Beleidsjaarverslag 2005 Sociale Zaken en Werk De Marne & Winsum
Inhoud Inleiding ..................................................................................................................................... 5 Voorwoord ................................................................................................................................. 7 1 Doelmatigheid ......................................................................................................................... 9 2 Rechtmatigheid...................................................................................................................... 15 3 Minimabeleid ........................................................................................................................ 21 4 Beleidsplan 2005-2006.......................................................................................................... 27 Lijst van afkortingen ................................................................................................................ 31
Inleiding Sinds de invoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) heeft de gemeente niet meer de wettelijke verplichting een beleidsverslag te maken. Deze verantwoording wordt nu door het college aan de raad afgelegd en het college biedt daarom het Beleidsverslag Sociale Zaken en Werk gemeente De Marne & Winsum 2005 aan. Het is in meerdere opzichten een bijzonder beleidsverslag. Ten eerste is de samenwerking tussen de afdelingen sociale zaken van de gemeente De Marne en Winsum in het jaar 2005 tot stand gekomen en ten tweede is dat gebeurd in het nieuwe gebouw De Beurs, samen met het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). De inhoud van het verslag heeft dan ook op beide betrekking. In dit beleidsverslag worden de activiteiten van Sociale Zaken en Werk, doelmatigheid (reïntegratie, hoofdstuk 1) en rechtmatigheid (de uitkering, hoofdstuk 2) en minimabeleid (hoofdstuk 3) in cijfers weergegeven. Ook wordt teruggekeken naar het beleidsplan 2005-2006 (hoofdstuk 4). Op de laatste bladzijde staat de betekenis van de afkortingen.
5
6
Voorwoord Samenwerking Sociale Zaken en Werk Het jaar 2005 is voor de afdeling Sociale Zaken en Werk een bewogen jaar geweest. Het was het jaar van de verhuizing naar het bedrijfsverzamelgebouw (BVG) “De Beurs” in Winsum. Op 1 juli is het samenwerkingsconvenant bekrachtigd door beide colleges. De voorbereiding er naartoe liep al enkele jaren. Het proces liep vertraging op door de uitgestelde bouw. Medio juni zijn de mensen benoemd in hun nieuwe functie. En uiteindelijk is de uitvoering gestart vanaf 9 juli op de nieuwe locatie. Bijzonder aan deze vorm van werken is dat naast de “nieuwe” afdeling ook de ketenpartners UWV en het CWI werken vanuit het BVG. Systemen Parallel aan deze operatie liepen ook vernieuwende processen in de bedrijfsvoering. Zo is er een implementatie geweest van een nieuw cliëntvolgsysteem (CVS) Stratech. Doordat alle klanten in dit programma gekoppeld zijn aan een consulent, kan uit dit systeem de voortgang van de cliënt gevolgd worden. Ook de trajectkosten worden hierin vastgelegd. Cliënten kunnen hierdoor ook begeleid worden door de consulent bij diens afwezigheid. Door het cliëntvolgsysteem te raadplegen kan een collega inspringen op de actuele situatie. Het systeem genereert ook managementinfo. Duur van trajecten, kosten en in– en uitstroom gegevens kunnen worden opgevraagd. Daarnaast zijn alle cliënten van Winsum opgevoerd in het uitkeringssysteem van De Marne. Deze bestaande module (Civision/ Uitkeringen) van De Marne voldeed aan de criteria van het ministerie ten aanzien van registratie en verantwoording. De implementatie heeft wel vertraging opgelopen, maar in september zijn alle klanten opgenomen in deze module. Hierdoor kan vanuit de administratie van Sociale Zaken en Werk transparanter en éénduidiger (uniform) worden gewerkt. De tijd die hiermee is gewonnen wordt in de uitvoeringspraktijk onder andere gebruikt om de ontvangstbalie van Sociale Zaken in het BVG te bemensen. Voor de hele afdeling geldt dat, onder het motto van best praktice, door beide gemeentelijke stromen de beste werkvorm ontwikkeld wordt en aansluitend gehanteerd. Nieuwe werkvorm Vanaf november 2005 worden alle nieuwe aanvragers geconfronteerd met het principe van Work First. Hierbij worden klanten direct vanaf aanmelding uitvoerig geïnformeerd over de WWB (mogelijkheden, rechten en verplichtingen) aansluitend wordt binnen een 8-weeks assessment beoordeeld hoe lang het traject moet gaan duren dat de afdeling inkoopt. Dit traject dient de afstand tot de arbeidsmarkt te verkorten. De consulent is daarbij de gesprekspartner voor de cliënt. Voordeel hierbij is dat de cliënt vanaf het begin met daadkracht begeleid wordt in het vinden van werk. Voorheen werd de procedure van de aanvraag eerst afgehandeld voordat de gesprekken met de klant over werk gingen. Nu wordt bij het begin van de aanvraag gesproken over het vinden van werk en wordt tegelijk de aanvraag ingenomen. Samenwerking Ketenpartners De gemeenten De Marne en Winsum zijn samen met de gemeente Eemsmond en Bedum aangesloten bij het Regionaal ketenoverleg (REKO). Naast deze vier gemeenten sluiten het CWI en het UWV aan in dit overleg. Doel is om de processen efficiënter te laten verlopen, producten effectiever in te zetten en gezamenlijk beleid te ontwikkelen ten aanzien van arbeidsmarkt. In dit overleg is de gezamenlijke werkgeversbenadering tot stand gekomen. Hierin worden gezamenlijk middelen ingezet om de cliënten direct aan de poort intensiever te begeleiden naar werk. Door de inbreng van producten uit de gemeenten en de kennis en ervaring op het terrein van bemiddeling door het CWI, worden klanten direct doorgeleid naar werk. Hierdoor ontstaat er één contact voor de werkgever waardoor er sneller aangeleverd kan worden. De werkgever wordt op deze manier ook niet door verschillende gemeenten benaderd met dezelfde vraag waardoor ook de gemeente een serieuze gesprekspartner blijft. Dit REKO wordt ook vanuit het ministerie ondersteunt door het BKWI (Bureau Kwaliteitszorg Werk en Inkomen). Deze ondersteuning is er op gericht om nog meer als ketenpartners het belang van de
7
klant te gaan dienen. Hierdoor worden de organisaties (gemeente, UWV en CWI) gedwongen te kijken naar hun eigen processen. Onnodige lussen in het werkproces moeten hierdoor tot het verleden gaan behoren. Vragen moeten voortaan één keer worden gesteld door de klant en niet bij iedere instantie worden herhaald. Voor de klant is het niet van belang wie helpt bij het vinden van werk, een geschikt traject of het rechtmatig ontvangen van geld. Het gaat erom dat de hulp geboden wordt en op de meest vlotte en rechtmatige manier. Ontschotting van middelen is daarbij een vorm waar aan gedacht kan worden. Verantwoordingscyclus van de afdeling De dienst stelt zelf een jaarplan op dat wordt voorgelegd aan het portefeuillehoudersoverleg. In dit jaarplan: • uitvoeringsbegroting van de dienst; • jaarplanning met taakstellingen; • management verantwoording ; • accountantscontrole; • beleidsjaarverslag; • in –en uitstroom resultaten; • inzet reïntegratiemiddelen; • ketenspiegel.
