaadje. Hij woonde in meneer De Bruin, samen met miljoenen andere zaadjes. Op school was Willie niet zo goed in rekenen, maar wel heel goed in zwemmen. Op een dag was er een zwemwedstrijd. En wat denk je? Willie wint de grote race! De prijs was een prachtig eitje. Maar er gebeurde iets vreemds… iets bijzonders. Iets wonderbaarlijks. Willie verandert, samen met het eitje! Ze groeien steeds groter en groter, tot op een dag een baby geboren wordt. Het was een meisje. Ze noemen haar Maartje! Maar waar zou Willie toch gebleven zijn? Maartje was niet zo goed in rekenen, maar wel heel goed in zwemmen! Hierboven staat in het kort een grappig prentenboek beschreven. Toch is dit boek voor ons niet alleen maar grappig. Het beschrijft iets wat wij heel belangrijk vinden. Namelijk dat ieder kind ontstaan is uit de genen van een papa en een mama, uit de genen van 2 unieke mensen. Ze zijn wie ze zijn, met hun eigen eigenaardigheden en vooral met ieders eigen talent! Elk kind is uniek, elk kind is anders en dat is prachtig! Een kind wordt geboren met zijn eigen rugzakje vol karaktereigenschappen en talenten. Deze karaktereigenschappen en talenten zorgen ervoor dat jij jij bent. Een belangrijk rugzakje, wat gezien en geprikkeld moet worden. Effectieve, uitdagende en liefdevolle begeleiding, formeel dan wel informeel, dienen kinderen in staat te stellen tot bloei te komen en hun unieke kwaliteiten en talenten te ontwikkelen. Wij willen graag op een liefdevolle, effectieve en uitdagende wijze ons steentje hierbij bij dragen. In algemene zin zijn kinderen op zoek naar een veilig plekje waar ze zich snel vertrouwd voelen. Een plekje wat herkenbaar is, wat uitdaging biedt, een plekje waar een kind zich zo veilig voelt dat het emotioneel vrij kan zijn en waar het genoeg zelfvertrouwen heeft. Dat plekje komt tot stand door de persoon die op de kinderen past en door de omgeving waarin het kind zich bevindt. Beide hoort vertrouwd te zijn. Het is dan ook belangrijk dat een kind weet waar het naar toe gaat, wie er op hem past en dat dit een vertrouwd persoon is. Opvoeden kun je immers alleen als je een relatie met het kind hebt. Het afzonderlijke kind Elk kind is anders en dat vergt van ons dat we goed naar hen kijken en luisteren. Wat voelt een kind, is hij blij, verdrietig en waarom? Wat vindt het kind leuk, en kan ik het nog leuker en interessanter maken? Wat heeft het kind nodig, wat zijn z’n behoeftes? Elk kind wordt afzonderlijk benaderd binnen de groep. Wij gaan er van uit dat elk kind uniek is. Elk kind zal dan ook aangesproken worden en benaderd worden op een manier dat bij dat kind past. Wij kijken naar een kind en proberen zoveel mogelijk aan te sluiten bij de
wensen van een kind, maar het mag duidelijk zijn dat wij ook regels hebben waar iedereen zich aan moet houden, omdat wij vinden dat regels duidelijkheid verschaffen, en ervoor zorgen dat er rust is. De manier van uitleggen, een kind aanspreken op zijn gedrag kan echter wel verschillen. Bij het ene kind zal een uitleg genoeg zijn, terwijl bij het andere kind alleen de uitleg niet voldoende zal zijn. Hij zal vaker benaderd moeten worden. Door de omgeving wordt een kind onder andere gevormd. Wij als leiding moeten voor hen een goed voorbeeld zijn en hier dan ook naar handelen. Het idee dat een kind over zichzelf heeft is niet aangeboren maar ontwikkelt zich in de contacten met de opvoeders (ouders, pedagogische medewerkers, leerkrachten, etc) Het kind doet iets en de opvoeders reageren erop. Door deze reactie geven