Beleidsplan Internationalisering E. van de Ven en Petra van den Hurk
Inhoudsopgave 1. Inleiding en verantwoording ………………………………………………………………. pag. 3 1.1 Inleiding………………………………………………………………………………….. pag. 3 1.2 Verantwoording………………………………………………………………………. pag. 3 2. Doelen………………………………………………………………………………………………….. pag. 2.1 Doelstelligen internationalisering voor de school…………………. pag. 2.2 Doelstellingen internationalisering voor leerlingen……… ........ pag. 2.3 Doelstellingen internationalisering voor docenten……….……….. pag.
4 5 5 6
3. Organisatie………………………………………………………………………………… ……….. pag. 7 3.1 Algemeen………………………………………………………………………. ……….. pag. 7 3.2 Internationalisering en personeelsbeleid………………………………. pag. 7 3.3 Schoolleiding………………………………………………………………….……….. pag. 7 3.4 Coördinatoren…………………………………………………………………………. pag. 7 3.5 Kernteamleiders……………………………………………………………………… pag. 8 3.6 Sectievoorzitters en clustervoorzitters………………………………….. pag. 8 3.7 Begeleiders van projecten, vakdocenten………………………………..pag. 8 . 4. Onderwijsbeleid. 4.1 Praktijkonderwijs……………………………………………………………………..pag. 9 4.2 Onderbouw VMBO…………………………………………………………………….pag. 9 4.3 Bovenbouw VMBO…………………………………………………………………… pag. 9 4.4 Onderbouw havo / vwo………………………………………………………….. pag. 9 4.5 Bovenbouw havo / vwo, tweede fase…………………………………….. pag. 10 4.6 Gymnasium ……………………………………………………………………………..pag. 10 4.7 Mogelijkheden……………………………………………………………….…………pag. 10 4.8 ICT…………………………………………………………………………………………… pag. 11 4.9 Loopbaanoriëntatie…………………………………………………………………. pag. 11 5. Internationalisering en tweetalig onderwijs……………………………………….. pag. 12 6. Bijlagen………………………………………………………………………………………………… pag. 13 6.1 Aandachtspunten……………………………………………………………………..pag. 13 6.2 Financiering van internationalisering……………………………………… pag. 13 6.3 Overzicht geplande activiteiten 2014-2015………………..………..pag. 14
2|P a gin a
1. Inleiding en verantwoording 1.1 Inleidend: Als definitie van internationalisering hanteren we: Alle vormen van contacten met buitenlandse instellingen. Dit brede begrip omvat dus meer dan alleen het meest in het oog springende onderdeel –de fysieke uitwisseling van leerlingen -, maar ook aspecten als de ontvangst van leraren uit het buitenland, (vakoverstijgende) e-mail projecten met buitenlandse leerlingen of deelname van docenten aan Erasmus+, VIOS of andere internationale cursussen. Internationaliseringactiviteiten worden gesubsidieerd door de Europese Unie. Deze bijdragen betreffen met name subsidie voor het opzetten en in stand houden van netwerken en mobiliteitssubsidies. De aanvragen van Nederlandse scholen voor Europese projecten worden beoordeeld door het Europees Platform in Haarlem. 1.2 Verantwoording Aandacht voor andere opvattingen en culturen is van oudsher een integraal onderdeel van het onderwijsprogramma van de middelbare school. Vandaag de dag zijn leerlingen veel internationaler georiënteerd dan ze vaak zelf beseffen. Als ze gebruik maken van het internet is het idee dat ze daarmee ook (land)grenzen overschrijden bij henzelf vrijwel afwezig. Buiten deze ontwikkelingen op communicatief/technisch gebied is de trend van (economische) globalisering evident. Zaken als de nationalisme, internationalisering van de arbeidsmarkt en Europese verdragen beïnvloeden ons leven van alledag nadrukkelijk. De noodzaak voor onze leerlingen om zich naast hun Nederlandse identiteit, ook in sociaal en cultureel opzicht meer bewust te worden van hun Europese identiteit zal in de toekomst alleen maar belangrijker worden. Het leren respecteren van de beginselen van democratie en sociale rechtvaardigheid en het waarderen van de verschillende Europese en andere beschavingen is een niet te onderschatten doelstelling van ons onderwijs. In de missie van het PiusX–College staat onder meer vermeld dat de school leerlingen in
staat stelt zich breed te ontwikkelen tot zelfstandige wereldburgers. Zij wil toekomstgericht onderwijs bieden, dat past bij de eisen van de tijd, recht doet aan de verschillen in de samenleving en inspeelt op ontwikkelingen in de maatschappij. Internationale contacten kunnen leerlingen hierbij goed van dienst zijn.