8
1 Doelmatigheid Enkele jaren geleden was de kerntaak van Sociale Zaken het verstrekken van de maandelijkse uitkering. Daarnaast werd voor degene die de mogelijkheid had ook nog iets gedaan om deelname aan het arbeidsproces te bevorderen. In de Algemene bijstandswet (Abw) werd dat al versterkt door de sluitende aanpak, de afspraak dat elke uitkeringsgerechtigde op een traject moest zitten. In de WWB is dit nog duidelijker. Werk staat voorop, daarnaast wordt ook gekeken of er recht op bijstand is. In de WWB is de sluitende aanpak vervallen, gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor de uitkeringen en bepalen zelf welke groepen meer aandacht kregen. Voor de gemeenten De Marne en Winsum zijn dat degenen die veel kans maken op de arbeidsmarkt (jongeren tot 30 jaar, alle nieuwe klanten en alleenstaande ouders met mogelijkheden). De rechten en plichten ten aanzien van de reïntegratie zijn vastgelegd in artikel 7 lid 1a, 8, 9 en 10 van de WWB.
1.1 Waddenmodel Sinds 2002 wordt in Noord Groningen het Waddenmodel toegepast. Deze aanpak van jongeren houdt in dat elke schoolverlater door het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt voortijdig schoolverlaters (Rmc) en de leerplichtambtenaar wordt besproken en de leerplichtambtenaar probeert de jongere terug naar school te krijgen. Doel is dat de jongere een startkwalificatie haalt (Mbo-niveau 2 of hoger, Havo, Vwo). Het traject kan ook worden uitbesteed aan het Rmc. cijfers Waddenmodel per schooljaar De Marne 2003/2004 2004/2005 58 53 20 20 18 11 5 5 2 4
voortijdig schoolverlaters in traject Rmc naar opleiding naar werk (nog) niet afgerond
2003/2004 63 8 5 2 1
Winsum 2004/2005 70 17 12 7 8
Voor jongeren vanaf 18 jaar die een uitkering aanvragen en geen startkwalificatie hebben is de leerplichtambtenaar de verantwoordelijke. Voor jongeren met een startkwalificatie is de casemanager Sociale Zaken verantwoordelijk. Het aantal jongeren met een uitkering is door deze aanpak in beide gemeenten relatief laag. aantal uitkeringen op 1-1-2006 naar leeftijd 18-23 jaar 24-30 jaar De Marne 17 36 Winsum 17 38 61-65 10%
31-61 67%
65+ 18-23 2% 7%
31-61 jaar 169 163
61-65 jaar 26 20 61-65 8%
24-30 14%
31-61 67%
De Marne
9
65+ 2%
18-23 7%
>65 jaar 5 6
24-30 16%
Winsum
1.2 Werk- en activeringstraject Sinds 1 november 2005 is er een traject voor nieuwe klanten: een werk- en activeringstraject. Dit traject bestaat uit begeleiding bij het zoeken naar werk en het opdoen van werkritme en –ervaring bij Ability in Uithuizen. Doel van het traject is om de klant zo snel mogelijk op weg te helpen naar regulier werk. Soms zal dat tijdens het traject van 8 weken lukken, meestal niet. In het laatste geval zal aan het eind van de periode een goed beeld van de klant zijn ontstaan. Met deze diagnose kan een vervolgtraject voor de klant worden ingezet. Tot 1 januari 2006 zijn alleen de kansrijke klanten op traject gegaan, vanaf 1 januari geldt het aanbod voor alle nieuwe klanten. Er zijn over 2005 nog nauwelijks resultaten bekend omdat er bij het schrijven van dit verslag nauwelijks trajecten beëindigd zijn. In de tussentijdse managementrapportages en het beleidsverslag 2006 zal verslag worden gedaan van dit project. Over de eerste aanmeldingen is het volgende bekend. In december zijn 4 personen uitgenodigd voor een voorlichting en ze zijn bij Ability aangemeld. 2 Personen hebben de aanvraag ingetrokken (werk en WW) en 2 zijn nog met het traject bezig. In het Dagblad van het Noorden heeft hierover een positief artikel gestaan.
1.3 Cliënten en trajecten De WWB bepaalt dat elke uitkeringsgerechtigde recht heeft op begeleiding naar werk. Meestal komt het initiatief van de casemanager. De casemanager bepaalt aan de hand van de kansen en mogelijkheden van de uitkeringsgerechtigde of er een traject wordt ingezet en zo ja, welke. Sociale Zaken en Werk heeft hiervoor enkele contracten afgesloten met reïntegratiebedrijven (Agens, Alexander Calder, Ergo Noord en Werkprojectengroep). Deze bedrijven voeren de trajecten uit in opdracht van de casemanager. Er is periodiek contact tussen de reïntegratiebedrijven en Sociale Zaken en Werk. aantal cliënten met traject in 2005 gestart trajecten op 31-12 beëindigd waarvan naar regulier werk
De Marne 86 140 80 15
Winsum 97 113 114 31
150 Gestart
100
Trajecten op 31-12-2005 Beeindigd
50
Regulier werk 0 De Marne
Winsum
Agens is gespecialiseerd in de individuele aanpak. Agens gaat na melding door Sociale Zaken meteen op huisbezoek om een goed beeld van de cliënt te krijgen. Het bedrijf is met name goed in trajecten voor cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Alexander Calder richt zich met name op de cliënt die snel bemiddelbaar is. Via de zogeheten Sprintbemiddeling wordt veel aandacht besteed aan solliciteren en vacatures. Werkprojecten Groep heeft meerdere projecten voor degene die een grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft en die via een project werkervaring en ritme kan opdoen. Ergo Noord doet arbeidskundig onderzoek, waaronder de REA-toets. Het arbeidskundig onderzoek is soms nodig om het traject te bepalen, maar is zelf geen traject.
10
In De Marne is bij 41 cliënten geen arbeidsplicht opgelegd, in Winsum 75. Redenen hiervan zijn is de gezinssituatie (alleenstaande ouders) of de leeftijd. Daarnaast wordt geen arbeidsplicht opgelegd wanneer dat door sociale- of medische omstandigheden niet kan. Voor het laatste wordt medisch advies gevraagd aan de GGD of wordt een arbeidskundig onderzoek gedaan door Ergo Noord. Bij een aantal cliënten wordt nog onderzoek gedaan naar de mogelijkheden, in De Marne zijn dat er 7 en in Winsum 36. uitstroomgegevens 2005 arbeid in dienstbetrekking inkomsten zelfstandige economische eenheid verhuizing bereiken 65 jaar overig totaal
De Marne 28 4 15 12 8 33 100
Winsum 40 3 6 14 3 31 97
De “overige” zijn aanvang studie, niet meer gemeld, andere uitkering etc.
