Van Rapport
Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Velperplein 8, 6811 AG Arnhem Telefoon (026) 355 13 55 Fax (026) 355 13 99
[email protected] www.kplusv.nl
Eindrapport Samenwerking Sociale Zaken en Werk Opdrachtgever Rekenkamer Het Hoogeland
Referentie
voor de gemeente De Marne
Arnhem, 6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
Inhoud 1
Inleiding
1
2
Referentiekader voor het onderzoek
4
3
Beschrijving van de samenwerking
6
4
De onderzoeksvragen beantwoord
14
5
Conclusies en aanbevelingen
18
5.1
Confrontatie aan de norm
18
5.2
Conclusies en aanbevelingen
22
Bijlagen 1
Lijst bestudeerde documenten
2
Lijst gesprekspartners
3
Omvang van de doelgroepen en werkzaamheden
4
Lijst met afkortingen
5
Reacties technisch wederhoor
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
1
Inleiding Aanleiding voor het onderzoek De gemeente De Marne voert sedert 2005 een deel van het sociale beleid uit in samenwerking met de gemeente Winsum. Deze samenwerking krijgt vorm in het Samenwerkingsverband Sociale Zaken en Werk De Marne en Winsum. Het kantoor van het Samenwerkingsverband staat te Winsum. In hetzelfde gebouw is ook het WERK bedrijf van de UVW ondergebracht. De gemeenteraad van de gemeente De Marne stelt de kaders op van het sociale beleid van de gemeente. Vanuit deze rol wil de gemeenteraad inzicht krijgen in de gang van zaken rondom het Samenwerkingsverband Sociale Zaken en Werk De Marne en Winsum. Het is voor de gemeenteraad van belang om te weten in hoeverre de samenwerking de juiste diensten biedt voor de burgers van de gemeente. De gemeente De Marne heeft hierin een andere prioriteit voor rekenkameronderzoek dan de gemeente Winsum. De Rekenkamercommissie Het Hoogeland heeft in haar jaarprogramma 2011 een onderzoek voorzien naar de samenwerking Sociale Zaken en Werk. Dit onderzoek is uitgevoerd, vanuit het perspectief van de gemeente De Marne, in de maanden oktober 2011 tot en met januari 2012. Onderzoeksvragen Voor het onderzoek is de centrale vraag: Komt de eigenheid van het beleid van de gemeente De Marne voldoende tot uiting in de werkwijze van het Samenwerkingsverband Sociale Zaken en Werk De Marne & Winsum ? Deze centrale vraag is uitgewerkt in de volgende deelvragen: Organisatie en sturing 1. Hoe is het Samenwerkingsverband Sociale Zaken en Werk georganiseerd? Hoe ziet het organogram er uit? 2. Hoe is de sturing van het Samenwerkingsverband vanuit De Marne en Winsum georganiseerd? 3. Hoe wordt het college van De Marne geïnformeerd? 4. Hoe wordt de gemeenteraad van De Marne geïnformeerd? 5. In hoeverre geeft de wethouder van De Marne uitvoering aan de actieve informatieplicht? 6. Welke kaders zijn door de gemeenteraad van de Marne vastgesteld? Potentiële sturingsproblemen 1. In hoeverre zijn verschillen tussen De Marne en Winsum gewenst en in hoeverre zijn ze mogelijk? 2. Welke landelijke eisen worden aan het beleid gesteld? 3. Welke gemeentelijke eisen worden vanuit De Marne en vanuit Winsum aan het beleid gesteld en waarin verschillen die? 4. In hoeverre zijn de kaders SMART geformuleerd? 5. Is de jaarrekening voldoende inzichtelijk voor de raad om prestaties te kunnen beoordelen?
Pagina 1
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
6. In hoeverre is het Samenwerkingsverband Sociale Zaken en Werk tegemoet gekomen aan de gestelde eisen? 7. Biedt de samenwerking meerwaarde voor De Marne en zo ja, waaruit bestaat die meerwaarde? 8. Ontstaan door de samenwerking problemen en zo ja, waaruit bestaan die problemen? 9. In hoeverre is de locatie van De Beurs (Winsum) problematisch voor klanten uit de gemeente De Marne? 10. Is de rechtspositie van het personeel conform de wensen van de gemeenteraad? Aan deze vragen is toegevoegd: 11. Biedt het huidige Samenwerkingsverband aanknopingspunten anticiperend op de nieuwe wet werken naar vermogen? Onderzoeksverantwoording Het onderzoek is uitgevoerd door middel van studie van documenten van de gemeente De Marne en van het Samenwerkingsverband Sociale Zaken en Werk (SoZaWe) gemeente De Marne en gemeente Winsum; beleidsnota's, gemeentelijke verordeningen en regelingen, kwartaal- en jaarverslagen en interne documenten van de afdeling SoZaWe. Het zwaartepunt van de bestudeerde documenten betrof de jaren 2009 tot en met 2011. Een lijst van de bestudeerde documenten treft u aan in bijlage 1. Daarnaast zijn gesprekken gehouden met op dit moment direct bij Sociale Zaken en Werk betrokken bestuurders en ambtelijke functionarissen. Een lijst met geïnterviewden vindt u in bijlage 2. Door veelvuldige personele wisselingen konden de geïnterviewden alleen de recente gang van zaken toelichten. Vergelijking met 'hoe het eerder ging' is vanuit de interviews niet mogelijk. Het onderzoek is uitgevoerd door KplusV organisatieadvies en werd begeleid door de rekenkamercommissie, in bijzonder door de heer Lunsing die de contactpersoon voor de onderzoekers was. Leeswijzer Dit rapport bestaat uit de volgende drie onderdelen en vijf hoofdstukken: Deel 1: Verantwoording Hoofdstuk 1: inleiding plus onderzoeksopzet met een toelichting op doel, resultaat en onderzoeksvragen gebaseerd op dit projectvoorstel en aangescherpt tijdens de startbijeenkomst met de rekenkamercommissie. Hoofdstuk 2: bevat het referentiekader voor dit rekenkameronderzoek. Het kader op basis waarvan de analyse van het beschikbare schriftelijke materiaal, de casestudies en de interviews plaatsvinden. Deel 2: Het onderzoeksverslag Hoofdstuk 3: bevat een: bondig overzicht van de uitgangspunten van de organisatie en sturing van het Samenwerkingsverband en van de stand van zaken ten aanzien van de uitvoering, zoals blijkt uit de studie van de organisatie en de daadwerkelijke uitvoering (documenten, gesprekken). Hierbij wordt ingegaan op de monitoring en verantwoording door het Samenwerkingsverband aan de portefeuillehouder bij de gemeenten De Marne en Winsum en van de portefeuillehouder van De Marne aan de gemeenteraad.
Pagina 2
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
Hoofdstuk 4: bevat de: bevindingen uit het onderzoek door KplusV. Deze bevindingen zijn gebaseerd op het feitenonderzoek waarin de aandachtspunten uit het normenkader terugkomen. In dit hoofdstuk wordt op heldere, inzichtelijke en controleerbare wijze de rekenkamercommissie antwoord gegeven op de centrale vraag en deelvragen van het onderzoek. Deel 3: Conclusies en aanbevelingen Hoofdstuk 5: bevat de Door de Rekenkamercommissie op grond van de bevindingen geformuleerde conclusies ten aanzien van het functioneren van de samenwerking Sociale Zaken en Werk vanuit het gezichtspunt van de gemeente De Marne. Aanbevelingen voor de Raad, het College en het Samenwerkingsverband voor verbeteringen.
Pagina 3
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
2
Referentiekader voor het onderzoek Voor het onderzoek is een referentiekader of normenkader opgesteld waaraan de onderzoeksresultaten worden gespiegeld. De maatstaven die worden gebruikt voor de beoordeling van de samenwerking zijn gekoppeld aan de onderzoeksvragen: Onderzoeksvraag 1 Organisatie en sturing:
Norm Organisatie:
Het werk wordt efficiënt uitgevoerd. De samenwerking Sociale Zaken en Werk heeft vastgelegd hoe de uitvoering van de taken plaatsvindt. In deze vastlegging komen de volgende facetten aan de orde: aansluiting op beleid van de opdrachtgevende gemeenten; aanwijzing van ambtenaren; toezicht; interventie; verantwoordelijkheid; klachtenafhandeling; administratieve organisatie; samenwerking met andere organisaties (bijvoorbeeld met de sociale werkvoorziening en met het UWV werkbedrijf) en integriteit. Er is een prestatie vastgelegd met meetbare indicatoren. De samenwerking heeft uitvoeringsinformatie voor handen met o.a. betrekking tot werklast, klantencontacten, interventies, resultaten, kosten en inhuur van externen. De samenwerking beschikt over een set van kengetallen om de uitvoering te plannen en te begroten. Door de samenwerking is er geen kwetsbaarheid in functies van de organisatie. Norm Sturing:
Collegeleden en ambtelijke organisatie worden tijdig en adequaat geïnformeerd over de omvang en de aard van de uitvoering. De raad wordt tijdig en adequaat geïnformeerd over de uitvoering en de omvang van de gemeentelijke sociale taken, de resultaten de begroting daarvan. De frequentie van de ambtelijke en bestuurlijke terugkoppeling maakt adequate bijsturing mogelijk. Tussentijdse bijstelling van uitvoering vindt plaats indien ernstige afwijkingen worden gerapporteerd. De gemeenteraad heeft beleidskaders vastgelegd voor de uitvoering. Deze beleidskaders zijn SMART geformuleerd. Wat ernstige afwijkingen zijn in de uitvoering is in de beleidskaders gedefinieerd. Het beleid is publiekelijk bekend gemaakt.