we het kind informatie over wie hij is en wat hij kan. Dit leidt bij het kind tot het gevoel iets wel of niet te kunnen (competentiegevoel). Zo ontstaat een zelfbeeld dat vervolgens het gedrag van het kind gaat sturen; een kind ontwikkelt vooral (zelf)vertrouwen in het contact dat het met zijn opvoeders heeft . Pas wanneer een kind voldoende vertrouwen heeft in zichzelf, zal het nieuwe dingen gaan uitproberen en volhouden als het niet direct lukt. Het kind heeft ervaringen nodig die hem bevestigen in zijn eigen kunnen. Als het kind bij het spelen ervaringen opdoet die hem het gevoel geven: ‘het lukt ík kan het’, ontwikkelt het niet alleen nieuwe kennis en vaardigheden maar bevordert het spelen daarbij ook zijn gevoel van eigenwaarde. De ondersteuning die het kind in de eerste levensjaren krijgt is van groot belang voor de ontwikkeling van de kennis en vaardigheden die het kind in het onderwijs en in zijn verdere leven nodig heeft. Ieder kind heeft intensieve en kwalitatief goede sociale interacties met volwassenen nodig. In kwalitatief goede ondersteuning door volwassenen onderscheiden we 4 dimensies: Het kind emotioneel ondersteunen Emotionele ondersteuning bieden is een gevoel van geborgenheid aan de kinderen geven , zodat zij zich veilig en op hun gemak voelen. Hierdoor kan een kind zijn aandacht richten op zijn omgeving en is hij vrij om nieuwe indrukken op te doen en te leren van wat hij ervaart. De pedagogische medewerker kan kinderen geborgenheid geven door lichamelijk contact (even op schoot nemen, een aai over de bol, een high-five), door oogcontact, door het kind te troosten als het daar behoefte aanheeft en door belangstelling te tonen voor het kind. Vooral bij anderstalige kinderen is non-verbaal gedrag belangrijk bij het bieden van geborgenheid. Als de pedagogische medewerker het kind op een positieve manier laat merken dat ze betrokken is bij het kind en bij wat het meemaakt, voelt het kind zich gehoord en gezien en ontwikkelt het vertrouwen in de opvoeder. Het kind durft meer, omdat het erop vertrouwt dat er iemand is op wie het kan terugvallen als het nodig is. Het kind ervaart dat hijzelf de moeite waard is en ontwikkelt voldoende zelfvertrouwen om dingen uit te proberen en op ontdekking te gaan. Positieve ondersteuning en aandacht geven zijn dan ook van groot belang om kinderen aan te moedigen en uit te lokken. Om goed te kunnen inspelen op het kind moet de pedagogische medewerker het gedrag van een kind niet alleen opmerken, maar ook de betekenis van dit gedrag goed kunnen inschatten (sensitief zijn: gevoelig zijn voor signalen van het kind). Vervolgens moet zij adequaat reageren, d.w.z. zodanig reageren dat haar reactie aansluit bij de behoefte en vraag van het kind.(responsief zijn: het juiste antwoord geven. Respect hebben voor de autonomie van het kind Wanneer een kind zich emotioneel ondersteund voelt door de opvoeder, gaat het op verkenning uit. Voor een kind is het van belang dat de opvoeder het daarbij zo veel mogelijk de ruimte geeft voor eigen initiatieven, ideeën en wensen. In de praktijk van de opvoeding betekent ‘respect voor autonomie’ vooral de zelfstandigheid van het kind bevorderen en de eigenheid van het kind respecteren. Om de zelfstandigheid te bevorderen, is het belangrijk dat de pedagogische medewerker niet te snel ingrijpt door bijvoorbeeld een activiteit over te nemen of voor te doen, als het het kind niet zo snel lukt. Zij moet voorkomen dat ze het kind in zijn spel stoort. Dit betekent niet dat de pedagogische