3|P a gin a
2. Doelen De doelstellingen voor samenwerking met scholen uit andere landen definieert het PiusXcollege als volgt: A. Verbetering van het onderwijs B. Het gevarieerder maken van het werk van de docenten die betrokken zijn bij internationalisering C. Het leveren van een bijdrage aan de Europese dimensie in het onderwijs en vergroting van de tolerantie ten opzichte van andere culturen De doelstellingen zijn nog steeds actueel. We gaan er om die reden uitvoeriger op in. A. Verbetering van het onderwijs In het onderwijs ben je nooit uitgeleerd, als je wilt zijn altijd weer nieuwe wegen te bewandelen die je blik verruimen. De praktijk is echter dat binnen secties vaak een grote werkdruk wordt gevoeld zodat er geen gelegenheid is andere didactische wegen te bewandelen. Sectieafspraken, jaarplanningen binnen een sectie of regelgeving binnen de school kunnen dermate onbuigzaam blijken dat bij voorbaat onderwijsvernieuwing niet de ruimte krijgt. Vaak ontbreekt de tijd, maar ook de flexibiliteit om binnen het vakgebied op zoek te gaan naar alternatieve, lees betere, onderwijsmethoden. De scholen zullen dus in eerste instantie ruimte moeten scheppen en nieuwe impulsen stimuleren. Internationalisering kan een bijdrage leveren aan de verbetering van ons bestaande onderwijs. Als op school bepaalde onderwerpen of projecten in of samen met een ander land in de praktijk kunnen worden gebracht, dan geeft dat een extra dimensie aan het onderwijs. De school kan zijn voordeel doen met de aanpak in een ander land. Door eens te kijken in de keuken van een school in een ander land kunnen zaken als: schoolorganisatie, leerlingbegeleiding, voorbereiding op de beroepspraktijk, evenals de kennismaking met een ander systeem, zeer verfrissend werken.
B. Het gevarieerder maken van het werk van de docenten die betrokken zijn bij internationalisering Internationalisering biedt voor de docenten tal van mogelijkheden om op een andere manier met de lesstof om te gaan. Zowel voor de individuele docent als de vaksecties kan het nuttig zijn eens een kijkje te nemen op een andere school. Het zal ongetwijfeld de blik verruimen. Hoewel het leggen van contacten met scholen uit andere landen en het onderhouden daarvan een tijdrovende zaak is, zien docenten die zich met internationalisering bezig houden dit vaak als een verrijking van hun baan. Naast de uitwisselingen biedt het Europees Platform docenten uit de EU-landen de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten middels het zogenaamde Erasmus+ en VIOS - programma. Ook kunnen docenten zich laten bijscholen in een ander land. Op initiatief van het Europees Platform worden er in dit kader ook reizen voor docenten georganiseerd en allerlei andere projecten. Verbetering van het onderwijs betekent in dit verband dan ook dat internationalisering een meerwaarde voor de school moet opleveren. Het uiteindelijke doel is dat er een positieve impuls van bijv. een uitwisseling uitgaat. Internationalisering is een zaak van de gehele school. Dat betekent dat in principe alle
4|P a gin a
afdelingen en vaksecties hun eigen inbreng moeten hebben. Te vaak wordt een internationaliseringproject door één enthousiaste docent als hobby in de school gebracht.