Pagina 4
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
Onderzoeksvraag 2: Potentiële sturingsproblemen
Norm potentiële sturingsproblemen
Het beleid voldoet aan de wettelijke kaders en landelijke eisen. In het uitvoeringsbeleid komen de gemeentelijk eisen van De Marne en Winsum herkenbaar aan bod, voor verschillen in beleid is aangegeven welke consequenties dit heeft voor de uitvoering en hoe daarmee (in de uitvoering) wordt omgegaan. In de uitvoering van de werkzaamheden is ruimte voor maatwerk, zowel naar de cliënten als naar de gemeenten. Het beleid is SMART geformuleerd. Van de uitvoering wordt verslag gedaan aan de Raad in een helder en overzichtelijk jaarverslag met daarin aandacht voor de financiële resultaten en de resultaten van het primaire proces. Het jaarverslag bevat een analyse op eventuele afwijkingen. In de analyse op de afwijkingen wordt in ieder geval aangegeven hoe groot de afwijking is, wat de oorzaak ervan is en wordt aangegeven of de afwijking leidt tot een (structurele) bijstelling van het budget en of uitvoeringssystematiek. De samenwerking benut optimaal de schaalvoordelen, zowel in de personele sterkte als in de kwaliteit van de organisatie en de ondersteunende diensten. De gemeente wordt door de samenwerking tijdig geïnformeerd over nieuwe ontwikkelingen en de mogelijke wijze waarop de samenwerking hieraan invulling kan geven. De samenwerking voldoet aan hetgeen daarover in de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten is overeengekomen, zowel naar letter als naar geest van de afspraken. Eventuele problemen die voortkomen uit de samenwerking worden helder met de gemeenten besproken en hiervoor worden binnen de kaders van de overeenkomst over de samenwerking oplossingen gezocht. Het Samenwerkingsverband heeft een dienstverleningsconcept. De diensten zijn voor de cliënten uit de gemeente De Marne bereikbaar. Het Samenwerkingsverband beschikt over een cliëntenraad waarin cliënten uit De Marne zitting de hebben. Het Samenwerkingsverband doet geregeld een klanttevredenheidsonderzoek om de dienstverlening te verbeteren. De rechtspositie van het personeel van de samenwerking is overeenkomstig hetgeen daarover in de samenwerkingsovereenkomst is vastgelegd.
Pagina 5
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
3
Beschrijving van de samenwerking In dit hoofdstuk wordt op hoofdlijnen de samenwerking Sociale Zaken en werk De Marne en Winsum beschreven, alsmede de uitvoering van de opgedragen taken vanuit het gezichtspunt van de gemeente de Marne. Daarbij komt eveneens de gegeven verantwoording over de uitvoering aan de orde. Het beleid Het beleid van de gemeente De Marne op het terrein van werk en inkomen is vastgelegd in wetgeving en beleidsplannen. Het gaat om landelijke wetgeving zoals de WWB, IOAZ, IOAW, Bbz, WIJ, WSW en de WI alsmede om lokale voorschriften en regelingen die zijn vastgelegd in verordeningen van de gemeente De Marne, zoals bijvoorbeeld de Maatregelenverordening WBB. Een lijst met verordeningen is opgenomen in bijlage 1, de lijst met bestudeerde documenten. Het formele beleid van de gemeente De Marne binnen het sociale domein is verder vastgelegd in de volgende documenten: Handhavingsbeleidsplan 2010-2014. Beleidsplan SoZaWe 2009 – 2010. Beleidsplan Modernisering WSW, (datum?). Visiedocument WSW (datum?). Voor dit onderzoek is hiervan het beleidsplan SoZaWe 2009 – 2010 het meest van belang. Hierin zijn de volgende doelstellingen geformuleerd voor de uitvoering van de gemeentelijke taken op het gebied van werk en inkomen: 1
1. Alle WWB gerechtigden, inburgeraars en nuggers krijgen een traject, waarvan per gemeente 40% gericht is op activering en maatschappelijke participatie en 60% gericht op re-integratie en arbeidsparticipatie. 2. Participatieakkoord toepassen voor De Marne en Winsum. Dit betekent: - 8% minder mensen in de bijstand in 2008, 5% minder in 2009, 5% minder in 2010. 3. 25% meer burgers met een inkomen tot 110% sociaal minimum bereiken met inkomensondersteunende voorzieningen. 4. Een proactieve benadering gericht op het niet-gebruik van voorzieningen. 5. Er wordt aangesloten bij het doelgroepenbeleid van het kabinet. 6. Interne gemeentelijke afstemming wonen, werk en inkomen, zorg, onderwijs en economische zaken. 7. Samenwerking maatschappelijke organisaties verbeteren / vergroten. 8. Bestaande voorzieningen beter op elkaar afstemmen.
1
Niet uitkeringsgerechtigden (nuggers) zijn personen zonder uitkering, die niet studeren en niet werken maar dat wel graag zouden willen, meer dan 12 uur per week. Nuggers behoren daarmee tot het zogenaamde ‘onbenutte arbeidspotentieel’.
Pagina 6
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
Er zijn geen gegevens verkregen omtrent de behandeling van de beleidsnota's in de Raad van de gemeente De Marne, de daarbij gemaakte vragen, opmerkingen of aanbevelingen van raad. De beleidsplannen zijn voorbereid door de samenwerking Sociale Zaken en Werk, de gemeente De Marne heeft op dit terrein geen eigen beleidscapaciteit. Dit geldt ook voor de gemeente Winsum. In dit onderzoek is geconstateerd dat er in het beleid gericht op participatie en werk, zoals dat door de samenwerking is voorbereid, geen verschillen zijn tussen de beide gemeenten. Op het terrein van het armoedebeleid is een marginaal verschil geconstateerd. Dat verschil betreft echter niet de wijze waarop het beleid wordt uitgevoerd, maar de hoogte van de bijdragen die de inwoners van De Marne respectievelijk Winsum vanuit het gemeentelijk minimafonds kunnen krijgen. Het bedrag is in De Marne lager (€ 200) dan het bedrag waarop de minima van Winsum aanspraak kunnen maken (€ 250). Dit verschil heeft geen relatie met de wijze van uitvoering van het sociaal beleid door de samenwerking maar is voortgekomen uit een besluit van de gemeenteraad van de betreffende gemeenten om de bijdrage op dat bedrag vast te stellen. Ook in de beleidsplannen voor de uitbreiding van de samenwerking Sociale Zaken en Werk De Marne & Winsum met de gemeente Bedum is het eenduidig uitvoeren van het beleid binnen het sociale domein en daarmee het gelijktrekken van de verordeningen en het vigerende beleid van de dan drie gemeenten het uitgangspunt. Deze nota, "Samen Werken, Integratie SoZaWe van de gemeente Bedum, De Marne & Winsum", is in november 2011 in de Raad van de gemeente de Marne besproken. Voor de uitvoering van de wetgeving en het gemeentelijk beleid zijn binnen de samenwerking plannen van aanpak, werkprocesbeschrijvingen en procedures vastgelegd. Wij hebben geconstateerd dat de betreffende werkwijzen algemeen van aard zijn en zonder uitzondering gelden voor de uitvoering in beide gemeenten . De beleidsplannen op het gebied van sociale zaken en werk wordt voor de samenwerkende gemeenten voorbereid door de beleidsmedewerkers van SoZaWe. De gemeente De Marne heeft bij de overgang naar de samenwerking geen eigen capaciteit meer op het gebeid van sociale wetgeving De juridische basis voor de samenwerking De samenwerking Sociale Zaken en Werk De Marne en Winsum is 1 juli 2005 tot stand 2
gekomen en heeft de vorm van een gemeenschappelijke regeling tussen de beide gemeenten . Het doel van de regeling is een efficiënte, effectieve en zorgvuldige uitvoering te bewerkstellingen van gemeentelijke taken van de deelnemers op het terrein van werk en inkomen. Het is een zogenoemde "lichte" gemeenschappelijke regeling, waarmee wordt bedoeld dat de inhoudelijke beleidsbevoegdheid bij de gemeenten blijft, er geen eigen organisatorische en personele verantwoordelijkheid is en dat er geen zelfstandig dagelijks bestuur is voor de samenwerking. De verantwoordelijkheid voor beleidsvorming en – vaststelling ligt bij bevoegde bestuursorganen van de deelnemers (artikel 4 regeling), voor de organisatie en het personeel berust de verantwoordelijkheid volgens artikel 3 van de regeling bij de gemeente waar de samenwerking is gevestigd (Winsum). De bestuurlijke aansturing van de samenwerking vindt plaats door een portefeuillehoudersoverleg. Dit is geregeld in artikel 5 van de regeling.