1.4 Reïntegratie-instrumenten Via de gemeentelijke Reïntegratieverordening en de daarbij behorende beleidsregels hebben we vastgelegd wat we de klant bieden om terug te keren op de arbeidsmarkt. Meestal worden er meerdere instrumenten ingezet, het geheel van aanbod noemen we een traject. De mogelijke instrumenten die ingezet worden zijn: • werken met behoud van uitkering (stage); • in dienst van gemeente of reïntegratiebureau en uitgeleend worden aan werkgever (detacheringsbaan); • loonkostensubsidie (uitstroombaan); • scholing; • directe bemiddeling; • sociale activering. De reïntegratietrajecten worden uitgevoerd door eerder genoemde reïntegratiebedrijven. Het gesubsidieerd werk neemt hierin een aparte plaats in. De “oude” regelingen Wiw en I/D worden uitgevoerd door Brug naar Werk, de nieuwe regelingen door Sociale Zaken en Werk zelf. Aan het eind van 2005 kennen we 4 verschillende vormen van gesubsidieerd werk namenlijk de Wiw, I/D-banen, detacheringsbanen en uitstroombanen. De eerste 2 zijn oude regelingen die bijna geheel zijn afgebouwd, de laatste zijn in ontwikkeling. stand gesubsidieerd werk op 1-1-2006 Wiw I/D detachering uitstroombaan
De Marne 3 12 0 3
Winsum 6 19 0 0
De Wiw dienstbetrekkingen die nu nog bestaan zijn ex-banenpoolers die een contract voor onbepaalde tijd hebben. Met werkgevers die een I/D kandidaat in dienst hebben is afgesproken dat de subsidie wordt afgebouwd en beëindigd zal worden per 1-1-2007. Daarbij zijn de reïntegratie-instrumenten van de gemeente aangeboden om in te zetten bij de I/D-er. Enkele I/D-ers blijven aan het werk bij de huidige werkgever, maar dan zonder subsidie.
11
1.5 Specifieke projecten Fiskersskip Moddergat De stichting it Fiskersskip uit Moddergat, Dongeradeel, heeft als doel een bijdrage te leveren aan het versterken van het cultuurtoerisme in Noord Oost Friesland en mede daardoor aan het verbeteren van de locale economie. Doel: • inrichting en exploitatie van een educatief bezoekerscentrum in het voormalige Garnalenfabriekje te Moddergat; • het realiseren van een kleinschalige scheepswerf; • de bouw van een replica van een historische vissersboot: de Wierumer Aek. Het is de bedoeling dat deze activiteiten worden uitgevoerd in het kader van werkervaringsprojecten. In een werkervaringsproject werken de deelnemers aan hun persoonlijke ontwikkeling waarbij volop aandacht wordt besteed aan het leren van beroepsvaardigheden en aan het ontdekken en ontwikkelen van persoonlijke competenties. De activiteiten zijn sterk praktijkgericht (het doen en het ervaren) en waar nodig ondersteund met aanvullende theorie (certificering van modules, maatwerk). Met iedere deelnemer zal in overleg met de casemanager en de trajectbegeleider een individueel trajectplan worden opgesteld met daarin opgenomen de (persoonlijk) doelstellingen en de uitstroomkansen. De gemeente De Marne heeft zich middels een convenant aangesloten aan dit project. Afgesproken is, dat de gemeente per jaar 5 trajecten invult. In 2005 zijn meerdere cliënten aangemeld echter met wisselend succes. Het vervoer naar Moddergat blijkt een groot obstakel te zijn. Per openbaar vervoer van Zoutkamp naar Moddergat vergt ruim 3,5 uur reistijd enkele reis. Op dit moment zijn 3 cliënten uit de gemeente in het project actief, waarvan een uit Winsum. Onderzocht wordt of er alternatieve vervoersmogelijkheden zijn. Arboretum Binnen de Notoaristoen te Eenrum zijn veel regelmatig terugkerende werkzaamheden die door de Stichting Arboretum in kaart zijn gebracht. Voor de nieuwe (noodzakelijke) aanplant en onderhoud van het park heeft de stichting reeds bij diverse instanties subsidies aangevraagd. Voor de werkzaamheden heeft zij vrijwilligers ingezet en heeft zij onderdelen van deze werkzaamheden aangeboden voor een project sociale activering. Voorwaarde hiervoor is een deskundige begeleiding, omdat de vele bomen en planten van zeldzame waarde vertegenwoordigen. Het project is in 2005 in samenwerking met Ability Groen afgerond. Ability heeft zorg gedragen voor de deskundige begeleiding en heeft samen met 5 deelnemers werkzaamheden in opdracht van de Stichting Arboretum uitgevoerd. In navolging van het project Arboretum worden op dit moment nog 2 deelnemers in het kader van sociale activering door Ability Groen begeleid 1.6 Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) Hoewel de Wsw iets anders is dan de WWB en de Wsw geen reïntegratie-instrument is, wordt deze werkvoorziening wel opgenomen in het beleidsverslag. De Wet sociale werkvoorziening (Wsw) geeft gemeenten subsidie voor het scheppen en instandhouden van arbeidsplaatsen voor mensen met lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen. Voor de Wsw-geïndiceerde is het niet meer mogelijk om te werken onder nietaangepaste omstandigheden.