C. Het leveren van een bijdrage aan de Internationale dimensie in het onderwijs en vergroting van de tolerantie ten opzichte van andere culturen Onderwijskundige samenwerking binnen de EU en daarbuiten levert per definitie een bijdrage aan de Europese dimensie. De uitwisseling dient een bijdrage te leveren aan het besef dat internationale samenwerking zin heeft. Het verkrijgen van een beter inzicht in de eigen cultuur en de cultuur van onze buurlanden, het bestrijden van eigen vooroordelen en die van anderen, het met respect omgaan met andere normen en waarden zijn algemene doelstellingen. Op deze manier worden leerlingen breed gevormd, wat een belangrijk doel is van de VOscholen en wat wordt vastgelegd in het ‘plus-document’ vanaf schooljaar 15/16 (“Klaar voor de toekomst, ambitie 3. VO-agenda 2014-2020”). 2.1 Doelstellingen internationalisering voor de school: a. Aanpassen van eigen onderwijsinhoud aan de eisen van de internationale samenleving. b. Het leveren van een bijdrage aan de Europese dimensie in het onderwijs. (o.a. door het bevorderen van internationale contacten tussen onderwijsinstellingen en tussen studenten, scholieren en docenten) c. Internationalisering kan zorgen voor een nieuw elan bij (een deel van) het docentencorps. d. Bevorderen van samenwerking en vakkenintegratie. 2.2 Doelstellingen internationalisering voor leerlingen a. Europese bewustwording. Internationalisering bevordert de gedachte dat we Nederlanders én Europeanen zijn. b. Culturele bewustwording. Internationalisering maakt het mogelijk kennis te nemen van andere culturen. Hierdoor levert ze een belangrijke bijdrage in het ontwikkelen van het inzicht in en het respect voor de waarde van die culturen. Tegelijkertijd vergroot zij de bewustwording t.a.v. de eigen cultuur. c. Bevordering communicatieve vaardigheden. Internationalisering biedt de leerlingen de mogelijkheid diverse moderne vreemde talen actief te gebruiken en functioneel te maken. d. Gebruik ICT (informatie- en communicatietechnologie) Internationaliseringactiviteiten vormen een stimulans voor het gebruik van moderne communicatietechnologieën. e. Bevordering sociale vaardigheden. Tijdens uitwisselingen worden leerlingen in een andere omgeving geplaatst. Internationalisering bevordert het zich staande kunnen houden, het zich kunnen aanpassen aan en het kunnen samenwerking in een andere omgeving. f. Bevordering studievaardigheden. De huidige onderwijsontwikkelingen houden in dat leerlingen niet alleen worden toegerust met kennis en inzicht, maar op diverse terreinen ook vaardigheden ontwikkelen. Internationalisering bevordert de integratie van vaardigheden, die bij de diverse vakken zijn aangeleerd. g. Internationalisering bereidt leerlingen voor op een internationaal georiënteerde arbeidsmarkt. h. Speciale activiteiten kunnen georganiseerd worden voor excellerende leerlingen op alle niveaus. Te denken valt aan uitwisselingen op individuele basis, groepsuitwisselingen, Internetprojecten of anderszins. Op deze manier spelen we in op het passend onderwijsen kunnen we de leerling centraal stellen (“Klaar voor de toekomst, ambitie 1. VO-agenda 2014-2020”).
5|P a gin a
2.3 Doelstellingen internationalisering voor docenten en kernteamleiders. a. Persoonlijke contacten met buitenlandse collega’s kunnen leiden tot persoonlijke en vakinhoudelijke uitdagingen b. De uitdaging van het nieuwe kan docenten enthousiasmeren. c. Een grotere verantwoordelijkheid voor een deel van het beleid van de school vergroot het inzicht in het totaal van activiteiten. d. Grotere motivatie van de leerlingen geeft voldoening. e. Kennismaken met andere schoolsystemen verscherpt de kijk op het eigen systeem. f. Als vakdocent kan men in het buitenland ervaringen opdoen over de ontwikkelingen op het eigen vakgebied. g. Het ontwikkelen van projectgericht lesmateriaal voor uitwisselingen kan een positieve uitwerking hebben op didactiek en inhoud van het vak. h. Internationaliseren kan dus één van de hefbomen tot didactische en /of vakinhoudelijke innovatie vormen.