2
Regeling Samenwerking Gemeenten De Marne en Winsum op het gebied van Sociale Zaken per 1 juli 2005
Pagina 7
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
In het onderzoek zijn geen verslagen van de portefeuillehoudersoverleggen aangetroffen. Ook het bedrijfsplan dat de basis dient te zijn voor bespreking in het portefeuillehouders overleg is niet aangetroffen. De samenwerking is vormgegeven als een organisatorische eenheid onder een eenhoofdige leiding. De opgedragen taken zijn de gemeentelijke taken van de deelnemers op het terrein van 3
werk en inkomen. De opgave voor SoZaWe bestaat uit : Arbeidsmarktbeleid: regievoering uitstroom bijstandmobiliteit, verhogen participatiegraad, voorkomen schooluitval, doelgroep is de gehele beroepsbevolking, en niet alleen Wwb doelgroep. Armoedebeleid: schuldhulpverlening, inkomensondersteuning, bevorderen arbeidsparticipatie. Gebruik bestaande regelingen stimuleren: inkomensafhankelijke gemeentelijke regelingen zoals bijzondere bijstand en kwijtschelding. Taakuitvoering en organisatie De taakuitvoering en de doelen zijn beschreven in het Beleidsplan 2009- 2010 afdeling Sociale Zaken en Werk De Marne en Winsum. In een (intern) plan van aanpak "terugdringen nietgebruik inkomensondersteunende voorzieningen" is verder uitgewerkt hoe de ambitie op dit deel van het werkterrein uitgevoerd zal worden. Ten opzichte van de situatie in de jaren 2005 - 2009 constateren wij dat er in de huidige uitvoering sprake is van een nieuwe aanpak waarin de klant centraal staat. Bij de start bestond 4
het beleid nagenoeg uitsluitend uit het verstrekken van een uitkering aan gerechtigden . Het hiervoor genoemde plan van aanpak stelt dat tot dan toe de aandacht van de afdeling vooral intern gericht was. Vanuit de mogelijkheden die de klant heeft wordt nu gekeken welke inzet en ondersteuning vanuit Sociale Zaken en Werk geboden moet worden, met name als het gaat om het arbeidsmarkt- en participatiebeleid. SoZaWe kiest daarbij voor een zogenaamde 'ketenaanpak' waarbij nadrukkelijk wordt samengewerkt met andere organisaties binnen het sociale domein zoals Ability, bedrijven, onderwijsinstellingen en de gezondheidszorg. De organisatie van de samenwerking heeft onder de eenhoofdige leiding twee taakgerichte units: een voor de inkomensondersteuning en een voor de arbeidsmarktvraagstukken. Deze laatste worden op het 'werkplein' uitgevoerd waarbij tot voor kort ook UWV Werkbedrijven 5
betrokken was. In een figuur ziet dit er als volgt uit :
3
Beleidsplan 2009 -2010, SoZaWe
4
Beleid Sociale Zaken en Werk 2010: Beperken instroom & Focus op bemiddeling
5
Nota Samen werken: integratie SoZaWe van de gemeenten Bedum, De Marne en Winsum, november 2011
Pagina 8
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
Afdelingshoofd
Teamleider Inkomen en Administratie
Klantmanager Baliemedewerker Administratie en archief
Projectleider (tijdelijk) Werkplein de Beurs Vacatureservicepunt Klantmanager
Bedrijfsbureau
Figuur 1: Organisatiestructuur samenwerking Sociale zaken en Werk
De huidige formatie (begin 2012) van de uitgebreide samenwerking, inclusief de medewerkers 6
van de gemeente Bedum, is 22,48 fte , waarvan 9,18 klantmanagers (waarvan 7,3 fte consulenten voor de gemeenten de Marne en Winsum). De eigen formatie van SoZaWe voor de gemeenten De Marne en Winsum is door de jaren redelijk constant gebleven: 2005: 17,8 fte 2009: 18 fte 2011: 17,9 fte Van deze medewerkers heeft de meerderheid (11 fte) direct contact met de klanten, ongeveer 6,9 fte zijn functies zonder (veel) contacten met de klanten. De medewerkers die contacten hebben met de klanten voeren daarnaast ook administratieve werkzaamheden uit die verband houden met de klantencontacten. De omvang van deze administratieve werkzaamheden bedraagt naar eigen schatting van SoZaWe ongeveer 6 fte, dus ongeveer de helft van de beschikbare tijd van de medewerkers met klantencontact. De afdelling SoZaWe werkt met een caseload voor de medewerkers die rechtstreekse klantencontacten hebben: een fulltime Inkomensconsulent (rechtmatigheid) zit op een caseload van 130; een fulltime doelmatigheidsconsulent (werk) op gemiddeld 90. Door speciale taken zitten sommige consulenten op een lagere caseload. Speciale taken zijn bijvoorbeeld nazorg ex-gedetineerden, uitvoering wet kinderopvang, deelname OGGZ, Bijstandsbesluit Zelfstandigen en Verhaal. Omgerekend naar het aantal cliënten (2009) betekent dit dat SoZaWe 18 medewerkers heeft voor 360 uitkeringscliënten, ofwel 1 per 20 klanten. Worden alleen de direct met klanten in contact komende medewerkers gerekend, dan heeft 1 medewerker de zorg voor gemiddeld 33 uitkeringsgerechtigden. Een landelijke cijfer van Divosa, de vereniging van managers Sociale Zaken is een gemiddelde van 1 medewerker per 25 klanten en 1 casemanager (met klantencontact) per 62 klanten. Het cijfer van Divosa is opgebouwd uit medewerkers case management, administratie, ICT, Kwaliteit, fraudepreventie, overige staf, beleid en organisatie. Hierbij wordt aangetekend dat dit cijfer betrekking heeft op diensten met meer dan 1.000 klanten. Of in het kengetal ook andere klanten zitten dan uitkeringsgerechtigden, zoals bij SoZaWe wel het geval is, is niet duidelijk.
6
Begroting 2012 SoZaWe van de gemeenten Bedum, De Marne en Winsum, november 2011
Pagina 9
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
In 2009 werden 19 specialisten ingehuurd van detacheringbureaus (8 specialisten re-integratie en zorg, 2 consulenten rechtmatigheid, 2 medewerkers steunpunt vrijwilligers, 2 in 7
ondersteunende functies, 5 m.b.t. samenwerking ketenpartners) . De extra specialisten werken op het zogenoemde werkplein en worden grotendeels betaald uit het zogenaamde W-deel van de rijksmiddelen die de gemeenten ontvangen. Per begin 2012 werken op het werkplein 8,35 fte eigen personeel en 4,1 fte ingehuurde medewerkers, totaal 12,45 fte. Het werkplein wordt voor vier gemeenten uitgevoerd, naast De Marne en Winsum ook voor Bedum en Eemsmond. Doordat vanaf 2012 een belangrijk deel van deze middelen als gevolg van de rijksbezuinigingen verdwijnt zal deze extra inzet in de toekomst hoogstwaarschijnlijk niet meer in gelijke mate mogelijk zijn. De afdeling heeft sedert de oprichting met name aan de top een groot aantal personele wisselingen gekend. Het huidige afdelingshoofd is de vierde functionaris die deze positie bekleed en is in 2011 aangetreden. De beleidsmedewerker van de afdeling bekleedt deze positie pas vanaf 2009. Ook in de beleidsmatige aansturing van de afdeling vanuit de gemeente De Marne hebben wisselingen plaatsgevonden: een nieuwe raad (2010), een andere verantwoordelijke wethouder (2010, 2011) en een nieuwe gemeentesecretaris (2011). Handhaving Voor de uitvoering van de taken op het gebied van de sociale recherche wordt een beroep gedaan op het Samenwerkingsverband Sociale Recherche Noord en Oost Groningen. Het handhavingsbeleidsplan 2010 – 2014 geeft voor de handhaving de doelstellingen. 8
Het handhavingsplan geldt voor vier gemeenten: De Marne, Winsum, Bedum, Eemsmond. Het gaat uit van hoogwaardig handhaven zoals dit door het ministerie als werkmethode is aangereikt in 2004. Er zijn vier elementen: 1. Vroegtijdig informeren cliënten over rechten en plichten. 2. Optimale dienstverlening bij de behandeling van de procedures, met name verificatie. 3. Controle op maat, aandacht voor de fraudealertheid en de signaal en risicosturing. 4. Lik op stuk beleid bij overtreding, de feitelijke sanctionering. Bij de beide eerste elementen gaat het vooral om een nauwkeurig intake en verificatie op basis van diverse bestanden, bij het derde (controle op maat) komen daar ook huisbezoek en eventueel volgen en posten door de handhaver bij. Ook themacontroles zitten in dit element. Er wordt gewerkt met een stoplichtmodel: Als dit op groen staat voor de betreffende cliënt (geen fraudeverdenking) voert de consulent de rechtmatigheid- en controletaken uit. Bij vermoeden van fraude: oranje. Er wordt een handhaver te hulp geroepen om feiten en omstandigheden te onderzoeken. De consulent en de handhaver bespreken een taakverdeling. Bij verdenking van fraude komt een sociaal rechercheur als opsporingsambtenaar de opsporingstaken uitvoeren waarvoor de betreffende opsporingsbevoegdheid vereist is. De werkwijzen in de handhaving (element 4) zijn in werkprocessen beschrevenen. In de handhavingsvisie van de vier gemeenten voert de consulent de regie over het hoogwaardig handhaven. 7
Beleid Sociale Zaken en Werk 2010: Beperken instroom & Focus op bemiddeling
8
Handhavingsbeleidsplan gemeenten Bedum, Winsum, De Marne, Eemsmond 2010-2014, mei 2010
Pagina 10
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
De handhavers (voor onderzoek) die worden ingezet werken parttime en worden betrokken van het Samenwerkingsverband Sociale Recherche Noord en Oost Groningen. Ook de sociaal rechercheur voor het opsporingsonderzoek wordt door de gemeenten betrokken van SR Noord en Oost Groningen. Strafrechtelijke vervolging wordt alleen bij ernstige zaken gedaan. Er wordt aangifte van fraude gedaan bij bedragen > € 10.000. Kleinere overtredingen worden zoveel mogelijk bestuursrechtelijk afgedaan. Deze aanpak bestaat uit het terugvorderen van het fraudebedrag, eventueel beslagleggen teneinde het fraude bedrag terug te krijgen. De regie hiertoe ligt bij de consulent. Tevens kunnen maatregelen worden opgelegd voor lopende uitkeringen. Ook bij de uitvoering van de taken op dit beleidsterrein zien wij geen verschillen tussen de gemeenten en wijkt de uitvoering voor De Marne niet af van die voor de andere gemeenten. Doelgroepen en verantwoording De omvang van de doelgroepen voor de taken op het gebied van armoedebeleid van SoZaWe 9
in de gemeente De Marne is voor het beleidsplan 2009 - 2010 SoZaWe in kaart gebracht (zie bijalge 3). In 2010 en 2011 wordt in de jaarrapportage SoZaWe een overzicht gegeven over de uitgevoerde werkzaamheden en de doelgroepen voor die werkzaamheden in respectievelijk 2009 en 2010. Hieruit komen de volgende gegevens met betrekking tot de doelgroep voor inkomensondersteuning in de gemeente De Marne (jaarrapportage 2010): dec-09
dec 10
IOAW
6
8
IOAZ
2
0
WWB BZ
5
4
WIJ
23
WWB onder 65
182
174
WWB verpl/verz
1
0
Totaal
196
209
Van het bestand voor alle uitkeringen is het dynamisch bestand in 2011(instroom & uitstroom) 10
ongeveer in de Marne ongeveer 40% . Dit is een hoog cijfer, de gemeente Winsum heeft een lager dynamisch bestand van ongeveer 30%, ongeveer ook het landelijk gemiddelde. Dit betekent dat een groter deel van de uitkeringsgerechtigden uit de gemeente De Marne relatief snel weer een baan vinden of uit het bestand gaat wegens verhuizing of het aangaan van een relatie. Ook voor het arbeidsmarktbeleid worden de cijfers vermeld in de jaarrapportage. Hierin wordt per fase van het traject aangegeven hoeveel burgers van de gemeente De Marne deelnemen (zie bijlage 3). Voor het minimabeleid wordt per regeling aangegeven hoeveel burgers van de gemeente De Marne daarvan gebruik maken.
