BELEGGINGSSTATUUT Stichting Fonds Oncologie Holland
April 2015
Beleggingsstatuut SFOH 30 april 2015, pag. 1
Inhoudsopgave
I Beleid.....……………………………………………………….……………… 3 Algemeen…………………………………………………………………… 4 Hefbomen……………………………………………………………………4 Restricties……………………………….…………………………………...4
II Middelenverdeling….…………………………………….....….……….5 Strategische asset allocatie…………………………………………5 Obligaties…………………………..…………………………………..…....5 Aandelen………………………………………………………................…6 Alternatieve beleggingen………………………………………….…6 Liquiditeiten………………………………………….…………………..….6 Herstellen afwijkingen bandbreedtes……………… …………6
III Overige Versiebeheer………………………………………….…..………….…..7
Beleggingsstatuut SFOH 30 april 2015, pag. 2
BELEGGINGSSTATUUT Het beleggingsstatuut omvat de richtlijnen welke gelden voor de beleggingen van de Stichting Fonds Oncologie Holland (voorheen geheten: Stichting Oncologie Holland West Zoleon) I Beleid Het Bestuur van de Stichting Fonds Oncologie Holland (hierna: de stichting) besluit met betrekking tot het beleggen van gelden en met inachtneming van de statutaire doelen van de Stichting, het volgende beleid vast te stellen: 1. Het vermogen van de Stichting bestaat onder meer uit reserves en fondsen die voor beleggingen in aanmerking komen. Deze reserves en fondsen dienen ter ondersteuning van de statutaire doelen van de Stichting. Conform richtlijn 640 heeft het bestuur voor de fondsen en reserves een vermogensbeleid opgesteld. 2. Het vermogen van de Stichting dient de continuïteit van de voorziene werkzaamheden, passend binnen haar doelstellingen, te waarborgen. Het belegde vermogen dient op lange termijn zoveel mogelijk in stand te worden gehouden met de mogelijkheid van waardegroei, doch ten minste dient jaarlijks bijstelling op basis van inflatie plaats te vinden. 3. Het bestuur geeft uiting aan zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid door te kiezen voor een duurzame beleggingsaanpak in het beheer van het vermogen van de Stichting. 4. Het bestuur van de Stichting is verantwoordelijk voor het gevoerde beleggingsbeleid en heeft het toezicht op de uitvoering van het beleid opgedragen aan de beleggingscommissie, bestaande uit de (vice)voorzitter, penningmeester en directeur. 5. De beleggingscommissie ziet toe op de uitvoering van het beleggingsbeleid, bewaakt de samenstelling van de portefeuille en evalueert periodiek de prestaties van de externe vermogensbeheerder 6. Adviezen van de beleggingscommissie aan het bestuur kunnen worden vergezeld door advies van een externe partij. 7. Het bestuur van de Stichting heeft de uitvoering van het beleid over het vermogen in discretionair vermogensbeheer uit handen gegeven aan een externe vermogensbeheerder 8. De vermogensbeheerder is een onafhankelijke vergunning houdende instelling die aan de wettelijke vereisten voldoet en onder toezicht staat van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Onder onafhankelijkheid wordt verstaan dat er geen sprake van belangenverstrengeling mag zijn. De bank of vermogensbeheerder mag geen producten opnemen waarbij sprake kan zijn van conflicterende belangen en/of eigen belang van de bank of beheerder, zoals emissies of eigen fondsen. Daarbij gaat het ook om fondsen van ondernemingen die tot hetzelfde concern behoren. 9. Het bestuur heeft de externe vermogensbeheerder gemandateerd om het vermogen te beheren op basis van het profiel “matig defensief”. Het bestuur kan te allen tijde besluiten om voor het bestuur moverende redenen de opdracht jegens de vermogensbeheerder in te trekken en een nieuwe vermogensbeheerder te selecteren.
Beleggingsstatuut SFOH 30 april 2015, pag. 3
10. Het functioneren van de externe partij wordt jaarlijks door het bestuur geëvalueerd. 11. De vermogensbeheerder rapporteert op kwartaalbasis aan de beleggingscommissie. Per halfjaar wordt de vermogensbeheerder uitgenodigd voor een voortgangsgesprek. 12. Het bestuur legt in de jaarrekening verantwoording af over het gevoerde beleggingsbeleid en geeft inzicht in de opbrengsten en kosten.