12
Aangepaste arbeid kan in het kader van de Wsw op drie manieren worden gerealiseerd: • beschutte arbeid in een dienstbetrekking bij de gemeente; • detachering vanuit een dienstbetrekking bij de gemeente bij een reguliere werkgever (detachering, CAO Wsw); • begeleid werken in dienst van een reguliere werkgever (CAO van betreffende werkgever). De Wsw-doelgroep mag niet verdrongen worden door een oneigenlijke instroom van cliënten uit omliggende voorzieningen als de WIA/WAO, WWB en AWBZ. Zo kan de Wsw als rijksgefinancierde voorzieningen voor gehandicapten een aantrekkelijk alternatief vormen voor personen met een afstand tot de arbeidsmarkt voor wie reïntegratie op korte termijn niet succesvol zal zijn. Indicatiestelling De indicatiestelling voor de Wsw wordt met ingang van 1 januari 2005 uitgevoerd door Cwi. Een gespecialiseerde medewerker van het Cwi komt op de momenten dat het nodig is in De Beurs om de gesprekken met de kandidaten te houden. Het Cwi beslist over: • het wel of niet behoren tot de doelgroep van de Wsw, • de arbeidshandicapcategorie (matig of ernstig), • de geldigheidsduur van de indicatie. Met de overdracht van de Wsw-indicatiestelling van gemeenten naar CWI wordt beoogd te komen tot een onafhankelijke en meer uniforme uitvoering van de indicatiestelling. Taken gemeente Het is de zorgplicht van de gemeente om aan mensen met een Wsw-indicatie een passende arbeidsplaats en begeleiding te bieden. Gemeenten kunnen het Wsw-beleid zelfstandig uitvoeren of gezamenlijk met andere gemeenten in een zogeheten werkvoorzieningschap. De gemeenten De Marne en Winsum hebbeen dat gedaan in werkvoorzieningsschap Ability. Ability is een gemeenschappelijke regeling van 4 gemeenten in Noord-Groningen: Bedum, Eemsmond, De Marne en Winsum. Cijfers Wsw Eind 2003 werkten landelijk ruim 96.000 personen in de Wsw. Ruim 90% was werkzaam in het Wswbedrijf, circa 9% was vanuit het Wsw-bedrijf gedetacheerd bij een reguliere werkgever en 1% was met gebruikmaking van de Wsw-subsidie in het kader van begeleid werken in dienst van een reguliere werkgever. aantal Wsw in dienst op 1-1-2006 wachtlijst op 1-1-2006 uitstroom 2005 instroom 2005
De Marne 100 20 6 6
Winsum 57 4 4 11
Het verschil tussen Winsum en De Marne is moeilijk te verklaren. Een reden kan zijn dat Winsum meer een forensendorp is waar sociale problematiek, opleidingsniveau iets anders is dan in de kleine dorpen in de provincie.
13
1.7 Financiën bedragen W-deel WWB 2005 in € 1 restant 2004 toegekend 2005 uitgegeven 2005 restant (meenemen naar 2006) percentage van het toegekende budget
De Marne 494.126 963.867 807.794 650.199 67.5 %
Winsum 266.010 1.096.769 755.501 607.278 55.4 %
In beide gemeenten is het volledige restant op het Werkdeel mee te nemen naar het werkdeel 2006. Ten opzichte van het restant van 2004 is het bedrag aanmerkelijk hoger geworden. Maximaal mag over enig jaar 75% naar het volgende budgetjaar worden meegenomen. Het verschil met 2004 is ontstaan door de positieve resultaten in de afbouw van WIW en ID-banen. De afbouw is vooral in De Marne sneller gerealiseerd dan de prognose. Daarnaast is extra ingezet op reguliere reintegratietrajecent (zie 1.3). De uitgaven van 2005 ten opzichte van 2004 zijn in De Marne van ruim 137.500 euro gestegen naar ruim 430.000 euro. In Winsum daalde de inzet van bijna 200.000 euro naar ruim 140.000. Het beeld in Winsum is enigszins vertekend door het late indienen van een aantal grote facturen van re-integratiebedrijven die niet in de rekening van 2005 maar in de rekening van 2006 worden meegenomen. Tellen we deze facturen mee, dan is de situatie in Winsum ongeveer gelijk gebleven. In 2005 zijn veel trajecten opgestart. Pas na realsiatie van een (onderdeel van een) traject volgt de betaling. Deze extra inzet zal zich financieel dan ook pas in 2006 vertalen.
1.8 Conclusie Van het cliëntenbestand heeft een groot gedeelte een traject. In De Marne zijn meer trajecten uitgezet dan in Winsum, terwijl de uitstroom naar regulier werk in Winsum groter is. De ligging van de gemeente speelt hierin een rol. Ondanks het grote aantal trajecten is het budget ruim voldoende. Een reden hiervan is o.a. de snelheid waarmee het aantal gesubsidieerde plaatsen is afgebouwd. Er zal in 2006 meer aan re-integratietrajecten moeten worden uitgegeven om aan de opdracht van het Ministerie te voldoen. Gebeurt dit niet, dan zal over 2006 een te groot restant ontstaan en zal het meerdere dan 75% worden teruggevorderd. In de tweede helft van 2005 zijn een aantal acties ingezet die ervoor moeten zorgen dat deze doelstelling in 2006 zal worden behaald. Extra aandacht voor en inzet van instroombanen, nieuwe inkoopcontracten met de re-integratiebedrijven, work-first en diverse projecten sociale activering zijn reeds opgestart. De effecten ervan zullen in 2006 en 2007 blijken.
1
cijfers kunnen wijzigen, afhankelijk van definitieve jaarrekening en controle accountant
14
2 Rechtmatigheid Het recht op bijstand is vastgelegd in de WWB. De gemeente heeft in het kader van die wet enkele verordeningen opgesteld met nadere regels Deze verordeningen zijn: • reïntegratieverordening: hierin worden de rechten en plichten wat betreft reïntegratie vastgelegd; • handhavingsverordening: hierin staat dat het college nadere regels over handhaven opstelt, dit is gedaan in het Handhavingsbeleidsplan; • verordening toeslagen en verlagingen: hierin staat hoe de uitkering verlaagd of verhoogd wordt, afhankelijk van de woonsituatie; • afstemmingsverordening: hierin staan de mogelijke (tijdelijke) verlagingen bij onwenselijk gedrag, met name bij onvoldoende meewerken aan het vinden van werk; • verordening cliëntenparticipatie: hierin staan de afspraken tussen gemeenten en de cliëntenraad. Bovenstaande verordeningen zijn in 2004 vastgesteld en zijn in 2005 ongewijzigd gebleven.
2.1 Aantal uitkeringen Het aantal uitkeringsgerechtigden is in 2005 toegenomen. In onderstaande tabel wordt weergegeven hoeveel het er zijn geweest de laatste jaren, per gemeente. stand aantal bijstandsuitkeringen op 1 januari, per jaar (incl. Ioaw/Ioaz, Bbz) 2003 2004 2005 De Marne 204 221 253 Winsum 211 227 229
2006 255 247
300 250 200
De Marne
150
Winsum 100 50 0
2003
2004
2005
2006
Het aantal kan afwijken van eerdere opgave in verband met latere mutaties in het bestand (toekenningen en beëindigingen). aantal bijstandsuitkeringen op 1-1-2006 naar soort WWB De Marne 239 Winsum 236
Ioaw 14 10
15
Ioaz 1 0
Bbz 1 1
De Ioaw, Ioaz en Bbz wordt niet gefinancierd uit het I-deel WWB. 75% Wordt bij het rijk gedeclareerd, voor de overige 25% krijgt de gemeente een vast bedrag. Dit bedrag is voldoende. Het aantal uitkeringen neemt nog steeds toe. Het aantal werkloosheidsuitkeringen (WW) is in de provincie Groningen in 2005 wel gedaald (van 34.000 naar 31.800) maar dat heeft (nog) geen effect op het WWB bestand. De WWB uitkering wordt om verschillende redenen aangevraagd. reden vaan aanvraag bij toekenning De Marne 15 10 13 5 8 51 101
beëindigen relatie beëindigen studie einde WW andere gemeente beëindigen bedrijf overig totaal
Winsum 21 15 18 4 2 54 114
Opvallend is dat het aantal “overig” groot is. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de invulmogelijkheden van het oude uitkeringssysteem. Veel uitkeringsgerechtigden lukt het om snel weer werk te vinden, dit blijkt uit de gegevens over de duur van de bijstandsuitkering. aantal bijstandsuitkeringen op 1-1-2006 naar duur van uitkering 0-1 jaar 1-2 jaar 2-5 jaar De Marne 53 78 30 Winsum 75 61 33
>10 15%
5-10 jaar 53 38
>10 16%
0-1 21%
0-1 30%
5-10 16%
5-10 21% 2-5 12%
1-2 31% De Marne
2-5 13%
1-2 25%
Opvallend is dat bijna de helft van de cliënten langer dan 2 jaar een uitkering heeft.