6|P a gin a
3. Organisatie 3.1 Algemeen Bij veel scholen wordt de aanzet om mee te doen aan een Europees onderwijsproject meestal gegeven door een lid van het team of van een kleine groep gelijkgestemde collega’s. Het is echter essentieel voor het succes en voortbestaan van het project dat dit eerste enthousiasme zich over de gehele gemeenschap van de school verspreidt, dat wil zeggen over de andere docenten, over de schoolleiding, het bestuur van de school, het ondersteunend personeel, de ouders en de gemeenschap die door de school wordt bediend. Het is van belang dat de directie internationalisering binnen de school initieert en van faciliteiten voorziet. Het is wenselijk dat een lid van de directie nauw betrokken is bij de coördinatie van internationaliseringprojecten. Docenten en leerlingen moeten enthousiast gemaakt worden voor internationalisering. De coördinatoren en alle betrokkenen bij internationalisering projecten maken schoolgebonden keuzes en voeren uit. Netwerk internationalisering voortgezet onderwijs (Nivo) biedt hierbij mogelijkheden (http://www.europeesplatform.nl/projecten/netwerk-internationalisering-voortgezetonderwijs-nivo ). 3.2 Internationalisering en personeelsbeleid Het verfrissen van de eigen vakkennis en het vinden van nieuwe impulsen om het eigen werk met enthousiasme tegemoet te blijven treden is een positief extra effect van docentenuitwisselingen. Het is dan ook begrijpelijk dat deelname aan internationale vormen van deskundigheidsbevordering door de directie wordt gestimuleerd. Het programma heeft tot doel om de kennis en vaardigheden van schoolpersoneel te verbeteren en een ruimer begrip te doen ontstaan van het schoolonderwijs in Europa bijvoorbeeld door het Pestalozzi-programma
(http://www.europeesplatform.nl/projecten/pestalozzi-2 ) 3.3 Schoolleiding Inzake internationaliseringprojecten geeft de coördinator een advies aan de schoolleiding. De schoolleiding stimuleert het internationaliseringbeleid. Zij geeft uiteindelijk toestemming aan de internationaliseringactiviteit en heeft tevens de eindverantwoordelijkheid. Zij nodigt personeelsleden uit om na te scholen. Zij Vertegenwoordigt de school, ontvangt de gasten. De schoolleiding vergoedt hun reiskosten van begeleiders, geeft ze een urenvergoeding voor verblijf in het buitenland en een redelijke vergoeding voor gemaakte kosten.
3.4 Coördinatoren De coördinator is verantwoording verschuldigd aan de schoolleiding. De coördinator is verantwoordelijk voor: • Uitvoering geven aan het beleidsplan Internationalisering • Contacten onderhouden met het Europees Platform
7|P a gin a
Deze functionaris onderneemt daartoe onder meer de volgende activiteiten: Algemeen: • Ontwikkelingen volgen • Stimuleren dat het beleidsplan Internationalisering binnen het onderwijsprogramma van de school wordt geïntegreerd. • Concrete uitvoering beleidsplan op schoolniveau • Knelpunten oplossen • Overleg met coördinator TTO • Vergaderingen organiseren: uitschrijven, leiden, agenda opstellen, verslaglegging T.a.v de schoolleiding: • Contact onderhouden met de CD en kernteamleiders. • In overleg met schoolleiding werkplan opstellen en uitvoeren T.a.v. docenten/begeleiders van reizen en uitwisselingen: • Start project te begeleiden. • Projecten als bijv. Erasmus+ en VIOS projecten op te zetten en te begeleiden • Stimuleren van docentenuitwisselingen • Docentennascholing (in overleg met de schoolleiding) • Informatie geven aan de vaksecties over Internationaliseringprogramma’s • Docenten en leerlingen enthousiast maken • Met projectbegeleiders voorbereidende bezoeken organiseren. • Reeds bestaande projecten evalueren op onderwijskundige doelen • Subsidies aanvragen samen met begeleiders van uitwisselingen 3.5 Kernteamleiders Verlenen toestemming aan leerlingen en docenten om de projecten uit te voeren Zorgen voor een onderwijsklimaat waarin de projecten gesteund worden en waarin de leerlingen de mogelijkheid krijgen om eventuele achterstanden, opgelopen door internationaliseringprojecten, in te halen. 3.6 Sectievoorzitters en clustervoorzitters Ondersteunen het idee dat er vanuit de sectie of cluster een bijdrage moet komen om internationaliseringprojecten tot stand te brengen. Stimuleren sectieleden of clusterleden om deel te nemen aan internationale activiteiten. 3.7 Begeleiders van de projecten, vakdocenten Aanvragen van subsidies, in overleg met coördinatoren Verslaglegging van internationale activiteiten Contacten onderhouden met de partners Verantwoording nemen voor de uitvoering van het project; programma verzorgen, leerlingen begeleiden en informeren van ouders. Financiële verslaglegging Zorgen voor informatie op de site van de school, PiusX-tv en PiusX-actueel. Begeleiders mogen van de schoolleiding verwachten dat hun reiskosten vergoed worden, dat ze een urenvergoeding krijgen voor verblijf in het buitenland en dat er een redelijke vergoeding voor gemaakte kosten gegeven wordt.