medewerker de kinderen alleen maar hun eigen gang laat gaan. Pedagogische medewerkers hebben een belangrijke taak in het stimuleren van de kinderen door ervoor te zorgen dat het kind nieuwe uitdagingen oppakt en daarin succes heeft. Voorwaarde hiervoor is dat de situatie zo wordt ingericht dat het kind ook echt zelfstandig activiteiten kan ondernemen. Pedagogische medewerkers moeten het kind zoveel mogelijk ruimte geven om zelf dingen te ontdekken en om zijn eigen competentie te ervaren. Voor het respecteren van de eigenheid van kinderen is het van belang dat de pedagogische medewerker respect toont voor de (culturele) achtergrond, het karakter, het niveau, het tempo en de interessen van het kind. Het gevoel van eigenheid van het kind wordt gestimuleerd als de pedagogische medewerker duidelijk laat blijken dat zij de eigen inbreng van het kind waardeert en dat zij de keuzes die het kind zelf maakt, zo veel mogelijk respecteert. Zoek naar de sterke kanten van elk kind afzonderlijk en geef het kind de gelegenheid om uit te blinken in datgene waar het goed in is! Respect voor autonomie heeft ook te maken met het hebben van reële verwachtingen ten
aanzien van ieder kind, afgestemd op diens niveau. Het kind structuur bieden. Om tegemoet te komen aan de groeiende behoefte aan zelfstandigheid en autonomie van het kind is het van belang dat een kind ervaart dat er grenzen zijn en dat er een vaste structuur is. Hoewel deze aspecten tegenover elkaar lijken te staan (hoe meer regels, des te minder ruimte voor de eigen inbreng van het kind), geeft het bieden van structuur juist het houvast dat het kind nodig heeft om zelfstandig activiteiten te ondernemen. Het is aan de pedagogische medewerker om een evenwicht te vinden tussen enerzijds vrijheid en zelfstandigheid van het kind en anderzijds het handhaven van een structuur. Alle kinderen (en kinderen in achterstandssituaties in het bijzonder) hebben behoefte aan structuur. Nog zoveel in hun wereld is nieuw en onbekend. In die nieuwe en onbekende wereld hebben zij behoefte aan houvast en duidelijkheid. Structuur bieden en grenzen aangeven is de taak van de pedagogische medewerker. Wij kunnen dit op verschillende manieren doen: door de ruimte overzichtelijk in te richten, door het materiaal klaar te zetten, door vast te houden aan een dagindeling, door stevig en duidelijk leiding te geven aan de groep, door duidelijk zijn over wat wij van de kinderen verwachten en door regels en grenzen te stellen. Informatie en uitleg op het niveau van het kind geven. Een kind heeft informatie en uitleg nodig om de wereld te leren begrijpen. Het is belangrijk dat de informatie en uitleg aansluiten bij de behoefte, de belevingswereld, de aandacht en het ontwikkelingsniveau van het kind. Naafmate de informatie meer aan deze criteria voldoet, draagt deze meer bij aan de ontwikkeling van het kind. Het kind krijgt bovendien het gevoel dat hij serieus wordt genomen, waardoor zijn zelfvertrouwen groter zal worden. De pedagogische medewerker geeft in haar dagelijkse omgang met kinderen vrijwel voortdurend informatie en uitleg: uitleg bij activiteiten, bij spelbegeleiding, ingaan op vragen, benoemen van handelingen en voorwerpen, en nieuwe informatie toevoegen aan het spel van een kind. Een belangrijk aspect van uitleg en informatie geven is de manier waarop de pedagogische medewerker een activiteit aanbiedt. Het is belangrijk dat de pedagogische medewerker de activiteit voorstructureert, dat wil zeggen, in kleine stappen aanbiedt, zodat