9
Bijlage Raming van de omvang van de doelgroep voor het gemeentelijk armoedebeleid, minimascan 2008.
10
managementrapportage 4de kwartaal 2011, SoZaWe
Pagina 11
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
In de rapportage van de afdeling wordt een wordt een financieel overzicht gegeven over de uitvoering van de taken daarbij wordt een uitsplitsing gemaakt voor de gemeente De Marne en de gemeente Winsum. Naar de raad wordt de uitvoering financieel formeel verantwoord in de jaarstukken van de gemeente. De verantwoording is gebaseerd op de jaarrapportage van de afdeling Sociale Zaken en Werk. Deze is blijkens de jaarstukken ook voor de raadsleden beschikbaar gesteld. In de jaarrapportages wordt tevens verslag gedaan van de mate waarin de doelstellingen uit het beleidsplan zijn gerealiseerd in het verslagjaar en worden de aandachtspunten voor het komende jaar beschreven. Ook hier geldt weer dat deze voor beide gemeenten gelijk zijn. Op eenzelfde wijze wordt in 2011 voor het eerst in managementrapportages SoZaWe verantwoording gegeven. Hiervan zijn er twee bestudeerd: de meer uitgebreide managementrapportages tweede en derde kwartaal 2011. Deze managementrapportages sluiten af met een korte vooruitblik op de ontwikkelingen op het beleidsterrein en de consequenties die deze hebben voor de afdeling SoZaWe. 11
De gegevens uit de jaarrapportages SoZaWe
worden vervolgens gebruikt voor de jaarstukken
van de gemeente De Marne, paragraaf 4.7, Programma 7: Sociale Zaken en Werk. In dit jaarverslag van de gemeente worden de geformuleerde doelen in het beleidsplan van SoZaWe 2009 – 2010 als volgt weergegeven: 1. Alle WWB gerechtigden, inburgeraars en nuggers nemen deel aan een traject. 2. De uitstroom uit het bestand in 2010 bedraagt 5%. 3. WWB gerechtigden ontvangen een uitkering binnen 4 weken na aanvraag. 4. Alle burgers met een inkomen tot 115% van het sociaal minimum maken gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen. 5. De sociale dienst gaat interne en externe Samenwerkingsverbanden aan om de cliënten beter van dienst te kunnen zijn. 6. WSW-geïndiceerde inwoners ontvangen zoveel mogelijk een beschutte werkplek buiten het SW productiebedrijf. Deze formulering wijkt iets af van de oorspronkelijke doelstellingen in het beleidsplan 2009 -2010. In doelstelling 4 is nu sprake van 115% van het sociaal minimum, dit was 110%. Doelstelling 6 komt niet uit dit beleidsplan maar is afkomstig uit het beleidsdocument "Modernisering WSW, visiedocument WSW". Vervolgens wordt in dit jaarverslag van de gemeente per doelstelling kort beschreven welke maatregelen hiervoor genomen zijn in 2010. Bij twee doelstellingen, te weten 2 en 4, is aangegeven dat deze niet zijn gerealiseerd, alsmede de reden daarvoor. Voor de uitstroomdoelstelling wordt gewezen op de verhoogde instroom ten gevolge van de crisis en het in de provincie Groningen achterblijvende herstel van de arbeidsmarkt. Uitstroom richting arbeid is daardoor moeilijker geworden, waardoor het aantal uitkeringsgerechtigden niet in de gewenste mate is verminderd. Voor doelstelling 4, het bereiken van alle minima tot 115% van het minimuminkomen ontbreken cijfers van CBS om te kunnen vaststellen of alle bedoelde inwoners van de gemeente De Marne daadwerkelijk worden bereikt. Wel worden de inspanningen genoemd die daarvoor zijn
11
In de tekst van de jaarstukken van de gemeente wordt naar het jaarverslag van SoZaWe dat ter inzage is gelegd verwezen.
Pagina 12
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
ingezet, zoals de website van de gemeente, de nieuwsbrief SoZaWe en de gemeentelijke publicaties. Bij de andere doelstellingen wordt geen oordeel gegeven over realisatie of niet-realisatie. Wij constateren dat vanaf 2010 de informatievoorziening vanuit de samenwerking duidelijk verbetert. Volwaardige managementrapportages hebben wij over de periode voor 2011 niet aangetroffen en ook de schriftelijke verantwoordingsinformatie aan het bestuur was onvoldoende. Anderzijds is er binnen de gemeente de Marne ook geen contactambtenaar die sociale domein tot zijn of haar taak rekent en dergelijke informatie actief vraagt. Met de overgang naar de samenwerking is alle kennis uit de Marne op dit terrein overgaan. In 2011 heeft de uitvoering van de taken door de afdeling SoZaWe voor de gemeente De Marne geleid tot 21 bezwaarschriften. Hiervan zijn 2 bezwaarschriften niet ontvankelijk; is aan 1 bezwaarschrift alsnog tegemoet gekomen; zijn 2 besluiten ambtshalve herzien; zijn 13 bezwaarschriften ongegrond verklaard en lopen nog 3 bezwaarprocedures. Dit betekent dat van de procedures waarover ontvankelijke bezwaarschriften zijn ingediend in bijna 70% door SoZaWe een goede afweging is gemaakt, de desbetreffende bezwaarschriften zijn ongegrond verklaard. Ook kan worden geconcludeerd dat van de ca. 200 uitkeringsgerechtigden er drie met een achteraf foutief besluit te maken hebben gehad, of 1,5% van de doelgroep.
Pagina 13
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
4
De onderzoeksvragen beantwoord In dit hoofdstuk wordt per onderzoeksvraag een antwoord gegeven op basis van de bestudeerde stukken en de gehouden interviews. Organisatie en sturing 1. Hoe is het Samenwerkingsverband Sociale zaken en Werk georganiseerd? Hoe ziet het organogram er uit? Het Samenwerkingsverband Sociale Zaken en Werk is georganiseerd als een gezamenlijke gemeentelijke afdeling onder een eenhoofdige leiding. Naast het afdelingshoofd is er een teamleider en een projectleider. De totale omvang van de formatie is circa 18 fte. Deze is vanaf de start van de samenwerking in 2005 niet wezenlijk veranderd. 2. Hoe is de sturing van het Samenwerkingsverband vanuit De Marne en Winsum georganiseerd? Het Samenwerkingsverband is een Gemeenschappelijke Regeling die beleidsmatig wordt aangestuurd door het beleid van de gemeenten De Marne en Winsum. Voor de sturing is een portefeuillehoudersoverleg in het leven geroepen dat tenminste driemaandelijks vergadert. Van deze overleggen zijn geen verslagen aangetroffen. De organisatorische en personele verantwoordelijkheid berust bij de gemeente Winsum waar de afdeling is gehuisvest. 3. Hoe wordt het college van De Marne geïnformeerd? Het college wordt geïnformeerd op twee wijzen: in het portefeuillehoudersoverleg; door middel van uitgebreide managementrapportages (voor het eerst in 2011). In het portefeuillehoudersoverleg zou ook een bedrijfsplan moeten worden besproken voor de uitvoering van de taken, hiervan zijn echter geen voorbeelden. 4. Hoe wordt de gemeenteraad van De Marne geïnformeerd? De gemeenteraad wordt in principe op twee wijzen geïnformeerd: door middel van door de afdeling SoZaWe voorbereide beleidsnota's waarin de beleidsplannen voor de komende tijd worden uiteengezet. Van de daadwerkelijke behandeling van deze beleidsstukken in de raad zijn echter geen gegevens verkregen; door middel van de jaarstukken van de gemeente waarin verslag wordt gedaan op basis van het jaarverslag van de afdeling SoZaWe. 12
Het jaarverslag van de afdeling SoZaWe zelf is aan de leden van de raad toegezonden
en
gaat dieper in op de door de gemeente in de jaarstukken opgenomen onderdelen. Daarnaast zijn er jaarlijks twee bestuursrapportages van de gemeente de Marne, waarin met behulp van een stoplichtenmodel (groen, oranje, rood) wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen van de gemeente zijn gerealiseerd. De scores worden toegelicht. In programma 7 gaat het om het bereiken van de doelstellingen Sociale Zaken en Werk. De Raad is verder nadrukkelijk bij het beleid betrokken in de vaststelling van de verordeningen voor het beleidsterrein en bij de uitbreiding van de samenwerking met de gemeente Bedum.
12
Jaarstukken 2009 gemeente De Marne, pag. 36.