8|P a gin a
4. Onderwijsbeleid Hoofddoel is dat we onze leerlingen zo willen begeleiden in onderwijs en vorming dat zij zich een goede uitgangspositie kunnen verschaffen in een leef- en werkgemeenschap die in toenemende mate internationaliseert en globaliseert. De bodemformulering van het internationaliseringbeleid is dat een PiusX- leerling in zijn of haar schoolloopbaan minimaal éénmaal heeft deelgenomen aan een internationaliseringproject. Dit kan zijn een digitaal project, een uitwisseling, een buitenlandse reis, een internationale wedstrijd of anders. Elke leerling kan gedurende zijn schoolloopbaan maximaal één keer deelnemen aan een meerdaagse reis of uitwisseling onder schooltijd. 4.1 Praktijkonderwijs Sinds 2008 gaat het Pius X College afdeling Praktijkonderwijs naar Bosnië om in samenwerking met Out of Area binnen een week een plaatselijke school op te knappen. Dit vindt één keer in de twee jaar plaats. De projecten worden gesignaleerd door aanspreekpunten van Out of Area in de desbetreffende regio's. Voor dit project wordt er door leerlingen individueel en schoolbreed geld opgehaald met verschillende activiteiten. Uiteindelijk zal er een groep van ongeveer 30 leerlingen met begeleiders afreizen naar Bosnië. Behalve de al genoemde doelen (2.2) ligt er veel nadruk op het leren samenwerken. 4.2 Onderbouw VMBO In de onderbouw zal de basis gelegd moeten worden voor het internationaliseringbeleid. Als we onze leerlingen willen voorberieden op het Europa van de toekomst dan zullen de vakken bij de behandeling van de verschillende onderwerpen die zich daartoe lenen, vergelijkingen met de omringende landen gemaakt moeten worden. De nieuwe leerwegen van het VMBO zijn meer gericht op vaardigheden en internationalisering is daarbij een uitstek geschikt. Denk aan virtuele contacten met buitenlandse instellingen of mede leerlingen. Dit kan op basis van thema’s aangeboden worden, soms vakoverstijgend onderwijs. Gastlessen door buitenlandse docenten. Deelname aan internationale activiteiten.
4.3 Bovenbouw VMBO De beroepsgerichte afdelingen van het VMBO kunnen in hun activiteitenplan, naast de virtuele contacten in de onderbouw, specifieke excursies en uitwisseling voor bovenbouwleerlingen aanbieden. Een beroepsgerichte excursie met eventueel daaraan gekoppeld het volgen van een stage is een mogelijkheid. Een arbeidservaringproject in het buitenland zou tot de mogelijkheden kunnen gaan behoren. Met het wegvallen van de grenzen zijn de mogelijkheden voor het zoeken naar passend werk binnen de Europese –Unie eenvoudiger geworden. Voor zowel onder- als bovenbouw geldt: Bij uitwisselingen gaan we uit van het principe van vrijwillige deelname. Leerlingen van een bepaald leerjaar kunnen zich voor deze uitwisselingen inschrijven en de projectcoördinator bepaalt uiteindelijk wie er mee kunnen of mogen gaan. Voorwaarden kunnen cijfermatig of gedragsmatig zijn.