16
>10 jaar 39 38
Winsum
2.2 Hoogwaardige Handhaving In 2005 is het project Hoogwaardige Handhaving afgerond. Met een subsidie van het rijk hebben de beide gemeenten het beleid rond fraudepreventie en –bestrijding vastgelegd. Kernpunt uit dit beleid is: • de cliënten worden goed geïnformeerd zodat de wederzijdse rechten en plichten duidelijk zijn; • we maken het de cliënten zo makkelijk mogelijk d.m.v. eenvoudige formulieren etc; • we controleren daar waar we denken dat er risico’s zijn; • wanneer de cliënt zich niet aan de regels houdt dan wordt een maatregel opgelegd. Daarnaast is meteen uitvoering gegeven aan dit beleid. Zo is het maandelijks formulier eenvoudiger gemaakt, is de tekst van de beschikkingen aangepast, is een nieuw heronderzoekplan geschreven, is er voorlichtingsmateriaal gemaakt (Spelregelboekje).
2.3 Heronderzoeken en herbeoordelingen In het kader van de WWB zijn alle uitkeringen opnieuw beoordeeld (omzetten van Abw naar WWB). Op 1 januari 2006 is het herbeoordelen van alle uitkeringen voltooid. Dit heeft niet geleid tot het intrekken van uitkeringen. Na de herbeoordeling werd het nieuwe heronderzoekplan van kracht. Dit nieuwe plan houdt in dat niet alle cliënten standaard op heronderzoek komen, maar afhankelijk van de situatie en de omstandigheden worden uitgenodigd. Uitgangspunt is dat er voldoende reguliere controlemomenten zijn om niet iedereen elk jaar uit te hoeven nodigen. Deze momenten zijn: • strenge controle bij aanvraag; • maandelijks via het Inlichtingenbureau; • maandelijks via schriftelijke verklaring van de cliënt; • controle bij signaal (b.v. wijziging doorgegeven door cliënt); • contact met cliënt i.v.m. doelmatigheid; • eventueel bij aanvraag bijzondere bijstand. Wanneer de situatie niet normaal is, wanneer de inschatting wordt gemaakt dat de kans groter is dat de uitkering niet rechtmatig wordt verstrekt, dan wordt de klant wel (periodiek) uitgenodigd. De gemeente De Marne en Winsum hebben er voor gekozen de volgende klanten wel periodiek te onderzoeken: • klanten die in het verleden hebben gefraudeerd; • klanten die kostganger zijn of hebben • klanten die parttime werken in de horeca.
2.4 Sociale Recherche (SR) De samenwerking “sociale recherche Noord- en Oost Groningen” bestaat sinds 1 juli 2002. In deze samenwerking van 13 gemeenten zijn afspraken gemaakt over de verdeling van de sociaal rechercheurs en de bijzonder controleurs. Deze samenwerking bevordert de flexibiliteit en de expertise. Stadskanaal is de kerngemeente. Per kwartaal worden de cijfers gerapporteerd. kerncijfers De Marne Winsum
uren SR 296 280
uren bijz. controle 61 90
17
afgesloten zaken 8 3
fraudebedrag € 27.001 € 4.092
Het aantal beschikbare uren per gemeente is ongeveer 540. Winsum heeft 183 uren niet verbruikt en De Marne 184 niet. De Sociaal Rechercheur is sinds augustus 2005 een dagdeel per week in het gebouw De Beurs gestationeerd om nog betere afstemming tussen SR en casemanager te krijgen. Dit bevalt van beide kanten zeer goed. De verbruikte uren zullen daardoor waarschijnlijk toenemen. Bij vermoeden van fraude wordt het dossier besproken met de sociaal rechercheur. Dat gebeurt op de dag dat hij bij Sociale Zaken aanwezig is. Daarnaast is er periodiek overleg tussen de sociaal rechercheur en het hoofd van de afdeling. Naast de SR is er nog het Siod, de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst. Dit landelijk bureau behandelt grote fraudezaken, die regio-overschrijdend zijn, of zelf grensoverschrijdend. Landelijk gaat het om ongeveer 10 zaken per jaar. De SR heeft geen aanmeldingen namens de gemeente De Marne of Winsum gedaan. In 2005 zijn er enkele thema controles geweest. De eerste 2 kwamen op een ongelegen moment voor Sociale Zaken omdat de samenvoeging en de verhuizing voorbereid werden. Aan deze controles is daarom niet meegedaan. Aan de laatste controle is wel meegedaan. Dit project bestaat uit het vergelijken van de adressen en het waterverbruik. Geen of weinig verbruik zou erop kunnen wijzen dat de woning niet bewoond wordt en dat de bewoner geen recht heeft op bijstand. Dit onderzoek is op het moment nog in volle gang.
2.5 Terugvordering en Verhaal In 2004 is het gezamenlijk terugvorderingsbeleid vastgelegd in het Debiteurenbeheersplan. Dit plan is vastgesteld in het kader van de Hoogwaardige Handhaving. De terugvorderingen bestaan uit teveel uitbetaalde uitkering, al dan niet door fraude ontstaan. Verhaal ontstaat wanneer een onderhoudsplichtige zijn bijdrage niet rechtstreeks aan de uitkeringsgerechtigde betaalt. In dat geval probeert Sociale Zaken de bijdrage aan de uitkering te innen. De meeste gevallen van onderhoudsplicht ontstaan wanneer de vrouw door scheiding afhankelijk wordt van de bijstand. bedragen terugvordering in € openstaande vorderingen op 1-1-05 bijgekomen in 2005 afgegaan in 2005 openstaande vorderingen op 1-1-06
De Marne 390.142 180.767 105.651 465.258
Winsum 698.330 184.227 170.592 709.668
De vorderingen bestaan uit teveel betaalde bijstand, krediethypotheek, bijzondere bijstand, verhaal op onderhoudsplichtigen en leningen aan zelfstandigen. Met name de laatste zijn verantwoordelijk voor een relatief hoog bedrag, in De Marne aan het einde van het jaar ongeveer € 100.000 en Winsum € 430.000.