Pagina 14
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
Er is een evaluatieverplichting opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst na twee jaar en vervolgens iedere vier jaar. Hierover zijn geen gegevens verkregen. Wel is er door de gemeenten en de cliëntenraad en tevredenheidonderzoek uitgevoerd naar de afdeling Sociale Zaken en Werk in 2010. 5. In hoeverre geeft de wethouder van De Marne uitvoering aan de actieve informatieplicht? Zie boven. De mate waarin met de raad is overlegd of mededelingen zijn gedaan over SoZaWe is niet te achterhalen. 6. Welke kaders zijn door de gemeenteraad van de Marne vastgesteld? Door de gemeenteraad van de gemeente De Marne zijn voor de samenwerking en de uitvoering van het beleid de kaders als doelstellingen vastgelegd: alle WWB-gerechtigden, inburgeraars en nuggers nemen deel aan een traject, 40% gericht op activering en maatschappelijke participatie en 60% gericht op re-integratie en arbeidsparticipatie. Het participatieakkoord wordt toegepast voor De Marne. Dit betekent: - 8% minder mensen in de bijstand in 2008, 5% minder in 2009, 5% minder in 2010. Getracht wordt 25% meer burgers met een inkomen tot 115% sociaal minimum te bereiken met inkomensondersteunende voorzieningen. Er komt een proactieve benadering van niet-gebruikers. Er wordt aangesloten op het doelgroepenbeleid van kabinet. Er moet een interne gemeentelijke afstemming zijn voor wonen, werk en inkomen, zorg, onderwijs en economische zaken. De samenwerking met maatschappelijke organisaties moet worden geoptimaliseerd. Bestaande voorzieningen moeten beter op elkaar worden afgestemd. WSW-geïndiceerde inwoners ontvangen zoveel mogelijk een beschutte werkplek buiten het SW productiebedrijf. Potentiële sturingsproblemen 7. In hoeverre zijn verschillen tussen De Marne en Winsum gewenst en in hoeverre zijn ze mogelijk? Op basis van onderzoek naar demografische verschillen en verschillen in inkomen van de bewoners is in het beleidsplan 2009-2010 vastgesteld dat : De uitkeringsdruk in De Marne per 1000 huishoudens /inwoners aanzienlijk hoger ligt dan in Winsum (13,6% beroepsbevolking t.o.v. 10,8%). Het aantal huishoudens met een laag inkomen in De Marne procentueel hoger ligt dan in Winsum. De gemeente de Marne een hogere "grijze druk" kent dan de gemeente Winsum en dat dit verschil groter zal worden. De gemeente De Marne een bevolkingskrimp (-1%) kent terwijl de gemeente Winsum nog een bevolkingsgroei (+ 2,3%) heeft. Voor beide gemeenten geldt dat deze cijfers op het terrein van sociale zaken en werk hoger zijn dan het Groningse gemiddelde en het landelijk gemiddelde. De problematiek ten aanzien van arbeidsparticipatie en inkomen is hetzelfde voor beide gemeenten, het is met name de omvang van de doelgroepen die verschilt in de beide gemeenten. In de uitvoering is een verschil in werkprocedures niet wenselijk, echter ook niet onmogelijk. Het armoedebeleid, waar de verschillen zich concentreren, richt zich op de individuele
Pagina 15
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
klanten. Een verschil in de gemeentelijke accenten kan daarin worden meegenomen. Dit is ook reeds het geval. Het gaat echter om een zeer gering verschil. 8. Welke landelijke eisen worden aan het beleid gesteld? De landelijke eisen voor gemeenten met betrekking tot het op sociaal terrein te voeren beleid zijn opgenomen in de wetgeving. Deze wetgeving is de laatste jaren aan wijziging onderhevig en wordt ook komende tijd nog gewijzigd. De rode draad in alle wijzigingen is een vereenvoudiging van de wetgeving (minder aparte wetten voor verschillende groepen) en een nadruk op het participeren van de burgers. Ook wordt een uniformering van de gemeentelijke armoede beleidsgrens voorgesteld: 110% van het sociaal minimum. In de diverse stukken van SoZaWe (o.a. de managementrapportages die in 2011 zijn opgesteld) worden deze landelijke eisen vermeld en worden de consequenties daarvan voor de uitvoering in De Marne inzichtelijk gemaakt. 9. Welke gemeentelijke eisen worden vanuit De Marne en vanuit Winsum aan het beleid gesteld en waarin verschillen die? De gemeentelijke eisen in het beleid zijn voor de beide gemeenten identiek. De eisen zijn opgenomen in de verordeningen en de beleidsplannen. Deze worden vanuit de afdeling SoZaWe voorbereidt. 10. In hoeverre zijn de kaders SMART geformuleerd? In de doelstellingen voor het beleid zijn de eerste drie doelstellingen duidelijk kwantitatief, de andere doelstellingen zijn kwalitatief en hebben voor een deel de kenmerken van een inspanningsverplichting in plaats van een resultaatverplichting. Wij concluderen dat de doelstellingen over het algemeen zo geformuleerd zijn dat het toetsen van de doelbereiking mogelijk is. 11. Is de jaarrekening voldoende inzichtelijk voor de raad om prestaties te kunnen beoordelen? De jaarstukken van de gemeente geven inzicht in de uitvoering van de taken en met de bestuursrapportage inzicht in het bereiken van de doelstellingen. Het inzicht zou vergroot kunnen worden door kengetallen te presenteren, bijvoorbeeld de kosten per geslaagde deelnemer aan een traject uit een doelgroep, de tijdsbesteding voor een geslaagde re-integratie e.d.. 12. In hoeverre is het Samenwerkingsverband Sociale Zaken en Werk tegemoet gekomen aan de gestelde eisen? In het tevredenheidonderzoek blijkt dat zelf de cliënten en de gemeenten tevreden zijn over de uitvoering van de gemeentelijke taken door SoZaWe. In de jaarverslagen en de bestuursrapportages wordt een beeld geschetst van een afdeling die het grootste deel van de doelstellingen bereikt. Dit beeld wordt ondersteund door de cijfers. Voor het realiseren van een aantal kwalitatieve doelstellingen - die als inspanningsverplichting zijn gesteld - de afdeling aangewezen op derden. 13. Biedt de samenwerking meerwaarde voor De Marne en zo ja, waaruit bestaat die meerwaarde? Het doel van de regeling: een efficiënte, effectieve en zorgvuldige uitvoering te bewerkstellingen van gemeentelijke taken van de deelnemers op het terrein van werk en inkomen; geeft de gewenste meerwaarde van de samenwerking aan. De efficiency wordt bereikt door de werkwijze met een kern van eigen medewerkers en een schil van gedetacheerde specialisten. De eigen medewerkers SoZaWe zijn gedurende de jaren opgeleid in de gewijzigde sociale taken van de gemeenten. Voor de gemeente De Marne zou dit om deze taken zelf uit te voeren hebben geleid tot een beperkte inzetbaarheid die niet kan worden opgevangen door andere gespecialiseerde
Pagina 16
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
personeelsleden. In de samenwerking is de personele omvang voor de meest belangrijke bedrijfsprocessen zodanig dat er nauwelijks kwetsbaarheid is. Door de samenwerking en de schaalvoordelen die daarmee ontstaan is er sprake van een meer efficiënte en effectieve uitvoering en daarmee tevens van een goedkopere uitvoering in vergelijking met de situatie waarin De Marne zelfstandig zou uitvoeren. De efficiëntie is uitgedrukt als kengetal: 1 medewerker (overall) voor 20 uitkeringsgerechtigden voor SoZaWe ten opzichte van 1 medewerker voor 25 uitkeringsgerechtigden bij grotere diensten met meer dan 1.000 klanten. Voor de casemanagers is de vergelijking: 1 op 33 klanten bij SoZaWe ten opzichte van 1 op 62 klanten bij grotere diensten. Deze cijfers kunnen verschillen door verschillen in de aard van het cliëntenbestand (alleen uitkeringsgerechtigden of ook cliënten voor andere sociale uitvoeringstaken zoals in De Marne en Winsum), maar er lijkt reden om kritisch naar de personele bezetting te blijven kijken. Een indicator die voor de goede uitvoering vaak gebruikt wordt, omdat deze ook wat zegt over de kwaliteit van de uitvoering, is het aantal gehonoreerde bezwaarschriften op dit beleidsterrein. Uit de opgave van de bezwaarprocedures van de afgelopen jaar kan geconcludeerd worden dat de samenwerking hierop met goed scoort: slechts 1,5 % van de doelgroep krijgt te maken met een mogelijk foutieve beslissing, waartegen terecht in beroep is gegaan. 14. Ontstaan door de samenwerking problemen en zo ja, waaruit bestaan die problemen? Uit de interviews is niet gebleken dat er problemen zijn ontstaan ten gevolge van de samenwerking, nog bij de cliënten (tevredenheidonderzoek), nog tussen de gemeenten. 15. In hoeverre is de locatie van De Beurs (Winsum) problematisch voor klanten uit de gemeente De Marne? Uit de interviews is ons niet gebleken dat cliënten problemen hebben met de locatie van De Beurs. Ook uit het tevredenheidonderzoek blijkt hierover niets. Wat wel opvalt is het feit dat bij de start van de samenwerking is afgesproken dat er in het gemeentehuis van De Marne een spreekuur zou worden gehouden. Blijkbaar werd daar zo weinig gebruik van gemaakt dat dit spreekuur momenteel niet meer gehouden wordt. Wij concluderen daaruit dat de locatie van De Beurs inderdaad geen problemen oplevert voor cliënten uit De Marne. 16. Is de rechtspositie van het personeel conform de wensen van de gemeenteraad? De rechtspositionele regeling van het betrokken personeel van de gemeente De Marne is verlopen zoals deze in de samenwerkingsovereenkomst van juli 2005 is opgenomen. De medewerkers van De Marne hebben bij het aangaan van de samenwerking eerst twee jaar op detacheringbasis bij de samenwerking SoZaWe gewerkt en zijn daarna in dienst gekomen bij de gemeente Winsum. 17. Biedt het huidige Samenwerkingsverband aanknopingspunten anticiperend op de nieuwe Wet werken naar vermogen? De eerste verkennende stappen voor de toekomstige uitvoering van de Wet werken naar vermogen zijn gezet door de leidinggevende van SoZaWe en de directie van de Abilitygroep. Op bestuurlijk niveau zijn inmiddels in april 2012 de uitgangspunten voor de toekomstige uitvoering geformuleerd. Hiervoor zijn ondermeer twee bijeenkomsten van de raden georganiseerd. Dit valt evenwel buiten de onderzoeksperiode. De schaal van de samenwerking SoZaWe en het werkgebied van de Ability Groep zijn naar onze ervaring voldoende om een samenhangende aanpak voor de uitvoering van de Wwnv op te zetten.