9|P a gin a
4.4 Onderbouw havo/vwo Zoals bij het VMBO, zal ook bij de onderbouw havo/ vwo zal de basis gelegd moeten worden voor het internationaliseringbeleid. Als we onze leerlingen willen voorbereiden op het Europa van de toekomst dan zullen de vakken bij de behandeling van de verschillende onderwerpen vergelijkingen met de omringende landen gemaakt moeten worden. De taak van de coördinatoren internationalisering is o.a. om samen met de schoolleiding en vaksecties een activiteitenplan te ontwikkelen van brugklas tot en met vooreindexamenklas(4H en 5V). De leerwegen van de basisvorming en de 2e fase zijn meer dan vroeger gericht op vaardigheden en internationalisering is daarbij bij uitstek geschikt. De kerndoelen van de basisvorming hebben drie karakteristieken gemeen, ze zijn gericht op toepassing, vaardigheid en samenhang. Naast de kerndoelen wordt de mogelijkheid van vakkenintegratie geboden. Internationale projecten kunnen daar goede voorbeelden van zijn. Uiteindelijk is het streven om elke leerling in elk leerjaar een project(-je) met een buitenlandse school of andere instelling te laten uitvoeren. Daartoe moeten de verschillende vaksecties aangemoedigd worden om een gedeelte van hun vakwerkplan zo in te richten, dat het binnen een internationaliseringproject uitgevoerd kan worden. Dus het streven is, dat in de onderbouw de leerling via het Internet jaarlijks contact zal hebben met leerlingen uit het buitenland op basis van thematisch, soms vakoverstijgend, onderwijs. 4.5 Bovenbouw havo/ vwo. Tweede fase Ook de Tweede Fase biedt inhoudelijk en wellicht ook organisatorisch veel mogelijkheden om internationalisering te realiseren. Internationalisering kan een wezenlijke bijdrage leveren tot het aanleren van vaardigheden en het verwerven van kennis. Met name de methodiek van zelfstandig leren krijgt een extra dimensie met internationale contacten en de mogelijkheden van internationaal onderzoek. De coördinator moet samen met directie en kernteamleiders ernaar streven om internationalisering in het curriculum van de Tweede Fase duurzaam te implementeren. 4.6 Gymnasium Het nut van het gymnasium in verband met Internationalisering: brede culturele vorming aan de hand van onze cultuur. De klassieke talen hebben de opdracht om de belangstelling voor klassieke cultuur, het (Europese) verleden, en de doorwerking daarvan in de moderne tijd aan te wakkeren. Ook is het nut gelegen in de verbindende functie van de klassieken in een samenwerkend Europa. Het begrip van Europa hangt vaak heel nauw samen met de gedeelde klassieke erfenis. 4.7 Mogelijkheden: • Spreek- en schrijfvaardigheidopdrachten bij moderne vreemde talen - leesdossier • Culturele projecten in het kader van de lessen CKV en KCV • Praktische opdrachten • Onderzoekopdrachten bij natuur- en scheikunde • Profielwerkstuk • Uitwisselingsactiviteiten • Culturele uitwisselingen ( uitvoeringen, exposities e.d. ) • Sportieve uitwisselingen ( sportwedstrijden )
10 | P a g i n a
• Overige • ICT -projecten ( e-mail, website, chat -programma’s) • Vakoverstijgende projecten • Oriëntatie op studie en beroep
4.8 ICT Informatie- en communicatie technologie (ICT) is een onderdeel van de examenprogramma’s dat bij nagenoeg alle vakken terugkeert. De integratie van ICT in het gehele onderwijsaanbod wordt hiermee tot uitdrukking gebracht. De coördinatoren internationalisering onderkennen volop de mogelijkheden die ICT voor verbreding en verdieping van een uitwisselingsproject biedt. ICT is onlosmakelijk verbonden aan internationalisering. Bij elk project, uitwisseling of wat dan ook is voorbereidend contact een belangrijk onderdeel: die contacten lopen via telefoon of via de computer (e-mail, facebook, chatprogramma’s). Internet speelt een voorname rol bij communicatie en het opzoeken en verzamelen van informatie. In een aanloop naar een fysieke uitwisseling kan een elektronische uitwisseling en/of video conferencing overwogen worden. Het is denkbaar om bijvoorbeeld bij bepaalde vakken rond bepaalde thema’s m.b.v. een project te laten werken. Mogelijkheden: Schoolwebsite, link naar internationalisering Links naar Europees Platform, Comenius Projecten enz. E-mail Chat -programma Virtuele contacten ( webcam ) Videoconferencing Ondersteunende rol bij de moderne vreemde talen Schooljournals eTwinning Zoeken naar partnerscholen 4.9 Loopbaanoriëntatie Het is voor de leerling van belang zich internationaal te oriënteren op studie en beroep. In het netwerk Internationalisering is in de praktijk gebleken dat uitwisselingen een positieve invloed kunnen uitoefenen op de bewustwording van (eigen) mogelijkheden en verwachtingen qua studie en beroep. De mogelijkheden om (gedeeltelijk) in het buitenland te studeren met behoud van studiefinanciering en met internationale erkenning van behaalde zijn binnen de Europese Unie groot. Studenten die als leerling zich internationaal op studie en beroep hebben georiënteerd zullen dan eerder gebruik maken van de geboden mogelijkheden om in het buitenland te studeren. Het is van belang dat decanen actuele adviezen kunnen geven over vervolgopleidingen, studiebeurzen dan wel beroepsmogelijkheden in het buitenland.