2.6 Bezwaar en beroep Volgens de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) is het mogelijk tegen een beslissing van het college bezwaar te maken. Via mandatering aan Sociale Zaken en Werk neemt het college honderden beslissingen per jaar. Tegen een klein deel daarvan wordt bezwaar gemaakt. Wanneer bij bezwaar duidelijk is dat de beslissing anders had moeten zijn, door bijvoorbeeld aanvullende informatie, dan wordt de moeite en tijd van klant en Sociale Zaken bespaard en dan wordt de beslissing herzien.
18
aantal bezwaarschriften 2005 gegrond verklaard ongegrond verklaard ontvankelijk verklaard ingetrokken door cliënt herzien door sociale zaken totaal
De Marne 3 4 1 4 4 16
Winsum 1 4 1 6 1 13
2.7 Financiën Hieronder volgt een overzicht van inkomsten en uitgaven van het I-deel WWB. bedragen I-deel WWB in € toegekend 2005 uitgave 2005 2 verschil
De Marne 2.386.156 2.727.262 - 341.106
Winsum 2.327.089 2.579.500 - 252.411
De inkomsten zijn lager dan de uitgaven. De raden van beide gemeenten zijn hierover geïnformeerd. De gemeente De Marne heeft bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking. Op 19 januari 2006 is daarover een hoorzitting geweest bij het ministerie. Per beschikking van 6 februari 2006 is het bezwaar afgewezen. Volgens deze laatste beschikking is er geen sprake van onbehoorlijk bestuur en is de verdeelsleutel, de berekening waarop het bedrag is gebaseerd, goed toegepast.
2.8 Conclusie Er vindt een grote mutatie in het uitkeringsbestand plaats. Een gedeelte van het cliëntenbestand (bijna 50%) heeft langer dan 2 jaar een uitkering. Het toegekende budget is ontoereikend. Door nog strenger te zijn aan de poort, onder andere met het werk- en activeringsproject, en nog meer te doen aan uitstroom moet het lukken binnen het budget te blijven. Daarnaast moet het anti-fraude beleid leiden tot minder onterecht verstrekte uitkeringen.
2
definitieve kosten bekend na opmaken jaarrekening
19
20
3 Minimabeleid Het minimabeleid bestaat uit: • individuele bijzondere bijstand; • tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten; • participatiefonds; • schuldhulpverlening; • langdurigheidstoeslag (rijk); • kwijtschelding gemeentelijke belastingen (rijk).
3.1 Achtergrond De laatste tijd is er meer aandacht voor armoede in Nederland, dit blijkt onder andere uit het ontstaan van voedselbanken en de toenemende schuldhulpverlening. Door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt tweejaarlijks een onderzoek naar armoede gedaan. De laatste onderzoeksresultaten zijn weergegeven in de Armoedemonitor 2005. Om te bepalen in welke mate armoede voorkomt wordt met name gekeken naar de hoeveelheid huishoudens dat een laag inkomen heeft. Daarnaast wordt dit lage inkomen afgezet tegen de prijsontwikkeling. Risicogroepen die te maken hebben met een laag inkomen zijn eenoudergezinnen, huishoudens met een uitkering en niet-westerse allochtonen. De ontwikkeling van de lage inkomens (bijstandsuitkeringen) is achtergebleven bij de inflatie. Uit de gegevens blijkt ook dat hoe kleiner de gemeente, hoe minder huishoudens met een laag inkomen. Voor de provincie Groningen geldt dat echter niet. In De Marne heeft meer dan 9,5% van de huishoudens een laag inkomen, in Winsum is dat 7,5% tot 9,5%. aantal huishoudens 2005 per inkomen 3 inkomensniveau t.o.v. bijstand tot 105% tot 115% tot 125%
De Marne 661 965 1224
Winsum 604 842 1058
Door het aantrekken van de economie is het de (landelijke) verwachting is dat in 2006 het aantal huishoudens met een laag inkomen zal dalen.
3.2 Individuele bijzondere bijstand De alleenstaande of het gezin heeft recht op bijzondere bijstand indien de alleenstaande of het gezin niet beschikt over middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan (artikel 35 WWB). Dit betekent dat voor alles bijzondere bijstand verstrekt kan worden, zolang het om kosten gaat die door bijzondere omstandigheden zijn ontstaan. De meeste mogelijkheden zijn in het gemeentelijk beleid omschreven (handboek WWB). Het kenmerk van deze bijstand is dat elke aanvraag individueel wordt beoordeeld. De aanvrager moet aangeven welke bijzondere omstandigheden er zijn die leiden tot extra kosten. Meestal gaat het om (para-) medische kosten zoals eigen bijdrage ziekenfonds, brillen. Daarnaast is het mogelijk duurzame gebruiksgoederen te verstrekken, maar de klant wordt eerst verwezen naar de Groningse Krediet Bank (GKB). Een overzicht van de verstrekte bijzondere bijstand: 3
bron: Coelo
21
individuele bijzondere bijstand in € bril dieetkosten fysiotherapie geneesmiddelen huishoudelijke- of gezinshulp hulpmiddelen inrichtingskosten maaltijdvoorziening vervoerskosten rechtsbijstand specialist tandarts woonkosten overig totaal
De Marne 957 323 48 91 909 1.408 3.380 430 7.200 1.599 3.705 419 4.342 5.030 29.841
Winsum 3.080 1.893 0 269 1.818 382 9.342 2.814 4.798 542 83 1.569 4.096 24.103 54.789
Naast bovenstaande bijzondere kosten is ook bijzondere bijstand verstrekt voor levensonderhoud. In De Marne is een bedrag van € 13.334 versterkt, in Winsum € 6.051. Dit is bijstand voor levensonderhoud aan jongeren die recht hebben op een jongerennorm, maar in bijzondere situaties een hogere norm krijgen. Deze aanvulling wordt in de vorm van bijzondere bijstand verstrekt. De norm is dan gelijk aan de norm voor personen van 23 jaar en ouder.
3.3 Tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten Dit is een categoriale verstrekking (art. 35 WWB) voor huishoudens tot 110% van de bijstandsnorm. Kenmerk van deze bijzondere bijstand is dat niet bij elke aanvraag wordt beoordeeld of de omstandigheden het noodzakelijk maakt bijzondere bijstand te verstrekken. We gaan ervan uit dat de chronisch zieke of gehandicapte extra kosten heeft. Wanneer de aanvrager kan aantonen dat er sprake is van een chronisch ziekte of handicap, dan wordt € 250 verstrekt. Het bedrag wordt maximaal één keer per jaar toegekend. toekenningen 2005 aantal toekenningen kosten beschikbaar per jaar 4
De Marne 226 € 56.500 € 20.000
Winsum 145 € 36.250 € 20.000
In de praktijk is het lastig om te beoordelen of er sprake is van een chronische ziekte, en of er meerkosten zijn. Onduidelijkheid hierin heeft geleid tot meer aanvragen dan in de begroting voorzien was. Het college kan daarom begin 2006 een voorstel tegemoet zien waarin het beleid zodanig wordt aangepast dat de eenmalige bijdrage bij diegene terecht komt waar het voor bedoeld is. Dit zal leiden tot een reductie van het aantal toekenningen.