Algemeen Stichting Fonds Oncologie Holland heeft reserves en fondsen die worden aangewend voor de statutair vastgelegde doelen. Het bestuur wenst de toevertrouwde middelen op korte en op lange termijn verantwoord en solide te beleggen in uitsluitend ter beurze verhandelbare waardepapieren, dat wil zeggen dat deze waardepapieren binnen drie dagen liquide te maken zijn. Terwijl het (direct) rendement op de portefeuille een hoge prioriteit heeft, staan onder verwijzing naar de vermogensverdeling het defensieve karakter van het beleggingsbeleid en een voorzichtige afweging van risico en rendement steeds voorop. Hefbomen Het speculatief inzetten van alle vormen van hefboom is uitgesloten. Dit betekent dat niet wordt belegd met geleend geld, geen speculatieve derivatenposities worden ingenomen en geen beleggingen worden gedaan in directe producten die een ingebouwde hefboom kennen. Restricties Het direct beleggen in derivaten, direct onroerend goed en belangen in ondernemingen in de tabaksindustrie alsmede in controversiële wapens zijn in het beleggingsbeleid uitgesloten. Bovendien wordt niet belegd in bedrijven die in verband worden gebracht met schending van een van de ESG criteria.
Beleggingsstatuut SFOH 30 april 2015, pag. 4
II Middelenverdeling 1. Strategische asset allocatie In het kader van het discretionaire vermogensbeheer bepaalt de externe vermogensbeheerder in eerste instantie de strategische asset locatie.
Beleggingscategorie
Strategische middelenverdeling
Obligaties
20-70%
Aandelen
10-50%
Alternatieven
0-20%
Liquiditeiten
0-70%
Totaal
100%
De strategische weging (=norm) beperkt zich tot de categorieën aandelen, obligaties en alternatieve beleggingen. De maximaal toegestane beleggingen per categorie zijn in het risicoprofiel “”matig defensief”” van de externe vermogensbeheerder opgenomen. 2. Obligaties Er wordt louter belegd in obligaties die in Euro’s zijn genoteerd. Individuele obligaties dienen minimaal een tripple B rating te hebben. High Yield beleggingen mogen maximaal 20% van de obligatie portefeuille uitmaken. Bij individuele titels mag het bedrag per debiteur niet meer bedragen dan een uit risico spreiding aanvaardbaar percentage (5-10%) van de totaal belegde middelen van de Stichting. Voor staatsleningen en/of overheid gerelateerde leningen geldt deze beperking niet, indien het waardepapier een AAA/Aaa rating heeft gekregen. De externe vermogensbeheerder hanteert een in de markt gebruikelijke benchmark. 3. Aandelen Bij individuele titels mag het bedrag per aandeel niet meer gedragen dan een uit risico spreiding aanvaardbaar belang (5-10%) van de totaal belegde middelen van de Stichting. De externe vermogensbeheerder hanteert een in de markt gebruikelijke benchmark.
Beleggingsstatuut SFOH 30 april 2015, pag. 5
4. Alternatieve beleggingen Begripsbepaling: onder alternatieve beleggingen worden verstaan de onafhankelijke beleggingsvormen welke zijn gericht op het behalen van een absoluut rendement, min of meer afhankelijk van de ontwikkelingen op de aandelen- en/of obligatiemarkten. De belangrijkste eigenschap van deze beleggingscategorie is de lage correlatie met de traditionele financiële markten. Hieronder vallen grondstoffen, onroerend goed, hedge funds en private equity.
Per alternatieve belegging geldt ter spreiding van het risico een maximaal bedrag van 10% van het totaal belegde vermogen van de Stichting. In grondstoffen wordt niet belegd. De externe vermogensbeheerder hanteert een in de markt gebruikelijke benchmark.
5. Liquiditeiten Het maximaal toegestane percentage liquiditeiten van het totaal belegde vermogen valt binnen de strategische asset allocatie. Voor liquide middelen geldt dat:
De rentevergoeding marktconform dient te zijn Deze uitsluitend bij financiële instellingen met een minimale kredietwaardigheid van A1 of hoger dienen te worden uitgezet.
Beleggingsstatuut SFOH 30 april 2015, pag. 6
III Overige Vaststelling en geldigheidsduur Eenmaal per jaar en/of afhankelijk van wijzigingen in het beleid van de Stichting worden de doelstellingen geactualiseerd. Dit beleggingsstatuut is door het bestuur vastgesteld in de bestuursvergadering van 30 april 2015 en is voor onbepaalde tijd van kracht.
---
Beleggingsstatuut SFOH 30 april 2015, pag. 7