11 | P a g i n a
5 Internationalisering en tweetalig onderwijs Door de globalisering van onze samenleving is een meer dan gemiddelde beheersing van moderne vreemde talen van belang. De Europese Unie heeft zich in het witboek voor onderwijs tot doel gesteld dat iedere Europeaan tenminste drie van de gemeenschapstalen beheerst. Tweetalig onderwijs biedt de leerlingen de mogelijkheid om het Engels te leren beheersen op een hoog niveau en geeft hen mede door het brede culturele programma een internationaal perspectief. Internationalisering en tweetalig onderwijs gaan hand in hand, de activiteiten die in het kader van internationalisering worden ontwikkeld zullen vrijwel altijd naadloos aansluiten bij die van het TTO. Vrijwel alle scholen die gestart zijn met tweetalig VWO-Engels onderwijs kennen ook een geleidelijke ontwikkeling in de internationale contacten die bij tweetalig onderwijs behoren. Dit komt tot uiting in:
Uitwisselings- en/of onderwijsprojecten met het buitenland en/of internationaal georiënteerde stages, waarbij Engels de voertaal is.
Internationalisering van het curriculum, variërend van speciale projecten tot aangepaste lesprogramma’s bij geschiedenis, aardrijkskunde etc., voertaal Engels.
Gevarieerd buitenroosterprogramma met bijvoorbeeld Engelstalige excursies, theaterbezoek, deelname aan Model United Nations, Europees Jeugdparlement, Public Speaking Contest etc.
TTO samenwerking op het gebied van: internationaliseringsactiviteiten excursies bijv. in het kader van Iku (nationaal) Socrates - Comenius-Lingua 1 en 2 –programma European School Exchange Databank (ESED) – uitwisselingen
12 | P a g i n a
6. Bijlagen 6.1 Aandachtspunten. • Bekendheid De bekendheid met internationaliseringprojecten en resultaten is nog steeds onvoldoende. Docenten maken nog te weinig gebruik van de programma’s van het Europees Platform.
Data Het vinden van voor alle betrokkenen geschikte data voor uitwisselingen.
Hobbyisme internationalisering is maar al te vaak een groep enthousiaste docenten i.p.v. structureel schoolbeleid.
Flexibiliteit Van vaksecties wordt gevaagd een gedeelte van hun vaktijd te besteden aan een internationaliseringproject. De secties moeten bereid zijn hun (strakke) jaarplanning aan te passen. Dit vraagt van de docenten creativiteit, bereidheid en flexibiliteit.
•
Schoolorganisatie Om binnen het curriculum van de school “internationalisering” een vaste plaats te geven vereist nogal wat aanpassingen in de schoolorganisatie. De betrokken schoolleiders en afdelingscoördinatoren zullen ruimte moeten vinden voor deze vorm van onderwijsvernieuwing.
Tijd Vakoverstijgende internationaliseringprojecten, uitwisselingen, e-mail projecten, Comenius- projecten vragen van de betrokkenen veel tijd, die voldoende gecompenseerd dient te worden.
Kantoorruimte Noodzakelijk voor het verrichten van werkzaamheden en het opbergen van documentatie over projecten, financiële verantwoordingen en giften partnerscholen.