Pagina 17
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
5
Conclusies en aanbevelingen 5.1 Confrontatie aan de norm In dit deel worden de conclusies getrokken uit de confrontatie van de bevindingen aan de norm. Dit wordt gedaan op een binaire wijze: er wordt aan de norm voldaan of niet. Tussenliggende beoordelingen zoals: "deels voldaan", "in belangrijke mate aan voldaan", of begin gemaakt", zijn door de lezer zelf op basis van de beschrijving van de onderzoeksresultaten te maken. Norm
Voldaan/
Toelichting
niet voldaan Norm Organisatie: Het werk wordt efficiënt
√
uitgevoerd
De personele omvang van de afdeling is ondanks toegenomen werkzaamheden sedert de oprichting niet wezenlijk veranderd. Vergelijking met landelijke gegevens geven aan dat er voor de casemanagers nog mogelijke efficiencywinst te behalen is.
De samenwerking Sociale
√
Er zijn procedures en protocollen voor de uitvoering
Zaken en Werk heeft
van de werkzaamheden, bijvoorbeeld het plan van
vastgelegd hoe de uitvoering
aanpak "terugdringen niet-gebruik
van de taken plaatsvindt. In
inkomensondersteunende voorzieningen".
deze vastlegging komen de volgende facetten aan de orde: aansluiting op beleid van de opdrachtgevende gemeenten,
√
aanwijzing van ambtenaren; toezicht; interventie; verantwoordelijkheid; klachtenafhandeling; administratieve organisatie, samenwerking met andere
√ √ √ √ √
organisaties (bijvoorbeeld met de sociale werkvoorziening en met het UWV werkbedrijf) en integriteit. Er is een prestatie vastgelegd
√ √
met meetbare indicatoren
In het beleidsplan SoZaWe 2009 – 2010 zijn meetbare doelstellingen geformuleerd voor de uitvoering en de resultaten.
De samenwerking heeft
√
uitvoeringsinformatie voor handen, met o.a. betrekking tot werklast, klantencontacten, interventies, resultaten, kosten en inhuur van externen
In 2010 en 2011 wordt in de jaarrapportage SoZaWe een overzicht gegeven over de uitgevoerde
√ √ √
werkzaamheden, de doelgroepen voor die werkzaamheden en de mate waarin deze zijn bereikt. Gegevens over inhuur en kosten daarvan ontbreken daarin, maar staan wel in de begroting.
Pagina 18
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
De samenwerking beschikt over
√/ x
Er zijn kengetallen gebruikt als workload voor de
een set van kengetallen om de
casemanagers om de personele omvang te
uitvoering te plannen en te
beargumenteren. Voor andere taken zijn geen
begroten
kengetallen aangetroffen.
Door de samenwerking is er
√
In de organisatie zijn voor de meeste cruciale
geen kwetsbaarheid in functies
functies meestal meer functionarissen aanwezig.
van de organisatie
Waar dat niet het geval is, bijvoorbeeld bij de leiding, is de vervanging bij afwezigheid geregeld.
Norm Sturing Collegeleden en ambtelijke
√/ x
Vanaf de oprichting bestaat een
organisatie worden tijdig en
portefeuillehoudersoverleg waaraan naast de beide
adequaat geïnformeerd over de
portefeuillehouders ook de beide secretarissen.
omvang en de aard van de
adjunct-directeuren gemeenten en leidinggevende
uitvoering
SoZaWe deelnemen; Voor 2011 is er sprake geweest van het ontbreken van adequate voortgangsinformatie op ambtelijk niveau. Wel is er is sedert begin 2011 een kwartaal managementrapportage Binnen de gemeente De Marne is geen contactambtenaar voor dit beleidsterrein..
De raad wordt tijdig en adequaat
√/ x
De raad wordt middels de jaarstukken van de
geïnformeerd over de uitvoering
gemeente adequaat geïnformeerd. De jaarverslagen
en de omvang van de
en begrotingen van de afdeling SoZaWe zijn
gemeentelijke sociale taken, de
daarvoor de basis.
resultaten de begroting daarvan
Over behandeling van beleidsstukken of tussenrapportages in de raad zijn geen gegevens verkregen.
De frequentie van de ambtelijke
√/ x
Er is een periodieke bijeenkomst met een frequentie
en bestuurlijke terugkoppeling
van 4 x jaar.
maakt adequate bijsturing
Een in de GR vastgelegd bedrijfsplan voor sturing is
mogelijk
niet aangetroffen.
Tussentijdse bijstelling van
-
Hierover zijn geen gegevens voorhanden, het is
uitvoering vindt plaats indien
volgens de gesprekken ook niet noodzakelijk
ernstige afwijkingen worden
geweest.
gerapporteerd De gemeenteraad heeft
√
Het beleid van de gemeente De Marne op het terrein
beleidskaders vastgelegd voor de
van werk en inkomen is vastgelegd in lokale
uitvoering. Deze beleidskaders
voorschriften en regelingen die zijn vastgelegd in
zijn SMART geformuleerd. Het
verordeningen van de gemeente De Marne en in
beleid voldoet aan de wet- en
beleidsnotities. Deze volgen de landelijk wetgeving
regelgeving
op dit terrein en de afspraken die door het ministerie van SZW met VNG hierover zijn gemaakt.
Wat ernstige afwijkingen zijn in de uitvoering is in de
x
Ernstige afwijkingen zijn in de regelingen niet gedefinieerd
beleidskaders gedefinieerd
Pagina 19
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
Het beleid is publiekelijk bekend
√
gemaakt
De gemeente De Marne publiceert alle beleid en de wijzigingen daarop , de afdeling SoZaWe wijst de cliënten op het beleid en op wijzigingen in de wetgeving middels een nieuwsbrief.
Norm potentiële sturingsproblemen Het beleid voldoet aan de
√
wettelijke kaders en landelijke eisen In het uitvoeringsbeleid komen
√
De verschillen tussen de gemeente De Marne en
de gemeentelijk eisen van De
Winsum zijn in kaart gebracht. Op basis van
Marne en Winsum herkenbaar
demografische gegevens is aangegeven welke
aan bod, voor verschillen in
consequenties dit heeft voor de uitvoering van met
beleid is aangegeven welke
name het armoedebeleid. In de uitvoering door
consequenties dit heeft voor de
SoZaWe is er geen herkenbaar verschil of een cliënt
uitvoering en hoe daarmee (in de
uit de gemeente de Marne dan wel uit de gemeente
uitvoering) wordt omgegaan. In de uitvoering van de
Winsum afkomstig is.
√
In de huidige opzet van de afdeling SoZaWe staat de
werkzaamheden is ruimte voor
cliënt centraal en wordt getracht de keten van
maatwerk, zowel naar de cliënten
organisaties op het sociale terrein en de participatie
als naar de gemeenten
daaromheen te ordenen. Voor 2009 was de afdeling erg op de eigen organisatie gericht.
Het beleid is SMART
√
geformuleerd
Het beleid heeft een 8-tal doelstellingen. Deze zijn specifiek, meetbaar (in de zin dat het resultaat is benoemd), acceptabel, realistisch en tijdsgebonden geformuleerd.
Van de uitvoering wordt verslag
√
Het jaarverslag van de afdeling SoZaWe wordt
gedaan aan de Raad in een
gebruikt voor de jaarstukken van de gemeente. In
helder en overzichtelijk
deze stukken wordt de mate van realisatie van de
jaarverslag met daarin aandacht
doelstellingen uitgelegd
voor de financiële resultaten en de resultaten van het primaire proces. Het jaarverslag bevat een analyse op eventuele afwijkingen In de analyse op de afwijkingen
√
Zowel in hat jaarverslag SoZaWe als in de
wordt in ieder geval aangegeven
jaarstukken van de gemeente worden de afwijkingen
hoe groot de afwijking is, wat de
in het doelbereik uitgelegd.
oorzaak ervan is en wordt aangegeven of de afwijking leidt tot een (structurele) bijstelling van het budget en of uitvoeringssystematiek
Pagina 20
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
De samenwerking benut optimaal
0
Een samenwerking waarbij het
de schaalvoordelen, zowel in de
samenwerkingsgebied hetzelfde zou zijn als het
personele sterkte als in de
samenwerkingsgebied voor de sociale
kwaliteit van de organisatie en de
werkvoorziening en de sociale recherche zou een
ondersteunende diensten De gemeente wordt door de
voor de hand liggende optie zijn.
√
In de managementrapportages worden nieuwe
samenwerking tijdig
ontwikkelingen gesignaleerd en worden de mogelijke
geïnformeerd over nieuwe
consequenties aangeduid (per kwartaal). De aan de
ontwikkelingen en de mogelijke
gemeenteraad voorgelegde beleidsnota's zijn een
wijze waarop de samenwerking
gevolg van gesignaleerde ontwikkelingen.
hieraan invulling kan geven De samenwerking voldoet aan
x
In het onderzoek kon geen bedrijfsplan worden
hetgeen daarover in de
overlegd en blijkt een in de overeenkomst
samenwerkingsovereenkomst
opgenomen spreekuur in de gemeente De Marne niet
tussen de gemeenten is
meer plaats te vinden.
overeengekomen, zowel naar
Aan de geest van de afspraken wordt echter voldaan.
letter als naar geest van de afspraken Eventuele problemen die
√
voortkomen uit de samenwerking
Er zijn tot nu toe geen problemen in de samenwerking voorgekomen.
worden helder met de gemeenten besproken en hiervoor worden binnen de kaders van de overeenkomst over de samenwerking oplossingen gezocht Het Samenwerkingsverband
√
De cliënt staat voorop in de uitvoering. In het
heeft een
klanttevredenheidsonderzoek scoort de telefonische
dienstverleningsconcept, de
bereikbaarheid van SoZaWe goed en is driekwart
diensten zijn voor de cliënten uit
tevreden over het persoonlijk contact met de
de gemeente De Marne
consulenten. Deze score wijkt niet af van de bij de
bereikbaar
onderzoekers bekende cijfers van andere sociale diensten in het land.
Het Samenwerkingsverband
√
Dat klopt.