het voor het kind mogelijk wordt de taak zo zelfstandig mogelijk uit te voeren. Naarmate een kind ouder wordt, verandert zijn behoefte aan het type ondersteuning dat hij nodig heeft. Een jonge peuter heeft altijd behoefte aan de juiste emotionele ondersteuning. Geleidelijk aan gaat hij steeds meer zelfstandig ondernemen. Emotionele steun blijft ook dan een voorwaarde, maar het wordt tegelijkertijd belangrijker dat de pedagogische medewerker ruimte geven aan de ontdekkingskracht van het kind en inspelen op zijn steeds groter wordende behoefte aan informatie en uitleg. Wij gaan uit van het principe: basisontwikkeling. Dit is een bepaalde theorie over de ontwikkeling van kinderen. Elk kind is uniek en zal zich dan ook in vele opzichten onderscheiden van zijn medemensen. Het onderscheid is te zien in aanleg, interesse en tempo. Er kunnen verschillen ontstaan door de omgeving waarin het kind opgroeit. Het ontwikkelingsproces van het ene kind hoeft dus niet hetzelfde te verlopen als het ontwikkelingsproces van een ander kind Willen kinderen tot ontwikkeling kunnen komen, dan zijn altijd (psychologische) voorwaarden of condities in het spel: ze moeten vrij zijn van emotionele belemmeringen, een gezond zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld hebben en ze moeten nieuwsgierig, onderzoekend en ondernemend zijn. Emotioneel vrij zijn heeft te maken met de gemoedsrust waarover een kind beschikt en met zijn welbevinden. Welbevinden, en dus (redelijk) vrij zijn van emotionele belemmeringen, brengt zelfvertrouwen teweeg, een gevoel van eigenwaarde. Het maakt dat kinderen weerbaar worden en tot betrokken activiteiten kunnen komen. Zelfvertrouwen staat voor de verwachtingen die een kind van zijn eigen kunnen heeft. Dat komt niet zozeer voort uit wat het feitelijk kan of presteert, maar uit zijn eigen beleving of voorstelling daarvan. Of die beleving gunstig uitvalt of niet wordt mede veroorzaakt door de vraag of het zich geaccepteerd voelt door anderen. Deze kenmerken spelen een grote rol in het taakgerichte gedrag dat van kinderen in hun carrière wordt verwacht. Nieuwsgierigheid komt voort uit de behoefte om groot te worden, de wereld te begrijpen en als het ware onder controle te krijgen. De behoefte om deel uit te maken van de sociaal-culturele werkelijkheid van volwassenen is eigenlijk de motor van ontwikkeling; kinderen willen zo zijn en doen als de groten in hun omgeving zijn en doen. Deze nieuwsgierigheid naar de wereld, die zich uit in een actieve houding, in het nemen van initiatieven, in onderzoeken en bevragen, vormt de aanzet voor ontwikkeling en leren Basisontwikkeling gaat er dus vanuit dat een kind zich pas goed kan ontwikkelen als: het emotioneel vrij is, nieuwsgierig is en als het zelfvertrouwen heeft. Wij zijn dus vooral bezig met het gevoel. Van hieruit kunnen we verder kijken naar de persoonlijkheidsontwikkeling: actief zijn, uiten en vormgeven (communiceren), de wereld verkennen, voorstellingsvermogen en creativiteit, samen spelen en werken, zelfsturing, zelfstandigheid, reflecteren, redeneren en probleem oplossen. Als een kind dit goed beheerst komen we bij de gebieden van de specifieke kennis en vaardigheden: woorden en begrippen, waarnemen en ordenen, motorische vaardigheden, hoeveelheden en bewerkingen, gereedschappen en technieken, sociale vaardigheden, schematiseren en symboolvorming, geschreven en gedrukte taal. Dit is uitgewerkt in onderstaande cirkel:
Na deze basis komt de brede ontwikkeling aan de orden (persoonlijkheidsontwikkeling); het aanbod wat wij geven moet van kwaliteit zijn om de kinderen te stimuleren tot activiteit en opdoen van ervaringen. Dat wil zeggen dat het aan moeten sluiten bij de beleefwereld van het kind en dat de activiteit op het juiste niveau is aangepast. Ze moeten samen kunnen werken, communiceren en verantwoordelijkheid dragen. Activiteiten moeten voor de kinderen zinvol zijn en betekenis hebben; de kinderen moeten zich betrokken voelen bij het aanbod. De activiteiten zijn gevarieerd en bestrijken vrijwel alle ontwikkelingsgebieden: Ontwikkeling van de waarneming wil zeggen werken met alle zintuigen als voelen, proeven, ruiken, zien en horen aan de hand van aanschouwelijk materiaal. Dit is een belangrijke voorwaarde voor het verder leren. Persoonlijkheidsontwikkeling wil zeggen werken aan zelfredzaamheid, zelfstandigheid, zelfcontrole en doorzettingsvermogen. Sociaal-emotionele ontwikkeling wil zeggen leren omgaan met gevoelens als blij, bedroefd, boos en bang; sociaal gedrag als weerbaarheid, samenspelen en coöperatief leren. Denkontwikkeling en ontwikkeling van rekenen wil zeggen omgaan met ordeaspecten als sorteren, classificeren (groeperen) en seriëren (in volgorde zetten); omgaan met getallen, tellen en vergelijken en het maken van eenvoudige operaties. Taalontwikkeling en ontwikkeling van lezen en schrijven wil zeggen communiceren met andere kinderen en volwassenen, werken aan woordenschatuitbreiding, interactief voorlezen, voorbereiden op lezen en schrijven. Oriëntatie op ruimte en tijd en wereldverkenning wil zeggen werken aan ruimte- en tijdsbesef, het leren van ruimte- en tijdsbegrippen en het oriënteren op de wereld door het opdoen van ervaringen in de projecten. Motorische ontwikkeling wil zeggen grof motorische vaardigheden als springen, mikken, zwemmen en dans als totaalbeleving; fijn motorische vaardigheden als teken- en schrijfmotoriek, zoals het omgaan met stiften, potloden, schaar, het schrijven van letters en cijfers. Kunstzinnige ontwikkeling wil zeggen beeldende ontwikkeling: werken met klei, verf, papier en textiel en beeldaspecten als kleur, vorm, licht en ruimte; muzikale ontwikkeling: werken met liedjes en muzikale elementen als maat, ritme, toonhoogte en toonsterkte
Wat betekent dit nu voor Ziezo? Wil een kind tot goede activiteiten en prestaties komen dan zal het zich lekker in zijn vel moeten voelen. (emotioneel vrij zijn, nieuwsgierig zijn en zelfvertrouwen hebben.) Hier ligt voor ons, onze belangrijkste taak. Bij ieder kind, ongeacht zijn leeftijd, zal ons accent liggen bij deze basiskenmerken. Het is onze taak om goed te kijken naar ieder kind en wat hem of haar beweegt. Nogmaals, wij behoren een sfeer aan te bieden waarin een kind zich thuis voelt en zichzelf mag zijn. Vervolgens bieden wij activiteiten aan waaraan kinderen deel mogen nemen. Het is aan ons om deze activiteit zo in te kleden dat het voor een kind interessant is om mee te doen, wat o.a. betekent dat de activiteit aan zal moeten sluiten bij het niveau van het kind. Als we dat bereiken, is een kind bereidt om te leren en zich dus te ontwikkelen. Wij gaan er vanuit als wij, samen met de ouder, ervoor kunnen zorgen dat deze basis er is, een kind het beste uit zichzelf kan halen en dus het beste kan presteren op o.a. school. ( Mits het kind zich daar ook veilig voelt). De sfeer op Ziezo wordt gekenmerkt door vertrouwen en veiligheid, je zelf mogen zijn en je eigen dingetje kunnen doen. We streven ernaar dat elk kind het prettig vindt om hier te zijn.