4
het budget over 2004 was niet gebruikt en dit wordt via een reservering ingezet om verschil te dekken
22
3.4 Participatiefonds Deze tegemoetkoming voor sport- en culturele activiteiten is eind 2005 ingegaan. Onderstaande cijfers hebben betrekking op de periode november 2005-januari 2006. Tot 1 februari 2006 konden de kosten over 2005 worden aangevraagd. Participatiefonds 1 nov 2005 - 25 jan 2006 aantal toekenningen bedrag
De Marne 25 2.490
Winsum 40 4.960
De Marne 18 53 12 3 7 € 49.419
Winsum 16 35 14 2 7 € 33.926
3.5 Schuldhulpverlening aantallen over 2005 budgetbeheer gestart budgetbeheer totaal schuldhulpverlening crisisinterventie WSNP-verklaring kosten
Ten opzichte van voorgaande jaren zijn de kosten in De Marne niet toegenomen, in Winsum wel. kosten schuldhulpverlening in € De Marne 25.577 24.546 47.772 50.684 49.419
2001 2002 2003 2004 2005
Winsum 15.437 18.823 25.006 31.835 33.926
kosten schuldhulpverlening 60.000 50.000 40.000
De Marne Winsum
30.000 20.000 10.000 0
2001
2002
2003
2004
23
2005
3.6 De langdurigheidstoeslag Deze bijdrage is geregeld in artikel 36 van de WWB. Er is zeer weinig ruimte voor gemeentelijk beleid. De regeling is bedoeld voor het huishouden dat langdurig (5 jaar) op een laag inkomen zit en geen kansen meer heeft dat inkomen te verhogen door het vinden van werk. De gemeente De Marne en Winsum hebben bepaald dat wanneer er een maatregel is opgelegd in verband met werk, er geen langdurigheidstoeslag wordt verstrekt. Van deze klant is ingeschat dat hij kans op werk maakt en onvoldoende heeft voldaan aan de arbeidsverplichtingen. Deze afwijzingsgrond is in 2005 echter niet toegepast. langdurigheidstoeslag 2005 aantal toekenningen kosten in €
De Marne 34 14.076
Winsum 56 19.995
In vergelijking met het aantal uitkeringen van 5 jaar en langer (respectievelijk 92 en 76) is het aantal aanvragen laag. In de nieuwsbrief wordt de regeling regelmatig gepubliceerd.
3.7 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen In artikel 26 Invorderingswet, artikel 255 Gemeentewet en Nadere regels inzake gemeentelijke en waterschapsbelasting, januari 1995 staat de kwijtschelding geregeld. De gemeente kan alleen zelf bepalen met welk inkomen wordt vergeleken, het maximum is 100% van het minimumloon/bijstandsniveau. De gemeente De Marne en Winsum hebben gekozen voor 100%. Wanneer 90% wordt gehanteerd, heeft ook iemand met een inkomen op bijstandsniveau voor 10% ruimte en moet dus altijd (gedeeltelijk) betalen. De 100% is dus het meest gunstige voor de klant. Het vermogen is wel anders bij kwijtschelding: deze grens is lager dan in de bijstand, namelijk € 2.268. De aanvraag kan zowel bij de gemeente als bij het waterschap worden gedaan. Het waterschap handelt de aanvragen af. Kwijtschelding gemeentelijke belastingen is voor: • afvalstoffenheffing; • gebruikersdeel OZB. In combinatie met de aanvraag bij het waterschap wordt ook een aanvraag kwijtschelding gedaan voor: • waterschapslasten; • verontreinigingsheffing. kwijtschelding gemeentelijke belastingen aantal bedrag in €
De Marne 183 60.332
24
Winsum 250 83.707
3.8 Conclusie De kosten van beide gemeenten van alle maatregelen zijn als volgt. totale kosten minimabeleid per gemeente individuele bijz.bijstand chronisch zieken en gehandicapten participatiefonds schuldhulpverlening langdurigheidstoeslag kwijtschelding gem. belastingen totaal
De Marne 36.941 56.500 2.490 49.419 14.076 60.332 219.758
25
Winsum 50.101 36.250 4.960 33.926 19.995 83.707 228.939
26
4 Beleidsplan 2005-2006 Met de komst van de WWB hebben de gemeente De Marne en Winsum in 2004 voor het eerst een gezamenlijk beleidsplan opgesteld. Het opstellen van het beleidsplan en de verordeningen die door de komst van de WWB nodig waren, was een goede gelegenheid het beleid op elkaar af te stemmen. Hiermee werd, wat het beleid betreft, de samenwerking een feit. Het beleidsplan 2005-2006 heeft de visie van de nieuwe afdeling neergezet, ook al moest er toen nog verhuisd worden naar het nieuwe gebouw. Met het identieke beleid en de gezamenlijke visie kon de fysieke samenwerking in het gebouw De Beurs moeiteloos worden begonnen. In dit hoofdstuk worden de beleidsvoornemens geëvalueerd. Snel en duidelijk. De visie om de gemeentelijke ondersteuning snel, duidelijk en gericht op werk te laten zijn komt tot uitdrukking in het werk- en activeringstraject bij Ability. Een nieuwe cliënt krijgt binnen een week een uitnodiging voor een voorlichting. Daar krijgt hij alle informatie van een medewerker van het Cwi en van Sociale Zaken en Werk. Ook wordt een exemplaar van het Spelregelboekje meegegeven. Over dit traject zijn negatieve en positieve geluiden geweest, de laatste berichten in het Dagblad van het Noorden waren erg goed en uit de praktijkvoorbeelden blijkt dat cliënten ook heel tevreden kunnen zijn met de werkplek. Belastbaarheid De gemeente biedt een voorziening aan in het kader van reïntegratie. Deze voorziening wordt afgestemd op de belastbaarheid. Ergo Noord is een bedrijf dat is gespecialiseerd in onderzoek naar belastbaarheid. In 2005 is daar veel gebruik van gemaakt. Regulier werk. Het uiteindelijke doel van reïntegratie is regulier werk. Voor uitkeringsgerechtigden die zijn aangewezen op een traject zal daar niet op korte termijn sprake van zijn. Uit de gegevens van hoofdstuk 1 blijkt dat ook wel. Soms is het hoogst haalbare sociale activering, soms gesubsidieerd werk, soms toch die reguliere baan. Het hangt van veel factoren af of het uiteindelijk lukt. De arbeidsmarkt speelt daarin ook een grote rol. Op dit moment is deze niet gunstig, zeker in het Noorden niet. Uit de gegevens van de Rijks Universiteit Groningen blijkt dat de werkgelegenheid tussen 2000 en 2004 gedaald is, behalve in de centraal gelegen plaatsen zoals de stad Groningen 5 . Uit hetzelfde rapport blijkt dat de groei van de werkgelegenheid in 2006 zal toenemen met 2,7%, iets boven het landelijke niveau. Gesubsidieerd werk. Vormen van gesubsidieerde arbeid zijn altijd tijdelijk van aard en worden alleen ingezet als onderdeel van een traject naar regulier werk. De gegevens hiervan staan in hoofdstuk 1. Voorzieningen die wij aanbieden worden nadrukkelijk afgestemd op de vraag van de arbeidsmarkt. Dit is nog ontwikkeling. Nu de beide sociale diensten met het CWI in een gebouw zitten kunnen hierover beter afspraken worden gemaakt. Daarnaast gaan de Sociale Zaken en Werk De Marne & Winsum in gesprek met degenen die binnen de gemeente gaan over de contacten met het bedrijfsleven en de vestiging van bedrijven om te kijken welke rol de werkloze werkzoekende kan spelen.