√
In 2010 heeft een klanttevredenheidsonderzoek
beschikt over een cliëntenraad waarin cliënten uit De Marne zitting de hebben Het Samenwerkingsverband doet geregeld een
plaatsgevonden.
klanttevredenheidsonderzoek om de dienstverlening te verbeteren De rechtspositie van het
√
De medewerkers van De Marne hebben bij het
personeel van de samenwerking
aangaan van de samenwerking eerst twee jaar op
is overeenkomstig hetgeen
detacheringbasis bij de samenwerking SoZaWe
daarover in de
gewerkt en zijn daarna in dienst gekomen bij de
samenwerkingsovereenkomst is
gemeente Winsum.
vastgelegd
Pagina 21
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
5.2 Conclusies en aanbevelingen In deze paragraaf worden de conclusies en aanbevelingen gegeven van de rekenkamercommissie het Hoogeland. Dit hoofdstuk is ingevuld nadat er de technische wederhoorronde heeft plaatsgevonden over de feitelijke juistheid van de bevindingen. De conclusies worden getrokken op het niveau van de thema's 'organisatie en sturing' en 'potentiële sturingsproblemen' waarin de onderzoeksvragen zijn uitgewerkt, om vervolgens conclusie te trekken ten aanzien van de centrale vraag van het onderzoek: Komt de eigenheid van het beleid van de gemeente De Marne voldoende tot uiting in de werkwijze van het Samenwerkingsverband Sociale Zaken en Werk De Marne & Winsum ? Conclusies 1. Met de afdeling SoZaWe voert de gemeente De Marne in samenwerking met de gemeente Winsum de beleidsvorming en de uitvoering van het sociale beleid en het arbeidsmarktbeleid uit. Er is geen capaciteit meer op deze beleidsterreinen binnen de gemeente de Marne. Dit betekent dat ambtelijk opstellen en toetsen van het beleid volledig op deze afdeling gebeurt. 2. In de eerste jaren na de oprichting was de samenwerking erg gericht op de interne zaken van de afdeling SoZaWe. Verantwoording naar de opdrachtgevers is in deze periode minimaal. Een bedrijfsplan is niet aangetroffen. Verslagen van het portefeuillehoudersoverleg ontbreken. 3. De bestuurlijke regie die in de Gemeenschappelijke Regeling is voorzien, wordt pas sedert kort (2011) met managementrapportages gevoed. 4. Beleidsmatig is de raad van De Marne kaderstellend met betrekking tot het beleid dat voor de gemeente wordt gevoerd. Het is in het onderzoek niet gebleken dat, met uitzondering van de oprichting van de GR en de vaststelling van de verordeningen op dit beleidsveld, de raad hierover daadwerkelijk heeft beraadslaagt in de onderzoeksperiode. 5. Binnen de gemeentelijk Planning en Control cyclus is de gemeenteraad ingelicht over de gang van zaken ten aanzien van het werkterrein van SoZaWe. Daarbij zijn zowel de doelbereiking als de financiële aspecten die zijn verbonden aan de uitvoering goed weergegeven. 6. De uitvoering van de werkzaamheden door SoZaWe is qua efficiëntie overeenkomstig de schaal van de samenwerking mag worden verwacht. In vergelijk met grotere diensten is er reden om de personele capaciteit voor de casemanagers kritisch tegen het licht te houden. 7. Kwalitatief levert de afdeling SoZaWe goed werk, zoals blijkt uit het geringe percentage toegewezen bezwaren. 8. Het beleid dat door SoZaWe wordt uitgevoerd is voor de deelnemende gemeenten vrijwel hetzelfde. Een gering verschil is aangetroffen in de hoogte van een bedrag binnen de aanvullende financiële ondersteuning voor minima tussen De Marne en Winsum. Het landelijk beleid heeft de belangrijkste invloed op de mate waarin de gemeenten deze taken kunnen uitvoeren.
Pagina 22
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
9. De verordeningen op het beleidsterrein voor beide gemeenten zijn identiek. Ze worden voorbereid in SoZaWe voor de deelnemende gemeenten. 10. Het feit dat de samenwerking SoZaWe niet samenvalt met andere gemeenschappelijke Regelingen op het sociale terrein, terwijl het wel dezelfde problematiek en ook veelal dezelfde cliënten betreft, kan mogelijk tot sturingsproblemen leiden. Zeker in het licht van de landelijke ontwikkelingen. Aanbevelingen Het onderwerp van dit onderzoek van de rekenkamercommissie is de uitvoering van de taken in het sociale domein door een gemeenschappelijke regeling Sociale Zaken en Werk, met destijds twee en nu drie gemeenten. Het is voor de raad een lastig onderwerp. De raad zal zich nadrukkelijk en intensief dienen te verdiepen in de resultaten van de uitvoering door een GR voor haar kaderstellende en controlerende taak. De raad moet er bovendien voor te waken niet in de uitvoering zelf te willen interveniëren. Om deze redenen zijn de onderstaande aanbevelingen pragmatisch gesteld. a.
Betrek de ontwikkelingen die landelijk spelen op het terrein van werk, inkomen en participatie nadrukkelijk bij een mogelijk toekomstig takkenpakket van SoZaWe. Het onderbrengen van andere taken uit het Sociale Domein zorgt voor samenhang tussen de verschillende beleidsterreinen en kan de organisatie van SoZaWe robuuster maken. Een onderzoek naar de afstemming tussen de verschillende gemeenschappelijke regelingen op het sociaal domein kan de mogelijkheden in kaart brengen. Als hiervoor gekozen wordt, moet rekening gehouden worden met de meer complexe wijze waarop kaderstelling en controle door de raad vormgegeven kan worden, doordat deze taak door verschillende raden tegelijkertijd moet worden uitgevoerd.
b.
Hoewel formeel SoZaWe voldoet aan de informatieplicht over de uitvoering van haar taken richting de gemeente, kunnen hier nog stappen in gezet worden die de raad nadrukkelijker informeren. In meerdere gemeenten zijn er goede ervaringen met een jaarlijkse thema bijeenkomst van de raad over de uitvoering van de taken van vergelijkbare organisaties als SoZaWe.
c.
De uitvoering van de bestuurlijke regie over de GR moet transparanter. Dit betekent in ieder geval dat de driemaandelijkse besprekingen van de portefeuillehouders goed worden gedocumenteerd en voor de raad zijn in te zien .Om te beginnen zou de agenda voor de besprekingen tevoren bekend gemaakt kunnen worden, zodat de raad de mogelijkheid krijgt over de beleidsvoorbereiding, die daarin geregeld aan de orde is, met het college van gedachten te wisselen.
Pagina 23
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
Pagina 24
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
Bijlage 1 Lijst bestudeerde documenten Verordeningen Sociaal Domein gemeente De Marne: Verordening Handhaving Wet werk en Bijstand
01-01-2005
Verordening Wet inburgering
10-07-2007
Afstemmingsverordening
25-11-2008
Verordening langdurigheidtoeslag
01-07-2010
Verordening Cliëntenparticipatie Sociale Zaken en Werk
17-09-2010
Maatregelenverordening WWB
17-09-2010
Maatregelenverordening WIJ
17-09-2010
Toeslagenverordening WWB
17-09-2010
Toeslagenverordening WIJ
17-09-2010
Re-integratieverordening Wet WWB
17-12-2010
Maatregelenverordening IOAW en IOAZ
01-02-2011
Beleidsnota's en andere documenten Sociaal Domein gemeente De Marne Regeling Samenwerking Gemeenten De Marne en Winsum op het gebied van Sociale Zaken per 1 juli 2005, 21 juni 2005. Beleidsplan 2009 -2010, SoZaWe. Beleid Sociale Zaken en Werk 2010: Beperken instroom & Focus op bemiddeling. Handhavingsbeleidsplan gemeenten Bedum, Winsum, De Marne, Eemsmond 2010-2014, mei 2010. Persbericht 4 februari 2010: TEVREDENHEID OVER SOCIALE ZAKEN EN WERK DE MARNE & WINSUM. Jaarstukken 2009 Gemeente De Marne. Jaarstukken 2010 Gemeente De Marne. Programmabegroting 2011 met meerjarenraming 2011 – 2014, gemeente De Marne. Kadernota 2011 Gemeente De Marne. Bestuursrapportage 2011-1, 31 mei 2011, SoZaWe. Bestuursrapportage 2011-II, gemeente De Marne. Nota Samen werken: integratie SoZaWe van de gemeenten Bedum, De Marne en Winsum, november 2011. Diverse documenten afdeling SoZaWe Jaarrapportage 2010 SoZaWe De Marne & Winsum. Minimascan De Marne en Winsum raming 2008. Notitie Bereik Armoedebeleid 2009 -2010, incl. financiële aspecten stimuleren van gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen, SoZaWe. Intern werkdocument Plan van Aanpak tegengaan niet-gebruik, april 2009, SoZaWe. Managementrapportage 2011 derde kwartaal.
Pagina 1
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
Bijlage 2 Lijst gesprekspartners Gemeente De Marne: De heer Eppinga Mevrouw Schippers De heer Sloots De heer Wiersma De heer Berghuis De heer Van Gelder SoZaWe De heer Ottens De heer Trox De heer Volbehr
Pagina 1
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
Bijlage 3 Omvang van de doelgroepen en werkzaamheden Inventarisatie doelgroepen 2008 De Marne: Percentage bijstandsnorm
110
115
120
Zelfstandigen
121
128
134
Werknemers
34
41
47
Bijstand/WW
114
121
128
Arbeidsongeschikten
55
66
77
Pensioenontvangers
169
226
284
0
0
0
Niet ingedeeld
Arbeidsmarkt beleid, deelname 2010 De Marne: Fase Intake en analyse
44
Ontwikkeling
135
Bemiddeling
29
Nazorg
10
Totaal
218
Ontheffing
46
Fase Intake en Analyse
Betreft diagnosestelling, trajectplan maken en traject uitzetten.
Fase Ontwikkeling
Scholing, werk/leertraject, hulpverlening (psychosociaal, schuldhulp), vrijwilligerswerk, inburgering, begeleiding naar ondernemerschap.