2d. Ouderbetrokkenheid en informeren ouders Voordat een kind terecht komt bij de peutergroep krijgt de ouder een standaard intakeformulier mee. Deze willen wij graag ingevuld terug krijgen. Dit intakeformulier bevat relevante informatie over het kind (kenmerken, bijzonderheden, allergieen), het gezin (broertjes en zusjes, alleenstaand etc.) en ook aspecten van de ouder. Zoals de opleiding van de ouders en het beroep wat zij uitoefenen, hun nationaliteit en de taal die zij thuis spreken. Op deze manier kunnen wij een analyse van de ouderpopulatie maken. Op basis hiervan wordt specifiek de thema brief beschreven en thema’s ingevuld. Zo zou een themabrief ook in het pools uitgeschreven kunnen worden wanneer dit wenselijk is, een activiteit samen met ouders ingevuld kunnen worden of een ‘thuistas’ meegegeven kunnen worden. Vooraf aan ieder thema krijgt een ouder een themabrief mee naar huis. Hierin staat vermeld wat het doel is van het thema, hoe we het thema uitwerken, de liedjes en versjes die aangeboden worden, zodat de ouder een duidelijk beeld heeft van wat er zich hier afspeelt, en kan een ouder ook beter aansluiten bij het kind. Daarnaast kunnen ouders via facebook volgen wat er op Ziezo gebeurd. Door foto’s en filmpjes betrekken wij ouders maximaal. Zij zien wat wij die dag samen met hun kinderen gedaan hebben en kunnen hierdoor gericht vragen stellen. Het contact met de ouder is intensief. Iedere dag wordt bij binnenkomst overlegt of er bijzonderheden zijn en dit geldt ook weer wanneer een ouder een kind komt halen. Wanneer een kind op wat voor manier ‘opvalt’, zullen wij met de ouder een afspraak maken en een oudergesprek voeren. Ook deze momenten worden vastgelegd en geregistreerd in de kindmappen. In Januari en in Juni vinden er 10 minuten gesprekken plaats. Degene die op de groep staat heeft het contact met de ouders. Wanneer wij met een thema ouders willen betrekken zal degene die op de groep staat ook dit met de ouder bespreken. Zo zorgen wij ervoor dat dingen niet door elkaar heen lopen, en altijd 1 contactpersoon centraal staat. Op deze manier houden we de lijntjes zo kort mogelijk.
2.e Doorgaande lijn voorschools- vroegschools Wij werken samen met OBs de Ranonkel. Samen is er een locatieplan. In dit plan staat beschreven waar we samen aan werken en met name wat onze leer- en actiepunten zijn. In het Locatieplan staan de volgende punten als actiepunten: - Er is sprake van een gericht ouderbeleid - Ouders informeren over de ontwikkeling van hun kind (Dit punt staat beschreven bij punt 2d en is dus aangepast) - De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg (Dit punt staat beschreven bij punt 2b en is dus aangepast) - Leidsters melden kinderen aan voor externe zorg, wanneer de gewenste zorg niet geleverd kan
worden We proberen ouders te attenderen op extra zorg wanneer dit nodig is, maar tot nu toe laten wij dat vaak bij de ouder. We hebben gesprekken, en wij leggen uit waarom wij vinden dat een kind extra zorg nodig heeft. Maar het contact leggen of een afspraak maken laten wij altijd aan de ouder over. Dit vinden wij een taak en een keuze van de ouder. We zorgen wel dat de ouders de juiste gegevens heeft om een afspraak te kunnen maken, zoals bijvoorbeeld het telefoonnummer e.d. Wanneer een ouder een afspraak gemaakt heeft volgt vaak een overeenstemming tussen de extra zorg en Ziezo.Wanneer een kind naar de logopedie gaat, dan is er overeenstemming met de logopediste. - De interne begeleiding en zorg op de voor- en vroegschool zijn op elkaar afgestemd Wij hebben met school een warme overdracht, de Kijkregistratie wordt doorgestuurd en daarnaast maken wij gebruik van een overdrachtsformulier. De Ranonkel heeft, om de school een goede vorm te kunnen geven, collega's ingedeeld in werkgroepen. Zo is er een werkgroep rekenen, taal, thematisch werken, pedagogiek ed. Degene in de werkgroep zetten de hoofdlijnen uit. De collega's ontvangen praktische informatie, kerndoelen, subdoelen etc, hoe we hetgaan vorm gaan geven. Bij vragen kunnen zij terecht bij degene die dus gespecialiseerd zijn in deze werkgroep. Wij nemen deel aan de werkgroep Pedagogiek. Natuurlijk zijn alle werkgroepen zeer interessant, maar samen hebben we besloten om eerst maar eens te beginnen met deel uit te maken van 1 werkgroep.