5
uit: Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2006
27
Sociale activering is altijd gericht op regulier werk. Binnen de visie dat trajecten altijd gericht moeten zijn op regulier werk paste deze houding wel. Toch is het mogelijk dat sociale activering ook wordt gericht op maatschappelijk nut of als instrument om iemand niet te laten vervallen in onwenselijk gedrag. Bij het opstellen van het nieuwe beleidsplan kan deze visie worden aangepast. Aan de alleenstaande ouder met een of meerdere kinderen onder de 5 jaar wordt vrijstelling van sollicitatieplicht verleend wanneer uit (een combinatie van) factoren blijkt dat werk niet kan worden gecombineerd met de opvoeding van kinderen (wettelijke zorgplicht en/of andere ernstige beperkingen). Hiervoor zijn geen objectieve criteria en het moet individueel worden beoordeeld. Dit wordt zo uitgevoerd. Er wordt geen categoriale ontheffing verleend van de sollicitatieverplichting aan de doelgroep van 57½ jaar en ouder, maar gezien de huidige arbeidsmarktsituatie wordt geen actief beleid gevoerd ten aanzien van deze doelgroep. Dit wordt zo uitgevoerd en er is geen aanleiding om dit te wijzigen. De arbeidsmarkt is niet zo veranderd dat ouderen nu veel meer kans op werk maken. Een Bbz-traject wordt alleen aangeboden wanneer de uitkeringsgerechtigde voldoende heeft gedaan om bijstand te voorkomen of uit te komen. In beide gemeenten is geen sprake van grote aantallen Bbz aanvragen, maar in die situaties wordt deze regel toegepast. Niet uitkeringsgerechtigden en Anw-ers zullen we niet actief benaderen. Aanmeldingen komen alleen binnen via het CWI. De klant moet zelf aangeven dat hij werk zoekt en kan dan worden gewezen op de Nug/Anw regeling. Binnen het Bvg wordt voor 1-7-2005 een beslissing genomen over het uitwisselen van taken tussen CWI en sociale dienst. Dit wordt vastgelegd in de Sno. De verhuizing en de samenvoeging heeft veel energie gekost. Er is nog geen nieuwe SNO opgesteld. Omdat de samenwerking binnen De Beurs zo pril is, is het nog niet gekomen van structurele afspraken. Het Cwi heeft wel aangekondigd de intake te willen overdragen aan de gemeente. In “ruil” daarvoor gaat het Cwi zich meer concentreren op bemiddeling naar werk. In 2005 maken we met het CWI een afspraak over gebruik van een ander aanvraagformulier WWB. Zie hierboven. Het rechtmatigheidonderzoek wordt beperkt tot persoonsgegevens, inkomen en vermogen. In het kader van het project Hoogwaardige Handhaving zijn er meerdere interne afspraken gemaakt. Een daarvan is hoe we de hercontroles uitvoeren. Niet langer worden alle gegevens van de klant gevraagd zoals gegevens die al bekend zijn of gegevens die kunnen worden opgezocht. Het maandelijkse formulier wordt altijd per post opgestuurd naar de klant. In het kader van de Hoogwaardige Handhaving worden maandelijkse formulieren niet meer bij de balie aan de klant gegeven (controle adres). Inleveren binnen de termijn van orde of de hersteltermijn betekent later ontvangen van de uitkering. Deze maatregel heeft, vreemd genoeg, niet geleid tot minder te laat ingeleverde maandelijkse formulieren. Het beleid hierop zal moeten worden aangepast. Bij vaker inleveren binnen de termijn van orde dient een maatregel worden opgelegd.
28
Het participatiefonds wordt met ingang van 1 mei 2005 ingevoerd. Dit is niet gelukt. Het is in november 2005 ingegaan. Klanten zijn in de gelegenheid gesteld om tot 11-2006 de kosten over geheel 2005 te declareren.
29
30
Lijst van afkortingen Abw Amw Anw Awbz Bbz Bvg CBS Cvs Cwi Gkb IB I/D Ioaw Ioaz IWI Nibud nugger Ov Rea Reko Rio Rmc Rof Ruf S&A SCP Siod Sno SR Suwi Svb Szw Uwv Vng Vrom VVB Vws Wbm Wik Wiw Wsnp Wsw Wvg
Algemene bijstandswet Algemeen maatschappelijk werk Algemene nabestaandenwet Algemene wet bijzonder ziektekosten Besluit bijstandsverlening zelfstandigen bedrijfsverzamelgebouw Centraal Bureau voor de Statistiek cliëntvolgsysteem Centrum voor werk en inkomen Groningse Kredietbank Inlichtingenbureau Besluit In- en doorstroombanen Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen Inspectie voor werk en inkomen Nationaal instituut voor budgetvoorlichting niet-uitkeringsgerechtigde openbaar vervoer Wet op de (re)ïntegratie arbeidsgehandicapte Regionaal ketenoverleg Regionaal indicatieorgaan Regionaal meld- en coördinatiepunt (voortijdig schoolverlaters) rechtmatigheids onderzoeksformulier Regeling uitvoering en financiering Wet inschakeling werkzoekenden scholing en activering Sociaal en Cultureel Planbureau Sociale inlichtingen en opsporingsdienst Service niveau overeenkomst sociale recherche Structuur uitvoering werk en inkomen Sociale verzekeringsbank Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Uitvoering werknemersverzekeringen Vereniging van Nederlandse gemeenten Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer Vrijwilligers vacaturebank Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport Wet boeten en maatregelen Wet inkomensvoorziening kunstenaars Wet inschakeling werkzoekenden Wet schuldsanering natuurlijke personen Wet sociale werkvoorziening Wet voorzieningen gehandicapten
31