Fase Bemiddeling
Jobhunting, wachtlijst plaatsing WSW (Ability).
Fase Nazorg
Werkplekbegeleiding.
Ontheffing
Niet ontwikkelbaar of bemiddelbaar vanwege bijv. ziekte (fysiek / mentaal). Deze categorie cliënten probeert SoZaWe wel maatschappelijk actief te houden.
Minimabeleid (armoedebeleid) deelname 2010 in De Marne
Totaal bijzondere
2009
2009
2010
2010
aantal
aantal
aantal
aantal
cliënten
aanvragen
cliënten
aanvragen
86
147
89
144
bijstand Computer regeling
4
6
Langdurigheidstoeslag
157
122
Participatiefonds
153
258
Tegemoetkoming
9
12
scholieren
Pagina 1
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
Bijlage 4 Lijst met afkortingen WW
Werkloosheidswet
WSW
Wet sociale werkvoorziening
WWB
Wet werk en bijstand
WIJ
Wet investeren in jongeren (per 1-1-2012 afgeschaft)
WI
Wet inburgering
Bbz
Besluit bijstandverlening zelfstandigen
IOW
Inkomensvoorziening Oudere Werkloze
IOAW
Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen.
IOAZ
Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
Nuggers
Niet uitkeringsgerechtigden zijn personen zonder uitkering, die niet studeren en niet werken maar dat wel graag zouden willen, meer dan 12 uur per week.
SoZaWe
Afdeling Sociale zaken en Werk gemeente De Marne en gemeente Winsum
SW
Sociale werkplaats
Pagina 1
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
Bijlage 5 Reacties technisch wederhoor In de periode april en mei 2012 heeft de rekenkamercommissie het conceptrapport van bevindingen voorgelegd aan de gemeentelijke ambtelijke betrokkenen en aan de afdeling SoZaWe de Marne en Winsum. De volgende reactie is ontvangen:
E-mailbericht, donderdag 24 mei 2012 17:23
Geachte rekenkamercommissie, Hierbij de reactie inzake technisch hoor/wederhoor op het voorlopige rapport van bevindingen. In verband met afwezigheid heeft de reactie een paar dagen vertraging opgelopen. Pagina 7: is volledig blanco. Klopt dat? Reactie: een lay-out fout, deze is hersteld Pagina 10: 18 medewerkers voor 20 klanten. Dit cijfer zegt niet zoveel en zal leiden tot een discussie die niets oplevert. We werken hier met een caseload voor de medewerkers die rechtstreekse klantencontacten hebben: Een full-time Inkomensconsulent (rechtmatigheid) zit op een caseload van 130 Een full-time doelmatigheidsconsulent (werk) op gemiddeld 90. Door speciale taken zitten sommige consulenten op een lagere caseload. Speciale taken zijn bijvoorbeeld nazorg ex-gedetineerden, uitvoering wet kinderopvang, deelname OGGZ, Bijstandsbesluit Zelfstandigen, Verhaal. Reactie: deze informatie is toegevoegd. Die 20 klanten wordt gebaseerd op een statisch cijfer van bijstandsgerechtigden, maar er is sprake van een dynamisch bestand. Het verloop voor de Marne is 40%. Er gaan mensen in en uit. Daarnaast wordt in dit cijfer geen rekening gehouden met de aanvragen voor bijzondere bijstand en aanvragen participatiefonds. Dan gaat het niet alleen om bijstandsgerechtigden, maar alle minima. Deze doelgroepen zijn niet verwerkt in het aantal van 360. Verder heeft het verstrekken van een uitkering een keerzijde, namelijk terugvordering en debiteuren. Als er een mening moet worden geventileerd over de omvang van de formatie dan is een opsomming nodig van alle wettelijke en gemeentelijke taken en de daarbij horende formatie. Een verdeelsleutel van het aantal medewerkers op een deel van de populatie en het werk is feitelijk onjuist.
Pagina 2
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
Pagina 11: Code oranje: handhaver en consulent doen het gezamenlijk (spreken af wie wat doet) Pagina 12: De Marne heeft een groter dynamisch bestand. Er staat dat dit komt doordat een groter deel van De Marne sneller een baan vindt. Dat is helaas niet helemaal waar (ik kan het natuurlijk laten staan, maar het moet helemaal juist zijn). De belangrijkste elementen van de dynamiek zijn werk, verhuizing en relaties. Pagina 13: e
e
Over 2011 zijn managementrapportages. Over 2 en 3 kwartaal 2011 zijn deze zelfs e
uitgebreid. Deze zaten bij de toegestuurde stukken (3 kwartaal 2011 staat bij de toegestuurde stukken). Pagina 17: caseload en formatie m.b.t. punt 13 (zie hiervoor) Punt 17: De raden van de vier gemeenten hebben in april jl. unaniem het visiedocument Werk aan de Winkel vastgesteld dat de kaders schetst voor de Wet Werken naar Vermogen voor de vier gemeenten. Daar waren de raden in 2 sessies (en de bestuurders in nog meer sessies) bij betrokken. Dat moet hier worden vermeld (anders gaat dat in de raad opmerkingen opleveren over het onderzoek zelf! Er staat nu: het is de onderzoekers niet bekend of op bestuurlijk niveau de uitgangspunten zijn geformuleerd. Als het goed is wél bij alle bestuurders en raadsleden). Bovengenoemde opmerkingen graag ook meenemen bij hoofdstuk 5: conclusies en aanbevelingen. Met vriendelijke groet,
Ernst Ottens Sociale Zaken en Werk Bedum, De Marne & Winsum Werkplein Noordwest-Groningen (Bedum, Eemsmond, de Marne & Winsum)
Pagina 3
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
Verwerking van de reacties: Deze reacties zijn als volgt door de onderzoekers verwerkt: pag. 7:
Blanco: er is een opmaakfout gemaakt waardoor pag. 7 blanco was. Dit is hersteld.
par. 10:
18 medewerkers voor 20 klanten.
De tekst in de rapportage is: Omgerekend naar het aantal cliënten (2009) betekent dit dat SoZaWe 18 medewerkers heeft voor 360 uitkeringscliënten, ofwel 1 per 20 klanten. Dit beeld wordt in het rapport nog genuanceerd door vervolgens alleen rekening te houden met de medewerkers met klantencontacten, de rato wordt dan: 1 medewerker voor gemiddeld 33 uitkeringsgerechtigden. In de reactie wordt een opsomming gegeven van de taken die de betreffende medewerkers hebben en de caselaod waarmee gerekend wordt. Deze verklarende tekst verheldert zeker de werkzaamheden van de medewerkers met klantencontact en is in het rapport opgenomen. In de reactie wordt vervolgens uitgelegd dat de uitkeringsgerechtigden van de gemeente de Marne een dynamisch bestand vormen. Met 40% is de in- en uitstroom hoog, zoals ook in het rapport wordt vermeld. Dit gegeven van een dynamisch bestand geldt echter ook voor het kental van het Divoza dat gebruikt is voor de vergelijking. Naast elkaar gezet ziet volgens de onderzoekers de vergelijking er zo uit: SoZaWe De Marne en
Divosa
Winsum Aantal klanten / medewerker
20
25
Aantal klanten / medewerker direct
33
62
klantencontact
Het cijfer van Divosa is opgebouwd uit medewerkers case management, administratie, ICT, Kwaliteit, fraudepreventie, overige staf, beleid en organisatie. Of in het kengetal geen andere klanten dan uitkeringsgerechtigden zitten is niet duidelijk, dit kan inderdaad van invloed zijn. Dit is als opmerking in het rapport opgenomen. Het cijfer van Divosa heeft voorts betrekking op diensten met meer dan 1000 klanten, daar zit wel een verschil. Een aantal indirecte functies zal voor een grote en kleinere dienst min of meer dezelfde inzet vragen. Desalniettemin blijven de onderzoekers van mening dat 1 medewerker per 20 klanten overall een bezetting is die gezien het landelijke kental onder de loep mag worden gehouden. pag. 11:
Code oranje: handhaver en consulent doen het gezamenlijk (spreken af wie wat doet).
Deze wijziging is door ons in het rapport als zodanig opgenomen. pag. 12
De Marne heeft een groter dynamisch bestand. De belangrijkste elementen van de dynamiek zijn werk, verhuizing en relaties.
Pagina 4
6 juli 2012 Ons kenmerk 1011789-008/lri/dme
Deze wijziging is door ons in het rapport als zodanig opgenomen. pag. 13:
e
e
Over 2011 zijn managementrapportages. Over 2 en 3 kwartaal 2011 zijn deze zelfs uitgebreid.
Dat er in 2011 managementsrapportages zijn staat in het rapport. In het rapport staat dat managementrapportages er voor het eerst zijn in 2011, van voor die tijd zijn ze door de onderzoekers niet aangetroffen. Over de meer uitgebreide aard van de laatste managementrapportages wordt in het rapport ook een en ander gezegd, bijvoorbeeld dat er een vooruitblik in wordt gegeven op de landelijke ontwikkelingen en de consequenties daarvan voor de gemeente en SoZaWe. pag.17:
Caseload en ontwikkeling.
In de toetsing van de norm: "De samenwerking beschikt over een set van kengetallen om de uitvoering te plannen en te begroten" hebben de onderzoekers geen kengetallen aangetroffen. Nu er wel een kengetal in de vorm van een workload voor casemanagers aanwezig blijkt te zijn, zullen we dit vermelden. punt 17:
De raden van de vier gemeenten hebben in april jl. unaniem het visiedocument Werk aan de Winkel vastgesteld dat de kaders schetst voor de Wet Werken naar Vermogen voor de vier gemeenten.
Deze bijeenkomsten en besluitvorming valt buiten de onderzoeksperiode. Binnen de onderzoeksperiode hebben de onderzoekers niet kunnen vaststellen of op bestuurlijk niveau de uitgangspunten zijn geformuleerd. De in de reactie bedoelde betrokkenheid van de raad buiten de onderzoeksperiode wordt wel als voetnoot vermeld.
Pagina 5