De thema's die we draaien zijn afgestemd op elkaar. Samen hebben we overleg met de groep ½. Wij hebben bewust gekozen voor het vve-programma Puk en Ko omdat deze aansluit bij Schatkist. Alle scholen werken met Schatkist. We hebben waarnodig contact met de school, en er worden afspraken gemaakt in de vvewerkgroep. Afspraken omtrent visie, het pedagogisch klimaat, ouderbeleid, zorgbeleid, het gezamenlijke overleggen de opleiding/nascholing. We hopen jaarlijks te evalueren over de kwaliteit van de voorschoolse educatie en de resultaten bij de kinderen, bij voorkeur op grond van de SLO doelen. De uitkomsten van de evaluaties leiden tot aantoonbare en planmatige verbetermaatregelen in het jaar(werk)plan en het concrete aanbod (didactiek en inhoud) Tot nu toe worden deze facetten besproken in de vvebijeenkomsten. 2.f Ontwikkeling, begeleiding en zorg Het kindvolgsysteem dat wij hanteren is een mix tussen datgene wat het vve-programma Puk en Ko en Uk en Puk hanteert, en onze 'eigen 'lijsten om een nog duidelijker beeld te kunnen creeeren en nog meer met groepsplannen te kunnen werken. De school werkt met Kijkregistratie. Hierin hebben wij ons sinds kort laten scholen. Dit moet bij ons nog echt vorm krijgen. De eerste registraties en observaties dateren nemelijk vanaf februari 2014. De brede ontwikkeling wordt gevolgd op de vier domeinen taal, rekenen, motoriek en sociaalemotionele ontwikkeling. Indien tijdens de voorschoolse educatie blijkt dat een kind zorg van externe zorginstellingen nodig heeft, wordt het kind na melding hiervan aan de ouders door ons bij het CJG aangemeld. (Centrum Jeugd en Gezin Peelland 0800-5566555) Voor ouders uit Asten en Someren Kerkstraat 6c: Het Wijkgebouw, Consultatiebureau Zorgboog Maandagen van 9.00 - 10.00 uur Floralaan 30: Consultatiebureau Zorgboog Maandagen van 13.15 -14.00 uur
Wat doet het CJG U kunt bij het CJG terecht met alle vragen over opvoeden en opgroeien, maar natuurlijk hebben de medewerkers van het CJG niet direct op alle vragen een antwoord. Zij helpen u wél altijd verder op weg met informatie, adviezen of begeleiding. Het uitgangspunt daarbij is altijd wat u zelf wilt en kunt. Medewerkers helpen u op weg op de volgende manieren:
Een telefonisch gesprek met direct antwoord op uw vraag of doorverwijzing naar de juiste plaats.
Een gesprek op een locatie bij u in de buurt of bezoek thuis om een probleem helder te krijgen en/of met gerichte tips om het aan te pakken.
Een cyclus van 3 à 4 gesprekken waarin u zelf stap voor stap aan de slag gaat. We werken onder andere met de methodiek "positief opvoeden" (link). De methodiek richt zich op het versterken van de band tussen ouders en kinderen, het bevorderen van wenselijk gedrag, kinderen nieuwe vaardigheden aanleren en kunnen omgaan met ongewenst of storend gedrag van kinderen.
Als langduriger hulpverlening noodzakelijk is kan het CJG samen met u zoeken naar de juiste plaats om het probleem aan te pakken.