6.2 Financiering van internationalisering. Het ontwikkelen en uitvoeren van succesvol beleid vraagt, naast een duidelijke visies ook om de bereidheid hiervoor financiële middelen vrij te maken. Onderstaande personele en materiële kosten staan los van de ontvangen subsidie van het Europees Platform en de leerlingen bijdrage. Voor wat betreft de inzet in de personele sfeer moet gedacht worden aan: - beide coördinatoren internationalisering ieder 75 klokuren op jaarbasis. - een projectleider (bij een uitwisseling of reis met overnachting(-en)) 10 klokuren op per dag-/- het aantal lesuren. - eventuele incidentele vergoedingen voor specifieke activiteiten.
13 | P a g i n a
Voor wat betreft materiële sfeer moet gedacht worden aan: - Aanschaf materiaal Europees Platform. - Software (bijvoorbeeld e-journals) - Abonnementen - Netwerken - Scholing van coördinatoren - Scholing van projectleiders - Scholing van kernteamleiders en directieleden.
Met het oog op de toekomst moet men rekening houden met afname van de subsidie die verstrekt wordt door Europees Platform. Er zal een plan gemaakt moeten worden hoe we projecten in de toekomst financieren. Denk hierbij aan een schoolbijdragen per leerling die deelneemt aan een uitwisseling. Men kan er ook voor kiezen om ouders een hogere bijdrage te laten leveren voor de uitwisseling. Ook kan er gedacht worden aan sponsoring, samenwerking met bedrijven enz.
6.3 Overzicht geplande activiteiten 2014-2015
Buitenlandse meerdaagse reizen Klas
Land
Moment
Organisator
teamleider
1TTO
Engeland
Week 21
GOO
HLW
3TTO
Engeland
Week 17
GOO
ROO
3HAVO
Engeland
Week 21
BSM
ROO
3TG
Londen Engeland Berlijn, Duitsland of Parijs, Frankrijk Praag, Tsjechië Griekenland
Week 16
MAS
PPL
Mentoren
Week 16
MAS
PPL
Mentoren
Week 16
MAS
PPL
Mentoren
HNJ
Zan, Guc
3TG
3TG 5VWO
Meivakantie, ZAN 2014
Kosten voor de leerling
Begeleiders
Winfried van Gool, Annemiek van de Zande, Tom van Kuijk, Peter Leeflang Annemiek van de Zande, Ties van Limpt, Monique Heezius Agnes verhoeven, Marc Savelsberg, Gemke Franken Carla Bosma (Kitty Krekels)
14 | P a g i n a
Uitwisselingen klas
activiteit
School
2TTO
Uitwisseling, Grashof Gymnasium
3 daags 4TL
Meerdaagse uitwisseling
Colegio Sao Martinho
Plaats
Moment Org.
Ktl.
Subsidie aangevraa gd?
Kosten voor de leerling
Begeleiders
Essen, Week Duitsland 21
GOO ROO Ja
Coimbra,
BKR
PPL
Ja
€240,00
BKR, Bln
DAV
CLE
Ja
€230,00
Dav, Swm
KEL
HNJ
Nee
HNX
HNJ
Ja
€230,00
Hnx, Gro
COR
HNJ
Ja
€750,00
Hez
COR
HNJ
Ja
€750,00
Lim
Portugal
1-6 /9/ 2013
Dav, Waa
Week 16 4HAVO Meerdaagse uitwisseling
Lyceo Virgilio
Napels, Italië
Week 10 Week 16
4VWO
5VWO
Uitwisseling, Sint Schoten, Michielscollege België 2 x 1 dag
4-2-14 en
Meerdaagse uitwisseling
Week 41
Zespol Skol
Torun, Polen
nvt
27-2-14
Week 11 5VWO
Meerdaagse uitwisseling
Jamnabai Narsee
Mumbai, India
Week 40 en 41 Week 21 en 22
5VWO
Meerdaagse uitwisseling
Pawar Public School
Pune, India
Week 40 en 41 Week 21 en 22
15 | P a g i n a
PRO Klas
Activiteit
PRO
Comenius bilateraal
School
Plaats Frankrijk
Moment
Org. Ktl
Bijzonderheden Een en ander is afhankelijk van toekenning subsidie en van de Franse scholen
16 | P a g i n a